Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Daarom hebben bedrijven en organisaties die investeren in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die u precies dat levert: Effectieve taaltrainingen van het hoogste niveau voor medewerkers, leidinggevenden en overige professionals in Rijssen en omgeving. (Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak kent zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Rijssen aan in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Rijssen aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij ons kan iedereen een vreemde taal leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast klassieke taaltaaltrainingen zijn organisaties vooral geïnteresseerd in de werkgerelateerde taaltrainingen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Taalcursussen worden op de individuele behoeften van de klant afgestemd. Wij zijn een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies talen te leren in Rijssen. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar het beoogde resultaat.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Het is onze filosofie om een vreemde taal te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Daarom zet Dagnall Taleninstituut alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leren. Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Door vijftien minuten dagelijks te oefenen, brengen we cursisten met grote stappen naar het gewenste niveau. Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Rijssen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever de leerdoelen en wensen vast. U meldt de cursisten aan met hun contactgegevens. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau van de deelnemers wordt bepaald, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel met een offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Na een aantal lessen evalueert de taaltrainer de inhoud alsook de voortgang van de taalcursus. De doelstelling kan, indien nodig, worden bijgesteld. U ontvangt een eindrapportage na de laatste les samen met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. Tevens ontvangen de cursisten een certificaat van het instituut.
Het (individuele) contact met de deelnemers wordt indien gewenst, door Dagnall verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Deze dienen vóór de intakedatum teruggestuurd te worden Dagnall Taleninstituut verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek duurt ongeveer 30 minuten De indeling van de groep(en) worden geadviseerd door Dagnall Talen aan de hand van niveaubepaling en in overleg met u vastgesteld De indeling van de deelnemers geschiedt op taal en taalniveau Wij sturen u altijd een offerte op maat! De logistiek van materiaal en cursusbenodigdheden wordt uiteraard door Dagnall Talen verzorgd Dagnall Talen brengt geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen in rekening Dagnall bewaakt en garandeert de continuïteit van de planning van de cursus alsook het lesprogramma Dagnall Talen is flexibel alsook betrokken!
In 1982 is Dagnall geopend en geeft sinds 1982 taalcursussen op maat aan het bedrijfsleven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Rijssen en omringende gemeenten. Alle kundige docenten zijn experts op taalgebied en hebben in al deze jaren al veel zakelijke taaltrainingen verzorgd in Overijssel.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, levert taleninstituut Dagnall Talen u zeer betaalbare en effectieve taalcursussen in Rijssen. U kunt erop rekenen dat wij het meeste rendement leveren; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Rijssen
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Een cursus die zich richt op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer is bij veel bedrijven tegenwoordig een begrip. Werknemers met beperkte of zonder beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en zij willen graag en sneller en/of beter communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op de werkplek goed te kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. De werknemers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en uiteraard hun ambities op hun werkgebied realiseren. Dit vergt een investering in medewerkers en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
Ons taleninstituut verzorgt betaalbare maatwerk taalcursussen die de luister-, spreek-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Dagnall helpt en leert cursisten hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen op hun werk. Ons instituut stemt de taallessen af op de behoefte van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Naast de lessen, krijgen cursisten gedurende de cursus frequent praktijkopdrachten, als ondersteuning van de voortgang van het leerproces en de effectiviteit van de taaltraining.
Op deze manier ontstaat een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut let tevens op de wat minder belichte kant van veel taalcursussen: de cursisten staan al vaak alleen in hun poging om de taal machtig te zijn, om de cultuur en gebruiken van het betreffende land en het bedrijf te begrijpen en om de wereld via taal te vergroten. Dat vereist veel inzet en motivatie. Daarnaast heeft de deelnemer maar een beperkt aantal vaste contactmomenten met de trainer per week. Dit is niet in elke situatie genoeg.
Onderscheidend
Dagnall Taleninstituut onderscheidt zich door zich te richten op vergroting van het draagvlak voor een cursus op de werkvloer. Dagnall Talen moedigt zowel leidinggevenden als uitvoerenden van de organisatie aan om een continu proces van taalverwerving te creëren, door vanaf de start zoveel mogelijk met de cursist te communiceren in de doeltaal. Door het belang van taal op de werkvloer consequent op deze wijze te benadrukken, wordt het nut van goede beheersing van de taal gemeenschappelijk ervaren en voelen deelnemers in hun taalverwerving zich gestimuleerd en gewaardeerd.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Rijssen
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taaltraining is vanzelfsprekend ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een taaltraining (bij een taleninstituut in Rijssen) die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen realiseren wij door een mix van deze beproefde leermethode met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Ons taleninstituut biedt individuele cursussen, duocursussen (met 2 deelnemers), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 deelnemers, onlinecursussen, een online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie. De taaldocenten van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer fijne manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze docenten in Rijssen. Deze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de manier van leren die zeer geschikt is voor de cursisten.
Een taal effectief leren in Rijssen bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de organisatie van de cursus met een gerust hart uit handen kunt geven. Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruikt Dagnall Taleninstituut moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te garanderen. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Rijssen gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Rijssen
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Rijssen en omgeving. Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles. De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement. De individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximale ondersteuning te bieden en om de leereffectiviteit te verhogen. Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen omdat in vrij korte tijd veel informatie wordt opgenomen. Doordat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en blijft het leertraject zo kort mogelijk. Een ander belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer. Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal. Ook kan een individuele taalcursus goed worden afgestemd op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van groepscursussen is vooral de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van de fouten van anderen kunnen leren en in de doeltaal communiceren met de groep. De lerenden kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als leuker ervaren. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt. Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor de cursisten dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen alleen worden gedaan en gevoerd met de trainer. Doordat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet geoefend worden in groepsverband. Ook is het niet mogelijk om van fouten van anderen te leren omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten iets sneller worden afgeleid. Daardoor ligt het rendement iets lager. Door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen), kan dit gedeeltelijk worden ondervangen. Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden. Een bijkomstig minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele deelnemers kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut verzorgt cursussen voor beginners, halfgevorderden en gevorderden. Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden de taalcursussen daarom ook online alsook incompany aan. Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld kiezen
voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Duits, Frans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Uiteraard is een combinatie van deze verschillende trainingen ook mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Beheersing van een andere taal is een proces van kennen en kunnen. Het gaat om kennis van de taal en het kunnen toepassen van die kennis. Omdat kunnen minstens zo belangrijk is als kennen, is Dagnall Talen de belangrijke schakel naar de focus van kennis naar functionele toepassing.
Al gauw begrijpt u al wat in de andere taal en kunt u al een gesprekje voeren. Dit is wel zo prettig. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen volledig in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuren worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is vrijwel zonder fouten kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer kan zo een zin bijvoorbeeld 10 keer herhalen en vervolgens een nieuw woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al snel grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was breed aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die een taal beginnen te leren effectief. Een juiste uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Tegelijk heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de driloefeningen niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige manier dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Het idee is niet om al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer deze ook relevant en betekenisvol is voor de student. Deze GoldList-methode kan werken voor woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, zou deze methode goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het gebrek aan context is een minpunt van deze methode. Talen bestaan uiteraard uit veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Bovendien is de methode bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving. De methode probeert de taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op die wijze leert de student onbewust ook de taalregels van de vreemde taal van de te leren taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De leeractiviteiten in de te leren taal dienen stimulerend te zijn om te zorgen dat de studenten plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method leermethode heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een heel effectieve methode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers, omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de grammatica. De student zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof voor een langere tijd.
Omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De beheersing van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak een effectievere methode dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. De vaste woordcombinaties worden aan de lerenden aangedragen in herkenbare situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethodiek worden de structuren die het vaakst gebruikt worden, eerst geleerd. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de vreemde taal op een nauwkeurige wijze kunnen leren, is de sterke kant van de Structural Approach. Studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren eveneens in welke situaties bepaalde woorden of woordcombinaties passend zijn of niet. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook nadelen. Deze methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct ervaringen van succes. De inbreng van de studenten zelf is beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal.
Met behulp van de CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer alsook onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en docenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten helpen om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte om talen te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. CLT is efficiënt. Voor de lerende werkt dit stimulerend doordat hij of zij snel succeservaringen heeft. Fouten maken mag; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de taaltrainer en van de lerende vereist het een actieve deelname. Deze manier van leren is voor sommige lerenden lastig of ongewoon, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw richtte het taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger beschouwd van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd destijds beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal hebben de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt de methode vormt een aardige mentale training. De methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het leren in groepsverband geeft de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de lerenden. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gewerkt met simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal de leeromgeving in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen de spreekvaardigheid één-op-één of in een klein groepje. Een andere methode om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, doordat de methode vrij intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerende moet echt in de doeltaal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een andere keerzijde kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en studenten zijn daarvoor essentieel. De voorwaarde is dat de lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te bereiken. Tijdens de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel geplaatst werden en er was altijd muziek in de klas. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal. Er werd met veel expressie in stem alsook gebaren voorgelezen. Op deze manier werden de lerenden overgehaald om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Lozanov was enigszins omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen last zal hebben van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de docent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. De lerenden beginnen een gesprek. Zijn de studenten de taal nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in de moedertaal. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo goed mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken. Een leerboek wordt niet gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van de methode is grotendeels afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. De docent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote groepen is CLL niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten. Lerenden worden zich veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Studenten leren veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Een nadeel van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de taallessen is daardoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de taal door de student is veel ruimte.
De rol van de trainer is voor genoeg inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische verandering in de manier waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is het nadeel. Een aantal studenten heeft moeite om de taalpatronen zelf te leren herkennen en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de nieuwe taal gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Gouin’s leermethodiek was enige tijd succesvol, ondanks de afwijkende aanpak. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheden van de lerende sterk ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit soort onderwijs enthousiasme van de lerenden op. Het leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. Het maakt lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve vaardigheden van de studenten goed.
De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief is, lastig met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. Een ander nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die immers een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij studenten (met name studenten met een achterstand) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in aanraking met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met andere studenten samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan tien strenge regels (dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doeleinde van Dogme-taalonderwijs. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen taaldocent en studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent. Dat de student voor het eigen leerproces de verantwoording draagt, kan erg motiverend werken. Zo zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dat zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een taalles volgens de Dogme-benadering is zo goed als elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat lerenden alert en betrokken blijven.
Daartegenover staat dat lerenden zich iets minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden. Ook is niet elke trainer flexibel genoeg voor dit type van onderwijs. Dat de studenten zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de lessen wordt behandeld, kan een ander nadeel vormen van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk om een nieuwe taal te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ongeveer 100 uur. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten aan de hand van televisie, films of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog tamelijk nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn er in elk geval vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving geboden. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode is eenvoudig: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak tot het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang de boeken dialogen of delen met samenhangende tekst bevatten. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Doordat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken, doet Alexander Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden waardoor het leren van de taal aanzienlijk effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills gebruikt werden in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als nadeel is dat de lerenden het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier opdrachten, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Bekende taken worden uitgebreid of deels veranderd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® voor elke doelgroep geschikt, ongeacht achtergrond of leeftijd en de leermethode kan ook in wat grotere klassen toegepast worden. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken kunnen worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker niveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. De methode is ook niet heel creatief. De studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Rond 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks het jaar 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefden de mensen naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. Door de studenten moesten de taalregels hieruit worden afgeleid. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd de lerenden veel te laten spreken. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de les in de vreemde taal gegeven werd. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de vreemde taal werd aangeleerd met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door de studenten aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloed van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het grote voordeel. Luisteren en spreken komen ruimschoots aan bod. Hierdoor ontwikkelen lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. Aan de Direct Methode kleven echter ook minpunten. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode nauwelijks aandacht en voor lezen in de doeltaal ook minder. Deze methode biedt voor lerenden die verder meer gevorderd zijn niet genoeg uitdaging. Voor langzaam een lerende student is de Directe Methode eveneens niet heel geschikt, doordat deze methode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en woordenlijstjes werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een docent gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Deze herhaling helpt de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan door lerenden als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Gattegno.
De taaldocenten gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaltrainers niet naar kennisoverdracht an sich dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn blokken met verschillende kleuren die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De leermethodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, alhoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die immers als autonoom wordt beschouwd. De taaltrainer is in principe dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag, wat helpt bij het leerproces.
Het feit dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorziet, kan een minpunt zijn. Door het gebrek aan inbreng van de trainer zouden lerenden gefrustreerd kunnen worden. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De trainer vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen van de trainer vrij gemakkelijk zijn te begrijpen, ontspannen de lerenden zich. Woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De trainer schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om daarna hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor inbreng zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een nieuwe taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de student.
Dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt, is een nadeel.
De Rosetta Stone-methode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd ontdekt in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s en stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De student kan zo zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met de uitspraak van een moedertaalspreker vergelijken. Door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten daarna veel na te laten zeggen, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Voor de schrijfvaardigheid zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en spelling en wijst op fouten, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de lerenden te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk in het gebruik en kan op ieder moment door de student worden ingezet. Studenten bepalen zelf welke delen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het plezierig om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt kan zijn dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De cursus van Pimsleur bestaat uit zinnen/dialoog in de doeltaal die de lerende naspreekt en vervolgens herhaalt. De zinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling. De lessen bieden een audio-opname van 30 minuten die nieuwe vocabulaire en structuur bevat. De grammaticale structuren van de nieuwe taal worden niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de cursussen van Pimsleur en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methode van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier praten op een normaal tempo.
Het nadeel van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte de studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de gebruikers op pauze klikken en zelf antwoord geven op de vraag. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De les wordt opgebouwd in kleine stapjes en lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal gewezen, als deze er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de leermethode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student begrepen en verworven is. Naast woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de gebruikers zelf zinnen maken. De leermethodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal en vinden de cursus plezierig werken. Studenten die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus traint de luistervaardigheid en de uitspraak van de doeltaal op efficiënte wijze en is ook heel toegankelijk. Een keerzijde van de methode is dat deze taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien. Van werkelijke interactie is ook geen sprake, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor een taalcursus vrij hooggegrepen was. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De lerenden besteden bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast deze dialoog, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de lerende dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen volledig in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuren worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is vrijwel zonder fouten kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer kan zo een zin bijvoorbeeld 10 keer herhalen en vervolgens een nieuw woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al snel grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was breed aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die een taal beginnen te leren effectief. Een juiste uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Tegelijk heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de driloefeningen niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige manier dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Het idee is niet om al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer deze ook relevant en betekenisvol is voor de student. Deze GoldList-methode kan werken voor woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, zou deze methode goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het gebrek aan context is een minpunt van deze methode. Talen bestaan uiteraard uit veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Bovendien is de methode bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving. De methode probeert de taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op die wijze leert de student onbewust ook de taalregels van de vreemde taal van de te leren taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De leeractiviteiten in de te leren taal dienen stimulerend te zijn om te zorgen dat de studenten plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method leermethode heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een heel effectieve methode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers, omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de grammatica. De student zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof voor een langere tijd.
Omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De beheersing van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak een effectievere methode dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. De vaste woordcombinaties worden aan de lerenden aangedragen in herkenbare situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethodiek worden de structuren die het vaakst gebruikt worden, eerst geleerd. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de vreemde taal op een nauwkeurige wijze kunnen leren, is de sterke kant van de Structural Approach. Studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren eveneens in welke situaties bepaalde woorden of woordcombinaties passend zijn of niet. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook nadelen. Deze methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct ervaringen van succes. De inbreng van de studenten zelf is beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal.
Met behulp van de CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer alsook onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en docenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten helpen om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte om talen te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. CLT is efficiënt. Voor de lerende werkt dit stimulerend doordat hij of zij snel succeservaringen heeft. Fouten maken mag; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de taaltrainer en van de lerende vereist het een actieve deelname. Deze manier van leren is voor sommige lerenden lastig of ongewoon, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw richtte het taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger beschouwd van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd destijds beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal hebben de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt de methode vormt een aardige mentale training. De methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het leren in groepsverband geeft de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de lerenden. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gewerkt met simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal de leeromgeving in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen de spreekvaardigheid één-op-één of in een klein groepje. Een andere methode om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, doordat de methode vrij intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerende moet echt in de doeltaal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een andere keerzijde kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en studenten zijn daarvoor essentieel. De voorwaarde is dat de lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te bereiken. Tijdens de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel geplaatst werden en er was altijd muziek in de klas. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal. Er werd met veel expressie in stem alsook gebaren voorgelezen. Op deze manier werden de lerenden overgehaald om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Lozanov was enigszins omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen last zal hebben van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de docent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. De lerenden beginnen een gesprek. Zijn de studenten de taal nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in de moedertaal. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo goed mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken. Een leerboek wordt niet gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van de methode is grotendeels afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. De docent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote groepen is CLL niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten. Lerenden worden zich veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Studenten leren veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Een nadeel van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de taallessen is daardoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de taal door de student is veel ruimte.
De rol van de trainer is voor genoeg inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische verandering in de manier waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is het nadeel. Een aantal studenten heeft moeite om de taalpatronen zelf te leren herkennen en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de nieuwe taal gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Gouin’s leermethodiek was enige tijd succesvol, ondanks de afwijkende aanpak. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheden van de lerende sterk ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit soort onderwijs enthousiasme van de lerenden op. Het leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. Het maakt lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve vaardigheden van de studenten goed.
De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief is, lastig met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. Een ander nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die immers een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij studenten (met name studenten met een achterstand) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in aanraking met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met andere studenten samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan tien strenge regels (dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doeleinde van Dogme-taalonderwijs. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen taaldocent en studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent. Dat de student voor het eigen leerproces de verantwoording draagt, kan erg motiverend werken. Zo zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dat zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een taalles volgens de Dogme-benadering is zo goed als elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat lerenden alert en betrokken blijven.
Daartegenover staat dat lerenden zich iets minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden. Ook is niet elke trainer flexibel genoeg voor dit type van onderwijs. Dat de studenten zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de lessen wordt behandeld, kan een ander nadeel vormen van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk om een nieuwe taal te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ongeveer 100 uur. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten aan de hand van televisie, films of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog tamelijk nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn er in elk geval vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving geboden. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode is eenvoudig: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak tot het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang de boeken dialogen of delen met samenhangende tekst bevatten. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Doordat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken, doet Alexander Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden waardoor het leren van de taal aanzienlijk effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills gebruikt werden in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als nadeel is dat de lerenden het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier opdrachten, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Bekende taken worden uitgebreid of deels veranderd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® voor elke doelgroep geschikt, ongeacht achtergrond of leeftijd en de leermethode kan ook in wat grotere klassen toegepast worden. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken kunnen worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker niveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. De methode is ook niet heel creatief. De studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Rond 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks het jaar 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefden de mensen naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. Door de studenten moesten de taalregels hieruit worden afgeleid. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd de lerenden veel te laten spreken. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de les in de vreemde taal gegeven werd. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de vreemde taal werd aangeleerd met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door de studenten aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloed van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het grote voordeel. Luisteren en spreken komen ruimschoots aan bod. Hierdoor ontwikkelen lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. Aan de Direct Methode kleven echter ook minpunten. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode nauwelijks aandacht en voor lezen in de doeltaal ook minder. Deze methode biedt voor lerenden die verder meer gevorderd zijn niet genoeg uitdaging. Voor langzaam een lerende student is de Directe Methode eveneens niet heel geschikt, doordat deze methode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en woordenlijstjes werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een docent gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Deze herhaling helpt de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan door lerenden als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Gattegno.
De taaldocenten gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaltrainers niet naar kennisoverdracht an sich dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn blokken met verschillende kleuren die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De leermethodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, alhoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die immers als autonoom wordt beschouwd. De taaltrainer is in principe dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag, wat helpt bij het leerproces.
Het feit dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorziet, kan een minpunt zijn. Door het gebrek aan inbreng van de trainer zouden lerenden gefrustreerd kunnen worden. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De trainer vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen van de trainer vrij gemakkelijk zijn te begrijpen, ontspannen de lerenden zich. Woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De trainer schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om daarna hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor inbreng zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een nieuwe taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de student.
Dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd ontdekt in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s en stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De student kan zo zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met de uitspraak van een moedertaalspreker vergelijken. Door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten daarna veel na te laten zeggen, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Voor de schrijfvaardigheid zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en spelling en wijst op fouten, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de lerenden te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk in het gebruik en kan op ieder moment door de student worden ingezet. Studenten bepalen zelf welke delen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het plezierig om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt kan zijn dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De cursus van Pimsleur bestaat uit zinnen/dialoog in de doeltaal die de lerende naspreekt en vervolgens herhaalt. De zinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling. De lessen bieden een audio-opname van 30 minuten die nieuwe vocabulaire en structuur bevat. De grammaticale structuren van de nieuwe taal worden niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de cursussen van Pimsleur en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methode van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier praten op een normaal tempo.
Het nadeel van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte de studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de gebruikers op pauze klikken en zelf antwoord geven op de vraag. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De les wordt opgebouwd in kleine stapjes en lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal gewezen, als deze er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de leermethode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student begrepen en verworven is. Naast woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de gebruikers zelf zinnen maken. De leermethodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal en vinden de cursus plezierig werken. Studenten die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus traint de luistervaardigheid en de uitspraak van de doeltaal op efficiënte wijze en is ook heel toegankelijk. Een keerzijde van de methode is dat deze taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien. Van werkelijke interactie is ook geen sprake, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor een taalcursus vrij hooggegrepen was. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De lerenden besteden bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast deze dialoog, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de lerende dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
Er bestaat ook een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere manier om vreemde talen te leren: De Methode van Dagnall.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk door de focus van Dagnall altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Tot slot beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen voortdurend in op actuele ontwikkelingen en thema’s die voor de cursist interessant kunnen zijn. De taaltrainers van Dagnall Talen zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Rijssen.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Rijssen
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; zoals persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Rijssen op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt interactieve en gevarieerde content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform biedt Dagnall Taleninstituut eveneens een handige App voor zowel Android- als Apple-apparaten. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat een deelnemer altijd en overal, dus 24/7, toegang heeft op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook op reis in het buitenland. Deelnemers kunnen dus een taal leren waar en wanneer het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, technische termen, juridische termen en specifieke productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar nadat de training in Rijssen is afgerond. Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal. Mensen die diverse talen spreken, zijn derhalve vaak onmisbaar in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen beschikbaar. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele als groepstrainingen
Het onderstaande is voldoende voor een cursus in een virtuele classroom: - Laptop, pc/iMac of tablet met camera en microfoon - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Onze onlinecursussen en blended taalcursussen worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
Onze online alsook de blended (taal)cursussen worden door toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) docenten gegeven
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn HBO dan wel universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen die specifiek worden afgestemd op uw behoeften en wensen
De inhoud wordt aangepast aan het leerplan om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen vlot en zelfverzekerd te behalen
De Dagnall online (of blended) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuur die u in de voorbereiding en voortzetting van de lessen hebt geleerd, actief toe
Dankzij het combineren van zelfstudie en videosessies is het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze trainers geven naast de taalcursus eveneens tips voor nog meer mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Structuur en vakbekwaamheid leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaltrainer en zijn van groot belang voor het slagen van taaltrainingen .
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Rijssen ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Rijssen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Voor het aangeven van het begin- en eindniveau van de cursist, gaan wij uit van hetERK (Europees Referentiekader). Hierin worden alle taalniveaus volgens Europese standaard, beschreven. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen aan het einde van de taalcursus bij ons taleninstituut in Rijssen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese norm om niveaus van taalvaardigheid in te delen. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het Europees Referentiekader (ERK) kent vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: lezen, luisteren, spreken, schrijven en het voeren van gesprekken. De Engelstalige term wordt ook vaak gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Deze vijf vaardigheden krijgen in het ERK zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives). Deze zes niveaus in vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A is van toepassing op beginners. De cursist die taalniveau B beheerst, bezit alle basiskennis in de Franse taal. Niveau C geldt voor gevorderden die Frans met groot gemak kunnen verstaan, spreken, lezen en schrijven. Niveau C geeft aan dat iemand de taal heel goed kan gebruiken in uiteenlopende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut toont aan dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties en bedrijven. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall Talen is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Rijssen, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van Nederlandse private opleidingsinstellingen. De NRTO fungeert als gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met diverse andere organisaties, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.Leden van het NRTO werken klant- en resultaatgericht en kunnen zich snel aan veranderende omstandigheden aanpassen en leveren altijd maatwerk.Het aanbod van aan cursussen van bijvoorbeeld ons taleninstituut in Rijssen sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Hiervoor is continue innovatie onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van EU-burgers te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk bewaard worden en de persoonsgegevens dienen beschermd te worden tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging. Vanzelfsprekend voldoet Dagnall aan alle eisen die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Rijssen zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is ingeschreven in het CRKBO-register. De naam CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen leveren. Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall Talen lagere prijzen berekenen. Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden. Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Rijssen
Wilt u contact opnemen met ons taleninstituut in Rijssen? Informeer vrijblijvend naar onze mogelijkheden. Bel ons op 085-2737302 (geen menu) of stuur een e-mail via taleninstituut-rijssen@dagnall.nl voor meer informatie.
Of ga naar ons contactformulier. U kunt ook het gratis informatiepakket voor cursussen aanvragen.
Het vlotste traject naar een taleninstituut in Rijssen!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw eigen locatie volgen of in Almelo, bijvoorbeeld in de Almelo Java Toren aan de Stationsstraat 11 in Almelo. Ons taleninstituut verzorgt eveneens taalcursussen in Rijssen bij bijvoorbeeld Fletcher Hotel Sallandse Heuvelrug aan de Burgemeester Knottenbeltlaan 77, bij Hotel Hoog Holten aan de Forthaarsweg 7 in Holten en bij Van der Valk Hotel Hengelo aan de Bornsestraat 400 in Hengelo.
Besprekingen houden, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Rijssen kan bij EDit Opleidingen aan de Reggesingel 44.
Lang voor onze jaartelling was er al bewoning in het gebied dat nu ‘Rijssen’ heet. Rijssen was een goed gebied om te wonen. Het gebied lag hoger en was omgeven door moerassen en aan het riviertje de Regge. Er zijn restanten gevonden uit de prehistorie, uit de bronstijd (omstreeks 2000 v.Chr.) en Romeinse munten. De naam ‘Rijssen’ wordt voor het eerst
genoemd in een goederenregister in het jaar 1188 (als parrochia Risnen). De naam ‘Rijssen’ is een verbastering van risn, dat ‘rijshout’ betekent of riessen; ‘tak’. Het kan om het hout gaan dat groeide op het drassige land langs de Regge of om de takken van de hogere bomen uit het bos bij Rijssen.
Rijssen ligt in de streek Twente op de Sallandse Heuvelrug. Plaatsen in de omgeving van de stad Rijssen zijn Almelo, Bornerbroek, Delden, Enter, Goor, Hellendoorn, Hengelo, Holten, Markelo, Nijverdal en Wierden.
Rijssen ligt in de provincie Overijssel. De gemeente Rijssen heeft ruwweg 29.000 inwoners.
Een inwoner van Rijssen noemt men een ‘Rijssenaar’. Bekende Rijssenaren zijn Jan Baan en Dik Wessels. Iets wat uit Rijssen komt, wordt ‘Rijssens’ genoemd, zoals het Rijssens dialect.
Rijssen kreeg in het jaar 1243 stadsrechten.
Rijssen - internationaal & scholing
Partnersteden
Rijssen maakt deel uit van gemeente Rijssen-Holten waar Holte eveneens onder valt. De partnersteden van Rijssen-Holten zijn Steinfurt en Winterberg in Duitsland.
Hoger onderwijs
In Rijssen bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Denk je aan Rijssen, dan denk je aan de jute-industrie, de Bijbelgordel (Bible Belt), de Canadese begraafplaats van Holten, tuinen en kastelen. Rijssen fungeert als toeristenstadje op de Sallandse Heuvelrug voor dagjesmensen en vakantiegangers.
Rijssen - minder bekend
Niet veel mensen weten dat Rijssen als één van de weinige steden in Nederland een eigen volkslied heeft; ’Mooi Riessen’.
Riesn heeft een heel eigen karakter en zelfs een eigen volkslied: ‘Mooi Riessen’. De gemeente Rijssen-Holten is officieel tweetalig. Kenmerkend voor het Twents-Graafschaps is dat voltooid deelwoorden geen ge- krijgen maar e- (ezeen in plaats van ‘gezien’). Klinkers worden anders uitgesproken; de ‘ie’ wordt een ee en de ‘ei/ij’ wordt ie.
In het meervoud of bij een verkleinwoord verandert de klinker vaak (beume in plaats van ‘bomen’). ‘Enorm’ is onmeunig in het Riesn en een ‘kletskous’ een teutegat. N zitnt gat vedeent neet wat oftewel: “Blijf niet te lang pauze houden”.
Rijssen - “Samen en ondernemend”
Rijssen - zakelijk
De gemeente Rijssen
Het netnummer van Rijssen is 0548. Het postcodegebied van Rijssen is 460 - 7463. Het adres van het gemeentehuis van Rijssen is Rozengaarde, 7461 DD in Rijssen. De website van de gemeente Rijssen is Rijssen-holten.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Rijssen is 0548 854 854.
Zakendoen in Rijssen
Voor Rijssense ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Apeldoorn aan Het Rietveld 55A, 7321 CT in Apeldoorn. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Rijssen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Rijssen is KVK-kantoor Apeldoorn.
In Rijssen zijn grote en middelgrote internationaal opererende bedrijven actief vanaf bedrijventerrein De Mors (Noorddeel Oost), Noordermors, Plaagslagen en bedrijventerrein Rijssen. In Rijssen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Aebi Schmidt, Baan Transport, Heutink, Koninklijke Verpakkingsindustrie Stempher, Müller
Fresh Food Logistics, Orange Climate (Autarkis), Reggefiber, Reginox, Schuitemaker Machines, The People Company, Tulp Keukens, Vivera, Voortman Steel Group, Walvaboek en Aebi Schmidt Nederland in Holten. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Ondernemers in Rijssen kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost. Rijssenaren en ondernemingen in Rijssen kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Rijssen-Holtens Nieuwsblad.
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Rijssen een bezoek brengen aan het Internationaal Brandweermuseum of aan het Rijssens Museum.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het een idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Rijssense voetbalclub SV Rijssen of Excelsior 31 meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Rijssen kunt u terecht bij T.C. Rijssen of bij TC De Mors. Golf, ontspanning & lunch Wellicht hebt u zin om na de cursus bij ons taleninstituut in Rijssen of met uw internationale (zaken)relatie bij Rijssen als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de buurt van Rijssen ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit. De golfbaan in de buurt voor Rijssen is Golfclub de Koepel in Wierden. Deze golfbaan bevindt zich aan de Rijssensestraat 142a in Wierden. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0546-57 40 70. De website van deze golfbaan is www.golfclubdekoepel.nl. Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij het sfeervolle restaurant van de Golfclub.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Rijssen die tevens op Youtube staan. Klik direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding om het filmpje af te spelen. Onder deze filmpjes staan de locaties van Overijssel en Rijssen op Google Maps.
Door linksboven te klikken, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.