Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding en taalkennis van de werknemers investeren, een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die precies dat biedt: Effectieve taaltrainingen van het hoogste niveau voor zowel medewerkers als leidinggevenden in Staphorst als in de buurt van Staphorst. (Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal. Iedere bedrijfstak heeft zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een duidelijk concurrentievoordeel en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Staphorst in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden taaltrainingen op maat in Staphorst aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen een vreemde taal leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast de klassieke taalcursussen zijn organisaties met name in werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van opdrachtgevers. Dagnall Talen is een taalaanbieder die via gecertificeerde taaltrainers met zeer goede recensies en beoordelingen de mogelijkheid biedt om in Staphorst talen te leren. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het beoogde resultaat.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
De filosofie van Dagnall is om talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Dagnall Taleninstituut gaat daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos kunt leren. Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Door onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. We brengen de cursist met grote stappen naar het gewenste niveau door dagelijks vijftien minuten te oefenen. Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Staphorst.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall stelt de wensen en leerdoelen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemers aan met de contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau van de cursisten wordt vastgesteld, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met een offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en uw agenda.
De trainer evalueert na enkele lessen de voortgang en de inhoud van de taalcursus. Indien nodig, kunnen de doelstellingen worden bijgesteld. Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage samen met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van Dagnall Talen.
Desgewenst wordt het (individuele) contact met de cursisten door Dagnall Talen verzorgd Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall gedaan in overleg met u en de individuele deelnemers Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Dit formulier en de schrijfopdracht dienen vóór de intakedatum te worden teruggestuurd Wij verzorgen de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall geadviseerd en in overleg vastgesteld De indeling van de deelnemers geschiedt per taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! Dagnall Taleninstituut verzorgt de logistiek van het lesmateriaal en de cursusbenodigdheden Dagnall brengt geen administratiekosten alsook geen extra toeslag voor avondlessen in rekening Continuïteit van de planning en het lesprogramma wordt door Dagnall Talen gegarandeerd en bewaakt Dagnall Taleninstituut is betrokken en flexibel!
Sinds 1982 is ons taleninstituut werkzaam op taalgebied en geeft sinds 1982 taalonderwijs op maat aan het bedrijfsleven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Staphorst en omringende plaatsen. Voor Dagnall werken kundige en ervaren trainers die experts zijn op hun gebied en trainingen hebben verzorgd aan het bedrijfsleven en (overheids)organisaties in de Kop van Overijssel.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, biedt taleninstituut Dagnall Talen u zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Staphorst. Maximaal rendement door maatwerk; daar staat Dagnall Taleninstituut voor!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Staphorst
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak essentieel! Een cursus gericht op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer is bij veel ondernemingen tegenwoordig een begrip. Werknemers zonder of met weinig kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een beperking in de werkomgeving en zij willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
Zij willen in staat zijn om de instructies op het werk goed te kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. Deze mensen willen bij voorkeur zelfverzekerder hun werk uit kunnen voeren en uiteraard hun ambities op hun werkterrein verwezenlijken. Dit vereist een investering in mensen en in de ontwikkeling van de organisatie.
Ons instituut verzorgt betaalbare maatwerk taalcursussen die de spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Wij helpen en leren cursisten hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen in hun baan. Ons taleninstituut stemt de taalcursus af op de behoeften van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Als aanvulling op de lessen, krijgen de cursisten tijdens de taalcursus regelmatig praktijkopdrachten, als ondersteuning van de continuïteit van het leerproces en de effectiviteit van de training.
Een win-winsituatie! Dagnall besteedt ook aandacht aan de wellicht onderbelichte kant van veel taaltrainingen: de cursist staat al vaak alleen in zijn inspanningen om de taal onder de knie te krijgen, om de cultuur en gewoontes van het bewuste land en het bedrijf te doorgronden en om zijn of haar omgeving door middel van taal te vergroten. Dit vereist veel inzet en motivatie. Daarbij heeft de cursist slechts een beperkt aantal vaste contactmomenten met de docent per week. Dat is niet altijd genoeg.
Onderscheidend
Dagnall onderscheidt zich door de aandacht te vestigen op het vergroten van het draagvlak voor de taalcursus op de werkvloer. Ons instituut moedigt uitvoerenden en leidinggevenden van de organisatie aan om voor een voortdurend proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf de start zoveel mogelijk met de cursisten in de doeltaal te communiceren. Door het consequent uitdragen van het belang van taal op de werkvloer op deze manier, wordt de waarde van een goede talenkennis gezamenlijk ervaren en de deelnemers voelen zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Staphorst
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining legt niet alleen de nadruk op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taaltraining (bij een taleninstituut in Staphorst) die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo prettig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te gaan toepassen. Dat werkt erg plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het alom bekende hoge rendement van Dagnall behalen wij door een mix van deze beproefde leermethode met het oogmerk op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u terecht voor cursussen die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 deelnemers, duocursussen (2 deelnemers), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. De taaltrainers van ons instituut maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en de taaltrainers spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een bijzonder prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall Talen in Staphorst. Deze, door de jaren steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Een vreemde taal effectief leren in Staphorst bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven. Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Dagnall Taleninstituut maakt voor de individuele-,
duocursussen en groepscursussen gebruik van moderne en gevarieerde leermethodieken om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Staphorst worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Staphorst
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Staphorst en omgeving. Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles. De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut staan al decennia bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl. De cursussen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren. De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de lerenden maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen. Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerk taalcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement omdat veel kennis wordt geleerd in korte tijd. Doordat de taalcursus vrij intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en is het leertraject zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een groot voordeel van individuele cursussen. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden. Een individuele is ook cursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep. Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; in de doeltaal communiceren met de groep en van elkaars kunnen foutjes. Cursisten kunnen de hierdoor geboden afwisseling als prettiger ervaren. Groepscursussen zijn daarnaast ook efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijk getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt. Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) voor deelnemers dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij een individuele cursus alleen met de docent worden gevoerd en gedaan. De geleerde kennis kan niet worden geoefend in de groep omdat er geen interactie met andere cursisten is. Doordat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om te leren van elkaars foutjes. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de cursisten.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de deelnemers iets sneller zijn afgeleid. Daardoor is het rendement iets lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen). Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van cursisten worden afgestemd. Een ander nadeel van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van individuele deelnemers kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut biedt cursussen voor beginners, halfgevorderden en gevorderden. Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan. Wij bieden onze taalcursussen daarom ook incompany of online aan. Bij Taleninstituut Dagnall kiezen taalleerders bijvoorbeeld voor een intensieve of semi-intensieve
cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits, Spaans en Portugees of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Vanzelfsprekend is een combinatie van deze trainingen ook mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalbeheersing betekent zowel kennen (onderscheiden, herkennen) als kunnen (in staat zijn toe te passen). Door de focus te leggen op kunnen, is de deelnemer in staat na voltooiing van de taaltraining in Staphorst de verworven kennis sneller actief toe te passen in de praktijk.
Al gauw begrijpt u meer van de andere taal dan alleen de menukaart. En dat is heel bevredigend. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuur worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om vrijwel foutloos te leren verstaan en spreken, wat begint met iemand na kunnen spreken. Herhaling is het middel hiertoe; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen alsook structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainer kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en dan een nieuw woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal wordt pas behandeld zodra de mondelinge taal vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel bezwaren. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruik. Luistervaardigheid, waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. De correcte uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. Deze methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige wijze te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. Deze GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd worden herhaald. De zinnen en woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. De woorden en/of zinnen of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds aangepast; woorden die geleerd zijn, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat deze zinnen of woorden in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis ook relevant en betekenisvol is voor de student. Deze methode kan functioneren voor woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, zou deze GoldList Method goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze methode. Talen zijn veel meer dan alleen een reeks losse woorden of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal aan te leren. Zo leert de student onbewust ook de taalregels van de vreemde taal. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de leermethode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de student in de taal wordt ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. De leeractiviteiten in de te leren taal dienen stimulerend te zijn om te zorgen dat de studenten plezier van de ervaring hebben.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen deze twee leermethoden is dat de Directe Methode meer focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is vaak aangetoond. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers, doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Het geleerde beklijft langer, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten ook niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de methodiek van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. De vaste combinaties worden aan de lerenden aangedragen in reële situaties met behulp van dramatiseringen, visualisaties, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethode worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de vreemde taal op een accurate wijze geleerd wordt, is het voordeel van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn voor die situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. De werkwijze is nogal tijdrovend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is behoorlijk beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de vreemde taal in de praktijk te brengen met behulp van CLT-technieken door de interactie met de docent en onderling. Authentieke teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en docenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer vraag om talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de woorden die zij moeten weten. CLT is efficiënt. Deze methode is voor de lerende stimulerend omdat hij of zij snel succeservaringen heeft. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaltrainer en van studentent vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een vreemde taal leren ongewoon of moeilijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Meidinger ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica centraal stond omstreeks 1783. Meidinger wordt beschouwd als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse uit van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot vrij recent van grote invloed geweest op het taalonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzicht in de structuur, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor studenten voor het leren in groepsverband. De lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. De lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Naar het land van de vreemde taal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden ontwikkeld met de methode van onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode zo intensief is, is het grote voordeel dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet daadwerkelijk in de vreemde taal gaan communiceren. In principe zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een bijkomend minpunt zijn. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal) te leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent en de studenten van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om deze situatie te creëren. De lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek tijdens de klas. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden zo overgehaald om te luisteren en ze konden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek was omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen van de methode zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende geen hinder heeft van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methodiek is dat de student gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding taaldocent-lerende niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent optreedt als een counselor die de zinnen van de lerenden parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de lerenden de taal nog niet genoeg machtig zijn. De taaltrainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. De gesprekken worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels zinvolle gesprekken. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL is sterk afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren als deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden veel studenten nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich een stuk bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren om in teamverband te werken. Door het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les leren studenten veel. Zulke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Een nadeel van de methode van CLL kan zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Een aantal studenten wordt in hun spreken geremd als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt de woordenschat een grotere plaats in dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor de lerende om de taal zelf te ontdekken.
De rol van de taaldocent is te zorgen voor genoeg inbreng en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de afgelopen drie decennia zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht besteed aan de woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een drastische omwenteling in de wijze waarop taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren de vreemde taal op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal) te werken; met ‘echte’ taal. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Sommige studenten hebben moeite om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen en hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan al gauw in de nieuwe taal denken doordat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin was enige tijd een succes, ondanks dat de methode een ongebruikelijke aanpak had. De leermethode van François Gouin werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden van de lerende sterk ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode garandeert levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De methode maakt de lerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt vrij intensief gestimuleerd met de methode.
De leermethode van François Gouin heeft als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief is, lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een bijkomend nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series voor moet bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat de verwerving van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat zij over regels van de taal en woordenschat van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, boodschappen doen, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken moeten net boven het kennisniveau van de lerende liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun taalvaardigheden te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als motiverend en plezierig.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren, kan als nadeel worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Samen behelzen ze ‘de eed van zuiverheid’. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als de inspirator van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van lesboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen trainer en lerenden. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. De lerenden zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan heel motiverend werken. De les in de vreemde taal is niet voorspelbaar. Dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk item kan besproken worden in een les volgens de Dogme-benadering. Op deze manier blijven de studenten alert en betrokken.
De studenten kunnen zich echter wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent. Ook is niet elke taaldocent in voldoende mate flexibel voor dit type onderwijs. Een bijkomend minpunt kan zijn dat studenten zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld in de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. Deze zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de vreemde taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing werkt eenvoudig: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend tot het soepel gaat en de lerenden simultaan met de opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de studenten te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Argüelles raadt aan lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, omdat fysieke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de taal veel effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills gebruikt werden in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-methode heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen voortdurend taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, de spreekvaardigheid volgt pas daarna.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; de lerenden geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methodiek zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe geschikt voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en deze leermethodiek kan ook in wat grotere klassen toegepast worden. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker niveau werkt en een andere leermethodiek nodig is als aanvulling. De leermethodiek is bovendien niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren 80 van de negentiende eeuw. Deze Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn, ontstond omstreeks 1900. Overigens had deze Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar ook op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. Er ontstond op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd grammatica vooral inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd aangemoedigd de studenten veel te laten praten. Het was eveneens nieuw dat de taallessen in de vreemde taal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taallessen. Aan de hand van plaatjes en voorbeelden werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de lerenden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede onder invloed van de oorlogen en crises ebde de golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te vinden in de jaren zestig.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen de studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Aan de methode kleven echter ook minpunten. De methode besteedt veel minder aandacht aan de schrijfvaardigheid en relatief ook minder aan lezen in de doeltaal. Voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode niet genoeg uitdagingen. Omdat de Directe Methode is gestoeld op een dynamische inzet vanuit de studenten is de methode eveneens niet zeer geschikt voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een taaldocent gebaseerd, die maar één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en de bijbehorende beweging. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai kan zijn om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en de lerenden aan te moedigen om fouten te verbeteren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaldocenten niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn blokjes met verschillende kleuren die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn de ideeën van Gattegno van invloed geweest, hoewel de Stille Manier in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de leermethode van Gattegno is dat zijn aanpak voor lerenden niet-bedreigend is, die immers worden beschouwd als autonoom. De taaltrainer is in feite dienstbaar aan de lerende, niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerenden ‘mogen’ fouten maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Een minpunt van de leermethode kan zijn dat een aantal lerenden meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door het gebrek aan input van de taaltrainer zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De docent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor voelen studenten zich ontspannen. Zo worden woorden en structuren van de nieuwe taal ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De taaldocent wijst lerenden op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal maken, is een variant. Hierbij schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertalingen erbij, om daarna hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanboort, is er sprake van breinvriendelijk leren. Voor de lerenden is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Het werkt heel motiverend voor de studenten om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van taaldocenten vraagt, is een nadeel.
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen met een tweetalige tekst die in Egypte werd ontdekt, met behulp waarvan de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om met behulp van een computer een vreemde taal te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. Zo kunnen lerenden hun uitspraak met die van moedertaalsprekers (native speakers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldspreker iets langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid te oefenen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan met de mogelijkheid om de fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door lerenden gebruikt worden. Welke delen wat meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel studenten ervaren het als prettig om te werken met de methode. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode uitkomst bieden voor scholen. Een keerzijde is dat er geen docent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnen/dialoog die de student naspreekt en vervolgens herhaalt. De zinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De grammaticale structuren worden niet uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee geleerde informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder meer in de Verenigde Staten worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt heel goed om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier spreken op een normaal tempo.
Het feit dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De gebruikers leren geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ principe was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen die zijn ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt met reeds bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal, als deze er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerenden de makkelijke stof hebben begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnetjes in de doeltaal worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruikers zelf zinnetjes kunnen construeren. Ook maakt de methode gebruik van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel mensen zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de te leren taal en vinden de cursus plezierig werken. Gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen trainen de luistervaardigheid alsook de uitspraak op een efficiënte manier en de cursussen zijn erg toegankelijk. Een keerzijde van de methode is dat deze taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode van Michel Thomas audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter werken de lerenden ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Naast de dialoog staat de vertaling, alsook de uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te trainen, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De cursussen zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de cursist aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaltrainer om de lerende te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuur worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om vrijwel foutloos te leren verstaan en spreken, wat begint met iemand na kunnen spreken. Herhaling is het middel hiertoe; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen alsook structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainer kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en dan een nieuw woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal wordt pas behandeld zodra de mondelinge taal vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel bezwaren. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruik. Luistervaardigheid, waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. De correcte uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. Deze methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige wijze te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. Deze GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd worden herhaald. De zinnen en woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. De woorden en/of zinnen of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds aangepast; woorden die geleerd zijn, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat deze zinnen of woorden in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis ook relevant en betekenisvol is voor de student. Deze methode kan functioneren voor woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, zou deze GoldList Method goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze methode. Talen zijn veel meer dan alleen een reeks losse woorden of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal aan te leren. Zo leert de student onbewust ook de taalregels van de vreemde taal. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de leermethode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de student in de taal wordt ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. De leeractiviteiten in de te leren taal dienen stimulerend te zijn om te zorgen dat de studenten plezier van de ervaring hebben.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen deze twee leermethoden is dat de Directe Methode meer focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is vaak aangetoond. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers, doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Het geleerde beklijft langer, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten ook niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de methodiek van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. De vaste combinaties worden aan de lerenden aangedragen in reële situaties met behulp van dramatiseringen, visualisaties, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethode worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de vreemde taal op een accurate wijze geleerd wordt, is het voordeel van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn voor die situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. De werkwijze is nogal tijdrovend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is behoorlijk beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de vreemde taal in de praktijk te brengen met behulp van CLT-technieken door de interactie met de docent en onderling. Authentieke teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en docenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer vraag om talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de woorden die zij moeten weten. CLT is efficiënt. Deze methode is voor de lerende stimulerend omdat hij of zij snel succeservaringen heeft. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaltrainer en van studentent vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een vreemde taal leren ongewoon of moeilijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Meidinger ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica centraal stond omstreeks 1783. Meidinger wordt beschouwd als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse uit van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot vrij recent van grote invloed geweest op het taalonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzicht in de structuur, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor studenten voor het leren in groepsverband. De lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. De lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Naar het land van de vreemde taal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden ontwikkeld met de methode van onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode zo intensief is, is het grote voordeel dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet daadwerkelijk in de vreemde taal gaan communiceren. In principe zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een bijkomend minpunt zijn. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal) te leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent en de studenten van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om deze situatie te creëren. De lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek tijdens de klas. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden zo overgehaald om te luisteren en ze konden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek was omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen van de methode zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende geen hinder heeft van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methodiek is dat de student gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding taaldocent-lerende niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent optreedt als een counselor die de zinnen van de lerenden parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de lerenden de taal nog niet genoeg machtig zijn. De taaltrainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. De gesprekken worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels zinvolle gesprekken. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL is sterk afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren als deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden veel studenten nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich een stuk bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren om in teamverband te werken. Door het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les leren studenten veel. Zulke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Een nadeel van de methode van CLL kan zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Een aantal studenten wordt in hun spreken geremd als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt de woordenschat een grotere plaats in dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor de lerende om de taal zelf te ontdekken.
De rol van de taaldocent is te zorgen voor genoeg inbreng en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de afgelopen drie decennia zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht besteed aan de woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een drastische omwenteling in de wijze waarop taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren de vreemde taal op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal) te werken; met ‘echte’ taal. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Sommige studenten hebben moeite om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen en hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan al gauw in de nieuwe taal denken doordat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin was enige tijd een succes, ondanks dat de methode een ongebruikelijke aanpak had. De leermethode van François Gouin werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden van de lerende sterk ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode garandeert levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De methode maakt de lerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt vrij intensief gestimuleerd met de methode.
De leermethode van François Gouin heeft als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief is, lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een bijkomend nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series voor moet bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat de verwerving van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat zij over regels van de taal en woordenschat van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, boodschappen doen, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken moeten net boven het kennisniveau van de lerende liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun taalvaardigheden te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als motiverend en plezierig.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren, kan als nadeel worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Samen behelzen ze ‘de eed van zuiverheid’. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als de inspirator van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van lesboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen trainer en lerenden. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. De lerenden zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan heel motiverend werken. De les in de vreemde taal is niet voorspelbaar. Dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk item kan besproken worden in een les volgens de Dogme-benadering. Op deze manier blijven de studenten alert en betrokken.
De studenten kunnen zich echter wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent. Ook is niet elke taaldocent in voldoende mate flexibel voor dit type onderwijs. Een bijkomend minpunt kan zijn dat studenten zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld in de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. Deze zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de vreemde taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing werkt eenvoudig: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend tot het soepel gaat en de lerenden simultaan met de opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de studenten te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Argüelles raadt aan lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, omdat fysieke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de taal veel effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills gebruikt werden in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-methode heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen voortdurend taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, de spreekvaardigheid volgt pas daarna.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; de lerenden geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methodiek zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe geschikt voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en deze leermethodiek kan ook in wat grotere klassen toegepast worden. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker niveau werkt en een andere leermethodiek nodig is als aanvulling. De leermethodiek is bovendien niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren 80 van de negentiende eeuw. Deze Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn, ontstond omstreeks 1900. Overigens had deze Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar ook op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. Er ontstond op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd grammatica vooral inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd aangemoedigd de studenten veel te laten praten. Het was eveneens nieuw dat de taallessen in de vreemde taal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taallessen. Aan de hand van plaatjes en voorbeelden werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de lerenden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede onder invloed van de oorlogen en crises ebde de golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te vinden in de jaren zestig.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen de studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Aan de methode kleven echter ook minpunten. De methode besteedt veel minder aandacht aan de schrijfvaardigheid en relatief ook minder aan lezen in de doeltaal. Voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode niet genoeg uitdagingen. Omdat de Directe Methode is gestoeld op een dynamische inzet vanuit de studenten is de methode eveneens niet zeer geschikt voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een taaldocent gebaseerd, die maar één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en de bijbehorende beweging. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai kan zijn om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en de lerenden aan te moedigen om fouten te verbeteren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaldocenten niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn blokjes met verschillende kleuren die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn de ideeën van Gattegno van invloed geweest, hoewel de Stille Manier in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de leermethode van Gattegno is dat zijn aanpak voor lerenden niet-bedreigend is, die immers worden beschouwd als autonoom. De taaltrainer is in feite dienstbaar aan de lerende, niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerenden ‘mogen’ fouten maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Een minpunt van de leermethode kan zijn dat een aantal lerenden meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door het gebrek aan input van de taaltrainer zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De docent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor voelen studenten zich ontspannen. Zo worden woorden en structuren van de nieuwe taal ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De taaldocent wijst lerenden op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal maken, is een variant. Hierbij schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertalingen erbij, om daarna hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanboort, is er sprake van breinvriendelijk leren. Voor de lerenden is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Het werkt heel motiverend voor de studenten om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van taaldocenten vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen met een tweetalige tekst die in Egypte werd ontdekt, met behulp waarvan de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om met behulp van een computer een vreemde taal te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. Zo kunnen lerenden hun uitspraak met die van moedertaalsprekers (native speakers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldspreker iets langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid te oefenen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan met de mogelijkheid om de fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door lerenden gebruikt worden. Welke delen wat meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel studenten ervaren het als prettig om te werken met de methode. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode uitkomst bieden voor scholen. Een keerzijde is dat er geen docent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnen/dialoog die de student naspreekt en vervolgens herhaalt. De zinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De grammaticale structuren worden niet uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee geleerde informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder meer in de Verenigde Staten worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt heel goed om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier spreken op een normaal tempo.
Het feit dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De gebruikers leren geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ principe was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen die zijn ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt met reeds bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal, als deze er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerenden de makkelijke stof hebben begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnetjes in de doeltaal worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruikers zelf zinnetjes kunnen construeren. Ook maakt de methode gebruik van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel mensen zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de te leren taal en vinden de cursus plezierig werken. Gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen trainen de luistervaardigheid alsook de uitspraak op een efficiënte manier en de cursussen zijn erg toegankelijk. Een keerzijde van de methode is dat deze taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode van Michel Thomas audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter werken de lerenden ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Naast de dialoog staat de vertaling, alsook de uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te trainen, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De cursussen zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de cursist aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaltrainer om de lerende te motiveren of te begeleiden.
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Babbel en Mondly.
Er bestaat echter een betere methode om een taal te leren om een vreemde taal te leren: De Methode van Dagnall.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Tot slot beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen continu in op actuele thema’s en ontwikkelingen die voor de cursist interessant zijn. De trainers van Dagnall Talen zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Auditief, visueel of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behalen wij het hoogste rendement bij onze taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen ons handelsmerk geworden, maar ze creëert ook de meerwaarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd. Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Staphorst.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Staphorst
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden met blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dit wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online! Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Staphorst op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en het vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Taleninstituut eveneens over een handige eigen App, geschikt voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat lerenden altijd en overal, dus 24/7, toegang op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat hebben. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Cursisten kunnen dus een taal leren wanneer en waar het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, technische termen, specifieke productnamen en juridische termen in onze App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft na afloop van de training in Staphorst is afgerond. Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid. Diegenen die meerdere talen spreken, zijn derhalve onmisbaar in veel organisaties en bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus & blended taalcursus beschikbaar. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor technische en zakelijke taaltrainingen online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Het onderstaande is voldoende voor (taal)cursussen in een virtuele classroom: - Laptop, pc/iMac of tablet met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Onze onlinecursussen en blended taalcursussen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten
De online alsook de blended taalcursussen van Dagnall worden door onze gekwalificeerde en toegewijde native (moedertaal) docenten gegeven
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze trainers zijn HBO dan wel universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn betaalbare maatwerktrainingen die speciaal op uw behoeften en wensen afgestemd worden
De inhoud wordt op het leerplan afgestemd om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt de cursisten om de taaldoelen vlot en zelfverzekerd te bereiken
De Dagnall online (of blended) taalcursussen bestaan uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuren die u in de voorbereiding en voortzetting van de lessen hebt geleerd, actief toe
Dankzij de combinatie van videosessies en zelfstudie komen de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
De lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en niets hoeft te missen
Onze trainers geven naast de taalcursus eveneens tips voor nog meer mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Structuur en vakbekwaamheid leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursisten en de taaldocent en zijn van groot belang voor het slagen van een taaltraining .
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Staphorst ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Staphorst ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Voor aanvang van de cursus krijgt de cursist een intake, om een beeld te krijgen van het taalniveau bij het begin. Aan de hand van het Europees Referentiekader (ERK) wordt dit taalniveau bij het begin omschreven. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
De cursist ontvangt na afloop van de cursus bij ons taleninstituut in Staphorst het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese norm om niveaus van taalvaardigheid in te kunnen delen. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het Europees Referentiekader (ERK) kenschetst vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: lezen, luisteren, spreken, schrijven en het voeren van gesprekken. De Engelstalige naam en afkorting wordt eveneens vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader hanteert ook 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker. De zes niveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A is van toepassing op beginners. Een cursist die niveau B beheerst, bezit alle basisvaardigheid in de Franse taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die Frans met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C geeft aan dat iemand de geleerde taal erg goed kan gebruiken in allerlei verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor de vertaalbranche en stelt onder meer eisen aan mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee maal proefgelezen door twee specialisten. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall Taleninstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. ‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstellingen en heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO geleverd wordt, bijvoorbeeld bij ons taleninstituut in Staphorst, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstituten in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met verschillende andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle leden van de NRTO zijn ondernemers.NRTO-leden werken klant- en resultaatgericht en kunnen zich snel aanpassen aan veranderende omstandigheden en leveren altijd maatwerk.Het aanbod van aan cursussen van bijvoorbeeld ons taleninstituut in Staphorst sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Hiervoor is continue innovatie essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse commissies, besturen en adviesraden vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van EU-burgers te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die nodig zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan nodig worden bewaard en de persoonsgegevens moeten te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging. Vanzelfsprekend voldoet Dagnall aan alle eisen die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens heel beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Staphorst zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat houdt in dat ons taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall Talen lagere prijzen aan u berekenen. Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Staphorst
Wilt u contact opnemen met ons taleninstituut in Staphorst? Bent u benieuwd naar onze werkwijze? U kunt ons een e-mail sturen via taleninstituut-staphorst@dagnall.nl of bellen naar 0592-338012 (geen menu).
Of ga naar ons contactformulier. Vraagt u gelijk het gratis Dagnall informatiepakket aan.
De beste route naar een taleninstituut in Staphorst!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw locatie volgen of in Zwolle, bijvoorbeeld bij Coachhuis Zwolle aan de Kamperstraat 35A in Zwolle. Ons taleninstituut verzorgt ook taalcursussen in Staphorst bij bijvoorbeeld Hotel & Restaurant Waanders aan de Rijksweg 12, bij De Koperen Hoogte aan de Lichtmisweg 51 in Zwolle en bij Van der Valk Hotel Zwolle aan de Nieuwleusenerdijk 1 in Zwolle.
U kunt vergaderen in Staphorst bij bijvoorbeeld bij Hotel Waanders aan de Rijksweg 12.
In de omgeving van het huidige Staphorst, moet reeds sprake zijn geweest van bewoning in de periode 3000-2200 v.Chr.; de steentijd. Dit waren rondtrekkende jagers en vissers. Door overstromingen en veenvorming was het gebied niet goed bewoonbaar totdat veel later, pas in de Middeleeuwen, de veengronden werden ontgonnen. De oudst gevonden akkers, bewijs van permanente bewoning, dateren van 1150-1350 n.Chr.
De naam ‘Staphorst’ komt voor het eerst voor in een oorkonde uit het jaar 1217. Hierin werd de ‘Hoeve Staphorst’ genoemd. De nederzettingen zijn in de loop van de eeuwen meerdere malen verplaatst. De naam ‘Staphorst’ bestaat uit de woorden stap wat ‘vonder’/‘loopbruggetje’ betekent en horst; ‘struikgewas’ of “kleine hoogte op een plaats bezet met struiken of kreupelhout”.
Staphorst ligt in de streek Salland en in de Kop van Overijssel. Plaatsen in de omgeving van Staphorst zijn Hasselt, IJhorst, Meppel, Nieuwleusen, Punthorst, Rouveen, De Wijk, Zwartsluis en Zwolle.
Staphorst ligt in de provincie Overijssel. In de gemeente Staphorst wonen ruwweg 17.000 mensen.
Woon je in Staphorst, dan ben je een ‘Staphorstenaar’ of een ’Staphorster’. Bekende Staphorstenaren zijn Roelof Bisschop, Hendrik Sterken Rzn, Aalt Toersen en Klaas Weide. Iets wat bij Staphorst hoort, wordt ‘Staphorster’ genoemd, zoals bijvoorbeeld het Staphorster Bos.
Staphorst is een plaats en het is ook de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente waar ook IJhorst, Punthorst en Rouveen onder vallen.
Staphorst - internationaal & scholing
Kernen
Onder de gemeente Staphorst vallen eveneens Rouveen, IJhorst en Punthorst.
Hoger onderwijs
In Staphorst bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Denk je aan Staphorst, dan denk je aan religie, boerderijen met groene luiken en klederdracht met het Staphorster stipwerk. Staphorst fungeert als forenzenplaats voor Zwolle en Hoogeveen. Staphorst staat als een diepgelovig dorp bekend.
Staphorst - minder bekend
Minder bekend is dat er geen enkele katholieke kerk te vinden is in Staphorst en het van oorsprong katholieke feest van Sinterklaas wordt in Staphorst niet gevierd.
Verkleinwoorden worden gevormd met -ie in plaats van ‘-je’: dakkie. In Staphorst en omgeving wordt de ‘ui’ een uu (huus voor ‘huis’). De ‘oo’ klinkt vaak als oe en de ‘ee’ als ie. De ‘aa’ wordt uitgesproken als ae of è (vaeke voor ‘vaak’).
In Staphorst spreekt men van een störk en niet van ‘ooievaar’. Een ‘biggetje’ is een keugie. Waar men in Staphorst niet veel van moet hebben is t vleis veur de roet’n en de botten op bedde: “het geld uitgeven aan uiterlijk vertoon”.
“Staphorst, een prima variant”
Staphorst - zakelijk
De gemeente Staphorst
Het netnummer van Staphorst is 0522. Het postcodegebied van Staphorst is 7950 - 7951. Het adres van het gemeentehuis van Staphorst is Binnenweg 26, 7951 DE in Staphorst. De website van de gemeente Staphorst is Staphorst.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Staphorst is 14 0522.
Zakendoen in Staphorst
Voor Staphorster ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Zwolle aan de Govert Flinckstraat 1, 8021 ET in Zwolle. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Staphorst is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Staphorst is KVK-kantoor Zwolle.
Grote internationaal opererende bedrijven zijn in Staphorst gevestigd op bedrijventerrein De Baarge of bedrijventerrein De Esch. In Staphorst bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: B en W Klaver, Brink Climate Systems, Brink Towing Systems, Manitou Center Nederland, Rollecate Groep (Rollecate, Kumij),
Transportbedrijf Redder Staphorst, Holland Ingredients in Meppel, Multiselect in Meppel, Novesta in Meppel, Pandriks Bake Off in Meppel, De Weerd Specerijen in Steenwijk en Dalessi Internationaal Transport in IJhorst. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Staphorster nieuwsportaal is De Diek.nl en Staphorster ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Overijssel - Nieuws. Ondernemers in Staphorst kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Staphorsters en ondernemingen in Staphorst kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant De Stentor - Staphorst.
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Staphorst een bezoek brengen aan Museum Staphorst.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om samen met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Staphorster voetbalclub VV Staphorst meespeelt. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Staphorst kunt u terecht bij TV Staphorst of bij MLTC in Meppel.
Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de cursus bij ons taleninstituut in Staphorst of met uw internationale (zaken)relatie bij Staphorst een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de buurt van Staphorst ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit. De nabijgelegen golfbaan voor Staphorst is Golfclub Havelte in Havelte. De adresgegevens van Golfclub Havelte zijn Kolonieweg 2, 7971 RA in Havelte. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0521-34 22 00. De website van de golfbaan is www.golfclubhavelte.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij restaurant Ons Huus, telefoonnummer 0521-34 31 34. Golfclub Zwolle is een andere golfbaan in de omgeving van Staphorst.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Staphorst die ook op Youtube kunnen worden bekeken. Door direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding te klikken, wordt het filmpje afgespeeld. Onder de filmpjes ziet u de locaties van Overijssel alsook Staphorst op Google Maps.
U kunt linksboven klikken om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Staphorst
Dronebeelden Staphorst
Google Maps Overijssel
Google Maps Staphorst
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Staphorst