Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing frans
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name op het professionale vlak. Daarom hebben organisaties die investeren in de taalopleiding van de werknemers, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen Frans van het hoogste niveau voor zowel medewerkers als leidinggevenden in als in de buurt van Vlissingen.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken een eigen taalgebruik en hanteren eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Vlissingen in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Dagnall Talen biedt taaltrainingen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen Frans leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast algemene taalcursussen Frans zijn organisaties met name geïnteresseerd in de werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Frans of zakelijk Frans. Onze taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd Frans te leren in Vlissingen. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
Het is onze filosofie om Frans te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen kunt kunnen leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Met onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengen we cursisten in grote stappen naar het gewenste niveau.
Taleninstituut Dagnall is een partner voor iedereen die Frans wil leren in Vlissingen.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Frans is niet alleen aangepast aan de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is tevens afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Vlissingen) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in de praktijk te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en dit zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels bekende hoge rendement bereikt Dagnall Talen door een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor cursussen die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt individuele cursussen, zogenaamde duocursussen (2 personen), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 personen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De trainers van Dagnall gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een ander voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer plezierige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall Talen in Vlissingen. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Dagnall Taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie aan ons kunt overlaten.
Dagnall Talen biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
We maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te borgen.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Vlissingen gegeven worden.
Dagnall Talen biedt individuele cursussen Frans voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Vlissingen en omgeving.
Individuele cursussen worden ook wel één-op-één-cursussen of privélessen genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
De individuele cursussen Frans van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De groepen worden zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerk taalcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Frans is het hoge rendement omdat veel kennis wordt geleerd in korte tijd.
Omdat de cursus intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander groot voordeel van individuele taalcursussen. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is ook cursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Het grootste voordeel van een groepscursus Frans is met name de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van discussies en rollenspellen.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; communiceren in de doeltaal met elkaar en van de foutjes van andere cursisten. Deze afwisseling kunnen de deelnemers prettiger vinden.
Groepscursussen zijn daarnaast efficiënt omdat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) voor de cursisten dan individuele taalcursussen.
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele cursussen Frans alleen met de trainer worden gedaan en gevoerd.
De geleerde taalkennis kan niet geoefend worden in een groep doordat er geen interactie is met andere cursisten.
Ook is het niet mogelijk om te leren van fouten van andere cursisten omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers wat eerder zijn afgeleid. Het rendement ligt daardoor wat lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen).
Een groepscursus Frans kan ook minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden, is een ander nadeel van een groepscursus.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). Kunnen spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Franse) grammaticale structuur worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is foutloos Frans kunnen verstaan en spreken, wat begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De docent Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en vervolgens een extra Frans woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij studenten Frans een hoofdtelefoon op hebben en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Frans wordt pas aangeboden als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Frans.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er grote bezwaren tegen de saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode haar sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Franse) grammatica gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten Frans die beginnen effectief. Een correcte uitspraak Frans wordt van het begin af aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis. Ook voor grote(re) groepen is deze methode geschikt.
Tegelijkertijd heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verlangd van de studenten. Hierdoor ligt het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Frans om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige manier dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die herhaald worden na verloop van tijd. De Franse zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de lijst af. Die Franse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als deze relevant en van betekenis is. Voor Franse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student, kan deze methode werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode goed functioneren. Met de hand schrijven werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze methode. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden of zinnen. Deze GoldList-methode is daarnaast nogal tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden gemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. De Franse taalregels leert iemand eveneens onbewust op deze wijze. Alleen het Frans met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
Als de student wordt ondergedompeld in het Frans, is de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, dienen stimulerend te zijn, om te zorgen dat de lerenden van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is vaak aangetoond. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven onder taaltrainers Frans, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De methode legt vooral nadruk op het impliciet leren van de grammatica van het Frans. Studenten zouden weliswaar leren te communiceren in het Frans, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat Frans. Bij de Structural Approach gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. De vaste combinaties worden aan de student aangedragen in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De structuren die het meest worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid Frans (luisteren en spreken) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat de studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Frans en ze leren in welke situatie bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De methode van werken is behoorlijk tijdrovend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen input van de studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren het Frans in praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in het Frans of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. De Franse taal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten Frans dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Franse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Frans echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Binnen een verenigd Europa ontstond een grotere behoefte om een vreemde taal te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de lerenden is het stimulerend, omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten maken mag; de vaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Deze manier van leren is voor sommige studenten moeilijk of afwijkend, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT traint vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en CLT biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis Frans over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Hoewel al sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Frans, door de nadruk die op de grammatica gelegd wordt.
De methode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Deze methode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij lerenden bij het werken in een groep. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere wijze. De lerende wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Frans te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar Frankrijk gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, doordat de methode zo intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in het Frans gaan communiceren. In principe is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut en wetenschapper Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen is tussen de studenten en de docent (Frans). Hiervoor moet de student zich veilig voelen en ontspannen zijn. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bereiken. Tijdens de les zaten de lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel werden gezet en er was altijd muziek in de klas. De methode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans) en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen werd gedaan met veel expressie in stem en gebaren. Lerenden werden zo verleid om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. In de lessen werd veel aandacht besteed voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk). In de les werden rollenspellen gespeeld en ook (Franse) streekgerechten werden in de les bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Lozanov was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder hinder zal van faalangst of frustratie hebben. Voor nieuwkomers kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methodiek. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de zijde van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als counselor fungeert die de zinnen van lerenden kenschetst. De lerenden beginnen een gesprek. Zijn de studenten de taal (Frans) nog niet machtig genoeg, dan spreken de studenten in de moedertaal. De trainer (Frans) vertaalt en legt uit en hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Frans wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de Franse taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Een lesboek Frans wordt niet gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt erg af van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren wanneer deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar ook daarbuiten. Met Community Language Learning worden studenten zich veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren om als een team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen Frans leren studenten vaak veel. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Een nadeel van CLL kan zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige studenten wel sturing nodig hebben. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en ook geen toetsen Frans gehouden. Hierdoor is het succes lastig meetbaar. Sommige lerenden worden geremd in hun Frans spreken wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel ruimte voor de lerende om zelfstandig de Franse taal te ontdekken.
Het is de taak van de docent Frans om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
De lesboeken zijn in de laatste dertig jaar duidelijk veranderd onder invloed van (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende verandering in de wijze waarop taal wordt onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke manier het Frans te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van deze leermethode van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden heel snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Frans en zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs Frans wekt de seriemethode enthousiasme van de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De methode maakt studenten Frans nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid Frans van de student wordt sterk gestimuleerd.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief is, moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan reeksen voor moet bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat het verwerven van de taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Franse) taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een boodschap doen, een e-mail schrijven, bellen met een klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst op de taak voorbereiden, daarna de taak uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Om de taken uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De taken dienen iets boven het niveau van de student Frans te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed bij de lerenden aansluit. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in aanraking met het Frans en leert zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. Daarnaast leren studenten om met andere studenten Frans samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als minpunt kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet zeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs; Scott Thornbury, bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de stroming uit 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie de Deense filmregisseur Lars von Trier. Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische items is het oogmerk van de Dogme-methode, waarbij het om communicatie gaat als drijvende kracht van een vreemde taal leren (bijvoorbeeld Frans). De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen trainer en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaltrainer Frans is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan erg motiverend zijn dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces. Zo zijn de lessen Frans nooit voorspelbaar. Dit garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item is bespreekbaar tijdens een taalles volgens de Dogme-methode. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Als studenten zo weinig bij de hand genomen worden door de trainer kunnen ze zich daartegenover iets minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke docent Fransin voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de studenten zich vaak op een bepaald examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de lessen aan bod komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk om een nieuwe taal (zoals het Frans) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit Frankrijk. Begrip gaat boven productie. Franse woordenschat en cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog tamelijk nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving Frans geboden. Deze zes fasen van GPA bieden realistische doelstellingen en een duidelijk tijdspad. De lerende verwerft niet alleen kennis van de Franse taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst ook te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend tot dit heel soepel gaat en de student simultaan met de opname Frans kan spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende teksten in staan, zijn veel lesboeken voor deze methode geschikt. Het niveau van de Franse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat fysieke beweging de opname van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het leren van het Frans veel effectiever gaat, is een bijkomende reden.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief aan de methodiek leren is. De methode heeft een hoog rendement.
De keerzijde van de Shadowing-methode is dat de lerenden het soms wat saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. De luistervaardigheden Frans vormen dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de studenten doen na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Frans praten; de studenten geven in een later stadium de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens in grotere klassen ingezet worden. Het Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het nadeel van TPR®. Hierdoor werkt de leermethode tot op een zeker niveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. De leermethode is ook niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Deze Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). Het werd gestimuleerd de lerenden veel in het Frans te laten spreken. Het was ook nieuw dat de lessen in het Frans gegeven werden. Tijdens de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) woordenschat aangeleerd met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Studenten boden abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het belangrijkste voordeel. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. Nadelen heeft deze Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid (Frans) is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal ook minder. Voor meer gevorderde studenten Frans, heeft de methode niet genoeg uitdaging te bieden. De Directe Methode is ook niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, doordat deze leermethode op actief meedoen van de student is gebaseerd.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal (zoals Frans) moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep lerenden en een trainer Frans gebaseerd, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het Franse woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de studenten deze Franse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en variaties op deze Franse zinnen. Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Zijn werk is door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de studenten wordt onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde Franse woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan door lerenden als een keerzijde worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties los te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Frans) besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. Ook maakt de ‘de stille manier’ gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel de Stille Manier in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën wel van invloed geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering voor de lerende niet-bedreigend is, die immers als autonoom gezien wordt. In feite is de taaldocent Frans dienstbaar aan de lerende, niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde doorgaans goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een nadeel van de methode zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt. De lerenden zouden wat gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan inbreng van de trainer Frans. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de leermethode.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De taaltrainer Frans vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen van de trainer gemakkelijk zijn te begrijpen, ontspannen de studenten zich. Franse woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale fenomenen in het Frans, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaltrainer Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Franse vertaling erbij en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in de Franse taal, omdat dit voor input zorgt. Daarna volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om Frans te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de lerenden is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt het heel motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met tweetalige teksten die in Egypte werd ontdekt, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. De taalcursussen zijn in ruim dertig talen beschikbaar en de cursussen zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van native speakers Frans (moedertaalsprekers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans). De methode maakt gebruik van programma om spraak te herkennen dat de Franse uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De lerende kan zo de uitspraak vergelijken met de uitspraak van moedertaalspreker Frans. Verbetering van de uitspraak kan bereikt worden door de voorbeeldspreker iets langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden Frans. De software van de methode controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten te corrigeren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De methode van Rosetta Stone wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. Rosetta Stone wordt in ons land door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen ingezet, alsook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk in gebruik en kan door studenten worden ingezet op ieder moment. De student kan zelf bepalen welke onderdelen van de methode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken. Velen vinden het prettig om met de leermethodiek te werken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan het voor onderwijsinstellingen een oplossing zijn. Dat er geen taaltrainer is die studenten kan motiveren of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel van de methode zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door de lerenden daarna worden nagesproken en weer herhaald. Deze Franse voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursus is op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en taalstructuren in het Frans. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Frans niet uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het optimale interval waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. In het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Frans praten, werkt de methode van Pimsleur heel goed als uitspraakverbeteraar.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een minpunt van de methode. De studenten leren geen bouwstenen om zelf Franse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Frans), door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de cursisten op pauze drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en nieuwe Franse lesstof wordt afgewisseld met bekende Franse lesstof. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en het Frans gewezen, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student Frans begrepen en geleerd is. Naast Franse woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd zodat de studenten zelf zinnen kunnen maken. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de cursus fijn om mee te werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans. De gebruikers die met de taal wat verder zijn, vinden de cursussen soms wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursus is zeer toegankelijk en traint de uitspraak en de luistervaardigheid Frans op efficiënte wijze. Het feit dat de cursus Frans niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt van de methode. Een echte interactie is er ook niet doordat de Michel Thomas-methode uit een audiocursus bestaat.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’. Dit was wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen (zoals Frans). De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Frans, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter besteden de gebruikers ruwweg twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen bestaan uit verschillende Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Franse vertaling staat ernaast, samen met toelichting van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak, maakt Assimil gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native (moedertaal) speakers en die de cursist daarna herhaalt. De opbouw van de les gaat van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de lerenden in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de lerende is aangewezen op zichzelf. Er is geen taaldocent Frans beschikbaar om de lerende te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). Kunnen spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Franse) grammaticale structuur worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is foutloos Frans kunnen verstaan en spreken, wat begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De docent Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en vervolgens een extra Frans woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij studenten Frans een hoofdtelefoon op hebben en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Frans wordt pas aangeboden als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Frans.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er grote bezwaren tegen de saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode haar sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Franse) grammatica gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten Frans die beginnen effectief. Een correcte uitspraak Frans wordt van het begin af aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis. Ook voor grote(re) groepen is deze methode geschikt.
Tegelijkertijd heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verlangd van de studenten. Hierdoor ligt het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Frans om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige manier dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die herhaald worden na verloop van tijd. De Franse zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de lijst af. Die Franse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als deze relevant en van betekenis is. Voor Franse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student, kan deze methode werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode goed functioneren. Met de hand schrijven werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze methode. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden of zinnen. Deze GoldList-methode is daarnaast nogal tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden gemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. De Franse taalregels leert iemand eveneens onbewust op deze wijze. Alleen het Frans met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
Als de student wordt ondergedompeld in het Frans, is de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, dienen stimulerend te zijn, om te zorgen dat de lerenden van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is vaak aangetoond. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven onder taaltrainers Frans, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De methode legt vooral nadruk op het impliciet leren van de grammatica van het Frans. Studenten zouden weliswaar leren te communiceren in het Frans, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat Frans. Bij de Structural Approach gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. De vaste combinaties worden aan de student aangedragen in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De structuren die het meest worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid Frans (luisteren en spreken) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat de studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Frans en ze leren in welke situatie bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De methode van werken is behoorlijk tijdrovend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen input van de studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren het Frans in praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in het Frans of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. De Franse taal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten Frans dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Franse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Frans echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Binnen een verenigd Europa ontstond een grotere behoefte om een vreemde taal te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de lerenden is het stimulerend, omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten maken mag; de vaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Deze manier van leren is voor sommige studenten moeilijk of afwijkend, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT traint vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en CLT biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis Frans over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Hoewel al sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Frans, door de nadruk die op de grammatica gelegd wordt.
De methode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Deze methode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij lerenden bij het werken in een groep. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere wijze. De lerende wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Frans te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar Frankrijk gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, doordat de methode zo intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in het Frans gaan communiceren. In principe is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut en wetenschapper Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen is tussen de studenten en de docent (Frans). Hiervoor moet de student zich veilig voelen en ontspannen zijn. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bereiken. Tijdens de les zaten de lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel werden gezet en er was altijd muziek in de klas. De methode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans) en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen werd gedaan met veel expressie in stem en gebaren. Lerenden werden zo verleid om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. In de lessen werd veel aandacht besteed voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk). In de les werden rollenspellen gespeeld en ook (Franse) streekgerechten werden in de les bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Lozanov was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder hinder zal van faalangst of frustratie hebben. Voor nieuwkomers kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methodiek. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de zijde van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als counselor fungeert die de zinnen van lerenden kenschetst. De lerenden beginnen een gesprek. Zijn de studenten de taal (Frans) nog niet machtig genoeg, dan spreken de studenten in de moedertaal. De trainer (Frans) vertaalt en legt uit en hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Frans wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de Franse taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Een lesboek Frans wordt niet gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt erg af van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren wanneer deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar ook daarbuiten. Met Community Language Learning worden studenten zich veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren om als een team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen Frans leren studenten vaak veel. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Een nadeel van CLL kan zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige studenten wel sturing nodig hebben. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en ook geen toetsen Frans gehouden. Hierdoor is het succes lastig meetbaar. Sommige lerenden worden geremd in hun Frans spreken wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel ruimte voor de lerende om zelfstandig de Franse taal te ontdekken.
Het is de taak van de docent Frans om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
De lesboeken zijn in de laatste dertig jaar duidelijk veranderd onder invloed van (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende verandering in de wijze waarop taal wordt onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke manier het Frans te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van deze leermethode van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden heel snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Frans en zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs Frans wekt de seriemethode enthousiasme van de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De methode maakt studenten Frans nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid Frans van de student wordt sterk gestimuleerd.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief is, moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan reeksen voor moet bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat het verwerven van de taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Franse) taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een boodschap doen, een e-mail schrijven, bellen met een klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst op de taak voorbereiden, daarna de taak uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Om de taken uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De taken dienen iets boven het niveau van de student Frans te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed bij de lerenden aansluit. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in aanraking met het Frans en leert zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. Daarnaast leren studenten om met andere studenten Frans samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als minpunt kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet zeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs; Scott Thornbury, bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de stroming uit 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie de Deense filmregisseur Lars von Trier. Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische items is het oogmerk van de Dogme-methode, waarbij het om communicatie gaat als drijvende kracht van een vreemde taal leren (bijvoorbeeld Frans). De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen trainer en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaltrainer Frans is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan erg motiverend zijn dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces. Zo zijn de lessen Frans nooit voorspelbaar. Dit garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item is bespreekbaar tijdens een taalles volgens de Dogme-methode. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Als studenten zo weinig bij de hand genomen worden door de trainer kunnen ze zich daartegenover iets minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke docent Fransin voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de studenten zich vaak op een bepaald examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de lessen aan bod komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk om een nieuwe taal (zoals het Frans) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit Frankrijk. Begrip gaat boven productie. Franse woordenschat en cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog tamelijk nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving Frans geboden. Deze zes fasen van GPA bieden realistische doelstellingen en een duidelijk tijdspad. De lerende verwerft niet alleen kennis van de Franse taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst ook te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend tot dit heel soepel gaat en de student simultaan met de opname Frans kan spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende teksten in staan, zijn veel lesboeken voor deze methode geschikt. Het niveau van de Franse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat fysieke beweging de opname van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het leren van het Frans veel effectiever gaat, is een bijkomende reden.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief aan de methodiek leren is. De methode heeft een hoog rendement.
De keerzijde van de Shadowing-methode is dat de lerenden het soms wat saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. De luistervaardigheden Frans vormen dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de studenten doen na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Frans praten; de studenten geven in een later stadium de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens in grotere klassen ingezet worden. Het Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het nadeel van TPR®. Hierdoor werkt de leermethode tot op een zeker niveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. De leermethode is ook niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Deze Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). Het werd gestimuleerd de lerenden veel in het Frans te laten spreken. Het was ook nieuw dat de lessen in het Frans gegeven werden. Tijdens de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) woordenschat aangeleerd met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Studenten boden abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het belangrijkste voordeel. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. Nadelen heeft deze Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid (Frans) is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal ook minder. Voor meer gevorderde studenten Frans, heeft de methode niet genoeg uitdaging te bieden. De Directe Methode is ook niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, doordat deze leermethode op actief meedoen van de student is gebaseerd.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal (zoals Frans) moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep lerenden en een trainer Frans gebaseerd, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het Franse woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de studenten deze Franse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en variaties op deze Franse zinnen. Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Zijn werk is door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de studenten wordt onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde Franse woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan door lerenden als een keerzijde worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties los te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Frans) besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. Ook maakt de ‘de stille manier’ gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel de Stille Manier in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën wel van invloed geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering voor de lerende niet-bedreigend is, die immers als autonoom gezien wordt. In feite is de taaldocent Frans dienstbaar aan de lerende, niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde doorgaans goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een nadeel van de methode zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt. De lerenden zouden wat gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan inbreng van de trainer Frans. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de leermethode.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De taaltrainer Frans vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen van de trainer gemakkelijk zijn te begrijpen, ontspannen de studenten zich. Franse woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale fenomenen in het Frans, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaltrainer Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Franse vertaling erbij en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in de Franse taal, omdat dit voor input zorgt. Daarna volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om Frans te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de lerenden is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt het heel motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Er wordt ook wel van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ gesproken.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Vlissingen.
Voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended learning heeft als voordeel vergeleken met online leren dat, als het geen 1-op-1 les betreft, de lerenden bij blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall ook blended learning in Vlissingen op maat.
Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt interactieve en gevarieerde content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform beschikken wij eveneens over een handige eigen App, geschikt voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. De Dagnall App heeft als voordeel dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op elk (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Frans leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, technische termen, juridische termen en specifieke productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook na afloop van de training Frans in Vlissingen beschikbaar.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Mensen die diverse talen beheersen, zijn in veel bedrijven daarom cruciaal.
Dagnall Taleninstituut leert u Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Het volgende is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met een camera en een microfoon
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van ISO 9001:2015.
Dagnall is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche en stelt onder andere eisen aan mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut bewijst dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Frans in Vlissingen, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Frankrijk’ staat letterlijk voor het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die Noord-Europa veroverde na de ondergang van het Romeinse Rijk.
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, kaasjes, wijn, stokbrood (inmiddels Unesco Werelderfgoed), knoflook, champagne, de Tour de France (Ronde van Frankrijk) en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept het land direct een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman herken je zo: hij draagt een wit overhemd en een baret of T-shirt met een Bretonse streep. En hij rijdt natuurlijk het liefst in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS het meest geliefd, die liefkozend La Déesse (de godin) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen is deze auto wat simplistischer bekend als het ‘strijkijzer’ of de ‘snoek’.
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
In vergelijking met het Nederlands kent het Frans een totaal andere manier van uitspreken. Eén van de verschillen is dat de Franse woorden aan elkaar plakken, waardoor niet te horen is waar een woord stopt en het volgende woord begint. Dit verschijnsel noemt men liaison; ‘verbinding’. Het gebeurt vooral bij woorden die op ‘s’ eindigen en gevolgd worden door een stomme ‘h’ of een klinker. Zo hoor je in plaats van les amis: ‘lezzamie’
Fransen spreken eindletters vaak niet uit. Parle en parlent klinken bijvoorbeeld hetzelfde. Ook klinken vrijwel alle klinkers anders in de Franse taal. Door de grote hoeveelheid Franse woorden in de Nederlandse taal, komt de uitspraak van de Franse taal ons bekend voor: portefeuille, toilet, bureau.
Evenals het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
In het Frans worden zogenaamde guillemets gebruikt in plaats van aanhalingstekens. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes ». Ze worden ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd en worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het teken. Tussen de guillemets en de tekst komen in het Frans spaties. Ook de andere leestekens worden in het Frans voorafgegaan door een spatie, zoals « Venez ! », Elle criait :
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stopwoorden of opvulwoorden. Ook de Franse taal zit er vol mee. Woordcombinaties of woorden die iemand gebruikt om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te kunnen houden.
Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoord: hein? wat ongeveer klinkt als het stopwoord ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse woordje ‘hè?’ komt vermoedelijk uit de Franse taal. Dit stopwoord hein vraagt om instemming, het betekent ongeveer: “Vind je ook niet?”
In het Frans hoor je ook vaak het stopwoord quoi? (wat?) aan het einde van een zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin zeggen Fransen vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
De zender FIP is het meest bekende publieke radiostation van Franstaligen.
Als u op het logo op het linker beeldscherm hierboven klikt, kunt u live luisteren naar dit Franstalige radiostation.
De radiozender NRJ is de bekendste commerciële radiozender onder Franstaligen. Als u op het logo op het computerscherm rechtsboven klikt, kunt u direct live naar deze Franse commerciële radiozender luisteren.
Uw favoriete programma in de Franse taal horen of met Franse ondertiteling kijken, kan in het begin wennen zijn, maar al gauw zult u merken dat dit erg leuk en leerzaam is.
De omroep France tv is de publieke Franse televisieomroep.
TF1 is de meest populaire commerciële televisieomroep van Frankrijk.
Deze Franse televisiestations kunt u middels kabel, satelliet, internet of via een app kijken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Vlissingen is de op één na grootste plaats in de provincie Zeeland.
Oost-Souburg en Ritthem horen eveneens bij gemeente Vlissingen.
De partnersteden van Vlissingen zijn Govan Mbeki in Zuid-Afrika, Taganrog in Rusland en Ambon in Indonesië.
Er zijn twee hogescholen in Vlissingen, HZ University of Applied Sciences, waar ook Maritiem Instituut de Ruyter deel van uitmaakt en de Nederlandse Loodsencorporatie. Er zijn geen universiteiten gevestigd in Vlissingen.
Minder bekend is dat Vlissingen de wereldleider is op het gebied van aluminiumopslag.
Het netnummer van Vlissingen is 0118.
Het postcodegebied van Vlissingen is 4380 - 4387.
Het adres van het gemeentehuis van Vlissingen is Paul Krugerstraat 1, 4382 MA in Vlissingen.
De website van de gemeente Vlissingen is Vlissingen.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Vlissingen is 14 0118.
Voor Vlissingse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Middelburg aan de Kanaalweg 3, 4337 PA in Middelburg. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Vlissingen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Vlissingen is KVK-kantoor Middelburg.
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Vlissingen een bezoek brengen aan het MuZEEum, aan het Panorama Walcheren, aan Reptielen Zoo Iguana of aan Museum Scheldewerf.
Is uw Franstalige zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Wellicht is het een goed idee om met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Vlissingse voetbalclub VC Vlissingen, GPC of SV Walcheren meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Vlissingen kunt u terecht bij LTC de Schelde of bij LTC DOS.
Golf, ontspanning & lunch Wellicht wilt u na de cursus Frans in Vlissingen of met uw Franstalige (zaken)relatie een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Vlissingen ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit.
De golfbaan in de buurt voor Vlissingen is Golfbaan De Zeeuwsche in Middelburg. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Paukenweg 1, 4337 WH in Middelburg. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0118-56 74 90. De website van de golfbaan is www.dezeeuwsche.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij de horecagelegenheid van de Zeeuwsche.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing frans
Taaltrainingen Frans in Vlissingen van topniveau
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name op het professionale vlak. Daarom hebben organisaties die investeren in de taalopleiding van de werknemers, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen Frans van het hoogste niveau voor zowel medewerkers als leidinggevenden in als in de buurt van Vlissingen.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken een eigen taalgebruik en hanteren eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Vlissingen in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Frans in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Frans leren
Dagnall Talen biedt taaltrainingen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen Frans leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast algemene taalcursussen Frans zijn organisaties met name geïnteresseerd in de werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Frans of zakelijk Frans. Onze taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd Frans te leren in Vlissingen. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
De filosofie van Dagnall Talen
Het is onze filosofie om Frans te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen kunt kunnen leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Met onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengen we cursisten in grote stappen naar het gewenste niveau.
Taleninstituut Dagnall is een partner voor iedereen die Frans wil leren in Vlissingen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Taleninstituut stelt uw leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de cursist(en) aan met de contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau van de deelnemers wordt bepaald, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat met uw offerte.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en uw agenda af.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en uw agenda af.
Na enkele lessen Frans evalueert de docent de inhoud en de voortgang van de taalcursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden aangepast.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport samen met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van ons instituut.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport samen met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van ons instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Frans in Vlissingen
Ons bedrijf is actief sinds 1982 en verzorgt sindsdien maatwerkcursussen Frans in Vlissingen en gemeenten in de buurt voor bedrijven en (overheids)instellingen. Wij hebben ervaren en kundige taaltrainers Frans die experts zijn op taalgebied en in Walcheren al talrijke cursussen hebben verzorgd voor het bedrijfsleven en (overheids)organisaties.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte werkwijze, levert Dagnall zeer betaalbare en effectieve taalcursussen Frans in Vlissingen. Maximaal rendement door maatwerk; daar staat Dagnall voor!
Betaalbaar maatwerk Frans in Vlissingen sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Een cursus (Frans) gericht op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer is ondertussen bij veel bedrijven bekend.
Medewerkers met beperkte of zonder kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en willen sneller en/of beter communiceren op de werkvloer.
Medewerkers met beperkte of zonder kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en willen sneller en/of beter communiceren op de werkvloer.
Zij willen de instructies op de werkvloer goed kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. Deze medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen verrichten en natuurlijk hun ambitie op hun werkterrein waarmaken. Dit vergt een investering in werknemers en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen leiden van Vlissingen naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans is niet alleen aangepast aan de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is tevens afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Vlissingen) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in de praktijk te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en dit zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels bekende hoge rendement bereikt Dagnall Talen door een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor cursussen die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt individuele cursussen, zogenaamde duocursussen (2 personen), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 personen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De trainers van Dagnall gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer plezierige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall Talen in Vlissingen. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Frans effectief leren in Vlissingen bij Dagnall Taleninstituut
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie aan ons kunt overlaten.
Dagnall Talen biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
We maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te borgen.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Vlissingen gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Vlissingen
Maatwerkcursussen Frans
Dagnall Talen biedt individuele cursussen Frans voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Vlissingen en omgeving.
Individuele cursussen worden ook wel één-op-één-cursussen of privélessen genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
De individuele cursussen Frans van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De groepen worden zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerk taalcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Frans is het hoge rendement omdat veel kennis wordt geleerd in korte tijd.
Omdat de cursus intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander groot voordeel van individuele taalcursussen. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is ook cursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van een groepscursus Frans is met name de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van discussies en rollenspellen.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; communiceren in de doeltaal met elkaar en van de foutjes van andere cursisten. Deze afwisseling kunnen de deelnemers prettiger vinden.
Groepscursussen zijn daarnaast efficiënt omdat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) voor de cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele cursussen Frans alleen met de trainer worden gedaan en gevoerd.
De geleerde taalkennis kan niet geoefend worden in een groep doordat er geen interactie is met andere cursisten.
Ook is het niet mogelijk om te leren van fouten van andere cursisten omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers wat eerder zijn afgeleid. Het rendement ligt daardoor wat lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen).
Een groepscursus Frans kan ook minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden, is een ander nadeel van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall Talen geeft taalcursussen (Frans) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Wij verzorgen daarom de taalcursussen ook online alsook incompany.
Bij Dagnall Talen volgt u een intensieve of semi-
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Wij verzorgen daarom de taalcursussen ook online alsook incompany.
Bij Dagnall Talen volgt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans. Uiteraard is een combinatie van deze verschillende trainingen eveneens mogelijk.
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). Kunnen spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Franse) grammaticale structuur worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is foutloos Frans kunnen verstaan en spreken, wat begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De docent Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en vervolgens een extra Frans woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij studenten Frans een hoofdtelefoon op hebben en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Frans wordt pas aangeboden als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Frans.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er grote bezwaren tegen de saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode haar sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Franse) grammatica gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten Frans die beginnen effectief. Een correcte uitspraak Frans wordt van het begin af aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis. Ook voor grote(re) groepen is deze methode geschikt.
Tegelijkertijd heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verlangd van de studenten. Hierdoor ligt het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Frans om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige manier dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die herhaald worden na verloop van tijd. De Franse zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de lijst af. Die Franse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als deze relevant en van betekenis is. Voor Franse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student, kan deze methode werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode goed functioneren. Met de hand schrijven werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze methode. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden of zinnen. Deze GoldList-methode is daarnaast nogal tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. De Franse taalregels leert iemand eveneens onbewust op deze wijze. Alleen het Frans met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
Als de student wordt ondergedompeld in het Frans, is de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, dienen stimulerend te zijn, om te zorgen dat de lerenden van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is vaak aangetoond. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven onder taaltrainers Frans, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De methode legt vooral nadruk op het impliciet leren van de grammatica van het Frans. Studenten zouden weliswaar leren te communiceren in het Frans, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat Frans. Bij de Structural Approach gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. De vaste combinaties worden aan de student aangedragen in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De structuren die het meest worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid Frans (luisteren en spreken) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat de studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Frans en ze leren in welke situatie bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De methode van werken is behoorlijk tijdrovend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen input van de studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren het Frans in praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in het Frans of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. De Franse taal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten Frans dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Franse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Frans echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Binnen een verenigd Europa ontstond een grotere behoefte om een vreemde taal te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de lerenden is het stimulerend, omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten maken mag; de vaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Deze manier van leren is voor sommige studenten moeilijk of afwijkend, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT traint vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en CLT biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis Frans over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Hoewel al sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Frans, door de nadruk die op de grammatica gelegd wordt.
De methode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Deze methode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij lerenden bij het werken in een groep. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere wijze. De lerende wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Frans te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar Frankrijk gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, doordat de methode zo intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in het Frans gaan communiceren. In principe is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut en wetenschapper Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen is tussen de studenten en de docent (Frans). Hiervoor moet de student zich veilig voelen en ontspannen zijn. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bereiken. Tijdens de les zaten de lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel werden gezet en er was altijd muziek in de klas. De methode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans) en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen werd gedaan met veel expressie in stem en gebaren. Lerenden werden zo verleid om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. In de lessen werd veel aandacht besteed voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk). In de les werden rollenspellen gespeeld en ook (Franse) streekgerechten werden in de les bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Lozanov was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder hinder zal van faalangst of frustratie hebben. Voor nieuwkomers kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methodiek. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de zijde van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als counselor fungeert die de zinnen van lerenden kenschetst. De lerenden beginnen een gesprek. Zijn de studenten de taal (Frans) nog niet machtig genoeg, dan spreken de studenten in de moedertaal. De trainer (Frans) vertaalt en legt uit en hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Frans wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de Franse taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Een lesboek Frans wordt niet gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt erg af van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren wanneer deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar ook daarbuiten. Met Community Language Learning worden studenten zich veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren om als een team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen Frans leren studenten vaak veel. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Een nadeel van CLL kan zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige studenten wel sturing nodig hebben. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en ook geen toetsen Frans gehouden. Hierdoor is het succes lastig meetbaar. Sommige lerenden worden geremd in hun Frans spreken wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel ruimte voor de lerende om zelfstandig de Franse taal te ontdekken.
Het is de taak van de docent Frans om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
De lesboeken zijn in de laatste dertig jaar duidelijk veranderd onder invloed van (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende verandering in de wijze waarop taal wordt onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke manier het Frans te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van deze leermethode van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden heel snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Frans en zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs Frans wekt de seriemethode enthousiasme van de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De methode maakt studenten Frans nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid Frans van de student wordt sterk gestimuleerd.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief is, moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan reeksen voor moet bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat het verwerven van de taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Franse) taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een boodschap doen, een e-mail schrijven, bellen met een klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst op de taak voorbereiden, daarna de taak uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Om de taken uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De taken dienen iets boven het niveau van de student Frans te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed bij de lerenden aansluit. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in aanraking met het Frans en leert zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. Daarnaast leren studenten om met andere studenten Frans samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als minpunt kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs; Scott Thornbury, bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de stroming uit 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie de Deense filmregisseur Lars von Trier. Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische items is het oogmerk van de Dogme-methode, waarbij het om communicatie gaat als drijvende kracht van een vreemde taal leren (bijvoorbeeld Frans). De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen trainer en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaltrainer Frans is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan erg motiverend zijn dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces. Zo zijn de lessen Frans nooit voorspelbaar. Dit garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item is bespreekbaar tijdens een taalles volgens de Dogme-methode. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Als studenten zo weinig bij de hand genomen worden door de trainer kunnen ze zich daartegenover iets minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke docent Fransin voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de studenten zich vaak op een bepaald examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de lessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk om een nieuwe taal (zoals het Frans) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit Frankrijk. Begrip gaat boven productie. Franse woordenschat en cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog tamelijk nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving Frans geboden. Deze zes fasen van GPA bieden realistische doelstellingen en een duidelijk tijdspad. De lerende verwerft niet alleen kennis van de Franse taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst ook te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend tot dit heel soepel gaat en de student simultaan met de opname Frans kan spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende teksten in staan, zijn veel lesboeken voor deze methode geschikt. Het niveau van de Franse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat fysieke beweging de opname van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het leren van het Frans veel effectiever gaat, is een bijkomende reden.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief aan de methodiek leren is. De methode heeft een hoog rendement.
De keerzijde van de Shadowing-methode is dat de lerenden het soms wat saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. De luistervaardigheden Frans vormen dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de studenten doen na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Frans praten; de studenten geven in een later stadium de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens in grotere klassen ingezet worden. Het Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het nadeel van TPR®. Hierdoor werkt de leermethode tot op een zeker niveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. De leermethode is ook niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Deze Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). Het werd gestimuleerd de lerenden veel in het Frans te laten spreken. Het was ook nieuw dat de lessen in het Frans gegeven werden. Tijdens de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) woordenschat aangeleerd met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Studenten boden abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het belangrijkste voordeel. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. Nadelen heeft deze Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid (Frans) is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal ook minder. Voor meer gevorderde studenten Frans, heeft de methode niet genoeg uitdaging te bieden. De Directe Methode is ook niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, doordat deze leermethode op actief meedoen van de student is gebaseerd.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal (zoals Frans) moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep lerenden en een trainer Frans gebaseerd, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het Franse woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de studenten deze Franse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en variaties op deze Franse zinnen. Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Zijn werk is door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de studenten wordt onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde Franse woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan door lerenden als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties los te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Frans) besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. Ook maakt de ‘de stille manier’ gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel de Stille Manier in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën wel van invloed geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering voor de lerende niet-bedreigend is, die immers als autonoom gezien wordt. In feite is de taaldocent Frans dienstbaar aan de lerende, niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde doorgaans goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een nadeel van de methode zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt. De lerenden zouden wat gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan inbreng van de trainer Frans. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de leermethode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De taaltrainer Frans vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen van de trainer gemakkelijk zijn te begrijpen, ontspannen de studenten zich. Franse woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale fenomenen in het Frans, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaltrainer Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Franse vertaling erbij en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in de Franse taal, omdat dit voor input zorgt. Daarna volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om Frans te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de lerenden is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt het heel motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met tweetalige teksten die in Egypte werd ontdekt, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. De taalcursussen zijn in ruim dertig talen beschikbaar en de cursussen zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van native speakers Frans (moedertaalsprekers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans). De methode maakt gebruik van programma om spraak te herkennen dat de Franse uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De lerende kan zo de uitspraak vergelijken met de uitspraak van moedertaalspreker Frans. Verbetering van de uitspraak kan bereikt worden door de voorbeeldspreker iets langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden Frans. De software van de methode controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten te corrigeren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De methode van Rosetta Stone wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. Rosetta Stone wordt in ons land door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen ingezet, alsook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk in gebruik en kan door studenten worden ingezet op ieder moment. De student kan zelf bepalen welke onderdelen van de methode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken. Velen vinden het prettig om met de leermethodiek te werken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan het voor onderwijsinstellingen een oplossing zijn. Dat er geen taaltrainer is die studenten kan motiveren of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel van de methode zijn.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door de lerenden daarna worden nagesproken en weer herhaald. Deze Franse voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursus is op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en taalstructuren in het Frans. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Frans niet uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het optimale interval waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. In het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Frans praten, werkt de methode van Pimsleur heel goed als uitspraakverbeteraar.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een minpunt van de methode. De studenten leren geen bouwstenen om zelf Franse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Frans), door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de cursisten op pauze drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en nieuwe Franse lesstof wordt afgewisseld met bekende Franse lesstof. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en het Frans gewezen, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student Frans begrepen en geleerd is. Naast Franse woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd zodat de studenten zelf zinnen kunnen maken. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de cursus fijn om mee te werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans. De gebruikers die met de taal wat verder zijn, vinden de cursussen soms wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursus is zeer toegankelijk en traint de uitspraak en de luistervaardigheid Frans op efficiënte wijze. Het feit dat de cursus Frans niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt van de methode. Een echte interactie is er ook niet doordat de Michel Thomas-methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’. Dit was wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen (zoals Frans). De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Frans, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter besteden de gebruikers ruwweg twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen bestaan uit verschillende Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Franse vertaling staat ernaast, samen met toelichting van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak, maakt Assimil gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native (moedertaal) speakers en die de cursist daarna herhaalt. De opbouw van de les gaat van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de lerenden in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de lerende is aangewezen op zichzelf. Er is geen taaldocent Frans beschikbaar om de lerende te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). Kunnen spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Franse) grammaticale structuur worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is foutloos Frans kunnen verstaan en spreken, wat begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De docent Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en vervolgens een extra Frans woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij studenten Frans een hoofdtelefoon op hebben en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Frans wordt pas aangeboden als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Frans.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er grote bezwaren tegen de saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode haar sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Franse) grammatica gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten Frans die beginnen effectief. Een correcte uitspraak Frans wordt van het begin af aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis. Ook voor grote(re) groepen is deze methode geschikt.
Tegelijkertijd heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verlangd van de studenten. Hierdoor ligt het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Frans om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige manier dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die herhaald worden na verloop van tijd. De Franse zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de lijst af. Die Franse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als deze relevant en van betekenis is. Voor Franse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student, kan deze methode werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode goed functioneren. Met de hand schrijven werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze methode. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden of zinnen. Deze GoldList-methode is daarnaast nogal tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. De Franse taalregels leert iemand eveneens onbewust op deze wijze. Alleen het Frans met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
Als de student wordt ondergedompeld in het Frans, is de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, dienen stimulerend te zijn, om te zorgen dat de lerenden van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is vaak aangetoond. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven onder taaltrainers Frans, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De methode legt vooral nadruk op het impliciet leren van de grammatica van het Frans. Studenten zouden weliswaar leren te communiceren in het Frans, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat Frans. Bij de Structural Approach gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. De vaste combinaties worden aan de student aangedragen in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De structuren die het meest worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid Frans (luisteren en spreken) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat de studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Frans en ze leren in welke situatie bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De methode van werken is behoorlijk tijdrovend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen input van de studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren het Frans in praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in het Frans of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. De Franse taal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten Frans dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Franse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Frans echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Binnen een verenigd Europa ontstond een grotere behoefte om een vreemde taal te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de lerenden is het stimulerend, omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten maken mag; de vaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Deze manier van leren is voor sommige studenten moeilijk of afwijkend, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT traint vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en CLT biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis Frans over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Hoewel al sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Frans, door de nadruk die op de grammatica gelegd wordt.
De methode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Deze methode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij lerenden bij het werken in een groep. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere wijze. De lerende wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Frans te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar Frankrijk gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, doordat de methode zo intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in het Frans gaan communiceren. In principe is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut en wetenschapper Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen is tussen de studenten en de docent (Frans). Hiervoor moet de student zich veilig voelen en ontspannen zijn. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bereiken. Tijdens de les zaten de lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel werden gezet en er was altijd muziek in de klas. De methode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans) en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen werd gedaan met veel expressie in stem en gebaren. Lerenden werden zo verleid om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. In de lessen werd veel aandacht besteed voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk). In de les werden rollenspellen gespeeld en ook (Franse) streekgerechten werden in de les bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Lozanov was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder hinder zal van faalangst of frustratie hebben. Voor nieuwkomers kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methodiek. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de zijde van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als counselor fungeert die de zinnen van lerenden kenschetst. De lerenden beginnen een gesprek. Zijn de studenten de taal (Frans) nog niet machtig genoeg, dan spreken de studenten in de moedertaal. De trainer (Frans) vertaalt en legt uit en hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Frans wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de Franse taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Een lesboek Frans wordt niet gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt erg af van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren wanneer deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar ook daarbuiten. Met Community Language Learning worden studenten zich veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren om als een team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen Frans leren studenten vaak veel. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Een nadeel van CLL kan zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige studenten wel sturing nodig hebben. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en ook geen toetsen Frans gehouden. Hierdoor is het succes lastig meetbaar. Sommige lerenden worden geremd in hun Frans spreken wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel ruimte voor de lerende om zelfstandig de Franse taal te ontdekken.
Het is de taak van de docent Frans om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
De lesboeken zijn in de laatste dertig jaar duidelijk veranderd onder invloed van (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende verandering in de wijze waarop taal wordt onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke manier het Frans te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van deze leermethode van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden heel snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Frans en zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs Frans wekt de seriemethode enthousiasme van de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De methode maakt studenten Frans nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid Frans van de student wordt sterk gestimuleerd.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief is, moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan reeksen voor moet bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat het verwerven van de taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Franse) taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een boodschap doen, een e-mail schrijven, bellen met een klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst op de taak voorbereiden, daarna de taak uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Om de taken uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De taken dienen iets boven het niveau van de student Frans te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed bij de lerenden aansluit. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in aanraking met het Frans en leert zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. Daarnaast leren studenten om met andere studenten Frans samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als minpunt kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs; Scott Thornbury, bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de stroming uit 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie de Deense filmregisseur Lars von Trier. Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische items is het oogmerk van de Dogme-methode, waarbij het om communicatie gaat als drijvende kracht van een vreemde taal leren (bijvoorbeeld Frans). De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen trainer en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaltrainer Frans is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan erg motiverend zijn dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces. Zo zijn de lessen Frans nooit voorspelbaar. Dit garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item is bespreekbaar tijdens een taalles volgens de Dogme-methode. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Als studenten zo weinig bij de hand genomen worden door de trainer kunnen ze zich daartegenover iets minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke docent Fransin voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de studenten zich vaak op een bepaald examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de lessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk om een nieuwe taal (zoals het Frans) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit Frankrijk. Begrip gaat boven productie. Franse woordenschat en cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog tamelijk nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving Frans geboden. Deze zes fasen van GPA bieden realistische doelstellingen en een duidelijk tijdspad. De lerende verwerft niet alleen kennis van de Franse taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst ook te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend tot dit heel soepel gaat en de student simultaan met de opname Frans kan spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende teksten in staan, zijn veel lesboeken voor deze methode geschikt. Het niveau van de Franse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat fysieke beweging de opname van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het leren van het Frans veel effectiever gaat, is een bijkomende reden.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief aan de methodiek leren is. De methode heeft een hoog rendement.
De keerzijde van de Shadowing-methode is dat de lerenden het soms wat saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. De luistervaardigheden Frans vormen dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de studenten doen na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Frans praten; de studenten geven in een later stadium de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens in grotere klassen ingezet worden. Het Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het nadeel van TPR®. Hierdoor werkt de leermethode tot op een zeker niveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. De leermethode is ook niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Deze Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). Het werd gestimuleerd de lerenden veel in het Frans te laten spreken. Het was ook nieuw dat de lessen in het Frans gegeven werden. Tijdens de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) woordenschat aangeleerd met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Studenten boden abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het belangrijkste voordeel. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. Nadelen heeft deze Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid (Frans) is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal ook minder. Voor meer gevorderde studenten Frans, heeft de methode niet genoeg uitdaging te bieden. De Directe Methode is ook niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, doordat deze leermethode op actief meedoen van de student is gebaseerd.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal (zoals Frans) moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep lerenden en een trainer Frans gebaseerd, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het Franse woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de studenten deze Franse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en variaties op deze Franse zinnen. Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Zijn werk is door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de studenten wordt onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde Franse woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan door lerenden als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties los te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Frans) besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. Ook maakt de ‘de stille manier’ gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel de Stille Manier in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën wel van invloed geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering voor de lerende niet-bedreigend is, die immers als autonoom gezien wordt. In feite is de taaldocent Frans dienstbaar aan de lerende, niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde doorgaans goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een nadeel van de methode zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt. De lerenden zouden wat gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan inbreng van de trainer Frans. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de leermethode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De taaltrainer Frans vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen van de trainer gemakkelijk zijn te begrijpen, ontspannen de studenten zich. Franse woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale fenomenen in het Frans, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaltrainer Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Franse vertaling erbij en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in de Franse taal, omdat dit voor input zorgt. Daarna volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om Frans te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de lerenden is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt het heel motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale tools om Frans te leren
Er bestaat ook een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie Frans: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere manier:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Talen door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus van Dagnall altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere manier:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Talen door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus van Dagnall altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Franse zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Franse zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Frans online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Er wordt ook wel van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ gesproken.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Vlissingen.
Online Frans leren (e-learning Frans)
Voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Vlissingen
Blended learning heeft als voordeel vergeleken met online leren dat, als het geen 1-op-1 les betreft, de lerenden bij blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall ook blended learning in Vlissingen op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt interactieve en gevarieerde content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikken wij eveneens over een handige eigen App, geschikt voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. De Dagnall App heeft als voordeel dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op elk (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Frans leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, technische termen, juridische termen en specifieke productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook na afloop van de training Frans in Vlissingen beschikbaar.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Frans in Vlissingen
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Mensen die diverse talen beheersen, zijn in veel bedrijven daarom cruciaal.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall Taleninstituut leert u Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining Frans
Het volgende is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met een camera en een microfoon
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Vlissingen ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Vlissingen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Frans in Vlissingen
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als leidraad. Zo bieden wij u als cursist een goed beeld van uw aanwezige en verworven kennis van het Frans. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen na afloop van de cursus Frans in Vlissingen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een methode om taalniveaus op een uniforme manier te kunnen beschrijven, zodat ‘gevorderden’ in Frankrijk eenzelfde taalbeheersing hebben als ‘gevorderden’ in Nederland.
Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
In het ERK is vastgelegd wat precies de niveaus betekenen van de vijf verschillende vaardigheden: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam wordt eveneens veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Voor die taalvaardigheden zijn in het ERK zes niveaus bepaald; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
Deze vaardigheidsniveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
In het ERK is vastgelegd wat precies de niveaus betekenen van de vijf verschillende vaardigheden: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam wordt eveneens veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Voor die taalvaardigheden zijn in het ERK zes niveaus bepaald; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
Deze vaardigheidsniveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A houdt in dat de taalgebruiker de basisvaardigheden beheerst.
Wie niveau B machtig is, wordt als een ‘zelfstandige taalgebruiker’ gezien. De kennis van het Frans is zodanig dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die met groot gemak Frans kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Taalniveau C geeft de vaardigheden weer van (ver)gevorderde gebruikers, die de Franse taal beheersen als (bijna) moedertaalsprekers.
Wie niveau B machtig is, wordt als een ‘zelfstandige taalgebruiker’ gezien. De kennis van het Frans is zodanig dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die met groot gemak Frans kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Taalniveau C geeft de vaardigheden weer van (ver)gevorderde gebruikers, die de Franse taal beheersen als (bijna) moedertaalsprekers.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche en stelt onder andere eisen aan mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut bewijst dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons taleninstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Frans in Vlissingen, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening inzake het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens dienen te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging. Natuurlijk voldoet Dagnall Talen aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in heel beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans in Vlissingen zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Talen staat ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
Dit houdt in dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Vlissingen
Contact cursus Frans Vlissingen
Wilt u contact opnemen voor een cursus Frans in Vlissingen? Vraag naar onze oplossingen. Stuurt u ons voor meer, vrijblijvende informatie een e-mail via cursus-frans-vlissingen@dagnall.nl of vult u het contactformulier in op de website, dan nemen wij snel contact met u op!
Wij informeren u dan zo spoedig mogelijk over de diverse opties! Telefonisch contact opnemen met Dagnall Talen kan vanzelfsprekend ook voor een cursus Spaans in Purmerend via 020-2149118 (geen menu). Natuurlijk kunt u ook het gratis informatiepakket voor cursussen aanvragen.
Met Dagnall kiest u voor de juiste weg naar een cursus Frans in Vlissingen!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Internationaal zakendoen
 Bij internationaal zakendoen dient dient vaak met een tijdsverschil rekening te worden gehouden in het land waarmee u zakendoet, zoals Frankrijk. Mocht er een tijdverschil zijn met Frankrijk en Nederland, dan wordt dit weergegeven op de navolgende klokken.
De tijden gaan automatisch, indien van toepassing, over op zomertijd. (De tijden gaan automatisch, indien van toepassing, over op zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Parijs op de kaart van Frankrijk
Leer Frankrijk kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kent u de regio’s (régions) van Frankrijk?
Weet u in welke Franse regio’s uw zakenrelaties zich bevinden?
Zo kent u de 13 Franse regio’s heel gauw.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kent u de regio’s (régions) van Frankrijk?
Weet u in welke Franse regio’s uw zakenrelaties zich bevinden?
Zo kent u de 13 Franse regio’s heel gauw.
Controleer en/of verbeter uw kennis door met uw muis op de landkaart van Frankrijk te gaan staan.
Door met de muis de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, ziet u de regionale indeling van Frankrijk.
De regio’s van Frankrijk worden dan één voor één in beeld gebracht.
Eerst ziet u de Franse regio’s, vervolgens kunt de naam van de opgelichte regio lezen.
In een minuut hebt u een aardig beeld van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Door met de muis de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, ziet u de regionale indeling van Frankrijk.
De regio’s van Frankrijk worden dan één voor één in beeld gebracht.
Eerst ziet u de Franse regio’s, vervolgens kunt de naam van de opgelichte regio lezen.
In een minuut hebt u een aardig beeld van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie die hieronder staat over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen, zal u zeker helpen.
Beroemde Fransen, bekende exportproducten en gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Taleninstituut hierbij opgesomd.
Allerlei typische items over de Franse taal en/of Frankrijk.
Een aantal leuke feiten weten, kan uitstekend helpen als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze informatie over land, mens en cultuur kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Frans.
De informatie die hieronder staat over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen, zal u zeker helpen.
Beroemde Fransen, bekende exportproducten en gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Taleninstituut hierbij opgesomd.
Allerlei typische items over de Franse taal en/of Frankrijk.
Een aantal leuke feiten weten, kan uitstekend helpen als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze informatie over land, mens en cultuur kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Frans.
In elk geval kunt u zo niet alleen de geleerde taalvaardigheid tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen toepassen maar evengoed uw verworven kennis over het land inbrengen.
Zo kunt u iets te weten komen over de Franse eetcultuur en de heerlijke Franse gerechten.
Eten brengt mensen dichter tot elkaar.
De nieuw opgedane taalkennis alsook uw kennis over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen zal zeer op prijs worden gesteld!
Zo kunt u iets te weten komen over de Franse eetcultuur en de heerlijke Franse gerechten.
Eten brengt mensen dichter tot elkaar.
De nieuw opgedane taalkennis alsook uw kennis over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen zal zeer op prijs worden gesteld!
Acheter chat en poche
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten de bekende baguettes niet als maaltijd zelf, maar bij de hoofdmaaltijd.
Een broodmaaltijd zoals in Nederland gegeten wordt, is in Frankrijk onbekend.
Een typisch Frans ontbijtje is een croissant of brioche; een zacht en zoet broodje, gedoopt in een kop koffie.
De Franse hoofdmaaltijd is de lunch, die uit diverse gangen bestaat.
Er zijn grote verschillen per streek, maar stokbrood is vaste prik.
Dit begint doorgaans met een salade, gevolgd door een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, verse groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden trouwens gezien als groente.
Fransen eten graag vlees en halen ook hun neus niet op voor ingewanden en organen van dieren zoals kippenlever of -maagjes, pens en foie gras (eenden- of ganzenleverpaté).
Het stokbrood gebruiken ze om bijvoorbeeld saus mee te deppen en om het bord schoon te vegen.
Bij het eten wordt natuurlijk wijn gedronken, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken.
Kinderen krijgen water met een scheutje wijn erin.
De maaltijd wordt afgesloten met een fromage, een lekker kaasje en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie.
Omdat het avondeten zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; iets zoetigs zoals een gebakje met thee of koffie.
’s Avonds wordt ook weer vers stokbrood geserveerd.
Voorafgaand aan de maaltijd beginnen de Fransen met een apéro, een aperitief zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (anijslikeur).
Het avondeten lijkt op de lunch, maar de maaltijd is minder uitgebreid.
Vaak worden de restjes van de lunch gegeten.
Fransen eten vaker dan Nederlanders in een restaurant, zeker tussen de middag.
De prijzen zijn relatief laag en veel werkgevers voorzien het personeel van maaltijdvouchers, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Een broodmaaltijd zoals in Nederland gegeten wordt, is in Frankrijk onbekend.
Een typisch Frans ontbijtje is een croissant of brioche; een zacht en zoet broodje, gedoopt in een kop koffie.
De Franse hoofdmaaltijd is de lunch, die uit diverse gangen bestaat.
Er zijn grote verschillen per streek, maar stokbrood is vaste prik.
Dit begint doorgaans met een salade, gevolgd door een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, verse groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden trouwens gezien als groente.
Fransen eten graag vlees en halen ook hun neus niet op voor ingewanden en organen van dieren zoals kippenlever of -maagjes, pens en foie gras (eenden- of ganzenleverpaté).
Het stokbrood gebruiken ze om bijvoorbeeld saus mee te deppen en om het bord schoon te vegen.
Bij het eten wordt natuurlijk wijn gedronken, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken.
Kinderen krijgen water met een scheutje wijn erin.
De maaltijd wordt afgesloten met een fromage, een lekker kaasje en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie.
Omdat het avondeten zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; iets zoetigs zoals een gebakje met thee of koffie.
’s Avonds wordt ook weer vers stokbrood geserveerd.
Voorafgaand aan de maaltijd beginnen de Fransen met een apéro, een aperitief zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (anijslikeur).
Het avondeten lijkt op de lunch, maar de maaltijd is minder uitgebreid.
Vaak worden de restjes van de lunch gegeten.
Fransen eten vaker dan Nederlanders in een restaurant, zeker tussen de middag.
De prijzen zijn relatief laag en veel werkgevers voorzien het personeel van maaltijdvouchers, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI)
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”).
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
Over Frankrijk
In Frankrijk wonen ongeveer 67 miljoen mensen. Frankrijk is een constitutionele republiek met aan het hoofd een president. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee heeft Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en beslaat een oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De belangrijke en grote steden in Frankrijk zijn Parijs (Frans: Paris); de hoofdstad van Frankrijk met meer dan 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk is ingedeeld in achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. Deze 12 regio’s in het land zijn in alfabetische volgorde: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte zijn de vijf overzeese regio’s/departementen van Frankrijk.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ staat letterlijk voor het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die Noord-Europa veroverde na de ondergang van het Romeinse Rijk.
Kenmerkend voor Frankrijk
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, kaasjes, wijn, stokbrood (inmiddels Unesco Werelderfgoed), knoflook, champagne, de Tour de France (Ronde van Frankrijk) en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept het land direct een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman herken je zo: hij draagt een wit overhemd en een baret of T-shirt met een Bretonse streep. En hij rijdt natuurlijk het liefst in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS het meest geliefd, die liefkozend La Déesse (de godin) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen is deze auto wat simplistischer bekend als het ‘strijkijzer’ of de ‘snoek’.
[ Lees meer ]
Frankrijk - valuta
Munteenheid van Frankrijk
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
De Franse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Frans
Frankrijk - handel en toerisme
Franse Kamer van Koophandel - CCI
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
FRANCE.FR/ATOUT FRANCE
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Over de Fransen
Eten is erg belangrijk in la douce France, zoals de Fransen hun land als koosnaam noemen. Het ontbijt is bescheiden: een croissant en een kop koffie. Koffie wordt staand aan de bar gedronken op weg naar het werk. Lunch in Frankrijk is uitgebreid en warm, vaak met wijn erbij. En water. Fransen drinken vrijwel altijd veel water bij het eten. Het diner, ook warm, is later op de avond. Vers stokbrood wordt bij de warme maaltijd gegeten. De zondagmiddag is vaak gereserveerd voor de lunch met de familie. De lunch kan de hele middag duren, want tijdens het eten worden vaak de beste gesprekken gevoerd.
Fransen houden ook erg van praten. In het zakelijk leven is het niet anders: wie met Fransen zakendoet, moet uitgebreid eten en veel converseren. Veel werkgevers in Frankrijk geven werknemers vouchers om in een restaurant te kunnen lunchen. In Frankrijk worden kinderen streng opgevoed en doen gewoon mee met alle maaltijden. Franse kinderen eten hun menu met meerdere gangen zonder morren en drinken daarbij met water aangelengde wijn. Omdat het heel normaal is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen tijdens de vakanties vaak naar een ‘colonie de vacances’.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Taalvaardigheid Frans houdt in kennen (geleerde kennis) maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van deze geleerde kennis). Door het accent te verleggen van het kennen naar het kunnen, is de cursist in staat na voltooiing van de cursus Frans in Vlissingen de opgedane kennis beter toe te passen.
Voor u het weet, spreekt u zomaar en aardig woordje Frans! Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Over de Franse taal
De Franse taal is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal. Het Gallo-Romaans is een vroege Romaanse taal die uit het Laatlatijn is afgeleid. Gallo-Romaans werd gesproken rond 300-900 n.Chr. in het toenmalige Gallië, wat behalve het tegenwoordige Frankrijk ook België omvatte, het westen van Zwitserland alsmede delen van Duitsland en Nederland.
Er bestonden talloze Gallo-Romaanse streektalen; ieder gebiedje kende een eigen variant.
Er bestonden talloze Gallo-Romaanse streektalen; ieder gebiedje kende een eigen variant.
In het noorden sprak men sinds de 13de eeuw langue d’oïl en in het zuiden langue d’oc; de talen werden herkend aan de wijze waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Het moderne standaardfrans (Nieuwfrans) is eigenlijk de gecultiveerde versie van het Francilien. Dit was de taal van de Île-de-France en van de langue d’oïl.
[ Lees meer ]
Franse klank en uitspraak
De klank van de Franse taal
In vergelijking met het Nederlands kent het Frans een totaal andere manier van uitspreken. Eén van de verschillen is dat de Franse woorden aan elkaar plakken, waardoor niet te horen is waar een woord stopt en het volgende woord begint. Dit verschijnsel noemt men liaison; ‘verbinding’. Het gebeurt vooral bij woorden die op ‘s’ eindigen en gevolgd worden door een stomme ‘h’ of een klinker. Zo hoor je in plaats van les amis: ‘lezzamie’
De uitspraak van het Frans
Fransen spreken eindletters vaak niet uit. Parle en parlent klinken bijvoorbeeld hetzelfde. Ook klinken vrijwel alle klinkers anders in de Franse taal. Door de grote hoeveelheid Franse woorden in de Nederlandse taal, komt de uitspraak van de Franse taal ons bekend voor: portefeuille, toilet, bureau.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /a/ |
B | bee | /be/ |
C | see | /se/ |
D | dee | /de/ |
E | uh | /ə/ |
F | effe | /ɛf/ |
G | zjee | /ʒe/ |
H | assj | /ɑʃ/ |
I | ie | /i/ |
/jiː/ | J | zjie |
K | kah | /ka/ |
L | elle | /ɛlə/ |
M | emme | /ɛmə/ |
N | enne | /ɛnə/ |
O | oo | /o/ |
P | pee | /pe/ |
Q | kuu | /qy/ |
R | er | /ɛʀə/ |
S | ess | /ɛsə/ |
T | tee | /te/ |
U | uu | /y/ |
V | vee | /ve/ |
W | doeble vee | /dubləˈve/ |
X | ieks | /iks/ |
Y | ie grek | /iˈgrɛk/ |
Z | zedde | /zedə/ |
SPELLING
WOORD
A | Anatole |
B | Berthe |
C | Célestin |
D | Désiré |
E | Eugène |
F | François |
G | Gaston |
H | Henri |
I | Irma |
J | Joseph |
K | Kléber |
L | Louis |
M | Marcel |
N | Nicolas |
O | Oscar |
P | Pierre |
Q | quintal |
R | Raoul |
S | Suzanne |
T | Thérèse |
U | Ursule |
V | Victor |
W | William |
X | Xavier |
Y | Yvonne |
Z | Zoé |
Speciale tekens
@ | arobase |
# | dièse |
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit).
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Bijzonderheden van de Franse taal
De Franse taal is een Romaanse taal, net als Italiaans, Spaans, Portugees en Roemeens. Frans is één van de werktalen van de EU, naast het Engels en Duits. De Franse taal is één van de zes officiële talen van de Verenigde Naties, naast Engels, Spaans, Chinees, Russisch en Arabisch.
Men zegt dat de kreet ‘15-0’ (fifteen-love) in het tennis afkomstig is van van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. Het getal nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennis zou van het Franse jeu de paume afstammen.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Franse alfabet
Evenals het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden zogenaamde guillemets gebruikt in plaats van aanhalingstekens. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes ». Ze worden ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd en worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het teken. Tussen de guillemets en de tekst komen in het Frans spaties. Ook de andere leestekens worden in het Frans voorafgegaan door een spatie, zoals « Venez ! », Elle criait :
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Franstalige muziek |
5 | Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal |
7 | Luister naar podcasts van Franstaligen |
8 | Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk |
9 | Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Franse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Frans
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stopwoorden of opvulwoorden. Ook de Franse taal zit er vol mee. Woordcombinaties of woorden die iemand gebruikt om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te kunnen houden.
Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoord: hein? wat ongeveer klinkt als het stopwoord ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse woordje ‘hè?’ komt vermoedelijk uit de Franse taal. Dit stopwoord hein vraagt om instemming, het betekent ongeveer: “Vind je ook niet?”
In het Frans hoor je ook vaak het stopwoord quoi? (wat?) aan het einde van een zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin zeggen Fransen vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
[ Lees meer ]
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franse media bekijken, lezen en/of beluisteren is erg doeltreffend om uw kennis van het Frans te vergroten.
Zo neemt u ongemerkt het ritme en de klank van het Frans op.
Franse krant en online nieuwsportal
Het nieuws (proberen) te lezen in het Frans, kan heel leuk en leerzaam zijn. Het voordeel is dat u vermoedelijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op snelle manier veel Franse woordenschat bijleert.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Franstalige radio luisteren
FIP
De zender FIP is het meest bekende publieke radiostation van Franstaligen.
Als u op het logo op het linker beeldscherm hierboven klikt, kunt u live luisteren naar dit Franstalige radiostation.
NRJ
De radiozender NRJ is de bekendste commerciële radiozender onder Franstaligen. Als u op het logo op het computerscherm rechtsboven klikt, kunt u direct live naar deze Franse commerciële radiozender luisteren.
Franstalige televisie kijken
France tv
Uw favoriete programma in de Franse taal horen of met Franse ondertiteling kijken, kan in het begin wennen zijn, maar al gauw zult u merken dat dit erg leuk en leerzaam is.
De omroep France tv is de publieke Franse televisieomroep.
TF1
TF1 is de meest populaire commerciële televisieomroep van Frankrijk.
Deze Franse televisiestations kunt u middels kabel, satelliet, internet of via een app kijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Vlissingen
U kunt de cursus Frans in Vlissingen op uw locatie volgen of in Middelburg, bijvoorbeeld in het Oude Postkantoor aan de Lange Noordstraat 48 in Middelburg. Wij verzorgen eveneens taalcursussen Frans in Vlissingen in bijvoorbeeld Amadore Hotel Arion aan de Boulevard Bankert 266, in Hotel Piccard aan de Badhuisstraat 178, in Strandhotel Westduin aan de Westduin in Koudekerke, in Van der Valk Hotel Middelburg aan de Paukenweg 3 in Middelburg en in Fletcher Zuiderduin Beachhotel aan De Bucksweg 2 in Westkapelle.
Vergaderen in Vlissingen kan bij Lasloods aan de Tweede Binnenhavenweg 8 en bij de Zeelandhallen in Goes.
Vlissingen - geschiedenis
Voor de Middeleeuwen was de streek waar nu Vlissingen ligt, moerassig gebied en niet bewoonbaar. Vanaf de 10de eeuw n.Chr. begon men met het ontginnen van het veen en ontstond er permanente bewoning. In die tijd is Vlissingen als klein vissersdorp ontstaan. In 1235 wordt het voor het eerst vermeld in een context over een kerk ter plaatse.
De naam ‘Vlissingen’ kan afgeleid zijn van vlies in de betekenis van ‘vacht’, bijvoorbeeld een schapenvacht.
De naam ‘Vlissingen’ kan afgeleid zijn van vlies in de betekenis van ‘vacht’, bijvoorbeeld een schapenvacht.
Het achtervoegsel ingen is gebruikelijk om ‘een groep mensen’ aan te geven. Het is ook mogelijk dat het van het Oudgermaans is afgeleid, van het woord Flessche. Flessche betekent ‘stilstaand water‘. Het is bekend dat de huidige Spuikom eens een waterplas was, vermoedelijk gevuld met zoet water. Het deel inge betekent dan ‘gerelateerd aan water’ (zoals bij ‘Kruiningen’ en ‘Grevelingen’).
Vlissingen - nu
Vlissingen ligt op het schiereiland Zuid-Beveland in de landstreek Walcheren. Plaatsen de omgeving van Vlissingen zijn Borssele, Dishoek, Koudekerke, Middelburg, Oost-Souburg, Ritthem en Zoutelande.
Vlissingen ligt in de provincie Zeeland. De gemeente Vlissingen heeft ruwweg 45.000 inwoners.
Vlag gemeente Vlissingen
Wapen gemeente Vlissingen
Inwoners
Woon je in Vlissingen, dan word je een ‘Vlissinger’ genoemd.
Bekende Vlissingers zijn Paskal Jakobsen, Patrick Lodiers, Aad Ouborg en Michiel de Ruyter.
Bekende Vlissingers zijn Paskal Jakobsen, Patrick Lodiers, Aad Ouborg en Michiel de Ruyter.
Iets wat bij Vlissingen hoort, noemt men ‘Vlissings’ of ‘Vlissinger’, bijvoorbeeld de Vlissingse boulevard.
Vlissingen kreeg stadsrechten in 1315.
Vlissingen kreeg stadsrechten in 1315.
Vlissingen - internationaal & scholing
Partnersteden
Vlissingen is de op één na grootste plaats in de provincie Zeeland.
Oost-Souburg en Ritthem horen eveneens bij gemeente Vlissingen.
De partnersteden van Vlissingen zijn Govan Mbeki in Zuid-Afrika, Taganrog in Rusland en Ambon in Indonesië.
Hoger onderwijs
Er zijn twee hogescholen in Vlissingen, HZ University of Applied Sciences, waar ook Maritiem Instituut de Ruyter deel van uitmaakt en de Nederlandse Loodsencorporatie. Er zijn geen universiteiten gevestigd in Vlissingen.
Vlag provincie Zeeland
Wapen provincie Zeeland
Typisch Vlissings
Vlissingen staat bekend als van de haven, de boulevard met villa’s in Jugendstil, de Buitenplaatsen, het Badstrand, Duitse toeristen, het voetveer naar Breskens en de voormalige veerdienst naar Sheerness in Engeland.
Vlissingen fungeert als haven- en toeristenstad en is tevens het eindstation van de Zeeuwse Lijn.
Vlissingen fungeert als haven- en toeristenstad en is tevens het eindstation van de Zeeuwse Lijn.
Vlissingen - minder bekend
Minder bekend is dat Vlissingen de wereldleider is op het gebied van aluminiumopslag.
Vlissings dialect en accent
Het is een Zeeuws dialect dat dichter bij het Standaardnederlands staat dan het Boerenzeeuws van de eilanden. Het Burgerzeeuws is een levend dialect; het wordt in Vlissingen veel gesproken.
Typisch voor Vlissingen is de ‘r’ achterin de keel.
De ‘aa’ klinkt als ao (straot) en de ‘ei/ij’ als ie.
Typisch voor Vlissingen is de ‘r’ achterin de keel.
De ‘aa’ klinkt als ao (straot) en de ‘ei/ij’ als ie.
De ‘ui’ wordt in Vlissingen uitgesproken als uu (buiten is buten, ‘tijd’ is tied).
Een ‘hond’ is ùnont, aardappels heten petetters.
Als een Zeeuw de zaak niet helemaal vertrouwt, zegt hij: Di mo k er of plumen van en (“daar moet ik het mijne van weten”).
Een ‘hond’ is ùnont, aardappels heten petetters.
Als een Zeeuw de zaak niet helemaal vertrouwt, zegt hij: Di mo k er of plumen van en (“daar moet ik het mijne van weten”).
Vlissingen - “Stad aan zee”
Vlissingen - zakelijk
De gemeente Vlissingen
Het netnummer van Vlissingen is 0118.
Het postcodegebied van Vlissingen is 4380 - 4387.
Het adres van het gemeentehuis van Vlissingen is Paul Krugerstraat 1, 4382 MA in Vlissingen.
De website van de gemeente Vlissingen is Vlissingen.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Vlissingen is 14 0118.
Zakendoen in Vlissingen
Voor Vlissingse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Middelburg aan de Kanaalweg 3, 4337 PA in Middelburg. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Vlissingen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Vlissingen is KVK-kantoor Middelburg.
Vlissingen - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Vlissingen op bedrijventerrein Baskensburg, Edisonpark, Kenniswerf, Poortersweg, De Schelde/Buitenhaven, Souburg, Vlissingen-Oost (Sloegebied) en bedrijventerrein Vrijburg.
In Vlissingen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende
In Vlissingen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende
bedrijven en organisaties: Amels Shipyard (Damen Yachting), Euro-Mit Staal, Kojo Engineering, POSnet Benelux, Schelde Exotech, Shipyard Reimerswaal, Team Industrial Services, Verbrugge International en Vopak Terminal Vlissingen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Vlissings nieuws
De Vlissingse nieuwsportalen zijn Vlissingen.com - Nieuws en Zeelandnet - Regio Vlissingen en Vlissingse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Zeeland - Nieuws.
Ondernemers in Vlissingen kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Zeeland.
Ondernemers in Vlissingen kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Zeeland.
Vlissingers en ondernemingen in Vlissingen kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant de PZC Provinciale Zeeuwse Courant, De Faam en het Algemeen Dagblad - Zeeland.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Vlissingen
Cultuur
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Vlissingen een bezoek brengen aan het MuZEEum, aan het Panorama Walcheren, aan Reptielen Zoo Iguana of aan Museum Scheldewerf.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw Franstalige zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Wellicht is het een goed idee om met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Vlissingse voetbalclub VC Vlissingen, GPC of SV Walcheren meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Vlissingen kunt u terecht bij LTC de Schelde of bij LTC DOS.
Golf, ontspanning & lunch Wellicht wilt u na de cursus Frans in Vlissingen of met uw Franstalige (zaken)relatie een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Vlissingen ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit.
De golfbaan in de buurt voor Vlissingen is Golfbaan De Zeeuwsche in Middelburg. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Paukenweg 1, 4337 WH in Middelburg. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0118-56 74 90. De website van de golfbaan is www.dezeeuwsche.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij de horecagelegenheid van de Zeeuwsche.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u promotiefilmpjes van Frankrijk en van Vlissingen die eveneens op Youtube kunnen worden bekeken.
Door direct op het Youtube logo in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Direct onder deze promotiefilmpjes zijn de locaties van Frankrijk alsook Vlissingen op Google Maps weergegeven. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Door direct op het Youtube logo in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Direct onder deze promotiefilmpjes zijn de locaties van Frankrijk alsook Vlissingen op Google Maps weergegeven. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, dan krijgt u de satellietbeelden van Frankrijk alsook van Vlissingen te zien op Google Earth.
Met de + en – knop rechtsonder kunt u in- en uitzoomen op de kaartjes.
Wat kennis van de omgeving van uw Franse zakenpartner kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
Met de + en – knop rechtsonder kunt u in- en uitzoomen op de kaartjes.
Wat kennis van de omgeving van uw Franse zakenpartner kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Vlissingen
Google Maps Frankrijk
Google Maps Vlissingen
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Frans nieuws en Vlissings nieuws
Hieronder ziet u het actuele nieuws uit Frankrijk en Vlissingen van verschillende nieuwsbronnen.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Vlissings nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Wanneer u zakendoet of communiceert met Fransen,
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Vlissings nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Wanneer u zakendoet of communiceert met Fransen,
is het prettig en handig om geïnformeerd te zijn van wat zich in Frankrijk speelt.
Het is eveneens leerzaam om het Franse nieuws in de Franse taal te lezen.
Waarschijnlijk bent u al op de hoogte van het nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met (actuele) Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Het is eveneens leerzaam om het Franse nieuws in de Franse taal te lezen.
Waarschijnlijk bent u al op de hoogte van het nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met (actuele) Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Nieuws uit Frankrijk in het Nederlands
- Frankrijk wil ook grenscontroles invoeren, kondigt premier aan - BNR Nieuws
- Franse premier Barnier kondigt forse bezuinigingen en extra belastingen aan - NOS
- Luchtvaart gruwt van berichten over ticketbelasting Frankrijk - MSN
- Centraal Beheer teruggefloten: vakantievierder krijgt €5000 vergoed na autopech in Frankrijk - Telegraaf.nl
- Libanon-expert Aurélie Daher: ‘Frankrijk is het enige westerse land dat niet onvoorwaardelijk de kant van Israël kiest’ - NRC
- Politie houdt grote controle aan grens met Frankrijk: focus op rondtrekkende bendes en smokkel - Het Laatste Nieuws
- Nieuwe minister van Binnenlandse Zaken Frankrijk: eloquent en radicaal - de Volkskrant
- Oefeninterland Oranje onder 17 (v) tegen Frankrijk eindigt zonder goals - OnsOranje
- Sensatie in Frankrijk: Lille verslaat grootmacht Real Madrid - AD
Nieuws uit Frankrijk in het Frans
- Ouragan Kirk : ses effets attendus pour la fin de semaine prochaine en France - La Chaîne Météo
- "Pourquoi autant de violence ?" : après l'attaque d'un lycée de Vénissieux par une centaine d'élèves, des parents s'inquiètent - franceinfo
- Très grandes entreprises, foyers les plus riches… Barnier précise qui sera concerné par les hausses d’impôts - TF1 INFO
- Gemini Live: comment utiliser gratuitement la nouvelle IA conversationnelle de Google, disponible en France - BFMTV
- Il découvre un préservatif usagé dans le vagin de sa compagne et la frappe dans l'Oise - actu.fr
- VIDÉO. Notre dernière interview de Michel Blanc en vidéo, le 4 janvier 2023 - Ouest-France
- Métro, RER, tramway : les nouvelles rames d’Alstom (très) attendues en Île-de-France - Le Parisien
- Deux médias n’ont pas assez promu la lutte contre le dopage, selon l’Arcom - 20 Minutes
- Remise des lettres de créance de la nouvelle Ambassadrice de France au (...) - La France au Pérou
Nieuws uit Vlissingen
- FNV herinnert Vlissingen aan belofte: ‘Kwestie van overleven voor veel mensen’ - Provinciale Zeeuwse Courant
- Fietsster gewond bij aanrijding in Goes - HVZeeland.nl
- Zeemijnen onderweg van Vlissingen naar Westkapelle - Provinciale Zeeuwse Courant
- Gevonden zeemijnen in Vlissingen worden vandaag geruimd - Omroep Zeeland
- Duikers Marine bergen drie zeemijnen in Vlissingen - HVZeeland.nl
- Vier maanden geen treinen tussen Goes en Vlissingen in 2029 - Omroep Zeeland
- Vier maanden geen treinen tussen Goes en Vlissingen, Zeeland bedingt miljoenen aan compensatie - Provinciale Zeeuwse Courant
- Provincie Zeeland baalt van treinloze maanden in 2029 - NOS
- Acties FNV Vlissingen voor laagste inkomens: 'Ik moet rondkomen van zeven krantenwijken' - Omroep Zeeland
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
In Vlissingen geeft Dagnall Taleninstituut maatwerktrainingen in onder meer Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees.
Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die wij behalve Frans standaard aanbieden in Vlissingen.
Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die wij behalve Frans standaard aanbieden in Vlissingen.
U kunt vanzelfsprekend altijd contact opnemen voor een cursus in een taal die hier niet vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Vlissingen en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Frans
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten