Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Daarom hebben organisaties en bedrijven die investeren in de taalkennis en taalopleiding van hun medewerkers, een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die u precies dat aanbiedt: Effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in, als in de buurt van Rijswijk. Taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Rijswijk in een brede waaier van vakgebieden.
Wij bieden onze taalcursussen op maat in Rijswijk aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen vreemde talen leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Behalve de algemene taaltrainingen hebben organisaties vooral interesse in de werkgerelateerde trainingen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. De taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de opdrachtgevers afgestemd. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaldocenten met uitstekende recensies en beoordelingen in Rijswijk onbegrensd talen te leren. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel de beoogde resultaten.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Het is onze filosofie om talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom gaan wij tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leren. Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Door onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. We brengen u met grote stappen naar het gewenste niveau door dagelijks vijftien minuten te oefenen. Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Rijswijk.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall Talen stelt in overleg met u als opdrachtgever de leerdoelen en wensen vast. U meldt de cursist(en) met hun contactgegevens aan. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau wordt bepaald, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
Na een aantal lessen evalueert de docent de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstellingen kunnen, indien noodzakelijk, bijgesteld worden. Wij sturen u een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Desgewenst wordt het (individuele) contact met de deelnemers door Dagnall Talen verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Deze moeten worden teruggestuurd vóór de intakedatum Dagnall verzorgt de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Een gesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden geadviseerd door Dagnall aan de hand van niveaubepaling en vastgesteld in overleg De deelnemers worden per taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! Dagnall Talen verzorgt de logistiek van het materiaal en cursusbenodigdheden Wij berekenen geen administratiekosten alsook geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma wordt door Dagnall Talen gegarandeerd en bewaakt Dagnall Talen is flexibel en betrokken!
In 1982 is ons taleninstituut geopend en verzorgt sinds 1982 taalonderwijs op maat zakelijk voor het bedrijfsleven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Rijswijk en plaatsen in de buurt van Rijswijk. Wij hebben een team van kundige en ervaren taaltaaltrainers die experts zijn op hun gebied en al een behoorlijk aantal taaltrainingen zakelijk hebben gegeven aan bedrijven en (overheids)organisaties in de Haaglanden.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte aanpak, levert taleninstituut Dagnall Talen u zeer betaalbare en effectieve taalcursussen in Rijswijk. Dagnall Taleninstituut levert door de maatwerk-aanpak een hoog rendement. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Rijswijk
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak essentieel! Taalcursussen gericht op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel bedrijven een begrip. Medewerkers zonder of met weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkplek en willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de instructies op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. De medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen uitvoeren en natuurlijk hun ambities op het werkterrein waarmaken. Investeren in mensen en in de ontwikkeling van het bedrijf is derhalve nodig.
Dagnall Taleninstituut verzorgt betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer vergroten. Ons taleninstituut leert en helpt de deelnemer hoe zij de lesstof in hun baan in praktijk kunnen brengen. Dagnall stemt de taallessen af op de wensen van de opdrachtgever en op het niveau van de cursist(en). Als aanvulling op de lessen, krijgen cursisten tijdens de cursus regelmatig praktijkopdrachten, die de continuïteit van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de training verbeteren.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Ons instituut let ook op de wat onderbelichte kant van veel taalcursussen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun inspanningen om de taal onder de knie te krijgen, om de gewoontes en cultuur van het bewuste land en de organisatie te doorgronden en om de wereld door middel van taal uit te breiden. Dit vereist veel inzet en motivatie. Daarbij heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten met de taaltrainer per week. Dat is niet altijd afdoende.
Onderscheidend
Ons instituut onderscheidt zich door in te zetten op het vergroten van het draagvlak voor een taalcursus op de werkvloer. Ons taleninstituut stimuleert zowel collega’s als leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie om voor een voortdurend proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf het begin zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de cursist. Door het belang van taal op de werkvloer consequent op deze manier uit te drukken, wordt het nut van een goede taalbeheersing samen ervaren en voelen deelnemers in hun taalverwerving zich gestimuleerd en gewaardeerd.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Rijswijk
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining legt niet alleen de nadruk op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taaltraining (bij een taleninstituut in Rijswijk) die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn heel bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut met een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Taleninstituut terecht voor cursussen die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, een online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie. De trainers van ons instituut maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en de trainers spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer fijne manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall in Rijswijk. Deze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkmethode is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursus is dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Effectief een vreemde taal leren in Rijswijk bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie aan ons kunt overlaten. Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruikt Dagnall Taleninstituut gevarieerde en moderne onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Rijswijk worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Rijswijk
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Rijswijk en omgeving. Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd. De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement. Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren. De leergroepen houden wij bij voorkeur zo klein mogelijk de cursisten maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen. De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement omdat in korte tijd veel kennis wordt geleerd. Er wordt meer vooruitgang geboekt doordat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Flexibiliteit is een ander belangrijk voordeel van een individuele cursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden. Een individuele is ook taalcursus ideaal af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste voordeel van een groepscursus is met name de interactie met de andere deelnemers; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; met de groep communiceren in de doeltaal en van de fouten van andere cursisten. Cursisten kunnen deze afwisseling als leuker ervaren. Omdat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt . Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) voor deelnemers dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele cursussen kunnen discussies en rollenspellen alleen worden gevoerd en gedaan met de docent. Het geleerde kan niet in groepsverband geoefend worden doordat er geen interactie met andere lerenden is. Doordat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van elkaars foutjes. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen de cursisten wat eerder afgeleid zijn. Het rendement is hierdoor wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen). Een groepscursus kan ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen van deelnemers. Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden, is een ander minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut geeft cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken. Daarom verzorgt Dagnall Talen de taaltrainingen eveneens incompany en online. Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld terecht voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Uiteraard is een combinatie van deze trainingen ook mogelijk. Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalkennis betekent kennen (geleerde kennis) maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van deze geleerde kennis). Omdat kunnen minstens zo belangrijk is als kennen, staat bij Dagnall Talen de toepassing van de verworven kennis centraal.
Al gauw spreekt en begrijpt u de andere taal al een beetje. Een leuke, uitdagende ervaring. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor stond de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel foutloos leren verstaan en spreken; dit begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltaaltrainers kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. De audiolinguale methode werkt veel met de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van de taal niet gaat om het memoriseren van de grammatica, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Direct vanaf het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en kan daardoor voor een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis zorgen. Ook bij grotere groepen kan deze methode worden gebruikt.
Tegelijkertijd heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt steeds herzien; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De woorden die nog problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze zinnen of woorden in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis relevant en van betekenis is. De GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode werken. Met de hand schrijven functioneert beter dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan alleen een serie losse woorden of zinnen. Deze methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven lijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op deze manier leert studenten onbewust eveneens de taalregels van de vreemde taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerende wordt ondergedompeld in de vreemde taal. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten, dienen de activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de beide methoden is dat de Directe Methode meer de focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling erg effectief is, is al vaak bewezen. Doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden inderdaad leren te communiceren in de vreemde taal, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten wordt de kans geboden om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat. Bij de leermethode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden in reële situaties door middel van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen gepresenteerd aan de student. De structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote rol. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de geleerd wordtden de nieuwe taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. Lerenden krijgen inzicht in de grammatica en leren eveneens in welke situaties woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. Deze werkwijze is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen.
De studenten leren middels de CLT-technieken de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de docent. Authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die studenten leren te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer vraag om een taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; het is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden werkt dit stimulerend doordat zij gauw succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de lerende wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaldocent en vraagt een actieve deelname van studenten. Voor een aantal studenten is deze manier van een taal leren afwijkend of moeilijk, afhankelijk van de achtergrond. CLT (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde omstreeks 1783 een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen waarbij lerenden inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainers dragen kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren zelden mondeling kan worden toegepast. Deze methode staat ver van het dagelijks gebruik van de vreemde taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij studenten. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt sinds de jaren 70 over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal wordt omgeven. De instructies worden gegeven in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te gaan naar het land van de vreemde taal en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een erg goede methode om vreemde talen te leren beschouwd. Voornamelijk de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode behoorlijk intensief is, is het wezenlijke voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. Feitelijk zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een keerzijde van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Het feit dat een dergelijke training erg intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal) te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen lerenden en de docent van essentieel belang. Dat studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te kunnen bereiken. Lerenden zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel werden geplaatst en er werd altijd achtergrondmuziek in de les gedraaid. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er waren lijsten met woorden bij de teksten en opmerkingen over de grammatica. Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressie in stem. De studenten werden zo gestimuleerd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor immigranten kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethodiek is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een andere zwakke zijde is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. Community Language Learning is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende kenschetst. De studenten beginnen een gesprek. Als de lerenden de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo goed mogelijk herhalen. De gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om te leren. Er is geen leerboek dat wordt gevolgd; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal door middel van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is sterk afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de lerende erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden studenten vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak heel hecht. Studenten worden zich zo een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren te werken als team. Studenten leren veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taalles. Vaak blijven dergelijke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de taalles is hierdoor moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de taal door studenten wordt veel ruimte geboden.
De taak van de taaldocent is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat besteed die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische omwenteling in de wijze waarop talen worden onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren studenten op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van de methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan heel snel in de doeltaal denken doordat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van Gouin over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een vrij afwijkende aanpak was, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme op bij de studenten door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Lerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
Het nadeel van de leermethode is dat taal die wat meer subjectief of abstract is, wat moeilijk in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze leermethodiek is dat de verwerving van de vreemde taal geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat zij over regels van de taal en woordenschat van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, boodschappen doen, bellen met een klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten dienen net boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van de studenten (vooral de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de studenten aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om samen te werken met andere studenten. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming uit het jaar 1995 van een aantal Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich bij het maken van films aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van de Dogme-benadering is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische items gaan. Hierbij gaat het om communicatie als de inspirator van de taal leren. Daarom is de methode een communicatieve benadering van het taalonderwijs, die een vreemde taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen de lerenden en de taaltrainer. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor docenten. Het kan erg motiverend zijn dat de lerenden voor hun eigen leerproces de verantwoording dragen. De lessen in de vreemde taal zijn nooit voorspelbaar op deze manier; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan tijdens een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Dit zorgt ervoor dat de studenten alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand worden genomen, kunnen studenten zich echter wat ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle docenten voldoende flexibel. Nog een nadeel kan zijn dat studenten zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof tijdens de lessen aan de orde komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen de taal leren; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog tamelijk nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. De deelnemers zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. De zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing is relatief eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het soepel gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Argüelles raadt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal in het zenuwstelsel. Een andere grond is dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van Shadowing is hoog.
De keerzijde van deze techniek is dat de studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het principe dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; de lerenden geven de taken in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de lerenden snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een vlotte succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de methodiek ook worden toegepast in klassen die wat groter zijn. De nieuwe taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is aanvullend nog een andere methode nodig. De leermethode is ook niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd grammatica vooral inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. De lerenden moesten de taalregels hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. Studenten werden aangemoedigd veel te praten. Dat de taallessen in de vreemde taal gegeven werden, was eveneens nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Door middel van voorbeelden en plaatjes werd de vocabulaire van de vreemde taal aangeleerd. De studenten brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de oorlogen en crises ebde de vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen ontwikkelen. Deze methode kent echter ook keerzijden. Deze leermethode schenkt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid en ook relatief weinig aan lezen in de doeltaal. Voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze methode te weinig uitdaging. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode tevens niet heel bruikbaar, omdat deze leermethode is gebaseerd op een daadkrachtige inzet door de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaldocent, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan zijn om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainers gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Aan de uitspraak van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel de Stille Methode in zijn originele versie niet veel meer wordt gebruikt, zijn de ideeën van Gattegno met name bij het leren van de uitspraak wel van belang geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methode voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom worden gezien, is de sterke kant van de aanpak van Gattegno. In principe is de taaldocent dienstbaar aan de lerende, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mag’ fouten maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een nadeel zijn dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode beoogt. Door de afwezigheid van input van de taaltrainer zouden de studenten gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De studenten ontspannen zich doordat deze verhalen vrij gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De lerenden worden door de trainer op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat lerenden regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om vervolgens samen met de lerenden hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de taaltrainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de lerenden en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt heel motiverend voor de lerende.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de gebruiker om zijn of haar uitspraak te vergelijken met die van moedertaalsprekers (native speakers). Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten praten en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheden te oefenen. De software van de methode controleert de spelling en de grammatica en geeft taalfouten aan met de optie om de taalfouten van de student te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veelvuldig gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer makkelijk om te gebruiken en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke onderdelen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden ervaren het als prettig om met de Rosetta Stone-methode te werken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een keerzijde is dat geen taaldocent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze taalcursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog die door de student worden nagesproken en daarna worden herhaald. Deze voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les biedt een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuur. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de nieuwe taal niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
Onder meer in Amerika worden de Pimsleur cursussen gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo spreken, werkt de methodiek van Pimsleur heel goed om de uitspraak te verbeteren.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De student leert geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ principe was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas begon met zijn lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachtenen er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt met reeds bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op eventuele verbanden gewezen tussen de Engelse taal en de doeltaal. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat door de student is begrepen en verworven. Naast woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruikers zelf zinnetjes kunnen maken. Ook gebruikt de methodiek van flashcards zodat studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. Mensen die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen de uitspraak en de luistervaardigheid van de vreemde taal op een efficiënte manier. Dat de taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een minpunt worden gezien. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in het jaar 1929. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt voor een taalcursus is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter besteden de gebruikers ruwweg twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, samen met de uitleg van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de gebruiker dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De cursussen zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de lerenden in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent beschikbaar om de cursist te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor stond de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel foutloos leren verstaan en spreken; dit begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltaaltrainers kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. De audiolinguale methode werkt veel met de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van de taal niet gaat om het memoriseren van de grammatica, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Direct vanaf het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en kan daardoor voor een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis zorgen. Ook bij grotere groepen kan deze methode worden gebruikt.
Tegelijkertijd heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt steeds herzien; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De woorden die nog problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze zinnen of woorden in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis relevant en van betekenis is. De GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode werken. Met de hand schrijven functioneert beter dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan alleen een serie losse woorden of zinnen. Deze methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven lijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op deze manier leert studenten onbewust eveneens de taalregels van de vreemde taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerende wordt ondergedompeld in de vreemde taal. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten, dienen de activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de beide methoden is dat de Directe Methode meer de focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling erg effectief is, is al vaak bewezen. Doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden inderdaad leren te communiceren in de vreemde taal, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten wordt de kans geboden om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat. Bij de leermethode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden in reële situaties door middel van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen gepresenteerd aan de student. De structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote rol. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de geleerd wordtden de nieuwe taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. Lerenden krijgen inzicht in de grammatica en leren eveneens in welke situaties woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. Deze werkwijze is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen.
De studenten leren middels de CLT-technieken de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de docent. Authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die studenten leren te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer vraag om een taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; het is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden werkt dit stimulerend doordat zij gauw succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de lerende wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaldocent en vraagt een actieve deelname van studenten. Voor een aantal studenten is deze manier van een taal leren afwijkend of moeilijk, afhankelijk van de achtergrond. CLT (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde omstreeks 1783 een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen waarbij lerenden inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainers dragen kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren zelden mondeling kan worden toegepast. Deze methode staat ver van het dagelijks gebruik van de vreemde taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij studenten. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt sinds de jaren 70 over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal wordt omgeven. De instructies worden gegeven in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te gaan naar het land van de vreemde taal en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een erg goede methode om vreemde talen te leren beschouwd. Voornamelijk de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode behoorlijk intensief is, is het wezenlijke voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. Feitelijk zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een keerzijde van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Het feit dat een dergelijke training erg intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal) te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen lerenden en de docent van essentieel belang. Dat studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te kunnen bereiken. Lerenden zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel werden geplaatst en er werd altijd achtergrondmuziek in de les gedraaid. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er waren lijsten met woorden bij de teksten en opmerkingen over de grammatica. Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressie in stem. De studenten werden zo gestimuleerd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor immigranten kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethodiek is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een andere zwakke zijde is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. Community Language Learning is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende kenschetst. De studenten beginnen een gesprek. Als de lerenden de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo goed mogelijk herhalen. De gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om te leren. Er is geen leerboek dat wordt gevolgd; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal door middel van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is sterk afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de lerende erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden studenten vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak heel hecht. Studenten worden zich zo een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren te werken als team. Studenten leren veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taalles. Vaak blijven dergelijke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de taalles is hierdoor moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de taal door studenten wordt veel ruimte geboden.
De taak van de taaldocent is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat besteed die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische omwenteling in de wijze waarop talen worden onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren studenten op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van de methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan heel snel in de doeltaal denken doordat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van Gouin over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een vrij afwijkende aanpak was, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme op bij de studenten door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Lerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
Het nadeel van de leermethode is dat taal die wat meer subjectief of abstract is, wat moeilijk in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze leermethodiek is dat de verwerving van de vreemde taal geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat zij over regels van de taal en woordenschat van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, boodschappen doen, bellen met een klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten dienen net boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van de studenten (vooral de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de studenten aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om samen te werken met andere studenten. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming uit het jaar 1995 van een aantal Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich bij het maken van films aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van de Dogme-benadering is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische items gaan. Hierbij gaat het om communicatie als de inspirator van de taal leren. Daarom is de methode een communicatieve benadering van het taalonderwijs, die een vreemde taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen de lerenden en de taaltrainer. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor docenten. Het kan erg motiverend zijn dat de lerenden voor hun eigen leerproces de verantwoording dragen. De lessen in de vreemde taal zijn nooit voorspelbaar op deze manier; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan tijdens een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Dit zorgt ervoor dat de studenten alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand worden genomen, kunnen studenten zich echter wat ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle docenten voldoende flexibel. Nog een nadeel kan zijn dat studenten zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof tijdens de lessen aan de orde komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen de taal leren; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog tamelijk nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. De deelnemers zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. De zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing is relatief eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het soepel gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Argüelles raadt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal in het zenuwstelsel. Een andere grond is dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van Shadowing is hoog.
De keerzijde van deze techniek is dat de studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het principe dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; de lerenden geven de taken in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de lerenden snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een vlotte succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de methodiek ook worden toegepast in klassen die wat groter zijn. De nieuwe taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is aanvullend nog een andere methode nodig. De leermethode is ook niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd grammatica vooral inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. De lerenden moesten de taalregels hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. Studenten werden aangemoedigd veel te praten. Dat de taallessen in de vreemde taal gegeven werden, was eveneens nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Door middel van voorbeelden en plaatjes werd de vocabulaire van de vreemde taal aangeleerd. De studenten brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de oorlogen en crises ebde de vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen ontwikkelen. Deze methode kent echter ook keerzijden. Deze leermethode schenkt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid en ook relatief weinig aan lezen in de doeltaal. Voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze methode te weinig uitdaging. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode tevens niet heel bruikbaar, omdat deze leermethode is gebaseerd op een daadkrachtige inzet door de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaldocent, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan zijn om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainers gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Aan de uitspraak van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel de Stille Methode in zijn originele versie niet veel meer wordt gebruikt, zijn de ideeën van Gattegno met name bij het leren van de uitspraak wel van belang geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methode voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom worden gezien, is de sterke kant van de aanpak van Gattegno. In principe is de taaldocent dienstbaar aan de lerende, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mag’ fouten maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een nadeel zijn dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode beoogt. Door de afwezigheid van input van de taaltrainer zouden de studenten gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De studenten ontspannen zich doordat deze verhalen vrij gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De lerenden worden door de trainer op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat lerenden regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om vervolgens samen met de lerenden hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de taaltrainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de lerenden en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt heel motiverend voor de lerende.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de gebruiker om zijn of haar uitspraak te vergelijken met die van moedertaalsprekers (native speakers). Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten praten en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheden te oefenen. De software van de methode controleert de spelling en de grammatica en geeft taalfouten aan met de optie om de taalfouten van de student te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veelvuldig gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer makkelijk om te gebruiken en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke onderdelen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden ervaren het als prettig om met de Rosetta Stone-methode te werken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een keerzijde is dat geen taaldocent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze taalcursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog die door de student worden nagesproken en daarna worden herhaald. Deze voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les biedt een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuur. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de nieuwe taal niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
Onder meer in Amerika worden de Pimsleur cursussen gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo spreken, werkt de methodiek van Pimsleur heel goed om de uitspraak te verbeteren.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De student leert geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ principe was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas begon met zijn lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachtenen er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt met reeds bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op eventuele verbanden gewezen tussen de Engelse taal en de doeltaal. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat door de student is begrepen en verworven. Naast woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruikers zelf zinnetjes kunnen maken. Ook gebruikt de methodiek van flashcards zodat studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. Mensen die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen de uitspraak en de luistervaardigheid van de vreemde taal op een efficiënte manier. Dat de taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een minpunt worden gezien. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in het jaar 1929. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt voor een taalcursus is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter besteden de gebruikers ruwweg twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, samen met de uitleg van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de gebruiker dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De cursussen zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de lerenden in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent beschikbaar om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er bestaat echter een betere methode om een taal te leren om een vreemde taal te leren: De Dagnall Talen Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van ons taleninstituut steeds ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Tenslotte beschikken de taaldocenten over veel eigen lesmateriaal en spelen ze voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen die interessant kunnen zijn voor de cursist. Onze docenten zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Auditief, visueel of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behalen wij het hoogste rendement bij onze taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk door zowel onze cursisten als onze taaltrainers als een zeer prettige methode wordt ervaren. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall Talen geworden, maar ze creëert ook de meerwaarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, op afstand dus. Dit wordt ook wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd worden. Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Rijswijk.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Rijswijk
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de deelnemers met blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Rijswijk op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Taleninstituut biedt naast het online leerplatform eveneens een eigen App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een lerende altijd en overal, dus 24/7, toegang heeft op ieder (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook in het buitenland. Deelnemers kunnen dus een taal leren wanneer en waar het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen en juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taaltraining in Rijswijk. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall Taleninstituut voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met zakenpartners en klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal. Medewerkers die meerdere talen beheersen, zijn in veel bedrijven derhalve vaak onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus en/of als blended taalcursus te boeken. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online technische en zakelijke taaltrainingen
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Zoom wordt in het algemeen beschouwd als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor individuele trainingen of groepstrainingen
Het volgende is voldoende voor een cursus in een virtuele classroom: - Laptop, tablet of pc met een camera en een microfoon - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Onze onlinecursussen en blended taalcursussen worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten
Onze online alsook de blended taalcursussen worden door gekwalificeerde en toegewijde moedertaal (native) trainers gegeven
Onze docenten hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze trainers zijn universitair of HBO geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – snelle leervorderingen
De blended en online taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerktrainingen die specifiek op de behoeften en wensen van de cursist afgestemd worden
De inhoud wordt aan het leerplan aangepast zodat het leerproces structuur krijgt
Een duidelijke structuur helpt de cursist om de taaldoelen zelfverzekerd en snel te bereiken
De Dagnall online (of blended) taalcursussen bestaan uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuur die u in de voorbereiding en voortzetting van de les hebt geleerd, actief toe
Dankzij de combinatie van videosessies en zelfstudie is het bereikte resultaat van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en niets hoeft te missen
Onze taaltrainers geven naast de taalcursussen eveneens tips voor verdere digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursist en de trainer en zijn van groot belang voor het succes van taaltrainingen .
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Rijswijk ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Rijswijk ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Bij het beschrijven van het begin- en eindniveau van de cursist, baseren wij ons op de taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK). Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
De cursist ontvangt na afloop van de cursus bij ons taleninstituut in Rijswijk het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese maatstaf die specifiek is ontwikkeld voor Europese talen. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse naam wordt ook vaak gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen, van beginner tot nagenoeg moedertaalspreker (near-native). Deze zes niveaus in vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A is van toepassing op beginners. Mensen die niveau B beheersen, beschikken over alle basiskennis in de Franse taal. Niveau C geldt voor gevorderden die met groot gemak Frans verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C geeft de vaardigheden weer van een (ver)gevorderde taalgebruiker, die de geleerde taal kent als een (bijna) moedertaalgebruiker (near-native).
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is speciaal voor de vertaalbranche die onder meer eisen bevat voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee maal door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall Talen is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en de NRTO heeft ruim 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO geleverd wordt, zoals bij ons taleninstituut in Rijswijk, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk geborgd.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstituten in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met diverse andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.NRTO-leden werken zowel klantgericht als resultaatgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod van aan cursussen van bijvoorbeeld ons taleninstituut in Rijswijk sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Hiervoor is continu innoveren onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse commissies, besturen en adviesraden vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engelse naam: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, bewaard en verwerkt mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies beschermd te worden. Vanzelfsprekend voldoet Dagnall Talen aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en Dagnall Talen verwerkt persoonsgegevens heel beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Rijswijk zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut is ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat houdt in dat Dagnall aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Rijswijk
Wilt u contact met Dagnall Taleninstituut in Rijswijk? Vult u gerust het contactformulier in of belt u naar 070-2076707 (geen menu). U kunt uiteraard ook een e-mail sturen naar taleninstituut-rijswijk@dagnall.nl voor meer informatie.
U kunt ook het informatiepakket voor cursussen bestellen. Dit is geheel gratis.
De beste weg naar een taleninstituut in Rijswijk!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw eigen locatie volgen of in Rijswijk, bijvoorbeeld bij Q-Building aan de Laan van Zuidhoorn 60 in Rijswijk. Ons taleninstituut verzorgt ook taalcursussen in Rijswijk in bijvoorbeeld Best Western Plus Grand Winston aan het Generaal Eisenhowerplein 1, in Hotel Hoevevoorde aan de Van Vredenburchweg 170, in Hotel Savarin aan de Laan van Hoornwijck 29 en in Van der Valk Hotel Den Haag-Nootdorp aan de Gildeweg 1 in Nootdorp.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Rijswijk kan bij De Broodfabriek aan de Volmerlaan 12 en bij Landgoed Te Werve aan de Van Vredenburchweg 101.
Het gebied waar Rijswijk nu ligt, lag in de prehistorie aan de kust. In de nieuwe steentijd was dit gebied al bewoond. Er zijn sporen van bewoning uit ongeveer 3500 v.Chr. gevonden. Vanaf 2600-2500 v.Chr. moet sprake zijn geweest van min of meer permanente bewoning. De naam ‘Rijswijk’ komt voor het eerst in 1267 voor als kleine bestuurseenheid (ambacht) op het platteland. Toen was Rijswijk dus al een dorpje.
De naam ‘Rijswijk’ (ook de namen Riiswiic, Risuuic, Riswic, Ryswijc, Rijswijc, Risewiic en Rysewiic komen voor) is een verbastering van het Germaanse hrisa; ‘rijshout’, ‘wilgenhout’. Het tweede deel komt van wika; Germaans voor ‘nederzetting’. In moderne taal betekent het dus ‘plaats van bindwilgen’.
Rijswijk ligt in de regio Haaglanden en is onderdeel van de metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Plaatsen in de buurt van de stad Rijswijk zijn Delfgauw, Delft, Den Haag, Den Hoorn, De Lier,
Maassluis, Naaldwijk, Nootdorp, Pijnacker, Poeldijk, Schipluiden, Voorburg, Wateringen en Ypenburg. Rijswijk ligt in de provincie Zuid-Holland. De gemeente Rijswijk heeft ruwweg 54.000 inwoners.
Woon je in Rijswijk, dan heet je een ‘Rijswijker’, in goed plaatselijk Nederlands Rèswèker. Bekende Rijswijkers zijn Robert Schoemacher, Odette Simons, Koos Spee en Rolf Wouters.
Iets wat bij Rijswijk hoort, wordt ‘Rijswijks’ genoemd, zoals het Rijswijkse Bos. Rijswijk is is zowel een stad als een gemeente.
Rijswijk - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Rijswijk zijn Beroun in Tsjechië en Condega in Nicaragua.
Hoger onderwijs
In Rijswijk bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Denk je aan Rijswijk, dan denk je aan van vliegveld Ypenburg, de Trekvliet, naoorlogse flatwoningen en veel openbaar groen. Rijswijk fungeert als vestigingsplaats voor grote bedrijven en overheidsinstanties. Onder meer het Europees Octrooibureau is in de stad gevestigd,
alsook het hoofdkantoor van Shell, Kiwa, Rijkswaterstaat en het CBR.
Rijswijk - minder bekend
Niet veel mensen weten dat de schrijver Ilja Leonard Pfeijffer in Rijswijk is geboren.
De typetjes Jacobse en Van Es (Van Kooten en De Bie), Harrie Jekkers en uiteraard de stripreeks Haagse Harry van Marnix Rueb, zijn enkele zeer bekende vertolkers van het Haags. Het Haags spreekt veel klinkers afwijkend uit vergeleken met het Standaardnederlands. Zo wordt de ‘ei/ij’ uitgesproken als è (het Plèn voor ‘het Plein’) en de ‘ui’ als èu (‘broodje’ als broodjèu). De ‘aa’ wordt een ah en de ‘ee’, de ‘oo’ en ‘eu’ krijgen een extra ‘j’ (eej). De Haagse ‘r’ klinkt als ch of wordt niet uitgesproken. Kenmerkend voor de Zuid-Hollandse dialecten is
dat er geen onderscheid tussen ‘kunnen’ en ‘kennen’ wordt gemaakt en ook niet tussen ‘liggen’ en ‘leggen’. Een ‘politieagent’ is een wout of de kit. Iemands ‘meisje’ of ’vriendinnetje’ is zijn niesje en uitgenast betekent ‘bijdehand’. Als iets ‘goed smaakt’, heet dat in Rijswijk te haggeluh. Je kunt mij de bout haggeluh wordt gezegd in plaats van “Bekijk het maar”. Als iets ‘eerlijk waar’ is, zegt men in Rijswijk (net als in Den Haag): Zonder dollen. Geen porum: “Het ziet er niet uit”.
“Groenrijk Rijswijk”
Rijswijk - zakelijk
De gemeente Rijswijk
Het postcodegebied van Rijswijk is 2280 - 2289. Het adres van het gemeentehuis van Rijswijk is Bogaardplein 15, 2284 DP in Rijswijk. De website van de gemeente Rijswijk is Rijswijk. nl. Het telefoonnummer van de gemeente Rijswijk is 14 070.
Zakendoen in Rijswijk
Voor Rijswijkse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Den Haag aan de Koninginnegracht 13, 2514 AA in Den Haag. De website van de Kamer van Koophandel voor Rijswijk is KVK-kantoor Den Haag.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Rijswijk vaak op bedrijventerrein ’t Haantje, op bedrijventerrein Hoornwijck of op bedrijventerrein Plaspoelpolder. In Rijswijk bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Agfa-Gevaert, Aethon Groep, BMW Nederland, CBR Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, DDL Diagnostic Laboratory, DXC Technology, Emerson Electric Nederland, Freecom Technologies, GE General Electric Power
Services, Granfood (Aardappel Anders, Grand’Italia, Jozo, Ocean Spray, V8 etc.), Greenspeed, Halliburton Affiliates, Harley-Davidson Benelux, Kiwa, Mini Nederland, Petrogas E&P Netherlands, Shell Global Solutions International, Siemens Industry Software and Services, Star Cuisine, Teesing, Toptech Nederland, TUI Nederland, UniCarriers Forklifts en Vitro Westland. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een goed idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Rijswijkse voetbalclub SCR, Semper Altius of KRSV Vredenburch te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Rijswijk kunt u terecht bij Tennisvereniging Rijshaeghe, bij LTC Vredenburch of bij Tennispark Overvoorde. Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de cursus bij ons taleninstituut in Rijswijk of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie wat ontspannen? Om even een balletje te slaan of gewoon iets te drinken of te eten, kunt u naar de Rijswijkse Golfclub gaan. Deze golfbaan bevindt zich aan de Delftweg 59 in Rijswijk. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 070-395 48 64. De website van de Rijswijkse Golfclub is www.rijswijksegolf.nl. Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij brasserie hole 19, telefoonnummer 070-399 24 69.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Rijswijk die ook op Youtube staan. U kunt direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken. Direct onder de filmpjes zijn de locaties van Zuid-Holland en Rijswijk op Google Maps weergegeven.
U kunt linksboven klikken om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Rijswijk
Dronebeelden Rijswijk
Google Maps Zuid-Holland
Google Maps Rijswijk
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Rijswijk