Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Organisaties en bedrijven die in de taalopleiding en taalkennis van hun medewerkers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Wij zijn een taalaanbieder die u precies dat levert: Effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor medewerkers, leidinggevenden en overige professionals. Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Iedere bedrijfstak kent een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een duidelijk concurrentievoordeel en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Frans van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans aan in een brede waaier van vakgebieden.
Wij bieden taalcursussen Frans op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als (intensieve) workshop en als doorlopende, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Frans leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast de klassieke taaltaalcursussen Frans zijn organisaties met name geïnteresseerd in werkgerelateerde taalcursussen zoals schrijfvaardigheid Frans of zakelijk Frans. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgevers. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om middels gecertificeerde taaldocenten met zeer goede beoordelingen en recensies Frans te leren. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel de door u beoogde resultaten.
Filosofie
Het is onze filosofie om Frans te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de Franse taal zonder remmingen en moeiteloos leert. Frans leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor de cursist prettiger en gemakkelijker maken.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen u met grote stappen naar het gewenste niveau door 15 minuten dagelijks te oefenen. Taleninstituut Dagnall is de ideale partner voor iedereen die Frans wil leren.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut stelt de wensen en leerdoelen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarin op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste niveau vastgesteld wordt, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en agenda af.
Na een aantal lessen Frans evalueert de docent de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien noodzakelijk, kan de doelstelling worden bijgesteld. Wij sturen u een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
Het (individuele) contact met de cursisten wordt desgewenst door Dagnall Talen verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele cursisten gedaan De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Frans van ons. Dit formulier alsook de schrijfopdracht moeten worden teruggestuurd vóór de intakedatum Wij verzorgen de intakegesprekken op locatie of op afstand. Het intakegesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden geadviseerd door Dagnall aan de hand van niveaubepaling en vastgesteld in overleg De cursisten worden per taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat! Wij verzorgen de logistiek van lesmateriaal en de cursusbenodigdheden Dagnall brengt geen administratiekosten alsook geen extra toeslag voor avondlessen in rekening Dagnall garandeert en bewaakt de continuïteit van de planning en het lesprogramma Frans Dagnall Taleninstituut is betrokken alsook flexibel!
Dagnall Taleninstituut, Vertaalbureau, Tolkbureau en Tekstbureau is opgezet in 1982. Wij hebben ervaren en kundige taaltrainers die experts zijn op het gebied van taal en in al deze jaren al honderden trainingen Frans voor diverse bedrijven en (overheids)instellingen hebben verzorgd.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte methode van werken, biedt Dagnall Taleninstituut betaalbare en effectieve taalcursussen Frans voor managers. U kunt ervan op aan dat Dagnall Talen uitstekend rendement levert; rendement door maatwerk!
Een betaalbare cursus op maat zorgt voor de beste resultaten
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak essentieel! Taalcursussen (Frans) die zich richten op het verbeteren van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn ondertussen bij veel organisaties gemeengoed. Werknemers zonder of met een beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking in de werkomgeving en willen beter en/of sneller communiceren op de werkplek.
De instructies op de werkvloer willen zij goed kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze mensen willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk hun ambities op het werkgebied realiseren. Hiervoor is een investering in mensen en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf noodzakelijk.
Ons instituut verzorgt betaalbare maatwerk taalcursussen die de luister-, spreek-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer vergroten. Dagnall Taleninstituut helpt en leert cursisten hoe zij de lesstof in hun functie in praktijk kunnen brengen. Ons instituut stemt de lessen af op de wensen van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Als aanvulling op de taallessen, krijgen de cursisten frequent praktijkopdrachten gedurende de cursus, als ondersteuning van de voortgang van het leerproces en de effectiviteit van de training verbeteren.
Een win-winsituatie! Dagnall let eveneens op de minder belichte kant van veel taaltrainingen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun inspanning om de taal te beheersen, om de gewoontes en cultuur van het betreffende land en het bedrijf te begrijpen en om hun omgeving via taal te vergroten. Hiervoor is motivatie en inzet vereist. Daarnaast hebben cursisten slechts een beperkt aantal vaste contactmomenten per week met de trainer. Dit is niet in elke situatie genoeg.
Onderscheidend
Dagnall Taleninstituut onderscheidt zich door zich te richten op vergroting van het draagvlak voor een taalcursus Frans op de werkvloer. Wij stimuleren uitvoerenden en leidinggevenden binnen de werkkring van het bedrijf om te zorgen voor een doorlopend proces van taalverwerving, door direct vanaf de start zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de cursist. Door de relevantie van taal op de werkvloer consequent op deze wijze uit te drukken, wordt de waarde van goede talenkennis gezamenlijk ervaren en voelen deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Diverse wegen voor managers naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans voor managers spits zich niet alleen toe op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Frans voor managers) is ook afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Frans voor Managers die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te gaan toepassen. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen. Het bekende hoge rendement bereikt Dagnall Taleninstituut met een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Dagnall biedt individuele cursussen, zogenaamde duocursussen (2 deelnemers), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 deelnemers, onlinecursussen, een online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie. De taaltrainers van Dagnall gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en spelen voortdurend op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Frans. Onze, door de jaren steeds verder verfijnde en ontwikkelde manier van werken is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursus Frans voor managers is niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens aangepast aan de manier van leren die zeer geschikt is voor de cursisten.
Frans effectief leren bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Talen cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven. Deze individuele cursussen en groepstaalcursussen biedt Dagnall Talentaleninstituut voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. We maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren. Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans
Maatwerkcursussen Frans
Dagnall biedt individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren. Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles. De individuele taalcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement. De individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl. De cursussen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Frans met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen. Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerk taalcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Frans omdat in vrij korte tijd veel informatie wordt opgenomen. Er wordt meer vooruitgang gemaakt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Een ander belangrijk voordeel van een individuele cursus is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Ook is een individuele cursus goed op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van een groepscursus Frans is vooral de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal in de groep door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot voordeel; van elkaars fouten kunnen leren en met de groep in de doeltaal communiceren. De cursisten kunnen deze afwisseling als prettiger ervaren. Groepscursussen zijn daarnaast efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt. Voor de cursisten zijn groepscursussen ook wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele taalcursus Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer. Doordat er geen interactie is met andere lerenden, kan het geleerde niet in een groep worden geoefend. Ook is het niet mogelijk om te leren van fouten van andere cursisten omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor deelnemers.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten iets sneller zijn afgeleid. Daardoor ligt het rendement iets lager. Door de groepen wat kleiner te maken (minigroepen), kan dit deels worden ondervangen. Groepscursussen Frans kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van cursisten worden afgestemd. Een ander minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele deelnemers kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall Talen verzorgt taalcursussen (Frans) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Dagnall Talen biedt daarom de taalcursussen eveneens incompany en online aan. Naast een Cursus Frans voor managers biedt Dagnall
Taleninstituut de keuze uit de onderstaande cursusvormen Frans. Ook is een combinatie van deze verschillende taalcursussen mogelijk. Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als antwoord op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Het was nieuw dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten Frans te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met driloefeningen om Franse zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaldocenten Frans kunnen zo een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en daarna een extra Frans woord toevoegen. Er wordt vaak in de zogeheten talenpractica gewerkt, waarbij lerenden een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Frans wordt pas behandeld wanneer het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Frans.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Men maakte al snel bezwaar tegen deze betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij een taal (zoals Frans) leren niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Franse) grammatica gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Frans), waar het merendeel van docenten vóór de jaren zeventig geen of nauwelijks aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die Frans beginnen te leren effectief. Vanaf het begin wordt de juiste uitspraak Frans aangeleerd. De methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een snelle en efficiënte overdracht van kennis bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
Tevens is deze docentgestuurde kant een nadeel; eigen inbreng wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Frans om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die na verloop van tijd worden herhaald. De opgeschreven Franse zinnen en woorden worden door de studenten hardop gelezen. Deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit gebeurt automatisch door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Franse woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald. De Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden en zinnen in het Frans spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden als deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de student. De methode kan functioneren voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Het met de hand schrijven werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken. Het gebrek aan context is een minpunt van deze leermethode. Talen bestaan uit veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Bovendien is de methode zeer tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans aan te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op deze manier leert de student onbewust ook de taalregels van het Frans. Hiervoor wordt alleen het Frans gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in het Frans worden ondergedompeld. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, dienen de leeractiviteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is al vaak bewezen. Omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers Frans. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De student zou weliswaar leren in het Frans te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier Frans te leren. De studenten krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met het Frans op te bouwen. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde Frans langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Het beheersen van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan het verwerven van woordenschat van het Frans. Bij de Structurele Aanpak gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van specifieke samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aan lerenden aangereikt. De taalstructuren die in de praktijk het meest in het Frans worden gebruikt, worden eerst geleerd. De mondelinge vaardigheid Frans (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten het Frans op een accurate manier leren. De lerende krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structural Approach heeft ook keerzijden. De werkwijze is behoorlijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen input van de student is gelimiteerd; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De studenten leren het Frans in de praktijk te brengen met gebruik van de CLT-technieken door de interactie met de docent Frans en onderling. Authentieke teksten, geschreven in de Franse taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie worden gebruikt. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en docenten Frans dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent Frans echt een trainer, die de student helpt om in het Frans te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa ontstond meer vraag aan het leren van talen op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Franse woorden die zij moeten weten. Het is een efficiënte methode. Deze methode is stimulerend voor de lerenden doordat zij vlug succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en van de studenten vereist het een actieve deelname. Deze manier van leren is voor sommige lerenden lastig of ongewoon, afhankelijk van de achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de taalvaardigheden; het gaat vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Dit onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Frans). Dat werd destijds beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans. De taaltrainers dragen kennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt deze methode geen mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor studenten. De studenten zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engels: language immersion) wereldwijd toegepast, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (zoals wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Frans spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te gaan naar Frankrijk en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om vreemde talen te leren. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode nogal intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in het Frans gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn in principe 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als studenten in een vrij korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een bijkomend nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke training Frans nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Hiervoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen studenten en de taaldocent (Frans). Hiervoor is de voorwaarde dat studenten ontspannen zijn en zich veilig voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in comfortabele stoelen in de les die waren opgesteld in een halve cirkel en in de les werd ook altijd muziek gespeeld. De methode voorgestaan door Georgi Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd afgespeeld. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans) en lijsten met woorden bij de teksten. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Op deze manier werden de lerenden overgehaald om te luisteren en ze konden de nieuwe (Franse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook (Franse) streekgerechten werden in de les bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerende minder hinder zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Voor bepaalde studenten is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de Franse taaldocent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL genoemd, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Community Language Learning is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in de moedertaal. De trainer (Frans) vertaalt en legt uit en hierna herhalen de studenten de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de lerenden onderling als middel om te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen middels zinvolle gesprekken. Er wordt geen leerboek Frans gevolgd.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima werken indien deze op de juiste wijze wordt toegepast. Community Language Learning is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt voor studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden studenten vaak nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar ook buiten de les. Door deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren als een team samen te werken. Studenten leren vaak veel door het bespreken door de foutjes en het evalueren van de les Frans. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de taallessen is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal lerenden wordt geremd in hun Frans spreken als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. De lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering is woordenschat Frans belangrijker dan Franse grammatica. De instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid geboden voor de studenten om zelfstandig de Franse taal te ontdekken.
Het is de taak van de taaldocent Frans om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de leerboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische omwenteling in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren studenten het Frans op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. De studenten gaan vanzelf snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. François Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de ongewone aanpak. De Directe Methode van Maximilian Berlitz overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden Frans sterk ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode creëert levendig onderwijs. Dit type onderwijs Frans wekt de leermethode enthousiasme op van de lerenden door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. studenten Frans worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode worden de communicatieve taalvaardigheden Frans van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de methode is dat taal die iets abstracter of subjectiever is, lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend van de methode van François Gouin is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die immers een scala aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals de Franse taal) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals e-mails schrijven, een boodschap doen, een drankje bestellen, met een klantenservice bellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de taken iets boven het taalniveau Frans van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Frans) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met het Frans en leert op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als minpunt kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs; Scott Thornbury, bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie de filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strikte regels (tien dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode gaat het om communicatie als inspirator van de taal leren (bijvoorbeeld het Frans). Daarom is de methode een communicatieve werkwijze van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen de studenten en de taaltrainer. Net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, kent het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaldocent Frans is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Dat de lerende voor het eigen leerproces verantwoordelijk is, kan zeer motiverend zijn. Voorspelbaar is de les Frans zo nooit. Dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan aan bod komen in Dogme-lessen. Dit zorgt ervoor dat de studenten betrokken en alert blijven.
Als de studenten zo weinig bij de hand worden genomen door de taaltrainer, kunnen ze zich echter wel minder op hun gemak voelen. Ook zijn niet alle taaltrainers Frans in voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Frans, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de les aan de orde komt, kan een keerzijde zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve visie om een nieuwe taal (zoals het Frans) te verwerven. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. GPA gebruikt daarom de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren de activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. De Franse woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving Frans. De zes afzonderlijke fasen van de leermethode bieden realistische doelstellingen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Frans, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het werkt een eenvoudige techniek: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen dan wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Franse tekst ook begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat dit heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname Frans kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan, zijn veel lesboeken geschikt voor deze methode. De Franse audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Doordat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan het Frans aanzienlijk effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-methode is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Frans is de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Frans spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de studenten snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® inzetbaar voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methode eveneens in grotere klassen worden gebruikt. Het verworven Frans wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een bepaald taalniveau werkt en nog een andere methode nodig is als aanvulling. De methodiek is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. Er kwam op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden de studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). Het werd gestimuleerd de studenten veel in het Frans te laten spreken. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de les in het Frans gegeven werd. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) vocabulaire werd aangeleerd door middel van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid in het Frans en zelfvertrouwen. Keerzijden heeft de Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid (Frans) is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook relatief veel minder. Voor de meer gevorderde student Frans, heeft deze leermethode onvoldoende uitdaging te bieden. Voor de langzaam lerende studenten is de Directe Methode tevens niet heel geschikt, doordat de methode van een dynamische inzet van de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal (zoals Frans) dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een trainer Frans gebaseerd, die steeds één Frans woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het Franse woord en deze beweging. Deze herhaling helpt de studenten de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en variaties op deze Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan zijn om dezelfde Franse woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Frans) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocent Frans gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de student, reacties uit te lokken en de student aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de hoeveelheid energie van de studenten. Caleb Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno zei dat taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht dienen te streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om dingen te kunnen leren.
Gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way van Gattegno gebruikt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, voornamelijk bij het leren van de uitspraak, hoewel de Stille Methode in zijn originele versie niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor lerenden, die per slot van rekening worden beschouwd als autonoom, is de sterke kant van de benadering van Gattegno. In principe is de taaltrainer Frans dienstbaar aan de student en niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat een aantal lerenden wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door het gebrek aan inbreng van de docent Frans zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. Door de trainer Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich doordat de verhalen van de trainer vrij eenvoudig zijn te begrijpen. Franse woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van het Frans gewezen, zonder dat studenten regels van het Frans uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van lerenden een verhaal maken, is een variant. Bij deze methode schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Franse vertaling en vervolgens hiervan een verhaal te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven in het Frans volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanboort, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor lerenden en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerende.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
De Rosetta Stone-methode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die is ontdekt in Egypte met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. De taalcursussen zijn beschikbaar in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Frans) om de betekenis van nieuwe (Franse) woorden over te brengen. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de Franse uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een lerende om zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal te vergelijken met die van een moedertaalspreker Frans (native speaker). Door de voorbeeldspreker langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid Frans te oefenen. De software van de methode controleert de Franse grammatica en spelling en wijst op fouten, waarbij optie is om deze fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. De methode van Rosetta Stone wordt in ons land toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel eenvoudig in gebruik en kan door de studenten worden ingezet op ieder moment. Welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de leermethodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een nadeel van de methode kan zijn dat geen taaltrainer beschikbaar is die lerenden motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze cursus bestaat uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door de lerenden vervolgens worden nagesproken en worden herhaald. De Franse voorbeeldzinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les van de cursus biedt een audio-opname van 30 minuten die nieuwe vocabulaire en structuur in het Frans bevat. De grammaticale structuren van het Frans worden niet uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen aangeboden.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder andere in Amerika worden de taalcursussen van Pimsleur gevolgd en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier Frans spreken en in een normaal tempo, werkt de Pimsleur-methode zeer goed als uitspraakverbeteraar.
Het nadeel van de leermethodiek is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen om zelf een Franse zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd geleerd worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Frans), door twee acteurs ingesproken; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursist op pauze drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De les wordt opgebouwd in kleine delen en Franse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Franse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op eventuele verbanden tussen het Engels en het Frans. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de student Frans het voorgaande heeft begrepen en verworven. Behalve Franse woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de methode gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Frans en vinden de cursus plezierig werken. Mensen die al wat verder gevorderd zijn, ervaren de methode van Michel Thomas als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus traint de luistervaardigheid alsook de uitspraak Frans op efficiënte wijze en de cursus is ook zeer toegankelijk. Dat de taalcursus Frans niet in schrijfvaardigheid voorziet, kan als een minpunt worden gezien. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een groep’. Dit was vrij hoog gegrepen voor een taalcursus (zoals Frans). De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Frans en audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten werken bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast deze dialoog, met de grammaticale uitleg. Om de uitspraak van het Frans te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de cursisten verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursisten Frans in hun eigen tempo kunnen leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent Frans beschikbaar om de student te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als antwoord op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Het was nieuw dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten Frans te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met driloefeningen om Franse zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaldocenten Frans kunnen zo een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en daarna een extra Frans woord toevoegen. Er wordt vaak in de zogeheten talenpractica gewerkt, waarbij lerenden een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Frans wordt pas behandeld wanneer het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Frans.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Men maakte al snel bezwaar tegen deze betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij een taal (zoals Frans) leren niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Franse) grammatica gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Frans), waar het merendeel van docenten vóór de jaren zeventig geen of nauwelijks aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die Frans beginnen te leren effectief. Vanaf het begin wordt de juiste uitspraak Frans aangeleerd. De methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een snelle en efficiënte overdracht van kennis bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
Tevens is deze docentgestuurde kant een nadeel; eigen inbreng wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Frans om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die na verloop van tijd worden herhaald. De opgeschreven Franse zinnen en woorden worden door de studenten hardop gelezen. Deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit gebeurt automatisch door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Franse woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald. De Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden en zinnen in het Frans spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden als deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de student. De methode kan functioneren voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Het met de hand schrijven werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken. Het gebrek aan context is een minpunt van deze leermethode. Talen bestaan uit veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Bovendien is de methode zeer tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans aan te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op deze manier leert de student onbewust ook de taalregels van het Frans. Hiervoor wordt alleen het Frans gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in het Frans worden ondergedompeld. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, dienen de leeractiviteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is al vaak bewezen. Omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers Frans. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De student zou weliswaar leren in het Frans te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier Frans te leren. De studenten krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met het Frans op te bouwen. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde Frans langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Het beheersen van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan het verwerven van woordenschat van het Frans. Bij de Structurele Aanpak gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van specifieke samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aan lerenden aangereikt. De taalstructuren die in de praktijk het meest in het Frans worden gebruikt, worden eerst geleerd. De mondelinge vaardigheid Frans (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten het Frans op een accurate manier leren. De lerende krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structural Approach heeft ook keerzijden. De werkwijze is behoorlijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen input van de student is gelimiteerd; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De studenten leren het Frans in de praktijk te brengen met gebruik van de CLT-technieken door de interactie met de docent Frans en onderling. Authentieke teksten, geschreven in de Franse taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie worden gebruikt. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en docenten Frans dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent Frans echt een trainer, die de student helpt om in het Frans te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa ontstond meer vraag aan het leren van talen op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Franse woorden die zij moeten weten. Het is een efficiënte methode. Deze methode is stimulerend voor de lerenden doordat zij vlug succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en van de studenten vereist het een actieve deelname. Deze manier van leren is voor sommige lerenden lastig of ongewoon, afhankelijk van de achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de taalvaardigheden; het gaat vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Dit onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Frans). Dat werd destijds beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans. De taaltrainers dragen kennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt deze methode geen mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor studenten. De studenten zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engels: language immersion) wereldwijd toegepast, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (zoals wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Frans spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te gaan naar Frankrijk en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om vreemde talen te leren. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode nogal intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in het Frans gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn in principe 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als studenten in een vrij korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een bijkomend nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke training Frans nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Hiervoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen studenten en de taaldocent (Frans). Hiervoor is de voorwaarde dat studenten ontspannen zijn en zich veilig voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in comfortabele stoelen in de les die waren opgesteld in een halve cirkel en in de les werd ook altijd muziek gespeeld. De methode voorgestaan door Georgi Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd afgespeeld. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans) en lijsten met woorden bij de teksten. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Op deze manier werden de lerenden overgehaald om te luisteren en ze konden de nieuwe (Franse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook (Franse) streekgerechten werden in de les bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerende minder hinder zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Voor bepaalde studenten is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de Franse taaldocent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL genoemd, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Community Language Learning is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in de moedertaal. De trainer (Frans) vertaalt en legt uit en hierna herhalen de studenten de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de lerenden onderling als middel om te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen middels zinvolle gesprekken. Er wordt geen leerboek Frans gevolgd.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima werken indien deze op de juiste wijze wordt toegepast. Community Language Learning is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt voor studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden studenten vaak nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar ook buiten de les. Door deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren als een team samen te werken. Studenten leren vaak veel door het bespreken door de foutjes en het evalueren van de les Frans. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de taallessen is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal lerenden wordt geremd in hun Frans spreken als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. De lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering is woordenschat Frans belangrijker dan Franse grammatica. De instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid geboden voor de studenten om zelfstandig de Franse taal te ontdekken.
Het is de taak van de taaldocent Frans om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de leerboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische omwenteling in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren studenten het Frans op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. De studenten gaan vanzelf snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. François Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de ongewone aanpak. De Directe Methode van Maximilian Berlitz overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden Frans sterk ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode creëert levendig onderwijs. Dit type onderwijs Frans wekt de leermethode enthousiasme op van de lerenden door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. studenten Frans worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode worden de communicatieve taalvaardigheden Frans van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de methode is dat taal die iets abstracter of subjectiever is, lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend van de methode van François Gouin is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die immers een scala aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals de Franse taal) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals e-mails schrijven, een boodschap doen, een drankje bestellen, met een klantenservice bellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de taken iets boven het taalniveau Frans van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Frans) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met het Frans en leert op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als minpunt kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs; Scott Thornbury, bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie de filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strikte regels (tien dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode gaat het om communicatie als inspirator van de taal leren (bijvoorbeeld het Frans). Daarom is de methode een communicatieve werkwijze van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen de studenten en de taaltrainer. Net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, kent het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaldocent Frans is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Dat de lerende voor het eigen leerproces verantwoordelijk is, kan zeer motiverend zijn. Voorspelbaar is de les Frans zo nooit. Dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan aan bod komen in Dogme-lessen. Dit zorgt ervoor dat de studenten betrokken en alert blijven.
Als de studenten zo weinig bij de hand worden genomen door de taaltrainer, kunnen ze zich echter wel minder op hun gemak voelen. Ook zijn niet alle taaltrainers Frans in voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Frans, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de les aan de orde komt, kan een keerzijde zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve visie om een nieuwe taal (zoals het Frans) te verwerven. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. GPA gebruikt daarom de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren de activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. De Franse woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving Frans. De zes afzonderlijke fasen van de leermethode bieden realistische doelstellingen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Frans, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het werkt een eenvoudige techniek: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen dan wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Franse tekst ook begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat dit heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname Frans kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan, zijn veel lesboeken geschikt voor deze methode. De Franse audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Doordat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan het Frans aanzienlijk effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-methode is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Frans is de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Frans spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de studenten snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® inzetbaar voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methode eveneens in grotere klassen worden gebruikt. Het verworven Frans wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een bepaald taalniveau werkt en nog een andere methode nodig is als aanvulling. De methodiek is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. Er kwam op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden de studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). Het werd gestimuleerd de studenten veel in het Frans te laten spreken. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de les in het Frans gegeven werd. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) vocabulaire werd aangeleerd door middel van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid in het Frans en zelfvertrouwen. Keerzijden heeft de Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid (Frans) is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook relatief veel minder. Voor de meer gevorderde student Frans, heeft deze leermethode onvoldoende uitdaging te bieden. Voor de langzaam lerende studenten is de Directe Methode tevens niet heel geschikt, doordat de methode van een dynamische inzet van de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal (zoals Frans) dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een trainer Frans gebaseerd, die steeds één Frans woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het Franse woord en deze beweging. Deze herhaling helpt de studenten de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en variaties op deze Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan zijn om dezelfde Franse woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Frans) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocent Frans gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de student, reacties uit te lokken en de student aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de hoeveelheid energie van de studenten. Caleb Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno zei dat taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht dienen te streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om dingen te kunnen leren.
Gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way van Gattegno gebruikt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, voornamelijk bij het leren van de uitspraak, hoewel de Stille Methode in zijn originele versie niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor lerenden, die per slot van rekening worden beschouwd als autonoom, is de sterke kant van de benadering van Gattegno. In principe is de taaltrainer Frans dienstbaar aan de student en niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat een aantal lerenden wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door het gebrek aan inbreng van de docent Frans zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. Door de trainer Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich doordat de verhalen van de trainer vrij eenvoudig zijn te begrijpen. Franse woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van het Frans gewezen, zonder dat studenten regels van het Frans uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van lerenden een verhaal maken, is een variant. Bij deze methode schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Franse vertaling en vervolgens hiervan een verhaal te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven in het Frans volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanboort, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor lerenden en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerende.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die is ontdekt in Egypte met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. De taalcursussen zijn beschikbaar in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Frans) om de betekenis van nieuwe (Franse) woorden over te brengen. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de Franse uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een lerende om zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal te vergelijken met die van een moedertaalspreker Frans (native speaker). Door de voorbeeldspreker langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid Frans te oefenen. De software van de methode controleert de Franse grammatica en spelling en wijst op fouten, waarbij optie is om deze fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. De methode van Rosetta Stone wordt in ons land toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel eenvoudig in gebruik en kan door de studenten worden ingezet op ieder moment. Welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de leermethodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een nadeel van de methode kan zijn dat geen taaltrainer beschikbaar is die lerenden motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze cursus bestaat uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door de lerenden vervolgens worden nagesproken en worden herhaald. De Franse voorbeeldzinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les van de cursus biedt een audio-opname van 30 minuten die nieuwe vocabulaire en structuur in het Frans bevat. De grammaticale structuren van het Frans worden niet uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen aangeboden.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder andere in Amerika worden de taalcursussen van Pimsleur gevolgd en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier Frans spreken en in een normaal tempo, werkt de Pimsleur-methode zeer goed als uitspraakverbeteraar.
Het nadeel van de leermethodiek is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen om zelf een Franse zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd geleerd worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Frans), door twee acteurs ingesproken; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursist op pauze drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De les wordt opgebouwd in kleine delen en Franse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Franse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op eventuele verbanden tussen het Engels en het Frans. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de student Frans het voorgaande heeft begrepen en verworven. Behalve Franse woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de methode gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Frans en vinden de cursus plezierig werken. Mensen die al wat verder gevorderd zijn, ervaren de methode van Michel Thomas als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus traint de luistervaardigheid alsook de uitspraak Frans op efficiënte wijze en de cursus is ook zeer toegankelijk. Dat de taalcursus Frans niet in schrijfvaardigheid voorziet, kan als een minpunt worden gezien. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een groep’. Dit was vrij hoog gegrepen voor een taalcursus (zoals Frans). De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Frans en audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten werken bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast deze dialoog, met de grammaticale uitleg. Om de uitspraak van het Frans te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de cursisten verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursisten Frans in hun eigen tempo kunnen leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent Frans beschikbaar om de student te begeleiden of te motiveren.
Er is ook een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen Frans: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Mondly en Babbel.
Er is echter een betere methode: De Methode van Dagnall.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral door de focus van Dagnall steeds op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist Frans het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Franse zinnen. De Dagnall app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tenslotte beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele thema’s en ontwikkelingen die voor de cursist interessant zijn. De taaltrainers van Dagnall Talen zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode ervaren wordt door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verder verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar deze werkwijze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten.
Online Frans leren (e-learning Frans)
Enkele voorbeelden van digitale platformen voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans
Het voordeel van blended learning vergeleken met het online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de lerenden bij blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; zoals persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online! Vanzelfsprekend biedt Dagnall eveneens blended learning op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform biedt Dagnall Talen eveneens een eigen App voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een lerende overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Frans leren wanneer en waar het hen schikt. De oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld woordenlijsten, speciek jargon, technische termen, productnamen en juridische termen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook beschikbaar na afloop van de training Frans. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners en klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal. Medewerkers die meerdere talen beheersen, zijn in veel bedrijven daarom vaak onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen in het Frans te communiceren. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen te boeken. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor individuele of groepstrainingen Frans
Het onderstaande is voldoende voor een cursus in een virtuele classroom: - Een laptop, pc of tablet met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall Talen worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten Frans
De online alsook de blended (taal)cursussen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) docenten gegeven
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn universitair of HBO geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – snelle leervorderingen
De blended en online taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen die specifiek op uw wensen en behoeften afgestemd worden
De inhoud van de cursus wordt afgestemd op het leerplan om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt uw taaldoelen Frans op een zelfverzekerde en vlotte manier te behalen
De online (of blended) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat Frans en de structuren die u in de voorbereiding en de les zelf hebt geleerd, actief toe
Door het combineren van zelfstudie en videosessies komen de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en niets hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursus ook tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Structuur en vakbekwaamheid leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursist en de trainer en zijn van groot belang voor het succes van taaltrainingen Frans.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen Frans door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Frans voor Managers ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans voor Managers ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
U kunt zich op ieder moment aanmelden voor een cursus Frans voor managers, onafhankelijk van uw taalniveau. Wij gebruiken het Europees Referentiekader (ERK) als hulpmiddel voor het bepalen van uw start- en eindniveau Frans, zodat u na afloop van de cursus Frans een goed beeld hebt van uw prestaties.
De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een tool die de verschillende niveaus van taalvaardigheid omschrijft op een uniforme manier. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK differentieërt vijf niveaus van taalvaardigheid, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse term en afkorting wordt ook veel gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK kent ook zes niveaus met betrekking tot taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker. Deze zes beheersingsniveaus in vaardigheid worden gemeten van laag naar hoog: A1, A2, B1, B2, C1 en C2.
Niveau A geeft weer wat een beginnende taalgebruiker kan en weet. Voor niveau B geldt dat dit de vaardigheden zijn die een zelfstandige gebruiker beheerst. Deze taalgebruiker heeft geen hulp van buitenaf meer nodig in de vreemde taal. Niveau C geldt voor gevorderden die het Frans met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Taalniveau C is een indicatie dat mensen de Franse taal erg goed kunnen gebruiken in diverse situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons instituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstituten en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, zoals een cursus Frans voor Managers, wordt door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van Nederlandse private opleidingsinstituten. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met verschillende andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.De NRTO-leden werken klant- en resultaatgericht en zijn in staat om zich snel aan te passen aan veranderende omstandigheden en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Frans voor Managers sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continu innoveren is hiervoor essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse commissies, besturen en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel noodzakelijk zijn, verwerkt en bewaard mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies. Dagnall Talen voldoet natuurlijk aan alle vereisten die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans voor managers zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat houdt in dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen in rekening brengen. Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt. Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder meer als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een cursus Frans voor managers aan
Wilt u contact opnemen voor een cursus Frans voor managers? Bel ons op 085-2737302 (geen menu) of stuur een e-mail via cursus-frans-voor-managers@dagnall.nl voor meer informatie.
Of vul ons contactformulier in. Natuurlijk kunt u ook het gratis informatiepakket voor cursussen aanvragen.
De beste weg naar een cursus Frans voor managers!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
 Bij internationaal zakendoen dient dient vaak met een tijdsverschil rekening te worden gehouden in het land waar u zaken mee doet, zoals Frankrijk. Op beide (onderstaande) klokken kunt u een eventueel tijdverschil met Nederland en Frankrijk zien.
Mits van toepassing, verspringen de klokken automatisch over op zomertijd. (Mits van toepassing, verspringen de klokken automatisch over op zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kent u de Franse regio’s (régions)?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zich bevinden?
Met deze oefening leert u de 13 Franse regio’s zeer gauw kennen.
Controleer en/of verbeter uw kennis door met uw muis naar de kaart van Frankrijk te gaan.
Door met uw muis de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, kun u de bestuurlijke indeling van Frankrijk zien.
Vervolgens worden de regio’s van Frankrijk na elkaar in beeld gebracht.
Eerst ziet u de Franse regio’s, vervolgens kunt de naam van de opgelichte regio lezen.
In een minuut hebt u een aardig beeld van de regionale verdeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie die u hieronder vindt over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen, zal u hierbij zeker helpen.
Items zoals beroemde Fransen, bekende exportproducten en typische Franse gewoonten en gebruiken hebben wij hierbij op een rijtje gezet.
Velerlei typische dingen van Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal landspecifieke weetjes leren, kan heel handig zijn als ijsbreker of een opening bieden voor een gesprek.
U kunt deze kennis over land, mens en cultuur ook inzetten mocht een stilte dreigen te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Frans.
U kunt in ieder geval niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen maar evengoed de verkregen kennis over Frankrijk laten blijken.
Zo kunt u ook dingen te weten komen over de specifieke Franse eetcultuur en de heerlijke Franse gerechten.
Samen eten verbindt mensen.
Uw behaalde talenkennis alsook de kennis over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen weet men zeker te waarderen!
Acheter chat en poche Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris ’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten hun beroemde baguettes (stokbrood) niet als maaltijd, maar bij de hoofdmaaltijd. Een broodmaaltijd zoals in Nederland wordt gegeten, is in Frankrijk onbekend. Een echt Frans ontbijtje is een brioche; een zacht, zoet broodje of croissant, gedoopt in een kopje koffie. De hoofdmaaltijd is de lunch, die uit meerdere gangen bestaat. Er bestaan enorme regionale verschillen, maar vers stokbrood hoort erbij. Gewoonlijk begint men in Frankrijk met salade, daarna volgt een warm hoofdgerecht. Vlees, gevogelte of vis, verse groente en aardappelen of rijst. Aardappelen worden trouwens gezien als groente. Fransen zijn dol op vlees en halen hun neus niet op voor organen en ingewanden van dieren zoals kippenmaagjes of -levertjes, foie gras en pens (ganzen- of eendenleverpaté). Dit stokbrood gebruiken ze om bijvoorbeeld saus te deppen en om hun bord schoon te vegen. Bij het eten wordt natuurlijk een glaasje wijn gedronken, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken. Kinderen in Frankrijk krijgen water met wat wijn erin. Het avondeten wordt afgesloten met een fromage, een Frans kaasje en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie. Omdat de avondmaaltijd eigenlijk zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; dit is iets zoetigs zoals een taartje met een kop thee of koffie. ’s Avonds wordt ook weer vers stokbrood geserveerd. Voorafgaand aan de maaltijd beginnen de Fransen met een apéro, een aperitief zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (anijslikeur). Het diner lijkt op de lunch, maar de maaltijd is minder uitgebreid. Vaak worden de restjes van de lunch verorberd. Fransen eten vaker dan Nederlanders in een restaurant, vooral tussen de middag. De prijsstelling is relatief laag en veel werkgevers geven hun personeel maaltijdbonnen, waarmee voor een gereduceerde prijs in een restaurant kan worden geluncht.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees. Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI) La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Franse ambassade in Den Haag Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk. De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”). llons enfants de la Patrie, Le jour de gloire est arrivé ! Contre nous de la tyrannie L’étendard sanglant est levé, (bis) Entendez-vous dans les campagnes Mugir ces féroces soldats ? Ils viennent jusque dans vos bras Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens, Formez vos bataillons, Marchons, marchons ! Qu’un sang impur Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves, De traîtres, de rois conjurés ? Pour qui ces ignobles entraves, Ces fers dès longtemps préparés ? (bis) Français, pour nous, ah ! quel outrage Quels transports il doit exciter ! C’est nous qu’on ose méditer De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères Feraient la loi dans nos foyers ! Quoi ! Ces phalanges mercenaires Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis) Grand Dieu ! Par des mains enchaînées Nos fronts sous le joug se ploieraient De vils despotes deviendraient Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides L’opprobre de tous les partis, Tremblez ! vos projets parricides Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis) Tout est soldat pour vous combattre, S’ils tombent, nos jeunes héros, La terre en produit de nouveaux, Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes, Portez ou retenez vos coups ! Épargnez ces tristes victimes, À regret s’armant contre nous. (bis) Mais ces despotes sanguinaires, Mais ces complices de Bouillé, Tous ces tigres qui, sans pitié, Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie, Conduis, soutiens nos bras vengeurs Liberté, Liberté chérie, Combats avec tes défenseurs ! (bis) Sous nos drapeaux que la victoire Accoure à tes mâles accents, Que tes ennemis expirants Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants) Nous entrerons dans la carrière Quand nos aînés n’y seront plus, Nous y trouverons leur poussière Et la trace de leurs vertus (bis) Bien moins jaloux de leur survivre Que de partager leur cercueil, Nous aurons le sublime orgueil De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Acheter chat en poche Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris ’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten hun beroemde baguettes (stokbrood) niet als maaltijd, maar bij de hoofdmaaltijd. Een broodmaaltijd zoals in Nederland wordt gegeten, is in Frankrijk onbekend. Een echt Frans ontbijtje is een brioche; een zacht, zoet broodje of croissant, gedoopt in een kopje koffie. De hoofdmaaltijd is de lunch, die uit meerdere gangen bestaat. Er bestaan enorme regionale verschillen, maar vers stokbrood hoort erbij. Gewoonlijk begint men in Frankrijk met salade, daarna volgt een warm hoofdgerecht. Vlees, gevogelte of vis, verse groente en aardappelen of rijst. Aardappelen worden trouwens gezien als groente. Fransen zijn dol op vlees en halen hun neus niet op voor organen en ingewanden van dieren zoals kippenmaagjes of -levertjes, foie gras en pens (ganzen- of eendenleverpaté). Dit stokbrood gebruiken ze om bijvoorbeeld saus te deppen en om hun bord schoon te vegen. Bij het eten wordt natuurlijk een glaasje wijn gedronken, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken. Kinderen in Frankrijk krijgen water met wat wijn erin. Het avondeten wordt afgesloten met een fromage, een Frans kaasje en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie. Omdat de avondmaaltijd eigenlijk zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; dit is iets zoetigs zoals een taartje met een kop thee of koffie. ’s Avonds wordt ook weer vers stokbrood geserveerd. Voorafgaand aan de maaltijd beginnen de Fransen met een apéro, een aperitief zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (anijslikeur). Het diner lijkt op de lunch, maar de maaltijd is minder uitgebreid. Vaak worden de restjes van de lunch verorberd. Fransen eten vaker dan Nederlanders in een restaurant, vooral tussen de middag. De prijsstelling is relatief laag en veel werkgevers geven hun personeel maaltijdbonnen, waarmee voor een gereduceerde prijs in een restaurant kan worden geluncht.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees. Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI) La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Franse ambassade in Den Haag Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk. De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”). llons enfants de la Patrie, Le jour de gloire est arrivé ! Contre nous de la tyrannie L’étendard sanglant est levé, (bis) Entendez-vous dans les campagnes Mugir ces féroces soldats ? Ils viennent jusque dans vos bras Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens, Formez vos bataillons, Marchons, marchons ! Qu’un sang impur Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves, De traîtres, de rois conjurés ? Pour qui ces ignobles entraves, Ces fers dès longtemps préparés ? (bis) Français, pour nous, ah ! quel outrage Quels transports il doit exciter ! C’est nous qu’on ose méditer De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères Feraient la loi dans nos foyers ! Quoi ! Ces phalanges mercenaires Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis) Grand Dieu ! Par des mains enchaînées Nos fronts sous le joug se ploieraient De vils despotes deviendraient Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides L’opprobre de tous les partis, Tremblez ! vos projets parricides Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis) Tout est soldat pour vous combattre, S’ils tombent, nos jeunes héros, La terre en produit de nouveaux, Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes, Portez ou retenez vos coups ! Épargnez ces tristes victimes, À regret s’armant contre nous. (bis) Mais ces despotes sanguinaires, Mais ces complices de Bouillé, Tous ces tigres qui, sans pitié, Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie, Conduis, soutiens nos bras vengeurs Liberté, Liberté chérie, Combats avec tes défenseurs ! (bis) Sous nos drapeaux que la victoire Accoure à tes mâles accents, Que tes ennemis expirants Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants) Nous entrerons dans la carrière Quand nos aînés n’y seront plus, Nous y trouverons leur poussière Et la trace de leurs vertus (bis) Bien moins jaloux de leur survivre Que de partager leur cercueil, Nous aurons le sublime orgueil De les venger ou de les suivre.
Frankrijk heeft ongeveer 67 miljoen inwoners. Frankrijk is een constitutionele republiek met een president aan het hoofd. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee kent Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en beslaat een totale oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De grote en belangrijke Franse steden zijn Parijs (Frans: Paris); de Franse hoofdstad met ruim 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk bestaat uit achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. In alfabetische volgorde zijn deze 12 regio’s: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. De vijf overzeese departementen/regio’s zijn Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ staat voor het ‘Rijk van de Franken’. De Franken waren een Germaanse stam die Noord-Europa na de val van het Romeinse Rijk veroverde.
Kenmerkend voor Frankrijk
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (Unesco Werelderfgoed sinds 2022), champagne, de Tour de France en lavendelvelden waardoor een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept het land onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een typische Fransman herken je zo: hij draagt een wit overhemd en een baret of T-shirt met een Bretonse streep. En een Fransman rijdt uiteraard bij voorkeur in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS het meest geliefd, die liefkozend ‘de godin’ (La Déesse) werd genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat dit model wat simplistischer bekend als ‘strijkijzer’ of ‘snoek’.
Over de Franse cuisine is veel te vertellen. Zie ook onder ‘De Franse keuken’ op deze website. Hier noemen we alleen de beroemde noga uit Montélimar (Drôme), gemaakt van amandelen en pistachenoten met lavendelhoning. En de beroemde mosterd uit de mosterdstad Dijon, ook in de Nederlandse supermarkten verkrijgbaar, die wat pittiger van smaak is dan de meeste andere soorten mosterd. Niet te vergeten al het lekkers uit de zee, zoals die Franse oesters uit de oesterparken in Normandië.
Cultuur en mode
Frankrijk telt ook zeker mee als het om mode en cultuur gaat. Parijs is en was de stad van de mode. Vanuit de hele wereld komen mensen naar de haute couture modeshows. Yves Saint Laurent, Christian Dior en Coco Chanel zijn ware Franse iconen. Sinds 2017 is er in Parijs een Musée Yves Saint Laurent.
Schilderkunst
In de schilderkunst zijn de Franse impressionisten wereldberoemd. Denk aan Claude Monet, Edward Degas, Paul Cézanne, maar ook Édouard Manet, Paul Gaugain en Pierre-Auguste Renoir. Het Musée d’Orsay in Parijs toont een prachtige collectie van onder andere deze schilders.
Muziek
Bekende Franse componisten zijn Hector Berlioz, Georges Bizet, Claude Debussy, Maurice en Olivier Messian. Dit is maar een korte opsomming van de kunst en cultuur die Frankrijk heeft voortgebracht. Symbool van Frankrijk Het symbool van Frankrijk en voornamelijk voor Parijs, is de bekende Eiffeltoren. De Eiffeltoren werd gebouwd ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling van 1889, precies honderd jaar na de Franse Revolutie. De Eiffeltoren was destijds het hoogste gebouw ter wereld met zijn 324 meter hoogte. Er zijn diverse kopieën gemaakt van de Eiffeltoren, zoals in het stadje Slobozia in Roemenië, in Las Vegas (Paris Las Vegas Hotel), in Virginia (Kings Dominion), in Ohio (Kings Island), in Tokio (Tokyo Tower) en in China in Hangzhou (TianduCheng Eiffel Tower) en Shenzhen (Window of the World). Elk jaar trekt de Eiffeltoren miljoenen bezoekers en is een geliefd sleutelhanger of souvenir.
Minder bekend over Frankrijk
Minder bekend is dat er vier vrijheidsbeelden in Parijs staan, één op het kunstmatige eiland Île aux Cygnes in de Seine van Parijs, één in het Musée d’Orsay, één in de kapel van het Musée des Arts et Métiers en één staat voor de ingang van dit museum. Daarnaast staan er nog vrijheidsbeelden in de Franse plaatsen Barentin, Bordeaux, Colmar en Saint-Cyr-sur-Mer.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux. De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr. Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
CCI 39 Avenue des Sablons Bouillants 77100 Meaux FRANCE https://www.cci.fr
Alles draait om eten in la douce France, zoals de Fransen hun land liefdevol noemen. De Fransen ontbijten bescheiden: een croissant en een kop koffie. Koffie wordt staand aan de bar gedronken op weg naar het werk. De Franse lunch is uitgebreid en warm, vaak met wijn erbij. En water. Fransen drinken vrijwel altijd veel water bij de maaltijd. Het diner, dat ook warm wordt gegeten, is wat later op de avond. Vers stokbrood wordt bij de warme maaltijd gegeten. De zondagmiddag is gereserveerd voor de lunch met de familie. Een lunch kan in Frankrijk de hele middag duren, want tijdens het eten worden vaak de beste gesprekken gevoerd.
Fransen houden ook erg van converseren. In het zakelijk leven is het niet anders: wie met Fransen zakendoet, moet uitgebreid eten en veel praten. Veel werkgevers in Frankrijk geven hun werknemers vouchers waarmee ze kunnen lunchen in een restaurant. Franse kinderen worden streng opgevoed en eten gewoon mee met alle maaltijden. Franse kinderen eten hun menu met vier gangen zonder te morren en drinken met water aangelengde wijn. Omdat het heel normaal is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen in de vakanties vaak naar een ‘colonie de vacances’.
Cafés in Frankrijk hanteren regelmatig verschillende prijzen voor hetzelfde drankje. Zit je op het terras of aan een tafeltje, dan is de prijs hoger. Als je een café bestelt, dan krijg je een klein kopje zwarte koffie, ongeveer zoals een espresso. Café au lait (koffie verkeerd) daarentegen wordt geserveerd in kopjes zo groot als soepkommen. De Fransen kunnen er uren de tijd voor nemen! De Fransen zijn echte charmeurs. Een echte Fransman zal altijd een deur openhouden voor een vrouw, al is het een oude, onbekende dame, of haar in haar jas helpen. Dit wordt als beleefd gezien en wordt erg gewaardeerd. Fransen tutoyeren niet zo snel. Het is erg normaal om collega’s of zelfs familieleden te ‘vousvoyeren’; met ‘u’; in de vous-vorm aan te spreken, soms in combinatie met de voornaam. Als Fransen elkaar groeten, geven ze elkaar twee vluchtige kusjes, bises, op de wang. Dit doen vrienden, kennissen, collega’s en ook mensen die net aan elkaar zijn voorgesteld.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Taalbeheersing Frans omvat zowel kennen (onderscheiden, herkennen) als kunnen (in staat zijn toe te passen). Door het accent te leggen op kunnen, kan de cursist na afloop van de cursus Frans voor managers de opgedane kennis sneller actief toepassen.
Voor u het weet, kunt u al een gesprekje voeren in het Frans. Dat geeft veel voldoening! Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Het Frans is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal; een oude Romaanse taal die uit het Laatlatijn is afgeleid. De Gallo-Romaanse taal werd rond 300-900 n.Chr. in het toenmalige Gallië gesproken, wat behalve het huidige Frankrijk ook België omvatte, delen van Nederland en Duitsland alsook het westelijke deel van Zwitserland. Er bestonden veel verschillende Gallo-Romaanse streektalen; elke streek had een eigen versie.
In het noorden werd sinds de 13de eeuw langue d’oïl gesproken en in het zuiden langue d’oc; de talen werden herkend aan de wijze waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Het moderne standaardfrans (Nieuwfrans) is in feite een gecultiveerde versie van het Francilien. Het Francilien was de taal van de Île-de-France en de langue d’oïl.
Frans wordt als eerste taal gesproken door ongeveer 75 miljoen mensen. Frans is de op drie na meest gesproken taal in Europa en in veel Afrikaanse landen is Frans de enige officiële taal. Frans wordt gesproken in onder andere Frankrijk en de Franse koloniën, België, Luxemburg, Zwitserland, grote delen van Afrika, Québec, Haïti, Oceanië, het Caribisch gebied en Zuidoost-Azië.
Frans als officiële taal
De Franse taal is een officiële taal in Frankrijk, België, Monaco, Zwitserland, Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk (Guernsey en Jersey) Canada en Italië (Vallée d’Aoste) alsook in Benin, Burkina Faso, Burundi, Centraal-Afrikaanse Republiek, de Comoren, Congo-Kinshasa, Congo-Brazzaville, Djibouti, Equatoriaal-Guinea, Gabon, Haïti, Ivoorkust, Kameroen, Madagaskar, Mauritanië, Mali, Niger, Rwanda, Senegal, de Seychellen, Togo, Tsjaad en Vanuatu. Ook in het zuiden van de Verenigde Staten wordt Frans gesproken; het zogenaamde Cajun-Frans. Frans is nog altijd een officiële taal van de VN en één van de drie werktalen en officiële talen van de EU. Het Frans is heel lang de taal van de Europese elite geweest. Tot in Rusland toe, werd in de hogere kringen Frans gesproken.
Ten opzichte van het Nederlands heeft het Frans een totaal andere manier van uitspreken. Eén van de verschillen is dat de Franse woorden aan elkaar plakken, waardoor niet te horen is waar een woord eindigt en het volgende woord begint. Deze gewoonte heet ‘verbinding’ (liaison). Het gebeurt vooral bij woorden die op ‘s’ eindigen, gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo hoor je ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
De uitspraak van het Frans
Een ander onderscheid is dat Fransen veel eindletters niet uitspreken. Parle en parlent klinken bijvoorbeeld hetzelfde. Verder klinken in het Frans vrijwel alle klinkers anders. Omdat er veel Franse woorden in de Nederlandse taal voorkomen, komt de Franse uitspraak ons bekend voor: toilet, bureau, portefeuille.
Franse medeklinkers of klinkercombinaties klinken ook bekend, zoals citroen, garage, vanille, quarantaine en champignon.
Letters met accenten
Een aantal accenten komt niet voor in de Nederlandse taal. De ç klinkt als een ‘s’, terwijl de ‘c’ soms als een ‘k’ klinkt, afhankelijk van welke letter erna volgt. De Franse e kan voorkomen met drie accenten.
Accent grave
Als eerste met een zogenaamde accent grave: è. Bijvoorbeeld bij l’été (de zomer). De accent grave: è klinkt als de ‘e’ in het Nederlandse woord ‘schep’.
Accent aigu
Als tweede met een zogenaamde accent aigu: é. Bijvoorbeeld bij l’élève (de leerling). De accent aigu: é klinkt als ‘ee’ in het Nederlandse woord ‘veel’.
Accent circonflexe
En als derde kan de letter e in het Frans ook nog met een zogenaamde accent circonflexe: ê voorkomen. Deze letter zien we bijvoorbeeld in een woord dat dat in het Nederlands ook bestaat: crêpe (een dunne, kleine pannenkoek). De accent circonflexe: ê klinkt een beetje langer dan de letter ‘e’ in het woord ‘schep’ in het Nederlands. De Franse e zonder accent is klankloos, als de ‘e’ in het Nederlandse woord ‘lachen’.
Franse neusklank
Typisch voor de Franse taal zijn de neusklanken, zoals in un bon vin blanc. Deze vier woorden worden nasaal uitgesproken.
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/a/
B
bee
/be/
C
see
/se/
D
dee
/de/
E
uh
/ə/
F
effe
/ɛf/
G
zjee
/ʒe/
H
assj
/ɑʃ/
I
ie
/i/
/jiː/
J
zjie
K
kah
/ka/
L
elle
/ɛlə/
M
emme
/ɛmə/
N
enne
/ɛnə/
O
oo
/o/
P
pee
/pe/
Q
kuu
/qy/
R
er
/ɛʀə/
S
ess
/ɛsə/
T
tee
/te/
U
uu
/y/
V
vee
/ve/
W
doeble vee
/dubləˈve/
X
ieks
/iks/
Y
ie grek
/iˈgrɛk/
Z
zedde
/zedə/
SPELLING
WOORD
A
Anatole
B
Berthe
C
Célestin
D
Désiré
E
Eugène
F
François
G
Gaston
H
Henri
I
Irma
J
Joseph
K
Kléber
L
Louis
M
Marcel
N
Nicolas
O
Oscar
P
Pierre
Q
quintal
R
Raoul
S
Suzanne
T
Thérèse
U
Ursule
V
Victor
W
William
X
Xavier
Y
Yvonne
Z
Zoé
Speciale tekens
@
arobase
#
dièse
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit). Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Frans is een Romaanse taal, net als Spaans, Portugees, Italiaans en Roemeens. De Franse taal is één van de werktalen van de Europese Unie, naast het Engels en Duits. Het Frans is één van de zes officiële talen van de Verenigde Naties, naast het Engels, het Russisch, het Spaans, het Chinees en het Arabisch.
Men zegt dat de term ‘15-0’ (fifteen-love) in het tennis komt van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. De nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennisspel zou van het Franse jeu de paume zijn afgeleid.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Net als het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De term ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het teken. Na en vóór de guillemets komen spaties in het Frans. Ook de andere leestekens worden in de Franse taal voorafgegaan door een spatie: « Venez ! », Elle criait :
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Franstalige muziek
5
Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal
7
Luister naar podcasts van Franstaligen
8
Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk
9
Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
In het Frans heten ze des mots de remplissage. Dit zijn stopwoorden of opvulwoorden. Ook de Franse taal zit er vol mee. Woordjes of woordcombinaties die mensen gebruiken om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te houden. In het Frans hoor je vaak aan het eind van een zin: hein? wat ruwweg klinkt als het Nederlandse ‘hè?’.
Het Nederlandse ‘hè?’ komt zelfs waarschijnlijk uit het Frans. Dit woordje hein vraagt om instemming van de luisteraar(s), het betekent zoiets als: “Nietwaar?” In de Franse taal hoor je ook vaak het woordje quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin zeggen Fransen vaak tu vois (‘zie je’) of “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
En natuurlijk euh. Andere stopwoorden of opvulwoorden of stopwoorden zijn du coup (‘meteen’, ‘plotseling‘) en genre (‘soort’) en style (‘stijl’). Deze laatste twee worden vooral door jongeren gezegd.
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franse media bekijken, lezen en/of beluisteren is erg effectief om uw kennis van het Frans te verrijken.
Zo neemt u automatisch de klank en het ritme van het Frans op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Frans, kan heel leuk en leerzaam zijn. U bent waarschijnlijk al op de hoogte van de actualiteit, zodat u op snelle manier behoorlijk wat Franse woordenschat kunt bijleren.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
FIP is de meest populaire Franse publieke radiozender. Door op het linker computerscherm hierboven met het logo te klikken, kunt u direct live luisteren naar dit Franse radiostation.
NRJ
De radiozender NRJ is de meest beluisterde Franse commerciële radiozender. Door op het logo op het beeldscherm rechtsboven te klikken, kunt u direct live naar deze Franstalige commerciële radiozender luisteren.
Klik op de afbeelding voor de website van France.tv
Uw favoriete series en televisieprogramma’s in het Frans horen of met Franse ondertiteling bekijken, kan in het begin wellicht wennen zijn, maar al gauw zult u merken dat dit erg leerzaam en leuk is. France tv is de Franse publieke televisieomroep.
TF1
TF1 is de meest populaire commerciële Franse televisieomroep. Deze Franse televisiezenders kunt u via kabel, satelliet, internet of een app kijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan promotiefilmpjes van Frankrijk en van hoofdstad Parijs die eveneens op Youtube zijn te zien. Klik direct op het logo van Youtube in het midden om het filmpje af te spelen. Direct onder de promotiefilmpjes zijn de locaties van Frankrijk en Parijs op Google Maps weergegeven. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, dan krijgt u de satellietbeelden van Frankrijk en Parijs te zien op Google Earth. In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder. Wat kennis van de streek van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan goed van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
Promovideo Frankrijk
Dronebeelden Parijs
Google Maps Frankrijk
Google Maps Parijs
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Hieronder ziet u het actuele nieuws uit Frankrijk van diverse nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans. Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt. Wanneer u met Fransen zakendoet of communiceert, kan het prettig en handig zijn om geïnformeerd te zijn van wat er in Frankrijk speelt.
Het is eveneens vrij leerzaam om Frans nieuws te lezen in de Franse taal. U bent waarschijnlijk al geïnformeerd over het dagelijkse nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Naast cursussen Frans voor managers geeft ons instituut ook cursussen Engels, Duits en Spaans voor managers en andere cursussen in vele andere talen. Hierboven ziet u een overzicht van de andere talen die Dagnall Talen naast Frans standaard aanbiedt.
Uiteraard kunt u altijd contact opnemen voor een cursus in een vreemde taal die niet in het overzicht vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans