Begin nog vandaag aan uw reis naar taalbeheersing noors
Taalkennis Noors verbindt u met Noorwegen en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name op het professionale vlak. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding en taalkennis van hun werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen Noors op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden.
Taaltraining Noors op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Noors van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Noors aan in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Wij bieden taalcursussen Noors op maat aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Noors leren op de manier die het beste bij hem of haar past. Naast de algemene taaltrainingen Noors zijn organisaties vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde trainingen zoals schrijfvaardigheid Noors of zakelijk Noors. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd Noors te leren. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel de door u beoogde resultaten.
Het is onze filosofie om Noors te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij zetten daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de Noorse taal moeiteloos en zonder remmingen kunt kunnen leren.
Noors leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Met deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door dagelijks 15 minuten te oefenen, brengen we u met grote stappen naar het gewenste niveau.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die Noors wil leren.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Noors is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het verbeteren van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Noors) is vanzelfsprekend ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Noors die het beste bij hem of haar past.
Onze kundige taaltrainers Noors zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen inzetten. Dat werkt wel zo fijn en dit zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt gerealiseerd door een mix van deze beproefde leermethode, samen met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor cursussen terecht die op een maatwerktraining zijn gebaseerd.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
Onze taaldocenten maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben gecreëerd en verzameld en zij spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer fijne werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Noors. Onze, door de jaren heen verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. De cursus Noors is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursist zelf past.
Ons taleninstituut cursussen Noors op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus aan ons kunt overlaten.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt ons instituut gebruik van moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties worden gegeven.
Dagnall biedt individuele cursussen Noors voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles.
De individuele taalcursussen van taleninstituut Dagnall staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen Noors van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De cursussen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Noors van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De leergroepen worden zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Noors is het hoge rendement omdat veel informatie wordt opgenomen vrij in korte tijd.
Doordat de taalcursus intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander belangrijk voordeel van individuele cursussen. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is ook taalcursus ideaal af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Met name de interactie met de andere cursisten Noors is het belangrijkste voordeel van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door discussies en rollenspellen.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; het leren van elkaars foutjes en in de doeltaal communiceren met de groep. Cursisten kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als leuker ervaren.
Omdat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt .
Ook is een groepscursus iets minder intensief (minder zwaar) voor de cursist dan een individuele cursus.
Bij een individuele taalcursus Noors kunnen rollenspellen en discussies alleen met de taaltrainer worden gedaan en gevoerd.
Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet worden geoefend in de groep.
Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van foutjes van anderen.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor cursisten.
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen lerenden iets sneller worden afgeleid. Het rendement ligt hierdoor wat lager. Door de groepen wat kleiner te maken (minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Groepscursussen Noors kunnen eveneens minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel werd gegeven in de doeltaal (bijvoorbeeld Noors). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Noors) en de (Noorse) grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel zonder fouten Noors leren verstaan en spreken, wat begint met een Noorssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Noorse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. Taaldocenten Noors kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en dan een nieuw Noors woord of meerdere nieuwe Noorse woorden hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar studenten Noors een hoofdtelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Het geschreven Noors komt pas aan bod wanneer het mondelinge Noors al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Noorse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al snel bezwaren tegen de saaie drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Noors) niet gaat om het memoriseren van de (Noorse) grammatica, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid (Noors), die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten Noors die beginnen effectief. De goede uitspraak Noors wordt van het begin af aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen input verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik Noors.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Noors) te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Noors) die worden herhaald na verloop van tijd. Deze Noorse woorden of zinnen van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Noorse woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die Noorse woorden die nog problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden als deze relevant en van betekenis is. Voor Noorse woorden die relevant en van betekenis zijn voor de lerende, kan deze methode functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde van deze methode is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan een serie losse woorden of zinnen. De methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangelegd.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Noors). De methode probeert het Noors te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van het Noors leert men eveneens onbewust op die manier. Alleen het Noors wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Noors mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Noors grammatica.
Als de lerende in het Noors wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de student plezier van de ervaringen heeft, dienen de leeractiviteiten in het Noors stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen deze twee leermethoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. De methode is een populaire manier van lesgeven bij taaldocenten Noors, omdat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Noorse grammatica. De studenten zouden inderdaad leren in het Noors te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal te leren. Studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met het Noors te krijgen. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde Noors langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek Noors examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de lerende vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Noors). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van het Noors. Bij de leermethode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste Noorse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties worden in reële situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen aan de lerenden gepresenteerd. Bij de methodiek in het Noors worden de structuren die in de praktijk het vaakst in het Noors worden gebruikt, als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid Noors (luisteren en spreken) wordt hier in de eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Noors (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de lerenden het Noors op een nauwkeurige wijze leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Noors en leren in welke situatie bepaalde bepaalde Noorse woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. Deze methodiek kost behoorlijk veel tijd en levert niet direct ervaringen van succes op. De inbreng van de student zelf is beperkt; het is niet erg creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen (zoals Noors).
De met leren het Noors in de praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met de taaldocent Noors alsook onderling. Teksten in het Noors of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven worden gebruikt. Het Noors wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaltrainer Noors draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Noors in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Noorse grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Noors echt trainers, die studenten leren om in het Noors te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel positieve aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de Noorse taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Noorse woorden die zij moeten weten. CLT is een efficiënte methode. Deze methode werkt stimulerend voor de lerende, omdat hij of zij gauw succes ervaart. Foutjes maken mag; al doende wordt de vaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Voor sommige studenten is deze manier van leren lastig of afwijkend, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. De methode CLT draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde rond 1783 een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Onderwijs in Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Noors). Deze aanpak werd destijds beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Noors) uit waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Noors dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Noors. De taaldocenten dragen kennis Noors over, de student memoriseert.
Populariteit
Hoewel reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Noors, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de luistervaardigheid en spreekvaardigheid Noors bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver van het dagelijks gebruik van het Noors af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepen biedt de leermethode geen mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief leerproces voor studenten. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Noors) leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal omgeven is. Alle instructies vinden in de doeltaal (Noors) plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Noors te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving vaak in de stijl van het land van de Noorse taal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Noorwegen zijn. De lerenden oefenen het Noors spreken één-op-één of in kleine groepen. Naar Noorwegen reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing Noors kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode vrij intensief is. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in het Noors gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag Noors aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een vrij korte tijd Noors leert, door in Noorwegen te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een bijkomend minpunt kan zijn dat een dergelijke training Noors nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (vreemde talen; bijvoorbeeld Noors) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Noors) en studenten zijn daarvoor van essentieel belang. Dat lerenden zich veilig voelen en ontspannen zijn, is hiervoor de voorwaarde. Een leslokaal met een rijopstelling was ongepast om dit te bewerkstelligen. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die in een halve cirkel opgesteld waren en er was altijd muziek tijdens de klas. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek afgespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij deze teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de (Noorse) grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De lerenden werden op deze manier overgehaald om te luisteren en ze konden de (Noorse) woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal (Noorwegen) was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld (Noorse) streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedie was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerenden geen last hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van Suggestopedie dat de student wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de Noorse trainer waarbij de lerende altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelden de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende kenschetst. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Noors) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Noors) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. De gesprekken in het Noors worden opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden onderling als middel om de Noorse taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek Noors wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt sterk af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel het Noors als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken wanneer deze op de juiste wijze wordt toegepast. Voor grote klassen is de methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt lerenden een hoge mate van autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden studenten vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les Noors, maar ook buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich zo een stuk meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als een team te werken. Van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de taalles Noors leren studenten veel. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en eveneens geen toetsen Noors gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden in hun Noors spreken belemmerd wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Noors) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Noorse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. De lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Noors (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Noors ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat Noors een grotere plaats in dan de Noorse grammatica. De instructies zijn op situaties en Noorse uitdrukkingen gericht die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelf ontdekken van de Noorse taal.
De taak van de taaltrainer Noors is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke manier het Noors te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Noors.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Een aantal studenten heeft meer aan een taaltrainer Noors die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Noors.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan vanzelf snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Noors) denken doordat een soort eentalige methode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De concepten van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. De seriemethode van François Gouin was enige tijd een succes, ondanks dat de methode een ongewone aanpak had. Deze methode van Gouin werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Noors en de leermethode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
De taalmethodiek creëert levendig taalonderwijs. Doordat de seriemethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs Noors enthousiasme van de lerenden op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De methode maakt de studenten Noors nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve vaardigheden Noors van de studenten goed.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die wat abstracter of subjectiever is, wat moeilijk in één concrete ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Noors) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Noors) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van het Noors beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, de krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de studenten Noors liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (hoofdzakelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Noors) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Noors) te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met het Noors en leren op deze manier authentieke Noorse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Noors, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van de Dogme-benadering is het aangaan van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan. Bij deze methode draait het om communicatie als de stuwende kracht van de taal leren (bijvoorbeeld het Noors). Daarom is deze leermethode een communicatieve benadering van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op communicatie tussen trainer en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de parallellen met taakgericht leren van een taal (zoals Noors) suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de docent Noors. Het kan zeer motiverend zijn dat de studenten verantwoordelijk voor het eigen leerproces zijn. De taallessen Noors zijn nooit voorspelbaar op deze wijze. Dat garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan in een taalles volgens de Dogme-benadering worden besproken. Op deze manier blijven studenten alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel iets minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden. Ook zijn niet alle trainers Noors voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen Noors en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander minpunt van de methode vormen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal (zoals het Noors). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Noors; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Noorwegen). Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Noorwegen voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. De focus ligt op Noorse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers het Noors ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Noorse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Noors te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Noors dat voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Noors om.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is, is nog weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving Noors geboden. Deze zes fasen van GPA bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Noors verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Noors) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Noorse tekst ook te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klank van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo veel tot het soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Noors kan spreken. Na enige tijd zullen de studenten een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn veel lesboeken voor deze techniek geschikt. De Noorse audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal (het Noors) in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te lopen, het liefst buiten, en niet te zitten. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, is een bijkomende reden waardoor het werken aan de Noorse taal veel effectiever wordt.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de methode van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Noors wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden toegepast in een groep met lerenden, waarbij iedere deelnemer individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerenden het soms een beetje saai vinden om dezelfde Noorse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Noors) te leren die uitgaat van het principe dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Noors is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Noors versneld toe. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij Noors praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert TPR® aan beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Noorse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en kan de leermethode eveneens in wat grotere klassen toegepast worden. Het verworven Noors wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. De methode is ook niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën in het Noors uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden de lerenden de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Noors). Het werd aangemoedigd de lerenden vaak in het Noors te laten praten. Het was eveneens nieuw dat de les in het Noors gegeven werd. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Met behulp van afbeeldingen en voorbeelden werd de (Noorse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden zelf aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de crises en oorlogen ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Noors te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in het Noors en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Keerzijden heeft deze Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid (Noors) is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen ook relatief veel minder. De Directe Methode biedt voor de meer gevorderde lerenden Noors te weinig uitdagingen. Omdat de Directe Methode van een actieve inzet door de student uitgaat, is de leermethode eveneens niet heel geschikt voor langzaam lerende student.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal (zoals Noors) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Noorse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Noors, die steeds één Noors nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Noorse woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de Noorse woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en weer variaties op de Noorse zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten Noorse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat dit wat saai kan zijn om dezelfde Noorse woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Noors) die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaltrainers Noors om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Noors) van de vreemde taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn staven met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Noors vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn methode voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte wordt gezien als autonoom. De docent Noors is in principe aan de studenten dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van het Noors op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mag, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een minpunt zijn dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de docent Noors zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af raakt, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Noors) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De student wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. Door de docent Noors wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Noorse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat deze verhalen van de taaltrainer vrij gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen de studenten zich. Zo worden Noorse structuren en woorden vrijwel vanzelf in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale fenomenen van het Noors gewezen, zonder dat studenten regels van het Noors uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ Noors beginnen te spreken en de Noorse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep van lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent Noors eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Noorse vertaling, om vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Noors, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Noors volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de traineren vraagt, is een minpunt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd ontdekt in Egypte met tweetalige teksten, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig talen en de taalcursussen zijn vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers alsook foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker (native speaker). Verbetering van de uitspraak kan worden behaald door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheden zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft taalfouten aan met de mogelijkheid om de taalfouten van de student te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel toegepast, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en kan op elk moment door de student worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben. Velen ervaren het als plezierig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt kan zijn dat er geen taaldocent is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Noors) te leren.
De cursus bestaat uit zinnen/dialogen in de doeltaal die door lerenden vervolgens worden nagesproken en worden herhaald. De Noorse zinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers (native speakers). De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. De lessen van de cursus omvatten een audio-opname van dertig minuten met nieuwe vocabulaire en structuur. De grammaticale structuren van het Noors worden niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de aangeboden zinnen.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
Onder andere in de Verenigde Staten worden de cursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Noors praten.
Het feit dat niets wordt uitgelegd, is een nadeel van de methode. De gebruikers leren geen bouwstenen van de Noorse taal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Hij begon met zijn lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Noors), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Noorse lesstof wordt afgewisseld met bekende Noorse lesstof. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen de Engelse taal en het Noors, als deze verbanden bestaan. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast Noorse woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd zodat de lerende zelf zinnen kan maken. De methodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat studenten zelf hun vocabulaire Noors kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Noors. De mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode traint de luistervaardigheid en de uitspraak Noors op efficiënte wijze en is heel toegankelijk. Het feit dat de cursus Noors niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat het een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen (zoals Noors). De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Noors en audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter besteedt de gebruiker ruwweg twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen bestaan uit verschillende Noorse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de Noorse vertaling, alsook grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de lerenden dienen te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist Noors in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer Noors om de student te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel werd gegeven in de doeltaal (bijvoorbeeld Noors). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Noors) en de (Noorse) grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel zonder fouten Noors leren verstaan en spreken, wat begint met een Noorssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Noorse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. Taaldocenten Noors kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en dan een nieuw Noors woord of meerdere nieuwe Noorse woorden hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar studenten Noors een hoofdtelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Het geschreven Noors komt pas aan bod wanneer het mondelinge Noors al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Noorse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al snel bezwaren tegen de saaie drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Noors) niet gaat om het memoriseren van de (Noorse) grammatica, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid (Noors), die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten Noors die beginnen effectief. De goede uitspraak Noors wordt van het begin af aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen input verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik Noors.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Noors) te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Noors) die worden herhaald na verloop van tijd. Deze Noorse woorden of zinnen van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Noorse woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die Noorse woorden die nog problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden als deze relevant en van betekenis is. Voor Noorse woorden die relevant en van betekenis zijn voor de lerende, kan deze methode functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde van deze methode is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan een serie losse woorden of zinnen. De methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangelegd.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Noors). De methode probeert het Noors te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van het Noors leert men eveneens onbewust op die manier. Alleen het Noors wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Noors mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Noors grammatica.
Als de lerende in het Noors wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de student plezier van de ervaringen heeft, dienen de leeractiviteiten in het Noors stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen deze twee leermethoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. De methode is een populaire manier van lesgeven bij taaldocenten Noors, omdat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Noorse grammatica. De studenten zouden inderdaad leren in het Noors te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal te leren. Studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met het Noors te krijgen. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde Noors langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek Noors examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de lerende vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Noors). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van het Noors. Bij de leermethode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste Noorse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties worden in reële situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen aan de lerenden gepresenteerd. Bij de methodiek in het Noors worden de structuren die in de praktijk het vaakst in het Noors worden gebruikt, als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid Noors (luisteren en spreken) wordt hier in de eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Noors (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de lerenden het Noors op een nauwkeurige wijze leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Noors en leren in welke situatie bepaalde bepaalde Noorse woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. Deze methodiek kost behoorlijk veel tijd en levert niet direct ervaringen van succes op. De inbreng van de student zelf is beperkt; het is niet erg creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen (zoals Noors).
De met leren het Noors in de praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met de taaldocent Noors alsook onderling. Teksten in het Noors of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven worden gebruikt. Het Noors wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaltrainer Noors draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Noors in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Noorse grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Noors echt trainers, die studenten leren om in het Noors te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel positieve aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de Noorse taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Noorse woorden die zij moeten weten. CLT is een efficiënte methode. Deze methode werkt stimulerend voor de lerende, omdat hij of zij gauw succes ervaart. Foutjes maken mag; al doende wordt de vaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Voor sommige studenten is deze manier van leren lastig of afwijkend, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. De methode CLT draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde rond 1783 een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Onderwijs in Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Noors). Deze aanpak werd destijds beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Noors) uit waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Noors dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Noors. De taaldocenten dragen kennis Noors over, de student memoriseert.
Populariteit
Hoewel reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Noors, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de luistervaardigheid en spreekvaardigheid Noors bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver van het dagelijks gebruik van het Noors af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepen biedt de leermethode geen mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief leerproces voor studenten. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Noors) leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal omgeven is. Alle instructies vinden in de doeltaal (Noors) plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Noors te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving vaak in de stijl van het land van de Noorse taal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Noorwegen zijn. De lerenden oefenen het Noors spreken één-op-één of in kleine groepen. Naar Noorwegen reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing Noors kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode vrij intensief is. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in het Noors gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag Noors aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een vrij korte tijd Noors leert, door in Noorwegen te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een bijkomend minpunt kan zijn dat een dergelijke training Noors nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (vreemde talen; bijvoorbeeld Noors) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Noors) en studenten zijn daarvoor van essentieel belang. Dat lerenden zich veilig voelen en ontspannen zijn, is hiervoor de voorwaarde. Een leslokaal met een rijopstelling was ongepast om dit te bewerkstelligen. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die in een halve cirkel opgesteld waren en er was altijd muziek tijdens de klas. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek afgespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij deze teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de (Noorse) grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De lerenden werden op deze manier overgehaald om te luisteren en ze konden de (Noorse) woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal (Noorwegen) was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld (Noorse) streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedie was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerenden geen last hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van Suggestopedie dat de student wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de Noorse trainer waarbij de lerende altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelden de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende kenschetst. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Noors) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Noors) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. De gesprekken in het Noors worden opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden onderling als middel om de Noorse taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek Noors wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt sterk af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel het Noors als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken wanneer deze op de juiste wijze wordt toegepast. Voor grote klassen is de methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt lerenden een hoge mate van autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden studenten vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les Noors, maar ook buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich zo een stuk meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als een team te werken. Van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de taalles Noors leren studenten veel. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en eveneens geen toetsen Noors gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden in hun Noors spreken belemmerd wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Noors) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Noorse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. De lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Noors (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Noors ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat Noors een grotere plaats in dan de Noorse grammatica. De instructies zijn op situaties en Noorse uitdrukkingen gericht die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelf ontdekken van de Noorse taal.
De taak van de taaltrainer Noors is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke manier het Noors te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Noors.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Een aantal studenten heeft meer aan een taaltrainer Noors die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Noors.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan vanzelf snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Noors) denken doordat een soort eentalige methode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De concepten van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. De seriemethode van François Gouin was enige tijd een succes, ondanks dat de methode een ongewone aanpak had. Deze methode van Gouin werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Noors en de leermethode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
De taalmethodiek creëert levendig taalonderwijs. Doordat de seriemethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs Noors enthousiasme van de lerenden op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De methode maakt de studenten Noors nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve vaardigheden Noors van de studenten goed.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die wat abstracter of subjectiever is, wat moeilijk in één concrete ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Noors) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Noors) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van het Noors beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, de krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de studenten Noors liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (hoofdzakelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Noors) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Noors) te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met het Noors en leren op deze manier authentieke Noorse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Noors, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van de Dogme-benadering is het aangaan van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan. Bij deze methode draait het om communicatie als de stuwende kracht van de taal leren (bijvoorbeeld het Noors). Daarom is deze leermethode een communicatieve benadering van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op communicatie tussen trainer en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de parallellen met taakgericht leren van een taal (zoals Noors) suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de docent Noors. Het kan zeer motiverend zijn dat de studenten verantwoordelijk voor het eigen leerproces zijn. De taallessen Noors zijn nooit voorspelbaar op deze wijze. Dat garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan in een taalles volgens de Dogme-benadering worden besproken. Op deze manier blijven studenten alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel iets minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden. Ook zijn niet alle trainers Noors voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen Noors en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander minpunt van de methode vormen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal (zoals het Noors). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Noors; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Noorwegen). Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Noorwegen voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. De focus ligt op Noorse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers het Noors ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Noorse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Noors te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Noors dat voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Noors om.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is, is nog weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving Noors geboden. Deze zes fasen van GPA bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Noors verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Noors) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Noorse tekst ook te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klank van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo veel tot het soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Noors kan spreken. Na enige tijd zullen de studenten een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn veel lesboeken voor deze techniek geschikt. De Noorse audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal (het Noors) in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te lopen, het liefst buiten, en niet te zitten. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, is een bijkomende reden waardoor het werken aan de Noorse taal veel effectiever wordt.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de methode van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Noors wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden toegepast in een groep met lerenden, waarbij iedere deelnemer individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerenden het soms een beetje saai vinden om dezelfde Noorse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Noors) te leren die uitgaat van het principe dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Noors is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Noors versneld toe. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij Noors praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert TPR® aan beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Noorse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en kan de leermethode eveneens in wat grotere klassen toegepast worden. Het verworven Noors wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. De methode is ook niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën in het Noors uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden de lerenden de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Noors). Het werd aangemoedigd de lerenden vaak in het Noors te laten praten. Het was eveneens nieuw dat de les in het Noors gegeven werd. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Met behulp van afbeeldingen en voorbeelden werd de (Noorse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden zelf aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de crises en oorlogen ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Noors te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in het Noors en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Keerzijden heeft deze Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid (Noors) is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen ook relatief veel minder. De Directe Methode biedt voor de meer gevorderde lerenden Noors te weinig uitdagingen. Omdat de Directe Methode van een actieve inzet door de student uitgaat, is de leermethode eveneens niet heel geschikt voor langzaam lerende student.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal (zoals Noors) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Noorse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Noors, die steeds één Noors nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Noorse woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de Noorse woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en weer variaties op de Noorse zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten Noorse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat dit wat saai kan zijn om dezelfde Noorse woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Noors) die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaltrainers Noors om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Noors) van de vreemde taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn staven met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Noors vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn methode voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte wordt gezien als autonoom. De docent Noors is in principe aan de studenten dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van het Noors op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mag, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een minpunt zijn dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de docent Noors zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af raakt, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Noors) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De student wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. Door de docent Noors wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Noorse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat deze verhalen van de taaltrainer vrij gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen de studenten zich. Zo worden Noorse structuren en woorden vrijwel vanzelf in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale fenomenen van het Noors gewezen, zonder dat studenten regels van het Noors uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ Noors beginnen te spreken en de Noorse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep van lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent Noors eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Noorse vertaling, om vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Noors, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Noors volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de traineren vraagt, is een minpunt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten.
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning vergeleken met het online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, lerenden bij blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall eveneens blended learning op maat.
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Het platform Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het platform biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall eveneens over een handige eigen App voor zowel Android- als Apple-apparaten. De Dagnall App heeft als voordeel dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, op elk (mobiel) apparaat toegang heeft. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Noors leren waar en wanneer het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook na afronding van de training Noors beschikbaar.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met Noorse zakenpartners en klanten uit Noorwegen kunnen op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging zijn.
Diegenen die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven daarom vaak onmisbaar.
Dagnall Talen leert u in het Noors communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Noorstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Noors verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen Noors zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Noors online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk ervaren en biedt zowel interactie als variatie.
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, pc/iMac of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen (Noors) altijd ten minste twee keer proefgelezen door twee specialisten. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, zoals een cursus Noors, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Noorwegen’ staat voor ‘noordelijke weg’; de straat tussen het eiland Karmøy en het vasteland van Noorwegen.
De zo Nederlands lijkende kaasschaaf is in Noorwegen uitgevonden en wordt door de Noren dan ook veel gebruikt. In de wereldzadenbank op Spitsbergen (de Svalbard Global Seed Vault) worden plantzaden van zo veel mogelijk plantenrassen voor de eeuwigheid bewaard, waaronder de zaden van veel voedselgewassen. De wereldzadenbank wordt ook wel de ‘Ark van Noach’ genoemd.
De zadenbank bevindt zich 120 meter diep in een berg bij de plaats Longyearbyen. Op Spitsbergen ligt ook Ny-Ålesund; het noordelijkste dorp ter wereld. Het postkantoor daar (het meest noordelijke postkantoor ter wereld) wordt graag door toeristen van cruiseschepen bezocht. Overal boeken! De Noren lezen meer dan ieder ander volk ter wereld. Boeken zijn dan ook btw-vrij, dus goedkoop. Het Noorderlicht! In de winter is het lekker donker en is het noorderlicht of het poollicht goed te zien. Het zijn elektromagnetisch geladen deeltjes die naar de polen worden getrokken.
De munteenheid van Noorwegen is de Noorse kroon. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van het muntstuk van de Noorse kroon.
Hieronder ziet u een omrekenmodule om bedragen in euro snel en eenvoudig om te zetten naar Noorse kroon en vice versa.
De Kamer van Koophandel van Noorwegen (Engelse naam: Oslo Chamber of Commerce, afkorting: OCC) bevindt zich in Oslo.
De website van de Kamer van Koophandel van Noorwegen is www.chamber.no.
Het adres van de Noorse Kamer van Koophandel Noorwegen is: OCC, St. Olavs gate 27, 0166 Oslo. Het telefoonnummer is +47 22129400.
De toeristenorganisatie van Noorwegen heet Innovation Norway, is gevestigd in Oslo, en de slogan luidt: “Norway - Powered by Nature”. De website van de Noorse toeristenorganisatie is www.visitnorway.com. Het adres van de Noorse Toeristenorganisatie is Visit Norway department, P.O. Box 448 Sentrum, N-0158 Oslo. Het telefoonnummer is +47 22 00 25 00.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Het bijzondere aan de Noorse taal is de zogenaamde prosodie, eigenlijk ritme, klemtoon en intonatie: het is een toontaal. Dat wil zeggen dat de toon waarop een woord in het Noors wordt uitgesproken, betekenisonderscheidend kan zijn.
Aan het einde van het Noorse alfabet volgen na de ‘z’ nog drie letters: å, æ en ø. Afwijkend van de Nederlandse uitspraak: De Noorse o klinkt als ‘o’ of ‘oe’. De Noorse å wordt uitgesproken als ‘o’ in het Nederlandse woord ‘bord’.
Het Noorse alfabet bestaat uit 29 letters. De letters, æ, ø en å zijn extra ten opzichte van het Nederlands. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd.
In het Noors worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd.
Ze die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten. De naam ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van de tekens.
Elke taal heeft ‘stoplappen’ (stopwoordjes), woorden die iemand gebruikt om even een denkpauze te nemen maar toch even de aandacht vast te houden. In het Noors hoor je vaak eh of altso/altså (‘dus’), maar ook på ein måte/på en måte (‘op een bepaalde manier’), berre (‘alleen’), bare (‘gewoon’).
Aan het eind van een zin is ikkje sant/ikke sant? (‘nietwaar?’) de meest gebruikte, om even te checken of de informatie is overgekomen. Ook vel (‘wel’, ‘goed’) en liksom (‘zoals’, ‘of zo’) en ‘er det’ (‘het is’) zijn echte stopwoordjes, evenals sant (‘echt’) en ser du (‘zie je’).
Nederlandse leenwoorden in het Noors zijn: ‘lier’ (idem), ‘mishandelen’ (mishandling), ‘plotseling’ (plutselig), ‘thee’ (te), ‘wedloop’ (veddeløp), ‘weemoed’ (vemod), ‘weldadig’ (veldedig), ‘wrak’ (vrak) en ‘zalf’ (salve).
Leenwoorden in het Nederlands uit het Noors zijn: ‘fjord’, ‘lemming’, ‘kraak’, ‘ski’ en ‘slalom’.
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Noorse online nieuwsportal is Nrk.no.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Nrk.no klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Noorwegen direct te kunnen lezen.
NRK P1 is de meest bekende publieke radiozender van Noorwegen.
Als u op het linker computerscherm hierboven met het logo klikt, kunt u live naar deze Noorse publieke radiozender luisteren.
P4 Radio Hele Norge AS is de populairste commerciële radiozender in Noorwegen. Klik op het beeldscherm rechtsboven met het logo om direct live naar deze Noorstalige commerciële radiozender te luisteren.
Uw favoriete televisieprogramma in het Noors horen of met Noorse ondertiteling bekijken, kan eerst wennen zijn, maar al gauw zult u merken dat dit erg leerzaam en leuk is.
NRK is de publieke televisieomroep van Noorwegen.
TV 2 is de populairste commerciële televisieomroep voor Noorssprekenden.
Deze Noorstalige televisiezenders kunnen middels kabel, satelliet, internet of een app worden bekeken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin nog vandaag aan uw reis naar taalbeheersing noors
Taaltrainingen Noors van topniveau
Taalkennis Noors verbindt u met Noorwegen en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name op het professionale vlak. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding en taalkennis van hun werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen Noors op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden.
Taaltraining Noors op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Noors van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Noors aan in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Noors in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Noors leren
Wij bieden taalcursussen Noors op maat aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Noors leren op de manier die het beste bij hem of haar past. Naast de algemene taaltrainingen Noors zijn organisaties vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde trainingen zoals schrijfvaardigheid Noors of zakelijk Noors. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd Noors te leren. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel de door u beoogde resultaten.
Filosofie
Het is onze filosofie om Noors te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij zetten daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de Noorse taal moeiteloos en zonder remmingen kunt kunnen leren.
Noors leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Met deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door dagelijks 15 minuten te oefenen, brengen we u met grote stappen naar het gewenste niveau.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die Noors wil leren.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall stelt de wensen en leerdoelen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de cursist(en) aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau van de cursisten wordt bepaald, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel met een passende offerte.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning op uw agenda en situatie af.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning op uw agenda en situatie af.
Na enkele lessen Noors evalueert de taaltrainer de voortgang alsook de inhoud van de cursus. De doelstellingen kunnen, indien nodig, worden bijgesteld.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers behaald zijn. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers behaald zijn. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar maatwerk in cursussen Noors sinds 1982
Ons bedrijf geeft sinds 1982 maatwerk taaltraining aan bedrijven en (overheids)instellingen. Wij hebben ervaren en kundige docenten die experts zijn op taalgebied en duizenden trainingen aan het bedrijfsleven en (overheids)instellingen hebben gegeven.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte methode van werken, biedt Dagnall Talen zeer betaalbare en effectieve taalcursussen Noors. U kunt erop rekenen dat Dagnall Talen voor uitstekend rendement zorgt; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk zorgt voor het beste resultaat
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak essentieel! Een cursus (Noors) die zich richt op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer is bij veel organisaties intussen gemeengoed.
Medewerkers die geen of weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in de werkomgeving en willen beter en/of sneller kunnen communiceren op hun werk.
Medewerkers die geen of weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in de werkomgeving en willen beter en/of sneller kunnen communiceren op hun werk.
De instructies op de werkvloer willen zij goed kunnen begrijpen en opvolgen. De medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen verrichten en uiteraard hun ambities op hun werkgebied verwezenlijken. Een investering in medewerkers en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen leiden naar Oslo
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Noors is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het verbeteren van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Noors) is vanzelfsprekend ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Noors die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze kundige taaltrainers Noors zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen inzetten. Dat werkt wel zo fijn en dit zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt gerealiseerd door een mix van deze beproefde leermethode, samen met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor cursussen terecht die op een maatwerktraining zijn gebaseerd.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
Onze taaldocenten maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben gecreëerd en verzameld en zij spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer fijne werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Noors. Onze, door de jaren heen verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. De cursus Noors is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursist zelf past.
Noors effectief leren bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen Noors
Noorse lessen - individueel of in groepsverband
Ons taleninstituut cursussen Noors op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus aan ons kunt overlaten.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt ons instituut gebruik van moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Noors
Maatwerkcursussen Noors
Dagnall biedt individuele cursussen Noors voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles.
De individuele taalcursussen van taleninstituut Dagnall staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen Noors van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De cursussen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Noors van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De leergroepen worden zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Noors is het hoge rendement omdat veel informatie wordt opgenomen vrij in korte tijd.
Doordat de taalcursus intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander belangrijk voordeel van individuele cursussen. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is ook taalcursus ideaal af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere cursisten Noors is het belangrijkste voordeel van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door discussies en rollenspellen.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; het leren van elkaars foutjes en in de doeltaal communiceren met de groep. Cursisten kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als leuker ervaren.
Omdat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt .
Ook is een groepscursus iets minder intensief (minder zwaar) voor de cursist dan een individuele cursus.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele taalcursus Noors kunnen rollenspellen en discussies alleen met de taaltrainer worden gedaan en gevoerd.
Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet worden geoefend in de groep.
Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van foutjes van anderen.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor cursisten.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen lerenden iets sneller worden afgeleid. Het rendement ligt hierdoor wat lager. Door de groepen wat kleiner te maken (minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Groepscursussen Noors kunnen eveneens minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Noors
Verschillende opties voor Noorse les
Wij geven taalcursussen (Noors) voor beginners, halfgevorderden en gevorderden.
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Daarom verzorgen wij onze taaltrainingen eveneens online en incompany.
Dagnall Taleninstituut biedt de keuze uit de
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Daarom verzorgen wij onze taaltrainingen eveneens online en incompany.
Dagnall Taleninstituut biedt de keuze uit de
onderstaande cursusvormen Noors. Ook een combinatie van deze verschillende trainingen is mogelijk.
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel werd gegeven in de doeltaal (bijvoorbeeld Noors). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Noors) en de (Noorse) grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel zonder fouten Noors leren verstaan en spreken, wat begint met een Noorssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Noorse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. Taaldocenten Noors kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en dan een nieuw Noors woord of meerdere nieuwe Noorse woorden hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar studenten Noors een hoofdtelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Het geschreven Noors komt pas aan bod wanneer het mondelinge Noors al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Noorse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al snel bezwaren tegen de saaie drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Noors) niet gaat om het memoriseren van de (Noorse) grammatica, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid (Noors), die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten Noors die beginnen effectief. De goede uitspraak Noors wordt van het begin af aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen input verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik Noors.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Noors) te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Noors) die worden herhaald na verloop van tijd. Deze Noorse woorden of zinnen van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Noorse woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die Noorse woorden die nog problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden als deze relevant en van betekenis is. Voor Noorse woorden die relevant en van betekenis zijn voor de lerende, kan deze methode functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde van deze methode is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan een serie losse woorden of zinnen. De methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Noors). De methode probeert het Noors te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van het Noors leert men eveneens onbewust op die manier. Alleen het Noors wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Noors mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Noors grammatica.
Als de lerende in het Noors wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de student plezier van de ervaringen heeft, dienen de leeractiviteiten in het Noors stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen deze twee leermethoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. De methode is een populaire manier van lesgeven bij taaldocenten Noors, omdat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Noorse grammatica. De studenten zouden inderdaad leren in het Noors te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal te leren. Studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met het Noors te krijgen. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde Noors langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek Noors examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de lerende vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Noors). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van het Noors. Bij de leermethode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste Noorse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties worden in reële situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen aan de lerenden gepresenteerd. Bij de methodiek in het Noors worden de structuren die in de praktijk het vaakst in het Noors worden gebruikt, als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid Noors (luisteren en spreken) wordt hier in de eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Noors (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de lerenden het Noors op een nauwkeurige wijze leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Noors en leren in welke situatie bepaalde bepaalde Noorse woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. Deze methodiek kost behoorlijk veel tijd en levert niet direct ervaringen van succes op. De inbreng van de student zelf is beperkt; het is niet erg creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen (zoals Noors).
De met leren het Noors in de praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met de taaldocent Noors alsook onderling. Teksten in het Noors of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven worden gebruikt. Het Noors wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaltrainer Noors draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Noors in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Noorse grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Noors echt trainers, die studenten leren om in het Noors te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel positieve aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de Noorse taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Noorse woorden die zij moeten weten. CLT is een efficiënte methode. Deze methode werkt stimulerend voor de lerende, omdat hij of zij gauw succes ervaart. Foutjes maken mag; al doende wordt de vaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Voor sommige studenten is deze manier van leren lastig of afwijkend, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. De methode CLT draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde rond 1783 een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Onderwijs in Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Noors). Deze aanpak werd destijds beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Noors) uit waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Noors dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Noors. De taaldocenten dragen kennis Noors over, de student memoriseert.
Populariteit
Hoewel reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Noors, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de luistervaardigheid en spreekvaardigheid Noors bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver van het dagelijks gebruik van het Noors af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepen biedt de leermethode geen mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief leerproces voor studenten. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Noors) leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal omgeven is. Alle instructies vinden in de doeltaal (Noors) plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Noors te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving vaak in de stijl van het land van de Noorse taal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Noorwegen zijn. De lerenden oefenen het Noors spreken één-op-één of in kleine groepen. Naar Noorwegen reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing Noors kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode vrij intensief is. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in het Noors gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag Noors aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een vrij korte tijd Noors leert, door in Noorwegen te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een bijkomend minpunt kan zijn dat een dergelijke training Noors nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (vreemde talen; bijvoorbeeld Noors) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Noors) en studenten zijn daarvoor van essentieel belang. Dat lerenden zich veilig voelen en ontspannen zijn, is hiervoor de voorwaarde. Een leslokaal met een rijopstelling was ongepast om dit te bewerkstelligen. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die in een halve cirkel opgesteld waren en er was altijd muziek tijdens de klas. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek afgespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij deze teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de (Noorse) grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De lerenden werden op deze manier overgehaald om te luisteren en ze konden de (Noorse) woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal (Noorwegen) was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld (Noorse) streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedie was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerenden geen last hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van Suggestopedie dat de student wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de Noorse trainer waarbij de lerende altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelden de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende kenschetst. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Noors) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Noors) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. De gesprekken in het Noors worden opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden onderling als middel om de Noorse taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek Noors wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt sterk af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel het Noors als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken wanneer deze op de juiste wijze wordt toegepast. Voor grote klassen is de methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt lerenden een hoge mate van autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden studenten vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les Noors, maar ook buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich zo een stuk meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als een team te werken. Van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de taalles Noors leren studenten veel. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en eveneens geen toetsen Noors gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden in hun Noors spreken belemmerd wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Noors) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Noorse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. De lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Noors (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Noors ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat Noors een grotere plaats in dan de Noorse grammatica. De instructies zijn op situaties en Noorse uitdrukkingen gericht die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelf ontdekken van de Noorse taal.
De taak van de taaltrainer Noors is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke manier het Noors te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Noors.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Een aantal studenten heeft meer aan een taaltrainer Noors die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Noors.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan vanzelf snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Noors) denken doordat een soort eentalige methode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De concepten van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. De seriemethode van François Gouin was enige tijd een succes, ondanks dat de methode een ongewone aanpak had. Deze methode van Gouin werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Noors en de leermethode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
De taalmethodiek creëert levendig taalonderwijs. Doordat de seriemethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs Noors enthousiasme van de lerenden op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De methode maakt de studenten Noors nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve vaardigheden Noors van de studenten goed.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die wat abstracter of subjectiever is, wat moeilijk in één concrete ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Noors) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Noors) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van het Noors beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, de krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de studenten Noors liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (hoofdzakelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Noors) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Noors) te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met het Noors en leren op deze manier authentieke Noorse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Noors, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van de Dogme-benadering is het aangaan van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan. Bij deze methode draait het om communicatie als de stuwende kracht van de taal leren (bijvoorbeeld het Noors). Daarom is deze leermethode een communicatieve benadering van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op communicatie tussen trainer en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de parallellen met taakgericht leren van een taal (zoals Noors) suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de docent Noors. Het kan zeer motiverend zijn dat de studenten verantwoordelijk voor het eigen leerproces zijn. De taallessen Noors zijn nooit voorspelbaar op deze wijze. Dat garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan in een taalles volgens de Dogme-benadering worden besproken. Op deze manier blijven studenten alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel iets minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden. Ook zijn niet alle trainers Noors voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen Noors en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander minpunt van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal (zoals het Noors). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Noors; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Noorwegen). Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Noorwegen voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. De focus ligt op Noorse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers het Noors ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Noorse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Noors te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Noors dat voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Noors om.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is, is nog weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving Noors geboden. Deze zes fasen van GPA bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Noors verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Noors) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Noorse tekst ook te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klank van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo veel tot het soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Noors kan spreken. Na enige tijd zullen de studenten een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn veel lesboeken voor deze techniek geschikt. De Noorse audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal (het Noors) in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te lopen, het liefst buiten, en niet te zitten. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, is een bijkomende reden waardoor het werken aan de Noorse taal veel effectiever wordt.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de methode van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Noors wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden toegepast in een groep met lerenden, waarbij iedere deelnemer individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerenden het soms een beetje saai vinden om dezelfde Noorse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Noors) te leren die uitgaat van het principe dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Noors is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Noors versneld toe. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij Noors praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert TPR® aan beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Noorse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en kan de leermethode eveneens in wat grotere klassen toegepast worden. Het verworven Noors wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. De methode is ook niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën in het Noors uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden de lerenden de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Noors). Het werd aangemoedigd de lerenden vaak in het Noors te laten praten. Het was eveneens nieuw dat de les in het Noors gegeven werd. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Met behulp van afbeeldingen en voorbeelden werd de (Noorse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden zelf aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de crises en oorlogen ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Noors te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in het Noors en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Keerzijden heeft deze Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid (Noors) is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen ook relatief veel minder. De Directe Methode biedt voor de meer gevorderde lerenden Noors te weinig uitdagingen. Omdat de Directe Methode van een actieve inzet door de student uitgaat, is de leermethode eveneens niet heel geschikt voor langzaam lerende student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal (zoals Noors) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Noorse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Noors, die steeds één Noors nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Noorse woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de Noorse woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en weer variaties op de Noorse zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten Noorse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat dit wat saai kan zijn om dezelfde Noorse woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Noors) die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaltrainers Noors om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Noors) van de vreemde taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn staven met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Noors vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn methode voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte wordt gezien als autonoom. De docent Noors is in principe aan de studenten dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van het Noors op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mag, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een minpunt zijn dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de docent Noors zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af raakt, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Noors) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De student wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. Door de docent Noors wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Noorse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat deze verhalen van de taaltrainer vrij gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen de studenten zich. Zo worden Noorse structuren en woorden vrijwel vanzelf in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale fenomenen van het Noors gewezen, zonder dat studenten regels van het Noors uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ Noors beginnen te spreken en de Noorse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep van lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent Noors eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Noorse vertaling, om vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Noors, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Noors volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de traineren vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd ontdekt in Egypte met tweetalige teksten, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig talen en de taalcursussen zijn vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers alsook foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker (native speaker). Verbetering van de uitspraak kan worden behaald door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheden zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft taalfouten aan met de mogelijkheid om de taalfouten van de student te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel toegepast, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en kan op elk moment door de student worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben. Velen ervaren het als plezierig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt kan zijn dat er geen taaldocent is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Noors) te leren.
De cursus bestaat uit zinnen/dialogen in de doeltaal die door lerenden vervolgens worden nagesproken en worden herhaald. De Noorse zinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers (native speakers). De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. De lessen van de cursus omvatten een audio-opname van dertig minuten met nieuwe vocabulaire en structuur. De grammaticale structuren van het Noors worden niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de aangeboden zinnen.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
Onder andere in de Verenigde Staten worden de cursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Noors praten.
Het feit dat niets wordt uitgelegd, is een nadeel van de methode. De gebruikers leren geen bouwstenen van de Noorse taal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Hij begon met zijn lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Noors), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Noorse lesstof wordt afgewisseld met bekende Noorse lesstof. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen de Engelse taal en het Noors, als deze verbanden bestaan. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast Noorse woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd zodat de lerende zelf zinnen kan maken. De methodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat studenten zelf hun vocabulaire Noors kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Noors. De mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode traint de luistervaardigheid en de uitspraak Noors op efficiënte wijze en is heel toegankelijk. Het feit dat de cursus Noors niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen (zoals Noors). De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Noors en audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter besteedt de gebruiker ruwweg twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen bestaan uit verschillende Noorse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de Noorse vertaling, alsook grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de lerenden dienen te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist Noors in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer Noors om de student te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel werd gegeven in de doeltaal (bijvoorbeeld Noors). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Noors) en de (Noorse) grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel zonder fouten Noors leren verstaan en spreken, wat begint met een Noorssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Noorse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. Taaldocenten Noors kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en dan een nieuw Noors woord of meerdere nieuwe Noorse woorden hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar studenten Noors een hoofdtelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Het geschreven Noors komt pas aan bod wanneer het mondelinge Noors al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Noorse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al snel bezwaren tegen de saaie drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Noors) niet gaat om het memoriseren van de (Noorse) grammatica, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid (Noors), die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten Noors die beginnen effectief. De goede uitspraak Noors wordt van het begin af aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen input verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik Noors.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Noors) te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Noors) die worden herhaald na verloop van tijd. Deze Noorse woorden of zinnen van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Noorse woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die Noorse woorden die nog problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden als deze relevant en van betekenis is. Voor Noorse woorden die relevant en van betekenis zijn voor de lerende, kan deze methode functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde van deze methode is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan een serie losse woorden of zinnen. De methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Noors). De methode probeert het Noors te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van het Noors leert men eveneens onbewust op die manier. Alleen het Noors wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Noors mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Noors grammatica.
Als de lerende in het Noors wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de student plezier van de ervaringen heeft, dienen de leeractiviteiten in het Noors stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen deze twee leermethoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. De methode is een populaire manier van lesgeven bij taaldocenten Noors, omdat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Noorse grammatica. De studenten zouden inderdaad leren in het Noors te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal te leren. Studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met het Noors te krijgen. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde Noors langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek Noors examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de lerende vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Noors). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van het Noors. Bij de leermethode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste Noorse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties worden in reële situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen aan de lerenden gepresenteerd. Bij de methodiek in het Noors worden de structuren die in de praktijk het vaakst in het Noors worden gebruikt, als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid Noors (luisteren en spreken) wordt hier in de eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Noors (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de lerenden het Noors op een nauwkeurige wijze leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Noors en leren in welke situatie bepaalde bepaalde Noorse woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. Deze methodiek kost behoorlijk veel tijd en levert niet direct ervaringen van succes op. De inbreng van de student zelf is beperkt; het is niet erg creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen (zoals Noors).
De met leren het Noors in de praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met de taaldocent Noors alsook onderling. Teksten in het Noors of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven worden gebruikt. Het Noors wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaltrainer Noors draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Noors in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Noorse grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Noors echt trainers, die studenten leren om in het Noors te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel positieve aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de Noorse taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Noorse woorden die zij moeten weten. CLT is een efficiënte methode. Deze methode werkt stimulerend voor de lerende, omdat hij of zij gauw succes ervaart. Foutjes maken mag; al doende wordt de vaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Voor sommige studenten is deze manier van leren lastig of afwijkend, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. De methode CLT draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde rond 1783 een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Onderwijs in Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Noors). Deze aanpak werd destijds beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Noors) uit waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Noors dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Noors. De taaldocenten dragen kennis Noors over, de student memoriseert.
Populariteit
Hoewel reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Noors, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de luistervaardigheid en spreekvaardigheid Noors bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver van het dagelijks gebruik van het Noors af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepen biedt de leermethode geen mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief leerproces voor studenten. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Noors) leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal omgeven is. Alle instructies vinden in de doeltaal (Noors) plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Noors te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving vaak in de stijl van het land van de Noorse taal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Noorwegen zijn. De lerenden oefenen het Noors spreken één-op-één of in kleine groepen. Naar Noorwegen reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing Noors kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode vrij intensief is. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in het Noors gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag Noors aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een vrij korte tijd Noors leert, door in Noorwegen te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een bijkomend minpunt kan zijn dat een dergelijke training Noors nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (vreemde talen; bijvoorbeeld Noors) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Noors) en studenten zijn daarvoor van essentieel belang. Dat lerenden zich veilig voelen en ontspannen zijn, is hiervoor de voorwaarde. Een leslokaal met een rijopstelling was ongepast om dit te bewerkstelligen. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die in een halve cirkel opgesteld waren en er was altijd muziek tijdens de klas. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek afgespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij deze teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de (Noorse) grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De lerenden werden op deze manier overgehaald om te luisteren en ze konden de (Noorse) woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal (Noorwegen) was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld (Noorse) streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedie was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerenden geen last hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van Suggestopedie dat de student wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de Noorse trainer waarbij de lerende altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelden de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende kenschetst. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Noors) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Noors) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. De gesprekken in het Noors worden opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden onderling als middel om de Noorse taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek Noors wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt sterk af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel het Noors als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken wanneer deze op de juiste wijze wordt toegepast. Voor grote klassen is de methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt lerenden een hoge mate van autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden studenten vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les Noors, maar ook buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich zo een stuk meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als een team te werken. Van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de taalles Noors leren studenten veel. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en eveneens geen toetsen Noors gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden in hun Noors spreken belemmerd wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Noors) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Noorse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. De lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Noors (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Noors ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat Noors een grotere plaats in dan de Noorse grammatica. De instructies zijn op situaties en Noorse uitdrukkingen gericht die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelf ontdekken van de Noorse taal.
De taak van de taaltrainer Noors is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke manier het Noors te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Noors.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Een aantal studenten heeft meer aan een taaltrainer Noors die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Noors.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan vanzelf snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Noors) denken doordat een soort eentalige methode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De concepten van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. De seriemethode van François Gouin was enige tijd een succes, ondanks dat de methode een ongewone aanpak had. Deze methode van Gouin werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Noors en de leermethode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
De taalmethodiek creëert levendig taalonderwijs. Doordat de seriemethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs Noors enthousiasme van de lerenden op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De methode maakt de studenten Noors nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve vaardigheden Noors van de studenten goed.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die wat abstracter of subjectiever is, wat moeilijk in één concrete ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Noors) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Noors) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van het Noors beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, de krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de studenten Noors liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (hoofdzakelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Noors) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Noors) te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met het Noors en leren op deze manier authentieke Noorse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Noors, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van de Dogme-benadering is het aangaan van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan. Bij deze methode draait het om communicatie als de stuwende kracht van de taal leren (bijvoorbeeld het Noors). Daarom is deze leermethode een communicatieve benadering van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op communicatie tussen trainer en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de parallellen met taakgericht leren van een taal (zoals Noors) suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de docent Noors. Het kan zeer motiverend zijn dat de studenten verantwoordelijk voor het eigen leerproces zijn. De taallessen Noors zijn nooit voorspelbaar op deze wijze. Dat garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan in een taalles volgens de Dogme-benadering worden besproken. Op deze manier blijven studenten alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel iets minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden. Ook zijn niet alle trainers Noors voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen Noors en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander minpunt van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal (zoals het Noors). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Noors; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Noorwegen). Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Noorwegen voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. De focus ligt op Noorse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers het Noors ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Noorse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Noors te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Noors dat voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Noors om.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is, is nog weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving Noors geboden. Deze zes fasen van GPA bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Noors verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Noors) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Noorse tekst ook te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klank van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo veel tot het soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Noors kan spreken. Na enige tijd zullen de studenten een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn veel lesboeken voor deze techniek geschikt. De Noorse audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal (het Noors) in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te lopen, het liefst buiten, en niet te zitten. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, is een bijkomende reden waardoor het werken aan de Noorse taal veel effectiever wordt.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de methode van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Noors wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden toegepast in een groep met lerenden, waarbij iedere deelnemer individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerenden het soms een beetje saai vinden om dezelfde Noorse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Noors) te leren die uitgaat van het principe dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Noors is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Noors versneld toe. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij Noors praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert TPR® aan beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Noorse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en kan de leermethode eveneens in wat grotere klassen toegepast worden. Het verworven Noors wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. De methode is ook niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën in het Noors uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden de lerenden de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Noors). Het werd aangemoedigd de lerenden vaak in het Noors te laten praten. Het was eveneens nieuw dat de les in het Noors gegeven werd. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Met behulp van afbeeldingen en voorbeelden werd de (Noorse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden zelf aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de crises en oorlogen ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Noors te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in het Noors en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Keerzijden heeft deze Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid (Noors) is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen ook relatief veel minder. De Directe Methode biedt voor de meer gevorderde lerenden Noors te weinig uitdagingen. Omdat de Directe Methode van een actieve inzet door de student uitgaat, is de leermethode eveneens niet heel geschikt voor langzaam lerende student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal (zoals Noors) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Noorse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Noors, die steeds één Noors nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Noorse woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de Noorse woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en weer variaties op de Noorse zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten Noorse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat dit wat saai kan zijn om dezelfde Noorse woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Noors) die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaltrainers Noors om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Noors) van de vreemde taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn staven met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Noors vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn methode voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte wordt gezien als autonoom. De docent Noors is in principe aan de studenten dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van het Noors op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mag, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een minpunt zijn dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de docent Noors zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af raakt, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Noors) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De student wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. Door de docent Noors wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Noorse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat deze verhalen van de taaltrainer vrij gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen de studenten zich. Zo worden Noorse structuren en woorden vrijwel vanzelf in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale fenomenen van het Noors gewezen, zonder dat studenten regels van het Noors uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ Noors beginnen te spreken en de Noorse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep van lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent Noors eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Noorse vertaling, om vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Noors, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Noors volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de traineren vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale hulpmiddelen om Noors te leren
Ook is er een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere manier:
Het alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Talen door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus van ons taleninstituut altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist Noors het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Er is echter een betere manier:
De Dagnall Methode.
Het alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Talen door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus van ons taleninstituut altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist Noors het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze cursussen Noors bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze cursussen Noors bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Noors online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten.
Online Noors leren (e-learning Noors)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Noors
Het voordeel van blended learning vergeleken met het online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, lerenden bij blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall eveneens blended learning op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Het platform Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het platform biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall eveneens over een handige eigen App voor zowel Android- als Apple-apparaten. De Dagnall App heeft als voordeel dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, op elk (mobiel) apparaat toegang heeft. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Noors leren waar en wanneer het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook na afronding van de training Noors beschikbaar.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Noors
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Noors
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met Noorse zakenpartners en klanten uit Noorwegen kunnen op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging zijn.
Diegenen die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven daarom vaak onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen Noors op maat
Dagnall Talen leert u in het Noors communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Noorstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Noors verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen Noors zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Noors online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk ervaren en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining Noors
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, pc/iMac of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Noors ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Noors wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Noors bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Noors wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Noors bevat.
Na afloop van uw cursus Noors ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Noors alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Noors.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Noors
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als leidraad. Zo geven wij u als cursist een helder beeld van uw huidige en opgedane kennis van het Noors. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Aan het einde van een cursus Noors ontvangt de cursist het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een methode om verschillende taalniveaus op een uniforme manier te kunnen omschrijven, zodat een ‘gevorderde’ in Noorwegen eenzelfde taalbeheersing heeft als een ‘gevorderde’ in bijvoorbeeld Nederland.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse afkorting en term wordt ook vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) kent ook zes niveaus in taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
De beheersingsniveaus in vaardigheid worden gemeten van laag naar hoog: A1, A2, B1, B2, C1 en C2.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse afkorting en term wordt ook vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) kent ook zes niveaus in taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
De beheersingsniveaus in vaardigheid worden gemeten van laag naar hoog: A1, A2, B1, B2, C1 en C2.
Niveau A is van toepassing op beginners.
De persoon die niveau B beheerst, bezit alle basiskennis in de doeltaal.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die het Noors met groot gemak lezen, schrijven, verstaan en spreken. Wie het Noors kent op niveau C, beheerst de taal op bijna moedertaalniveau.
De persoon die niveau B beheerst, bezit alle basiskennis in de doeltaal.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die het Noors met groot gemak lezen, schrijven, verstaan en spreken. Wie het Noors kent op niveau C, beheerst de taal op bijna moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Noors)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen (Noors) altijd ten minste twee keer proefgelezen door twee specialisten. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Taleninstituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, zoals een cursus Noors, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens moeten te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging. Vanzelfsprekend voldoet Dagnall aan alle vereisten die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in heel beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Noors zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall staat ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Talen voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
Dit houdt in dat Dagnall Talen voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een cursus Noors aan
Contact cursus Noors
Wilt u contact opnemen met Dagnall Taleninstituut voor een cursus Noors? Voor meer informatie belt u naar 085-2737302 (geen belmenu) of stuurt een e-mail naar cursus-noors@dagnall.nl. Of ga naar het contactformulier.
U kunt ook ons informatiepakket bestellen. Dit is geheel gratis.
De beste route naar een cursus Noors met Dagnall!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Internationaal zakendoen
 Wanneer u internationaal zakendoet dient u vaak rekening te houden met een tijdsverschil met het land waar u zaken mee doet, zoals Noorwegen. Beide onderstaande klokken geven eveneens het eventuele tijdverschil aan tussen Nederland en Noorwegen.
De klokken stellen zich automatisch in op zomertijd, indien van toepassing. (De klokken stellen zich automatisch in op zomertijd, indien van toepassing.)
AMSTERDAM
OSLO
De officiële landcode van Noorwegen in letters is NOR. De hoofdstad van Noorwegen; Oslo (in het Noors eveneens ‘Oslo’ geheten), ligt in het zuidoosten van Noorwegen.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Noorwegen is +47. De officiële internetextensie van Noorwegen is .no.
Oslo op de kaart van Noorwegen
Leer Noorwegen kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Noorwegen ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Noorwegen.
Noorwegen grenst aan Finland, Zweden en Rusland.
Kent u de provincies (fylker) van Noorwegen?
Weet u in welke Noorse provincies uw zakenrelaties zijn gevestigd?
Zo kent u de 18 Noorse provincies heel gauw.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Noorwegen.
Noorwegen grenst aan Finland, Zweden en Rusland.
Kent u de provincies (fylker) van Noorwegen?
Weet u in welke Noorse provincies uw zakenrelaties zijn gevestigd?
Zo kent u de 18 Noorse provincies heel gauw.
Controleer of verbeter uw kennis door met uw muis naar de landkaart van Noorwegen te gaan.
Als u de muis op de landkaart van Noorwegen laat rusten, kun u de bestuurlijke indeling van Noorwegen zien.
Dan worden de provincies na elkaar in beeld gebracht.
Eerst ziet u de Noorse provincies, daarna kunt de naam van de opgelichte provincie zien.
Na een minuut hebt u een aardig beeld van de regionale verdeling van Noorwegen.
Als u de muis op de landkaart van Noorwegen laat rusten, kun u de bestuurlijke indeling van Noorwegen zien.
Dan worden de provincies na elkaar in beeld gebracht.
Eerst ziet u de Noorse provincies, daarna kunt de naam van de opgelichte provincie zien.
Na een minuut hebt u een aardig beeld van de regionale verdeling van Noorwegen.
Noorwegen in Europa
Provincies van Noorwegen
Soepele zakelijke gesprekken met Noorstaligen
Zakendoen met Noorwegen
Wilt u soepel communiceren met Noorstaligen?
De informatie die u hieronder vindt over de Noorse cultuur, Noorwegen en de Noren, zal u hier zeker bij helpen.
Onderwerpen zoals bekende Noorse exportproducten, beroemde Noren en typische gebruiken en gewoonten hebben wij hierbij op een rijtje gezet.
Diverse kenmerkende dingen over de Noorse taal en/of Noorwegen.
Een aantal interessante zaken over het land kennen, kan heel nuttig zijn als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze noemenswaardigheden over land, cultuur en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Noors.
De informatie die u hieronder vindt over de Noorse cultuur, Noorwegen en de Noren, zal u hier zeker bij helpen.
Onderwerpen zoals bekende Noorse exportproducten, beroemde Noren en typische gebruiken en gewoonten hebben wij hierbij op een rijtje gezet.
Diverse kenmerkende dingen over de Noorse taal en/of Noorwegen.
Een aantal interessante zaken over het land kennen, kan heel nuttig zijn als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze noemenswaardigheden over land, cultuur en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Noors.
Tijdens internationaal zakendoen met Noorstaligen kunt u in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen maar eveneens uw kennis over het land inzetten.
Zo kunt u dingen over typisch Noorse gerechten en de Noorse eetcultuur te weten komen.
Eten verbindt mensen.
De nieuw verworven taalvaardigheid alsook uw kennis over de Noorse cultuur, Noorwegen en de Noren weet men zeker te waarderen!
Zo kunt u dingen over typisch Noorse gerechten en de Noorse eetcultuur te weten komen.
Eten verbindt mensen.
De nieuw verworven taalvaardigheid alsook uw kennis over de Noorse cultuur, Noorwegen en de Noren weet men zeker te waarderen!
Å slå to fluer i en smekk
Twee vliegen in één klap slaan
Den som ler sist, ler best
Wie het laatst lacht, lacht het best
Ikke selg skinnet før bjørnen er skutt
Je moet de huid niet verkopen voor de beer geschoten is
Twee vliegen in één klap slaan
Den som ler sist, ler best
Wie het laatst lacht, lacht het best
Ikke selg skinnet før bjørnen er skutt
Je moet de huid niet verkopen voor de beer geschoten is
De Noorse keuken kent stevige gerechten, die het zware werk op het land of de zee mogelijk maken.
Belangrijke ingrediënten zijn vis, schaal- en schelpdieren, lam, gerookt vlees en wilde bessen.
In Noorwegen wordt nog steeds walvis gegeten. Het wordt als een delicatesse gezien.
Normaal gesproken eten Noren drie of vier keer per dag.
Net als Nederlanders eten Noren veel brood.
Ontbijt en lunch zijn broodmaaltijden.
Flatbrød; plat brood, is het traditionele ongezuurde brood van Noorwegen.
De broden zijn plat en rond als pannenkoeken en worden gegeten bij vis, gezouten vlees en soep.
Een West-Noorse specialiteit is smalahove: gedroogde en gezouten schapenkop.
Ter bereiding wordt hij zo’n drie uur gekookt.
Smalahove wordt geserveerd met koolraap en aardappelen.
Populair is ook rakfisk; gefermenteerde forel, die wordt gegeten met rode ui en zure room.
Elandsteak of -burger is een typisch Noors luxegerecht, geserveerd met jam van jeneverbes of rode bosbes.
Ook eten de Noren rendier, vooral de Sami in Noord-Noorwegen.
Het vlees wordt vaak gegeten als steak, burger of gehakt.
Net als eland heeft rendier een vrij sterke wildsmaak.
Ook rendiervlees wordt met jam gegeten.
De jam is pittig en wordt gemaakt van wilde bessen, rode bosbes of jeneverbes.
Een ander typisch Noors product is brunost; bruine kaas.
Deze kaas wordt gemaakt van wei en heeft een wat zoete smaak en een bruine kleur.
Noorwegen heeft, net als Denemarken en Zweden, een echte worstencultuur.
In zowel zomer als winter nemen Noren graag een barbecue mee bij een toertocht om worstjes te grillen.
Belangrijke ingrediënten zijn vis, schaal- en schelpdieren, lam, gerookt vlees en wilde bessen.
In Noorwegen wordt nog steeds walvis gegeten. Het wordt als een delicatesse gezien.
Normaal gesproken eten Noren drie of vier keer per dag.
Net als Nederlanders eten Noren veel brood.
Ontbijt en lunch zijn broodmaaltijden.
Flatbrød; plat brood, is het traditionele ongezuurde brood van Noorwegen.
De broden zijn plat en rond als pannenkoeken en worden gegeten bij vis, gezouten vlees en soep.
Een West-Noorse specialiteit is smalahove: gedroogde en gezouten schapenkop.
Ter bereiding wordt hij zo’n drie uur gekookt.
Smalahove wordt geserveerd met koolraap en aardappelen.
Populair is ook rakfisk; gefermenteerde forel, die wordt gegeten met rode ui en zure room.
Elandsteak of -burger is een typisch Noors luxegerecht, geserveerd met jam van jeneverbes of rode bosbes.
Ook eten de Noren rendier, vooral de Sami in Noord-Noorwegen.
Het vlees wordt vaak gegeten als steak, burger of gehakt.
Net als eland heeft rendier een vrij sterke wildsmaak.
Ook rendiervlees wordt met jam gegeten.
De jam is pittig en wordt gemaakt van wilde bessen, rode bosbes of jeneverbes.
Een ander typisch Noors product is brunost; bruine kaas.
Deze kaas wordt gemaakt van wei en heeft een wat zoete smaak en een bruine kleur.
Noorwegen heeft, net als Denemarken en Zweden, een echte worstencultuur.
In zowel zomer als winter nemen Noren graag een barbecue mee bij een toertocht om worstjes te grillen.
Noorwegen is één van ’s werelds grootste producenten van gekweekte zalm en gekweekte zeevis in het algemeen, olivijn, olie en gas.
Noorwegen behoort tot de werelds grootste producenten van microsilica voor het maken van cement en PVC in Europa.
Noorwegen behoort tot de werelds grootste producenten van microsilica voor het maken van cement en PVC in Europa.
Bekende Noren zijn Erik de Rode, Roald Amundsen, Thor Heyerdahl, Max Manus, Henrik Ibsen, Jo Nesbø, Edvard Grieg, Morten Harket, Ane Brun, Magnus Carlsen en Aksel Lund Svindal.
"Nordea Trade Club
De Nordea Trade Club is een Noorse business club met leden, die zich ten doel stelt de internationale handel met Noorwegen te stimuleren.
Norsk.nl
De website Norsk.nl van het bedrijf Placement biedt nuttige informatie over wonen, werken en ondernemen in Noorwegen.
Nederlandse ambassade in Oslo
De Nederlandse ambassade in Oslo biedt ondersteuning aan Nederlanders die in Noorwegen willen wonen, werken, reizen en ondernemen. De Nederlandse ambassades in Denemarken, Zweden, Noorwegen, Finland, Estland, Letland en Litouwen werken samen in het Nordic-Baltic Netwerk (NBN). In deze NBN-landen vindt Nederland zijn zakelijke top-partners.
Informatie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Informatie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland over handel tussen Nederland en Noorwegen.
Noorse ambassade in Den Haag
De Noorse ambassade in Den Haag helpt ook mensen bij de handel tussen Nederland en Noorwegen.
De Noorse regering zetelt in de hoofdstad Oslo, die is gelegen in de provincie Oslo. Het parlement komt samen in het Stortinggebouw, ook in Oslo. Oslo is eveneens het commerciële en financiële centrum van Noorwegen.
"
De Nordea Trade Club is een Noorse business club met leden, die zich ten doel stelt de internationale handel met Noorwegen te stimuleren.
Norsk.nl
De website Norsk.nl van het bedrijf Placement biedt nuttige informatie over wonen, werken en ondernemen in Noorwegen.
Nederlandse ambassade in Oslo
De Nederlandse ambassade in Oslo biedt ondersteuning aan Nederlanders die in Noorwegen willen wonen, werken, reizen en ondernemen. De Nederlandse ambassades in Denemarken, Zweden, Noorwegen, Finland, Estland, Letland en Litouwen werken samen in het Nordic-Baltic Netwerk (NBN). In deze NBN-landen vindt Nederland zijn zakelijke top-partners.
Informatie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Informatie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland over handel tussen Nederland en Noorwegen.
Noorse ambassade in Den Haag
De Noorse ambassade in Den Haag helpt ook mensen bij de handel tussen Nederland en Noorwegen.
De Noorse regering zetelt in de hoofdstad Oslo, die is gelegen in de provincie Oslo. Het parlement komt samen in het Stortinggebouw, ook in Oslo. Oslo is eveneens het commerciële en financiële centrum van Noorwegen.
"
Karl Uchermann was een schilder en illustrator, maar eveneens de uitvinder van de eerste frankeermachine in 1901.
Johan Vaaler bedacht in 1899 de paperclip.
Jens William Ægidius Elling was een Noorse onderzoeker en uitvinder. Hij bouwde de eerste gasturbine die meer vermogen produceerde dan nodig was om zijn eigen componenten te laten draaien (1903).
Wie dacht dat de bij ons zo populaire kaasschaaf een Nederlandse uitvinding was, heeft het mis. Thor Bjørklund bedacht het gebruiksvoorwerp in 1925.
Ingenieur en uitvinder Tore Planke was de uitvinder van de flesseninname-apparaat (1962).
Erik Rotheim was een chemisch ingenieur en uitvinder. Hij is vooral bekend door de uitvinding van de eerste spuitbus (1927).
Tor Sørnes was de ontwerper en uitvinder van de VingCard, de eerste keycard-vergrendeling, onder andere gebruikt voor hotelkamerdeuren, eind jaren 70 van de vorige eeuw.
Bror With was een Noorse uitvinder en verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog. Hij bedacht in 1927 de Rottefella (‘de rattenval’), een skibinding die werd gebruikt door Noorse langlaufers tijdens de Olympische Winterspelen van 1928.
Johan Vaaler bedacht in 1899 de paperclip.
Jens William Ægidius Elling was een Noorse onderzoeker en uitvinder. Hij bouwde de eerste gasturbine die meer vermogen produceerde dan nodig was om zijn eigen componenten te laten draaien (1903).
Wie dacht dat de bij ons zo populaire kaasschaaf een Nederlandse uitvinding was, heeft het mis. Thor Bjørklund bedacht het gebruiksvoorwerp in 1925.
Ingenieur en uitvinder Tore Planke was de uitvinder van de flesseninname-apparaat (1962).
Erik Rotheim was een chemisch ingenieur en uitvinder. Hij is vooral bekend door de uitvinding van de eerste spuitbus (1927).
Tor Sørnes was de ontwerper en uitvinder van de VingCard, de eerste keycard-vergrendeling, onder andere gebruikt voor hotelkamerdeuren, eind jaren 70 van de vorige eeuw.
Bror With was een Noorse uitvinder en verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog. Hij bedacht in 1927 de Rottefella (‘de rattenval’), een skibinding die werd gebruikt door Noorse langlaufers tijdens de Olympische Winterspelen van 1928.
"Bergen Summer Research School is een kennisevenement dat de raakvlakken onderzoekt tussen wetenschap, maatschappij en wereldwijde uitdagingen. Het evenement gaat onder andere over klimaatbeheer, duurzame steden en oceanen, media en democratie en wereldwijde voedselsystemen.
Nor-Fishing in Trondheim is een jaarlijkse beurs voor de visserij-industrie en -technologie.
Nor-Shipping is een jaarlijkse vakbeurs voor de scheepvaartsector met circa 1.000 exposanten. De beurs vindt in Oslo plaats.
De Norwegian Developers Conference (NDC) is één van Europa’s grootste conferenties voor ontwikkelaars van NET & Agile-C++, cloud, database, design, gadgets, Internet of Things, enzovoorts. Het evenement wordt jaarlijks gehouden in Oslo maar ook in andere steden: onder andere in Londen en Sydney.
Moteuka is de grote modevakbeurs in Oslo. Aanbieders van stoffen, stylisten, stofprinters en bloggers komen hier samen. De beurs wordt tweemaal per jaar gehouden.
Norwegian Digital Travel Conference in Kristiansand is een beurs voor de reisbranche waarbij de focus ligt op digitale marketing en digitale technologie binnen de sector.
"
Nor-Fishing in Trondheim is een jaarlijkse beurs voor de visserij-industrie en -technologie.
Nor-Shipping is een jaarlijkse vakbeurs voor de scheepvaartsector met circa 1.000 exposanten. De beurs vindt in Oslo plaats.
De Norwegian Developers Conference (NDC) is één van Europa’s grootste conferenties voor ontwikkelaars van NET & Agile-C++, cloud, database, design, gadgets, Internet of Things, enzovoorts. Het evenement wordt jaarlijks gehouden in Oslo maar ook in andere steden: onder andere in Londen en Sydney.
Moteuka is de grote modevakbeurs in Oslo. Aanbieders van stoffen, stylisten, stofprinters en bloggers komen hier samen. De beurs wordt tweemaal per jaar gehouden.
Norwegian Digital Travel Conference in Kristiansand is een beurs voor de reisbranche waarbij de focus ligt op digitale marketing en digitale technologie binnen de sector.
"
Donderdag voor Pasen (Skjærtorsdag)
Goede Vrijdag (Langfredag)
1 mei (Dag van de Arbeid; Første mai)
17 mei (Syttende mai or Grunnlovsdagen)
40 dagen na Paaszondag (Kristi himmelfartsdag)
Goede Vrijdag (Langfredag)
1 mei (Dag van de Arbeid; Første mai)
17 mei (Syttende mai or Grunnlovsdagen)
40 dagen na Paaszondag (Kristi himmelfartsdag)
De vier grootste luchthavens van Noorwegen zijn Oslo Gardermoen, Bergen Flesland, Trondheim Værnes en Stavanger Sola. Oslo verwerkt jaarlijks ongeveer 28 miljoen passagiers. De andere vliegvelden zijn veel kleiner: 4 tot 6 miljoen passagiers per jaar.
De treinroute van Oslo naar Bergen in Noorwegen is door Lonely Planet uitgeroepen tot één van de mooiste treinreizen ter wereld. De trein tussen Oslo en Bergen rijdt door spectaculaire landschappen, door bossen, meren en over de Hardangervidda; Europa’s hoogste bergplateau.
De Glomma, de Pasvikelva en de Numedalslågen zijn de grootste rivieren in Noorwegen.
De treinroute van Oslo naar Bergen in Noorwegen is door Lonely Planet uitgeroepen tot één van de mooiste treinreizen ter wereld. De trein tussen Oslo en Bergen rijdt door spectaculaire landschappen, door bossen, meren en over de Hardangervidda; Europa’s hoogste bergplateau.
De Glomma, de Pasvikelva en de Numedalslågen zijn de grootste rivieren in Noorwegen.
Het Noorse volkslied is Ja, vi elsker dette landet (“Ja, wij houden van dit land”)..
Ja, vi elsker dette landet,
som det stiger frem,
furet, værbitt over vannet,
med de tusen hjem,
elsker, elsker det og tenker
på vår far og mor
og den saganatt som senker
drømmer på vår jord.
Dette landet Harald berget
med sin kjemperad,
dette landet Håkon verget,
medens Øyvind kvad;
Olav på det landet malet
korset med sitt blod,
fra dets høye Sverre talet
Roma midt imot.
Bønder sine økser brynte
hvor en hær dro frem;
Tordenskjold langs kysten lynte,
så den lystes hjem.
Kvinner selv stod opp og strede
som de vare menn;
andre kunne bare grede,
men det kom igjen!
Visstnok var vi ikke ange,
men vi strakk dog til,
da vi prøvdes noen gange,
og det stod på spill;
ti vi heller landet brente
enn det kom til fall;
husker bare hva som hendte
ned på Fredrikshald!
Hårde tider har vi døyet,
ble til sist forstøtt;
men i verste nød blåøyet
frihet ble oss født.
Det gav faderkraft å bære
hungersnød og krig,
det gav døden selv sin ære
og det gav forlik.
Fienden sitt våpen kastet,
opp visiret fór,
vi med undren mot ham hastet,
ti han var vår bror.
Drevne frem på stand av skammen,
gikk vi søderpå;
nå står vi tre brødre sammen,
og skal sådan stå!
Norske mann i hus og hytte,
takk din store Gud!
Landet ville han beskytte,
skjønt det mørkt så ut.
Alt, hva fedrene har kjempet,
mødrene har grett,
har den Herre stille lempet,
så vi vant vår rett.
Ja, vi elsker dette landet,
som det stiger frem,
furet, værbitt over vannet,
med de tusen hjem.
Og som fedres kamp har hevet
det av nød til seir,
også vi, når det blir krevet,
for dets fred slår leir.
Ja, vi elsker dette landet,
som det stiger frem,
furet, værbitt over vannet,
med de tusen hjem,
elsker, elsker det og tenker
på vår far og mor
og den saganatt som senker
drømmer på vår jord.
Dette landet Harald berget
med sin kjemperad,
dette landet Håkon verget,
medens Øyvind kvad;
Olav på det landet malet
korset med sitt blod,
fra dets høye Sverre talet
Roma midt imot.
Bønder sine økser brynte
hvor en hær dro frem;
Tordenskjold langs kysten lynte,
så den lystes hjem.
Kvinner selv stod opp og strede
som de vare menn;
andre kunne bare grede,
men det kom igjen!
Visstnok var vi ikke ange,
men vi strakk dog til,
da vi prøvdes noen gange,
og det stod på spill;
ti vi heller landet brente
enn det kom til fall;
husker bare hva som hendte
ned på Fredrikshald!
Hårde tider har vi døyet,
ble til sist forstøtt;
men i verste nød blåøyet
frihet ble oss født.
Det gav faderkraft å bære
hungersnød og krig,
det gav døden selv sin ære
og det gav forlik.
Fienden sitt våpen kastet,
opp visiret fór,
vi med undren mot ham hastet,
ti han var vår bror.
Drevne frem på stand av skammen,
gikk vi søderpå;
nå står vi tre brødre sammen,
og skal sådan stå!
Norske mann i hus og hytte,
takk din store Gud!
Landet ville han beskytte,
skjønt det mørkt så ut.
Alt, hva fedrene har kjempet,
mødrene har grett,
har den Herre stille lempet,
så vi vant vår rett.
Ja, vi elsker dette landet,
som det stiger frem,
furet, værbitt over vannet,
med de tusen hjem.
Og som fedres kamp har hevet
det av nød til seir,
også vi, når det blir krevet,
for dets fred slår leir.
Over Noorwegen
Noorwegen heeft ruim 5 miljoen inwoners. Noorwegen is een parlementaire, constitutionele monarchie. De uitvoerende macht ligt bij de Raad van Ministers met aan het hoofd een premier. Het parlement heeft de wetgevende macht en wordt elke vier jaar gekozen. Noorwegen ligt in de noordwesthoek van Europa en beslaat een oppervlakte van 323.787 vierkante kilometer. Noorwegen is de 28ste grootste economie ter wereld.
Oslo (Noors: Oslo) is de hoofdstad van Noorwegen. Er wonen ruim 600.000 mensen in Oslo. Bergen, Stavanger en Trondheim zijn andere grote en belangrijke steden in Noorwegen. Noorwegen bestaat uit achttien provincies (fylker), te weten: Akershus, Aust-Agder, Buskerud, Finnmark, Hedmark, Hordaland, kMøre og Romsdal, Nordland, Oppland, Oslo, Rogaland, Sogn og Fjordane, Trøndelag, Telemark, Troms, Vest-Agder, Vestfold en Østfold.
Vlag van Noorwegen
Wapen van Noorwegen
Oorsprong naam Noorwegen
De naam ‘Noorwegen’ staat voor ‘noordelijke weg’; de straat tussen het eiland Karmøy en het vasteland van Noorwegen.
Kenmerkend voor Noorwegen
De zo Nederlands lijkende kaasschaaf is in Noorwegen uitgevonden en wordt door de Noren dan ook veel gebruikt. In de wereldzadenbank op Spitsbergen (de Svalbard Global Seed Vault) worden plantzaden van zo veel mogelijk plantenrassen voor de eeuwigheid bewaard, waaronder de zaden van veel voedselgewassen. De wereldzadenbank wordt ook wel de ‘Ark van Noach’ genoemd.
De zadenbank bevindt zich 120 meter diep in een berg bij de plaats Longyearbyen. Op Spitsbergen ligt ook Ny-Ålesund; het noordelijkste dorp ter wereld. Het postkantoor daar (het meest noordelijke postkantoor ter wereld) wordt graag door toeristen van cruiseschepen bezocht. Overal boeken! De Noren lezen meer dan ieder ander volk ter wereld. Boeken zijn dan ook btw-vrij, dus goedkoop. Het Noorderlicht! In de winter is het lekker donker en is het noorderlicht of het poollicht goed te zien. Het zijn elektromagnetisch geladen deeltjes die naar de polen worden getrokken.
[ Lees meer ]
Noorwegen - valuta
Munteenheid van Noorwegen
De munteenheid van Noorwegen is de Noorse kroon. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van het muntstuk van de Noorse kroon.
Euro naar Noorse kroon omrekenen
Hieronder ziet u een omrekenmodule om bedragen in euro snel en eenvoudig om te zetten naar Noorse kroon en vice versa.
Bedrag
Van
Naar
Succesvol zakendoen in het Noors
Noorwegen - handel en toerisme
Noorse Kamer van Koophandel - OCC
De Kamer van Koophandel van Noorwegen (Engelse naam: Oslo Chamber of Commerce, afkorting: OCC) bevindt zich in Oslo.
De website van de Kamer van Koophandel van Noorwegen is www.chamber.no.
Het adres van de Noorse Kamer van Koophandel Noorwegen is: OCC, St. Olavs gate 27, 0166 Oslo. Het telefoonnummer is +47 22129400.
Toeristenorganisatie van Noorwegen
De toeristenorganisatie van Noorwegen heet Innovation Norway, is gevestigd in Oslo, en de slogan luidt: “Norway - Powered by Nature”. De website van de Noorse toeristenorganisatie is www.visitnorway.com. Het adres van de Noorse Toeristenorganisatie is Visit Norway department, P.O. Box 448 Sentrum, N-0158 Oslo. Het telefoonnummer is +47 22 00 25 00.
INNOVATION NORWAY
Visit Norway department
P.O. Box 448 Sentrum
N-0158 Oslo
NORWAY
https://www.visitnorway.com/about
Visit Norway department
P.O. Box 448 Sentrum
N-0158 Oslo
NORWAY
https://www.visitnorway.com/about
Over de Noren
Typisch voor de Noren zijn de liefde voor de natuur en de balans tussen werk en privé. Misschien hebben die twee dingen wel met elkaar te maken. Binnen het gezin worden werk en zorg gelijk verdeeld tussen de partners en er is een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid. Thuis en op het werk zijn Noren casual gekleed. Iedereen heeft evenveel te vertellen bij besprekingen, van enige hiërarchie lijkt geen sprake.
Noren zijn punctueel en komen liever te vroeg dan te laat op een afspraak. Zij zijn doorgaans rustig en wat afwachtend. Noren vinden het onbeleefd om iemand in de rede te vallen en wachten liever totdat de ander is uitgepraat. Wel zijn Noren informeel en direct. Ze zeggen wat ze bedoelen, ook als ze het er niet mee eens zijn.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Kennen en kunnen
Taalbeheersing Noors is niet alleen kennen maar vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Door het accent te leggen op het verschil tussen kennen en kunnen, kan de cursist de opgedane kennis Noors beter toepassen.
Voor u het weet, begrijpt u opeens wat die Noorse collega steeds tegen u zegt. Dagnall brengt taalkennis Noors tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Noors tot leven!
Over de Noorse taal
Het Noors is een Noord-Germaanse of Scandinavische taal en wordt alleen in Noorwegen gesproken. Aanvankelijk werd in alle Scandinavische landen dezelfde taal gesproken: het Oernoords en vanaf circa 700 n.Chr. het Oudnoords. Vanaf het jaar 1350, nadat een groot deel van de Noorse bevolking was bezweken aan de pest, ontwikkelde zich een aparte Noorse taal; het Middelnoors.
Deze taal ging over in modern Noors. Noors wordt door ongeveer 4,5 miljoen mensen gesproken. Het is nauw verwant met het Deens en het Zweeds. Noors, Zweeds en Deens zijn onderling redelijk verstaanbaar. Het Noors heeft twee officiële schrijftalen: Bokmål en Nyorsk.
[ Lees meer ]
NOORSe klank en uitspraak
De klank van de Noorse taal
Het bijzondere aan de Noorse taal is de zogenaamde prosodie, eigenlijk ritme, klemtoon en intonatie: het is een toontaal. Dat wil zeggen dat de toon waarop een woord in het Noors wordt uitgesproken, betekenisonderscheidend kan zijn.
De uitspraak van het Noors
Aan het einde van het Noorse alfabet volgen na de ‘z’ nog drie letters: å, æ en ø. Afwijkend van de Nederlandse uitspraak: De Noorse o klinkt als ‘o’ of ‘oe’. De Noorse å wordt uitgesproken als ‘o’ in het Nederlandse woord ‘bord’.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Noors alfabet fonetisch/IPA
A | a | /ɑː/ |
B | b | /beː/ |
C | c | /seː/ |
D | d | /deː/ |
E | e | /eː/ |
F | f | /ɛf/ |
G | g | /ɡeː/ |
H | h | /hɔː/ |
I | i | /iː/ |
/j/ | J | j |
K | k | /kɔː/ |
L | l | /ɛl/ |
M | m | /ɛm/ |
N | n | /ɛn/ |
O | o | /uː/ |
P | p | /peː/ |
Q | q | /kʉː/ |
R | r | /ɛr/ |
S | s | /ɛs/ |
T | t | /teː/ |
U | oe | /ʉː/ |
V | v | /veː/ |
W | Dobbelt-ve | "/dɔbəlveː/ |
X | x | /ɛks/ |
Y | y | /yː/ |
Z | z | /sɛt/ |
SPELLING
WOORD
A | Anna |
B | Bernhard |
C | Caesar |
D | David |
E | Edith |
F | Fredrik |
G | Gustav |
H | Harald |
I | Ivar |
J | Johan |
K | Karin |
L | Ludvig |
M | Martin |
N | Nils |
O | Olivia |
P | Petter |
Q | Quintus |
R | Rikard |
S | Sigrid |
T | Teodor |
U | Ulrik |
V | Enkelt-v |
W | Dobbelt-v |
X | Xerxes |
Y | Yngling |
Z | Zakarias |
Speciale tekens
Æ | Ærlig |
Ø | Østen |
Å | Åse |
@ | alfakrøll |
# | firkanttast |
NAAMVALLEN
Het Noors heeft net als de andere Germaanse talen vroeger naamvallen gekend, maar het moderne Noors gebruikt ze nauwelijks meer. huset blijft huset (‘het huis’), onafhankelijk van de grammaticale functie in de zin. Wat wel vrij veel voorkomt in het Noors is de ‘bezits-s’, die in feite een genitief (tweede naamval) is. In het Nederlands wordt deze ook wel gebruikt voor personen (dat is Marjans zoontje), maar in het Noors kunnen dingen ook deze ‘bezits-s’ krijgen: bogens titel, letterlijk: het boeks titel.
Het Noors kent wel naamvallen voor persoonlijke voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatief, die het onderwerp van de zin aangeeft (jeg, ik); de genitief die een bezitsvorm aanduidt (min, mijn); datief voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (meg, ‘(aan) mij’) en accusatief voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (ook meg; ‘mij’).
Bijzonderheden van de Noorse taal
Bijzonder aan het Noors is dat er twee schrijftalen zijn; het Bokmål en het Nynorsk. Het Bokmål wordt door circa 85% van de Noorse bevolking gebruikt. De overige 15% gebruikt het Nynorsk.
Het Noors klinkt melodisch vanwege de toonaccenten; het is een toontaal. Noren ademen in als ze ‘ja’ zeggen en soms ook bij ‘nee’. Ze zuigen het woord als het ware op.
De Noorse taal leren en de Noorse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Noorse alfabet
Het Noorse alfabet bestaat uit 29 letters. De letters, æ, ø en å zijn extra ten opzichte van het Nederlands. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd.
Afwijkende leestekens in het Noors
In het Noors worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd.
Ze die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten. De naam ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van de tekens.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Noorse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Aftenposten is een bekende (online) krant in het Noors en NRK een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Noorse radio. NRK P1 is de bekendste Noorse publieke radiozender en P4 Radio Hele Norge AS de bekendste Noorse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Noorse muziek |
5 | Lees Noorse tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Noorse taal |
7 | Luister naar podcasts van Noorstaligen |
8 | Kijk Noorse televisieprogramma’s en films. NRK is de bekendste publieke televisieomroep en TV 2 de bekendste commerciële televisieomroep in Noorwegen |
9 | Bekijk Noorse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Noorse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Noorse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Noorse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Noors
Elke taal heeft ‘stoplappen’ (stopwoordjes), woorden die iemand gebruikt om even een denkpauze te nemen maar toch even de aandacht vast te houden. In het Noors hoor je vaak eh of altso/altså (‘dus’), maar ook på ein måte/på en måte (‘op een bepaalde manier’), berre (‘alleen’), bare (‘gewoon’).
Aan het eind van een zin is ikkje sant/ikke sant? (‘nietwaar?’) de meest gebruikte, om even te checken of de informatie is overgekomen. Ook vel (‘wel’, ‘goed’) en liksom (‘zoals’, ‘of zo’) en ‘er det’ (‘het is’) zijn echte stopwoordjes, evenals sant (‘echt’) en ser du (‘zie je’).
[ Lees meer ]
Nederlandse leenwoorden in het Noors
Nederlandse leenwoorden in het Noors zijn: ‘lier’ (idem), ‘mishandelen’ (mishandling), ‘plotseling’ (plutselig), ‘thee’ (te), ‘wedloop’ (veddeløp), ‘weemoed’ (vemod), ‘weldadig’ (veldedig), ‘wrak’ (vrak) en ‘zalf’ (salve).
Noorse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Noors zijn: ‘fjord’, ‘lemming’, ‘kraak’, ‘ski’ en ‘slalom’.
Noorse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Noorstalige media
Noorse media bekijken, lezen en/of beluisteren is erg effectief om uw kennis van het Noors te verrijken.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van het Noors op.
Noorse krant en online nieuwsportal
Het kan heel leuk en leerzaam zijn om het nieuws (proberen) te lezen in het Noors. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op snelle wijze veel Noorse woordenschat bijleert.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Noorwegen is Aftenposten. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Aftenposten klikken om deze krant direct te lezen.
Aftenposten
De meest gelezen kwaliteitskrant van Noorwegen is Aftenposten. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Aftenposten klikken om deze krant direct te lezen.
Nrk.no
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Noorse online nieuwsportal is Nrk.no.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Nrk.no klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Noorwegen direct te kunnen lezen.
Noorstalige radio luisteren
NRK P1
NRK P1 is de meest bekende publieke radiozender van Noorwegen.
Als u op het linker computerscherm hierboven met het logo klikt, kunt u live naar deze Noorse publieke radiozender luisteren.
P4 Radio Hele Norge AS
P4 Radio Hele Norge AS is de populairste commerciële radiozender in Noorwegen. Klik op het beeldscherm rechtsboven met het logo om direct live naar deze Noorstalige commerciële radiozender te luisteren.
Noorstalige televisie kijken
NRK
Uw favoriete televisieprogramma in het Noors horen of met Noorse ondertiteling bekijken, kan eerst wennen zijn, maar al gauw zult u merken dat dit erg leerzaam en leuk is.
NRK is de publieke televisieomroep van Noorwegen.
TV 2
TV 2 is de populairste commerciële televisieomroep voor Noorssprekenden.
Deze Noorstalige televisiezenders kunnen middels kabel, satelliet, internet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan promotiefilmpjes van Noorwegen en van hoofdstad Oslo die eveneens op Youtube zijn te zien.
Klik direct op het logo van Youtube in het midden om het filmpje af te spelen.
Direct onder de promotiefilmpjes zijn de locaties van Noorwegen en Oslo op Google Maps weergegeven. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Klik direct op het logo van Youtube in het midden om het filmpje af te spelen.
Direct onder de promotiefilmpjes zijn de locaties van Noorwegen en Oslo op Google Maps weergegeven. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, dan krijgt u de satellietbeelden van Noorwegen en Oslo te zien op Google Earth.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Noorse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Noorstaligen goed van pas komen.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Noorse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Noorstaligen goed van pas komen.
Promovideo Noorwegen
Dronebeelden Oslo
Google Maps Noorwegen
Google Maps Oslo
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Noorwegen
Noors nieuws in het Nederlands en in het Noors
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Noorwegen van verschillende nieuwsbronnen.
Het eerste blokje is Noors nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Noorwegen in het Noors.
Dit nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Wanneer u zakendoet of communiceert met Noren, is het prettig en handig om geïnformeerd te zijn van wat er in Noorwegen speelt.
Het eerste blokje is Noors nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Noorwegen in het Noors.
Dit nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Wanneer u zakendoet of communiceert met Noren, is het prettig en handig om geïnformeerd te zijn van wat er in Noorwegen speelt.
Het is eveneens leerzaam om het Noorse nieuws in de Noorse taal te lezen.
Waarschijnlijk bent u al enigszins op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Noorse woordenschat met (actuele) Noorse woorden, termen en uitdrukkingen.
Waarschijnlijk bent u al enigszins op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Noorse woordenschat met (actuele) Noorse woorden, termen en uitdrukkingen.
Nieuws uit Noorwegen in het Nederlands
- Vliegtaks omhoog? Noorwegen verlaagt ‘m juist - Up in the Sky
- Verhoging spoorwegbudget Noorwegen kan grote contracten betekenen voor 2025 - RailTech.be/NL
- Noorwegen gaat vliegtaks op Europese vluchten verlagen - Luchtvaartnieuws.nl
- Celstraffen voor zes Belgische militairen om vechtpartij in Noorwegen - NOS
- Lichaam gevonden in zoektocht naar verdwenen Nederlandse student in Noorwegen - De Stentor
- Noorwegen bevestigt subsidieplafond voor drijvende windenergie van $3,3 miljard - Marketscreener NL
- ‘Wolven in Noorwegen worden afgeschoten’ | Nieuws uit de regio Leusden - LeusderKrant.nl
- Femke Sterken: “De natuur, de omgeving en de bergen konden me gestolen worden” - Libelle
- Waterstofpijp van Noorwegen naar Duitsland op de lange baan - BNR Nieuws
Nieuws uit Noorwegen in het Noors
- Eitt år med krig: – Håpet er barna - NRK
- NÅ: PST hever trusselnivået i Norge fra moderat til høy - VG
- SV kritiserer «passiv» Oslofjord-satsing i statsbudsjettet - ABC Nyheter
- Den israelsk-palestinske konflikten – Siste nytt - NRK
- Vedum klar for å legge frem neste års budsjett: – Mye gode nyheter - E24
- (+) KS: – Regjeringen løser ikke den alvorlige krisen i Kommune-Norge - Moss Avis
- Nyheter, Trening | I fjor tok de steget ut av Nord-Norge – nå er de størst i landet - Avisa Nordland
- Nyheter, Shell | Shell forsvinner fra Norge – dette skjer med stasjonene - Hadeland
- FHI advarer nordmenn: Kan bli verre i år - ABC Nyheter
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Duits
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
Naast cursussen Noors geeft Dagnall Talen vanzelfsprekend ook cursussen Engels, Duits, Frans, Spaans, Zweeds, Fins, Deens en vele andere talen.
Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die wij naast Noors standaard aanbieden.
Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die wij naast Noors standaard aanbieden.
Uiteraard kunt u altijd contact opnemen voor een cursus in een vreemde taal die hier niet staat vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Noors
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Noors
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten