Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Organisaties en bedrijven die investeren in de taalopleiding van de werknemers, hebben daarom een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Tilburg.
Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken hebben een eigen taal en gebruiken eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Tilburg aan in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Tilburg aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen talen leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast de klassieke taaltaaltrainingen hebben organisaties vooral interesse in werkgerelateerde taaltrainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van opdrachtgevers. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Tilburg. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en vlot het door u beoogde resultaat.
De filosofie van Dagnall is om vreemde talen te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij zetten daarom alles in het werk om te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Door onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen cursisten met grote stappen naar het beoogde niveau door dagelijks 15 minuten te oefenen.
Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Tilburg.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taaltraining is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is tevens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Vlissingen) die het beste bij hem of haar past.
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het inmiddels bekende hoge rendement realiseert Dagnall met een combinatie van deze bewezen leermethode gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Taleninstituut terecht voor cursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (2 cursisten), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De taaldocenten van ons instituut gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer prettige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Tilburg. Deze, door de jaren steeds verder ontwikkelde manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar eveneens aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus uit handen kunt geven.
Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Dagnall Taleninstituut maakt voor de individuele-,
duocursussen en groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Tilburg worden gegeven.
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Tilburg en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De leergroep wordt zo klein mogelijk gehouden de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus doordat in korte tijd veel informatie opgenomen wordt.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is eveneens taalcursus goed af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Met name de interactie met de andere deelnemers is het belangrijkste pluspunt van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; met elkaar in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen fouten. Deze afwisseling kunnen de cursisten leuker vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn voor deelnemers groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele cursussen.
Bij individuele taalcursussen kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de trainer.
Doordat er geen interactie is met andere deelnemers, kan de geleerde kennis niet in de groep geoefend worden.
Ook is het niet mogelijk om van de foutjes van een andere cursist te leren omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursisten ook behoorlijk intensief (zwaarder).
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten wat sneller worden afgeleid. Het rendement ligt hierdoor wat lager. Door de groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit gedeeltelijk worden ondervangen.
Groepscursussen kunnen ook minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Een ander nadeel van groepscursussen is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele cursisten.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor stond de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en de grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel zonder fouten leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaldocent kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammatica, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor mensen die een taal beginnen te leren. Direct van het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis. Ook bij grotere groepen kan de methode worden gebruikt.
Tegelijkertijd heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik zijn om te zetten.
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De woorden of zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Het idee is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat vanzelf door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die aangeleerd zijn, verdwijnen van de woordenlijst. Die woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. In het algemeen wordt kennis onthouden wanneer deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende, kan de GoldList-methode goed werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode functioneren. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal te leren. De taalregels van de te leren taal leert men eveneens onbewust op die manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in de vreemde taal. Om te zorgen dat de lerende van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling erg effectief is, is vaak bewezen. De methode is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers, doordat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op het impliciet leren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een specifiek examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 ontwikkeld door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De Structurele Aanpak staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Het draait om het kunnen herkennen en toepassen van vaste woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties worden in herkenbare situaties middels dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen aan de studenten aangeboden. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak toegepast op vrij grote schaal voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat wordt geleerdden de taal op een accurate manier wordt geleerd. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situaties bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn voor die situaties. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structural Approach kleven ook nadelen. De methodiek is tamelijk tijdrovend en levert niet direct ervaringen van succes op. De eigen input van lerenden is beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van talen legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal.
De met leren de te leren taal in praktijk te brengen met behulp van de CLT-technieken door de interactie met de docent en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten echt trainers, die studenten leren in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. Binnen een verenigd Europa ontstond meer behoefte om een taal te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerenden is deze methode stimulerend, omdat zij vlug succes ervaren. Foutjes mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat daarbij om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De minpunten zijn echter talrijker dan de pluspunten. Het belangrijkste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband geeft deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij lerenden. De student is alleen toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. De student wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar het land van de vreemde taal gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode nogal intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de te leren taal gaan communiceren. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat. Een andere keerzijde van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de studenten essentieel. Dat de student zich veilig en ontspannen voelt, is de voorwaarde hiervoor. Leslokalen met rijopstellingen waren ongeschikt om dit te kunnen bereiken. Studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en er was altijd achtergrondmuziek in de klas. De methode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica en lijsten met woorden bij de teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor de cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de leermethodiek worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de zijde van de docent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaltrainer optreedt als counselor die de zinnen van de studenten omschrijft. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn. De taaldocent legt uit en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen lesboek gevolgd; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is CLL niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als een team te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Het kan een nadeel zijn dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en er worden geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Een aantal lerenden wordt geremd in hun spreken wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel mogelijkheid voor de lerende om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de taak van de docent om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de te leren taal leren denken.
Populariteit
Gouin’s ideeën over taalonderwijs waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de vrij ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. Deze leermethode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheid goed ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
Gouin’s leermethode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Lerenden worden nieuwsgierig, dit is een goede leermethode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt goed gestimuleerd.
Het nadeel van de seriemethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, lastig met bewegingen en expressies in één concrete ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen de lerenden over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van een e-mail, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen iets boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (voornamelijk lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke manier in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als prettig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers confirmeren zich voor het maken van films aan tien strenge regels (dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doeleinde van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaltrainer is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan heel motiverend werken dat de lerenden verantwoordelijk voor het eigen leerproces zijn. Zo zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens Dogme-lessen is zo goed als elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt dat de lerenden betrokken en alert blijven.
Als ze zo weinig door de taaldocent begeleid worden, kunnen studenten zich daartegenover wat ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle docenten in voldoende mate flexibel. Een ander nadeel kan zijn dat lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de les aan bod komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van een taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen bieden haalbare doelstellingen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De student zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles adviseert om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, zodat het leren van de taal aanzienlijk effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van deze techniek is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die van het idee uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht de achtergrond en de leeftijd en kan de leermethode eveneens worden ingezet in klassen die wat groter zijn. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is het minpunt van TPR®. Daardoor werkt de methodiek tot op een bepaald niveau en is daarnaast nog een andere methodiek (ter aanvulling) nodig. De leermethode is ook niet echt creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, is eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht door de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren van talen zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak. Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak te laten spreken. Nieuw was eveneens dat de taallessen in de vreemde taal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de woordenschat van de doeltaal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door lerenden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises verdween de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Luisteren en spreken worden uitgebreid behandeld. Hierdoor krijgen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Keerzijden heeft deze methode echter ook. De Directe Methode besteedt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en ook minder aan lezen. Voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode te weinig uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor langzaam een lerende student, omdat deze methode is gebaseerd op actief meedoen van de studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een trainer gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en deze beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhalingen helpen de studenten deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan door studenten als een minpunt worden gezien dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de trainers om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere gekleurde staafjes, die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Met name bij het leren van de uitspraak van de doeltaal zijn de ideeën van Gattegno van belang geweest, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de student, die immers wordt beschouwd als autonoom. In feite is de docent aan de student dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt meestal goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leren.
Een minpunt van de methode kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van inbreng van de docent. De limiterende factor van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af gaat, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om vreemde te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De lerende wordt blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de taaldocent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn vrij eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen lerenden zich. Woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor input zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de taaldocent moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Het werkt zeer motiverend voor de lerende om zelf een verhaal te creëren.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en de cursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de student om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers). Uitspraakverbetering kan behaald worden door de voorbeeldstem wat minder snel te laten spreken en daarna veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en wijst op taalfouten en biedt de mogelijkheid om deze taalfouten van de student te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en de student kan de methode op elk moment gebruiken. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het plezierig om de methodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan trainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt kan zijn dat geen trainer is om de studenten te motiveren of wat extra’s te bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
De cursus bestaat uit zinnen/dialogen in de doeltaal die door lerenden vervolgens worden nagesproken en herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuren in de doeltaal. De grammaticale structuren worden niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met de methode variëren. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo praten.
Het nadeel van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. De studenten leren geen bouwstenen om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die uit het hoofd worden geleerd.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de lessen van de acteurs mee. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode wordt de les in delen opgebouwd en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in de Engelse taal. Er wordt op verbanden gewezen tussen het Engels en de doeltaal, als die verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen geleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnetjes bouwen. De methodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat studenten zelf hun vocabulaire kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. De mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de luistervaardigheid en de uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze. Het feit dat de cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een nadeel. Ook is er geen echte interactie doordat de leermethode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat voor een taalcursus vrij hooggegrepen was. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten werken bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast deze dialoog, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende daarna herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruiker verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de studenten te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor stond de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en de grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel zonder fouten leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaldocent kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammatica, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor mensen die een taal beginnen te leren. Direct van het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis. Ook bij grotere groepen kan de methode worden gebruikt.
Tegelijkertijd heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik zijn om te zetten.
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De woorden of zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Het idee is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat vanzelf door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die aangeleerd zijn, verdwijnen van de woordenlijst. Die woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. In het algemeen wordt kennis onthouden wanneer deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende, kan de GoldList-methode goed werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode functioneren. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal te leren. De taalregels van de te leren taal leert men eveneens onbewust op die manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in de vreemde taal. Om te zorgen dat de lerende van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling erg effectief is, is vaak bewezen. De methode is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers, doordat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op het impliciet leren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een specifiek examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 ontwikkeld door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De Structurele Aanpak staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Het draait om het kunnen herkennen en toepassen van vaste woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties worden in herkenbare situaties middels dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen aan de studenten aangeboden. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak toegepast op vrij grote schaal voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat wordt geleerdden de taal op een accurate manier wordt geleerd. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situaties bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn voor die situaties. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structural Approach kleven ook nadelen. De methodiek is tamelijk tijdrovend en levert niet direct ervaringen van succes op. De eigen input van lerenden is beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van talen legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal.
De met leren de te leren taal in praktijk te brengen met behulp van de CLT-technieken door de interactie met de docent en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten echt trainers, die studenten leren in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. Binnen een verenigd Europa ontstond meer behoefte om een taal te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerenden is deze methode stimulerend, omdat zij vlug succes ervaren. Foutjes mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat daarbij om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De minpunten zijn echter talrijker dan de pluspunten. Het belangrijkste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband geeft deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij lerenden. De student is alleen toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. De student wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar het land van de vreemde taal gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode nogal intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de te leren taal gaan communiceren. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat. Een andere keerzijde van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de studenten essentieel. Dat de student zich veilig en ontspannen voelt, is de voorwaarde hiervoor. Leslokalen met rijopstellingen waren ongeschikt om dit te kunnen bereiken. Studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en er was altijd achtergrondmuziek in de klas. De methode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica en lijsten met woorden bij de teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor de cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de leermethodiek worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de zijde van de docent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaltrainer optreedt als counselor die de zinnen van de studenten omschrijft. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn. De taaldocent legt uit en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen lesboek gevolgd; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is CLL niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als een team te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Het kan een nadeel zijn dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en er worden geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Een aantal lerenden wordt geremd in hun spreken wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel mogelijkheid voor de lerende om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de taak van de docent om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de te leren taal leren denken.
Populariteit
Gouin’s ideeën over taalonderwijs waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de vrij ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. Deze leermethode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheid goed ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
Gouin’s leermethode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Lerenden worden nieuwsgierig, dit is een goede leermethode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt goed gestimuleerd.
Het nadeel van de seriemethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, lastig met bewegingen en expressies in één concrete ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen de lerenden over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van een e-mail, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen iets boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (voornamelijk lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke manier in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als prettig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers confirmeren zich voor het maken van films aan tien strenge regels (dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doeleinde van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaltrainer is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan heel motiverend werken dat de lerenden verantwoordelijk voor het eigen leerproces zijn. Zo zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens Dogme-lessen is zo goed als elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt dat de lerenden betrokken en alert blijven.
Als ze zo weinig door de taaldocent begeleid worden, kunnen studenten zich daartegenover wat ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle docenten in voldoende mate flexibel. Een ander nadeel kan zijn dat lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de les aan bod komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van een taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen bieden haalbare doelstellingen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De student zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles adviseert om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, zodat het leren van de taal aanzienlijk effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van deze techniek is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die van het idee uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht de achtergrond en de leeftijd en kan de leermethode eveneens worden ingezet in klassen die wat groter zijn. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is het minpunt van TPR®. Daardoor werkt de methodiek tot op een bepaald niveau en is daarnaast nog een andere methodiek (ter aanvulling) nodig. De leermethode is ook niet echt creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, is eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht door de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren van talen zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak. Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak te laten spreken. Nieuw was eveneens dat de taallessen in de vreemde taal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de woordenschat van de doeltaal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door lerenden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises verdween de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Luisteren en spreken worden uitgebreid behandeld. Hierdoor krijgen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Keerzijden heeft deze methode echter ook. De Directe Methode besteedt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en ook minder aan lezen. Voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode te weinig uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor langzaam een lerende student, omdat deze methode is gebaseerd op actief meedoen van de studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een trainer gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en deze beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhalingen helpen de studenten deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan door studenten als een minpunt worden gezien dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de trainers om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere gekleurde staafjes, die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Met name bij het leren van de uitspraak van de doeltaal zijn de ideeën van Gattegno van belang geweest, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de student, die immers wordt beschouwd als autonoom. In feite is de docent aan de student dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt meestal goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leren.
Een minpunt van de methode kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van inbreng van de docent. De limiterende factor van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af gaat, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om vreemde te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De lerende wordt blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de taaldocent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn vrij eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen lerenden zich. Woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor input zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de taaldocent moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Het werkt zeer motiverend voor de lerende om zelf een verhaal te creëren.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Bij het zogenaamde blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Tilburg.
Voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Tilburg op maat.
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Het platform Dagnall.online is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject en het platform biedt interactieve en gevarieerde content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform bieden wijinstituut tevens een handige eigen App voor zowel Android als Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een lerende overal en altijd, dus 24/7, op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat toegang heeft. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. Deelnemers kunnen dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen en productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taaltraining in Tilburg.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal.
Medewerkers die diverse talen spreken, zijn in veel organisaties en bedrijven daarom onmisbaar.
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, pc of tablet met een camera en een microfoon
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten/editors. De vertalingen worden aangeleverd binnen de deadline en volgens afspraak.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Tilburg, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland wordt bijgehouden.
Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Tilburg is de op vijf na grootste stad van Nederland.
Onder de gemeente Tilburg vallen eveneens Berkel-Enschot en Udenhout.
De partnersteden van Tilburg zijn Changzhou in China, Lublin in Polen, Matagalpa in Nicaragua, Minamiashigara in Japan en Same in Tanzania.
Tilburg is een universiteitsstad met de Tilburg University, opgericht in 1927 (voorheen de Universiteit van Tilburg, UvT) en de daaraan gelieerde TIAS School for Business and Society.
Er zijn twee hogescholen in Tilburg: Avans en Fontys.
Het netnummer van Tilburg is 013.
Het postcodegebied van Tilburg is 5000 - 5049.
Het adres van het gemeentehuis van Tilburg is Spoorlaan 181, 5038 CB in Tilburg.
De website van de gemeente Tilburg is Tilburg.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Tilburg is 14 013.
Voor Tilburgse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Breda aan de Mozartlaan 7, 4837 EH in Breda. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Tilburg is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Tilburg is KVK-kantoor Breda.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Tilburg laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Tilburg een bezoek brengen aan Beeldenmuseum Zr. Jesualda Kwanten, aan Museum De Pont Tilburg, aan Dierenpark De Oliemeulen, aan Kessels Muziek Instrumenten Tilburg, aan het Museum voor Naastenliefde Peerke Donders Paviljoen, aan Natuurmuseum Brabant of aan het TextielMuseum.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het een leuk idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Tilburgse voetbalclub Willem II, FC Tilburg of Sarto meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Tilburg kunt u terecht bij TCT Tennisclub Tilburg, bij RTV Quirijn of bij TC de Blaak.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus bij ons taleninstituut in Tilburg of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd om wat te ontspannen?
Om een balletje te slaan of alleen gezellig iets te eten of te drinken, kunt u naar Prise d’eau Golf in Tilburg gaan. De adresgegevens van Prise d’eau Golf zijn Gilzerbaan 400, 5032 VC in Tilburg. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 013-462 82 00. De website van de golfbaan is www.prisedeau-golf.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het clubhuis van Prise d’eau. Golfcentrum Dongen en Golfclub Efteling zijn nog andere golfbanen in de omgeving van Tilburg.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taaltrainingen in Tilburg van topniveau
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Organisaties en bedrijven die investeren in de taalopleiding van de werknemers, hebben daarom een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Tilburg.
Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken hebben een eigen taal en gebruiken eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Tilburg aan in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Tilburg aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen talen leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast de klassieke taaltaaltrainingen hebben organisaties vooral interesse in werkgerelateerde taaltrainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van opdrachtgevers. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Tilburg. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en vlot het door u beoogde resultaat.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
De filosofie van Dagnall is om vreemde talen te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij zetten daarom alles in het werk om te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Door onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen cursisten met grote stappen naar het beoogde niveau door dagelijks 15 minuten te oefenen.
Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Tilburg.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Talen stelt in overleg met u als opdrachtgever de wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau vastgesteld wordt, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en uw situatie.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en uw situatie.
Na enkele lessen evalueert de taaldocent de voortgang alsook de inhoud van de cursus. De doelstelling kan, indien nodig, worden bijgesteld.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les samen met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les samen met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar taleninstituut in Tilburg sinds 1982
Ons taleninstituut bestaat sinds 1982 en geeft sindsdien maatwerk taalcursussen aan het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Tilburg en plaatsen in de buurt van Tilburg. Wij hebben een team van kundige en ervaren docenten die echte specialisten op gebied van taal zijn en veel trainingen voor diverse bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitinstellingen hebben verzorgd in Midden-Brabant.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, biedt taleninstituut Dagnall Talen u betaalbare en effectieve taalcursussen in Tilburg. Dagnall Taleninstituut levert door de maatwerk-aanpak een hoog rendement. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Tilburg
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak belangrijk! Taalcursussen toegespitst op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel bedrijven gemeengoed.
Medewerkers zonder of met weinig beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen beter en/of sneller communiceren op de werkplek.
Medewerkers zonder of met weinig beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen beter en/of sneller communiceren op de werkplek.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en op kunnen volgen. Deze medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en uiteraard hun ambities op hun werkterrein verwezenlijken. Hiervoor is een investering in werknemers en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Tilburg
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is tevens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Vlissingen) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het inmiddels bekende hoge rendement realiseert Dagnall met een combinatie van deze bewezen leermethode gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Taleninstituut terecht voor cursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (2 cursisten), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De taaldocenten van ons instituut gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer prettige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Tilburg. Deze, door de jaren steeds verder ontwikkelde manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar eveneens aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Een taal effectief leren in Tilburg bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus uit handen kunt geven.
Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Dagnall Taleninstituut maakt voor de individuele-,
duocursussen en groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Tilburg worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Tilburg
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Tilburg en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De leergroep wordt zo klein mogelijk gehouden de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus doordat in korte tijd veel informatie opgenomen wordt.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is eveneens taalcursus goed af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere deelnemers is het belangrijkste pluspunt van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; met elkaar in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen fouten. Deze afwisseling kunnen de cursisten leuker vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn voor deelnemers groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele taalcursussen kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de trainer.
Doordat er geen interactie is met andere deelnemers, kan de geleerde kennis niet in de groep geoefend worden.
Ook is het niet mogelijk om van de foutjes van een andere cursist te leren omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursisten ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten wat sneller worden afgeleid. Het rendement ligt hierdoor wat lager. Door de groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit gedeeltelijk worden ondervangen.
Groepscursussen kunnen ook minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Een ander nadeel van groepscursussen is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele cursisten.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut verzorgt cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Daarom bieden wij de taalcursussen eveneens incompany en online aan.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Daarom bieden wij de taalcursussen eveneens incompany en online aan.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een
spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining kiezen. Vanzelfsprekend is een combinatie van deze trainingen ook mogelijk.
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Een andere taal beheersen houdt in niet alleen de taal kennen, maar ook het kunnen toepassen van die kennis. Door de focus te verschuiven van kennen naar kunnen, is de deelnemer in staat na voltooiing van de taaltraining in Tilburg de verworven kennis sneller actief toe te passen.
Al gauw doet u uw inkopen in de nieuwe taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor stond de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en de grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel zonder fouten leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaldocent kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammatica, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor mensen die een taal beginnen te leren. Direct van het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis. Ook bij grotere groepen kan de methode worden gebruikt.
Tegelijkertijd heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De woorden of zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Het idee is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat vanzelf door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die aangeleerd zijn, verdwijnen van de woordenlijst. Die woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. In het algemeen wordt kennis onthouden wanneer deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende, kan de GoldList-methode goed werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode functioneren. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal te leren. De taalregels van de te leren taal leert men eveneens onbewust op die manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in de vreemde taal. Om te zorgen dat de lerende van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling erg effectief is, is vaak bewezen. De methode is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers, doordat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op het impliciet leren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 ontwikkeld door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De Structurele Aanpak staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Het draait om het kunnen herkennen en toepassen van vaste woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties worden in herkenbare situaties middels dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen aan de studenten aangeboden. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak toegepast op vrij grote schaal voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat wordt geleerdden de taal op een accurate manier wordt geleerd. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situaties bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn voor die situaties. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structural Approach kleven ook nadelen. De methodiek is tamelijk tijdrovend en levert niet direct ervaringen van succes op. De eigen input van lerenden is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van talen legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal.
De met leren de te leren taal in praktijk te brengen met behulp van de CLT-technieken door de interactie met de docent en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten echt trainers, die studenten leren in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. Binnen een verenigd Europa ontstond meer behoefte om een taal te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerenden is deze methode stimulerend, omdat zij vlug succes ervaren. Foutjes mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat daarbij om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De minpunten zijn echter talrijker dan de pluspunten. Het belangrijkste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband geeft deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij lerenden. De student is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. De student wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar het land van de vreemde taal gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode nogal intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de te leren taal gaan communiceren. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat. Een andere keerzijde van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de studenten essentieel. Dat de student zich veilig en ontspannen voelt, is de voorwaarde hiervoor. Leslokalen met rijopstellingen waren ongeschikt om dit te kunnen bereiken. Studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en er was altijd achtergrondmuziek in de klas. De methode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica en lijsten met woorden bij de teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor de cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de leermethodiek worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de zijde van de docent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaltrainer optreedt als counselor die de zinnen van de studenten omschrijft. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn. De taaldocent legt uit en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen lesboek gevolgd; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is CLL niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als een team te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Het kan een nadeel zijn dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en er worden geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Een aantal lerenden wordt geremd in hun spreken wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel mogelijkheid voor de lerende om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de taak van de docent om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de te leren taal leren denken.
Populariteit
Gouin’s ideeën over taalonderwijs waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de vrij ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. Deze leermethode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheid goed ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
Gouin’s leermethode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Lerenden worden nieuwsgierig, dit is een goede leermethode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt goed gestimuleerd.
Het nadeel van de seriemethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, lastig met bewegingen en expressies in één concrete ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen de lerenden over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van een e-mail, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen iets boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (voornamelijk lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke manier in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als prettig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers confirmeren zich voor het maken van films aan tien strenge regels (dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doeleinde van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaltrainer is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan heel motiverend werken dat de lerenden verantwoordelijk voor het eigen leerproces zijn. Zo zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens Dogme-lessen is zo goed als elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt dat de lerenden betrokken en alert blijven.
Als ze zo weinig door de taaldocent begeleid worden, kunnen studenten zich daartegenover wat ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle docenten in voldoende mate flexibel. Een ander nadeel kan zijn dat lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de les aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van een taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen bieden haalbare doelstellingen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De student zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles adviseert om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, zodat het leren van de taal aanzienlijk effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van deze techniek is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die van het idee uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht de achtergrond en de leeftijd en kan de leermethode eveneens worden ingezet in klassen die wat groter zijn. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is het minpunt van TPR®. Daardoor werkt de methodiek tot op een bepaald niveau en is daarnaast nog een andere methodiek (ter aanvulling) nodig. De leermethode is ook niet echt creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, is eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht door de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren van talen zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak. Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak te laten spreken. Nieuw was eveneens dat de taallessen in de vreemde taal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de woordenschat van de doeltaal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door lerenden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises verdween de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Luisteren en spreken worden uitgebreid behandeld. Hierdoor krijgen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Keerzijden heeft deze methode echter ook. De Directe Methode besteedt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en ook minder aan lezen. Voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode te weinig uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor langzaam een lerende student, omdat deze methode is gebaseerd op actief meedoen van de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een trainer gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en deze beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhalingen helpen de studenten deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan door studenten als een minpunt worden gezien dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de trainers om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere gekleurde staafjes, die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Met name bij het leren van de uitspraak van de doeltaal zijn de ideeën van Gattegno van belang geweest, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de student, die immers wordt beschouwd als autonoom. In feite is de docent aan de student dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt meestal goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leren.
Een minpunt van de methode kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van inbreng van de docent. De limiterende factor van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af gaat, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om vreemde te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De lerende wordt blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de taaldocent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn vrij eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen lerenden zich. Woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor input zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de taaldocent moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Het werkt zeer motiverend voor de lerende om zelf een verhaal te creëren.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en de cursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de student om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers). Uitspraakverbetering kan behaald worden door de voorbeeldstem wat minder snel te laten spreken en daarna veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en wijst op taalfouten en biedt de mogelijkheid om deze taalfouten van de student te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en de student kan de methode op elk moment gebruiken. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het plezierig om de methodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan trainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt kan zijn dat geen trainer is om de studenten te motiveren of wat extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
De cursus bestaat uit zinnen/dialogen in de doeltaal die door lerenden vervolgens worden nagesproken en herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuren in de doeltaal. De grammaticale structuren worden niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met de methode variëren. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo praten.
Het nadeel van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. De studenten leren geen bouwstenen om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de lessen van de acteurs mee. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode wordt de les in delen opgebouwd en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in de Engelse taal. Er wordt op verbanden gewezen tussen het Engels en de doeltaal, als die verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen geleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnetjes bouwen. De methodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat studenten zelf hun vocabulaire kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. De mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de luistervaardigheid en de uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze. Het feit dat de cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een nadeel. Ook is er geen echte interactie doordat de leermethode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat voor een taalcursus vrij hooggegrepen was. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten werken bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast deze dialoog, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende daarna herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruiker verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de studenten te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor stond de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en de grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel zonder fouten leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaldocent kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammatica, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor mensen die een taal beginnen te leren. Direct van het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis. Ook bij grotere groepen kan de methode worden gebruikt.
Tegelijkertijd heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De woorden of zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Het idee is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat vanzelf door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die aangeleerd zijn, verdwijnen van de woordenlijst. Die woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. In het algemeen wordt kennis onthouden wanneer deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende, kan de GoldList-methode goed werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode functioneren. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal te leren. De taalregels van de te leren taal leert men eveneens onbewust op die manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in de vreemde taal. Om te zorgen dat de lerende van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling erg effectief is, is vaak bewezen. De methode is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers, doordat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op het impliciet leren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 ontwikkeld door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De Structurele Aanpak staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Het draait om het kunnen herkennen en toepassen van vaste woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties worden in herkenbare situaties middels dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen aan de studenten aangeboden. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak toegepast op vrij grote schaal voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat wordt geleerdden de taal op een accurate manier wordt geleerd. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situaties bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn voor die situaties. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structural Approach kleven ook nadelen. De methodiek is tamelijk tijdrovend en levert niet direct ervaringen van succes op. De eigen input van lerenden is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van talen legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal.
De met leren de te leren taal in praktijk te brengen met behulp van de CLT-technieken door de interactie met de docent en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten echt trainers, die studenten leren in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. Binnen een verenigd Europa ontstond meer behoefte om een taal te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerenden is deze methode stimulerend, omdat zij vlug succes ervaren. Foutjes mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat daarbij om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De minpunten zijn echter talrijker dan de pluspunten. Het belangrijkste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband geeft deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij lerenden. De student is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. De student wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar het land van de vreemde taal gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode nogal intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de te leren taal gaan communiceren. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat. Een andere keerzijde van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de studenten essentieel. Dat de student zich veilig en ontspannen voelt, is de voorwaarde hiervoor. Leslokalen met rijopstellingen waren ongeschikt om dit te kunnen bereiken. Studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en er was altijd achtergrondmuziek in de klas. De methode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica en lijsten met woorden bij de teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor de cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de leermethodiek worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de zijde van de docent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaltrainer optreedt als counselor die de zinnen van de studenten omschrijft. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn. De taaldocent legt uit en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen lesboek gevolgd; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is CLL niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als een team te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Het kan een nadeel zijn dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en er worden geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Een aantal lerenden wordt geremd in hun spreken wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel mogelijkheid voor de lerende om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de taak van de docent om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de te leren taal leren denken.
Populariteit
Gouin’s ideeën over taalonderwijs waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de vrij ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. Deze leermethode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheid goed ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
Gouin’s leermethode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Lerenden worden nieuwsgierig, dit is een goede leermethode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt goed gestimuleerd.
Het nadeel van de seriemethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, lastig met bewegingen en expressies in één concrete ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen de lerenden over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van een e-mail, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen iets boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (voornamelijk lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke manier in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als prettig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers confirmeren zich voor het maken van films aan tien strenge regels (dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doeleinde van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaltrainer is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan heel motiverend werken dat de lerenden verantwoordelijk voor het eigen leerproces zijn. Zo zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens Dogme-lessen is zo goed als elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt dat de lerenden betrokken en alert blijven.
Als ze zo weinig door de taaldocent begeleid worden, kunnen studenten zich daartegenover wat ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle docenten in voldoende mate flexibel. Een ander nadeel kan zijn dat lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de les aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van een taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen bieden haalbare doelstellingen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De student zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles adviseert om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, zodat het leren van de taal aanzienlijk effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van deze techniek is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die van het idee uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht de achtergrond en de leeftijd en kan de leermethode eveneens worden ingezet in klassen die wat groter zijn. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is het minpunt van TPR®. Daardoor werkt de methodiek tot op een bepaald niveau en is daarnaast nog een andere methodiek (ter aanvulling) nodig. De leermethode is ook niet echt creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, is eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht door de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren van talen zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak. Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak te laten spreken. Nieuw was eveneens dat de taallessen in de vreemde taal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de woordenschat van de doeltaal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door lerenden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises verdween de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Luisteren en spreken worden uitgebreid behandeld. Hierdoor krijgen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Keerzijden heeft deze methode echter ook. De Directe Methode besteedt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en ook minder aan lezen. Voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode te weinig uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor langzaam een lerende student, omdat deze methode is gebaseerd op actief meedoen van de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een trainer gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en deze beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhalingen helpen de studenten deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan door studenten als een minpunt worden gezien dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de trainers om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere gekleurde staafjes, die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Met name bij het leren van de uitspraak van de doeltaal zijn de ideeën van Gattegno van belang geweest, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de student, die immers wordt beschouwd als autonoom. In feite is de docent aan de student dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt meestal goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leren.
Een minpunt van de methode kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van inbreng van de docent. De limiterende factor van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af gaat, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om vreemde te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De lerende wordt blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de taaldocent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn vrij eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen lerenden zich. Woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor input zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de taaldocent moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Het werkt zeer motiverend voor de lerende om zelf een verhaal te creëren.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale tools om een taal te leren
Er is ook een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere manier om talen te leren om vreemde talen te leren:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral doordat de focus van ons taleninstituut steeds ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere manier om talen te leren om vreemde talen te leren:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral doordat de focus van ons taleninstituut steeds ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De Dagnall app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De Dagnall app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Bij het zogenaamde blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Tilburg.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Tilburg
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Tilburg op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Het platform Dagnall.online is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject en het platform biedt interactieve en gevarieerde content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform bieden wijinstituut tevens een handige eigen App voor zowel Android als Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een lerende overal en altijd, dus 24/7, op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat toegang heeft. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. Deelnemers kunnen dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen en productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taaltraining in Tilburg.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Tilburg
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal.
Medewerkers die diverse talen spreken, zijn in veel organisaties en bedrijven daarom onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, pc of tablet met een camera en een microfoon
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Tilburg ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Tilburg ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Tilburg
Het Europees Referentiekader (ERK)
Voor het aangeven van het begin- en eindniveau van de cursist, gaan wij uit van hetERK (Europees Referentiekader). Hierin worden alle taalniveaus volgens Europese standaard, beschreven. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
De cursist ontvangt na afloop van de cursus bij ons taleninstituut in Tilburg het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een manier om taalniveaus op een uniforme wijze te kunnen definiëren, zodat ‘gevorderden’ in bijvoorbeeld Engeland dezelfde taalbeheersing hebben als ‘gevorderden’ in Duitsland.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het Europees Referentiekader (ERK) betitelt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: lezen, luisteren, spreken, schrijven en het voeren van gesprekken.
De Engelse naam en afkorting wordt eveneens vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Daarnaast onderscheidt het ERK zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
Deze niveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het Europees Referentiekader (ERK) betitelt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: lezen, luisteren, spreken, schrijven en het voeren van gesprekken.
De Engelse naam en afkorting wordt eveneens vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Daarnaast onderscheidt het ERK zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
Deze niveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A beschrijft alle vaardigheden die een beginnende gebruiker beheerst.
Taalniveau B geeft aan wat een ‘zelfstandige gebruiker’ kan en kent, dat wil zeggen: zonder hulp van een gesprekspartner.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij taalniveau C, gaan richting de moedertaalgebruiker (native speaker). Zo iemand gebruikt de vreemde taal moeiteloos in verschillende situaties.
Taalniveau B geeft aan wat een ‘zelfstandige gebruiker’ kan en kent, dat wil zeggen: zonder hulp van een gesprekspartner.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij taalniveau C, gaan richting de moedertaalgebruiker (native speaker). Zo iemand gebruikt de vreemde taal moeiteloos in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten/editors. De vertalingen worden aangeleverd binnen de deadline en volgens afspraak.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons instituutinstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor betrouwbaarheid en kwaliteit staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor betrouwbaarheid en kwaliteit staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Tilburg, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens dienen beschermd te worden tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies. Taleninstituut Dagnall voldoet natuurlijk aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en Taleninstituut Dagnall verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Tilburg zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall staat ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Talen voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
Dit houdt in dat Dagnall Talen voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland wordt bijgehouden.
Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Tilburg
Contact taleninstituut Tilburg
U kunt contact opnemen met Dagnall Taleninstituut in Tilburg. U kunt ons bereiken via 085-2737302 (geen menu) voor meer informatie. U kunt ons ook een e-mail sturen via taleninstituut-tilburg@dagnall.nl.
Of ga naar ons contactformulier. U kunt ook gelijk het gratis Dagnall informatiepakket aanvragen.
Het beste traject naar een taleninstituut in Tilburg!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Tilburg
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw locatie volgen of in Tilburg, bijvoorbeeld in kantoorverzamelgebouw de Zwarte Zwaan aan de Saal van Zwanenbergweg 11 in Tilburg. Ons taleninstituut kan ook taalcursussen in Tilburg verzorgen in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Tilburg aan de Dokter Bloemenlaan 8, in Mercure Hotel Tilburg aan de Heuvel 37, in Ibis Tilburg aan de Dr. Hub van Doorneweg 105 en in Auberge De Hilver aan de Westelbeersedijk 6 in Diessen.
U kunt vergaderen in Tilburg bij bijvoorbeeld bij Koning Willem II Stadion aan de Goirlese Weg 34.
Tilburg - geschiedenis
Bij opgravingen zijn tekenen gevonden van bewoning uit de oude steentijd, ongeveer 9000 v.Chr. Daarna was het gebied eeuwenlang onbewoond. In de Romeinse tijd, 1ste eeuw v.Chr. tot 5de eeuw n.Chr. was Tilburg weer bewoond gebied. De naam ‘Tilburg’ wordt voor de eerste keer vermeld in het jaar 709 als plaats waar een document is opgemaakt (‘actum publice Tilliburgis’). In 1191 is van deze akte een kopie gemaakt door de Abdij van Echternacht. De kopie is bewaard gebleven, het origineel niet.
Tot ongeveer het jaar 1600 bleef Tilburg een dorp, toen allerlei kleine buurtschappen langzaam begonnen samen te smelten. Zo kreegt Tilburg vorm. De naam ‘Tilburg’ is waarschijnlijk een verbastering van het Romeinse woord tilli. Dit betekent ‘nieuw verworven land’. Het tweede deel burg betekent ‘burcht’ of ‘omheinde en versterkte woonkern’. In moderne taal dus ‘een versterkte woonkern op nieuw verworven land’.
Tilburg - nu
Tilburg ligt in de regio Midden-Brabant en maakt deel uit van de Brabantse Stedenrij. Plaatsen in de buurt van Tilburg zijn Alphen, Gilze, Goirle, Hilvarenbeek, Kaatsheuvel, Moergestel, Oirschot, Oisterwijk, Rijen, Udenhout en Waalwijk.
Tilburg ligt in de provincie Noord-Brabant. De gemeente Tilburg heeft meer dan 217.000 inwoners.
Vlag gemeente Tilburg
Wapen gemeente Tilburg
Inwoners
Woon je in Tilburg, dan heet je een ‘Tilburger’.
Bekende Tilburgers zijn Freek Bartels, Pepijn Crone, Roeland Fernhout, Jac.
Goderie, Marc-Marie Huijbregts, Raymond van de Klundert (Kluun), Henk Krol, Maggie MacNeal, Nick Nielsen, Bas Rutten, Cas Spijkers en Domien Verschuuren.
Bekende Tilburgers zijn Freek Bartels, Pepijn Crone, Roeland Fernhout, Jac.
Goderie, Marc-Marie Huijbregts, Raymond van de Klundert (Kluun), Henk Krol, Maggie MacNeal, Nick Nielsen, Bas Rutten, Cas Spijkers en Domien Verschuuren.
Iets wat bij Tilburg hoort, wordt ‘Tilburgs’ of ‘Tilburger’ genoemd, zoals bijvoorbeeld het Tilburgs bierfestival. Tilburg kreeg stadsrechten in 1809.
Tilburg - internationaal & scholing
Partnersteden
Tilburg is de op vijf na grootste stad van Nederland.
Onder de gemeente Tilburg vallen eveneens Berkel-Enschot en Udenhout.
De partnersteden van Tilburg zijn Changzhou in China, Lublin in Polen, Matagalpa in Nicaragua, Minamiashigara in Japan en Same in Tanzania.
Hoger onderwijs
Tilburg is een universiteitsstad met de Tilburg University, opgericht in 1927 (voorheen de Universiteit van Tilburg, UvT) en de daaraan gelieerde TIAS School for Business and Society.
Er zijn twee hogescholen in Tilburg: Avans en Fontys.
Vlag provincie Noord-Brabant
Wapen provincie Noord-Brabant
Typisch Tilburgs
Denk je aan Tilburg, dan denk je aan de textielindustrie, Museum De Pont, de Rockacademie, de Tilburgse Kermis, Festival Mundial en Guus Meeuwis.
Tilburg fungeert als onderwijsstad en belangrijke industriestad, met tien grote industrieterreinen. Grote werkgevers in Tilburg zijn onder meer DAF, Interpolis en VGZ (Uvit).
Tilburg fungeert als onderwijsstad en belangrijke industriestad, met tien grote industrieterreinen. Grote werkgevers in Tilburg zijn onder meer DAF, Interpolis en VGZ (Uvit).
Met een autosnelweg, een kanaal en een vliegbasis in de buurt is Tilburg ook een aanzienlijke transportstad.
Niet veel mensen weten dat de oorsprong van de kunstbeweging De Stijl in Tilburg ligt.
Tilburg - minder bekend
Niet veel mensen weten dat de oorsprong van de kunstbeweging De Stijl in Tilburg ligt.
Tilburgs dialect en accent
Typerend is dat de ‘i’ wordt uitgesproken als ie; een kiend in plaats van een ‘kind’.
De ‘aa’ wordt uitgesproken als è en de ‘ei/ij’ ook. De ‘ui’ en de ‘oo’ klinken als eu.
“Wat zegt u?” is in Tilburg: “Wè?” Waoges laawe is
De ‘aa’ wordt uitgesproken als è en de ‘ei/ij’ ook. De ‘ui’ en de ‘oo’ klinken als eu.
“Wat zegt u?” is in Tilburg: “Wè?” Waoges laawe is
‘praalwagens’ bekijken met carnaval.
Een Tilburgs gezegde luidt: Wès veul? Twee haoren op oewe kòp is wèèneg, mar twee haoren in oew soep is veul. Oftewel: “Het is allemaal relatief”.
Gè zet um: “jij bent aan de beurt”.
Een Tilburgs gezegde luidt: Wès veul? Twee haoren op oewe kòp is wèèneg, mar twee haoren in oew soep is veul. Oftewel: “Het is allemaal relatief”.
Gè zet um: “jij bent aan de beurt”.
“Tilburg, je bent er”
Tilburg - zakelijk
De gemeente Tilburg
Het netnummer van Tilburg is 013.
Het postcodegebied van Tilburg is 5000 - 5049.
Het adres van het gemeentehuis van Tilburg is Spoorlaan 181, 5038 CB in Tilburg.
De website van de gemeente Tilburg is Tilburg.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Tilburg is 14 013.
Zakendoen in Tilburg
Voor Tilburgse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Breda aan de Mozartlaan 7, 4837 EH in Breda. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Tilburg is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Tilburg is KVK-kantoor Breda.
Tilburg - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Tilburg vaak op bedrijventerrein Albion, Enschot, Kanaalzone, Kraaiven, Katsbogten, Het Laar, Loven, Schepersven, Tradepark 58, Vossenberg, Vossenberg Scheg, Vossenberg West of op bedrijventerrein Wijkevoort.
In Tilburg bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Agristo, Autotaalglas, Barsan Group, Bonprix Nederland, Chromalloy Holland, CVB Ecologistics, CZ Groep, DB Schenker, De Banketgroep, Distributiecentrum De Bijenkorf, Distributiecentrum Decathlon, Delicia, Doxa, DS Smith, Elho, Fabory - a Grainger company, Fellowes Benelux, Fujifilm, Goodyear Nederland, Distributiecentrum H&M, HiFi Klubben Nederland, Innofa, Interpolis, Iris Ohyama Europe, Distributiecentrum Kassala, King Cuisine, Kiyoh, Kwantum Nederland, Labeyrie King Cuisine, Maître Paul, Manfield, Max ICT, Mol Logistics, MTD,
In Tilburg bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Agristo, Autotaalglas, Barsan Group, Bonprix Nederland, Chromalloy Holland, CVB Ecologistics, CZ Groep, DB Schenker, De Banketgroep, Distributiecentrum De Bijenkorf, Distributiecentrum Decathlon, Delicia, Doxa, DS Smith, Elho, Fabory - a Grainger company, Fellowes Benelux, Fujifilm, Goodyear Nederland, Distributiecentrum H&M, HiFi Klubben Nederland, Innofa, Interpolis, Iris Ohyama Europe, Distributiecentrum Kassala, King Cuisine, Kiyoh, Kwantum Nederland, Labeyrie King Cuisine, Maître Paul, Manfield, Max ICT, Mol Logistics, MTD,
Distributiecentrum NSK, nVent Erico, Otto Group, (Heinrich Heine, Otto), PWT Bierens, RAP Elektrische Fietsen, Rhenus, Rompa Group, Smartwares Group (Princess, Tristar, Smartwares, Byron, Topcom, Campart etc.)StandardAero, Termeer Group (Sacha, Sissy Boy), Tesla Nederland, The Sting, Thermo Fisher Scientific Patheon Softgels, Van Geloven (Kroketterij De Bourgondiër, Van Dobben, Kwekkeboom, Mora, Souflesse etc.), Vendor, Verbunt Verlinden (Bollinger, Graham’s Port, Lehmann Glass), Vivisol Nederland, Vorselaars Vruchtensappen en Frisdranken, Distributiecentrum XPO Logistics, Banketbakkerij de Maro in Berkel-Enschot, Cerisette in Oisterwijk, Concorp Brands (Autodrop, Fisherman’s Friend, Oldtimers, Ricola, Skittles etc.) in Oisterwijk, DANVO Bakeries in Riel, BuildingJobs in Rijen, Jong Food in Rijen en Chocolaterie Albèrt in Udenhout.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Tilburgs nieuws
De Tilburgse nieuwsportalen zijn Tilburgers.nl, Tilburg.com en Stadsnieuws.nl - Tilburg en Tilburgse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Brabant - Nieuws.
Ondernemers in Tilburg kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Brabant. Tilburgers en ondernemingen in Tilburg kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Brabants Dagblad - Tilburg en omstreken en het Algemeen Dagblad - Tilburg.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Tilburg
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Tilburg laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Tilburg een bezoek brengen aan Beeldenmuseum Zr. Jesualda Kwanten, aan Museum De Pont Tilburg, aan Dierenpark De Oliemeulen, aan Kessels Muziek Instrumenten Tilburg, aan het Museum voor Naastenliefde Peerke Donders Paviljoen, aan Natuurmuseum Brabant of aan het TextielMuseum.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het een leuk idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Tilburgse voetbalclub Willem II, FC Tilburg of Sarto meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Tilburg kunt u terecht bij TCT Tennisclub Tilburg, bij RTV Quirijn of bij TC de Blaak.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus bij ons taleninstituut in Tilburg of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd om wat te ontspannen?
Om een balletje te slaan of alleen gezellig iets te eten of te drinken, kunt u naar Prise d’eau Golf in Tilburg gaan. De adresgegevens van Prise d’eau Golf zijn Gilzerbaan 400, 5032 VC in Tilburg. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 013-462 82 00. De website van de golfbaan is www.prisedeau-golf.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het clubhuis van Prise d’eau. Golfcentrum Dongen en Golfclub Efteling zijn nog andere golfbanen in de omgeving van Tilburg.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Tilburg die eveneens op Youtube staan.
U kunt direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken.
Onder de filmpjes zijn de locaties van Noord-Brabant en Tilburg op Google Maps weergegeven.
U kunt direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken.
Onder de filmpjes zijn de locaties van Noord-Brabant en Tilburg op Google Maps weergegeven.
U kunt linksboven klikken om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Tilburg
Dronebeelden Tilburg
Google Maps Noord-Brabant
Google Maps Tilburg
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Tilburg
Tilburgs nieuws
Hieronder kunt u het meest recente nieuws uit Tilburg van verschillende nieuwsbronnen lezen.
Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Nieuws uit Tilburg
- Vier Brabantse restaurants krijgen prestigieuze Bib Gourmand | Tilburg - BN DeStem
- Tilburgse restaurant Te Koop heeft een Bib Gourmand: 'Nee ik ben nog niet uitgetrild’ - BD.nl
- ‘Ik tril er nog van’: Michelingids bekroont Tilburgs restaurant - Eindhovens Dagblad
- Politie ontdekt pand met verdachte chemicaliën in Tilburg na verkeerscontrole - NOS
- Routinecontrole van auto leidt agenten in Tilburg naar pand vol chemicaliën, vermoedelijk voor drugslab - AD
- Verkeerscontrole leidt politie naar drugs en lachgas, bestuurder opgepakt - Omroep Brabant
- Justitie zit in de maag met vrouw die naam van Tilburgse wethouder blijft besmeuren - BD.nl
- Verkeerscontrole leidt tot drugsvangst en doorzoeking bedrijventerrein en bedrijfspanden - Politie
- Spar City start in binnenstad na flinke vertraging van bouw: ‘Verkoop nam iets meer tijd in beslag’ - BD.nl
Nieuws uit de provincie Noord-Brabant
- Krijgt Noord-Brabant er een grote nieuwe popzaal bij? - Festileaks
- Beste doortrapper van Brabant gezocht - Mooi Laarbeek
- Dit is de reden waarom Brabantse gebouwen rood kleurden - Omroep Brabant
- BN DeStem.nl, het laatste nieuws uit Brabant en Zuid-West Nederland - BN DeStem
- Twee agenten gewond door vluchtende tiener zonder rijbewijs in Helmond - De Gelderlander
- Eindhoven - Eindhovens Dagblad
- Sport - BD.nl
- Vier Brabantse restaurants krijgen prestigieuze Bib Gourmand - BD.nl
- Helmond - Eindhovens Dagblad
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Taleninsituut verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Tilburg
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Tilburg en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Tilburg
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten