Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Organisaties die investeren in de taalopleiding van de werknemers, hebben daarom ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die precies dat levert: Effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in, als in de buurt van Vlissingen. (Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken kennen hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Vlissingen in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
“Oude Postkantoor” pand Lange Noordstraat 48 4331 CE MIDDELBURG
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Vlissingen aan als individuele (1-op-1) les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Iedereen kan bij Dagnall Talen talen leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Behalve de algemene taalcursussen zijn organisaties vooral geïnteresseerd in de werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van klanten afgestemd. Dagnall Talen is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen in Vlissingen talen te leren. Met Dagnall Talen behaalt u vlot en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Het is onze filosofie om een vreemde taal te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Daarom gaat Dagnall Taleninstituut tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos kunt leren. Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Met onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het gewenste taalniveau. Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Vlissingen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever stellen wij uw wensen en leerdoelen vast. U meldt de cursist(en) aan met hun contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau bepaald wordt, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met een offerte. Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en uw agenda af.
Na een aantal lessen evalueert de taaltrainer de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstelling kan, indien noodzakelijk, bijgesteld worden. Na de laatste les sturen wij u een eindrapport met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Indien gewenst, wordt het (individuele) contact met de cursisten door Dagnall Talen verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall Taleninstituut gedaan in overleg met u en de individuele deelnemers Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Deze dienen voorafgaand aan de intakedatum te worden teruggestuurd Dagnall Taleninstituut verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een intakegesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De indeling van de deelnemers geschiedt per taal en taalniveau Wij sturen u altijd een offerte op maat! Dagnall verzorgt de logistiek van het lesmateriaal en cursusbenodigdheden Dagnall berekent geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Dagnall garandeert en bewaakt de continuïteit van de planning alsook het lesprogramma Dagnall Taleninstituut is betrokken en flexibel!
Taleninstituut Dagnall Talen levert sinds 1982 maatwerk zakelijk taalonderwijs aan (overheids)instellingen en het bedrijfsleven in Vlissingen en omstreken. Het taleninstituut Dagnall Talen maakt gebruik van een team van kundige en ervaren expert taaltaaltrainers die een aanmerkelijk aantal trainingen zakelijk hebben verzorgd voor diverse bedrijven en (overheids)organisaties in Walcheren.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, leveren wij u zeer betaalbare en effectieve taalcursussen in Vlissingen. Maximaal rendement door maatwerk; daar staat Dagnall Taleninstituut voor!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Vlissingen
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Cursussen die toegespitst zijn op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel bedrijven een begrip. Medewerkers die geen of een beperkte kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op het werk goed te kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen verrichten en natuurlijk graag hun ambities op het werkgebied waarmaken. Hiervoor is een investering in personeel en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf nodig.
Dagnall verzorgt betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verhogen. Ons instituut leert en helpt de deelnemer hoe hij/zij de lesstof in zijn/haar functie in praktijk kan brengen. Dagnall Taleninstituut stemt de taallessen af op de behoeften van de opdrachtgever alsook op het niveau van de deelnemer(s). Naast de lessen, krijgen deelnemers frequent praktijkopdrachten tijdens de cursus, als ondersteuning van de continuïteit van het leerproces en de effectiviteit van de training.
Zo ontstaat een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut besteedt ook aandacht aan de wat minder belichte kant van veel taaltrainingen: de cursist staat al vaak alleen in zijn inspanning om de taal onder de knie te krijgen, om de gewoontes en cultuur van het nieuwe land en de organisatie te doorgronden en om zijn of haar omgeving via taal te vergroten. Dit vereist veel motivatie en inzet. Bovendien heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten met de taaltrainer per week. Dit is niet in elke situatie afdoende.
Onderscheidend
Ons instituut is onderscheidend door zich te richten op vergroting van het draagvlak voor de taalcursus op de werkvloer. Ons taleninstituut moedigt zowel leidinggevenden als uitvoerenden van het bedrijf aan om voor een doorlopend proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf de start zoveel mogelijk met de cursisten in de doeltaal te communiceren. Door de relevantie van taal op de werkvloer consequent op deze manier uit te drukken, wordt de waarde van goede talenkennis gezamenlijk ervaren en voelen deelnemers in hun taalverwerving zich gestimuleerd en gewaardeerd.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Vlissingen
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining spits zich niet alleen toe op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taaltraining is natuurlijk ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taaltraining (bij een taleninstituut in Vlissingen) die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo prettig mogelijk aanleren van vaardigheden en kennis om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut behalen onze taaltrainers door een mix van deze beproefde leermethode, samen met aandacht voor de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor taalcursussen terecht die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Ons taleninstituut biedt individuele cursussen, zogenaamde duocursussen (2 cursisten), groepscursussen van 3 tot maximaal 10 cursisten, onlinecursussen, een online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. De taaltrainers van ons instituut gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer prettige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Vlissingen. Deze, door de jaren heen verder verfijnde en ontwikkelde werkmethode is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de manier van leren die zeer geschikt is voor de cursisten.
Een taal effectief leren in Vlissingen bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven. Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt Dagnall Taleninstituut gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en het leersucces te garanderen. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Vlissingen worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Vlissingen
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Vlissingen en omgeving. Individuele cursussen worden ook wel één-op-één-cursussen of privélessen genoemd. De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al tientallen jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement. De individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren. De groepen houden wij zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen. Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus omdat veel informatie wordt opgenomen in korte tijd. Er wordt sneller vooruitgang geboekt omdat de cursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een groot pluspunt van een individuele taalcursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist. Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal. Ook kan een individuele cursus goed worden afgestemd op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van groepscursussen is met name de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies. Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; het leren van elkaars fouten en met de groep in de doeltaal communiceren. De lerenden kunnen de hierdoor geboden afwisseling als fijner ervaren. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt. Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor de cursisten dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele taalcursussen kunnen discussies en rollenspellen alleen worden gevoerd en gedaan met de trainer. Doordat er geen interactie met andere lerenden is, kan de geleerde kennis niet geoefend worden in groepsverband. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van de foutjes van andere cursisten. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen de cursisten iets sneller afgeleid worden. Daardoor ligt het rendement iets lager. Door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen), kan dit gedeeltelijk worden ondervangen. Groepscursussen kunnen eveneens minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen van cursisten. Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van de individuele deelnemers.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut biedt cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom bieden wij onze taalcursussen eveneens incompany en online aan. Bij Taleninstituut Dagnall volgt u bijvoorbeeld een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Uiteraard is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalbeheersing betekent kennen (geleerde kennis) maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van deze geleerde kennis). Door de focus te verleggen van het kennen naar het kunnen, is de deelnemer in staat na afronding van de taaltraining in Vlissingen de verworven kennis sneller actief toe te passen.
Al gauw begrijpt u wat die anderstalige collega’s zeggen. Dat niet alleen, u kunt ook antwoorden in de nieuwe taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en in Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les volledig in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en grammaticale structuur worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers kunnen bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Er wordt vaak in de zogeheten talenpractica gewerkt, waar studenten een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er bezwaren tegen deze inhoudsloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van een taal niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een goede uitspraak wordt van het begin af aangeleerd. De methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis bieden. Ook bij grotere groepen kan deze audiolinguale methode worden gebruikt.
Tegelijk heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige wijze te leren dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De opgeschreven zinnen of woorden worden door de lerenden hardop gelezen. De bedoeling is niet om de woorden en/of zinnen of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar veel geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is. Deze methode kan dus alleen goed functioneren voor woorden die relevant en van betekenis zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode functioneren. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken. Het ontbreken van context is een keerzijde. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. Bovendien is deze methode bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. De methode probeert de vreemde taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de vreemde taal leert men ook onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student in de te leren taal wordt ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. De activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, dienen stimulerend te zijn, om ervoor te zorgen dat de student plezier heeft van de ervaring.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor de lerende. Minpunten heeft de Natural Method ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De student zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te krijgen. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden ook niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om studenten met de fonologische en grammaticale structuren van de taal vertrouwd te maken. Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste woordcombinaties en groepen woorden in de correcte woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. Deze vaste combinaties worden in reële situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen gepresenteerd aan de lerenden. De taalstructuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, worden eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt grammatica een belangrijke plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal toegepast om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de wordt geleerdden de nieuwe taal op een accurate manier wordt geleerd. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie bepaalde woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. Deze methodiek is tamelijk tijdverslindend en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van lerenden is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen.
De studenten leren de te leren taal in de praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met de docent alsook met elkaar. Teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit de werkomgeving en het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de lerende leert in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd de CLT heel populair, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer behoefte om talen te leren middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is studentgericht en functioneel. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. De methode is voor de studenten stimulerend doordat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheid wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht is voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel tijd van de taaltrainer en van lerenden vraagt het een actieve deelname. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor bepaalde lerenden lastig of ongebruikelijk, afhankelijk van hun achtergrond. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en het biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde omstreeks het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Onderwijs in Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd gezien als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De docenten dragen de kennis over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot vrij recent een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, door de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het werken in groepsverband biedt deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor studenten. De lerende fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld toegepast, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak de omgeving in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de doeltaal gaan en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt beschouwd als een heel goede methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden ontwikkeld met deze methode.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode nogal intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. Studenten ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een bijkomend nadeel van de methode zijn. Niet elke student heeft genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de trainer essentieel. Hiervoor dienen lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te kunnen bereiken, waren lesloken met rijopstellingen uit den boze. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en er was altijd muziek tijdens de klas. De methode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Zo werden de studenten overgehaald om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen hinder zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Tegelijk is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de docent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) of CLL genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten starten een gesprek. Als de studenten de te leren taal nog niet genoeg machtig zijn, spreken de studenten in de moedertaal. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg. De uitspraken van de docent worden hierna zo goed mogelijk herhaald. De gesprekken worden opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; de lerenden bepalen zelf het lesmateriaal middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is sterk afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. Deze docent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerende erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren indien deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Voor grote klassen is Community Language Learning niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en ze leren om in teamverband te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de student.
Een keerzijde van CLL kan zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen afgenomen. Daardoor is het succes moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt in hun spreken geremd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt de woordenschat een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht besteed aan interactie maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor het zelf ontdekken van de taal.
De rol van de docent is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht aan woordenschat besteed die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop taal wordt onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is in het jaar 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden heel snel denken in de nieuwe taal.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de vrij ongebruikelijke aanpak. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit soort onderwijs enthousiasme bij de studenten op. Leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. De studenten worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode worden de communicatieve competenties van de studenten vrij intensief gestimuleerd.
De keerzijde van de leermethode van Gouin is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaltrainer, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over regels van de taal en woordenschat te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, de krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken moeten iets boven het niveau van de studenten liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij lerenden (voornamelijk lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed aansluit bij de student. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de vreemde taal. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als motiverend en plezierig ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Samen vormen deze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op communicatie tussen de trainer en de lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de parallellen met taakgericht leren van talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor docenten. Dat de student voor zijn of haar eigen leerproces de verantwoording draagt, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de taallessen zo niet; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk onderwerp kan in een taalles volgens de Dogme-methode worden besproken. Het houdt lerenden betrokken en alert.
Als de lerenden zo weinig bij de hand genomen worden door de docent kunnen ze zich daartegenover wat ongemakkelijk voelen. Ook zijn niet alle taaltrainers voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Dat studenten zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof aan de orde komt in de les, kan een ander minpunt zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. De focus ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu begint de deelnemer ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
GPA biedt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal al begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend tot het heel soepel gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Diverse lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Doordat lichamelijke beweging de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep lerenden kan worden gebruikt, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De methode van Shadowing heeft als nadeel is dat student het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt van de studenten nog niet verwacht dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en deze leermethode kan ook in wat grotere klassen worden ingezet. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt de methodiek tot op een bepaald niveau en is daarnaast een andere methodiek (als aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet echt creatief. De studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief aangeboden, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de lerenden de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. De studenten werden gestimuleerd veel te praten. Het was ook nieuw dat de taallessen in de doeltaal gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Aan de hand van plaatjes en voorbeelden werd de woordenschat van de doeltaal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote voordeel. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal krijgen. Keerzijden kent deze leermethode echter ook. Deze methode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook relatief weinig aandacht aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor meer gevorderde lerenden niet genoeg uitdaging. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode tevens niet heel geschikt, doordat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen daarna na elkaar het woord en deze beweging. Deze herhaling helpt de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De taaldocenten gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere gekleurde staafjes, die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Vooral bij het leren van de uitspraak zijn Gattegno’s ideeën van invloed geweest, hoewel The Silent Way in zijn originele versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering voor lerenden niet-bedreigend is, die tenslotte worden beschouwd als autonoom, is het pluspunt van de aanpak van Caleb Gattegno. In principe is de docent dienstbaar aan de student, niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. De geleerde stof wordt meestal goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt van de leermethode kan zijn dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door het gebrek aan input van de taaldocent zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. De limiterende factor van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de leermethode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn relatief eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Woorden en structuren worden zo ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten regels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij, om vervolgens met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze om een vreemde taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor de lerenden en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte is gevonden met een tweetalige tekst, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen worden aangeboden in meer dan dertig talen en de cursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker. Uitspraakverbetering kan bereikt worden door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en daarna veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheid van de student zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan en biedt de mogelijkheid om deze taalfouten van de student te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten gebruikt, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk om te gebruiken en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door lerenden zelf bepaald. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een keerzijde is dat er geen trainer beschikbaar is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De cursus bestaat uit zinnetjes/dialoog die door studenten worden nagesproken en weer herhaald. Deze zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. De les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe woordenschat en taalstructuren in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de doeltaal niet uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de cursussen van Pimsleur en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode zeer goed doordat de insprekers van de zinnen native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo praten.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De gebruikers leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte de studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen die zijn ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt afgewisseld met reeds bekende lesstof. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt gewezen op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze verbanden er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student de makkelijke stof heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de lerende zelf zinnen kan construeren. Ook gebruikt de leermethodiek van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal. De gebruikers die wat verder zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak van de vreemde taal op een efficiënte manier. Een keerzijde van de Michel Thomas-methode is dat deze cursussen niet voorzien in schrijfvaardigheid. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een groep’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter werken de cursisten ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling wordt hiernaast weergegeven, alsook de uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de cursisten verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de gebruiker op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en in Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les volledig in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en grammaticale structuur worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers kunnen bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Er wordt vaak in de zogeheten talenpractica gewerkt, waar studenten een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er bezwaren tegen deze inhoudsloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van een taal niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een goede uitspraak wordt van het begin af aangeleerd. De methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis bieden. Ook bij grotere groepen kan deze audiolinguale methode worden gebruikt.
Tegelijk heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige wijze te leren dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De opgeschreven zinnen of woorden worden door de lerenden hardop gelezen. De bedoeling is niet om de woorden en/of zinnen of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar veel geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is. Deze methode kan dus alleen goed functioneren voor woorden die relevant en van betekenis zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode functioneren. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken. Het ontbreken van context is een keerzijde. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. Bovendien is deze methode bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. De methode probeert de vreemde taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de vreemde taal leert men ook onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student in de te leren taal wordt ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. De activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, dienen stimulerend te zijn, om ervoor te zorgen dat de student plezier heeft van de ervaring.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor de lerende. Minpunten heeft de Natural Method ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De student zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te krijgen. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden ook niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om studenten met de fonologische en grammaticale structuren van de taal vertrouwd te maken. Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste woordcombinaties en groepen woorden in de correcte woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. Deze vaste combinaties worden in reële situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen gepresenteerd aan de lerenden. De taalstructuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, worden eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt grammatica een belangrijke plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal toegepast om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de wordt geleerdden de nieuwe taal op een accurate manier wordt geleerd. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie bepaalde woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. Deze methodiek is tamelijk tijdverslindend en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van lerenden is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen.
De studenten leren de te leren taal in de praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met de docent alsook met elkaar. Teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit de werkomgeving en het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de lerende leert in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd de CLT heel populair, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer behoefte om talen te leren middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is studentgericht en functioneel. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. De methode is voor de studenten stimulerend doordat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheid wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht is voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel tijd van de taaltrainer en van lerenden vraagt het een actieve deelname. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor bepaalde lerenden lastig of ongebruikelijk, afhankelijk van hun achtergrond. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en het biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde omstreeks het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Onderwijs in Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd gezien als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De docenten dragen de kennis over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot vrij recent een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, door de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het werken in groepsverband biedt deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor studenten. De lerende fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld toegepast, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak de omgeving in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de doeltaal gaan en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt beschouwd als een heel goede methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden ontwikkeld met deze methode.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode nogal intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. Studenten ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een bijkomend nadeel van de methode zijn. Niet elke student heeft genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de trainer essentieel. Hiervoor dienen lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te kunnen bereiken, waren lesloken met rijopstellingen uit den boze. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en er was altijd muziek tijdens de klas. De methode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Zo werden de studenten overgehaald om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen hinder zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Tegelijk is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de docent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) of CLL genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten starten een gesprek. Als de studenten de te leren taal nog niet genoeg machtig zijn, spreken de studenten in de moedertaal. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg. De uitspraken van de docent worden hierna zo goed mogelijk herhaald. De gesprekken worden opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; de lerenden bepalen zelf het lesmateriaal middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is sterk afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. Deze docent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerende erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren indien deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Voor grote klassen is Community Language Learning niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en ze leren om in teamverband te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de student.
Een keerzijde van CLL kan zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen afgenomen. Daardoor is het succes moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt in hun spreken geremd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt de woordenschat een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht besteed aan interactie maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor het zelf ontdekken van de taal.
De rol van de docent is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht aan woordenschat besteed die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop taal wordt onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is in het jaar 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden heel snel denken in de nieuwe taal.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de vrij ongebruikelijke aanpak. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit soort onderwijs enthousiasme bij de studenten op. Leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. De studenten worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode worden de communicatieve competenties van de studenten vrij intensief gestimuleerd.
De keerzijde van de leermethode van Gouin is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaltrainer, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over regels van de taal en woordenschat te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, de krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken moeten iets boven het niveau van de studenten liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij lerenden (voornamelijk lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed aansluit bij de student. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de vreemde taal. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als motiverend en plezierig ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Samen vormen deze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op communicatie tussen de trainer en de lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de parallellen met taakgericht leren van talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor docenten. Dat de student voor zijn of haar eigen leerproces de verantwoording draagt, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de taallessen zo niet; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk onderwerp kan in een taalles volgens de Dogme-methode worden besproken. Het houdt lerenden betrokken en alert.
Als de lerenden zo weinig bij de hand genomen worden door de docent kunnen ze zich daartegenover wat ongemakkelijk voelen. Ook zijn niet alle taaltrainers voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Dat studenten zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof aan de orde komt in de les, kan een ander minpunt zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. De focus ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu begint de deelnemer ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
GPA biedt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal al begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend tot het heel soepel gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Diverse lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Doordat lichamelijke beweging de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep lerenden kan worden gebruikt, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De methode van Shadowing heeft als nadeel is dat student het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt van de studenten nog niet verwacht dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en deze leermethode kan ook in wat grotere klassen worden ingezet. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt de methodiek tot op een bepaald niveau en is daarnaast een andere methodiek (als aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet echt creatief. De studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief aangeboden, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de lerenden de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. De studenten werden gestimuleerd veel te praten. Het was ook nieuw dat de taallessen in de doeltaal gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Aan de hand van plaatjes en voorbeelden werd de woordenschat van de doeltaal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote voordeel. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal krijgen. Keerzijden kent deze leermethode echter ook. Deze methode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook relatief weinig aandacht aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor meer gevorderde lerenden niet genoeg uitdaging. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode tevens niet heel geschikt, doordat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen daarna na elkaar het woord en deze beweging. Deze herhaling helpt de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De taaldocenten gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere gekleurde staafjes, die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Vooral bij het leren van de uitspraak zijn Gattegno’s ideeën van invloed geweest, hoewel The Silent Way in zijn originele versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering voor lerenden niet-bedreigend is, die tenslotte worden beschouwd als autonoom, is het pluspunt van de aanpak van Caleb Gattegno. In principe is de docent dienstbaar aan de student, niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. De geleerde stof wordt meestal goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt van de leermethode kan zijn dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door het gebrek aan input van de taaldocent zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. De limiterende factor van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de leermethode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn relatief eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Woorden en structuren worden zo ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten regels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij, om vervolgens met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze om een vreemde taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor de lerenden en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte is gevonden met een tweetalige tekst, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen worden aangeboden in meer dan dertig talen en de cursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker. Uitspraakverbetering kan bereikt worden door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en daarna veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheid van de student zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan en biedt de mogelijkheid om deze taalfouten van de student te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten gebruikt, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk om te gebruiken en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door lerenden zelf bepaald. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een keerzijde is dat er geen trainer beschikbaar is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De cursus bestaat uit zinnetjes/dialoog die door studenten worden nagesproken en weer herhaald. Deze zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. De les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe woordenschat en taalstructuren in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de doeltaal niet uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de cursussen van Pimsleur en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode zeer goed doordat de insprekers van de zinnen native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo praten.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De gebruikers leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte de studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen die zijn ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt afgewisseld met reeds bekende lesstof. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt gewezen op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze verbanden er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student de makkelijke stof heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de lerende zelf zinnen kan construeren. Ook gebruikt de leermethodiek van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal. De gebruikers die wat verder zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak van de vreemde taal op een efficiënte manier. Een keerzijde van de Michel Thomas-methode is dat deze cursussen niet voorzien in schrijfvaardigheid. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een groep’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter werken de cursisten ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling wordt hiernaast weergegeven, alsook de uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de cursisten verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de gebruiker op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
Er is ook een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Babbel en Mondly.
Er is echter een betere manier om vreemde talen te leren: De Dagnall Talen Methode.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus steeds op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Tot slot beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen die voor de cursisten interessant zijn. Onze taaldocenten zijn erg bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk toegepast kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen ons handelsmerk Talen geworden, maar ze creëert ook de meerwaarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd worden. Eenvoudig gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Vlissingen.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Vlissingen
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, lerenden bij blended learning met afwisseling wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online! Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Vlissingen op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Taleninstituut biedt naast het online leerplatform ook een handige eigen App, geschikt voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat lerenden overal en altijd, dus 24/7, op alle beschikbare (mobiele) apparaten toegang hebben. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus een taal leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, juridische termen, technische termen en specifieke productnamen in onze App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook na afronding van de training in Vlissingen beschikbaar. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall Taleninstituut voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid. Mensen die meerdere talen beheersen, zijn in veel bedrijven derhalve vaak onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen te boeken. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online technische en zakelijke taaltrainingen
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor individuele trainingen of groepstrainingen
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom: - Een pc/iMac, laptop of tablet met een microfoon en een camera - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
De online alsook de blended taalcursussen worden door onze gekwalificeerde en toegewijde native (moedertaal) trainers verzorgd
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn universitair dan wel HBO opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
Onze blended en online taalcursussen zijn betaalbare maatwerktrainingen die speciaal op de behoeften en wensen van de lerenden worden afgestemd
De inhoud van de cursus wordt aan het leerplan aangepast om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen zelfverzekerd en snel te bereiken
De Dagnall online (of blended) taalcursussen bestaan uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuren die u in de voorbereiding en voortzetting van de lessen hebt geleerd, actief toe
Dankzij de combinatie van videosessies en zelfstudie komt het bereikte resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en niets hoeft te missen
Onze taaldocenten geven naast de taalcursus eveneens tips voor nog meer mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaldocent en zijn van groot belang voor het slagen van een taaltraining .
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Vlissingen ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Vlissingen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Voor aanvang van de cursus krijgt de cursist een intake, om een beeld te krijgen van het taalniveau bij het begin. Aan de hand van het Europees Referentiekader (ERK) wordt dit taalniveau bij het begin omschreven. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen na afloop van de cursus bij ons taleninstituut in Vlissingen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese maatstaf en is specifiek voor Europese talen ontwikkeld. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK onderscheidt vijf domeinen met betrekking tot taal, te weten: luisteren, lezen, spreken, schrijven en het voeren van gesprekken. De Engelse term wordt eveneens vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaus van taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker. Deze beheersingsniveaus zijn A1, A2, B1, B2, C1 en C2, waarbij A1 het beginniveau is en C2 het niveau moedertaalspreker.
Niveau A betekent dat de taalgebruiker de basisvaardigheden beheerst. Wie niveau B machtig is, wordt als een ‘zelfstandige taalgebruiker’ gezien. De taalbeheersing is zodanig dat hij of zij zonder hulp in die vreemde taal kan functioneren. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C geeft de vaardigheden weer van (ver)gevorderde taalgebruikers, die de geleerde taal beheersen als (bijna) moedertaalgebruikers.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De kernpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 norm is specifiek voor vertaaldiensten die onder meer eisen bevat voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut toont aan dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee maal door twee specialisten/editors proefgelezen. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons taleninstituutinstituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. ‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, zoals bij ons taleninstituut in Vlissingen, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De de NRTO-gedragscode is gebaseerd op vijf beginselen: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstituten in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met verschillende andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.NRTO-leden werken klantgericht en resultaatgericht en zijn in staat om zich snel aan te passen aan veranderende omstandigheden en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod van aan cursussen van bijvoorbeeld ons taleninstituut in Vlissingen sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Hiervoor is continu innoveren onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging beschermd te worden. Natuurlijk voldoet Taleninstituut Dagnall aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens zeer beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Vlissingen zijn vrijgesteld van btw
Dagnall staat ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit betekent dat ons taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall lagere prijzen berekenen. Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan zowel zorginstellingen, de overheid, maatschappen als privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Vlissingen
U kunt direct contact opnemen met Dagnall Taleninstituut in Vlissingen. Stuur een e-mail naar taleninstituut-vlissingen@dagnall.nl of bel ons via 085-2737302 (geen menu) voor meer informatie.
Of ga naar ons contactformulier. Vanzelfsprekend kunt u ook het gratis Dagnall informatiepakket meebestellen.
Het juiste traject naar een taleninstituut in Vlissingen!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw eigen locatie volgen of in Middelburg, bijvoorbeeld in het Oude Postkantoor aan de Lange Noordstraat 48 in Middelburg. Ons taleninstituut kan ook taalcursussen in Vlissingen verzorgen bij bijvoorbeeld Amadore Hotel Arion aan de Boulevard Bankert 266, bij Hotel Piccard aan de Badhuisstraat 178, bij Strandhotel Westduin aan de Westduin in Koudekerke, bij Van der Valk Hotel Middelburg aan de Paukenweg 3 in Middelburg en bij Fletcher Zuiderduin Beachhotel aan De Bucksweg 2 in Westkapelle.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Vlissingen kan bij Lasloods aan de Tweede Binnenhavenweg 8 en bij de Zeelandhallen in Goes.
Voor de Middeleeuwen was het gebied waar nu Vlissingen ligt, moerassig gebied en niet bewoonbaar. Vanaf de 10de eeuw n.Chr. werd het veen ontgonnen en ontstond er permanente bewoning. Vlissingen is in die tijd ontstaan als klein vissersdorp. Het wordt voor de eerste keer genoemd in 1235 in een context over een kerk ter plaatse. De naam van de plaats Vlissingen kan een verbastering zijn van vlies in de betekenis van ‘vacht’, bijvoorbeeld een schapenvacht.
Het achtervoegsel ingen is gebruikelijk om ‘een groep mensen’ aan te duiden. Het is ook mogelijk dat het een verbastering is uit de Oudgermaanse taal van Flessche, dat ‘stilstaand water‘ betekent. Bekend is dat de huidige Spuikom eens een waterplas was, vermoedelijk met zoet water gevuld. Het deel inge betekent dan ‘gerelateerd aan water’ (zoals bij ‘Kruiningen’ en ‘Grevelingen’).
Vlissingen ligt op het schiereiland Zuid-Beveland in de landstreek Walcheren. Plaatsen in de buurt van de stad Vlissingen zijn Borssele, Dishoek, Koudekerke, Middelburg, Oost-Souburg, Ritthem en Zoutelande.
Vlissingen ligt in de provincie Zeeland. In de gemeente Vlissingen wonen ruwweg 45.000 mensen.
Woon je in Vlissingen, dan heet je een ‘Vlissinger’. Bekende Vlissingers zijn Paskal Jakobsen, Patrick Lodiers, Aad Ouborg en Michiel de Ruyter.
Iets wat bij Vlissingen hoort, heet ‘Vlissings’ of ‘Vlissinger’, bijvoorbeeld de Vlissingse boulevard. Vlissingen kreeg in het jaar 1315 stadsrechten.
Vlissingen - internationaal & scholing
Partnersteden
Vlissingen is de op één na grootste plaats in de provincie Zeeland. Oost-Souburg en Ritthem horen ook bij gemeente Vlissingen. De partnersteden van Vlissingen zijn Govan Mbeki in Zuid-Afrika, Taganrog in Rusland en Ambon in Indonesië.
Hoger onderwijs
Er zijn twee hogescholen in Vlissingen, HZ University of Applied Sciences, waar ook Maritiem Instituut de Ruyter deel van uitmaakt en de Nederlandse Loodsencorporatie. Er zijn geen universiteiten gevestigd in Vlissingen.
Vlissingen is bekend van de haven, de boulevard met villa’s in Jugendstil, de Buitenplaatsen, het Badstrand, Duitse toeristen, het voetveer naar Breskens en de voormalige veerdienst naar Sheerness in Engeland. Vlissingen fungeert als haven- en toeristenstad en is tevens het eindstation van de Zeeuwse Lijn.
Vlissingen - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat Vlissingen de wereldleider op het gebied van aluminiumopslag is.
Het is een Zeeuws dialect dat dichter bij het Standaardnederlands staat dan het Boerenzeeuws van de eilanden. Het Burgerzeeuws is een levend dialect; het wordt in Vlissingen veel gesproken. Typisch voor Vlissingen is de ‘r’ achterin de keel. De ‘aa’ klinkt als ao (straot) en de ‘ei/ij’ als ie.
De ‘ui’ wordt in Vlissingen uitgesproken als uu (buiten is buten, ‘tijd’ is tied). Een ‘hond’ is ùnont, aardappels heten petetters. Als een Zeeuw de zaak niet helemaal vertrouwt, zegt hij: Di mo k er of plumen van en (“daar moet ik het mijne van weten”).
Vlissingen - “Stad aan zee”
Vlissingen - zakelijk
De gemeente Vlissingen
Het netnummer van Vlissingen is 0118. Het postcodegebied van Vlissingen is 4380 - 4387. Het adres van het gemeentehuis van Vlissingen is Paul Krugerstraat 1, 4382 MA in Vlissingen. De website van de gemeente Vlissingen is Vlissingen.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Vlissingen is 14 0118.
Zakendoen in Vlissingen
Voor Vlissingse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Middelburg aan de Kanaalweg 3, 4337 PA in Middelburg. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Vlissingen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Vlissingen is KVK-kantoor Middelburg.
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Vlissingen vindt u op bedrijventerrein Baskensburg, Edisonpark, Kenniswerf, Poortersweg, De Schelde/Buitenhaven, Souburg, Vlissingen-Oost (Sloegebied) en bedrijventerrein Vrijburg. In Vlissingen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende
bedrijven en organisaties: Amels Shipyard (Damen Yachting), Euro-Mit Staal, Kojo Engineering, POSnet Benelux, Schelde Exotech, Shipyard Reimerswaal, Team Industrial Services, Verbrugge International en Vopak Terminal Vlissingen. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een goed idee om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Vlissingse voetbalclub VC Vlissingen, GPC of SV Walcheren te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Vlissingen kunt u terecht bij LTC de Schelde of bij LTC DOS. Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de cursus bij ons taleninstituut in Vlissingen of met uw internationale (zaken)relatie bij Vlissingen een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Vlissingen gevonden voor een compleet dagje/middagje uit. De golfbaan in de buurt voor Vlissingen is Golfbaan De Zeeuwsche in Middelburg. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Paukenweg 1, 4337 WH in Middelburg. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0118-56 74 90. De website van de golfbaan is www.dezeeuwsche.nl. Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij de horecagelegenheid van de Zeeuwsche.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Vlissingen die tevens op Youtube staan. U kunt direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken. Onder deze filmpjes vindt u de locaties van Zeeland alsook Vlissingen op Google Maps.
Klik linksboven om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Vlissingen
Dronebeelden Vlissingen
Google Maps Zeeland
Google Maps Vlissingen
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Vlissingen