Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalkennis en taalopleiding van de werknemers investeren, een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die precies dat levert: Effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in Sneek en omstreken. Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Sneek aan in een brede waaier van vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Sneek aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen talen leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast algemene taalcursussen zijn organisaties met name geïnteresseerd in de werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van klantenen. Dagnall Talen is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Sneek. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de beoogde resultaten.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Onze filosofie is om een vreemde taal te leren met plezier en gemak en zonder schroom. Daarom gaat Dagnall Taleninstituut tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leren. Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor u gemakkelijker en prettiger maken.
Met onze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Met vijftien minuten dagelijks oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het gewenste niveau. Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Sneek.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Dagnall Talen stelt uw leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de cursisten aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau bepaald wordt, ontvangt u een cursusvoorstel op maat met een passende offerte. Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en agenda af.
Na enkele lessen evalueert de taaltrainer de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien noodzakelijk, kunnen de doelstellingen worden bijgesteld. U ontvangt een eindrapport na de laatste les samen met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers behaald zijn. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Het (individuele) contact met de deelnemers wordt indien gewenst, door Dagnall verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall Taleninstituut gedaan in overleg met u en de individuele deelnemers Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Dit formulier alsook de schrijfopdracht dienen vóór de datum van de intake te worden teruggestuurd Dagnall verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden door Dagnall aan de hand van niveaubepaling geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De indeling van de deelnemers geschiedt op taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! De logistiek van het materiaal en cursusbenodigdheden wordt door ons verzorgd Dagnall Talen berekent geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma wordt door Dagnall Talen bewaakt en gegarandeerd Dagnall Taleninstituut is flexibel alsook betrokken!
Sinds 1982 is taleninstituut Dagnall Talen actief op taalgebied en geeft sindsdien maatwerk taaltraining aan (overheids)instellingen en het bedrijfsleven in Sneek en omgeving. Alle kundige docenten zijn specialisten op gebied van taal en hebben in de loop der jaren een aanzienlijk aantal zakelijke taaltrainingen in de Zuidwest-Friesland (Súdwest-Fryslân) verzorgd.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte methode van werken, biedt taleninstituut Dagnall Talen u zeer betaalbare en effectieve taalcursussen in Sneek. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall Taleninstituut u kan bieden.
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Sneek
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Een cursus die zich richt op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer is ondertussen bij veel organisaties gemeengoed. Mensen zonder of met weinig kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering in de werkomgeving en willen sneller en/of beter kunnen communiceren.
De instructies op de werkplek willen zij goed kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. De medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en uiteraard hun ambities op het werkterrein waarmaken. Investeren in medewerkers en in de ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor noodzakelijk.
Ons taleninstituut biedt betaalbare maatwerk taalcursussen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer vergroten. Dagnall leert en helpt de deelnemer hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen in zijn/haar functie. Ons instituut stemt de lessen af op de wensen van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Buiten de lessen om, krijgen de cursisten frequent praktijkopdrachten gedurende de cursus, als ondersteuning van de voortgang van het leerproces en de effectiviteit van de training verbeteren.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut let tevens op de wat onderbelichte kant van veel taalcursussen: de cursisten staan al vaak alleen in hun inspanning om de taal te beheersen, om de cultuur en gewoontes van het land en de organisatie te doorgronden en om hun omgeving via taal te vergroten. Dit vraagt veel inzet en motivatie. Bovendien heeft de deelnemer maar een aantal vaste contactmomenten met de docent per week. Dit is niet in elke situatie voldoende.
Onderscheidend
Dagnall Taleninstituut onderscheidt zich door zich te richten op vergroting van het draagvlak voor een taalcursus op de werkvloer. Dagnall Talen stimuleert zowel leidinggevenden als uitvoerenden binnen de werkkring van de organisatie om voor een continu proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf het begin zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de deelnemer. Door het uitdragen van het belang van taal op de werkvloer wordt het nut van een goede beheersing van de taal samen ervaren en de deelnemers voelen zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Sneek
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining spits zich niet alleen toe op de vraag van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid. Een goede taaltraining is eveneens afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taaltraining (bij een taleninstituut in Sneek) die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn erg bedreven in het snel en plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen. Het inmiddels alom bekende hoge rendement realiseert Dagnall Talen met een mix van deze bewezen leermethode gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Ons taleninstituut biedt individuele taalcursussen, duocursussen (met 2 cursisten), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 cursisten, onlinecursussen, een online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. De taaldocenten van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en zij spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een zeer fijne manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall Talen in Sneek. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Effectief talen leren in Sneek bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven. Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruikt Dagnall Taleninstituut gevarieerde en moderne onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen. Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Sneek gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Sneek
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Sneek en omgeving. Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles. De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen alsook de cursussen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximaal te ondersteunen. Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement omdat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode. Omdat de cursus intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden. Nog een belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden. Een individuele is ook cursus goed op de agenda van de cursist af te stemmen wat zorgt voor optimaal tijdmanagement en een handig leerschema.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van groepscursussen is vooral de interactie met de andere deelnemers; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door discussies en rollenspellen. Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; het kunnen leren van de foutjes van anderen en met elkaar in de doeltaal communiceren. Deze afwisseling kunnen cursisten leuker vinden. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt. Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) voor deelnemers dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele cursus kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de trainer. Het geleerde kan niet geoefend worden in groepsverband omdat er geen interactie met andere deelnemers is. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om te leren van elkaars fouten. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen deelnemers iets eerder worden afgeleid. Het rendement ligt hierdoor wat lager. Door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen), kan dit deels ondervangen worden. Groepscursussen kunnen ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen van cursisten. Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van de individuele cursist.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut geeft cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Dagnall Talen verzorgt daarom onze taalcursussen ook online of incompany. Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld terecht
voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Duits, Frans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Vanzelfsprekend is een combinatie van deze verschillende trainingen ook mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalbeheersing betekent kennen (weten) en kunnen (de toepassing van de kennis). Door de aandacht te vestigen op kunnen, is de deelnemer in staat na voltooiing van de taaltraining in Sneek de verworven kennis sneller actief toe te passen in de praktijk.
Al gauw voert u al een gesprek in de nieuwe taal of begrijpt u opeens de e-mails of brieven die u krijgt. Dit is wel zo prettig! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je als een reactie op de grammatica-vertaalmethode beschouwen. Het was nieuw dat de taallessen geheel werden gegeven in de doeltaal. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuren worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaldocenten kunnen bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en vervolgens een extra woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar studenten een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. De geschreven taal komt pas aan bod zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al snel bezwaren tegen de saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Daardoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor mensen die een taal beginnen te leren effectief. Direct van het begin wordt de correcte uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte kennisoverdracht. Ook voor grotere groepen is deze methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de lerenden verlangd, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen. De methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Het is niet de bedoeling om al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit automatisch. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst steeds bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog steeds problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. In het algemeen wordt kennis onthouden wanneer deze kennis van betekenis en relevant is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student, kan de GoldList-methode goed werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode werken. Schrijven met de hand functioneert effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een keerzijde van deze methode. Talen bestaan uit veel meer dan alleen een serie losse woorden of zinnen. De methode is daarnaast bijzonder tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de vreemde taal te leren. De taalregels leert studenten ook onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De activiteiten in de te leren taal, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de lerenden plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. Doordat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. De studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De SA staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het verwerven van woordenschat van de nieuwe taal. Bij de leermethode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste woordcombinaties worden aan de student aangereikt in reële situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak gebruikt op grote schaal voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat lerenden de vreemde taal op een accurate wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren in welke situatie bepaalde woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor die situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook keerzijden. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor ervaringen van succes. De eigen input van de student is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de te leren taal in praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaldocent draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten helpen om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa ontstond een grotere behoefte om een vreemde taal te leren door middel van een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend omdat zij vlug succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheid van de lerende wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaldocent en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van een taal leren afwijkend of moeilijk. De methode Communicatief taalonderwijs traint de vaardigheden; het gaat hierbij om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Rond 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Deze aanpak werd destijds beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen taalkennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling kan worden toegepast. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De methode geeft niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden bij het werken in een groep. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, toegepast wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar het land van de te leren taal reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan met de methode van onderdompeling zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de leermethode zo intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet echt gaan communiceren in de te leren taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. In groepen versterkt het samen oefenen de sociale interactie. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een keerzijde is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen is tussen de docent en de lerende. Hiervoor dienen de lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om deze situatie te creëren. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd muziek in de klas. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica. Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. Studenten werden op deze manier verleid om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw voor ze waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend voordeel van de leermethode is dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend zijn dan ontspannend of stimulerend werken. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als een counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als zij de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn. De docent geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien daarna te kunnen herbeluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om de taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van CLL hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed werken indien deze correct wordt toegepast. Community Language Learning is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt lerenden veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Met deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en ze leren als team te werken. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en ook geen toetsen afgenomen. Hierdoor is het succes lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een vreemde taal te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de taak van de trainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de vergaande omwenteling in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren de studenten de taal op een heel natuurlijke wijze te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van de methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van de grammatica. De studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden snel in de doeltaal leren denken.
Populariteit
De denkwijzen van Gouin over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. De Directe Methode van Maximilian Berlitz overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en de leermethode zorgt voor het opbouwen van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de lerenden doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De methode maakt de studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt sterk gestimuleerd met de Gouin’s methode.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een methode om specifieke taken uit te voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een boodschap doen, een e-mail schrijven, met een klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten liggen.
Populariteit
Taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (met name lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door de studenten als motiverend en prettig ervaren .
Als nadeel kan genoemd worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan tien strikte regels (tien dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van echte conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als stuwende kracht van de taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak voor taalonderwijs, die onderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen trainer en studenten focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor docenten. Dat lerenden de verantwoording dragen voor het eigen leerproces, kan heel motiverend zijn. Voorspelbaar is de taalles zo niet; dat garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens Dogme-lessen is zo goed als alles bespreekbaar. Dit zorgt dat lerenden betrokken en alert blijven.
Als ze zo weinig door de docent bij de hand genomen worden, kunnen de studenten zich daartegenover iets minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke taaldocent voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Een bijkomend minpunt kan zijn dat studenten zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor in de taallessen wordt behandeld.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk om een vreemde taal te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of minimaal elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek werkt eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen dan wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klank; de tekst begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat dit heel soepel gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze methode. Het niveau van de audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname versterken van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij beweegt, waardoor het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
De techniek van Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief aan de methodiek leren is. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat de lerenden het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven continu opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de studenten snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® inzetbaar voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd en achtergrond en kan de methode eveneens worden gebruikt in klassen die iets groter zijn. De taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarboven nog een andere leermethodiek (ter aanvulling) nodig. De methode is ook niet heel creatief. Studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd geleerd, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er waren veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de taal. Studenten werden gestimuleerd veel te spreken. Het was eveneens nieuw dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat werd aangeleerd door middel van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het pluspunt van de Directe Methode. Er wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. Nadelen heeft de leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal minder. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde student onvoldoende uitdaging. Doordat de leermethode van een dynamische inzet van de studenten uitgaat, is de methode tevens niet erg geschikt voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een vreemde taal moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een trainer, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Deze herhaling helpt de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan zijn om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaldocenten gebruikt om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde staafjes, die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De methode gebruikt eveneens Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Met name bij het aanleren van de uitspraak zijn de ideeën van Caleb Gattegno van betekenis geweest, hoewel de Stille Methode in de originele vorm niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de aanpak van Caleb Gattegno niet-bedreigend is voor lerenden, die immers worden beschouwd als autonoom, is de sterke kant van zijn methode. In feite is de trainer aan de studenten dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde stof wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerenden ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Het kan een nadeel van de methode zijn dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. De studenten kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van inbreng van de trainer. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke wijze van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De taaltrainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen eenvoudig zijn te begrijpen, ontspannen de lerenden zich. Woorden en structuren worden zo vanzelf in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd leren.
De lerende zal na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep van lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens samen met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de taaltrainer moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor lerenden en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode zeer motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
De Rosetta Stone-leermethodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die is gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo zijn of haar uitspraak vergelijken met die van een moedertaalspreker (native speaker). Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en de lerenden daarna veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheden van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en wijst op fouten, waarbij optie is om de fouten van de student te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg eenvoudig in het gebruik en kan door de lerende worden gebruikt op elk moment. Welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel mensen vinden het plezierig om met de leermethode te werken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing bieden bij een gebrek aan docenten. Dat er geen taaldocent is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel van de methode zijn.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door lerenden worden nagesproken en worden herhaald. Deze voorbeeldzinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les biedt een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuur. De grammaticale structuren worden niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur cursussen en de ervaringen met de methode variëren. Over het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methode van Pimsleur heel goed, omdat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier in een normaal tempo spreken.
Een keerzijde van de leermethode van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. Een gebruiker leert geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de gebruiker op pauze drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en nieuwe lesstof wordt afgewisseld met bekende lesstof. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de student zelf zinnen maken. De leermethodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal. De studenten die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de luistervaardigheid alsook de uitspraak van de doeltaal uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze. Dat de cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een minpunt van de methode van Michel Thomas. Een echte interactie is er ook niet doordat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een groep’, wat voor een taalcursus vrij hooggegrepen was. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, met de toelichting van de grammatica. Voor het oefenen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door native speakers zijn ingesproken en die de cursist herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursisten in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je als een reactie op de grammatica-vertaalmethode beschouwen. Het was nieuw dat de taallessen geheel werden gegeven in de doeltaal. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuren worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaldocenten kunnen bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en vervolgens een extra woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar studenten een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. De geschreven taal komt pas aan bod zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al snel bezwaren tegen de saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Daardoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor mensen die een taal beginnen te leren effectief. Direct van het begin wordt de correcte uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte kennisoverdracht. Ook voor grotere groepen is deze methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de lerenden verlangd, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen. De methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Het is niet de bedoeling om al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit automatisch. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst steeds bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog steeds problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. In het algemeen wordt kennis onthouden wanneer deze kennis van betekenis en relevant is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student, kan de GoldList-methode goed werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode werken. Schrijven met de hand functioneert effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een keerzijde van deze methode. Talen bestaan uit veel meer dan alleen een serie losse woorden of zinnen. De methode is daarnaast bijzonder tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de vreemde taal te leren. De taalregels leert studenten ook onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De activiteiten in de te leren taal, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de lerenden plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. Doordat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. De studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De SA staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het verwerven van woordenschat van de nieuwe taal. Bij de leermethode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste woordcombinaties worden aan de student aangereikt in reële situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak gebruikt op grote schaal voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat lerenden de vreemde taal op een accurate wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren in welke situatie bepaalde woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor die situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook keerzijden. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor ervaringen van succes. De eigen input van de student is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de te leren taal in praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaldocent draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten helpen om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa ontstond een grotere behoefte om een vreemde taal te leren door middel van een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend omdat zij vlug succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheid van de lerende wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaldocent en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van een taal leren afwijkend of moeilijk. De methode Communicatief taalonderwijs traint de vaardigheden; het gaat hierbij om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Rond 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Deze aanpak werd destijds beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen taalkennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling kan worden toegepast. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De methode geeft niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden bij het werken in een groep. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, toegepast wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar het land van de te leren taal reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan met de methode van onderdompeling zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de leermethode zo intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet echt gaan communiceren in de te leren taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. In groepen versterkt het samen oefenen de sociale interactie. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een keerzijde is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen is tussen de docent en de lerende. Hiervoor dienen de lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om deze situatie te creëren. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd muziek in de klas. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica. Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. Studenten werden op deze manier verleid om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw voor ze waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend voordeel van de leermethode is dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend zijn dan ontspannend of stimulerend werken. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als een counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als zij de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn. De docent geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien daarna te kunnen herbeluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om de taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van CLL hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed werken indien deze correct wordt toegepast. Community Language Learning is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt lerenden veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Met deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en ze leren als team te werken. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en ook geen toetsen afgenomen. Hierdoor is het succes lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een vreemde taal te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de taak van de trainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de vergaande omwenteling in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren de studenten de taal op een heel natuurlijke wijze te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van de methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van de grammatica. De studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden snel in de doeltaal leren denken.
Populariteit
De denkwijzen van Gouin over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. De Directe Methode van Maximilian Berlitz overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en de leermethode zorgt voor het opbouwen van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de lerenden doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De methode maakt de studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt sterk gestimuleerd met de Gouin’s methode.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een methode om specifieke taken uit te voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een boodschap doen, een e-mail schrijven, met een klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten liggen.
Populariteit
Taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (met name lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door de studenten als motiverend en prettig ervaren .
Als nadeel kan genoemd worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan tien strikte regels (tien dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van echte conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als stuwende kracht van de taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak voor taalonderwijs, die onderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen trainer en studenten focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor docenten. Dat lerenden de verantwoording dragen voor het eigen leerproces, kan heel motiverend zijn. Voorspelbaar is de taalles zo niet; dat garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens Dogme-lessen is zo goed als alles bespreekbaar. Dit zorgt dat lerenden betrokken en alert blijven.
Als ze zo weinig door de docent bij de hand genomen worden, kunnen de studenten zich daartegenover iets minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke taaldocent voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Een bijkomend minpunt kan zijn dat studenten zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor in de taallessen wordt behandeld.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk om een vreemde taal te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of minimaal elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek werkt eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen dan wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klank; de tekst begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat dit heel soepel gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze methode. Het niveau van de audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname versterken van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij beweegt, waardoor het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
De techniek van Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief aan de methodiek leren is. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat de lerenden het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven continu opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de studenten snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® inzetbaar voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd en achtergrond en kan de methode eveneens worden gebruikt in klassen die iets groter zijn. De taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarboven nog een andere leermethodiek (ter aanvulling) nodig. De methode is ook niet heel creatief. Studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd geleerd, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er waren veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de taal. Studenten werden gestimuleerd veel te spreken. Het was eveneens nieuw dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat werd aangeleerd door middel van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het pluspunt van de Directe Methode. Er wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. Nadelen heeft de leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal minder. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde student onvoldoende uitdaging. Doordat de leermethode van een dynamische inzet van de studenten uitgaat, is de methode tevens niet erg geschikt voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een vreemde taal moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een trainer, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Deze herhaling helpt de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan zijn om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaldocenten gebruikt om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde staafjes, die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De methode gebruikt eveneens Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Met name bij het aanleren van de uitspraak zijn de ideeën van Caleb Gattegno van betekenis geweest, hoewel de Stille Methode in de originele vorm niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de aanpak van Caleb Gattegno niet-bedreigend is voor lerenden, die immers worden beschouwd als autonoom, is de sterke kant van zijn methode. In feite is de trainer aan de studenten dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde stof wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerenden ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Het kan een nadeel van de methode zijn dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. De studenten kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van inbreng van de trainer. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke wijze van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De taaltrainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen eenvoudig zijn te begrijpen, ontspannen de lerenden zich. Woorden en structuren worden zo vanzelf in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd leren.
De lerende zal na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep van lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens samen met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de taaltrainer moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor lerenden en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode zeer motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die is gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo zijn of haar uitspraak vergelijken met die van een moedertaalspreker (native speaker). Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en de lerenden daarna veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheden van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en wijst op fouten, waarbij optie is om de fouten van de student te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg eenvoudig in het gebruik en kan door de lerende worden gebruikt op elk moment. Welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel mensen vinden het plezierig om met de leermethode te werken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing bieden bij een gebrek aan docenten. Dat er geen taaldocent is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel van de methode zijn.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door lerenden worden nagesproken en worden herhaald. Deze voorbeeldzinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les biedt een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuur. De grammaticale structuren worden niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur cursussen en de ervaringen met de methode variëren. Over het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methode van Pimsleur heel goed, omdat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier in een normaal tempo spreken.
Een keerzijde van de leermethode van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. Een gebruiker leert geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de gebruiker op pauze drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en nieuwe lesstof wordt afgewisseld met bekende lesstof. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de student zelf zinnen maken. De leermethodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal. De studenten die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de luistervaardigheid alsook de uitspraak van de doeltaal uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze. Dat de cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een minpunt van de methode van Michel Thomas. Een echte interactie is er ook niet doordat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een groep’, wat voor een taalcursus vrij hooggegrepen was. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, met de toelichting van de grammatica. Voor het oefenen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door native speakers zijn ingesproken en die de cursist herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursisten in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
Er bestaat ook een uitgebreid aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere manier om talen te leren: De Dagnall Talen Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral door de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Tot slot beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu op actuele thema’s of ontwikkelingen in die voor de cursist interessant kunnen zijn. De taaldocenten van Dagnall Talen zijn zeer bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk geworden van Dagnall, maar deze werkwijze creëert ook de meerwaarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Het wordt ook wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Bij het zogenaamde blended learning worden face-to-face-sessies (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd. Eenvoudig gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Sneek.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Sneek
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de cursisten bij blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online! Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Sneek op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Het platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Taleninstituut biedt naast het online leerplatform eveneens een eigen App, geschikt voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat lerenden overal en altijd, dus 24/7, toegang op elk beschikbaar (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus een taal leren wanneer en waar ze maar willen. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, technische termen, specifieke productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taaltraining in Sneek. Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen en/of vergaderingen met zakenpartners of klanten kunnen op het gebied van taal vaak een uitdaging zijn. Diegenen die diverse talen beheersen, zijn daarom cruciaal in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? De taaltrainingen van Dagnall Taleninstituut bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Het volgende is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom: - Een laptop, tablet of pc met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall Talen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
Onze online alsook de blended (taal)cursussen worden door toegewijde en gekwalificeerde moedertaal (native) taaltrainers gegeven
Onze docenten hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn universitair of HBO geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall zijn betaalbare maatwerktrainingen die specifiek op uw behoeften en wensen afgestemd worden
De inhoud van de taalcursussen wordt aangepast aan het leerplan om structuur te geven aan het leerproces
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen op een vlotte en zelfverzekerde manier te bereiken
De online (of blended) taalcursussen bestaan uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuur die u in de voorbereiding en voortzetting van de lessen hebt geleerd, actief toe
Door het combineren van zelfstudie en videosessies zijn de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van onze face-to-face cursussen
De lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat u thuis alles kunt herhalen en niets hoeft te missen
Onze taaltrainers geven naast de taalcursussen ook tips voor verdere digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en structuur zorgen voor een goede wisselwerking tussen de trainer en de cursist en zijn van groot belang voor het slagen van taaltrainingen .
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Sneek ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Sneek ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Om begin- en eindniveau te beschrijven, gebruiken wij de taalniveaus zoals omschreven in het Europees Referentiekader (ERK). Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen na afloop van de cursus bij ons taleninstituut in Sneek het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een manier om taalniveaus te omschrijven op een uniforme wijze, zodat een ‘gevorderde’ in bijvoorbeeld Engeland dezelfde taalbeheersing heeft als een ‘gevorderde’ in Frankrijk. Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa. Het Europees Referentiekader (ERK) karakteriseert vijf vaardigheden met betrekking tot taal, zijnde: lezen, luisteren, spreken, schrijven en het voeren van gesprekken. De Engelstalige term wordt eveneens veel gehanteerd: Common European Framework of References; CEFR. Voor elke taalvaardigheid onderscheidt het ERK zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot bijna moedertaalsprekers. Deze zes niveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A beschrijft de basisvaardigheden die de gebruiker beheerst. Taalniveau B is van toepassing op de zogenaamde ‘zelfstandige gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in die vreemde taal. Taalniveau C geldt voor gevorderden die Frans met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Wie een vreemde taal kent op niveau C, beheerst deze taal op vrijwel moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de speerpunten van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook revisoren.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) werken met de benodigde ervaring en kennis. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Talen getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall Talen is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en ruim 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, bijvoorbeeld bij ons taleninstituut in Sneek, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De de NRTO-gedragscode is op vijf beginselen gebaseerd: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van Nederlandse private opleidingsinstituten. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens samen met diverse andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle leden van de NRTO zijn ondernemers.NRTO-leden werken klant- en resultaatgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod van aan cursussen van bijvoorbeeld ons taleninstituut in Sneek sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Hiervoor is continue vernieuwing onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse commissies, besturen en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan nodig en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging te worden beschermd. Dagnall voldoet natuurlijk aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht in zeer beperkte mate. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Sneek zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is in het CRKBO-register ingeschreven. CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen aanbieden. Door deze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut een lagere prijs in rekening brengen. Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut en heeft onder meer als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Wilt u contact opnemen met ons taleninstituut in Sneek? Informeer vrijblijvend naar onze mogelijkheden. Bel ons op 085-2737302 (geen menu) of stuur een e-mail via taleninstituut-sneek@dagnall.nl voor meer informatie.
Of ga naar het contactformulier. Natuurlijk kunt u ook ons informatiepakket bestellen. Dit is geheel gratis.
Het beste traject naar een taleninstituut in Sneek!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw eigen locatie volgen of in Sneek, bijvoorbeeld bij Coachhuis Sneek aan de Koperslagersstraat 76 in Sneek. Ons taleninstituut kan eveneens taalcursussen in Sneek verzorgen bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Sneek aan de Burgemeester Rasterhofflaan 1, bij Amicitia Hotel aan de Graaf Adolfstraat 37 en bij Buitenplaats ’t Ges aan de Zwolsmanweg 17.
U kunt vergaderen in Sneek bij bijvoorbeeld bij Lokaal 55 aan de Oude Oppenhuizerweg 55.
In het gebied waar nu Sneek ligt, woonden in de Romeinse tijd mensen op terpen. Deze bewoners zijn echter weer vertrokken in de 3de eeuw n.Chr. In de 8ste en 9de eeuw werd een nederzetting op een oeverwal gebouwd, langs een riviertje. Deze nederzetting was de oorsprong van het latere Sneek. Rond het jaar 1000 kreeg de nederzetting een kerkje en werd het dorpje Ter Snake genoemd.
De oudste vermelding van ‘Sneek’ (als Snek) staat in een oorkonde uit het jaar 1296, waarin de overheid van Westergo zich tegen het eigenmachtige optreden van Sneker ingezetenen uitspreekt. De naam ‘Sneek’ is afgeleid van Ter Snake. Het betekent ‘op een landtong gelegen’.
Sneek ligt in de streek Zuidwest-Friesland (Súdwest-Fryslân) in het gebied Lege Geaën. Plaatsen in de omgeving van de stad Sneek zijn Akkrum, Bolsward, Heerenveen, Joure, Lemmer, Makkum, Stavoren en Workum.
Sneek ligt in de provincie Friesland. De gemeente Sneek heeft meer dan 33.000 inwoners.
Woon je in Sneek, dan heet je een ‘Sneker’. Bekende Snekers zijn Peter Karstkarel, Henk Mouwe en Monique Sluyter. Iets wat uit Sneek komt, noemt men ‘Sneeks’ of ‘Sneker’, bijvoorbeeld het Sneeker Nieuwsblad.
Sneek kreeg stadsrechten in 1456.
Sneek - internationaal & scholing
Partnerstad
Sneek maakt deel uit van de gemeente Súdwest-Fryslân waar ook onder andere Bolsward, Hindeloopen, IJlst, Stavoren en Workum deel van uitmaken. De partnerstad van Sneek is Kurobe in Japan.
Hoger onderwijs
In Sneek bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Denk je aan Sneek, dan denk je aan de Friese elf steden, watersport, schaatsen en de Sneekweek. Sneek is een toeristentrekpleister vanwege de ligging aan het Sneekermeer maar ook vanwege de historische binnenstad met onder meer de Waterpoort. Sneek fungeert als watersportcentrum van de
provincie Friesland. Sneek vervult ook een regiofunctie wat betreft werkgelegenheid, onderwijs en zorg.
Sneek - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat kledingconcern C&A zijn eerste winkel opende in Sneek. Dit was in 1861.
Dit dialect wordt nog veel gesproken, ook door jonge mensen. Typisch voor het Stadsfries is de stemloze ‘f’ en ‘s’ aan het begin van een woord waar het Standaardnederlands een ‘v’ of ‘z’ gebruikt (faor is ‘voor’, see in plaats van ‘zee’). De -sch wordt -sk: skip voor ‘schip’. Voltooide deelwoorden krijgen geen ge- (ik hew sien voor “ik heb gezien”).
Er zijn veel afwijkende klinkers: oa in plaats van ‘aa’, ie in plaats van ‘ei/ij’, oe in plaats van ‘oo’, enz. Een ’fiets’ is een biekje en ‘gratis’ is verkeefs. Tis noait wat weest en ut sal noait wat wurre, ast niet in Sneek g’boren bist kest ut wel skudde, oftewel: “Als je niet uit Sneek komt, is het niks en zal het nooit wat worden”.
“Sneek = Meer”
Sneek - zakelijk
De gemeente Sneek
Het netnummer van Sneek is 0515. Het postcodegebied van Sneek is 8600 - 8608. Het adres van het gemeentehuis van Sneek is Marktstraat 15, 8601 CR in Sneek. De website van de gemeente Sneek is Gemeentesudwestfryslan.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Sneek is 14 0515.
Zakendoen in Sneek
Voor Sneker ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Leeuwarden aan de Heliconweg 62, 8912 AT in Leeuwarden. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Sneek is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Sneek is KVK-kantoor Leeuwarden.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Sneek vaak op bedrijventerrein ’t Ges, De Hemmen-A7, Houkesloot en bedrijventerrein De Woudvaarte. In Sneek bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Despec Benelux, Douma Staal, Friso Bouwgroep, Graphic Packaging International Europe Netherlands, Hamilton Bright, Hochwald Foods,
Inferno AV, Koninklijke Drukkerij De Vries Vouwkartonnage, Koninklijke Tichelaar, Kwant Controls, Lampe Technical Textiles, Landustrie, Lankhorst Yarns, Poiesz Supermarkten, Post Logistics, Sijperda Verhuur, Van der Meulen en Veenema Olie Chemie Energie en Modderman Fabricage in Rotsterhaule in Joure. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Sneeker nieuwsportaal is groot sneek en Sneeker ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Friesland - Nieuws. Ondernemers in Sneek kijken hun (zakelijk) nieuws op Omrop Fryslân.
Sneekers en ondernemingen in Sneek kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Sneeker Nieuwsblad.
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Sneek een bezoek brengen aan het Fries Scheepvaartmuseum of aan het Nationaal Modelspoor Museum.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het een idee om samen met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Sneker voetbalclub ONS Sneek, SWZ Boso Sneek, LSC of de Waterpoortboys te zien spelen. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Sneek kunt u terecht bij Nomi of bij S.L.T.C. De Vliegende Bal.
Golf, ontspanning & lunch Wellicht wilt u na de cursus bij ons taleninstituut in Sneek of met uw internationale (zaken)relatie bij Sneek als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Sneek ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit. De nabijgelegen golfbaan voor Sneek is Golfclub Sint Nyk in Legemeer. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Legemeersterweg 16-18, 8527 DS in Legemeer. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0513-49 80 32. De website van Golfclub Sint Nyk is www.burggolf.nl/golfbanen/sint-nyk-st-nicolaasga/ . Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij het restaurant van de golfclub, telefoonnummer 0513-49 98 64.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Sneek die eveneens op Youtube zijn te zien. U kunt direct op het rode Youtube logo in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen. Onder de filmpjes ziet u de locaties van Friesland en Sneek op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.