Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Bedrijven en organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun medewerkers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die u precies dat levert: Effectieve taalcursussen van het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden in Zaandam en omgeving. Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Iedere bedrijfstak heeft een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Zaandam aan in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
“De Bedrijvige Bij” in De Groene Bark Provincialeweg 302 1506 MJ ZAANDAM
Wij bieden taalcursussen op maat in Zaandam aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen talen leren op precies de manier die het beste bij hem of haar past. Naast de klassieke taalcursussen zijn organisaties met name geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Onze taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de klant afgestemd. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies talen te leren in Zaandam. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar de beoogde resultaten.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Onze filosofie is om vreemde talen te leren met plezier en gemak en zonder schroom. Dagnall Taleninstituut gaat daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert. Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Met deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Door 15 minuten dagelijks te oefenen, brengt Dagnall Talen de cursist met grote stappen naar het gewenste niveau. Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Zaandam.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall de leerdoelen en wensen vast. U meldt de deelnemer(s) met hun contactgegevens aan. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien gewenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt vastgesteld, ontvangt u een cursusvoorstel op maat samen met uw offerte. Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
De trainer evalueert na enkele lessen de voortgang en de inhoud van de taalcursus. Indien nodig, kunnen de doelstellingen uiteraard bijgesteld worden. Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de resultaten die de cursisten hebben behaald. Tevens ontvangen de cursisten een certificaat van Dagnall Talen.
Het (individuele) contact met de cursisten wordt desgewenst door Dagnall Talen verzorgd Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele cursisten gedaan Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht van ons. Deze dienen vóór de datum van de intake teruggestuurd te worden Dagnall verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag De groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De indeling van de deelnemers geschiedt per taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat! Dagnall Taleninstituut verzorgt uiteraard de logistiek van lesmateriaal en cursusbenodigdheden Wij berekenen geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus(sen) en het lesprogramma wordt door Dagnall Talen bewaakt en gegarandeerd Dagnall Talen is flexibel en betrokken!
Ons instituut is werkzaam sinds 1982 en geeft sindsdien taalcursussen op maat aan het bedrijfsleven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Zaandam en omgeving. Wij hebben een team van zeer goede en kundige docenten die experts zijn op taalgebied en die in die al deze jaren al een aanzienlijk aantal trainingen in de Zaanstreek hebben verzorgd.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte werkwijze, leveren wij u zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Zaandam. Taleninstituut Dagnall Talen zorgt voor maximaal rendement; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Zaandam
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Taalcursussen toegespitst op het verbeteren van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn intussen bij veel organisaties gemeengoed. Werknemers zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking in de werkomgeving en zij willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren op hun werk.
Zij willen de werkinstructies op de werkvloer goed kunnen begrijpen en opvolgen. De werknemers willen bij voorkeur zelfverzekerder hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk graag hun ambities op het werkgebied waarmaken. Dit vergt een investering in personeel en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve nodig.
Ons instituut biedt betaalbare maatwerk taalcursussen voor het uitbreiden van luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer. Dagnall Taleninstituut helpt en leert deelnemers hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen in hun baan. Dagnall stemt de taallessen af op de behoefte van de klant en op het niveau van de deelnemer(s). Buiten de taallessen om, krijgen cursisten frequent praktijkopdrachten tijdens de cursus, als ondersteuning van de continuïteit van het leerproces en de effectiviteit van de training.
Dit is dus een win-winsituatie! Dagnall let ook op de wat minder belichte kant van veel taalcursussen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun inspanningen om de taal onder de knie te krijgen, om de cultuur en gewoontes van het betreffende land en de organisatie te begrijpen en om hun omgeving door middel van taal te vergroten. Hiervoor is inzet en motivatie vereist. Daarnaast heeft de deelnemer maar een aantal vaste contactmomenten per week met de taaltrainer. Dit is niet in iedere situatie toereikend.
Onderscheidend
Ons instituut is onderscheidend door in te zetten op het vergroten van het draagvlak voor een taalcursus op de werkvloer. Ons taleninstituut stimuleert collega’s en leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie om een voortdurend proces van taalverwerving te creëren, door direct vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursist in de doeltaal te communiceren. Door de relevantie van taal op de werkvloer voortdurend op deze manier uit te dragen, wordt het nut van goede taalbeheersing samen ervaren en voelen cursisten in hun taalverwerving zich gestimuleerd en gewaardeerd.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Zaandam
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van schrijf- of spreekvaardigheid. Een goede taaltraining is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taaltraining (bij een taleninstituut in Zaandam) die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo prettig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen. Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut met een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u terecht voor cursussen die op een maatwerktraining zijn gebaseerd.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 deelnemers, duocursussen (2 deelnemers), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie. De trainers van ons instituut maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een bijzonder plezierige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall Talen in Zaandam. Deze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkmethode is het gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de manier van leren die goed bij de cursisten zelf past.
Effectief talen leren in Zaandam bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus aan ons kunt overlaten. Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruikt Dagnall Taleninstituut moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en het leersucces te borgen. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Zaandam gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Zaandam
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Zaandam en omgeving. Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles. De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. De individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie. De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. De leergroepen houden wij bij voorkeur zo klein mogelijk de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen. Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement doordat in een korte periode behoorlijk veel kennis wordt geleerd. Omdat de cursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden. Een ander belangrijk voordeel van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer. De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Ook is een individuele taalcursus goed op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen wat zorgt voor optimaal tijdmanagement en een handig leerschema.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere lerenden; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; van elkaars fouten kunnen leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. Deze afwisseling kunnen deelnemers leuker vinden. Doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt . Ook is een groepscursus wat minder intensief (minder zwaar) voor de lerende dan een individuele cursus.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele cursus kunnen discussies en rollenspellen alleen worden gevoerd en gedaan met de taaltrainer. Het geleerde kan niet in de groep worden geoefend doordat er geen interactie met andere cursisten is. Ook is het niet mogelijk om te leren van elkaars foutjes omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten wat eerder afgeleid worden. Hierdoor ligt het rendement wat lager. Door de groepen wat kleiner te houden (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit deels ondervangen worden. Ook kan een groepscursus minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden. Een ander nadeel van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut geeft cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom verzorgen wij onze taaltrainingen eveneens incompany en online. Bij Taleninstituut Dagnall kiest u als taalleerder
bijvoorbeeld voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits, Spaans en Portugees of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Uiteraard is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De taalkennis telt, bij het leren van een nieuwe taal, maar ook het kunnen toepassen van die kennis. Kennen en kunnen zijn beide belangrijk. Door de focus te verschuiven op het onderscheid tussen kennen en kunnen, is de deelnemer in staat na afronding van de taaltraining in Zaandam de verworven kennis sneller actief toe te passen.
Al gauw begrijpt en spreekt u de andere taal al een beetje. Een plezierige ervaring! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als antwoord op de grammatica-vertaalmethode beschouwd worden. Een nieuw verschijnsel was dat de taalles geheel in de doeltaal plaatsvond. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om vrijwel foutloos te leren verstaan en spreken; het begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer kan een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waarbij lerenden een hoofdtelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die een taal beginnen te leren. Een juiste uitspraak wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een efficiënte en snelle kennisoverdracht kan bieden. Ook bij grotere groepen kan deze methode worden gebruikt.
Tevens heeft dit docentgestuurde aspect een keerzijde; eigen input wordt niet van de studenten verwacht, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gebeurt vanzelf door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst gehaald. De woorden die nog altijd problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. De GoldList-methode kan goed werken voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Het opschrijven functioneert beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een nadeel van deze leermethode. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een verzameling losse woorden of zinnen. Bovendien is de GoldList-methode zeer tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten aangemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De taalregels van de vreemde taal leert men eveneens onbewust op die manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode heeft het meeste rendement als de lerende wordt ondergedompeld in de taal. De activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, dienen stimulerend te zijn, om te zorgen dat de lerenden van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt de lerende eveneens niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de doeltaal. De Structurele Aanpak staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de leermethode om gaat. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangedragen in reële situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aangeboden aan de taallerende. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hierbij als eerste gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de taal op een accurate manier geleerd wordt. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn voor de situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. Deze methode van werken is behoorlijk tijdrovend en levert niet onmiddellijk succeservaringen op. De eigen inbreng van studenten is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren middels de CLT-technieken de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met de docent en onderling. Authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en docenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten echt trainers, die de studenten helpen om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa ontstond meer vraag aan het leren van vreemde talen op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is deze methode stimulerend, omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten maken mag; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de trainer en vereist een actieve deelname van de lerende. Deze manier van een taal leren, is voor sommige studenten lastig of ongebruikelijk, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. De methode Communicatief taalonderwijs traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond omstreeks het jaar 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op grammatica en vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainer draagt de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling kan worden toegepast. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Deze methode geeft niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij lerenden bij het werken in een groep. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) over de hele wereld gebruikt, vooral op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die toegepast wordt bij Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak de omgeving in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden aangeleerd met de methode van onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel gaan communiceren in de nieuwe taal omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Een andere keerzijde kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer en studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. Tijdens de lessen zaten de studenten in comfortabele stoelen die in een halve cirkel geplaatst waren en in de klas werd altijd achtergrondmuziek gedraaid. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Bij de teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. De studenten werden op deze manier uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor de studenten, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student minder last zal hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommigen een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de kant van de trainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaltrainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerende parafraseert. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de te leren taal nog niet genoeg machtig zijn. De taaltrainer vertaalt en legt uit en hierna herhalen de studenten de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien daarna opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt; de lerenden bepalen zelf het lesmateriaal met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De docent dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de studenten erg goed te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze correct toegepast wordt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. De lerenden vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak zinvol. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden lerenden zich zo veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Door het bespreken van hun fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Het kan een nadeel zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en er worden geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de rol van de docent om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat van de te leren taal die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende verandering in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties, is het nadeel. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een docent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de vreemde taal gaan denken.
Populariteit
Gouin’s principes over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. De leermethode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme op van de lerenden doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. De lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve competenties van de studenten sterk.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan series dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter de methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, met een klantenservice bellen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de student liggen.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij studenten (hoofdzakelijk studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun taalvaardigheden te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in aanraking met de taal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren, kan als minpunt gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan tien strikte regels (tien dogma’s). Deze tien regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan, is het doeleinde van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is de Dogme-benaderingmethode een communicatieve aanpak van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen lerende en taaltrainer. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor docenten. Dat studenten de verantwoording draagt voor het eigen leerproces, kan zeer motiverend werken. Voorspelbaar is de taalles zo nooit. Dat creëert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. In een les volgens de Dogme-benadering is bijna alles bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat de studenten alert en betrokken blijven.
Studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaltrainer. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten flexibel genoeg. Een bijkomend nadeel kan zijn dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen en het niet zeker is dat de leerstof daarvoor aan bod komt in de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemers beginnen nu ook taal te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren, is een nadeel van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klank van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse lesboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende teksten in staan. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat fysieke beweging de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het werken aan de taal aanzienlijk effectiever wordt, is een andere grond.
De shadowing-techniek heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep met lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-methode is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het principe dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de studenten doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de lerenden snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is TPR® inzetbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke leeftijd en achtergrond en kan de methode eveneens worden gebruikt in klassen die iets groter zijn. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en aanvullend nog een andere methode nodig is. De methode is ook niet heel creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode eind jaren tachtig van de negentiende eeuw, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Die Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van de keurslijven. Er kwam op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, aan de hand van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd de studenten vaak te laten spreken. Het was ook nieuw dat de les in de vreemde taal werd gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de vocabulaire van de doeltaal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te vinden in de jaren zestig.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste voordeel van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen ontwikkelen. De leermethode heeft eveneens minpunten. Voor schrijfvaardigheid is vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal relatief minder. Voor studenten die meer meer gevorderd zijn, biedt de Directe Methode niet genoeg uitdaging. Doordat de Directe Methode op een actieve inzet vanuit de studenten is gestoeld, is de leermethode eveneens niet erg geschikt voor langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De lerenden herhalen vervolgens afzonderlijk het woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de lerenden het woord, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocent gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt eveneens Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Met name bij het leren van de uitspraak van de doeltaal zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, hoewel The Silent Way in zijn originele versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak voor de student niet-bedreigend is, die immers wordt gezien als autonoom, is het pluspunt van de benadering van Caleb Gattegno. De docent is bij deze leermethode in feite dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerenden ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van inbreng van de trainer zouden de studenten gefrustreerd kunnen worden. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerenden worden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te kunnen bereiken. De taaldocent vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat deze verhalen van de taaldocent gemakkelijk te begrijpen zijn, zijn studenten ontspannen. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij en vervolgens hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
De Rosetta Stone-leermethode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd ontdekt in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo de uitspraak met de uitspraak van een native speaker (moedertaalspreker) vergelijken. Door de voorbeeldspreker langzamer te laten spreken en daarna veel na te spreken, kan de uitspraak worden verbeterd.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden van de lerenden. De software van de methode controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij optie is om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland ingezet door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel eenvoudig om te gebruiken en kan door studenten worden ingezet op ieder moment. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Velen vinden het plezierig om de leermethode te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt kan zijn dat geen trainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursus bestaat uit zinnen en dialogen in de doeltaal die door lerenden worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus omvatten een audio-opname van dertig minuten met nieuwe vocabulaire en structuur. De grammaticale structuur wordt niet uitgelegd maar deze wordt aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met Pimsleur variëren. De lerenden zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier praten en in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur heel goed als uitspraakverbeteraar.
Het nadeel van de leermethodiek is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verrassend, door Michel Thomas; een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De Michel Thomas-methode bestaat uit audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. De student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine delen en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in de Engelse taal. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de Engelse taal en de doeltaal. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat door de student is begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerenden zelf zinnetjes kunnen bouwen. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal en vinden de cursus plezierig werken. De mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze en de methode is ook zeer toegankelijk. Dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt van de methode. Een echte interactie is er ook niet doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen streven voor een taalcursus is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief betaalbaar en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de cursist aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaltrainer om de lerende te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als antwoord op de grammatica-vertaalmethode beschouwd worden. Een nieuw verschijnsel was dat de taalles geheel in de doeltaal plaatsvond. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om vrijwel foutloos te leren verstaan en spreken; het begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer kan een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waarbij lerenden een hoofdtelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die een taal beginnen te leren. Een juiste uitspraak wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een efficiënte en snelle kennisoverdracht kan bieden. Ook bij grotere groepen kan deze methode worden gebruikt.
Tevens heeft dit docentgestuurde aspect een keerzijde; eigen input wordt niet van de studenten verwacht, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gebeurt vanzelf door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst gehaald. De woorden die nog altijd problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. De GoldList-methode kan goed werken voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Het opschrijven functioneert beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een nadeel van deze leermethode. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een verzameling losse woorden of zinnen. Bovendien is de GoldList-methode zeer tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten aangemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De taalregels van de vreemde taal leert men eveneens onbewust op die manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode heeft het meeste rendement als de lerende wordt ondergedompeld in de taal. De activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, dienen stimulerend te zijn, om te zorgen dat de lerenden van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt de lerende eveneens niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de doeltaal. De Structurele Aanpak staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de leermethode om gaat. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangedragen in reële situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aangeboden aan de taallerende. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hierbij als eerste gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de taal op een accurate manier geleerd wordt. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn voor de situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. Deze methode van werken is behoorlijk tijdrovend en levert niet onmiddellijk succeservaringen op. De eigen inbreng van studenten is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren middels de CLT-technieken de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met de docent en onderling. Authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en docenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten echt trainers, die de studenten helpen om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa ontstond meer vraag aan het leren van vreemde talen op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is deze methode stimulerend, omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten maken mag; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de trainer en vereist een actieve deelname van de lerende. Deze manier van een taal leren, is voor sommige studenten lastig of ongebruikelijk, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. De methode Communicatief taalonderwijs traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond omstreeks het jaar 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op grammatica en vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainer draagt de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling kan worden toegepast. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Deze methode geeft niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij lerenden bij het werken in een groep. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) over de hele wereld gebruikt, vooral op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die toegepast wordt bij Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak de omgeving in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden aangeleerd met de methode van onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel gaan communiceren in de nieuwe taal omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Een andere keerzijde kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer en studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. Tijdens de lessen zaten de studenten in comfortabele stoelen die in een halve cirkel geplaatst waren en in de klas werd altijd achtergrondmuziek gedraaid. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Bij de teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. De studenten werden op deze manier uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor de studenten, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student minder last zal hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommigen een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de kant van de trainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaltrainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerende parafraseert. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de te leren taal nog niet genoeg machtig zijn. De taaltrainer vertaalt en legt uit en hierna herhalen de studenten de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien daarna opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt; de lerenden bepalen zelf het lesmateriaal met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De docent dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de studenten erg goed te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze correct toegepast wordt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. De lerenden vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak zinvol. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden lerenden zich zo veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Door het bespreken van hun fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Het kan een nadeel zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en er worden geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de rol van de docent om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat van de te leren taal die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende verandering in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties, is het nadeel. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een docent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de vreemde taal gaan denken.
Populariteit
Gouin’s principes over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. De leermethode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme op van de lerenden doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. De lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve competenties van de studenten sterk.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan series dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter de methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, met een klantenservice bellen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de student liggen.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij studenten (hoofdzakelijk studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun taalvaardigheden te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in aanraking met de taal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren, kan als minpunt gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan tien strikte regels (tien dogma’s). Deze tien regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan, is het doeleinde van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is de Dogme-benaderingmethode een communicatieve aanpak van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen lerende en taaltrainer. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor docenten. Dat studenten de verantwoording draagt voor het eigen leerproces, kan zeer motiverend werken. Voorspelbaar is de taalles zo nooit. Dat creëert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. In een les volgens de Dogme-benadering is bijna alles bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat de studenten alert en betrokken blijven.
Studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaltrainer. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten flexibel genoeg. Een bijkomend nadeel kan zijn dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen en het niet zeker is dat de leerstof daarvoor aan bod komt in de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemers beginnen nu ook taal te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren, is een nadeel van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klank van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse lesboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende teksten in staan. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat fysieke beweging de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het werken aan de taal aanzienlijk effectiever wordt, is een andere grond.
De shadowing-techniek heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep met lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-methode is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het principe dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de studenten doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de lerenden snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is TPR® inzetbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke leeftijd en achtergrond en kan de methode eveneens worden gebruikt in klassen die iets groter zijn. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en aanvullend nog een andere methode nodig is. De methode is ook niet heel creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode eind jaren tachtig van de negentiende eeuw, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Die Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van de keurslijven. Er kwam op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, aan de hand van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd de studenten vaak te laten spreken. Het was ook nieuw dat de les in de vreemde taal werd gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de vocabulaire van de doeltaal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te vinden in de jaren zestig.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste voordeel van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen ontwikkelen. De leermethode heeft eveneens minpunten. Voor schrijfvaardigheid is vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal relatief minder. Voor studenten die meer meer gevorderd zijn, biedt de Directe Methode niet genoeg uitdaging. Doordat de Directe Methode op een actieve inzet vanuit de studenten is gestoeld, is de leermethode eveneens niet erg geschikt voor langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De lerenden herhalen vervolgens afzonderlijk het woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de lerenden het woord, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocent gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt eveneens Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Met name bij het leren van de uitspraak van de doeltaal zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, hoewel The Silent Way in zijn originele versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak voor de student niet-bedreigend is, die immers wordt gezien als autonoom, is het pluspunt van de benadering van Caleb Gattegno. De docent is bij deze leermethode in feite dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerenden ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van inbreng van de trainer zouden de studenten gefrustreerd kunnen worden. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerenden worden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te kunnen bereiken. De taaldocent vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat deze verhalen van de taaldocent gemakkelijk te begrijpen zijn, zijn studenten ontspannen. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij en vervolgens hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd ontdekt in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo de uitspraak met de uitspraak van een native speaker (moedertaalspreker) vergelijken. Door de voorbeeldspreker langzamer te laten spreken en daarna veel na te spreken, kan de uitspraak worden verbeterd.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden van de lerenden. De software van de methode controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij optie is om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland ingezet door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel eenvoudig om te gebruiken en kan door studenten worden ingezet op ieder moment. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Velen vinden het plezierig om de leermethode te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt kan zijn dat geen trainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursus bestaat uit zinnen en dialogen in de doeltaal die door lerenden worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus omvatten een audio-opname van dertig minuten met nieuwe vocabulaire en structuur. De grammaticale structuur wordt niet uitgelegd maar deze wordt aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met Pimsleur variëren. De lerenden zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier praten en in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur heel goed als uitspraakverbeteraar.
Het nadeel van de leermethodiek is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verrassend, door Michel Thomas; een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De Michel Thomas-methode bestaat uit audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. De student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine delen en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in de Engelse taal. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de Engelse taal en de doeltaal. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat door de student is begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerenden zelf zinnetjes kunnen bouwen. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal en vinden de cursus plezierig werken. De mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze en de methode is ook zeer toegankelijk. Dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt van de methode. Een echte interactie is er ook niet doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen streven voor een taalcursus is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief betaalbaar en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de cursist aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaltrainer om de lerende te motiveren of te begeleiden.
Er is ook een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere methode om een taal te leren: De Methode van Dagnall.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral door de focus steeds op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app worden geladen met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tot slot beschikken de docenten over veel eigen lesmateriaal en spelen ze voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen die interessant zijn voor de cursist. De taaltrainers van Dagnall Talen zijn zeer bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden gauw in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar ze geeft ook de waarde aan onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’. Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Zaandam.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren gebruikt kunnen worden, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Zaandam
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, zolang het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers met blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Zaandam op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Taleninstituut eveneens over een eigen App voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, op alle (mobiele) apparaten toegang hebben. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld op reis in het buitenland. De cursisten kunnen dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw bedrijf of organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen en productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de training in Zaandam. Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten kunnen op het gebied van taalvaardigheid veelal een uitdaging zijn. Mensen die meerdere talen beheersen, zijn in veel bedrijven en organisaties derhalve cruciaal.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? De taaltrainingen van Dagnall Taleninstituut bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen te boeken. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele of groepstraining
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor cursussen in een virtuele classroom: - Een pc, laptop of tablet met een microfoon en een camera - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten
Onze online alsook de blended (taal)cursussen worden door toegewijde en gekwalificeerde moedertaal (native) trainers gegeven
Onze docenten hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaltrainers zijn HBO dan wel universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – vlotte leervorderingen
Onze blended en online taalcursussen zijn maatwerktrainingen die specifiek op uw wensen en behoeften afgestemd worden
De inhoud wordt aan het leerplan aangepast om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt uw taaldoelen vlot en zelfverzekerd te behalen
De online (of blended) taalcursussen bestaan uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuren die u in de voorbereiding en voortzetting van de lessen hebt geleerd, actief toe
Dankzij het combineren van videosessies en zelfstudie komt het bereikte resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursussen ook tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en structuur zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursist en de trainer en zijn van groot belang voor het slagen van de taaltraining .
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Zaandam ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Zaandam ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Voor het aangeven van het begin- en eindniveau van de cursist, gaan wij uit van hetERK (Europees Referentiekader). Hierin worden alle taalniveaus volgens Europese standaard, beschreven. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
U ontvangt aan het einde van de cursus bij ons taleninstituut in Zaandam het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese norm om niveaus van taalvaardigheid te omschrijven. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK is een tool die vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse term wordt eveneens vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker. De vaardigheidsniveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A betekent dat de taalgebruiker de basisvaardigheden beheerst. Wie niveau B machtig is, wordt als een ‘zelfstandige taalgebruiker’ gezien. De taalbeheersing is zodanig dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in die vreemde taal. Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Wie een vreemde taal kent op taalniveau C, beheerst de geleerde taal op vrijwel moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, projectbeheer, middelen, vertalers alsook revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons taleninstituutinstituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en de NRTO heeft ruim 450 leden. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, zoals bij ons taleninstituut in Zaandam, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de Stichting van de Arbeid en de media en de SER.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook met diverse andere organisaties samen, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.De NRTO-leden werken resultaat- en klantgericht en zijn in staat om zich snel aan te passen aan veranderende omstandigheden en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod van aan cursussen van bijvoorbeeld ons taleninstituut in Zaandam sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continue vernieuwing is hiervoor essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse adviesraden, commissies en besturen, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte moeten zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, verwerkt en bewaard mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging beschermd te worden. Dagnall voldoet natuurlijk aan alle vereisten die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en Dagnall verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Zaandam zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut staat in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat betekent dat ons taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen leveren. Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen berekenen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt. Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Zaandam
U kunt contact opnemen met Dagnall Taleninstituut in Zaandam. E-mailt u naar taleninstituut-zaandam@dagnall.nl of belt u ons direct 020-2149118 (geen menu) voor meer informatie. Of ga naar ons contactformulier.
U kunt ook het Dagnall informatiepakket aanvragen. Dit is geheel gratis.
De vlotste weg naar een taleninstituut in Zaandam!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw locatie volgen of in Zaandam, bijvoorbeeld bij “De Bedrijvige Bij” in De Groene Bark aan de Provincialeweg 302 in Zaandam. Dagnall taleninstituut kan eveneens taalcursussen in Zaandam verzorgen in bijvoorbeeld Best Western Zaan Inn aan de Grenehout 22, in Inntel Amsterdam Zaandam aan de Provincialeweg 102, in Zaan Hotel Amsterdam Zaandam aan de Ebbehout 22, in Fletcher Hotel Spaarnwoude aan de Oostbroekerweg 17 in Velsen-Zuid en in Van der Valk Hotel Oostzaan-Amsterdam aan de Westeinde (verl. Stellingweg) 1 in Oostzaan.
U kunt besprekingen houden in Zaandam bij bijvoorbeeld bij Het Zaantheater aan de Nicolaasstraat 3.
Aan bodemvondsten is te zien dat de streek waar Zaandam nu ligt, al was bewoond rond 600 v.Chr. In de 3de eeuw n.Chr. zijn de bewoners weer vertrokken, als gevolg van een stijging van het grondwaterpeil. Zaandam werd begin 11de eeuw opnieuw bewoond gebied, maar omdat het gebied regelmatig overstroomde, bleven de dorpen klein. Na de bedijking van IJ en Zuiderzee, rond 1300, werd er ook een dam in de Zaan aangelegd met een sluisje. Hier woonden vissers.
Rond het jaar 1350 werd er een kapel gebouwd op een terp ten oosten van de dam. Dit werd later het historisch hart van Zaandam. De naam ‘Zaandam’ duidt op de dam die eind 13de eeuw is gebouwd in de waterloop Zaan. De meningen zijn verdeeld over de herkomst van het woord zaan. Het kan afgeleid zijn van zand; een Oudnederlands woord dat ‘vlug’ betekent (als het Engelse soon) of Oud-Fries voor ‘waterverbinding tussen twee meren’.
Zaandam ligt in het gebied Zaanstreek. Plaatsen in de buurt van de stad Zaandam zijn Amsterdam, Assendelft, Koog aan de Zaan, Krommenie, Oostzaan, Westzaan, Wormerveer en Zaandijk.
Zaandam ligt in de provincie Noord-Holland. De gemeente Zaandam telt ruwweg 78.000 inwoners.
Woon je in Zaandam, dan heet je een ‘Zaandammer’, in de volksmond ook wel Galgezager. Bekende Zaandammers zijn Mattijn Hartemink Henny Huisman en Ronald Koeman.
Iets wat uit Zaandam komt, wordt ‘Zaandams’ of ‘Zaandammer’ genoemd, zoals de Zaandammer mosterd. Zaandam kreeg stadsrechten in 1812.
Zaandam - internationaal & scholing
Partnerstad
Zaandam is de grootste plaats van de gemeente Zaanstad waar eveneens Assendelft, Koog aan de Zaan, Krommenie, Krommeniedijk, Westknollendam, Westzaan, Wormerveer en Zaandijk deel van uitmaken. De partnerstad van Zaanstad is Neukölln in Duitsland.
Hoger onderwijs
In Zaandam bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Denk je aan Zaandam, dan denk je aan De Zaanse Schans, aan groene houten visserswoningen, aan het Czaar Peterhuisje, aan monumenten en aan filemeldingen. Zaandam fungeert als toeristenplaatsje met jaarlijks honderdduizenden bezoekers.
Zaandam - minder bekend
Niet veel mensen weten dat in 1967 in Zaandam de voetbalclub AZ (Alkmaar Zaanstreek) opgericht is.
Het Zaans is verwant aan het West-Fries. In Zaandam wordt geen zwaar Zaans dialect gesproken, maar de tongval is goed te herkennen. Kenmerkend is het toontje: Zaans klinkt zangerig. De ‘ui’ klinkt in het Zaans als oi of eu (toin voor ‘tuin’) en de ‘ei/ij’ wordt ai (main voor ‘mijn’).
Sch- aan het begin van een woord wordt sk-: skool. Een ‘sigaret’ is een sassie. ‘Regenen’ is natte. Annet voorspien legge betekent “Aan de voorste speen liggen” oftewel: “De eerste zijn”. Als je ‘onderweg’ bent, ben je op roet.
“Zaanstad - top van de randstad”
Zaandam - zakelijk
De gemeente Zaandam
Het netnummer van Zaandam is 075. Het postcodegebied van Zaandam is 1500 - 1509. Het adres van het gemeentehuis van Zaandam is Stadhuisplein 100, 1506 MZ in Zaandam. De website van de gemeente Zaandam is Zaanstad.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Zaandam is 14 075.
Zakendoen in Zaandam
Voor Zaanse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Amsterdam aan de De Ruijterkade 5, 1013 AA in Amsterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Zaandam is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Zaandam is KVK-kantoor Amsterdam.
Wereldwijd opererende bedrijven zijn in Zaandam gevestigd op bedrijventerrein Achtersluispolder, Assendelft Noord, Hembrug, HoogTij, Kogerveld, Westerspoor-Zuid of op bedrijventerrein Zuiderhout. In Zaandam bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: AAK Netherlands, Ahold Delhaize Coffee Company, Distributiecentrum Albert Heijn, Bunge Loders Croklaan, Buteressence, CPM Europe, De Keizer Marine Engineering, Duyvis Production, Ebrofoods Group - Herba Ingredients (Lassie), Etos, Exter, Fiege Logistics, Forbo Eurocol Nederland, Gall & Gall, GNS Brinkman, Goglio North Europe, Hazet,
Hordijk Verpakkingen, Igefa, Kenz Figee, Kludi Benelux, Koninklijke Ahold Delhaize, Multitubes, schoonmaakbedrijf Orion, Pontmeyer, Tate & Lyle Netherlands, Touwen & Co (Tenco), Verkade, WoodWing Software, Afvalzorg in Assendelft, Meyn in Oostzaan, Lavazza Nederland in Oostzaan, Koninklijke Ruig in Oostzaan, Hepta Design Audio in Westzaan, Bunge Loders Croklaan in Wormerveer, Impulse (Audio Wise) in Wormerveer, St vd Brink in Wormerveer, Vanilia in Wormerveer en Schoonmaakbedrijf Willems & Zn in Wormer. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Zaanse nieuwsportaal is De Orkaan en Zaanse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Holland - Nieuws. Ondernemers in Zaandam kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het een goed idee om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Zaanse voetbalclub FC Zaandam, Zaanlandia of PSZ te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Zaandam kunt u terecht bij T.V. De Gouw, bij LTVZ, bij T.V.Zaansport of bij T.V. Zaanstad Zuid. Golf, ontspanning & lunch Wellicht hebt u zin om na de cursus bij ons taleninstituut in Zaandam of met uw internationale (zaken)relatie bij Zaandam een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Zaandam ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit. De nabijgelegen golfbaan voor Zaandam is de Zaanse Golf Club in Wijdewormer. Deze golfbaan bevindt zich aan de Zuiderweg 68A in Wijdewormer. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0299-43 81 99. De website van de golfbaan is www.zaansegolfclub.com/index.php/nl/. Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij restaurant Chipping INN, telefoonnummer 0299-47 91 23. Amsterdamse Golf Club is nog een golfbaan in de buurt van Zaandam.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Zaandam die eveneens op Youtube zijn te zien. Klik direct op het rode logo van Youtube in het midden om het filmpje af te spelen. Direct onder de filmpjes vindt u de locaties van Noord-Holland en Zaandam op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.