Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Bedrijven en organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van de werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die u precies dat aanbiedt: Effectieve taaltrainingen van het hoogste niveau voor medewerkers, leidinggevenden en andere professionals in Spijkenisse en omgeving. Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak spreekt een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Spijkenisse in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Spijkenisse aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij ons vreemde talen leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Behalve de algemene taaltaalcursussen zijn organisaties vooral in werkgerelateerde taalcursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van klantenen. Wij zijn een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Spijkenisse. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel het door u beoogde resultaat.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Het is onze filosofie om talen te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Daarom gaat Dagnall Taleninstituut tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos kunnen leren. Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor u gemakkelijker en prettiger maken.
Door deze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. We brengen cursisten in grote stappen naar het gewenste niveau met dagelijks 15 minuten oefenen. Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Spijkenisse.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut stelt in overleg met u als opdrachtgever uw wensen en leerdoelen vast. U meldt de cursist(en) aan met de contactgegevens. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste niveau van de cursisten wordt bepaald, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met een offerte. Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en situatie.
De docent evalueert na enkele lessen de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden aangepast. U ontvangt een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die door de cursisten behaald zijn. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van ons instituut.
Desgewenst wordt het (individuele) contact met de deelnemers door Dagnall Talen verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele cursisten gedaan Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht van ons. Deze dienen vóór de intakedatum te worden teruggestuurd Dagnall verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall geadviseerd en vastgesteld in overleg De indeling van de deelnemers geschiedt per taal en taalniveau Wij sturen u altijd een offerte op maat! Dagnall Talen verzorgt de logistiek van het lesmateriaal en de cursusbenodigdheden Dagnall Taleninstituut brengt geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen in rekening Continuïteit van de planning van de cursus(sen) alsook het lesprogramma wordt door Dagnall gegarandeerd en bewaakt Dagnall Talen is flexibel en betrokken!
Sinds 1982 is Dagnall werkzaam op taalgebied en verzorgt sinds 1982 maatwerk taalcursussen zakelijk voor het bedrijfsleven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Spijkenisse en omgeving. Het taleninstituut Dagnall Talen maakt gebruik van kundige en ervaren docenten die echte specialisten op gebied van taal zijn en al menig cursus zakelijk aan bedrijven en (overheids)organisaties in Stadsregio Rotterdam hebben gegeven.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte werkwijze, biedt taleninstituut Dagnall Talen u zeer betaalbare en effectieve taalcursussen in Spijkenisse. Taleninstituut Dagnall Talen zorgt voor het hoogste rendement; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Spijkenisse
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Taalcursussen die toegespitst zijn op het verbeteren van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn bij veel bedrijven intussen gemeengoed. Werknemers met beperkte of zonder beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkvloer en willen graag en beter en/of sneller communiceren op de werkvloer.
Zij willen de instructies op het werk goed kunnen begrijpen en opvolgen. De mensen willen graag met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk hun ambities op hun werkgebied verwezenlijken. Dit vereist een investering in mensen en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf.
Dagnall Taleninstituut geeft betaalbare maatwerk taaltrainingen voor het vergroten van de spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer. Ons taleninstituut helpt en leert de cursist hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen in zijn/haar baan. Dagnall stemt de taallessen af op de wensen van de opdrachtgever en op het niveau van de cursist(en). Naast de taallessen, krijgt de deelnemer frequent praktijkopdrachten gedurende de cursus, die de continuïteit van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de training verhogen.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Ons instituut let ook op de minder belichte kant van veel taalcursussen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun poging om de taal machtig te zijn, om de cultuur en gebruiken van het betreffende land en het bedrijf te begrijpen en om de wereld door middel van taal uit te breiden. Dat vergt veel inzet en motivatie. Daarnaast heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten met de taaldocent per week. Dit is niet altijd toereikend.
Onderscheidend
Ons instituut is onderscheidend door in te zetten op het vergroten van het draagvlak voor een taalcursus op de werkvloer. Ons taleninstituut moedigt zowel collega’s als leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie aan om voor een voortdurend proces van taalverwerving te zorgen, door direct vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursist in de doeltaal te communiceren. Door de relevantie van taal op de werkvloer consequent op deze wijze uit te dragen, wordt de waarde van een goede talenkennis samen ervaren en voelen deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Spijkenisse
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een taaltraining (bij een taleninstituut in Spijkenisse) die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van vaardigheden en kennis om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut met een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie of het bedrijf. De taaltrainers van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en spelen voortdurend op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer plezierige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall in Spijkenisse. Deze, door de jaren heen verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursisten zelf past.
Een vreemde taal effectief leren in Spijkenisse bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie uit handen kunt geven. Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt Dagnall Taleninstituut gebruik van gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te garanderen. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Spijkenisse worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Spijkenisse
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Spijkenisse en omgeving. Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles. De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en een zeer hoog rendement. Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. De leergroepen houden wij bij voorkeur zo klein mogelijk de deelnemers maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen. De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen omdat in vrij korte tijd behoorlijk veel kennis wordt geleerd. Doordat de taalcursus intensief is, wordt meer vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk. Nog een belangrijk voordeel van een individuele cursus is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist. Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal. Ook zijn individuele taalcursussen ideaal op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere lerenden is het belangrijkste voordeel van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal in de groep door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van elkaars fouten kunnen leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. De afwisseling die zo geboden wordt, kan door cursisten als leuker worden ervaren. Omdat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt . Ook zijn voor de cursisten groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen alleen met de docent worden gedaan en gevoerd. Omdat er geen interactie met andere cursisten is, kan het geleerde niet in groepsverband geoefend worden. Ook is het niet mogelijk om van foutjes van anderen te leren omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen cursisten wat sneller afgeleid zijn. Het rendement ligt daardoor iets lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen). Een groepscursus kan ook minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden. Dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van individuele cursisten, is een bijkomstig minpunt van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut verzorgt cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij de taalcursussen eveneens incompany en online aan. Bij Taleninstituut Dagnall volgt u bijvoorbeeld een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Vanzelfsprekend is een combinatie van deze trainingen ook mogelijk. Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalbeheersing betekent zowel kennen (weten) als kunnen (de toepassing van de kennis). Door de focus te leggen op kunnen, is de deelnemer in staat na voltooiing van de taaltraining in Spijkenisse de verworven kennis snel en actief in de praktijk toe te passen.
Al gauw kunt u communiceren in de nieuwe taal. Wat een verrijking! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les volledig in de doeltaal plaatsvond. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten kunnen verstaan en spreken; dit begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltaaltrainers kunnen bijvoorbeeld een zin tien keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Er wordt veel gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al snel in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een juiste uitspraak wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen toegepast worden.
Tevens heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de lerenden. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen op een zodanige manier te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze zinnen en woorden van de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gaat automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer de kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. De methode kan goed functioneren voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList-methode kan functioneren voor studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een nadeel. Taal is uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien nogal tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven lijsten aangelegd moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op die manier leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode is het meest effectief als de lerende wordt ondergedompeld in de vreemde taal. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode lijkt erg op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de beide methoden is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling zeer effectief is. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven bij taaldocenten. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt vooral gelegd op het impliciet leren van de grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de leermethode meer op dan het leren van woordenschat. Bij de Structurele Aanpak draait het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van woorden en groepen woorden in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties worden aangedragen aan de studenten in betekenisvolle situaties middels visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op grote schaal om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de taal op een nauwkeurige wijze geleerd wordt. Lerenden krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situatie bepaalde woorden en woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent eveneens keerzijden. Deze manier van werken kost behoorlijk veel tijd en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving en/of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in diverse situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent echt een trainer, die de student helpt in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa was er een grotere vraag aan het leren van vreemde talen op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend doordat zij snel succes ervaren. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerende. Deze manier van een taal leren, is voor bepaalde studenten lastig of ongebruikelijk, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van taalvaardigheden; het gaat vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger beschouwd van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, cultuur en wetenschap was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was volledig op vertalen en grammatica gericht. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt kennis over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Alhoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode vormt een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt ook inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt deze methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studentenn. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion) wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal wordt omgeven. De instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving veelal in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De lerenden oefenen het spreken één-op-één of in een klein groepje. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere methode om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode vrij intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten daadwerkelijk in de doeltaal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerenden zijn in principe 24 uur per dag aan het leren. In groepsverband versterkt het samen oefenen de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de leermethode. Als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een bijkomend minpunt kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de docent en studenten zijn daarvoor van essentieel belang. Dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die in een halve cirkel geplaatst waren en in de les was ook altijd muziek. De leermethodiek zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Het voorlezen werd gedaan met veel expressie in stem en gebaren. Lerenden werden op deze manier uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel aandacht tijdens de lessen. In de klas werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van de methode wordt nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student minder hinder van frustratie of faalangst zal hebben. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethodiek. Voor sommigen is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommige mensen ook afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent optreedt als counselor die de zinnen van de lerende kenschetst. De lerenden starten een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Een leerboek wordt niet gevolgd; het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De expertise van de docent-counselor is sterk van invloed op het succes van CLL. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De trainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerende te vertalen. CLL kan goed werken wanneer deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt voor lerenden een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden de lerenden vaak zinvol. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden lerenden zich zo veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren als team samen te werken. Studenten leren veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de lessen. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de student.
Het kan een keerzijde zijn dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen gehouden. Daardoor is het succes moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken geremd als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat een grotere plaats in dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de lerenden om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de docent is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat geschonken die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende verandering in de manier waarop taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de te leren taal gaan denken.
Populariteit
Gouin’s concepten over taal waren bijzonder vooruitstrevend. De seriemethode van Gouin was gedurende een bepaalde periode een succes, ondanks de ongewone aanpak. Deze methode van Gouin werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en de methode zorgt voor een sfeer in de lessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit soort onderwijs enthousiasme bij de lerenden op. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de studenten goed.
Het nadeel van de seriemethode van Gouin is dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, wat lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series moet voorbereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een drankje bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van studenten (vooral studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun vaardigheid te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen met andere studenten te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als prettig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor lerenden die niet heel precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; de beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen is het doeleinde van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs zonder leerboeken wil bieden of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerenden en de taaldocent focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de parallellen met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor taaldocenten. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. Zo zijn de taallessen nooit voorspelbaar. Dit creëert spontane communicatie en voorkomt verveling. Bijna elk onderwerp kan in een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Dit zorgt dat studenten betrokken en alert blijven.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent kunnen lerenden zich echter ongemakkelijk voelen. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle trainers voldoende flexibel. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de lessen, kan een ander keerzijde zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemer nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemende studenten zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode is relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Diverse leerboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat lichamelijke beweging de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een andere grond zodat het werken aan de taal een stuk effectiever gaat.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is ook het simultaan spreken afwijkend.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waarin is aangetoond dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement is hoog.
De keerzijde van de techniek van Shadowing is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engelse les. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke inbreng krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek levert een snelle succeservaring op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is TPR® voor alle doelgroepen inzetbaar, ongeacht achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook in wat grotere klassen worden toegepast. De taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker taalniveau werkt en daarnaast een andere methodiek (als aanvulling) nodig is. Daarnaast is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefden de mensen naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief aangeleerd, aan de hand van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de lerenden de taalregels afleiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal. De lerenden werden aangemoedigd vaak te spreken. Dat de les in de doeltaal gegeven werd, was ook nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taallessen. Door middel van voorbeelden en afbeeldingen werd de vocabulaire aangeleerd. Lerenden brachten zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels onder invloed van de oorlogen en crises ebde deze golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het grote pluspunt. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Aan de Direct Methode kleven echter eveneens nadelen. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal weinig. Dez methode biedt onvoldoende uitdagingen voor studenten die verder meer gevorderd zijn. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode actief meedoen van de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een docent gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten spelling aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan door lerenden als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties los te krijgen en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak van de te leren taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way van Gattegno gebruikt. De methodiek maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel de Stille Manier in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast, zijn Caleb Gattegno’s ideeën vooral bij het leren van de uitspraak wel van belang geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de aanpak van Gattegno is dat zijn methode voor de student niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom gezien wordt. De trainer is in principe aan de lerenden dienstbaar en niet omgekeerd. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel van de leermethode zijn. Lerenden kunnen gefrustreerd worden door het gebrek aan input van de trainer. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student aan veel begrijpelijke input blootgesteld. De trainer vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich doordat de verhalen van de trainer vrij eenvoudig te begrijpen zijn. Op deze manier worden woorden en structuren ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De trainer wijst de student op grammaticale verschijnselen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groepje lerenden een verhaal op te bouwen. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun vertalingen, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de taalkennis wordt goed onthouden. Omdat TPRS ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPR Storytelling een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor lerenden en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is ontdekt in Egypte met tweetalige teksten, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de cursussen kunnen vanuit al deze talen worden gevolgd.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een student om zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal te vergelijken met die van native speakers (moedertaalsprekers). Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft taalfouten aan, waarbij taalfouten van de student kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en kan op ieder moment door studenten worden ingezet. De studenten bepalen zelf welke delen wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan Rosetta Stone voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt van de methode is dat geen trainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
De cursus bestaat uit zinnen en dialogen in de doeltaal die door studenten worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. De les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe woordenschat en taalstructuren in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuren van de nieuwe taal niet apart uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De studenten zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier praten en in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur zeer goed als uitspraakverbeteraar.
Een minpunt van de leermethodiek is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen die zijn ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruikers op de pauzeknop drukken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De les wordt in kleine delen opgebouwd en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal gewezen, als deze verbanden er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de studenten het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruiker zelf zinnetjes kan bouwen. Ook gebruikt de methodiek van flashcards zodat studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. Mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode traint de uitspraak en de luistervaardigheid van de vreemde taal op een efficiënte wijze en de methode is heel toegankelijk. Het feit dat deze cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel. Ook is er geen echte interactie, omdat de methode een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel een hooggegrepen streven voor een taalcursus is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De cursisten werken bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale toelichting. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native speakers en die de gebruikers daarna herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de methode van Assimil is dat de cursist in zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent beschikbaar om de cursist te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les volledig in de doeltaal plaatsvond. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten kunnen verstaan en spreken; dit begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltaaltrainers kunnen bijvoorbeeld een zin tien keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Er wordt veel gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al snel in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een juiste uitspraak wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen toegepast worden.
Tevens heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de lerenden. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen op een zodanige manier te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze zinnen en woorden van de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gaat automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer de kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. De methode kan goed functioneren voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList-methode kan functioneren voor studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een nadeel. Taal is uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien nogal tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven lijsten aangelegd moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op die manier leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode is het meest effectief als de lerende wordt ondergedompeld in de vreemde taal. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode lijkt erg op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de beide methoden is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling zeer effectief is. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven bij taaldocenten. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt vooral gelegd op het impliciet leren van de grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de leermethode meer op dan het leren van woordenschat. Bij de Structurele Aanpak draait het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van woorden en groepen woorden in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties worden aangedragen aan de studenten in betekenisvolle situaties middels visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op grote schaal om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de taal op een nauwkeurige wijze geleerd wordt. Lerenden krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situatie bepaalde woorden en woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent eveneens keerzijden. Deze manier van werken kost behoorlijk veel tijd en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving en/of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in diverse situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent echt een trainer, die de student helpt in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa was er een grotere vraag aan het leren van vreemde talen op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend doordat zij snel succes ervaren. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerende. Deze manier van een taal leren, is voor bepaalde studenten lastig of ongebruikelijk, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van taalvaardigheden; het gaat vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger beschouwd van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, cultuur en wetenschap was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was volledig op vertalen en grammatica gericht. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt kennis over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Alhoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode vormt een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt ook inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt deze methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studentenn. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion) wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal wordt omgeven. De instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving veelal in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De lerenden oefenen het spreken één-op-één of in een klein groepje. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere methode om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode vrij intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten daadwerkelijk in de doeltaal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerenden zijn in principe 24 uur per dag aan het leren. In groepsverband versterkt het samen oefenen de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de leermethode. Als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een bijkomend minpunt kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de docent en studenten zijn daarvoor van essentieel belang. Dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die in een halve cirkel geplaatst waren en in de les was ook altijd muziek. De leermethodiek zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Het voorlezen werd gedaan met veel expressie in stem en gebaren. Lerenden werden op deze manier uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel aandacht tijdens de lessen. In de klas werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van de methode wordt nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student minder hinder van frustratie of faalangst zal hebben. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethodiek. Voor sommigen is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommige mensen ook afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent optreedt als counselor die de zinnen van de lerende kenschetst. De lerenden starten een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Een leerboek wordt niet gevolgd; het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De expertise van de docent-counselor is sterk van invloed op het succes van CLL. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De trainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerende te vertalen. CLL kan goed werken wanneer deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt voor lerenden een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden de lerenden vaak zinvol. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden lerenden zich zo veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren als team samen te werken. Studenten leren veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de lessen. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de student.
Het kan een keerzijde zijn dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen gehouden. Daardoor is het succes moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken geremd als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat een grotere plaats in dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de lerenden om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de docent is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat geschonken die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende verandering in de manier waarop taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de te leren taal gaan denken.
Populariteit
Gouin’s concepten over taal waren bijzonder vooruitstrevend. De seriemethode van Gouin was gedurende een bepaalde periode een succes, ondanks de ongewone aanpak. Deze methode van Gouin werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en de methode zorgt voor een sfeer in de lessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit soort onderwijs enthousiasme bij de lerenden op. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de studenten goed.
Het nadeel van de seriemethode van Gouin is dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, wat lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series moet voorbereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een drankje bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van studenten (vooral studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun vaardigheid te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen met andere studenten te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als prettig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor lerenden die niet heel precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; de beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen is het doeleinde van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs zonder leerboeken wil bieden of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerenden en de taaldocent focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de parallellen met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor taaldocenten. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. Zo zijn de taallessen nooit voorspelbaar. Dit creëert spontane communicatie en voorkomt verveling. Bijna elk onderwerp kan in een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Dit zorgt dat studenten betrokken en alert blijven.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent kunnen lerenden zich echter ongemakkelijk voelen. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle trainers voldoende flexibel. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de lessen, kan een ander keerzijde zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemer nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemende studenten zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode is relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Diverse leerboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat lichamelijke beweging de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een andere grond zodat het werken aan de taal een stuk effectiever gaat.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is ook het simultaan spreken afwijkend.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waarin is aangetoond dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement is hoog.
De keerzijde van de techniek van Shadowing is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engelse les. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke inbreng krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek levert een snelle succeservaring op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is TPR® voor alle doelgroepen inzetbaar, ongeacht achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook in wat grotere klassen worden toegepast. De taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker taalniveau werkt en daarnaast een andere methodiek (als aanvulling) nodig is. Daarnaast is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefden de mensen naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief aangeleerd, aan de hand van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de lerenden de taalregels afleiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal. De lerenden werden aangemoedigd vaak te spreken. Dat de les in de doeltaal gegeven werd, was ook nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taallessen. Door middel van voorbeelden en afbeeldingen werd de vocabulaire aangeleerd. Lerenden brachten zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels onder invloed van de oorlogen en crises ebde deze golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het grote pluspunt. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Aan de Direct Methode kleven echter eveneens nadelen. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal weinig. Dez methode biedt onvoldoende uitdagingen voor studenten die verder meer gevorderd zijn. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode actief meedoen van de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een docent gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten spelling aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan door lerenden als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties los te krijgen en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak van de te leren taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way van Gattegno gebruikt. De methodiek maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel de Stille Manier in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast, zijn Caleb Gattegno’s ideeën vooral bij het leren van de uitspraak wel van belang geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de aanpak van Gattegno is dat zijn methode voor de student niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom gezien wordt. De trainer is in principe aan de lerenden dienstbaar en niet omgekeerd. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel van de leermethode zijn. Lerenden kunnen gefrustreerd worden door het gebrek aan input van de trainer. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student aan veel begrijpelijke input blootgesteld. De trainer vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich doordat de verhalen van de trainer vrij eenvoudig te begrijpen zijn. Op deze manier worden woorden en structuren ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De trainer wijst de student op grammaticale verschijnselen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groepje lerenden een verhaal op te bouwen. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun vertalingen, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de taalkennis wordt goed onthouden. Omdat TPRS ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPR Storytelling een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor lerenden en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is ontdekt in Egypte met tweetalige teksten, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de cursussen kunnen vanuit al deze talen worden gevolgd.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een student om zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal te vergelijken met die van native speakers (moedertaalsprekers). Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft taalfouten aan, waarbij taalfouten van de student kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en kan op ieder moment door studenten worden ingezet. De studenten bepalen zelf welke delen wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan Rosetta Stone voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt van de methode is dat geen trainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
De cursus bestaat uit zinnen en dialogen in de doeltaal die door studenten worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. De les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe woordenschat en taalstructuren in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuren van de nieuwe taal niet apart uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De studenten zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier praten en in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur zeer goed als uitspraakverbeteraar.
Een minpunt van de leermethodiek is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen die zijn ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruikers op de pauzeknop drukken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De les wordt in kleine delen opgebouwd en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal gewezen, als deze verbanden er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de studenten het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruiker zelf zinnetjes kan bouwen. Ook gebruikt de methodiek van flashcards zodat studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. Mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode traint de uitspraak en de luistervaardigheid van de vreemde taal op een efficiënte wijze en de methode is heel toegankelijk. Het feit dat deze cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel. Ook is er geen echte interactie, omdat de methode een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel een hooggegrepen streven voor een taalcursus is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De cursisten werken bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale toelichting. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native speakers en die de gebruikers daarna herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de methode van Assimil is dat de cursist in zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent beschikbaar om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Er is eveneens een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate alsook online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er bestaat echter een betere manier om vreemde talen te leren: De Dagnall Methode.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tenslotte beschikken de docenten over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele thema’s of ontwikkelingen die voor de cursist interessant zijn. Onze docenten zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk toegepast kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk door zowel onze cursisten als onze taaltrainers als een zeer prettige methode wordt ervaren. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)training die online gevolgd kan worden, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’. Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Spijkenisse.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Spijkenisse
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten bij blended learning afwisselend wel een zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Spijkenisse op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Taleninstituut biedt naast het online leerplatform eveneens een handige App, geschikt voor Android alsook Apple. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een lerende overal en altijd, dus 24/7, toegang op elk beschikbare (mobiele) apparaten heeft. Op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals in het buitenland. Cursisten kunnen dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, juridische termen, technische termen alsook specifieke productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft beschikbaar na afloop van de training in Spijkenisse. Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taalvaardigheid veelal een uitdaging. Mensen die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven derhalve vaak onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining
Alleen het volgende is nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom: - Laptop, tablet of pc/iMac met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten
Onze online alsook de blended taalcursussen worden door toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) docenten gegeven
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaltrainers zijn universitair dan wel HBO opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – vlotte leervordering
Onze blended en online taalcursussen zijn maatwerktrainingen die specifiek op uw wensen en behoeften worden afgestemd
De inhoud wordt op het leerplan afgestemd zodat het leerproces structuur krijgt
Een duidelijke structuur helpt de cursist om de taaldoelen zelfverzekerd en snel te behalen
De online (of blended) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies worden de woordenschat en de structuren die in de voorbereiding en voortzetting van de les zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij het combineren van zelfstudie en videosessies komt het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
De lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursus ook tips voor verdere digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de trainer en de docent en zijn van groot belang voor het slagen van een taaltraining .
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Spijkenisse ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Spijkenisse ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Voor aanvang van de cursus doen we een intake met de cursist, om een inzicht te krijgen van zijn taalniveau bij het begin. Dit doen wij aan de hand van het Europees Referentiekader (ERK). Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Na het doorlopen van de cursus bij ons taleninstituut in Spijkenisse, ontvangt u een certificaat van Dagnall Talen waarop uw behaalde taalniveau is aangegeven.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een methode om verschillende taalniveaus op een uniforme manier te omschrijven, zodat ‘gevorderden’ in bijvoorbeeld Engeland eenzelfde taalvaardigheid hebben als ‘gevorderden’ in Duitsland. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse naam wordt ook veel toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Deze vijf taalvaardigheden krijgen in het ERK zes niveaus; van beginners tot bijna moedertaalsprekers. Deze zes beheersingsniveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A betekent dat de taalgebruiker de basisvaardigheden beheerst. Wie niveau B machtig is, wordt als een ‘zelfstandige taalgebruiker’ gezien. De taalbeheersing is zodanig dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in die vreemde taal. Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak lezen, verstaan, schrijven en spreken. Niveau C is het niveau van de (ver)gevorderde gebruiker. De taalbeheersing lijkt op dat van een moedertaalgebruiker.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de speerpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is speciaal voor vertaaldiensten en stelt onder meer eisen aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer proefgelezen door twee specialisten/editors. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall Talen is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en heeft ruim 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, zoals bij ons taleninstituut in Spijkenisse, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De de NRTO-gedragscode is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook met diverse andere organisaties samen, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle leden van de NRTO zijn ondernemers.Leden van het NRTO werken klant- en resultaatgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod van aan cursussen van bijvoorbeeld ons taleninstituut in Spijkenisse sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continu vernieuwen is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse adviesraden, commissies en besturen, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engelse naam: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. Deze verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doel noodzakelijk zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan nodig en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging te worden beschermd. Vanzelfsprekend voldoet Dagnall aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in heel beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Spijkenisse zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut staat ingeschreven in het CRKBO-register. CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat wij aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoen. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs aan u in rekening brengen. Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt. Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Spijkenisse
U kunt direct contact opnemen met Dagnall Taleninstituut in Spijkenisse. U kunt ons een e-mail sturen via taleninstituut-spijkenisse@dagnall.nl of bellen naar 010-2004112 (geen belmenu).
Of ga naar ons contactformulier. Bestel meteen het gratis Dagnall informatiepakket.
Het vlotste traject naar een taleninstituut in Spijkenisse!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw eigen locatie volgen of in Oud-Beijerland, bijvoorbeeld in het pand van SOLON Management & Organisatie aan de Laurens Jzn. Costerstraat 15a in Oud-Beijerland. Dagnall Taleninstituut kan eveneens taalcursussen in Spijkenisse verzorgen in bijvoorbeeld Atlas Hotel Holiday aan de Groene Kruisweg 11, in Carlton Oasis Hotel aan de Curieweg 1 en in Van der Valk Hotel Ridderkerk aan de Krommeweg 1 in Ridderkerk.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Spijkenisse kan bij congrescentrum Innovatiekracht aan de Plaatweg 15.
Spijkenisse was 10.000 jaar geleden al bewoond gebied. Er leefden steurvissers, is gebleken uit archeologische vondsten. Er was geen sprake van permanente bewoning en het gebied was nog moerasgebied. Vanaf de 3de eeuw v.Chr. waren er bewoners die zich in het gebied begonnen te vestigen. Het gebied was ook in de Romeinse tijd bewoond, maar deze bewoning verdween weer.
Pas in de 10de eeuw n.Chr. ontstonden er weer nederzettingen. De naam ‘Spickenisse’ wordt voor het eerst in een document uit 1231 genoemd. De naam ‘Spijkenisse’ (Spickenisse) is een verbastering van spieke (‘spits’) en nesse. Nesse betekent ‘neus’. In moderne taal betekent dit dus ‘een spits stuk land’.
Spijkenisse is gelegen in de Randstad in de Stadsregio Rotterdam en in de streek Voorne-Putten. Plaatsen in de buurt van Spijkenisse zijn Brielle, Hellevoetsluis, Oostvoorne, Oud Beijerland, Oude-Tonge, Poortugaal, Rhoon, Rotterdam, Rozenburg en Schiedam.
Spijkenisse ligt in de provincie Zuid-Holland. In de gemeente Spijkenisse wonen ruwweg 72.000 mensen.
Woon je in Spijkenisse, dan heet je een ‘Spijkenissenaar’. Bekende Spijkenisseners zijn Erik de Jong, Jessica Villerius en Nick van de Wall (Afrojack). Iets wat bij Spijkenisse hoort, wordt ‘Spijkenisses’ of ‘Spijkenisser’ genoemd, bijvoorbeeld het Spijkenisser dorp.
Spijkenisse is een stad en onderdeel van de gemeente Nissewaard die ook Abbenbroek, Geervliet, Heenvliet, Hekelingen, Simonshaven en Zuidland omvat.
Spijkenisse - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Spijkenisse zijn Hürth in Duitsland en Thetford in het Verenigd Koninkrijk.
Hoger onderwijs
In Spijkenisse bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Denk je aan Spijkenisse, dan denk je aan de Spijkenisserbrug, de Oude Maas, theater De Stoep en aan de term ‘Spijkcity’. Spijkenisse fungeert als forenzenplaats voor Rotterdam alsook het havengebied. De stad is een groeikern geweest en heeft een regiorol op het gebied van onderwijs en zorg.
Spijkenisse - minder bekend
Niet veel mensen weten dat Spijkenisse heel lang een tram heeft gehad. Spijkenisse werd tussen 1904 en 1965 verbonden met Rotterdam-Zuid en Oostvoorne en Hellevoetsluis met een tram, die als bijnaam ‘het Moordenaartje’ had vanwege de vele dodelijke ongelukken.
Het is een Zuid-Hollands dialect dat sterk is verwant aan het Rotterdams. De ‘aa’ is niet open maar wordt aoh en de ‘ei/ij’ wordt aai. De verkleiningsuitgang -je of -tje wordt in het ‘Spikkenis’ -ie (boekkie). Dit gebeurt eveneens bij de werkwoorden (hebbie in plaats van ‘heb je’). De ‘r’ wordt achterin de keel uitgesproken en vaak weggelaten. Kenmerkend is ook de werkwoordsuitgang -t die Spijkenissers in de ik-vorm gebruiken (ik loopt, ik doet).
Verder wordt hij/zij heb gezegd in plaats van ‘heeft’ en hun hebben in plaats van ‘zij hebben’. Kenmerkend voor de Zuid-Hollandse dialecten is dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen ‘kunnen’ en ‘kennen’ en ook niet tussen ‘liggen’ en ‘leggen’. Met de semie wordt de ‘chemische industrie’ bedoeld. Spijkenisse is Spike City of Spikri. Het ernaast gelegen Zuidland is Sland. “Mezikkenpis” betekent ‘lichte regen’. Zo groos azzun bezum betekent: “Zo trots als een pauw”.
Spijkenisse - “Wereldkampioen bouwen”
Spijkenisse - zakelijk
De gemeente Spijkenisse
Het postcodegebied van Spijkenisse is 3200 - 3208. Het adres van het gemeentehuis van Spijkenisse is Raadhuislaan 106, 3201 EL in Spijkenisse. De website van de gemeente Spijkenisse is Nissewaard. nl. Het telefoonnummer van de gemeente Spijkenisse is 14 0181.
Zakendoen in Spijkenisse
Voor Spijkenisser ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Rotterdam aan de Blaak 40, 3011 TA in Rotterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Spijkenisse is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Spijkenisse is KVK-kantoor Rotterdam.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Spijkenisse vaak op bedrijventerrein Halfweg-Molenwatering of op bedrijventerrein Harregat in Zuidland. In Spijkenisse bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Access Control Europe, CP Benelux, DCB Energy, De Rijke Group, Dorc (Dutch Ophthalmic
Research Center), Framo, Kongsberg Maritime Holland, Majestic, Meesterbakker Voskamp, SGS Nederland, Smith-Holland Reefer Service, Spijkenisse, Ultra International, en Farm Frites in Oudenhoorn. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Spijkenisser nieuwsportaal is Spieke en Spijkenisser ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Zuid-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Spijkenisse kijken hun (zakelijk) nieuws op Rijnmond. Spijkenissenaren en ondernemingen in Spijkenisse kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant Groot Nissewaard.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Spijkenisser voetbalclub VV Spijkenisse, SCO ’63 of SC Botlek te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Spijkenisse kunt u terecht bij LTV de Hartel of bij LTV de Dalle. Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de cursus bij ons taleninstituut in Spijkenisse of met uw internationale (zaken)relatie bij Spijkenisse een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Spijkenisse gevonden voor een compleet dagje/middagje uit. De golfbaan in de buurt voor Spijkenisse is Golfbaan Schinkelshoek in Vlaardingen. Het adres van deze golfbaan is Zuidbuurt 79, 3132 KA in Vlaardingen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 010-460 21 39. De website van de golfbaan is www.golfbaanschinkelshoek.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij brasserie Schinkelshoek. Golfbaan The Links Valley is nog een golfbaan in de omgeving van Spijkenisse.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Spijkenisse die eveneens op Youtube kunnen worden bekeken. Door direct op het logo van Youtube in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld. Onder de filmpjes zijn de locaties van Zuid-Holland en Spijkenisse op Google Maps weergegeven.
Klik linksboven om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Spijkenisse
Dronebeelden Spijkenisse
Google Maps Zuid-Holland
Google Maps Spijkenisse
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Spijkenisse