Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name in de professionele wereld. Organisaties en bedrijven die investeren in de taalopleiding van hun werknemers, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall is een taalaanbieder die precies dat levert: Effectieve taaltrainingen Nederlands op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden. Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak spreekt een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands aan in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als (intensieve) workshop en ook als doorlopende, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Bij Dagnall Talen kan iedereen Nederlands leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast de algemene taaltrainingen Nederlands zijn organisaties vooral in de werkgerelateerde trainingen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Nederlands en/of zakelijk Nederlands. Taalcursussen worden op de individuele behoeften van de klant afgestemd. Dagnall Talen is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaldocenten met zeer goede beoordelingen en recensies Nederlands te leren. Dagnall Talen leidt u doelgericht en snel naar de beoogde resultaten.
Filosofie
Het is onze filosofie om Nederlands te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Wij gaan daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de Nederlandse taal zonder remmingen en moeiteloos leren. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor de cursist prettiger en gemakkelijker maken.
Met deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door vijftien minuten dagelijks te oefenen, brengen we de cursist met grote stappen naar het gewenste niveau. Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die Nederlands wil leren.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall Talen uw leerdoelen en wensen vast. U meldt de deelnemer(s) aan met de contactgegevens. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau wordt vastgesteld, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel met uw offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus op uw agenda en situatie af.
Na enkele lessen Nederlands evalueert de taaldocent de voortgang en de inhoud van de taalcursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden bijgesteld. Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De cursisten ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
Het (individuele) contact met de deelnemers wordt desgewenst door Dagnall verzorgd Het plannen van de intakegesprekken geschiedt in overleg met u en de individuele deelnemers Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands van ons. Deze dienen voorafgaand aan de datum van de intake teruggestuurd te worden Dagnall Talen verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Het gesprek duurt ongeveer 30 minuten De groepsindelingen worden geadviseerd aan de hand van niveaubepaling door Dagnall en in overleg met u vastgesteld De cursisten worden per taal en taalniveau ingedeeld Wij sturen u altijd een offerte op maat! Dagnall verzorgt de logistiek van materiaal en cursusbenodigdheden Dagnall berekent geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma Nederlands wordt door Dagnall bewaakt en gegarandeerd Dagnall Taleninstituut is betrokken alsook flexibel!
Dagnall Talen geeft sinds 1982 taalcursussen op maat aan bedrijven en (overheids)instellingen. Onze trainers zijn ervaren en kundige specialisten op het gebied van taal en in al deze jaren duizenden cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven en (overheids)organisaties hebben verzorgd.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte werkwijze, levert Dagnall Talen effectieve en betaalbare taalcursussen Nederlands. Dagnall levert door de maatwerk-aanpak een hoog rendement. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk voor topresultaat
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Cursussen (Nederlands) die gericht zijn op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn bij veel bedrijven inmiddels bekend. Medewerkers zonder of met beperkte kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een beperking op het werk en willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen de instructies op de werkvloer goed kunnen begrijpen en opvolgen. Deze medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen het werk uit kunnen voeren en natuurlijk hun ambities op het werkgebied verwezenlijken. Dit vereist een investering in mensen en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf.
Dagnall Taleninstituut geeft betaalbare maatwerk taaltrainingen die de spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verhogen. Dagnall Talen leert en helpt cursisten hoe zij de lesstof op hun werk in praktijk kunnen brengen. Dagnall Talen stemt de lessen af op de behoeften van de klant en op het niveau van de deelnemer(s). Naast de lessen, krijgt de cursist gedurende de cursus frequent praktijkopdrachten, die de voortgang van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de taaltraining verhogen.
Zo ontstaat een win-winsituatie! Ons instituut let tevens op de wat onderbelichte kant van veel taalcursussen: de cursisten staan al vaak alleen in hun inspanningen om de taal te beheersen, om de cultuur en gewoontes van het land en de organisatie te doorgronden en om hun wereld via taal te vergroten. Dat vereist veel motivatie en inzet. Bovendien heeft de cursist slechts een aantal vaste contactmomenten per week met de trainer. Dat is niet in elk geval toereikend.
Onderscheidend
Dagnall Talen onderscheidt zich door in te zetten op uitbreiden van het draagvlak voor een taalcursus Nederlands op de werkvloer. Wij stimuleren collega’s en leidinggevenden van de organisatie om voor een continu proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursisten in de doeltaal te communiceren. Door het consequent uitdragen van het belang van taal op de werkvloer op deze manier, wordt de waarde van een goede taalbeheersing samen ervaren en voelen deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
De juiste weg naar een betere taalvaardigheid Nederlands
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen gefocust op de vraag van de cursist, klant, werkgever of organisatie, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) NT2 is uiteraard ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Nederlands NT2 die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u echt waar voor uw geld krijgt. Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut bereiken onze taaltrainers door een mix van deze beproefde leermethode met het oogmerk op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor taalcursussen die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt individuele cursussen, duocursussen (2 cursisten), groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie. Onze taaltrainers geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en de taaltrainers spelen voortdurend op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer plezierige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Nederlands NT2 van Dagnall Talen. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en weldoordachte werkmethode is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursus Nederlands is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens aangepast aan de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Effectief Nederlands leren bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Ons taleninstituut cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus aan ons kunt overlaten. Deze individuele cursussen en groepstaalcursussen biedt Dagnall voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken we gebruik van moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te verzekeren. Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall biedt individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd. De individuele taalcursussen van Dagnall Talen staan al decennia bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement. Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Nederlands van 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. De groep houden we bij voorkeur zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te verhogen en de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen. Onze groepscursussen zijn maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands omdat in vrij korte tijd behoorlijk veel informatie wordt opgenomen. Doordat de cursus intensief is, wordt meer vooruitgang gemaakt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden. Een ander belangrijk voordeel van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Ook kan een individuele cursus ideaal worden afgestemd op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van groepscursussen Nederlands is vooral de interactie met de andere deelnemers; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies. Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van de fouten van anderen kunnen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. Deze afwisseling kunnen cursisten leuker vinden. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt. Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) voor de cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij individuele cursussen Nederlands alleen met de docent worden gevoerd en gedaan. Het geleerde kan niet worden geoefend in de groep doordat er geen interactie is met andere cursisten. Ook is het niet mogelijk om van de fouten van andere cursisten te leren omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers iets sneller zijn afgeleid. Daardoor is het rendement iets lager. Deels kan dit ondervangen worden door groepen wat kleiner te houden (bijvoorbeeld minigroepen). Ook kunnen groepscursussen Nederlands minder goed op individuele leerstijlen van deelnemers worden afgestemd. Dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele deelnemers, is een ander minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall geeft taalcursussen (Nederlands) voor beginners, halfgevorderden en gevorderden. Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan. Daarom verzorgt Dagnall Talen de taaltrainingen ook incompany en online. Dagnall Taleninstituut biedt de keuze uit de
onderstaande cursusvormen Nederlands. Ook is een combinatie van deze taalcursussen mogelijk. Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als antwoord op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Een nieuw verschijnsel was dat de les volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvond. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om foutloos Nederlands te leren verstaan en spreken, wat begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met driloefeningen om Nederlandse zinnen alsook structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltaaltrainers Nederlands kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten Nederlands een koptelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Nederlands wordt pas aangeboden als het mondelinge Nederlands vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al gauw grote bezwaren tegen de saaie drills. De techniek haperde wel eens. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats hiervan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Nederlands) niet gaat om het memoriseren van de (Nederlandse) grammatica, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), waar veel taaldocenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Een juiste uitspraak Nederlands wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. Ook voor grotere groepen is deze audiolinguale methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen input verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Nederlands om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die nadien worden herhaald. De Nederlandse woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. Deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens veranderd; Nederlandse woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst verwijderd. De Nederlandse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. (Taal)kennis in het algemeen wordt onthouden als deze kennis relevant en van betekenis is. De GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze methode kan goed werken voor lerenden die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje. Het opschrijven functioneert beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de methode bijzonder tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). De methode probeert het Nederlands aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op die wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de lerende in het Nederlands wordt ondergedompeld, werkt de leermethode het meest effectief. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, dienen de leeractiviteiten in het Nederlands stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Nederlands, omdat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De leermethode richt zich vooral op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. Studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van het Nederlands door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. De studenten wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse benaming: Structural Approach; ‘SA’) is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van specifieke combinaties van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze vaste woordcombinaties worden aangedragen aan de studenten in betekenisvolle situaties met gebruik van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die het meest gebruikt worden, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheid Nederlands (luisteren en spreken) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten de Nederlandse taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De leren eveneensden krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren eveneens in welke situatie bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties passend zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structural Approach heeft ook keerzijden. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen input van lerenden is behoorlijk gelimiteerd; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een taal (zoals Nederlands).
De studenten leren het Nederlands in de praktijk te brengen met gebruik van CLT-technieken door de interactie met de docent Nederlands alsook met elkaar. Authentieke teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit de werkomgeving en het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent Nederlands echt een trainer, die de lerende helpt in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag aan het leren van talen middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend omdat zij snel succeservaringen hebben. Foutjes maken mag; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van studenten. Deze manier van leren is voor sommige studenten moeilijk of ongewoon, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT traint de vaardigheden; het gaat daarbij om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als leermethode geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit anders. Hij ontwikkelde omstreeks 1783 een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Dat werd beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainer draagt kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Alhoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur van het Nederlands, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands behoorlijk achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studeren zelden mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de leermethode ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het werken in groepen biedt deze leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die wordt gebruikt bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het begin omgeven wordt door de nieuwe taal. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De leeromgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in een klein groepje. Een andere methode om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een erg goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan uitstekend worden ontwikkeld met de methode van onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode vrij intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in het Nederlands want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe is de student 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een vrij korte tijd de Nederlandse taal leert, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut en wetenschapper Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Lozanov stelt dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer (Nederlands) en de lerenden van essentiële betekenis. Hiervoor dienen studenten zich ontspannen en veilig te voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren ongeschikt om dit te kunnen bereiken. Studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die werden gezet in een halve cirkel en in de les werd altijd muziek gespeeld op de achtergrond. De leermethodiek zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Bij de teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren voor ze, konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. In de lessen was er veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland). Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende minder hinder heeft van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Tegelijk is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de zijde van de Nederlandse docent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning geheten, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een taalverwervingsmethode waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Community Language Learning is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de docent fungeert als een counselor die de zinnen van de lerenden parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als zij de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig zijn. De docent (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten als middel om de Nederlandse taal te leren. Er is geen lesboek Nederlands dat wordt gebruikt; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is in hoge mate afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima functioneren wanneer deze correct wordt gebruikt. Voor grote groepen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken vinden veel lerenden nuttig. Niet alleen tijdens de les Nederlands, maar eveneens buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren als team te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van de fouten en het evalueren van de taalles Nederlands. Vaak blijven zulke correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Een keerzijde kan zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Sommige studenten worden in hun Nederlands spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Nederlands neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor lerenden om de Nederlandse taal zelf te ontdekken.
De rol van de docent Nederlands is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar de lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat van de te leren taal geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten om het Nederlands op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Alhoewel de methode een ongewone aanpak had, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Deze methode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Nederlands van de lerende en zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs Nederlands wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. Het maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de lerende wordt met de methode goed gestimuleerd.
Het nadeel van de methode van Gouin is dat taal die iets abstracter of subjectiever is, lastig met bewegingen en expressies in één concrete ervaring te vangen is. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van het Nederlands te beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, een drankje bestellen, met een klantenservice bellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het taalniveau Nederlands van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van lerenden (met name lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De student komt op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met het Nederlands en leert zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs; Scott Thornbury, ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s) bij het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van Dogme-taalonderwijs is het houden van echte conversaties die over praktische items gaan. Hierbij gaat het om communicatie als de inspirator van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak van taalonderwijs, die een vreemde taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen taaldocent en studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de parallellen met het taakgericht leren van talen (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor taaldocenten Nederlands. Dat de lerenden de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces, kan erg motiverend werken. Voorspelbaar is de taalles Nederlands zo niet. Het zorgt voor spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is zo goed als elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt dat studenten alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden, kunnen studenten zich echter wel iets ongemakkelijk voelen. Ook zijn niet alle taaltrainers Nederlands voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat lerenden zich vaak op een specifiek examen Nederlands moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof tijdens de taalles aan de orde komt, kan een bijkomend nadeel zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie om een vreemde taal (zoals het Nederlands) te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Nederland voeren deze activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productie. De Nederlandse woordenschat alsook de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en de deelnemers beginnen nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de Nederlandse cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving Nederlands geboden. Deze zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Nederlands verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze methode is dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt eenvoudig: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klanken; de Nederlandse tekst begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen wordt geoefend totdat het heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan Nederlands kan spreken met de opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze methode. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het leren van het Nederlands aanzienlijk effectiever gaat, is een bijkomende reden.
De techniek van Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waarin is aangetoond dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement is hoog.
De keerzijde van deze techniek is dat lerende het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Nederlands vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Nederlands praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Bekende taken worden uitgebreid of deels veranderd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe inzetbaar voor elke doelgroep, ongeacht leeftijd of achtergrond en de methodiek kan ook in iets grotere klassen worden gebruikt. Het geleerde Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Het feit dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten zijn uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethode (als aanvulling) nodig is. De leermethodiek is bovendien niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Rond het jaar 1900, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief geleerd, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden de lerenden de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht waren er voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Nederlands). Het werd gestimuleerd de studenten vaak in het Nederlands te laten spreken. Het was eveneens een nieuw verschijnsel dat de lessen in het Nederlands gegeven werden. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de (Nederlandse) woordenschat werd gedaan aan de hand van voorbeelden en afbeeldingen. De studenten boden abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Spreken en luisteren worden ruimschoots behandeld, waardoor de lerenden vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. De methode heeft eveneens minpunten. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid (Nederlands) en relatief weinig aandacht aan lezen. Voor meer gevorderde studenten Nederlands biedt deze leermethode niet genoeg uitdaging. Omdat de Directe Methode van een dynamische inzet vanuit de studenten uitgaat, is de leermethode eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal (zoals Nederlands) dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een trainer Nederlands, die maar één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het Nederlandse woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de Nederlandse zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten Nederlandse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan door studenten als een nadeel worden ervaren.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De trainer Nederlands gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties te krijgen en ze aan te moedigen om fouten te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn gekleurde staafjes die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn Gattegno’s ideeën van invloed geweest, alhoewel The Silent Way in de originele versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom beschouwd worden, is de sterke kant van de aanpak van Gattegno. In feite is de taaltrainer Nederlands dienstbaar aan de lerenden, niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Doorgaans wordt de geleerde stof goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een nadeel van de methode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de docent Nederlands. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af gaat, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De trainer Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich doordat de verhalen vrij eenvoudig te begrijpen zijn. Zo worden Nederlandse structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De lerenden worden door de taaltrainer op grammaticale verschijnselen van het Nederlands gewezen, zonder dat lerenden regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van studenten een verhaal maken, is een variant. De trainer Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de Nederlandse vertaling erbij, om daarna hier een verhaal van te maken samen met de lerenden. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze om Nederlands te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor studenten werkt de methode zeer motiverend om zelf een verhaal te maken.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt, is een keerzijde.
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd gevonden met een tekst in twee talen, door middel waarvan de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. De taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo de uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker Nederlands) vergelijken. Door de voorbeeldspreker minder snel te laten praten en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken, kan uitspraakverbetering worden bereikt.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid Nederlands te oefenen. De software controleert de Nederlandse grammatica en spelling en wijst op fouten en biedt de mogelijkheid om deze fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone omvat eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel toegepast en zeker niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA gebruiken de methode van Rosetta Stone. Rosetta Stone wordt in ons land ingezet door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationaal opererende organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke delen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben, kunnen de studenten zelf bepalen. Veel lerenden ervaren het als plezierig om te werken met de methode. Bij een gebrek aan docenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor onderwijsinstellingen. Dat er geen taaltrainer is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel van de methode zijn.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door de lerende worden nagesproken en weer herhaald. Deze Nederlandse zinnen zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in het Nederlands. De grammaticale structuren van het Nederlands worden niet uitgelegd maar deze worden aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur deed onderzoeken naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met de methode variëren. Over het algemeen zijn lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode zeer goed doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Nederlands spreken.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een minpunt van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen van het Nederlands om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog. Dit taleninstituut kan beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ principe was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen in kleine delen opgebouwd en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en het Nederlands gewezen, als die verbanden er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de studenten Nederlands het voorgaande begrepen en verworven hebben. Behalve Nederlandse woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnen bouwen. Ook maakt de leermethode gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands. De gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak Nederlands op efficiënte wijze. Een keerzijde van de methode is dat de taalcursussen Nederlands geen schrijfvaardigheid bieden. Een echte interactie is er ook niet, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus (zoals Nederlands) is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten werken bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling wordt hiernaast weergegeven, met grammaticale toelichting. Om de uitspraak Nederlands te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native (moedertaal) speakers en die de lerende herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is ruim.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent Nederlands beschikbaar om de cursist te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als antwoord op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Een nieuw verschijnsel was dat de les volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvond. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om foutloos Nederlands te leren verstaan en spreken, wat begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met driloefeningen om Nederlandse zinnen alsook structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltaaltrainers Nederlands kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten Nederlands een koptelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Nederlands wordt pas aangeboden als het mondelinge Nederlands vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al gauw grote bezwaren tegen de saaie drills. De techniek haperde wel eens. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats hiervan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Nederlands) niet gaat om het memoriseren van de (Nederlandse) grammatica, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), waar veel taaldocenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Een juiste uitspraak Nederlands wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. Ook voor grotere groepen is deze audiolinguale methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen input verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Nederlands om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die nadien worden herhaald. De Nederlandse woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. Deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens veranderd; Nederlandse woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst verwijderd. De Nederlandse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. (Taal)kennis in het algemeen wordt onthouden als deze kennis relevant en van betekenis is. De GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze methode kan goed werken voor lerenden die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje. Het opschrijven functioneert beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de methode bijzonder tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). De methode probeert het Nederlands aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op die wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de lerende in het Nederlands wordt ondergedompeld, werkt de leermethode het meest effectief. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, dienen de leeractiviteiten in het Nederlands stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Nederlands, omdat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De leermethode richt zich vooral op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. Studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van het Nederlands door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. De studenten wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse benaming: Structural Approach; ‘SA’) is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van specifieke combinaties van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze vaste woordcombinaties worden aangedragen aan de studenten in betekenisvolle situaties met gebruik van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die het meest gebruikt worden, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheid Nederlands (luisteren en spreken) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten de Nederlandse taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De leren eveneensden krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren eveneens in welke situatie bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties passend zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structural Approach heeft ook keerzijden. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen input van lerenden is behoorlijk gelimiteerd; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een taal (zoals Nederlands).
De studenten leren het Nederlands in de praktijk te brengen met gebruik van CLT-technieken door de interactie met de docent Nederlands alsook met elkaar. Authentieke teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit de werkomgeving en het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent Nederlands echt een trainer, die de lerende helpt in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag aan het leren van talen middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend omdat zij snel succeservaringen hebben. Foutjes maken mag; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van studenten. Deze manier van leren is voor sommige studenten moeilijk of ongewoon, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT traint de vaardigheden; het gaat daarbij om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als leermethode geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit anders. Hij ontwikkelde omstreeks 1783 een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Dat werd beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainer draagt kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Alhoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur van het Nederlands, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands behoorlijk achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studeren zelden mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de leermethode ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het werken in groepen biedt deze leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die wordt gebruikt bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het begin omgeven wordt door de nieuwe taal. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De leeromgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in een klein groepje. Een andere methode om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een erg goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan uitstekend worden ontwikkeld met de methode van onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode vrij intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in het Nederlands want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe is de student 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een vrij korte tijd de Nederlandse taal leert, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut en wetenschapper Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Lozanov stelt dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer (Nederlands) en de lerenden van essentiële betekenis. Hiervoor dienen studenten zich ontspannen en veilig te voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren ongeschikt om dit te kunnen bereiken. Studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die werden gezet in een halve cirkel en in de les werd altijd muziek gespeeld op de achtergrond. De leermethodiek zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Bij de teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren voor ze, konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. In de lessen was er veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland). Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende minder hinder heeft van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Tegelijk is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de zijde van de Nederlandse docent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning geheten, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een taalverwervingsmethode waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Community Language Learning is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de docent fungeert als een counselor die de zinnen van de lerenden parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als zij de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig zijn. De docent (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten als middel om de Nederlandse taal te leren. Er is geen lesboek Nederlands dat wordt gebruikt; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is in hoge mate afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima functioneren wanneer deze correct wordt gebruikt. Voor grote groepen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken vinden veel lerenden nuttig. Niet alleen tijdens de les Nederlands, maar eveneens buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren als team te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van de fouten en het evalueren van de taalles Nederlands. Vaak blijven zulke correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Een keerzijde kan zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Sommige studenten worden in hun Nederlands spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Nederlands neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor lerenden om de Nederlandse taal zelf te ontdekken.
De rol van de docent Nederlands is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar de lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat van de te leren taal geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten om het Nederlands op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Alhoewel de methode een ongewone aanpak had, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Deze methode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Nederlands van de lerende en zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs Nederlands wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. Het maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de lerende wordt met de methode goed gestimuleerd.
Het nadeel van de methode van Gouin is dat taal die iets abstracter of subjectiever is, lastig met bewegingen en expressies in één concrete ervaring te vangen is. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van het Nederlands te beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, een drankje bestellen, met een klantenservice bellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het taalniveau Nederlands van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van lerenden (met name lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De student komt op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met het Nederlands en leert zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs; Scott Thornbury, ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s) bij het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van Dogme-taalonderwijs is het houden van echte conversaties die over praktische items gaan. Hierbij gaat het om communicatie als de inspirator van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak van taalonderwijs, die een vreemde taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen taaldocent en studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de parallellen met het taakgericht leren van talen (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor taaldocenten Nederlands. Dat de lerenden de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces, kan erg motiverend werken. Voorspelbaar is de taalles Nederlands zo niet. Het zorgt voor spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is zo goed als elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt dat studenten alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden, kunnen studenten zich echter wel iets ongemakkelijk voelen. Ook zijn niet alle taaltrainers Nederlands voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat lerenden zich vaak op een specifiek examen Nederlands moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof tijdens de taalles aan de orde komt, kan een bijkomend nadeel zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie om een vreemde taal (zoals het Nederlands) te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Nederland voeren deze activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productie. De Nederlandse woordenschat alsook de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en de deelnemers beginnen nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de Nederlandse cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving Nederlands geboden. Deze zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Nederlands verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze methode is dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt eenvoudig: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klanken; de Nederlandse tekst begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen wordt geoefend totdat het heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan Nederlands kan spreken met de opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze methode. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het leren van het Nederlands aanzienlijk effectiever gaat, is een bijkomende reden.
De techniek van Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waarin is aangetoond dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement is hoog.
De keerzijde van deze techniek is dat lerende het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Nederlands vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Nederlands praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Bekende taken worden uitgebreid of deels veranderd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe inzetbaar voor elke doelgroep, ongeacht leeftijd of achtergrond en de methodiek kan ook in iets grotere klassen worden gebruikt. Het geleerde Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Het feit dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten zijn uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethode (als aanvulling) nodig is. De leermethodiek is bovendien niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Rond het jaar 1900, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief geleerd, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden de lerenden de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht waren er voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Nederlands). Het werd gestimuleerd de studenten vaak in het Nederlands te laten spreken. Het was eveneens een nieuw verschijnsel dat de lessen in het Nederlands gegeven werden. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de (Nederlandse) woordenschat werd gedaan aan de hand van voorbeelden en afbeeldingen. De studenten boden abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Spreken en luisteren worden ruimschoots behandeld, waardoor de lerenden vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. De methode heeft eveneens minpunten. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid (Nederlands) en relatief weinig aandacht aan lezen. Voor meer gevorderde studenten Nederlands biedt deze leermethode niet genoeg uitdaging. Omdat de Directe Methode van een dynamische inzet vanuit de studenten uitgaat, is de leermethode eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal (zoals Nederlands) dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een trainer Nederlands, die maar één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het Nederlandse woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de Nederlandse zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten Nederlandse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan door studenten als een nadeel worden ervaren.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De trainer Nederlands gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties te krijgen en ze aan te moedigen om fouten te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn gekleurde staafjes die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn Gattegno’s ideeën van invloed geweest, alhoewel The Silent Way in de originele versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom beschouwd worden, is de sterke kant van de aanpak van Gattegno. In feite is de taaltrainer Nederlands dienstbaar aan de lerenden, niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Doorgaans wordt de geleerde stof goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een nadeel van de methode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de docent Nederlands. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af gaat, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De trainer Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich doordat de verhalen vrij eenvoudig te begrijpen zijn. Zo worden Nederlandse structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De lerenden worden door de taaltrainer op grammaticale verschijnselen van het Nederlands gewezen, zonder dat lerenden regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van studenten een verhaal maken, is een variant. De trainer Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de Nederlandse vertaling erbij, om daarna hier een verhaal van te maken samen met de lerenden. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze om Nederlands te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor studenten werkt de methode zeer motiverend om zelf een verhaal te maken.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt, is een keerzijde.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd gevonden met een tekst in twee talen, door middel waarvan de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. De taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo de uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker Nederlands) vergelijken. Door de voorbeeldspreker minder snel te laten praten en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken, kan uitspraakverbetering worden bereikt.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid Nederlands te oefenen. De software controleert de Nederlandse grammatica en spelling en wijst op fouten en biedt de mogelijkheid om deze fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone omvat eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel toegepast en zeker niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA gebruiken de methode van Rosetta Stone. Rosetta Stone wordt in ons land ingezet door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationaal opererende organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke delen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben, kunnen de studenten zelf bepalen. Veel lerenden ervaren het als plezierig om te werken met de methode. Bij een gebrek aan docenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor onderwijsinstellingen. Dat er geen taaltrainer is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel van de methode zijn.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door de lerende worden nagesproken en weer herhaald. Deze Nederlandse zinnen zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in het Nederlands. De grammaticale structuren van het Nederlands worden niet uitgelegd maar deze worden aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur deed onderzoeken naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met de methode variëren. Over het algemeen zijn lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode zeer goed doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Nederlands spreken.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een minpunt van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen van het Nederlands om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog. Dit taleninstituut kan beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ principe was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen in kleine delen opgebouwd en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en het Nederlands gewezen, als die verbanden er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de studenten Nederlands het voorgaande begrepen en verworven hebben. Behalve Nederlandse woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnen bouwen. Ook maakt de leermethode gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands. De gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak Nederlands op efficiënte wijze. Een keerzijde van de methode is dat de taalcursussen Nederlands geen schrijfvaardigheid bieden. Een echte interactie is er ook niet, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus (zoals Nederlands) is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten werken bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling wordt hiernaast weergegeven, met grammaticale toelichting. Om de uitspraak Nederlands te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native (moedertaal) speakers en die de lerende herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is ruim.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent Nederlands beschikbaar om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Er is ook een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen Nederlands: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere methode: De Methode van Dagnall.
Het alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral door de focus van Dagnall steeds op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist Nederlands het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met Nederlandse woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tenslotte beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele thema’s en ontwikkelingen die voor de cursist interessant zijn. Onze taaldocenten Nederlands zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van de Nederlandse taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Auditief, visueel of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verder verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk geworden van Dagnall, maar deze werkwijze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online gevolgd kan worden, dus op afstand. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd worden. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten bij blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; zoals persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Taleninstituut Dagnall eveneens blended learning op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het platform biedt interactieve en gevarieerde content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform ook een eigen App voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Nederlands leren waar en wanneer ze maar willen. De oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook na afloop van de training Nederlands beschikbaar. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners of klanten uit Nederland kunnen op het gebied van taal veelal een uitdaging zijn. Werknemers die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven daarom vaak cruciaal.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall leert u Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Nederlands verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen Nederlands zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining Nederlands
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom: - Een laptop, pc/iMac of tablet met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall Taleninstituut kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten Nederlands
Onze online alsook de blended (taal)cursussen worden door toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) docenten gegeven
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze docenten zijn HBO of universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn betaalbare maatwerktrainingen die specifiek worden afgestemd op uw behoeften en wensen
De inhoud wordt op het leerplan afgestemd om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen Nederlands zelfverzekerd en snel te bereiken
De Dagnall online (of blended) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies wordt de woordenschat Nederlands en de structuur die in de voorbereiding en voortzetting van de lessen zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij de combinatie van videosessies en zelfstudie is het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van onze face-to-face cursussen
De lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat u thuis alles kunt herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze trainers geven naast de taalcursussen ook tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursist en de trainer en zijn van groot belang voor het slagen van een taaltraining Nederlands.
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen Nederlands door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands NT2 ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands NT2 ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Dagnall Talen organiseert de cursus Nederlands NT2 op alle taalniveaus. Voor de bepaling van de taalniveaus hanteren wij het Europees Referentiekader (ERK). De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
Afhankelijk van uw taalniveau en ambitie kunnen onze taaltrainers u eventueel voorbereiden op het inburgeringsexamen of Staatsexamen Nederlands Programma I en II. De cursus Nederlands NT2 kan op iedere gewenste en geschikte locatie plaatsvinden.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Afhankelijk van uw taalniveau en ambitie kunnen onze taaltrainers u eventueel voorbereiden op het inburgeringsexamen of Staatsexamen Nederlands Programma I en II. De cursus Nederlands NT2 kan op iedere gewenste en geschikte locatie plaatsvinden. Na het volgen van uw cursus Nederlands NT2 ontvangt u een eerlijk verdiend ‘Dagnall Talen-certificaat’. Het ERK is een instrument dat de verschillende niveaus van taalvaardigheid omschrijft op een uniforme wijze. Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa. Het ERK omschrijft vijf taalvaardigheden, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse afkorting en term wordt ook vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader kent ook zes niveaubeschrijvingen, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker. Deze verschillende niveaus van vaardigheid worden gemeten van laag naar hoog: A1, A2, B1, B2, C1 en C2. Niveau A is van toepassing op beginners. De cursist die niveau B beheerst, bezit alle basiskennis in de bewuste taal. Niveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Mensen die de Nederlanse taal beheersen op niveau C, kennen deze taal op bijna moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De pijlers van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee maal door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons taleninstituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en de NRTO heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld een cursus Nederlands NT2, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De de NRTO-gedragscode is gebaseerd op vijf beginselen: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de Stichting van de Arbeid en de media en de SER.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met verschillende andere organisaties, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. De leden van de NRTO zijn allemaal ondernemers.Leden van het NRTO werken klantgericht en resultaatgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands NT2 sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Hiervoor is continue innovatie onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse besturen, commissies en adviesraden vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde nodig zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan nodig worden bewaard en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging beschermd te worden. Vanzelfsprekend voldoet Dagnall aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en Dagnall verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands NT2 zijn vrijgesteld van btw
Dagnall staat ingeschreven in het CRKBO-register. CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een cursus Nederlands aan
U kunt direct contact met ons opnemen voor een cursus Nederlands NT2. Voor meer informatie over onze cursussen stuurt u een e-mail naar cursus-nederlands-nt2@dagnall.nl of belt u ons op telefoonnummer 085-2737302 (geen belmenu).
Of ga naar ons contactformulier. Uiteraard kunt u ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
De beste weg naar een cursus Nederlands met Dagnall!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u de provincies van Nederland onderscheiden?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zich bevinden?
Met deze oefening leert u de 12 Nederlandse provincies zeer snel kennen.
Controleer uw kennis door met uw muis op de landkaart van Nederland te gaan staan.
Door met de cursor de op de landkaart van Nederland te gaan staan, kun u de bestuurlijke indeling van Nederland zien.
De provincies wisselen elkaar af.
Eerst wordt de provincies van Nederland getoond, vervolgens krijgt u de naam van deze provincie te zien.
Binnen een minuut hebt u een aardig beeld van de regionale verdeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie hieronder over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders, zal u hier zeker bij helpen.
Items zoals typische Nederlandse gebruiken en gewoonten, bekende exportproducten en beroemde Nederlanders hebben wij opgesomd.
Verschillende kenmerkende items van de Nederlandse taal en/of Nederland.
Een aantal landspecifieke weetjes leren, kan heel handig bij een eerste contact of een opening bieden voor een gesprek.
U kunt deze kennis over land, mens en cultuur ook inzetten mocht een stilte dreigen te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Nederlands.
Tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen kunt u in ieder geval niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen maar ook de verkregen kennis over Nederland laten blijken.
Zo kunt u ook dingen te weten komen over de specifieke Nederlandse eetcultuur en de Nederlandse gerechten.
Koken en eten brengt mens en cultuur samen.
De nieuw verkregen taalkennis alsook de kennis over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders zal zeker gerespecteerd worden!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Verder eten Nederlanders veel brood. Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook appelentroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken er koffie, thee of melk bij. De lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje tomaat of komkommer of een snack. Rond 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders een warme maaltijd. De traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders een pudding of fruit. ’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders vaak nog een kopje koffie en eten hier een koekje bij. Een populair gerecht in de winter is erwtensoep. Dit is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. Samen met roggebrood en spek is het een complete maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden gemaakt van slachtafval. Hoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn veel brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Verder eten Nederlanders veel brood. Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook appelentroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken er koffie, thee of melk bij. De lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje tomaat of komkommer of een snack. Rond 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders een warme maaltijd. De traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders een pudding of fruit. ’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders vaak nog een kopje koffie en eten hier een koekje bij. Een populair gerecht in de winter is erwtensoep. Dit is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. Samen met roggebrood en spek is het een complete maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden gemaakt van slachtafval. Hoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn veel brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
In Nederland wonen ongeveer 17 miljoen inwoners. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. De koning is het staatshoofd; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en grenst aan de Noordzee, Duitsland en België. Nederland beslaat een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. In Amsterdam wonen meer dan 800.000 mensen. Andere belangrijke en grote steden zijn Rotterdam, Den Haag, Eindhoven en Utrecht. Nederland omvat twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ is afkomstig van het woord neder, wat op een geografisch lager liggend gebied duidt; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Sinds jaar en dag bekend om tulpen, klompen, kaas, stroopwafels, fietsen en molens. De grachten van Amsterdam staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is vermaard om de strijd tegen het water,
noodzakelijk door de ligging (voor een groot deel) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland kun je dit goed zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote stukken land ingepolderd en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn schilders waar veel mensen voor naar Nederland komen. Denk aan Rembrandt, Vermeer, Van Gogh, Mondriaan en Rietveld.
Symbool van Nederland Het symbool voor Nederland als waterland is de zeventiende-eeuwse grachtengordel van Amsterdam, die ook op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat, alsook de tulp.
Minder bekend over Nederland
Minder algemeen bekend is dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is. En ook dat Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin in Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied dat nog in gebruik is. Ook apart is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen kweken als steunbetuiging voor het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Als blijk van hartelijkheid, geven de Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen wanneer ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar bij uitzondering. Over het algemeen geven mannen in Nederland elkaar een vrij stevige handdruk. Nederland is een plat en klein land: een ideaal land om te fietsen. In Nederland is een fiets een erg gebruikelijk vervoermiddel. In Nederlandse steden zie je moeders of vaders met een bakfiets of een fiets met een karretje, waarin de kinderen naar het dagverblijf worden gebracht.
Op de fiets worden helmen vaker niet dan wel gedragen op de fiets. In Nederland zijn woningen zijn vaak van het type ‘doorzonwoning’. Dat houdt in grote raampartijen aan de voorkant en de achterkant van het huis, waardoor de zon de kamer in kan schijnen. De gordijnen houden Nederlanders het liefst open, zodat ze kunnen zien wat er buiten gebeurt. Iedere voorbijganger kan ook precies zien wat zich binnen afspeelt. Nederlanders vieren graag hun verjaardag, ook op volwassen leeftijd.
De Mensen zitten in een kring en de gastvrouw of gastheer serveert koffie met taart. Op het werk trakteert de persoon die jarig is op gebak. Cadeautjes worden meteen door de jarige uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) zijn de mensen in Nederland vrij en gaan naar buiten in oranje kleding, vaak ook met een oranje pruik. In steden en dorpen worden op straat spellen gedaan en de mensen verkopen oude spullen op een kleedje. De rest van het jaar is het levensmotto: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je vooral niet te veel hoeft op te vallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Taalbeheersing Nederlands is kennen maar vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Door het accent te leggen op kunnen, kan de cursist de opgedane kennis van het Duits sneller actief toepassen.
Voor u het weet, voert u al een gesprek in het Nederlands of begrijpt u opeens de e-mails of brieven die u krijgt. Dit is wel zo prettig! Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
De Nederlandse taal valt binnen de West-Germaanse taalfamilie. Het Nederfrankisch ontstond tussen 300 en 800 n.Chr. uit het West-Germaans, wat de basis zou worden van wat nu het Nederlands is. Het moderne Nederlands is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.). het Nieuwnederlands kwam weer voort uit het Middelnederlands of Diets. Deze taal werd in de periode 1170-1500 n.Chr. gesproken. De Nederlandse taal wordt gesproken door ongeveer 25 miljoen mensen in
Nederland zelf, maar ook in België, Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten en Caribisch Nederland en in een stukje van Noordwest-Frankrijk. Door een klein groepje oudere mensen in Indonesië wordt ook nog Nederlands gesproken. Daarnaast wordt nog Nederlands gesproken onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Het is daarnaast één van de officiële talen van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor anderstaligen kan de uitspraak van de Nederlandse taal moeilijk zijn. De vele tweeklanken, zoals ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ zijn vaak een struikelblok. Voornamelijk de ‘ui’-klank is lastig; het is een klank die maar in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Daarnaast kent het Nederlands ook nog drieklanken, waarbij de klank glijdend overgaat van de begin- naar de eindklank. Bijvoorbeeld: eeuw, ieuw, aai, ei en oi.
In het Nederlands wijkt de spelling van de klanken bij sommige letters af van wat in andere talen gebruikelijk is. De letter ‘u’ wordt bijvoorbeeld in vrijwel alle talen uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers zijn de g en de ch in het Nederlands afwijkend in vergelijking met de meeste andere talen. De g en de ch klinken in het Nederlands zo goed als hetzelfde; als een schrapende keelklank. Ook de medeklinkercombinaties zijn kenmerkend voor het Nederlands. Zowel de ‘sch’ als de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ zijn voor menig anderstalige een echte tongbreker en wat te denken van de medeklinkercombinaties in ‘herfst’, ‘strand’ en ‘fietstas’? Begin- en eindclusters komen in de Nederlandse taal vaak voor. Het is handig om deze clusters te herkennen en te oefenen. Om het gemakkelijker te maken, kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers geplaatst worden: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
De uitspraak van eindletters wordt in het Nederlands vaak niet uitgesproken, met name de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Er is geen verschil hoorbaar tussen wind en wint. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de kenmerkende harde g en de ui en de eu-klanken. Nederlanders hebben de typische gewoonte om veel dingen te verkleinen: kopje, lepeltje, schoteltje, waarschijnlijk omdat dit gezellig klinkt.
De Nederlandse taal heeft sporen van naamvallen in woorden als ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s ochtends (des ochtends).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, net zoveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes ». Ze worden ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd en worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Le Bé was lettermaker en de bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor het woord guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Het Nederlands heeft ook stopwoordjes, net zoals elke taal. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende ‘hè’ na een zin of zinsdeel. Bijvoorbeeld “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken deze stopwoordjes of opvulwoorden ook als ze Engels spreken. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het woordje ‘hè’ is het vragen om bevestiging: “Nietwaar?”
In het Nederlands hoor je vaak aan het begin van een zin: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’ of ‘Nou ja,…’. De spreker heeft een aanloopje nodig om zijn boodschap mede te delen. In het midden van een betoog gebeurt hetzelfde. Mensen hebben een korte denkpauze nodig en zeggen een paar woorden die eigenlijk geen betekenis hebben. Elke Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘zeg maar’, ‘als het ware’, ‘ik bedoel’ of ‘weet je wel’. Let ook eens op de keren dat iemand ‘inderdaad’ of ‘eigenlijk’ of ‘ook’ in een paar zinnen gebruikt.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, lezen en/of beluisteren is erg doeltreffend om uw kennis van het Nederlands te vergroten.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van het Nederlands op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leuk en leerzaam zijn. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op op een snelle manier veel Nederlandse woordenschat bijleert.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
NPO 3 FM is het meest bekende publieke radiostation van Nederland. Als u op het logo op het linker computerscherm hierboven klikt, kunt u live naar deze Nederlandse publieke radiozender luisteren.
Radio 538
Radio 538 is de populairste commerciële radiozender in Nederland. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven om direct live naar deze Nederlandstalige commerciële radiozender te luisteren.
Uw favoriete televisieserie met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan even wennen zijn, maar al gauw zult u merken dat dit erg leuk en leerzaam is. NPO is de publieke televisieomroep van Nederland.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de populairste commerciële televisieomroepen voor Nederlandssprekenden. Deze Nederlandstalige televisiezenders kunnen via kabel, satelliet, internet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan promotiefilmpjes van Nederland en van hoofdstad Amsterdam die ook op Youtube zijn te zien. Klik direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding om het filmpje af te spelen. Onder deze promotiefilmpjes zijn de locaties van Nederland alsook Amsterdam op Google Maps weergegeven. U kunt linksboven klikken om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden de satellietbeelden van Nederland en Amsterdam op Google Earth weergegeven. Met de + en – knop rechtsonder kunt u in- en uitzoomen op de kaartjes. Wat kennis van de streek van uw Nederlandse zakenpartner kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
Promovideo Nederland
Dronebeelden Amsterdam
Google Maps Nederland
Google Maps Amsterdam
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder kunt u het actuele nieuws uit Nederland lezen van verschillende nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Dit nieuws wordt automatisch bijgewerkt. Wanneer u Nederlands wilt leren, is het altijd handig en prettig om geïnformeerd te zijn van wat zich in Nederland afspeelt.
Het is eveneens leerzaam om Nederlands nieuws in de Nederlandse taal te lezen. U bent waarschijnlijk al enigszins op de hoogte van het nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met actuele Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
Dagnall Talen verzorgt uiteraard ook cursussen Engels, Duits, Frans, Spaans en vele andere talen. Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die wij naast Nederlands standaard aanbieden.
Vanzelfsprekend kunt u altijd contact met ons opnemen voor een taalcursus in een taal die niet in het overzicht staat vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands