Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding en taalkennis van hun werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die precies dat biedt: Effectieve taaltrainingen van het hoogste niveau voor zowel medewerkers als leidinggevenden in Vlaardingen als in de buurt van Vlaardingen. Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Vlaardingen in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden taaltrainingen op maat in Vlaardingen aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij ons kan iedereen een vreemde taal leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast klassieke taaltrainingen zijn organisaties vooral geïnteresseerd in de werkgerelateerde trainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Wij zijn een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaldocenten met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Vlaardingen. Dagnall Talen leidt u doelgericht en vlot naar de door u beoogde resultaten.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Onze filosofie is om vreemde talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom zet Dagnall Taleninstituut alles in het werk om te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leren. Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leerproces voor u prettiger en gemakkelijker maakt.
Met onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengt Dagnall Talen u in grote stappen naar het beoogde niveau. Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Vlaardingen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut stelt uw leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de cursisten aan met de contactgegevens. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau bepaald wordt, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel met een offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en agenda af.
Na een aantal lessen evalueert de trainer de voortgang alsook de inhoud van de taalcursus. De doelstelling kan, indien nodig, worden bijgesteld. Wij sturen u een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. Tevens ontvangen de cursisten een certificaat van het instituut.
Desgewenst wordt het (individuele) contact met de deelnemers door Dagnall Talen verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan Cursisten ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Deze dienen vóór de intakedatum te worden teruggestuurd Dagnall Talen verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag Groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De indeling van de deelnemers geschiedt per taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! Dagnall Talen verzorgt uiteraard de logistiek van materiaal en cursusbenodigdheden Dagnall berekent geen administratiekosten alsook geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning en het lesprogramma wordt door Dagnall gegarandeerd en bewaakt Dagnall Taleninstituut is flexibel en betrokken!
Ons instituut is actief sinds 1982 en verzorgt sindsdien maatwerk taalcursussen voor (overheids)instellingen en het bedrijfsleven in Vlaardingen en omliggende gemeenten. Alle kundige docenten zijn echte specialisten op gebied van taal en hebben talrijke zakelijke taalcursussen voor diverse bedrijven en (overheids)organisaties in de Stadsregio Rotterdam verzorgd.
Door de aanpak die zowel werkplekgericht als functiegericht is, biedt taleninstituut Dagnall Talen u effectieve en betaalbare taalcursussen in Vlaardingen. Wij zorgen voor het beste rendement; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Vlaardingen
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak is nodig! Veel bedrijven zijn inmiddels bekend met cursussen die zijn gericht op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer. Werknemers met beperkte of zonder kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een beperking in de werkomgeving en zij willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren op de werkplek.
Zij willen de instructies op de werkplek goed kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. Deze werknemers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk hun ambities op hun werkgebied realiseren. Hiervoor is een investering in mensen en in de ontwikkeling van het bedrijf noodzakelijk.
Ons instituut geeft betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Dagnall Taleninstituut leert en helpt cursisten hoe zij de lesstof in hun functie in praktijk kunnen brengen. Ons instituut stemt de lessen af op de behoeften van de opdrachtgever en op het niveau van de cursist(en). Als aanvulling op de lessen, krijgt de deelnemer gedurende de taalcursus regelmatig praktijkopdrachten, die de continuïteit van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de taaltraining vergroten.
Dit is dus een win-winsituatie! Dagnall let eveneens op de wellicht onderbelichte kant van veel taalcursussen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun inspanningen om de taal onder de knie te krijgen, om de cultuur en gebruiken van het nieuwe land en het bedrijf te begrijpen en om hun wereld door middel van taal uit te breiden. Dat vereist veel inzet en motivatie. Daarbij hebben cursisten slechts een beperkt aantal vaste contactmomenten per week met de taaldocent. Dit is niet in iedere situatie genoeg.
Onderscheidend
Dagnall Taleninstituut onderscheidt zich door de aandacht te vestigen op het vergroten van het draagvlak voor een taalcursus op de werkvloer. Dagnall stimuleert uitvoerenden en leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie om voor een voortdurend proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf het begin zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de cursist. Door het belang van taal op de werkvloer consequent op deze manier te benadrukken, wordt de waarde van goede beheersing van de taal samen ervaren en voelen deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Vlaardingen
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taaltraining is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een taaltraining (bij een taleninstituut in Vlaardingen) die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn erg bedreven in het snel en plezierig aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg prettig en het zorgt ervoor dat u echt waar voor uw geld krijgt. Het alom bekende hoge rendement van Dagnall behalen wij door een mix van deze beproefde leermethode met het oogmerk op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Taleninstituut voor cursussen terecht die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Ons taleninstituut biedt individuele cursussen, duocursussen (2 cursisten), groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie. De taaldocenten van ons instituut maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en zij spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer prettige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall Talen in Vlaardingen. Onze, door de jaren steeds verder verfijnde en ontwikkelde manier van werken is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Een vreemde taal effectief leren in Vlaardingen bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus uit handen kunt geven. Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruikt Dagnall Taleninstituut moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Vlaardingen worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Vlaardingen
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Vlaardingen en omgeving. Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd. De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al decennia bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en een zeer hoog rendement. Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De groepen houden we bij voorkeur zo klein mogelijk de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen. De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement doordat in korte tijd veel kennis wordt geleerd. Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en is het leertraject zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een groot voordeel van een individuele cursus. De cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Ook zijn individuele cursussen ideaal op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere deelnemers; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies. Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; communiceren in de doeltaal met elkaar en van de fouten van anderen. De hierdoor geboden afwisseling kunnen deelnemers prettiger vinden. Groepscursussen zijn daarnaast ook efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt. Voor de deelnemers zijn groepscursussen ook wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele taalcursus alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer. Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet in een groep worden geoefend. Ook is het niet mogelijk om van elkaars fouten te leren omdat groepsdynamiek ontbreekt. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor deelnemers.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen lerenden iets sneller afgeleid zijn. Het rendement is daardoor wat lager. Deels kan dit ondervangen worden door de groep wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroep). Ook kan een groepscursus minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden. Dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van de individuele cursist, is een ander nadeel van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut verzorgt cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom bieden wij de taalcursussen ook online of incompany aan. Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld terecht
voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Uiteraard is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalbeheersing betekent kennen (weten) en ook aandacht voor kunnen (handelen). Door de focus te verleggen van het kennen naar het kunnen, is de deelnemer in staat na afronding van de taaltraining in Vlaardingen de verworven kennis snel en actief toe te passen.
Al gauw voelt u zich vertrouwd met de anderstalige taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en in Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen volledig werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en de grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaldocent kan zo een zin bijvoorbeeld 10 maal herhalen en vervolgens een extra woord hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Daardoor raakten de talenpractica al snel in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Een correcte uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Deze audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen gebruikt worden.
Deze docentgestuurde kant is tevens een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen te leren op een zodanige manier dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De opgeschreven woorden en zinnen worden hardop gelezen door de lerende. Deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn aangeleerd, gaan van de lijst af. Woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen worden, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de student. De methode kan werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje te gebruiken, kan deze GoldList-methode werken. Schrijven met de hand functioneert effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan een verzameling losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is daarnaast nogal tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de vreemde taal aan te leren. Op deze manier leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerende wordt ondergedompeld in de taal. De leeractiviteiten in de vreemde taal, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is, is al vaak bewezen. Omdat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers. Maar er kleven eveneens nadelen aan de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het verwerven van woordenschat. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties van woorden worden aangedragen aan de studenten in herkenbare situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote rol. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op vrij grote schaal in de jaren vóór 1970 gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de nieuwe taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van een structurele aanpak. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situaties woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent eveneens keerzijden. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet direct een ervaring van succes. De eigen inbreng van de lerenden is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen.
De met leren middels de CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in diverse situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de docent echt een trainer, die de lerende helpt in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Binnen een verenigd Europa was er meer vraag om talen te leren op een wijze die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; het is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de student werkt deze methode stimulerend, omdat hij of zij vlug succes ervaart. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheid van de lerende wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht is voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk van de achtergrond, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren afwijkend of moeilijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw richtte het taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Meidinger ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de wetenschap, cultuur en religie was. Onderwijs in Latijn was uiteraard op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainers dragen kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Hoewel reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het belangrijkste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief leerproces of tot differentiatie bij de studentenn. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal omgeven wordt. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere methode om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een erg goede methode om vreemde talen te leren gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, doordat de leermethode behoorlijk intensief is. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel in de doeltaal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerende is in principe 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als studenten in een vrij korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training erg intensief is, kan een bijkomend minpunt zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. De student zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de les was altijd muziek. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden op deze manier verleid om te luisteren en ze konden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last krijgt van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de methodiek is dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de kant van de trainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerende kenschetst. De lerenden beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De trainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken. Een leerboek wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het succes van de methode is sterk afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima werken indien deze correct wordt toegepast. CLL is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden studenten zich zo een stuk meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren om te werken als team. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de student.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Hierdoor is het succes lastig meetbaar. Sommige studenten worden belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelf ontdekken van de taal.
De rol van de trainer is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de studenten.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De radicale verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren op een heel natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse taaldocent François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Lerenden gaan al gauw in de te leren taal denken omdat een soort eentalige methode is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de ongebruikelijke aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. De leermethode van Gouin werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheid sterk ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type onderwijs enthousiasme op van de lerenden. Een taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De seriemethode maakt de lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de lerenden goed.
Het nadeel van de methode is dat taal die wat subjectiever of abstracter is, wat lastig met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals het schrijven van een e-mail, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen net boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf de vroege jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerende aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als prettig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren, kan als nadeel gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich aan tien strikte regels (tien dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als stuwende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve aanpak van taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op communicatie tussen de lerenden en de taaldocent focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent. Het kan erg motiverend zijn dat de studenten verantwoordelijk voor zijn of haar eigen leerproces zijn. Zo zijn de lessen niet voorspelbaar. Dat zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. In een les volgens de Dogme-benadering is vrijwel alles bespreekbaar. De lerenden blijven zo betrokken en alert.
De studenten kunnen zich daarentegen wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent. Ook is niet elke taaldocent in voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Een ander keerzijde kan zijn dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld tijdens de lessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een nieuwe taal te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA gebruikt daarom de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en nu begint de deelnemer de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemende studenten zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving. De zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen taalkennis, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze techniek. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de vreemde taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het leren van de taal veel effectiever gaat, is een andere reden.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen gebruikt werden in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert snelle succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht de achtergrond en de leeftijd en kan de methode eveneens worden ingezet in klassen die iets groter zijn. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is nog een andere methodiek nodig als aanvulling. De methodiek is ook niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Rond het jaar 1900, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de vreemde taal. De lerenden werden aangemoedigd vaak te praten. Nieuw was ook dat de les in de vreemde taal werd gegeven. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van vocabulaire van de vreemde taal gebeurde door middel van voorbeelden en afbeeldingen. Studenten boden zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd door taleninstituten als Berlitz en Interlingua gewerkt.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het voordeel van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal ontwikkelen. Deze methode kent echter ook minpunten. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en ook weinig aandacht aan lezen in de vreemde taal. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt de Directe Methode niet genoeg uitdagingen. Doordat de Directe Methode van actief meedoen van de student uitgaat, is de methode eveneens niet heel geschikt voor langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte regels en lijstjes met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de beweging worden daarna door de lerenden één voor één herhaald. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder andere door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Het kan als een minpunt worden gezien dat het wat saai wordt om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet naar het overbrengen van kennis an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De methode gebruikt eveneens Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn wel van invloed geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel de Stille Methode in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom wordt gezien. De taaldocent is in principe aan de lerende dienstbaar en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof doorgaans goed verwerkt en onthouden. De student ‘mag’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige lerenden wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet, kan een nadeel zijn. Lerenden zouden wat gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaltrainer. Werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om vreemde te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaldocent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich omdat deze verhalen eenvoudig te begrijpen zijn. Zo worden structuren en woorden vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale fenomenen van de doeltaal gewezen, zonder dat lerenden regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens een verhaal te maken met de studenten. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een vreemde taal te leren en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor lerenden is het een prettige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt heel motiverend voor de lerende.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo de uitspraak vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker (native speaker). Verbetering van de uitspraak kan worden behaald door de voorbeeldstem wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te zeggen.
Voor de schrijfvaardigheden biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de grammatica en spelling en geeft fouten aan en biedt de optie om de fouten van de lerenden te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk in het gebruik en kan door de student worden ingezet op ieder moment. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen van de leermethode wat meer of minder aandacht nodig hebben. Velen vinden het plezierig om de leermethodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan Rosetta Stone voor onderwijsinstellingen een oplossing zijn. Dat er geen taaltrainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursus van Pimsleur bestaat uit zinnen/dialogen die door lerenden worden nagesproken en herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les biedt een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuur. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur variëren. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt erg goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier praten op een normaal tempo.
Het nadeel van de leerleermethodiek is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de acteurs. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de student het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de gebruiker zelf zinnetjes bouwen. De leermethode gebruikt eveneens flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal en vinden de cursus plezierig werken. De mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen trainen uitspraak en luistervaardigheid van de doeltaal op efficiënte wijze en de cursussen zijn heel toegankelijk. Het feit dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, kan als een nadeel worden gezien. Ook is er geen echte interactie doordat de methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in een andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten werken bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ongeveer vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De taalcursussen zijn niet zo duur en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de lerende in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de cursist op zichzelf is aangewezen. Er is geen docent om de student te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en in Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen volledig werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en de grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaldocent kan zo een zin bijvoorbeeld 10 maal herhalen en vervolgens een extra woord hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Daardoor raakten de talenpractica al snel in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Een correcte uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Deze audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen gebruikt worden.
Deze docentgestuurde kant is tevens een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen te leren op een zodanige manier dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De opgeschreven woorden en zinnen worden hardop gelezen door de lerende. Deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn aangeleerd, gaan van de lijst af. Woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen worden, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de student. De methode kan werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje te gebruiken, kan deze GoldList-methode werken. Schrijven met de hand functioneert effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan een verzameling losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is daarnaast nogal tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de vreemde taal aan te leren. Op deze manier leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerende wordt ondergedompeld in de taal. De leeractiviteiten in de vreemde taal, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is, is al vaak bewezen. Omdat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers. Maar er kleven eveneens nadelen aan de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het verwerven van woordenschat. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties van woorden worden aangedragen aan de studenten in herkenbare situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote rol. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op vrij grote schaal in de jaren vóór 1970 gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de nieuwe taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van een structurele aanpak. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situaties woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent eveneens keerzijden. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet direct een ervaring van succes. De eigen inbreng van de lerenden is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen.
De met leren middels de CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in diverse situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de docent echt een trainer, die de lerende helpt in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Binnen een verenigd Europa was er meer vraag om talen te leren op een wijze die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; het is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de student werkt deze methode stimulerend, omdat hij of zij vlug succes ervaart. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheid van de lerende wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht is voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk van de achtergrond, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren afwijkend of moeilijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw richtte het taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Meidinger ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de wetenschap, cultuur en religie was. Onderwijs in Latijn was uiteraard op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainers dragen kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Hoewel reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het belangrijkste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief leerproces of tot differentiatie bij de studentenn. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal omgeven wordt. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere methode om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een erg goede methode om vreemde talen te leren gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, doordat de leermethode behoorlijk intensief is. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel in de doeltaal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerende is in principe 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als studenten in een vrij korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training erg intensief is, kan een bijkomend minpunt zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. De student zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de les was altijd muziek. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden op deze manier verleid om te luisteren en ze konden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last krijgt van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de methodiek is dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de kant van de trainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerende kenschetst. De lerenden beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De trainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken. Een leerboek wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het succes van de methode is sterk afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima werken indien deze correct wordt toegepast. CLL is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden studenten zich zo een stuk meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren om te werken als team. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de student.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Hierdoor is het succes lastig meetbaar. Sommige studenten worden belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelf ontdekken van de taal.
De rol van de trainer is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de studenten.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De radicale verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren op een heel natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse taaldocent François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Lerenden gaan al gauw in de te leren taal denken omdat een soort eentalige methode is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de ongebruikelijke aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. De leermethode van Gouin werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheid sterk ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type onderwijs enthousiasme op van de lerenden. Een taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De seriemethode maakt de lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de lerenden goed.
Het nadeel van de methode is dat taal die wat subjectiever of abstracter is, wat lastig met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals het schrijven van een e-mail, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen net boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf de vroege jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerende aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als prettig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren, kan als nadeel gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich aan tien strikte regels (tien dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als stuwende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve aanpak van taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op communicatie tussen de lerenden en de taaldocent focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent. Het kan erg motiverend zijn dat de studenten verantwoordelijk voor zijn of haar eigen leerproces zijn. Zo zijn de lessen niet voorspelbaar. Dat zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. In een les volgens de Dogme-benadering is vrijwel alles bespreekbaar. De lerenden blijven zo betrokken en alert.
De studenten kunnen zich daarentegen wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent. Ook is niet elke taaldocent in voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Een ander keerzijde kan zijn dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld tijdens de lessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een nieuwe taal te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA gebruikt daarom de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en nu begint de deelnemer de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemende studenten zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving. De zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen taalkennis, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze techniek. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de vreemde taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het leren van de taal veel effectiever gaat, is een andere reden.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen gebruikt werden in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert snelle succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht de achtergrond en de leeftijd en kan de methode eveneens worden ingezet in klassen die iets groter zijn. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is nog een andere methodiek nodig als aanvulling. De methodiek is ook niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Rond het jaar 1900, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de vreemde taal. De lerenden werden aangemoedigd vaak te praten. Nieuw was ook dat de les in de vreemde taal werd gegeven. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van vocabulaire van de vreemde taal gebeurde door middel van voorbeelden en afbeeldingen. Studenten boden zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd door taleninstituten als Berlitz en Interlingua gewerkt.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het voordeel van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal ontwikkelen. Deze methode kent echter ook minpunten. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en ook weinig aandacht aan lezen in de vreemde taal. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt de Directe Methode niet genoeg uitdagingen. Doordat de Directe Methode van actief meedoen van de student uitgaat, is de methode eveneens niet heel geschikt voor langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte regels en lijstjes met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de beweging worden daarna door de lerenden één voor één herhaald. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder andere door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Het kan als een minpunt worden gezien dat het wat saai wordt om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet naar het overbrengen van kennis an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De methode gebruikt eveneens Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn wel van invloed geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel de Stille Methode in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom wordt gezien. De taaldocent is in principe aan de lerende dienstbaar en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof doorgaans goed verwerkt en onthouden. De student ‘mag’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige lerenden wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet, kan een nadeel zijn. Lerenden zouden wat gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaltrainer. Werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om vreemde te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaldocent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich omdat deze verhalen eenvoudig te begrijpen zijn. Zo worden structuren en woorden vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale fenomenen van de doeltaal gewezen, zonder dat lerenden regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens een verhaal te maken met de studenten. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een vreemde taal te leren en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor lerenden is het een prettige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt heel motiverend voor de lerende.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo de uitspraak vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker (native speaker). Verbetering van de uitspraak kan worden behaald door de voorbeeldstem wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te zeggen.
Voor de schrijfvaardigheden biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de grammatica en spelling en geeft fouten aan en biedt de optie om de fouten van de lerenden te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk in het gebruik en kan door de student worden ingezet op ieder moment. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen van de leermethode wat meer of minder aandacht nodig hebben. Velen vinden het plezierig om de leermethodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan Rosetta Stone voor onderwijsinstellingen een oplossing zijn. Dat er geen taaltrainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursus van Pimsleur bestaat uit zinnen/dialogen die door lerenden worden nagesproken en herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les biedt een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuur. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur variëren. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt erg goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier praten op een normaal tempo.
Het nadeel van de leerleermethodiek is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de acteurs. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de student het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de gebruiker zelf zinnetjes bouwen. De leermethode gebruikt eveneens flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal en vinden de cursus plezierig werken. De mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen trainen uitspraak en luistervaardigheid van de doeltaal op efficiënte wijze en de cursussen zijn heel toegankelijk. Het feit dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, kan als een nadeel worden gezien. Ook is er geen echte interactie doordat de methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in een andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten werken bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ongeveer vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De taalcursussen zijn niet zo duur en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de lerende in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de cursist op zichzelf is aangewezen. Er is geen docent om de student te begeleiden of te motiveren.
Er is ook een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere methode om talen te leren: De Methode van Dagnall Talen.
Het inmiddels bekende hoge rendement behaalt Dagnall door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of misschien kinesthetisch aangelegd? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tot slot beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele ontwikkelingen en thema’s die interessant zijn voor de cursist. De taaltrainers van Dagnall Talen zijn erg bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden gauw in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behalen wij het hoogste rendement bij onze taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk door zowel onze cursisten als onze taaltrainers als een zeer prettige methode wordt ervaren. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, op afstand dus. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Vlaardingen.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Vlaardingen
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, cursisten bij blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Vlaardingen op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en het vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Taleninstituut eveneens over een handige App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang op elk beschikbaar (mobiel) apparaat hebben. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Deelnemers kunnen dus een taal leren wanneer en waar het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen in onze App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook na afronding van de taaltraining in Vlaardingen beschikbaar. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall Taleninstituut voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met zakenpartners of klanten zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging. Mensen die diverse talen spreken, zijn derhalve vaak onmisbaar in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt over het algemeen beschouwd als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor individuele of groepstrainingen
Alleen het volgende is nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom: - Een laptop, tablet of pc/iMac met camera en microfoon - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall Taleninstituut kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten
De online alsook de blended taalcursussen van Dagnall worden door onze gekwalificeerde en toegewijde native (moedertaal) docenten gegeven
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze docenten zijn universitair of HBO geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – vlotte leervordering
Onze blended en online taalcursussen zijn betaalbare maatwerktrainingen en worden specifiek op uw wensen en behoeften afgestemd
De inhoud wordt aan het leerplan aangepast om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt de cursist om de taaldoelen op een zelfverzekerde en snelle manier te behalen
De online (of blended) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies worden de woordenschat en de structuur die in de voorbereiding en voortzetting van de les zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij het combineren van zelfstudie en videosessies is het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze taaldocenten geven naast de taalcursus eveneens tips voor verdere digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en structuur zorgen voor een goede wisselwerking tussen de trainer en de cursist en zijn van groot belang voor het succes van de taaltraining .
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Vlaardingen ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Vlaardingen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Voor aanvang van de cursus doen we een intake met de cursist, om een inzicht te krijgen van zijn taalniveau bij het begin. Dit doen wij aan de hand van het Europees Referentiekader (ERK). Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen aan het einde van de taalcursus bij ons taleninstituut in Vlaardingen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om niveaus van taalvaardigheid in te delen. Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa. Het Europees Referentiekader (ERK) wijst vijf vaardigheden met betrekking tot taal aan, zijnde: lezen, luisteren, spreken, schrijven en gesprekken voeren. De Engelstalige naam en afkorting wordt ook veel gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Voor die taalvaardigheden zijn in het ERK zes niveaus bepaald; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. De verschillende niveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A is van toepassing op beginners. Iemand die niveau B beheerst, bezit alle basisvaardigheid in de Franse taal. Taalniveau C geldt voor gevorderden die met groot gemak Frans verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is een indicatie dat mensen de taal heel goed kunnen gebruiken in diverse situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons instituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en de NRTO heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Vlaardingen, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk geborgd.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstituten in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook met diverse andere organisaties samen, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.Leden van het NRTO werken resultaat- en klantgericht en zijn in staat om zich snel aan te passen aan veranderende omstandigheden en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod van aan cursussen van bijvoorbeeld ons taleninstituut in Vlaardingen sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Hiervoor is continue innovatie onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse commissies, besturen en adviesraden vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die nodig zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan nodig en de persoonsgegevens dienen te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging. Vanzelfsprekend voldoet Taleninstituut Dagnall aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens heel beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Vlaardingen zijn vrijgesteld van btw
Dagnall staat in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen. Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Vlaardingen
Wilt u contact opnemen met ons instituut met ons taleninstituut in Vlaardingen? Vraag vrijblijvend naar onze mogelijkheden. U kunt een e-mail sturen naar taleninstituut-vlaardingen@dagnall.nl of direct bellen via 010-2004112 (geen menu).
Of ga naar het contactformulier. Vanzelfsprekend kunt u ook het gratis Dagnall informatiepakket aanvragen.
De juiste weg naar een taleninstituut in Vlaardingen!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw eigen locatie volgen of in Poortugaal, bijvoorbeeld bij Coachhuis Poortugaal aan de Hofhoek 9 in Poortugaal. Ons taleninstituut verzorgt ook taalcursussen in Vlaardingen bij bijvoorbeeld Ibis Hotel Rotterdam Vlaardingen aan de Westlandseweg 270, bij Buitenplaats Vlaardingen aan de Zuidbuurt 85, bij Delta Hotel aan de Maasboulevard 15, bij Hotel Campanile Rotterdam West-Vlaardingen aan de Kethelweg 220 en bij Van der Valk Hotel Schiedam aan de Hargalaan 6 in Schiedam.
Besprekingen houden, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Vlaardingen kan bijvoorbeeld bij Buitenplaats Vlaardingen aan de Zuidbuurt 85.
Archeologische vondsten in Vlaardingen laten zien dat er al sprake was van bewoning in de nieuwe steentijd, circa 3000 v.Chr. Van de late steentijd (2900-2600 v.Chr.) is een complete nederzetting aangetroffen, die de naam ‘Vlaardigencultuur’ kreeg. Het was ook bewoond gebied in de Romeinse tijd. Iets wat op een stad leek, is ontstaan rond 700 n.Chr. toen er sprake was van een kerk op de huidige Markt. Waarschijnlijk is Vlaardingen naar de kreek vernoemd
waarlangs de nederzetting is ontstaan; ‘de Vlaarding‘. Andersom is eveneens mogelijk. Vlaar (phlar) zou een verbastering zijn van het woord fledder. Dat betekent moerassig weiland. Het kan eveneens afkomen van vlaar, dat ook ‘moeras’ betekent. Het tweede deel; dinge betekent ‘braakliggend of nieuw ontgonnen land’. Vlaardingen betekent dus in taal van nu: ‘braakliggend land dat uit moerasgrond bestaat’.
Vlaardingen ligt in de Stadsregio Rotterdam en is onderdeel van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Plaatsen in de omgeving van de stad Vlaardingen zijn Maasland, Maassluis, Rotterdam, Schiedam en Schipluiden.
Vlaardingen ligt in de provincie Zuid-Holland. De gemeente Vlaardingen telt om en nabij 72.000 inwoners.
Woon je in Vlaardingen, dan heet je een ‘Vlaardinger’, in de volksmond ook wel haringkop. Bekende Vlaardingers zijn Daniëlle de Bruijn, Noortje Herlaar, Marjolein Keuning en Rik van de Westelaken.
Iets wat uit Vlaardingen komt, wordt ‘Vlaardings’ of ‘Vlaardinger’ genoemd, zoals de Vlaardinger schelvispekel. Vlaardingen kreeg stadsrechten in 1273.
Vlaardingen - internationaal & scholing
Partnerstad
De partnerstad van Vlaardingen is Moravská Třebová in Tsjechië.
Hoger onderwijs
In Vlaardingen bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Vlaardingen is bekend als haringstad maar denk je aan Vlaardingen dan denk je ook aan de Nieuwe Maas, de oude binnenstad, naoorlogse flatwijken en The Amazing Stroopwafels. Vlaardingen fungeert vooral als forenzenstad voor Rotterdam.
Vlaardingen - minder bekend
Minder mensen weten dat Vlaardingen tot ‘groenste stad van Europa’ werd gekroond in 2010 in de internationale groencompetitie Entente Florale.
Doordat Vlaardingen een vissersplaats was, heeft Vlaardingen lang een uniek dialect behouden. Tegenwoordig overheerst de Rotterdamse invloed. Het Vlaardings uit het Frans heeft overgenomen dat de ‘h’ aan het begin van een woord niet wordt uitgesproken. Typisch is ook dat de ge- bij voltooid deelwoorden ontbreekt: aanerocht in plaats van ‘aangeraakt’. Het lidwoord wordt vaak weggelaten: op Maas voor ‘op de Maas’.
Verkleinwoorden eindigen op -ie in plaats van op -je. De ‘ei/ij’ klinkt als ai en de ‘oo’ wordt lang uitgerekt en gaat naar ou (groout in plaats van ‘groot’). “Iets bij me hebben”: Baai maain. Ben blai dak je zien betekent “Ik ben blij dat ik je zie”. Een Vlaardings spreekwoord is: Je mot de toigies boige als ze nog jong binne. Oftewel: “Je moet de twijgjes buigen als ze nog jong zijn”. In gewoon Nederlands: Een goede gewoonte leert men het beste op jonge leeftijd aan.
“n Vlaardingen is het goed wonen, werken en recreëren”
Vlaardingen - zakelijk
De gemeente Vlaardingen
Het netnummer van Vlaardingen is 010. Het postcodegebied van Vlaardingen is 3130 - 3138. Het adres van het gemeentehuis van Vlaardingen is Markt 11, 3131 CR in Vlaardingen. De website van de gemeente Vlaardingen is Vlaardingen.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Vlaardingen is 010 2484000.
Zakendoen in Vlaardingen
Voor Vlaardingse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Rotterdam aan de Blaak 40, 3011 TA in Rotterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Vlaardingen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Vlaardingen is KVK-kantoor Rotterdam.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Vlaardingen vaak op bedrijventerrein Groot Vettenoord, Hoogstad, Koggehaven, Het Scheur, op bedrijventerrein De Vergulde Hand of aan de Buitenhaven, Vulcaanhaven, Koningin Wilhelminahaven (Nieuwe Haven) of de Zevenmanshaven. In Vlaardingen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Cimcool Industrial Products, D & D Audio (Densen, Devialet, SME etc.),
Deltahout, Flexty International Industrial Solutions, Hoogendijk Import Export, Houdijk Holland, J. de Jonge Flowsystems, Lithos Benelux, LV Shipping, Madern International, Minusco Benelux, Motexion, Muehlhan, Northrop Grumman Sperry Marine, Rijnmond Maintenance Services, Royal Steensma, Safe Lifting Europe, Tolsa Nederland, Trotec, Unilever Research and Development en Yara Nederland. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Vlaardingen een bezoek brengen aan Museum Vlaardingen of aan Streekmuseum Jan Anderson.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Vlaardingse voetbalclub VFC, DVO, VV Zwaluwen of Cion te zien spelen. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Vlaardingen kunt u terecht bij T.V. Holy of bij VLTC.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus bij ons taleninstituut in Vlaardingen of na een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning? Om een balletje te slaan of gezellig wat eten of drinken, kunt u bij Golfbaan Schinkelshoek in Vlaardingen terecht. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Zuidbuurt 79, 3132 KA in Vlaardingen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 010-460 21 39. De website van de golfbaan is www.golfbaanschinkelshoek.nl. Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij brasserie Schinkelshoek. Golfclub Broekpolder is nog een golfbaan in de buurt van Vlaardingen.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Vlaardingen die ook op Youtube staan. Klik direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding om het filmpje af te spelen. Onder de filmpjes zijn de locaties van Zuid-Holland en Vlaardingen op Google Maps te zien.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Promovideo Vlaardingen
Dronebeelden Vlaardingen
Google Maps Zuid-Holland
Google Maps Vlaardingen
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Vlaardingen