Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Zo krijgen bedrijven en organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers investeren, een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die precies dat levert: Effectieve taalcursussen van het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in, en in de buurt van Utrecht. Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak heeft zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Utrecht aan in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
“Catharijneborch” pand Catharijnesingel 56-57 3511 GE UTRECHT
Wij bieden onze taalcursussen op maat in Utrecht aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen talen leren op precies de manier die het beste bij hem of haar past. Naast de klassieke taalcursussen hebben organisaties vooral interesse in de werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgever. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die middels gecertificeerde taaltrainers met zeer goede recensies en beoordelingen de mogelijkheid biedt om in Utrecht talen te leren. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het beoogde resultaat.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Onze filosofie is om een vreemde taal te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Dagnall Taleninstituut zet daarom alles in het werk om te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert. Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Met onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Door dagelijks vijftien minuten te oefenen, brengen we u met grote stappen naar het gewenste taalniveau. Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Utrecht.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever de leerdoelen en wensen vast. U meldt de cursisten met hun contactgegevens aan. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarin op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau wordt bepaald, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat samen met uw offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
Na enkele lessen evalueert de taaldocent de inhoud en de voortgang van de taalcursus. Indien nodig, kan de doelstelling bijgesteld worden. Wij sturen u een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Het (individuele) contact met de cursisten wordt desgewenst door Dagnall verzorgd Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Deze moeten vóór de intakedatum worden teruggestuurd Wij verzorgen de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De indeling van de cursisten geschiedt per taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! Wij verzorgen de logistiek van lesmateriaal en cursusbenodigdheden Dagnall Taleninstituut berekent geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma wordt door Dagnall Talen bewaakt en gegarandeerd Dagnall Talen is flexibel alsook betrokken!
Taleninstituut Dagnall Talen bestaat sinds 1982 en verzorgt sindsdien maatwerk taalonderwijs voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Venlo en gemeenten in de buurt van Utrecht. De kundige trainers van Dagnall hebben veel ervaring op taalgebiedtraining aan het bedrijfsleven en (overheids)organisaties in de de provincie Utrecht.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte methode van werken, biedt taleninstituut Dagnall Talen u betaalbare en effectieve taalcursussen in Utrecht. Taleninstituut Dagnall Talen zorgt voor het beste rendement; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Utrecht
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak van groot belang! Een cursus toegespitst op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer is ondertussen bij veel organisaties gemeengoed. Mensen met beperkte of zonder kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en willen beter en/of sneller kunnen communiceren.
Zij willen de instructies op de werkvloer goed kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze medewerkers willen bij voorkeur hun werk kunnen uitvoeren met meer zelfvertrouwen en natuurlijk graag hun ambities op het werkterrein realiseren. Een investering in personeel en in de ontwikkeling van het bedrijf is derhalve nodig.
Ons instituut biedt betaalbare maatwerk taalcursussen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Dagnall Taleninstituut leert en helpt deelnemers hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen in hun functie. Dagnall stemt de taallessen af op de behoefte van de opdrachtgever alsook op het niveau van de deelnemer(s). Buiten de lessen om, krijgen de cursisten regelmatig praktijkopdrachten gedurende de cursus, als ondersteuning van de continuïteit van het leerproces en de effectiviteit van de training verbeteren.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut let ook op de wat onderbelichte kant van veel taaltrainingen: de cursist staat al vaak alleen in zijn inspanningen om de taal onder de knie te krijgen, om de cultuur en gewoontes van het betreffende land en het bedrijf te doorgronden en om zijn of haar omgeving via taal te vergroten. Hiervoor is inzet en motivatie vereist. Daarnaast heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten per week met de trainer. Dit is niet in elke situatie genoeg.
Onderscheidend
Ons instituut is onderscheidend door de aandacht te richten op uitbreiden van het draagvlak voor de taalcursus op de werkvloer. Ons taleninstituut moedigt collega’s en leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie aan om voor een continu proces van taalverwerving te zorgen, door direct vanaf de start zoveel mogelijk met de cursisten te communiceren in de doeltaal. Door het uitdragen van het belang van taal op de werkvloer wordt de waarde van een goede talenkennis gezamenlijk ervaren en de deelnemers voelen zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Utrecht
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining legt niet alleen de nadruk op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals betere schrijf- of spreekvaardigheid. Een goede taaltraining is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taaltraining (bij een taleninstituut in Utrecht) die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige trainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen toepassen. Dat werkt wel zo fijn en dit zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement realiseert Dagnall Talen met een mix van deze bewezen leermethode gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 deelnemers, zogenaamde duocursussen (met 2 deelnemers), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een de Dagnall App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie. De taaltrainers van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en de taaltrainers spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Utrecht. Deze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkmethode is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursisten zelf past.
Effectief een vreemde taal leren in Utrecht bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven. Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt Dagnall Taleninstituut gebruik van moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Utrecht gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Utrecht
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Utrecht en omgeving. Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles. De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut staan al decennia bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. De individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie. De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren. De groep houden we zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te maximaliseren en de lerenden maximaal te ondersteunen. Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement omdat in vrij korte tijd veel informatie opgenomen wordt. Er wordt sneller vooruitgang gemaakt omdat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Een ander belangrijk voordeel van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer. Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal. Daarnaast is een individuele cursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door discussies en rollenspellen. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; van elkaars foutjes leren en communiceren in de doeltaal met de groep. De cursisten kunnen deze afwisseling als leuker ervaren. Doordat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt . Ook is een groepscursus wat minder intensief (minder zwaar) voor de cursist dan een individuele taalcursus.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele cursussen alleen met de docent worden gedaan en gevoerd. De geleerde taalkennis kan niet in groepsverband geoefend worden doordat er geen interactie met andere cursisten is. Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van de fouten van andere cursisten. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de cursisten.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten iets eerder afgeleid zijn. Hierdoor ligt het rendement iets lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen). Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden. Een bijkomstig minpunt van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van de individuele cursist.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut biedt cursussen voor beginners, halfgevorderden en gevorderden. Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden daarom onze taalcursussen ook incompany of online aan. Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een
spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining volgen. vanzelfsprekend is een combinatie van deze trainingen ook mogelijk. Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalbeheersing betekent kennen maar vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Door de aandacht te vestigen op het verschil tussen kennen en kunnen, is de deelnemer in staat na voltooiing van de taaltraining in Utrecht de verworven kennis snel en actief toe te passen.
Al gauw begrijpt u opeens wat die anderstalige collega steeds tegen u zegt. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en in Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Hierdoor werd de audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er bezwaren tegen deze inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid, waar de meeste docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginners effectief. Een juiste uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Ook bij grote(re) groepen kan de methode worden gebruikt.
Tegelijkertijd is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen inbreng wordt niet van de studenten verwacht. Hierdoor ligt het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd herhaald worden. Deze woorden of zinnen op de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het is niet het idee om al deze woorden uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door de blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de zinnen of woorden spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer de kennis van betekenis en relevant is voor de lerende. Deze methode kan goed functioneren voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList Method kan goed functioneren voor studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een minpunt is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. Deze methode is bovendien nogal tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. Op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken, probeert de methode de vreemde taal aan te leren. Zo leert de student onbewust ook de taalregels van de vreemde taal van de te leren taal. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student in de te leren taal wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. De leeractiviteiten die in de vreemde taal worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft de geleerde stof langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel lerenden vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan de verwerving van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. Deze combinaties worden in reële situaties met behulp van visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen aan de studenten gepresenteerd. Bij de leermethode worden de structuren die het meest gebruikt worden, eerst geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op grote schaal om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de lerenden de taal op een nauwkeurige wijze leren, is de sterke kant van de Structural Approach. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren eveneens in welke situatie woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook keerzijden. Deze manier van werken is tamelijk tijdrovend en levert niet direct een succeservaring op. De eigen inbreng van de student is beperkt; het is niet erg creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen.
De studenten leren middels CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent alsook met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en trainers dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten echt trainers, die studenten leren om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa ontstond een grotere behoefte aan het leren van vreemde talen door middel van een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de studenten is dit stimulerend doordat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de docent en van studentent vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van leren moeilijk of ongebruikelijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was volledig op het vertalen en de grammatica gericht. Deze aanpak werd destijds beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij lerenden inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Alhoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het leren in een groep biedt de leermethode geen mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de lerenden. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) over de hele wereld gebruikt, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, vanaf het begin door de nieuwe taal wordt omgeven. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is te reizen naar het land van de te leren taal en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een uitstekende methode om vreemde talen te leren. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, omdat de leermethode vrij intensief is. Het is ‘sink or swim’, de studenten moeten echt gaan communiceren in de doeltaal omdat zij erdoor worden omgeven. De lerenden zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. Studenten ervaren dat als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan. Een andere keerzijde kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er tussen de trainer en de studenten een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerende zich veilig en ontspannen voelt. Om dit te bereiken, waren lesloken met rijopstellingen ongepast. Lerenden zaten tijdens de les in comfortabele stoelen die waren geplaatst in een halve cirkel en er werd ook altijd muziek in de klas gedraaid. De leermethode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. De studenten werden zo verleid om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de les werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen zoals het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende minder hinder zal van frustratie of faalangst hebben. Voor een nieuwkomer kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de studenten gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methode. Voor sommigen is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of CLL genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de trainer als een counselor optreedt die de zinnen van studenten kenschetst. De studenten starten een gesprek. Zijn de lerenden de te leren taal nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De docent legt uit en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken worden opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken. Er wordt geen leerboek gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt sterk af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Community Language Learning is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren om te werken als team. Het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en ook geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de student om de taal zelf te ontdekken.
De rol van de docent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia de lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de wijze waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft moeite om de patronen van de taal zelf te leren herkennen en deze studenten hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen. De studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Studenten gaan vanzelf snel in de nieuwe taal denken doordat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was enige tijd een succes, ondanks de vrij ongebruikelijke aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De mondelinge vaardigheden van de lerende worden sterk ontwikkeld door de Series method van Gouin worden en het zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme op van de lerenden. Een vreemde taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De methode maakt lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden van de lerenden vrij intensief.
De keerzijde van de leermethode is dat taal die wat meer subjectief of abstract is, moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die immers een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze leermethodiek is dat het verwerven van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van e-mails, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken moeten iets boven het taalniveau van de student liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (hoofdzakelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gebruiken. Zolang de opdracht goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als motiverend en plezierig.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet heel precies leren, kan als keerzijde worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Samen behelzen deze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van de taal leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op het communiceren tussen de lerenden en de taaltrainer. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor docenten. Dat de studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces, kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de lessen zo niet. Dat garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk onderwerp kan in Dogme-lessen worden besproken. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen studenten zich daartegenover iets minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke docent flexibel genoeg voor deze manier van lesgeven. Een ander nadeel kan vormen dat de studenten zich vaak op een specifiek examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de leerstof hiervoor wordt behandeld tijdens de taallessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal. De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in deze fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode zogenaamde van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook de taal die vereist is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de tekst in de vreemde taal ook begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen wordt geoefend tot het heel soepel gaat en de lerenden simultaan met de opname kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben gezegd. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Omdat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende grond waardoor het werken aan de doeltaal veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de vreemde taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van Shadowing is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, de spreekvaardigheid volgt pas daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht achtergrond of leeftijd en deze leermethodiek kan ook in wat grotere klassen worden toegepast. De nieuwe taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethode (als aanvulling) nodig is. Daarnaast is de leermethodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de lerenden hieruit worden afgeleid. Er waren meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak. Het werd aangemoedigd de studenten veel te laten praten. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de les in de doeltaal gegeven werd. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De vocabulaire van de vreemde taal werd aangeleerd door middel van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste grote pluspunt. Luisteren en spreken komen uitgebreid aan bod, waardoor lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. De leermethode heeft eveneens keerzijden. Er is bij deze methode veel minder aandacht voor schrijfvaardigheid en relatief ook minder voor lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor meer gevorderde studenten onvoldoende uitdaging. De Directe Methode is tevens niet heel geschikt voor langzaam een lerende student, omdat de leermethode van een dynamische inzet vanuit de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een taaldocent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. Deze herhaling helpt de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen deze woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en aangepast, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De docent gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De leermethodiek maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel de Stille Methode in zijn originele versie niet veel meer wordt gebruikt, zijn de ideeën van Caleb Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering voor de lerende niet-bedreigend is, die immers gezien wordt als autonoom, is de sterke kant van de methodiek van Caleb Gattegno. De trainer is bij deze methode in feite aan de student dienstbaar en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Het geleerde wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De studenten ‘mogen’ foutjes maken, wat helpt bij het leren.
Dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt, kan een nadeel zijn. De studenten kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van inbreng van de trainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De taaltrainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat deze verhalen van de trainer vrij gemakkelijk zijn te begrijpen, zijn de lerenden ontspannen. Woorden en structuren worden zo ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De docent wijst de student op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De trainer schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij, om vervolgens hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor de lerende en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een keerzijde.
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte is ontdekt met een tweetalige tekst, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van deze methode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de taalcursussen zijn vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de gebruiker om zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met die van native speakers (moedertaalsprekers) te vergelijken. Door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen, kan uitspraakverbetering worden behaald.
Voor de schrijfvaardigheid zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en wijst op eventuele fouten met de mogelijkheid om deze fouten van de lerende te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten gebruikt, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is heel makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methode. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een minpunt kan zijn dat er geen docent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door studenten worden nagesproken en herhaald. De zinnen zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren in de doeltaal bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet apart uit maar biedt de grammaticale structuur aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder andere in de Verenigde Staten worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode heel goed doordat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier in een normaal tempo spreken.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De gebruikers leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd geleerd worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt met reeds bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal gewezen, als deze er zijn. De Michel Thomas-methode geeft eveneens grammaticale uitleg. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de makkelijke stof door de lerende begrepen en geleerd is. Behalve woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen aangeleerd zodat de lerende zelf zinnen kan construeren. De methode maakt ook gebruik van flashcards zodat lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de cursus prettig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal. De gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode is heel toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte wijze. Dat deze cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een keerzijde van de methode. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de lerenden ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, samen met de uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van de te leren taal te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de gebruiker dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn relatief betaalbaar en het aanbod aan verschillende talen is ruim.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de methode van Assimil is dat de cursist op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de cursisten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent om studenten te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en in Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Hierdoor werd de audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er bezwaren tegen deze inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid, waar de meeste docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginners effectief. Een juiste uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Ook bij grote(re) groepen kan de methode worden gebruikt.
Tegelijkertijd is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen inbreng wordt niet van de studenten verwacht. Hierdoor ligt het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd herhaald worden. Deze woorden of zinnen op de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het is niet het idee om al deze woorden uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door de blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de zinnen of woorden spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer de kennis van betekenis en relevant is voor de lerende. Deze methode kan goed functioneren voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList Method kan goed functioneren voor studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een minpunt is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. Deze methode is bovendien nogal tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. Op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken, probeert de methode de vreemde taal aan te leren. Zo leert de student onbewust ook de taalregels van de vreemde taal van de te leren taal. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student in de te leren taal wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. De leeractiviteiten die in de vreemde taal worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft de geleerde stof langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel lerenden vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan de verwerving van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. Deze combinaties worden in reële situaties met behulp van visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen aan de studenten gepresenteerd. Bij de leermethode worden de structuren die het meest gebruikt worden, eerst geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op grote schaal om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de lerenden de taal op een nauwkeurige wijze leren, is de sterke kant van de Structural Approach. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren eveneens in welke situatie woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook keerzijden. Deze manier van werken is tamelijk tijdrovend en levert niet direct een succeservaring op. De eigen inbreng van de student is beperkt; het is niet erg creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen.
De studenten leren middels CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent alsook met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en trainers dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten echt trainers, die studenten leren om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa ontstond een grotere behoefte aan het leren van vreemde talen door middel van een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de studenten is dit stimulerend doordat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de docent en van studentent vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van leren moeilijk of ongebruikelijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was volledig op het vertalen en de grammatica gericht. Deze aanpak werd destijds beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij lerenden inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Alhoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het leren in een groep biedt de leermethode geen mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de lerenden. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) over de hele wereld gebruikt, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, vanaf het begin door de nieuwe taal wordt omgeven. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is te reizen naar het land van de te leren taal en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een uitstekende methode om vreemde talen te leren. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, omdat de leermethode vrij intensief is. Het is ‘sink or swim’, de studenten moeten echt gaan communiceren in de doeltaal omdat zij erdoor worden omgeven. De lerenden zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. Studenten ervaren dat als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan. Een andere keerzijde kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er tussen de trainer en de studenten een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerende zich veilig en ontspannen voelt. Om dit te bereiken, waren lesloken met rijopstellingen ongepast. Lerenden zaten tijdens de les in comfortabele stoelen die waren geplaatst in een halve cirkel en er werd ook altijd muziek in de klas gedraaid. De leermethode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. De studenten werden zo verleid om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de les werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen zoals het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende minder hinder zal van frustratie of faalangst hebben. Voor een nieuwkomer kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de studenten gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methode. Voor sommigen is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of CLL genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de trainer als een counselor optreedt die de zinnen van studenten kenschetst. De studenten starten een gesprek. Zijn de lerenden de te leren taal nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De docent legt uit en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken worden opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken. Er wordt geen leerboek gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt sterk af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Community Language Learning is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren om te werken als team. Het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en ook geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de student om de taal zelf te ontdekken.
De rol van de docent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia de lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de wijze waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft moeite om de patronen van de taal zelf te leren herkennen en deze studenten hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen. De studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Studenten gaan vanzelf snel in de nieuwe taal denken doordat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was enige tijd een succes, ondanks de vrij ongebruikelijke aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De mondelinge vaardigheden van de lerende worden sterk ontwikkeld door de Series method van Gouin worden en het zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme op van de lerenden. Een vreemde taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De methode maakt lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden van de lerenden vrij intensief.
De keerzijde van de leermethode is dat taal die wat meer subjectief of abstract is, moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die immers een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze leermethodiek is dat het verwerven van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van e-mails, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken moeten iets boven het taalniveau van de student liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (hoofdzakelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gebruiken. Zolang de opdracht goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als motiverend en plezierig.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet heel precies leren, kan als keerzijde worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Samen behelzen deze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van de taal leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op het communiceren tussen de lerenden en de taaltrainer. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor docenten. Dat de studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces, kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de lessen zo niet. Dat garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk onderwerp kan in Dogme-lessen worden besproken. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen studenten zich daartegenover iets minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke docent flexibel genoeg voor deze manier van lesgeven. Een ander nadeel kan vormen dat de studenten zich vaak op een specifiek examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de leerstof hiervoor wordt behandeld tijdens de taallessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal. De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in deze fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode zogenaamde van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook de taal die vereist is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de tekst in de vreemde taal ook begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen wordt geoefend tot het heel soepel gaat en de lerenden simultaan met de opname kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben gezegd. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Omdat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende grond waardoor het werken aan de doeltaal veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de vreemde taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van Shadowing is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, de spreekvaardigheid volgt pas daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht achtergrond of leeftijd en deze leermethodiek kan ook in wat grotere klassen worden toegepast. De nieuwe taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethode (als aanvulling) nodig is. Daarnaast is de leermethodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de lerenden hieruit worden afgeleid. Er waren meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak. Het werd aangemoedigd de studenten veel te laten praten. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de les in de doeltaal gegeven werd. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De vocabulaire van de vreemde taal werd aangeleerd door middel van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste grote pluspunt. Luisteren en spreken komen uitgebreid aan bod, waardoor lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. De leermethode heeft eveneens keerzijden. Er is bij deze methode veel minder aandacht voor schrijfvaardigheid en relatief ook minder voor lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor meer gevorderde studenten onvoldoende uitdaging. De Directe Methode is tevens niet heel geschikt voor langzaam een lerende student, omdat de leermethode van een dynamische inzet vanuit de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een taaldocent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. Deze herhaling helpt de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen deze woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en aangepast, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De docent gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De leermethodiek maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel de Stille Methode in zijn originele versie niet veel meer wordt gebruikt, zijn de ideeën van Caleb Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering voor de lerende niet-bedreigend is, die immers gezien wordt als autonoom, is de sterke kant van de methodiek van Caleb Gattegno. De trainer is bij deze methode in feite aan de student dienstbaar en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Het geleerde wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De studenten ‘mogen’ foutjes maken, wat helpt bij het leren.
Dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt, kan een nadeel zijn. De studenten kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van inbreng van de trainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De taaltrainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat deze verhalen van de trainer vrij gemakkelijk zijn te begrijpen, zijn de lerenden ontspannen. Woorden en structuren worden zo ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De docent wijst de student op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De trainer schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij, om vervolgens hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor de lerende en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een keerzijde.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte is ontdekt met een tweetalige tekst, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van deze methode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de taalcursussen zijn vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de gebruiker om zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met die van native speakers (moedertaalsprekers) te vergelijken. Door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen, kan uitspraakverbetering worden behaald.
Voor de schrijfvaardigheid zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en wijst op eventuele fouten met de mogelijkheid om deze fouten van de lerende te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten gebruikt, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is heel makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methode. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een minpunt kan zijn dat er geen docent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door studenten worden nagesproken en herhaald. De zinnen zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren in de doeltaal bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet apart uit maar biedt de grammaticale structuur aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder andere in de Verenigde Staten worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode heel goed doordat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier in een normaal tempo spreken.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De gebruikers leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd geleerd worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt met reeds bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal gewezen, als deze er zijn. De Michel Thomas-methode geeft eveneens grammaticale uitleg. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de makkelijke stof door de lerende begrepen en geleerd is. Behalve woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen aangeleerd zodat de lerende zelf zinnen kan construeren. De methode maakt ook gebruik van flashcards zodat lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de cursus prettig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal. De gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode is heel toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte wijze. Dat deze cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een keerzijde van de methode. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de lerenden ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, samen met de uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van de te leren taal te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de gebruiker dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn relatief betaalbaar en het aanbod aan verschillende talen is ruim.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de methode van Assimil is dat de cursist op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de cursisten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent om studenten te motiveren of te begeleiden.
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Babbel en Mondly.
Er bestaat echter een betere methode om vreemde talen te leren om een vreemde taal te leren: De Dagnall Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral door de focus van Dagnall altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app worden geladen met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Tot slot beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele thema’s en ontwikkelingen die interessant zijn voor de cursist. Onze taaldocenten zijn zeer bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behalen wij het hoogste rendement bij onze taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk geworden van Dagnall Talen, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een vorm van taaltraining waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Utrecht.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Utrecht
Blended learning heeft als voordeel vergeleken met het online leren dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Utrecht op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject en het biedt gevarieerde en interactieve content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Taleninstituut biedt naast het online leerplatform eveneens een eigen App voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat lerenden altijd en overal, dus 24/7, toegang op elk (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus een taal leren wanneer en waar het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen en juridische termen integreren in de App. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de App blijft na afloop van de training in Utrecht beschikbaar. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall Taleninstituut voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taal veelal een uitdaging. Diegenen die meerdere talen beheersen, zijn derhalve cruciaal in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen beschikbaar. Een onlinecursus of blended taalcursus is even effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; thuis, op kantoor, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor technische en zakelijke taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar voorkeur. Zoom wordt over het algemeen ervaren als het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining
Alleen het volgende is nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom: - Een laptop, tablet of pc met een camera en een microfoon - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall Talen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
Onze online alsook de blended (taal)cursussen worden door toegewijde en gekwalificeerde moedertaal (native) taaltrainers gegeven
Onze docenten hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze trainers zijn HBO dan wel universitair opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – vlotte leervorderingen
Onze blended en online taalcursussen zijn maatwerktrainingen die specifiek op uw wensen en behoeften worden afgestemd
De inhoud van de taalcursussen wordt aan het leerplan aangepast om structuur te geven aan het leerproces
Een duidelijke structuur helpt uw taaldoelen op een zelfverzekerde en vlotte manier te behalen
De online (of blended) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuur die u in de voorbereiding en voortzetting van de les hebt geleerd, actief toe
Dankzij de combinatie van videosessies en zelfstudie is het bereikte resultaat van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze trainers geven naast de taalcursus eveneens tips voor nog meer mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaldocent en zijn van groot belang voor het succes van een taaltraining .
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Utrecht ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Utrecht ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Bij het beschrijven van het begin- en eindniveau van de cursist, baseren wij ons op de taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK). De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
U ontvangt aan het einde van de cursus bij ons taleninstituut in Utrecht het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese maatstaf die voor de talen in Europa is ontworpen. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige naam en afkorting wordt ook veel gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. Deze verschillende niveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A is van toepassing op beginners. Mensen die taalniveau B beheersen, beschikken over alle basisvaardigheid in de Franse taal. Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Mensen die een vreemde taal beheersen op niveau C, kennen deze taal op bijna moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. De hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers alsook proeflezers.
Onze ISO 17100:2015 certificering bewijst dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) werken die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd ten minste twee keer proefgelezen door twee specialisten. Onze vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Dagnall Talen wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Ons instituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit. ‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Utrecht, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
De gedragscode van de NRTO is op vijf beginselen gebaseerd: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van Nederlandse private opleidingsinstellingen. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de Stichting van de Arbeid en de media en de SER.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook met verschillende andere organisaties samen, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. De leden van de NRTO zijn allemaal ondernemers.NRTO-leden werken klant- en resultaatgericht en zijn in staat om om snel op veranderende omstandigheden in te spelen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod van aan cursussen van bijvoorbeeld ons taleninstituut in Utrecht sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Continue vernieuwing is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse adviesraden, commissies en besturen vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel noodzakelijk zijn, verwerkt en bewaard mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan nodig en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging en verlies beschermd te worden. Dagnall voldoet natuurlijk aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht in zeer beperkte mate. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Utrecht zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit betekent dat ons taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut een lagere prijs berekenen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Utrecht
Wilt u contact opnemen met Dagnall Taleninstituut in Utrecht? Bent u nieuwsgierig geworden naar de werkwijze? U kunt ons e-mailen via taleninstituut-utrecht@dagnall.nl of ons bellen op 030-8201030 (geen belmenu) voor meer informatie.
Of ga naar ons contactformulier. Uiteraard kunt u ook het Dagnall informatiepakket aanvragen. Dit is geheel gratis.
Het beste traject naar een taleninstituut in Utrecht!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw eigen locatie volgen of in Utrecht, bijvoorbeeld in het pand Catharijneborch Catharijnesingel 56-57 in Utrecht aan de bij Coachhuis Nieuwegracht aan de Nieuwegracht 29 in Utrecht aan de bij Coachhuis Maliebaan aan de Maliebaan 45 in Utrecht aan de bij Coachhuis Oorsprongpark aan de Oorsprongpark 7 in Utrecht of in het gebouw van Color Business Center Secoya aan de Papendorpseweg 99 in Utrecht. Dagnall Taleninstituut kan eveneens taalcursussen in Utrecht verzorgen bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Utrecht aan de Winthontlaan 4, bij Hotel NH Utrecht aan het Jaarbeursplein 24, bij Apollo Hotel Utrecht City Centre aan Vredenburg 14, bij Hotel ibis Utrecht aan de Bizetlaan 1 en bij Postillion Hotel Utrecht-Bunnik aan de Baan van Fectio 1 in Bunnik.
Vergaderen in Utrecht kan bijvoorbeeld bij de Jaarbeurs, bij DeFabrique, bij De Werkspoorkathedraal, bij Central Studios Utrecht, bij het Beatrix Theater, bij CitySense, bij Mereveld, bij Stadskasteel Oudaen en bij TivoliVredenburg.
In de streek waar nu Utrecht ligt, was al sprake van bewoning in de prehistorie, is uit opgravingen gebleken. In de Romeinse tijd was het een belangrijke plek. Rond het jaar 50 n.Chr. bouwden de Romeinen er een ‘castellum’; een fort. In de eeuwen erna bleef de stad bewoond met het Romeinse fort als centrum. Traiectum was de naam van zowel het fort als de stad.
De naam van de stad Utrecht is afgeleid van het Latijnse traiectum. Dit betekent ‘plaats waar de rivier over te steken is’ en verbasterde tot trecht. Later, na het jaar 870, gebruikte men de naam Ultraiectum om verwarring te vermijden met een ander trecht, namelijk ‘Maastricht’.
Utrecht grenst aan de streek Lopikerwaard en het gebied Utrechtse Heuvelrug. Plaatsen in de omgeving van de stad Utrecht zijn De Bilt, Bilthoven, Breukelen, Bunnik, Doorn, Driebergen, Hagestein, Harmelen, Houten, IJsselstein, Linschoten, Loosdrecht, Lopik, Maarssen, Montfoort, Nieuwegein, Vianen, Woerden en Zeist.
Utrecht ligt in de provincie Utrecht. De gemeente Utrecht telt om en nabij 352.000 inwoners.
Een inwoner van de stad Utrecht heet een ‘’Utrechtenaar’ of een ‘Utrechter’, in de volksmond ook wel T-dief of T-slikker. Er zijn natuurlijk veel bekende Utrechters. Het is een hele lijst, maar we noemen er toch even een aantal op: Marco van Basten, Mireille Bekooij, Alida Bosshardt, Claudia de Breij, Martin Bril, Dolf Brouwers, Dick Bruna, Piet Doedens, Gerard Ekdom, Paul Fentener van Vlissingen, Martijn Fischer, Philip Freriks, Anton Geesink, Rijk de Gooyer, Gerard van Honthorst, Hans Karsenbarg, Saar Koningsberger, Anton Koolhaas, Hans Kraay jr., Pepijn Lanen, Fedde Le Grand, Robert
Long, Willem-Alexander der Nederlanden, Nikkie Plessen, Gerrit Rietveld, Tineke Schouten, Wesley Sneijder, Wim Sonneveld, Jochem Uytdehaage, Babette van Veen, Tineke Verburg en Henk Westbroek. Iets wat bij Utrecht hoort, heet ‘Utrechts’ of ‘Utrechter’, zoals het Utrechts Archief. Utrecht kreeg stadsrechten in 1122.
Utrecht - internationaal & scholing
Provinciehoofdstad, kernen & stedenband
Utrecht is de provinciehoofdstad van de gelijknamige provincie. Utrecht is de op drie na grootste stad van Nederland. In het verleden had Utrecht een stedenband met Léon in Nicaragua.
Kernen
Onder de gemeente Utrecht vallen eveneens De Meern, Haarzuilens en Vleuten.
Hoger onderwijs
Utrecht is een echte studentenstad met de Universiteit Utrecht (UU), opgericht in 1636, de Universiteit voor Humanistiek (UvH), opgericht in 1989 alsook de aan de Tilburg University gelieerde TIAS School for Business and Society. Er zijn eveneens diverse hogescholen in Utrecht, zoals Capabel, Fontys, Hogeschool Utrecht, ITV Hogeschool voor Tolken en Vertalen, Luzac, de Marnix Academie, Saxion, Schoevers, Hogeschool Tio en Windesheim.
Utrecht is bekend van de Dom, de Jaarbeurs, studentenstad, uitgaansleven, de Oude Gracht, hofjes en het Spoorwegmuseum. De stad Utrecht fungeert als grootste spoorlijnknooppunt van Nederland en eveneens als belangrijk knooppunt van wegen.
Utrecht - minder bekend
Niet iedereen weet dat er aardig wat Nederlandse speelfilms (gedeeltelijk) zijn opgenomen in Utrecht. Dit is het geval voor onder andere Amsterdamned, Zwartboek, Phileine zegt sorry en Minoes.
Het Uterechs wordt nog veel gesproken. Kenmerkend zijn de uitgetrokken, lijzige ‘aa’s’: ‘mààn in plaats van ‘man’ en de ao voor ‘aa’. Het Uterechts heeft ook een ‘zachte g’. Typisch is ook de extra -t: ik goat. Verkleinwoorden eindigen op -ie in plaats van op -je.
Een ougie is een ‘oudje’. Een áchtelíjke gládióól is iemand met wie je het niet eens bent of ‘een dwaas’. Tis net het Uterechs Nieuwsblad wordt gezegd van iemand die veel kletst.
Utrecht - “UtrECHT”
Utrecht - zakelijk
De gemeente Utrecht
Het netnummer van Utrecht is 030. Het postcodegebied van Utrecht is 3500 - 3585. Het adres van het gemeentehuis van Utrecht is Stadsplateau 1, 3521 AZ in Utrecht. De website van de gemeente Utrecht is Utrecht.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Utrecht is 14 030.
Zakendoen in Utrecht
Voor Utrechtse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Utrecht aan de St. Jacobsstraat 300, 3511 BT in Utrecht. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Utrecht is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Utrecht is KVK-kantoor Utrecht.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Utrecht vaak op bedrijventerrein in het Demkade Business Centre, op bedrijventerrein Haarrijn, op industrieterrein Hooggelegen, op Kanaleneiland, op bedrijventerrein Lage Weide, Nieuw Overvecht, Oudenrijn, Papendorp, Nieuwerijn, op Utrecht Science Park, op bedrijventerrein Werkspoorkwartier en op bedrijventerrein De Wetering Noord en Zuid.
In Utrecht bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties, een aantal daarvan mag Dagnall klant noemen.