Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en vormt een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Bedrijven en organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die precies dat levert: Effectieve taalcursussen Nederlands op het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden. Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Iedere bedrijfstak spreekt zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen alsook een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden taalcursussen Nederlands op maat aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Nederlands leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Behalve algemene taaltaaltrainingen Nederlands zijn organisaties vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde taaltrainingen zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die via gecertificeerde taaltrainers met zeer goede recensies en beoordelingen de mogelijkheid biedt om Nederlands te leren. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar het beoogde resultaat.
Filosofie
Onze filosofie is om Nederlands te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Wij zetten daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen kunnen leren. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Dagnall Talen brengt cursisten met grote stappen naar het beoogde niveau door vijftien minuten dagelijks te oefenen. Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall stelt de leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de cursisten met hun contactgegevens aan. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau wordt bepaald, ontvangt u een cursusvoorstel op maat met de offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning op uw situatie en agenda af.
De taaldocent evalueert na enkele lessen Nederlands de voortgang en de inhoud van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden bijgesteld. Na de laatste les sturen wij u een eindrapport met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers behaald zijn. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van Dagnall Talen.
Het (individuele) contact met de deelnemers wordt desgewenst door Dagnall Talen verzorgd Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele cursisten gedaan Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands. Dit formulier alsook de schrijfopdracht dienen voorafgaand aan de datum van de intake te teruggestuurd worden Wij verzorgen de intakegesprekken op locatie of op afstand. Het intakegesprek duurt ongeveer 30 minuten De indeling van de groep(en) worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall Talen geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De deelnemers worden per taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! Dagnall verzorgt de logistiek van lesmateriaal en cursusbenodigdheden Dagnall berekent geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Dagnall Talen bewaakt en garandeert de continuïteit van de planning en het lesprogramma Nederlands Dagnall Taleninstituut is betrokken en flexibel!
Ons bedrijf geeft sinds 1982 taalcursussen op maat aan bedrijven en (overheids)instellingen. De kundige taaltrainers Nederlands van Dagnall hebben ruime ervaring op het gebied van taaltraining aan het bedrijfsleven en (overheids)organisaties.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte methode van werken, levert Dagnall Talen effectieve en betaalbare taalcursussen Nederlands. Maximaal rendement door maatwerk; daar staat Dagnall voor!
Betaalbaar maatwerk Nederlands
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Cursussen (Nederlands) gericht op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn inmiddels bij veel ondernemingen bekend. Mensen zonder of met een beperkte beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op de werkplek goed te kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze medewerkers willen het liefst met meer zelfvertrouwen het werk kunnen doen en natuurlijk heel graag hun ambities op het werkgebied verwezenlijken. Investeren in werknemers en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor noodzakelijk.
Dagnall Talen biedt betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Wij leren en helpen cursisten hoe zij de lesstof in hun baan in praktijk kunnen brengen. Wij stemmen de lessen af op de wensen van de opdrachtgever alsook op het niveau van de cursist(en). Naast de lessen, krijgt de cursist tijdens de cursus frequent praktijkopdrachten, om de continuïteit van het leerproces te ondersteunen en de effectiviteit van de taaltraining te verhogen.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut let ook op de enigszins onderbelichte kant van veel taalcursussen: de cursist staat al vaak alleen in zijn inspanningen om de taal te beheersen, om de cultuur en gewoontes van het land en de organisatie te doorgronden en om de wereld via taal uit te breiden. Hiervoor is inzet en motivatie vereist. Daarbij hebben cursisten maar een aantal vaste contactmomenten per week met de taaltrainer. Dit is niet altijd afdoende.
Onderscheidend
Dagnall Talen onderscheidt zich door de aandacht te vestigen op het vergroten van het draagvlak voor de taalcursus Nederlands op de werkvloer. Wij stimuleren leidinggevenden en collega’s binnen de werkkring van de organisatie om voor een voortdurend proces van taalverwerving te zorgen, door direct vanaf de start zoveel mogelijk met de cursist in de doeltaal te communiceren. Door de relevantie van taal op de werkvloer voortdurend op deze manier uit te drukken, wordt de waarde van een goede taalbeheersing gezamenlijk ervaren en voelen deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
De juiste weg naar een betere taalvaardigheid Nederlands
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) NT1 is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een cursus Nederlands NT1 die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige docenten Nederlands zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van vaardigheden en kennis om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen toepassen. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall behalen wij met een mix van deze beproefde leermethode in combinatie met de aandacht voor de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u voor cursussen terecht die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall biedt individuele cursussen (privéles), duocursussen (met 2 deelnemers), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 deelnemers, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. Onze taaldocenten gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit echte maatwerk als een zeer prettige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze trainers Nederlands NT1. Onze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursussen Nederlands zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Nederlands effectief leren bij Dagnall Taleninstituut
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Wij verzorgen cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart kunt overlaten aan ons. Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij gevarieerde en moderne onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall Talen biedt individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren. Een individuele taalcursus wordt ook wel privéles of een één-op- één-taalcursus genoemd. De individuele taalcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement. Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen alsook de cursussen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie. De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Nederlands van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren. De leergroep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximale ondersteuning te geven. Onze groepscursussen zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands omdat in korte tijd veel informatie opgenomen wordt. Er wordt sneller vooruitgang geboekt omdat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus. De cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist. Doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal. Ook is een individuele cursus goed op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van groepscursussen Nederlands is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; het leren van elkaars foutjes en in de doeltaal communiceren met de groep. De cursisten kunnen de hierdoor geboden afwisseling als fijner ervaren. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt. Ook zijn voor de deelnemers groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen Nederlands alleen met de trainer worden gedaan en gevoerd. Doordat er geen interactie met andere cursisten is, kan de geleerde taalkennis niet in groepsverband worden geoefend. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van de fouten van een ander te leren. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten wat eerder zijn afgeleid. Het rendement ligt daardoor iets lager. Dit kan deels worden ondervangen door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen). Ook kunnen groepscursussen Nederlands minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden. Een bijkomstig minpunt van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Wij geven taalcursussen (Nederlands) voor beginners, halfgevorderden en gevorderden. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen eveneens incompany en online aan. Dagnall Taleninstituut biedt de keuze uit de
onderstaande cursusvormen Nederlands. Ook is een combinatie van deze verschillende trainingen mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Nieuw was dat de taallessen geheel werden gegeven in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuren worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om zonder fouten Nederlands te leren verstaan en spreken, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Nederlandse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer Nederlands kan bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en dan een extra Nederlands woord toevoegen. Er wordt vaak in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten Nederlands een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld zodra het mondelinge Nederlands vertrouwd is geworden. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al snel grote bezwaren tegen deze inhoudsloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode haar sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van de taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om de toepassing. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die Nederlands beginnen te leren effectief. Direct van het begin wordt de goede uitspraak Nederlands aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van kennis. Deze methode kan ook bij grote(re) groepen worden gebruikt.
Tegelijk is dit docentgestuurde aspect een nadeel; er wordt geen eigen input van de studenten verlangd, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige manier te leren dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die na verloop van tijd herhaald worden. De Nederlandse zinnen en woorden op de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit gaat automatisch door blootstelling. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst telkens veranderd; Nederlandse woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. Die Nederlandse woorden die nog altijd problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de zinnen of woorden spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen als deze ook relevant en betekenisvol is voor de student. Deze GoldList-methode kan goed werken voor Nederlandse woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun kan deze GoldList Method goed functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het ontbreken van context is een nadeel. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten gemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands aan te leren. Zo leert men onbewust ook de taalregels van het Nederlands. Hiervoor wordt alleen het Nederlands gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de student wordt ondergedompeld in het Nederlands. De activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de studenten plezier van de ervaringen hebben.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is al vaak bewezen. Omdat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers Nederlands. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van het Nederlands gelegd. De studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal te leren. Studenten wordt de kans geboden om een persoonlijke band met het Nederlands op te bouwen. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde Nederlands voor een langere tijd.
Omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten merkbaar zijn. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van het Nederlands. Bij de Structurele Aanpak draait het om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties van woorden worden aan de student aangereikt in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest in het Nederlands worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 ingezet op grote schaal om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten het Nederlands op een accurate wijze leren. De studenten krijgen inzicht in de Nederlandse grammatica ze leren in welke situatie bepaalde Nederlandse woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. Deze methodiek is tamelijk tijdverslindend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van de studenten is behoorlijk beperkt; de leermethode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van talen (zoals Nederlands).
Middels CLT-technieken leren de studenten het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Nederlands en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten Nederlands echt trainers, die de studenten helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd de CLT erg populair. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere behoefte aan het leren van vreemde talen door middel van een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is het stimulerend doordat zij snel succeservaringen hebben. Fouten maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. Het plannen en voorbereiden vereist veel tijd van de trainer en van lerenden vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of ongewoon. CLT traint vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit anders. Hij ontwikkelde rond het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Onderwijs in Latijn was uiteraard op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt taalkennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode vormt een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. De leermethode geeft niet de mogelijkheid tot een eigen creatief leerproces of tot differentiatie bij studenten bij het werken in groepsverband. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion) over de hele wereld gebruikt, en dan met name op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal (Nederlands) plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Nederlands te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt veelal de omgeving in de stijl van het land van de Nederlandse taal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Nederland zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Naar Nederland reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de methode zo intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de Nederlandse taal gaan communiceren. De student is in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als studenten in een vrij korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training Nederlands nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaltrainer (Nederlands) en de studenten zijn daarvoor van essentieel belang. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerende zich ontspannen en veilig voelt. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in comfortabele stoelen in de lessen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek in de klas. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de (Nederlandse) grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Zo werden studenten uitgenodigd om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). In de les werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de methodiek is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend zijn in plaats van stimulerend en ontspannend werken. Dat de verhouding trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de Nederlandse trainer en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelden de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een taalverwervingsmethode waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende kenschetst. De lerenden starten een gesprek. Zijn de lerenden de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitspraken van de docent zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de studenten als middel om het Nederlands te leren. Het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Er is geen leerboek Nederlands dat gevolgd wordt.
Populariteit
Het succes van de methode hangt grotendeels af van de kunde van de trainer-counselor. De trainer dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig onderlegd te zijn. Deze trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerende uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. Community Language Learning kan goed functioneren wanneer deze correct wordt toegepast. Voor grote klassen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden studenten zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren als team te werken. Studenten leren vaak veel door het bespreken door de foutjes en het evalueren van de les Nederlands. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Het kan een keerzijde zijn dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Er wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden geen toetsen Nederlands gehouden: het succes van de taallessen is moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die regelmatig in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de Nederlandse taal door de studenten bestaat veel ruimte.
Het is de taak van de trainer Nederlands om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn leerboeken aanmerkelijk anders geworden in de afgelopen drie decennia. Bij deze methode wordt veel meer aandacht aan de woordenschat besteed die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische omwenteling in de manier waarop talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke manier de Nederlandse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands heeft een aantal lerenden moeite en deze lerenden hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van de grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Lerenden gaan snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken omdat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van Gouin over het leren van een vreemde taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks dat het een vrij afwijkende aanpak was, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van François Gouin worden de mondelinge vaardigheid Nederlands goed ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De taalmethodiek garandeert levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs Nederlands enthousiasme van de lerenden op. Een taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De seriemethode maakt de Nederlandslerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve taalvaardigheden Nederlands van de lerenden sterk.
De leermethode heeft echter als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, wat moeilijk met beweging en expressie in één duidelijke ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over regels van het Nederlands en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, boodschappen doen, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken moeten iets boven het niveau van de studenten Nederlands liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de lerenden (hoofdzakelijk de lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkwijze, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de Nederlandse taal en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Nederlands. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Nederlands. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Samen behelzen deze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet belast is door enig voorgedrukt materiaal. Het starten van inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doel van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder het gebruik van lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op het communiceren tussen docent en studenten. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor docenten Nederlands. Het kan erg motiverend werken dat de studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. Op deze manier is de les Nederlands niet voorspelbaar. Dat creëert spontane communicatie en voorkomt verveling. Vrijwel alles kan worden besproken tijdens een les volgens de Dogme-benadering. Het houdt lerenden betrokken en alert.
Als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaltrainer, kunnen studenten zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke taaldocent Nederlands voldoende flexibel voor dit type taalonderwijs. Nog een keerzijde kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen Nederlands moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de les wordt behandeld.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het Nederlands leren; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Nederland voeren deze activiteiten uit. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu het Nederlands ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Nederlands dat voor het werk van de deelnemer nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog tamelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Nederlands. Deze zes afzonderlijke fasen van de leermethode bieden realistische doelstellingen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Nederlands, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie (Nederlands) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode is relatief eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de Nederlandse tekst al te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak tot het moment dit heel soepel gaat en de student simultaan met de opname Nederlands kan spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel lesboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten. De Nederlandse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten. Een andere grond is dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, zodat het werken aan het Nederlands veel effectiever wordt.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is simultaan spreken eveneens verschillend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands zijn dus de basis, daarna komen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerende doet na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Nederlands praten; de studenten geven in een later stadium de taken. Bekende opdrachten worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Op deze manier kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt vooral gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de leermethode ook in wat grotere klassen worden gebruikt. De vreemde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Daardoor werkt de methodiek tot op een bepaald niveau en is daarboven nog een andere methodiek (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode eind jaren tachtig van de negentiende eeuw, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens had die Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar eveneens op voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd om de studenten vaak in het Nederlands te laten praten. Nieuw was ook dat de taallessen in het Nederlands werden gegeven. Tijdens de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de (Nederlandse) woordenschat gebeurde door middel van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de lerenden zelf om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands. Nadelen heeft de Direct Methode echter ook. Aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) schenkt deze methode nauwelijks aandacht en aan lezen in de vreemde taal ook minder. Voor meer gevorderde studenten Nederlands, heeft deze leermethode te weinig uitdagingen te bieden. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode uitgaat van een daadkrachtige inzet vanuit de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Nederlands, die steeds één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. De herhaling helpt de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Gattegno.
De taaltrainers Nederlands gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Aan de uitspraak (Nederlands) wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Caleb Gattegno is dat zijn leermethode voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte wordt gezien als autonoom. De trainer Nederlands is in principe aan de student dienstbaar en niet omgekeerd. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde stof wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ fouten maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een minpunt zijn dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de taaldocent Nederlands zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. Werken met kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden lerenden aan veel begrijpelijke input blootgesteld. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen lerenden zich. Zo worden woorden en structuren van het Nederlands ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De taaldocent wijst studenten op grammaticale verschijnselen in het Nederlands, zonder dat studenten regels van het Nederlands uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na een poosje ‘automatisch’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De taaltrainer Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Nederlandse vertalingen erbij, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven in het Nederlands volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Omdat TPR Storytelling ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor de lerenden werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de traineren vraagt, is een minpunt.
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd ontdekt in Egypte met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Nederlands om de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een gebruiker om zijn of haar uitspraak met die van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands) te vergelijken. Uitspraakverbetering kan bereikt worden door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten daarna veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands van de student zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij optie is om de taalfouten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om in te zetten en kan op ieder moment door de student worden ingezet. De student kan zelf bepalen welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken. Velen vinden het prettig om de methodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de methode voor scholen een oplossing zijn. Een keerzijde van de methode is dat geen taaldocent beschikbaar is die de studenten kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnen/dialogen in de doeltaal die door de studenten vervolgens worden nagesproken en herhaald. Deze Nederlandse zinnen van de cursus zijn ingesproken door native speakers. De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les van de cursus omvat een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuren. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder meer in de Verenigde Staten worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt erg goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier Nederlands praten op een normaal tempo.
De keerzijde van de leermethodiek van Pimsleur is dat niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de lessen van de acteurs mee. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursisten op de pauzeknop klikken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in delen en nieuwe Nederlandse lesstof wordt afgewisseld met bekende Nederlandse lesstof. De uitleg is steeds in de Engelse taal. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende de makkelijke lesstof heeft begrepen en verworven. Behalve Nederlandse woorden en zinnen worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen bouwen. Ook gebruikt de methode van flashcards om de woordenschat Nederlands te toetsen en online oefeningen om de eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel mensen zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de Michel Thomas-methode plezierig werken. De mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas zijn toegankelijk en trainen uitspraak en luistervaardigheid Nederlands op een efficiënte manier. Dat deze taalcursus Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een keerzijde. Er is ook geen werkelijke interactie doordat de methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in 1929. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’. Dit was vrij hoog gegrepen voor een taalcursus (zoals Nederlands). De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende werkt bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling wordt ernaast weergegeven, alsook de grammaticale uitleg. Om de uitspraak van het Nederlands te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursist herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de cursisten verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief betaalbaar en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent Nederlands beschikbaar om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Nieuw was dat de taallessen geheel werden gegeven in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuren worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om zonder fouten Nederlands te leren verstaan en spreken, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Nederlandse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer Nederlands kan bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en dan een extra Nederlands woord toevoegen. Er wordt vaak in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten Nederlands een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld zodra het mondelinge Nederlands vertrouwd is geworden. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al snel grote bezwaren tegen deze inhoudsloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode haar sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van de taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om de toepassing. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die Nederlands beginnen te leren effectief. Direct van het begin wordt de goede uitspraak Nederlands aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van kennis. Deze methode kan ook bij grote(re) groepen worden gebruikt.
Tegelijk is dit docentgestuurde aspect een nadeel; er wordt geen eigen input van de studenten verlangd, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige manier te leren dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die na verloop van tijd herhaald worden. De Nederlandse zinnen en woorden op de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit gaat automatisch door blootstelling. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst telkens veranderd; Nederlandse woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. Die Nederlandse woorden die nog altijd problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de zinnen of woorden spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen als deze ook relevant en betekenisvol is voor de student. Deze GoldList-methode kan goed werken voor Nederlandse woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun kan deze GoldList Method goed functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het ontbreken van context is een nadeel. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten gemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands aan te leren. Zo leert men onbewust ook de taalregels van het Nederlands. Hiervoor wordt alleen het Nederlands gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de student wordt ondergedompeld in het Nederlands. De activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de studenten plezier van de ervaringen hebben.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is al vaak bewezen. Omdat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers Nederlands. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van het Nederlands gelegd. De studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal te leren. Studenten wordt de kans geboden om een persoonlijke band met het Nederlands op te bouwen. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde Nederlands voor een langere tijd.
Omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten merkbaar zijn. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van het Nederlands. Bij de Structurele Aanpak draait het om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties van woorden worden aan de student aangereikt in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest in het Nederlands worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 ingezet op grote schaal om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten het Nederlands op een accurate wijze leren. De studenten krijgen inzicht in de Nederlandse grammatica ze leren in welke situatie bepaalde Nederlandse woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. Deze methodiek is tamelijk tijdverslindend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van de studenten is behoorlijk beperkt; de leermethode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van talen (zoals Nederlands).
Middels CLT-technieken leren de studenten het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Nederlands en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten Nederlands echt trainers, die de studenten helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd de CLT erg populair. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere behoefte aan het leren van vreemde talen door middel van een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is het stimulerend doordat zij snel succeservaringen hebben. Fouten maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. Het plannen en voorbereiden vereist veel tijd van de trainer en van lerenden vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of ongewoon. CLT traint vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit anders. Hij ontwikkelde rond het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Onderwijs in Latijn was uiteraard op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt taalkennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode vormt een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. De leermethode geeft niet de mogelijkheid tot een eigen creatief leerproces of tot differentiatie bij studenten bij het werken in groepsverband. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion) over de hele wereld gebruikt, en dan met name op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal (Nederlands) plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Nederlands te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt veelal de omgeving in de stijl van het land van de Nederlandse taal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Nederland zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Naar Nederland reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de methode zo intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de Nederlandse taal gaan communiceren. De student is in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als studenten in een vrij korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training Nederlands nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaltrainer (Nederlands) en de studenten zijn daarvoor van essentieel belang. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerende zich ontspannen en veilig voelt. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in comfortabele stoelen in de lessen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek in de klas. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de (Nederlandse) grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Zo werden studenten uitgenodigd om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). In de les werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de methodiek is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend zijn in plaats van stimulerend en ontspannend werken. Dat de verhouding trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de Nederlandse trainer en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelden de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een taalverwervingsmethode waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende kenschetst. De lerenden starten een gesprek. Zijn de lerenden de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitspraken van de docent zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de studenten als middel om het Nederlands te leren. Het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Er is geen leerboek Nederlands dat gevolgd wordt.
Populariteit
Het succes van de methode hangt grotendeels af van de kunde van de trainer-counselor. De trainer dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig onderlegd te zijn. Deze trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerende uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. Community Language Learning kan goed functioneren wanneer deze correct wordt toegepast. Voor grote klassen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden studenten zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren als team te werken. Studenten leren vaak veel door het bespreken door de foutjes en het evalueren van de les Nederlands. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Het kan een keerzijde zijn dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Er wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden geen toetsen Nederlands gehouden: het succes van de taallessen is moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die regelmatig in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de Nederlandse taal door de studenten bestaat veel ruimte.
Het is de taak van de trainer Nederlands om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn leerboeken aanmerkelijk anders geworden in de afgelopen drie decennia. Bij deze methode wordt veel meer aandacht aan de woordenschat besteed die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische omwenteling in de manier waarop talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke manier de Nederlandse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands heeft een aantal lerenden moeite en deze lerenden hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van de grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Lerenden gaan snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken omdat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van Gouin over het leren van een vreemde taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks dat het een vrij afwijkende aanpak was, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van François Gouin worden de mondelinge vaardigheid Nederlands goed ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De taalmethodiek garandeert levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs Nederlands enthousiasme van de lerenden op. Een taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De seriemethode maakt de Nederlandslerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve taalvaardigheden Nederlands van de lerenden sterk.
De leermethode heeft echter als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, wat moeilijk met beweging en expressie in één duidelijke ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over regels van het Nederlands en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, boodschappen doen, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken moeten iets boven het niveau van de studenten Nederlands liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de lerenden (hoofdzakelijk de lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkwijze, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de Nederlandse taal en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Nederlands. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Nederlands. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Samen behelzen deze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet belast is door enig voorgedrukt materiaal. Het starten van inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doel van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder het gebruik van lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op het communiceren tussen docent en studenten. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor docenten Nederlands. Het kan erg motiverend werken dat de studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. Op deze manier is de les Nederlands niet voorspelbaar. Dat creëert spontane communicatie en voorkomt verveling. Vrijwel alles kan worden besproken tijdens een les volgens de Dogme-benadering. Het houdt lerenden betrokken en alert.
Als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaltrainer, kunnen studenten zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke taaldocent Nederlands voldoende flexibel voor dit type taalonderwijs. Nog een keerzijde kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen Nederlands moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de les wordt behandeld.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het Nederlands leren; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Nederland voeren deze activiteiten uit. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu het Nederlands ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Nederlands dat voor het werk van de deelnemer nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog tamelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Nederlands. Deze zes afzonderlijke fasen van de leermethode bieden realistische doelstellingen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Nederlands, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie (Nederlands) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode is relatief eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de Nederlandse tekst al te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak tot het moment dit heel soepel gaat en de student simultaan met de opname Nederlands kan spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel lesboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten. De Nederlandse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten. Een andere grond is dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, zodat het werken aan het Nederlands veel effectiever wordt.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is simultaan spreken eveneens verschillend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands zijn dus de basis, daarna komen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerende doet na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Nederlands praten; de studenten geven in een later stadium de taken. Bekende opdrachten worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Op deze manier kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt vooral gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de leermethode ook in wat grotere klassen worden gebruikt. De vreemde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Daardoor werkt de methodiek tot op een bepaald niveau en is daarboven nog een andere methodiek (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode eind jaren tachtig van de negentiende eeuw, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens had die Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar eveneens op voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd om de studenten vaak in het Nederlands te laten praten. Nieuw was ook dat de taallessen in het Nederlands werden gegeven. Tijdens de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de (Nederlandse) woordenschat gebeurde door middel van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de lerenden zelf om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands. Nadelen heeft de Direct Methode echter ook. Aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) schenkt deze methode nauwelijks aandacht en aan lezen in de vreemde taal ook minder. Voor meer gevorderde studenten Nederlands, heeft deze leermethode te weinig uitdagingen te bieden. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode uitgaat van een daadkrachtige inzet vanuit de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Nederlands, die steeds één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. De herhaling helpt de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Gattegno.
De taaltrainers Nederlands gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Aan de uitspraak (Nederlands) wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Caleb Gattegno is dat zijn leermethode voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte wordt gezien als autonoom. De trainer Nederlands is in principe aan de student dienstbaar en niet omgekeerd. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde stof wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ fouten maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een minpunt zijn dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de taaldocent Nederlands zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. Werken met kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden lerenden aan veel begrijpelijke input blootgesteld. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen lerenden zich. Zo worden woorden en structuren van het Nederlands ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De taaldocent wijst studenten op grammaticale verschijnselen in het Nederlands, zonder dat studenten regels van het Nederlands uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na een poosje ‘automatisch’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De taaltrainer Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Nederlandse vertalingen erbij, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven in het Nederlands volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Omdat TPR Storytelling ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor de lerenden werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de traineren vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd ontdekt in Egypte met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Nederlands om de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een gebruiker om zijn of haar uitspraak met die van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands) te vergelijken. Uitspraakverbetering kan bereikt worden door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten daarna veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands van de student zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij optie is om de taalfouten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om in te zetten en kan op ieder moment door de student worden ingezet. De student kan zelf bepalen welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken. Velen vinden het prettig om de methodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de methode voor scholen een oplossing zijn. Een keerzijde van de methode is dat geen taaldocent beschikbaar is die de studenten kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnen/dialogen in de doeltaal die door de studenten vervolgens worden nagesproken en herhaald. Deze Nederlandse zinnen van de cursus zijn ingesproken door native speakers. De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les van de cursus omvat een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuren. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder meer in de Verenigde Staten worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt erg goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier Nederlands praten op een normaal tempo.
De keerzijde van de leermethodiek van Pimsleur is dat niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de lessen van de acteurs mee. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursisten op de pauzeknop klikken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in delen en nieuwe Nederlandse lesstof wordt afgewisseld met bekende Nederlandse lesstof. De uitleg is steeds in de Engelse taal. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende de makkelijke lesstof heeft begrepen en verworven. Behalve Nederlandse woorden en zinnen worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen bouwen. Ook gebruikt de methode van flashcards om de woordenschat Nederlands te toetsen en online oefeningen om de eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel mensen zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de Michel Thomas-methode plezierig werken. De mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas zijn toegankelijk en trainen uitspraak en luistervaardigheid Nederlands op een efficiënte manier. Dat deze taalcursus Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een keerzijde. Er is ook geen werkelijke interactie doordat de methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in 1929. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’. Dit was vrij hoog gegrepen voor een taalcursus (zoals Nederlands). De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende werkt bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling wordt ernaast weergegeven, alsook de grammaticale uitleg. Om de uitspraak van het Nederlands te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursist herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de cursisten verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief betaalbaar en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent Nederlands beschikbaar om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
Ook bestaat er een uitgebreid aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere methode om Nederlands te leren: De Dagnall Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar voornamelijk doordat de focus altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Ons taleninstituut geeft cursussen Nederlands bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app worden geladen met jargon van uw bedrijf of organisatie.
Tot slot beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze voortdurend in op actuele thema’s of ontwikkelingen die voor de cursist interessant kunnen zijn. De taaltrainers van Dagnall Talen zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden toegepast.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk door zowel onze cursisten als onze taaltrainers als een zeer prettige methode wordt ervaren. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall Talen geworden, maar ze geeft ook de meerwaarde aan onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd. Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dit wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online! Vanzelfsprekend biedt Dagnall eveneens blended learning op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikken wij eveneens over een handige eigen App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat deelnemers altijd en overal, dus 24/7, toegang op elk (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. De cursisten kunnen dus Nederlands leren wanneer en waar het hen schikt. De oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen en juridische termen integreren in de App. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de training Nederlands. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met Nederlandse zakenpartners of klanten uit Nederland kunnen op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging zijn. Werknemers die meerdere talen beheersen, zijn daarom onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Taleninstituut leert u Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen beschikbaar. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt over het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk beschouwd en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining Nederlands
Alleen het onderstaande is nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom: - Een laptop, tablet of pc met een microfoon en een camera - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall Talen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Nederlands
Onze online alsook de blended (taal)cursussen worden door toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) trainers verzorgd
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze trainers zijn HBO of universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – vlotte leervordering
Onze blended en online taalcursussen zijn betaalbare maatwerktrainingen en worden speciaal op uw behoeften en wensen afgestemd
De inhoud wordt op het leerplan afgestemd zodat het leerproces structuur krijgt
Een duidelijke structuur helpt de cursist om de taaldoelen Nederlands op een zelfverzekerde en snelle manier te bereiken
De Dagnall online (of blended) taalcursussen bestaan uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies wordt de woordenschat Nederlands en de structuren die in de voorbereiding en voortzetting van de les zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij de combinatie van zelfstudie en videosessies komt het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en niets hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursus ook tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaltrainer en zijn van groot belang voor het succes van taaltrainingen Nederlands.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen Nederlands gegeven door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands NT1 ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands NT1 ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Dagnall Talen organiseert de cursus Nederlands NT1 op alle taalniveaus. Voor de bepaling van de taalniveaus hanteren wij het Europees Referentiekader (ERK). De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Afhankelijk van uw taalniveau en ambitie kunnen onze taaltrainers u eventueel voorbereiden op het inburgeringsexamen of Staatsexamen Nederlands Programma I en II. De cursus Nederlands NT1 kan op iedere gewenste en geschikte locatie plaatsvinden.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Afhankelijk van uw taalniveau en ambitie kunnen onze taaltrainers u eventueel voorbereiden op het inburgeringsexamen of Staatsexamen Nederlands Programma I en II. De cursus Nederlands NT1 kan op iedere gewenste en geschikte locatie plaatsvinden. Na het volgen van uw cursus Nederlands NT1 ontvangt u een eerlijk verdiend ‘Dagnall Talen-certificaat’. Het ERK is een Europese standaard om niveaus van taalvaardigheid in te kunnen delen. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa. Het ERK verdeelt vijf taalvaardigheden, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse afkorting en term wordt ook vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Voor elke vaardigheid onderscheidt het ERK zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives). A1, A2, B1, B2, C1 en C2 zijn de indelingen van deze niveaus, waarbij A1 het laagste niveau is en C2 het hoogste. Niveau A is van toepassing op beginners. De persoon die niveau B beheerst, bezit alle basiskennis in de bewuste taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, spreken, lezen en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, gaan richting de moedertaalgebruiker. Zo iemand gebruikt de Nederlandse taal probleemloos in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd ten minste twee maal door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen (Nederlands) worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons instituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, zoals een cursus Nederlands NT1, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook met verschillende andere organisaties samen, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.Leden van het NRTO werken zowel resultaatgericht als klantgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands NT1 sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continue innovatie is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse commissies, besturen en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, mogen worden verwerkt en bewaard.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan nodig en de persoonsgegevens dienen te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, vernietiging alsook verlies. Taleninstituut Dagnall voldoet vanzelfsprekend aan alle vereisten die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht in heel beperkte mate. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands NT1 zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Talen staat in het CRKBO-register ingeschreven. CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren. Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs berekenen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een cursus Nederlands aan
Wilt u contact met ons taleninstituut opnemen voor een cursus Nederlands NT1? Informeer vrijblijvend naar onze mogelijkheden. Voor meer informatie over onze cursussen kunt u een e-mail sturen naar cursus-nederlands-nt1@dagnall.nl of ons bellen op 085-2737302 (geen belmenu).
Of ga naar het contactformulier. Vraagt u gelijk het gratis Dagnall informatiepakket aan.
De beste weg naar een cursus Nederlands met Dagnall!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u alle provincies van Nederland onderscheiden?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Met deze oefening leert u de 12 Nederlandse provincies zeer snel kennen.
Controleer en/of verbeter uw kennis door met de muis op de landkaart van Nederland te gaan staan.
Door met de cursor de op de landkaart van Nederland te gaan staan, ziet u de bestuurlijke indeling van Nederland.
De provincies lichten één voor één op.
Eerst ziet u de provincies van Nederland, vervolgens kunt de naam van deze provincie zien.
In een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die hieronder staat over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders, zal u hier zeker bij helpen.
Zaken als beroemde Nederlanders, bekende Nederlandse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen voor u op een rijtje gezet.
Uiteenlopende typische onderwerpen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal leuke feiten over het land weten, kan heel handig zijn als openingszin of bij een eerste contact.
Deze wetenswaardigheden over cultuur, land en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Nederlands.
U kunt in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar eveneens uw kennis over het land inbrengen.
Zo is het mogelijk om iets over specifieke Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur te leren.
Koken en eten brengt cultuur en mens samen.
Uw taalbeheersing alsook uw kennis over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders zal op prijs worden gesteld!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Verder eten Nederlanders veel brood. Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken er koffie, thee of melk bij. De lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje tomaat of komkommer of een snack. Rond 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders een warme maaltijd. De traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders vla, yoghurt, een pudding of fruit. ’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair gerecht in de winter is erwtensoep. Dit is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. Samen met roggebrood en spek is het een complete maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden gemaakt van slachtafval. Hoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn veel brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Verder eten Nederlanders veel brood. Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken er koffie, thee of melk bij. De lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje tomaat of komkommer of een snack. Rond 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders een warme maaltijd. De traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders vla, yoghurt, een pudding of fruit. ’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair gerecht in de winter is erwtensoep. Dit is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. Samen met roggebrood en spek is het een complete maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden gemaakt van slachtafval. Hoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn veel brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
Nederland heeft ruim 17 miljoen inwoners. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. Het staatshoofd is de koning; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en wordt begrensd door de Noordzee, Duitsland en België. Nederland heeft een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
Amsterdam is de hoofdstad van Nederland en de stad heeft ruim 800.000 inwoners. Andere grote en belangrijke steden zijn Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven. Nederland bestaat uit twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ stamt af van het woord neder, wat refereert aan een geografisch lager liggend gebied; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om klompen, tulpen, kaas, molens, stroopwafels en fietsen. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is beroemd om de strijd tegen het water.
Dit is noodzakelijk vanwege de ligging (voor een groot deel) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote delen land ingepolderd en zelfs een extra provincie gecreëerd; de provincie Flevoland. Hollandse Meesters zijn schilders voor wie veel mensen naar Nederland komen. Schilders zoals Rembrandt, Vermeer, Van Gogh, Rietveld en Mondriaan.
Symbool van Nederland Symbool voor Nederland als waterland is de zeventiende-eeuwse Amsterdamse grachtengordel, die ook op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat, alsook de tulp.
Minder bekend over Nederland
Een minder bekend feit over Nederland is dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is, Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin te Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied dat nog in gebruik is. Ook apart is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen kweken als steunbetuiging voor het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Als blijk van hartelijkheid, geven Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen als ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar bij uitzondering. Meestal geven ze elkaar een stevige handdruk. Nederland is klein en plat: een ideaal fietslandje. In Nederland is de fiets een heel normaal vervoermiddel. In steden zie je moeders en vaders met bakfietsen of een fiets met een karretje eraan, waarin de kinderen naar het dagverblijf worden gebracht.
Helmen worden vaker niet dan wel gedragen. Nederlandse woningen zijn vaak van het type ‘doorzonwoning’. Dat betekent grote ramen voor en achter, waardoor de zon de kamer in kan schijnen. De gordijnen houdt de Nederlander het liefst open, zodat hij kan zien wat buiten gebeurt. Iedere passant kan ook precies zien wat zich binnen afspeelt. Nederlanders vieren verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
Ze zitten in een kring en de gastvrouw of gastheer serveert koffie met taart. Op het werk trakteert de jarige op gebak. Cadeautjes worden onmiddellijk uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) is iedereen vrij en gaat naar buiten in oranje kleding, vaak ook met een oranje pruik. In steden en dorpen worden spellen gedaan op straat en mensen verkopen oude spullen. De rest van het jaar is het levensmotto: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je niet te veel moet opvallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Bij het leren van een taal gaat het om kennen en kunnen: zowel de kennis als de vaardigheid is van belang. Door het accent te leggen op kunnen, kan de cursist de opgedane kennis van het Duits beter toepassen.
Voor u het weet, heeft het Nederlands geen geheimen meer voor u. U zult zich zekerder voelen. Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Het Nederlands behoort tot de West-Germaanse taalfamilie. Tussen 300 en 800 n.Chr. ontstond uit het West-Germaans het Nederfrankisch, wat de basis zou worden van wat nu Nederlands is. Het moderne Nederlands is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.), dat weer voortkwam uit het Middelnederlands of Diets. Dit werd gesproken in de periode 1170-1500 n.Chr. Het Nederlands wordt gesproken door ongeveer 25 miljoen mensen in Nederland,
België, Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten en Caribisch Nederland en in een stukje van Noordwest-Frankrijk. Een klein groepje oudere mensen in Indonesië spreekt ook nog Nederlands. Verder wordt nog Nederlands gesproken onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Het is ook één van de officiële talen van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
De uitspraak van het Nederlands is voor veel anderstaligen lastig. Een struikelblok zijn de vele tweeklanken: ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’. Vooral de ‘ui’-klank is lastig; het is een klank die maar in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof het nog niet genoeg is, kent het Nederlands ook nog drieklanken, waarbij de klank glijdend overgaat van de begin- naar de eindklank. Denk aan: eeuw, ieuw, aai, ei en oi.
De spelling van de klanken wijkt bij sommige letters af van wat in andere talen gangbaar is. Zo wordt de letter ‘u’ vrijwel overal ter wereld uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers zijn de g en de ch afwijkend ten opzichte van veel andere talen. De g en de ch klinken vrijwel gelijk; als een schrapende keelklank. Kenmerkend zijn verder de medeklinkercombinaties. De ‘sch’ en de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ zijn voor menig anderstalige een tongbreker en wat te denken van de medeklinkercombinaties in ‘strand’, ‘herfst’ of ‘fietstas’? Begin- en eindclusters komen in het Nederlands veel voor. Het helpt om deze clusters te oefenen en te herkennen. Voor het gemak kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers geplaatst worden: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
In het Nederlands wordt vaak de uitspraak van eindletters weggelaten, vooral de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Tussen wind en wint is geen verschil hoorbaar. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de harde g, de ui en de eu. Nederlanders hebben de neiging om veel dingen te verkleinen: kopje, lepeltje, schoteltje, omdat dit gezellig klinkt.
De taal bevat sporen van naamvallen in woorden als ’s ochtends (des ochtends) of ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, evenveel als bijvoorbeeld in het Engels en Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd.
De naam Franse ‘guillemet’ komt van de Franse letterontwerper Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Woorden zonder betekenis, de Nederlandse taal kent ze ook. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende ‘hè’ na een zin of zinsdeel: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders doen het ook als ze Engels spreken. Bijvoorbeeld Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Vind je ook niet?”
Aan het begin van een zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’, ‘Nou ja,…’. De spreker heeft een aanloopje nodig om zijn boodschap te uiten. Middenin een betoog gebeurt hetzelfde. Iemand heeft een korte denkpauze nodig en gebruikt een paar woorden zonder betekenis. Elke Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘zeg maar’, ‘ik bedoel’, ‘als het ware’ of ‘weet je wel’. Tel voor de grap eens de keren dat iemand ‘eigenlijk’ of ‘inderdaad’ of ‘ook’ gebruikt in een paar zinnen.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, lezen en/of beluisteren is erg effectief om uw kennis van het Nederlands te vergroten.
Zo neemt u ongemerkt het ritme en de klank van de Nederlandse taal in u op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leuk en leerzaam zijn. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op vlotte manier veel woordenschat Nederlands kunt bijleren.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
NPO 3 FM is het meest bekende publieke radiostation van Nederland. Als u op het logo op het linker computerscherm hierboven klikt, kunt u live naar deze Nederlandse publieke radiozender luisteren.
Radio 538
Radio 538 is de meest populaire commerciële radiozender in Nederland. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven om direct live naar deze Nederlandstalige commerciële radiozender te luisteren.
Uw favoriete televisieserie met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan even wennen zijn, maar al gauw zult u merken dat dit erg leuk en leerzaam is. NPO is de publieke televisieomroep van Nederland.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de populairste commerciële televisieomroepen voor Nederlandssprekenden. Deze Nederlandstalige televisiezenders kunt u via kabel, satelliet, internet of een app bekijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u promotiefilmpjes van Nederland en van hoofdstad Amsterdam die eveneens op Youtube kunnen worden bekeken. Door direct op het logo van Youtube in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld. Onder de promotiefilmpjes zijn de locaties van Nederland en Amsterdam op Google Maps weergegeven. U kunt linksboven klikken om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden de satellietbeelden van Nederland en Amsterdam weergegeven op Google Earth. U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder. Wat kennis van de omgeving van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen altijd van pas komen.
Promovideo Nederland
Dronebeelden Amsterdam
Google Maps Nederland
Google Maps Amsterdam
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Nederland uit verschillende nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt. Wanneer u Nederlands leert, is het handig en prettig om een beetje geïnformeerd te zijn van wat er in Nederland speelt.
Het is eveneens vrij leerzaam om het Nederlandse nieuws in de Nederlandse taal te lezen. U bent waarschijnlijk al enigszins op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met actuele Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
Naast cursussen Nederlands verzorgt ons taleninstituut uiteraard ook cursussen Engels, Duits, Frans, Spaans en vele andere talen. Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die wij naast Nederlands standaard aanbieden.
U kunt vanzelfsprekend altijd contact met ons opnemen voor een cursus in een taal die hier niet staat vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands