Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties die investeren in de taalopleiding van de werknemers, een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Purmerend.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte medewerkers verdient.
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak heeft een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Purmerend in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Purmerend aan als individuele (1-op-1) les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Dagnall Talen kan iedereen vreemde talen leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn behalve de klassieke taaltrainingen met name geïnteresseerd in werkgerelateerde trainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgever. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaltrainers met zeer goede recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Purmerend. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht het door u beoogde resultaat.
Onze filosofie is om vreemde talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom gaat Dagnall Taleninstituut tot het uiterste om te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Door deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. We brengen de cursist met grote stappen naar het beoogde niveau door 15 minuten dagelijks te oefenen.
Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Purmerend.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taaltraining spits zich niet alleen toe op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals het verbeteren van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Rotterdam) die het beste bij hem of haar past.
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het bekende hoge rendement behaalt Dagnall met een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor cursussen terecht die zijn gebaseerd op maatwerktrainingen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (2 cursisten), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
De trainers van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer fijne manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Purmerend. Onze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook aangepast aan de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie kunt overlaten aan ons.
Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt Dagnall Taleninstituut gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Purmerend gegeven worden.
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Purmerend en omgeving.
Individuele taalcursussen worden ook wel privélessen of één-op- één-taalcursussen genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en een zeer hoog rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren.
De groepen houden wij zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Het grootste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement omdat in een korte periode behoorlijk veel informatie opgenomen wordt.
Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden.
Flexibiliteit is een ander groot voordeel van individuele taalcursussen. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist en de taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast is een individuele cursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Het grootste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere deelnemers; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars fouten kunnen leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. Deze afwisseling kunnen deelnemers prettiger vinden.
Omdat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt .
Voor de deelnemers zijn groepscursussen ook wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele cursussen.
Bij een individuele taalcursus kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaltrainer worden gevoerd en gedaan.
Omdat er geen interactie met andere cursisten is, kan het geleerde niet worden geoefend in de groep.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van de foutjes van andere cursisten.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor cursisten.
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen lerenden wat sneller worden afgeleid. Hierdoor is het rendement wat lager. Deels kan dit ondervangen worden door groepen iets kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen).
Ook kan een groepscursus minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele cursisten.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Het was nieuw dat de taalles volledig plaatsvond in de doeltaal. Kunnen spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuur worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om zonder fouten te leren verstaan en spreken, wat begint met iemand na kunnen spreken. Herhaling is het middel hiertoe; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen deze inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. De talenpractica raakten hierdoor al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammatica, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor de meeste taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Direct van het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Ook voor grotere groepen is deze audiolinguale methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen input van de lerenden verwacht, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen. Deze GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien worden herhaald. Deze woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. De woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door de blootstelling. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn aangeleerd, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. In het algemeen wordt kennis onthouden wanneer deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze methode kan goed functioneren voor woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList Method kan goed functioneren voor studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de methode nogal tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de te leren taal leert men ook onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student in de vreemde taal wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is, is al vaak aangetoond. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de Natural Approach een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. De studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te krijgen. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft de geleerde stof langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode de lerende niet per se op een specifiek examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado in de begin jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een wijze van taalverwerving met als doel de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. Het beheersen van deze structuren is volgens de SA een effectievere leermethode dan het verwerven van woordenschat van de nieuwe taal. Het draait om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aangeboden aan de lerende in betekenisvolle situaties met gebruik van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren eveneens in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet geschikt zijn voor de situatie. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De manier van werken is behoorlijk tijdverslindend en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van vreemde talen.
Met gebruik van CLT-technieken leren de met de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de docent alsook met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving en het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa ontstond meer vraag aan het leren van talen door middel van een methode die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is dit stimulerend doordat zij gauw succes ervaren. Fouten maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van leren ongebruikelijk of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd destijds beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs, ondanks dat al sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is de grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De methode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt deze methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij lerenden. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment omgeven wordt door de te leren taal. De instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. De lerende wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De leeromgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal gesproken wordt. Lerenden oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal gaan en daar verblijven in een gastgezin, is een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan zeer goed worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode vrij intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in de nieuwe taal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerenden zijn in principe 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een bijkomend nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de lerenden zijn daarvoor van essentiële betekenis. De voorwaarde hiervoor is dat lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Om dit te bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. De lerenden zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die waren gezet in een halve cirkel en in de klas was altijd muziek. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. Studenten werden op deze manier verleid om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les. Hierdoor krijgen de studenten geen hinder zullen van faalangst of frustratie. Voor immigranten kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de lerenden de te leren taal nog niet machtig genoeg zijn. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt; het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de studenten uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan prima werken wanneer deze correct wordt toegepast. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. De studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren als een team te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taallessen. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Een nadeel van CLL kan zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal lerenden wordt in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat krijgt in deze benadering meer nadruk dan grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de studenten om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de taaldocent om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de ingrijpende verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. De studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de te leren taal denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een ongewone aanpak had, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De leermethode creëert een levendige manier van lesgeven. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme op bij de studenten. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets geheel nieuws. De leermethode maakt de studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt sterk gestimuleerd met de methode van François Gouin.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, wat lastig in één duidelijke ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter de methode is dat het verwerven van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst op de taak voorbereiden, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. De taken moeten net boven het kennisniveau van de student liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden van lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de taak goed bij de lerende aansluit, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om samen te werken. De studenten ervaren taakgericht onderwijs als motiverend en plezierig.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren, kan als minpunt worden genoemd.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Samen vormen deze ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van echte conversaties die over praktische onderwerpen gaan, is het doel van de Dogme-methode. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak voor het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen docent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers is dat er vrijwel geen voorbereiding voor nodig is. Het kan erg motiverend zijn dat de studenten de verantwoording dragen voor het eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit. Dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een taalles volgens de Dogme-methode is zo goed als elk onderwerp bespreekbaar. Het houdt de studenten alert en betrokken.
Daartegenover staat dat de studenten zich wat ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaltrainer. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten flexibel genoeg. Een bijkomend nadeel kan vormen dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof aan bod komt in de lessen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ongeveer 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van nieuws, televisie, films en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemer is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemers zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een keerzijde van deze leermethode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode werkt eigenlijk eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat het soepel gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende teksten in staan, zijn veel lesboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het werken aan de taal veel effectiever wordt, is een bijkomende grond.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar Shadowing dat aantoont dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief aan het leren is. Het rendement van Shadowing is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het soms een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende opdrachten worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response levert een snelle succeservaring op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht de achtergrond en de leeftijd en de methode kan eveneens worden gebruikt in grotere klassen. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een bepaald niveau werkt en daarnaast een andere methode (als aanvulling) nodig is. De methodiek is bovendien niet erg creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn, ontstond rond 1900. Overigens ging die Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar ook over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Omstreeks het jaar 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Studenten werden aangemoedigd vaak te spreken. Het was eveneens nieuw dat de taallessen in de vreemde taal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Met behulp van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Lerenden boden zelf abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het pluspunt van de Directe Methode. Spreken en luisteren komen uitgebreid aan bod. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Aan de leermethode kleven echter eveneens keerzijden. De methode schenkt zeer weinig aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook relatief minder aan lezen. Dez methode biedt niet genoeg uitdaging voor studenten die verder meer gevorderd zijn. Omdat deze methode een daadkrachtige inzet vanuit de studenten verwacht, is de methode eveneens niet zeer bruikbaar voor langzaam lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een trainer, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna één voor één het woord en deze beweging. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer om de aandacht te trekken van de lerende, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno zei dat taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de methode van Caleb Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die immers als autonoom gezien wordt, is het voordeel van de methode. De trainer is in feite aan de studenten dienstbaar en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mag’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat, kan een minpunt zijn. Door de afwezigheid van inbreng van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaltrainer vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor voelen lerenden zich ontspannen. Op deze manier worden structuren en woorden vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met de vertalingen erbij, om daarna hiervan een verhaal te maken met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor input zorgt. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is prettig voor de studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een keerzijde is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte is gevonden, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig verschillende talen en de taalcursussen zijn vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden. Er is een spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om de uitspraak met die van een moedertaalspreker (native speaker) te vergelijken. Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te zeggen, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan en biedt de mogelijkheid om deze fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland ingezet door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is zeer eenvoudig in het gebruik en kan door de studenten worden gebruikt op elk moment. Welke onderdelen van de leermethode wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kunnen de studenten zelf bepalen. Veel mensen ervaren het als prettig om met de leermethode te werken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Het feit dat er geen trainer is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursus bestaat uit zinnen en dialogen die door de studenten worden nagesproken en herhaald. De zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat. De grammaticale structuur van de doeltaal wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur taalcursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen variëren. Over de aangeleerde uitspraak zijn de gebruikers over het algemeen tevreden.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier spreken in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur heel goed als uitspraakverbeteraar.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een minpunt van de methode. De studenten leren geen bouwstenen van de taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verrassend, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in de Engelse taal. Er wordt op verbanden gewezen tussen het Engels en de doeltaal, als die er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de studenten het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd waarmee de studenten zelf zinnen kunnen bouwen. Ook maakt de leermethode gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal en vinden de methode van Michel Thomas prettig werken. Gebruikers die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid van de doeltaal op een efficiënte manier. Dat deze cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel. Ook is er geen echte interactie doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen streven is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling wordt ernaast weergegeven, met toelichting van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de cursist herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruiker verwacht; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de cursist is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen docent om de student te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Het was nieuw dat de taalles volledig plaatsvond in de doeltaal. Kunnen spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuur worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om zonder fouten te leren verstaan en spreken, wat begint met iemand na kunnen spreken. Herhaling is het middel hiertoe; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen deze inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. De talenpractica raakten hierdoor al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammatica, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor de meeste taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Direct van het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Ook voor grotere groepen is deze audiolinguale methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen input van de lerenden verwacht, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen. Deze GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien worden herhaald. Deze woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. De woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door de blootstelling. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn aangeleerd, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. In het algemeen wordt kennis onthouden wanneer deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze methode kan goed functioneren voor woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList Method kan goed functioneren voor studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de methode nogal tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de te leren taal leert men ook onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student in de vreemde taal wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is, is al vaak aangetoond. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de Natural Approach een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. De studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te krijgen. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft de geleerde stof langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode de lerende niet per se op een specifiek examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado in de begin jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een wijze van taalverwerving met als doel de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. Het beheersen van deze structuren is volgens de SA een effectievere leermethode dan het verwerven van woordenschat van de nieuwe taal. Het draait om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aangeboden aan de lerende in betekenisvolle situaties met gebruik van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren eveneens in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet geschikt zijn voor de situatie. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De manier van werken is behoorlijk tijdverslindend en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van vreemde talen.
Met gebruik van CLT-technieken leren de met de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de docent alsook met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving en het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa ontstond meer vraag aan het leren van talen door middel van een methode die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is dit stimulerend doordat zij gauw succes ervaren. Fouten maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van leren ongebruikelijk of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd destijds beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs, ondanks dat al sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is de grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De methode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt deze methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij lerenden. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment omgeven wordt door de te leren taal. De instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. De lerende wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De leeromgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal gesproken wordt. Lerenden oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal gaan en daar verblijven in een gastgezin, is een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan zeer goed worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode vrij intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in de nieuwe taal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerenden zijn in principe 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een bijkomend nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de lerenden zijn daarvoor van essentiële betekenis. De voorwaarde hiervoor is dat lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Om dit te bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. De lerenden zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die waren gezet in een halve cirkel en in de klas was altijd muziek. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. Studenten werden op deze manier verleid om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les. Hierdoor krijgen de studenten geen hinder zullen van faalangst of frustratie. Voor immigranten kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de lerenden de te leren taal nog niet machtig genoeg zijn. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt; het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de studenten uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan prima werken wanneer deze correct wordt toegepast. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. De studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren als een team te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taallessen. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Een nadeel van CLL kan zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal lerenden wordt in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat krijgt in deze benadering meer nadruk dan grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de studenten om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de taaldocent om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de ingrijpende verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. De studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de te leren taal denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een ongewone aanpak had, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De leermethode creëert een levendige manier van lesgeven. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme op bij de studenten. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets geheel nieuws. De leermethode maakt de studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt sterk gestimuleerd met de methode van François Gouin.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, wat lastig in één duidelijke ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter de methode is dat het verwerven van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst op de taak voorbereiden, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. De taken moeten net boven het kennisniveau van de student liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden van lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de taak goed bij de lerende aansluit, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om samen te werken. De studenten ervaren taakgericht onderwijs als motiverend en plezierig.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren, kan als minpunt worden genoemd.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Samen vormen deze ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van echte conversaties die over praktische onderwerpen gaan, is het doel van de Dogme-methode. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak voor het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen docent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers is dat er vrijwel geen voorbereiding voor nodig is. Het kan erg motiverend zijn dat de studenten de verantwoording dragen voor het eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit. Dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een taalles volgens de Dogme-methode is zo goed als elk onderwerp bespreekbaar. Het houdt de studenten alert en betrokken.
Daartegenover staat dat de studenten zich wat ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaltrainer. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten flexibel genoeg. Een bijkomend nadeel kan vormen dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof aan bod komt in de lessen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ongeveer 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van nieuws, televisie, films en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemer is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemers zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een keerzijde van deze leermethode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode werkt eigenlijk eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat het soepel gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende teksten in staan, zijn veel lesboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het werken aan de taal veel effectiever wordt, is een bijkomende grond.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar Shadowing dat aantoont dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief aan het leren is. Het rendement van Shadowing is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het soms een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende opdrachten worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response levert een snelle succeservaring op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht de achtergrond en de leeftijd en de methode kan eveneens worden gebruikt in grotere klassen. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een bepaald niveau werkt en daarnaast een andere methode (als aanvulling) nodig is. De methodiek is bovendien niet erg creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn, ontstond rond 1900. Overigens ging die Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar ook over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Omstreeks het jaar 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Studenten werden aangemoedigd vaak te spreken. Het was eveneens nieuw dat de taallessen in de vreemde taal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Met behulp van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Lerenden boden zelf abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het pluspunt van de Directe Methode. Spreken en luisteren komen uitgebreid aan bod. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Aan de leermethode kleven echter eveneens keerzijden. De methode schenkt zeer weinig aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook relatief minder aan lezen. Dez methode biedt niet genoeg uitdaging voor studenten die verder meer gevorderd zijn. Omdat deze methode een daadkrachtige inzet vanuit de studenten verwacht, is de methode eveneens niet zeer bruikbaar voor langzaam lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een trainer, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna één voor één het woord en deze beweging. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer om de aandacht te trekken van de lerende, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno zei dat taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de methode van Caleb Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die immers als autonoom gezien wordt, is het voordeel van de methode. De trainer is in feite aan de studenten dienstbaar en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mag’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat, kan een minpunt zijn. Door de afwezigheid van inbreng van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaltrainer vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor voelen lerenden zich ontspannen. Op deze manier worden structuren en woorden vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met de vertalingen erbij, om daarna hiervan een verhaal te maken met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor input zorgt. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is prettig voor de studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een keerzijde is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online kunnen worden gevolgd, op afstand dus. Er wordt ook wel van een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’ gesproken.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van taaltraining waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Purmerend.
Voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten met blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dit wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Purmerend op maat.
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert het hoogst mogelijke leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform bieden wijinstituut ook een eigen App voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op ieder (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus een taal leren waar en wanneer het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen in onze App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft na afloop van de training in Purmerend beschikbaar.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners of klanten kunnen op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging zijn.
Medewerkers die diverse talen beheersen, zijn in veel bedrijven daarom onmisbaar.
Dagnall Talen leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus is even effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Zoom wordt over het algemeen beschouwd als het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Een pc/iMac, laptop of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall Taleninstituut is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa beoordeeld om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld bij ons taleninstituut in Purmerend, wordt door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Purmerend is onderdeel van de plusregio Stadsregio Amsterdam.
Onder de gemeente Purmerend vallen eveneens De Purmer en Purmerbuurt.
De partnerstad van Purmerend is Jihlava in Tsjechië.
In Purmerend bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Vrijwel iedereen weet dat Purmerend een forenzenstad is. Maar weinig mensen weten dat Purmerend-Amsterdam in de top vijftien staat van de meest bereisde trajecten (Bron: CBS, 2011).
Het netnummer van Purmerend is 0299.
Het postcodegebied van Purmerend is 1440 - 1448.
Het adres van het gemeentehuis van Purmerend is Purmersteenweg 42, 1441 DM in Purmerend.
De website van de gemeente Purmerend is Purmerend.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Purmerend is 0299 452 452.
Voor Purmerendse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Amsterdam aan de De Ruijterkade 5, 1013 AA in Amsterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Purmerend is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Purmerend is KVK-kantoor Amsterdam.
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Purmerend een bezoek brengen aan het Purmerends Museum of aan Museum Waterland.
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Purmerendse voetbalclub FC Purmerend, VV De Wherevogels of Purmersteijn meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Purmerend kunt u terecht bij T.V. Elckerlyc of bij LTC Anonymus.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus bij ons taleninstituut in Purmerend of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd om een beetje te ontspannen?
Om even een balletje te slaan of gezellig iets te drinken of te eten, kunt u terecht bij Golfresort De Purmer in Purmerend. Deze golfbaan is gelegen aan de Westerweg 60 in Purmerend. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0299-48 16 32. De website van de golfbaan is www.burggolf.nl/golfbanen/de-purmer-purmerend/.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij restaurant Magnolia’s of Restaurant Kingfisher. Golfbaan Kavel II is nog een golfbaan in de buurt van Purmerend.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taalcursussen in Purmerend van topniveau
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties die investeren in de taalopleiding van de werknemers, een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Purmerend.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak heeft een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Purmerend in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Purmerend aan als individuele (1-op-1) les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Dagnall Talen kan iedereen vreemde talen leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn behalve de klassieke taaltrainingen met name geïnteresseerd in werkgerelateerde trainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgever. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaltrainers met zeer goede recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Purmerend. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht het door u beoogde resultaat.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Onze filosofie is om vreemde talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom gaat Dagnall Taleninstituut tot het uiterste om te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Door deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. We brengen de cursist met grote stappen naar het beoogde niveau door 15 minuten dagelijks te oefenen.
Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Purmerend.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever inventariseert Dagnall de wensen en leerdoelen. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau van de cursisten wordt bepaald, sturen wij u een cursusvoorstel op maat samen met een passende offerte.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en uw agenda.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en uw agenda.
Na een aantal lessen evalueert de docent de voortgang en de inhoud van de taalcursus. Indien nodig, kan de doelstelling uiteraard aangepast worden.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les samen met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les samen met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar taleninstituut in Purmerend sinds 1982
In 1982 is ons taleninstituut opgezet en verzorgt sinds 1982 maatwerk taalcursussen voor (overheids)instellingen en het bedrijfsleven in Purmerend en omringende plaatsen. Alle kundige taaltrainers zijn echte specialisten op gebied van taal en hebben al menig zakelijke taalcursus gegeven aan diverse bedrijven en (overheids)organisaties in Waterland.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte werkwijze, biedt Dagnall u effectieve en betaalbare taalcursussen in Purmerend. Rendement door maatwerk kenmerkt Dagnall Taleninstituut. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Purmerend
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Taalcursussen die toegespitst zijn op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn ondertussen bij veel organisaties een begrip.
Mensen zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Mensen zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen graag de aanwijzingen op het werk goed kunnen begrijpen en opvolgen. De medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk hun ambitie op het werkgebied realiseren. Dit vereist een investering in werknemers en in de ontwikkeling van het bedrijf.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Purmerend
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining spits zich niet alleen toe op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals het verbeteren van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Rotterdam) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het bekende hoge rendement behaalt Dagnall met een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor cursussen terecht die zijn gebaseerd op maatwerktrainingen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (2 cursisten), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
De trainers van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer fijne manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Purmerend. Onze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook aangepast aan de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Effectief een taal leren in Purmerend bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie kunt overlaten aan ons.
Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt Dagnall Taleninstituut gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Purmerend gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Purmerend
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Purmerend en omgeving.
Individuele taalcursussen worden ook wel privélessen of één-op- één-taalcursussen genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en een zeer hoog rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren.
De groepen houden wij zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement omdat in een korte periode behoorlijk veel informatie opgenomen wordt.
Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden.
Flexibiliteit is een ander groot voordeel van individuele taalcursussen. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist en de taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast is een individuele cursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere deelnemers; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars fouten kunnen leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. Deze afwisseling kunnen deelnemers prettiger vinden.
Omdat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt .
Voor de deelnemers zijn groepscursussen ook wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele taalcursus kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaltrainer worden gevoerd en gedaan.
Omdat er geen interactie met andere cursisten is, kan het geleerde niet worden geoefend in de groep.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van de foutjes van andere cursisten.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor cursisten.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen lerenden wat sneller worden afgeleid. Hierdoor is het rendement wat lager. Deels kan dit ondervangen worden door groepen iets kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen).
Ook kan een groepscursus minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele cursisten.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut geeft cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom verzorgen wij de taaltrainingen eveneens incompany en online.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld een
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom verzorgen wij de taaltrainingen eveneens incompany en online.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining volgen. Natuurlijk is een combinatie van deze trainingen mogelijk.
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Taalkennis betekent kennen maar bovendien kunnen (vaardigheid in het toepassen). Omdat kunnen minstens zo belangrijk is als kennen, verlegt Dagnall de focus van kennis naar functionele toepassing.
Al gauw hebt u uw eerste gesprek in de nieuwe taal gevoerd. Een unieke ervaring! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Het was nieuw dat de taalles volledig plaatsvond in de doeltaal. Kunnen spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuur worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om zonder fouten te leren verstaan en spreken, wat begint met iemand na kunnen spreken. Herhaling is het middel hiertoe; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen deze inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. De talenpractica raakten hierdoor al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammatica, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor de meeste taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Direct van het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Ook voor grotere groepen is deze audiolinguale methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen input van de lerenden verwacht, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen. Deze GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien worden herhaald. Deze woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. De woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door de blootstelling. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn aangeleerd, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. In het algemeen wordt kennis onthouden wanneer deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze methode kan goed functioneren voor woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList Method kan goed functioneren voor studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de methode nogal tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de te leren taal leert men ook onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student in de vreemde taal wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is, is al vaak aangetoond. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de Natural Approach een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. De studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te krijgen. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft de geleerde stof langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode de lerende niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado in de begin jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een wijze van taalverwerving met als doel de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. Het beheersen van deze structuren is volgens de SA een effectievere leermethode dan het verwerven van woordenschat van de nieuwe taal. Het draait om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aangeboden aan de lerende in betekenisvolle situaties met gebruik van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren eveneens in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet geschikt zijn voor de situatie. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De manier van werken is behoorlijk tijdverslindend en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van vreemde talen.
Met gebruik van CLT-technieken leren de met de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de docent alsook met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving en het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa ontstond meer vraag aan het leren van talen door middel van een methode die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is dit stimulerend doordat zij gauw succes ervaren. Fouten maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van leren ongebruikelijk of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd destijds beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs, ondanks dat al sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is de grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De methode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt deze methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij lerenden. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment omgeven wordt door de te leren taal. De instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. De lerende wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De leeromgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal gesproken wordt. Lerenden oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal gaan en daar verblijven in een gastgezin, is een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan zeer goed worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode vrij intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in de nieuwe taal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerenden zijn in principe 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een bijkomend nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de lerenden zijn daarvoor van essentiële betekenis. De voorwaarde hiervoor is dat lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Om dit te bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. De lerenden zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die waren gezet in een halve cirkel en in de klas was altijd muziek. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. Studenten werden op deze manier verleid om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les. Hierdoor krijgen de studenten geen hinder zullen van faalangst of frustratie. Voor immigranten kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de lerenden de te leren taal nog niet machtig genoeg zijn. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt; het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de studenten uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan prima werken wanneer deze correct wordt toegepast. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. De studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren als een team te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taallessen. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Een nadeel van CLL kan zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal lerenden wordt in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat krijgt in deze benadering meer nadruk dan grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de studenten om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de taaldocent om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de ingrijpende verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. De studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de te leren taal denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een ongewone aanpak had, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De leermethode creëert een levendige manier van lesgeven. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme op bij de studenten. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets geheel nieuws. De leermethode maakt de studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt sterk gestimuleerd met de methode van François Gouin.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, wat lastig in één duidelijke ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter de methode is dat het verwerven van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst op de taak voorbereiden, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. De taken moeten net boven het kennisniveau van de student liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden van lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de taak goed bij de lerende aansluit, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om samen te werken. De studenten ervaren taakgericht onderwijs als motiverend en plezierig.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren, kan als minpunt worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Samen vormen deze ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van echte conversaties die over praktische onderwerpen gaan, is het doel van de Dogme-methode. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak voor het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen docent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers is dat er vrijwel geen voorbereiding voor nodig is. Het kan erg motiverend zijn dat de studenten de verantwoording dragen voor het eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit. Dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een taalles volgens de Dogme-methode is zo goed als elk onderwerp bespreekbaar. Het houdt de studenten alert en betrokken.
Daartegenover staat dat de studenten zich wat ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaltrainer. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten flexibel genoeg. Een bijkomend nadeel kan vormen dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof aan bod komt in de lessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ongeveer 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van nieuws, televisie, films en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemer is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemers zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een keerzijde van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode werkt eigenlijk eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat het soepel gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende teksten in staan, zijn veel lesboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het werken aan de taal veel effectiever wordt, is een bijkomende grond.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar Shadowing dat aantoont dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief aan het leren is. Het rendement van Shadowing is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het soms een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende opdrachten worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response levert een snelle succeservaring op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht de achtergrond en de leeftijd en de methode kan eveneens worden gebruikt in grotere klassen. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een bepaald niveau werkt en daarnaast een andere methode (als aanvulling) nodig is. De methodiek is bovendien niet erg creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn, ontstond rond 1900. Overigens ging die Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar ook over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Omstreeks het jaar 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Studenten werden aangemoedigd vaak te spreken. Het was eveneens nieuw dat de taallessen in de vreemde taal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Met behulp van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Lerenden boden zelf abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het pluspunt van de Directe Methode. Spreken en luisteren komen uitgebreid aan bod. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Aan de leermethode kleven echter eveneens keerzijden. De methode schenkt zeer weinig aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook relatief minder aan lezen. Dez methode biedt niet genoeg uitdaging voor studenten die verder meer gevorderd zijn. Omdat deze methode een daadkrachtige inzet vanuit de studenten verwacht, is de methode eveneens niet zeer bruikbaar voor langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een trainer, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna één voor één het woord en deze beweging. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer om de aandacht te trekken van de lerende, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno zei dat taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de methode van Caleb Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die immers als autonoom gezien wordt, is het voordeel van de methode. De trainer is in feite aan de studenten dienstbaar en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mag’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat, kan een minpunt zijn. Door de afwezigheid van inbreng van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaltrainer vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor voelen lerenden zich ontspannen. Op deze manier worden structuren en woorden vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met de vertalingen erbij, om daarna hiervan een verhaal te maken met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor input zorgt. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is prettig voor de studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een keerzijde is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte is gevonden, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig verschillende talen en de taalcursussen zijn vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden. Er is een spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om de uitspraak met die van een moedertaalspreker (native speaker) te vergelijken. Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te zeggen, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan en biedt de mogelijkheid om deze fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland ingezet door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is zeer eenvoudig in het gebruik en kan door de studenten worden gebruikt op elk moment. Welke onderdelen van de leermethode wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kunnen de studenten zelf bepalen. Veel mensen ervaren het als prettig om met de leermethode te werken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Het feit dat er geen trainer is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursus bestaat uit zinnen en dialogen die door de studenten worden nagesproken en herhaald. De zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat. De grammaticale structuur van de doeltaal wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur taalcursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen variëren. Over de aangeleerde uitspraak zijn de gebruikers over het algemeen tevreden.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier spreken in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur heel goed als uitspraakverbeteraar.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een minpunt van de methode. De studenten leren geen bouwstenen van de taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verrassend, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in de Engelse taal. Er wordt op verbanden gewezen tussen het Engels en de doeltaal, als die er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de studenten het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd waarmee de studenten zelf zinnen kunnen bouwen. Ook maakt de leermethode gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal en vinden de methode van Michel Thomas prettig werken. Gebruikers die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid van de doeltaal op een efficiënte manier. Dat deze cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel. Ook is er geen echte interactie doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen streven is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling wordt ernaast weergegeven, met toelichting van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de cursist herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruiker verwacht; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de cursist is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen docent om de student te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Het was nieuw dat de taalles volledig plaatsvond in de doeltaal. Kunnen spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuur worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om zonder fouten te leren verstaan en spreken, wat begint met iemand na kunnen spreken. Herhaling is het middel hiertoe; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen deze inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. De talenpractica raakten hierdoor al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammatica, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor de meeste taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Direct van het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Ook voor grotere groepen is deze audiolinguale methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen input van de lerenden verwacht, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen. Deze GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien worden herhaald. Deze woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. De woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door de blootstelling. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn aangeleerd, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. In het algemeen wordt kennis onthouden wanneer deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze methode kan goed functioneren voor woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList Method kan goed functioneren voor studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de methode nogal tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de te leren taal leert men ook onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student in de vreemde taal wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is, is al vaak aangetoond. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de Natural Approach een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. De studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te krijgen. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft de geleerde stof langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode de lerende niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado in de begin jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een wijze van taalverwerving met als doel de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. Het beheersen van deze structuren is volgens de SA een effectievere leermethode dan het verwerven van woordenschat van de nieuwe taal. Het draait om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aangeboden aan de lerende in betekenisvolle situaties met gebruik van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren eveneens in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet geschikt zijn voor de situatie. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De manier van werken is behoorlijk tijdverslindend en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van vreemde talen.
Met gebruik van CLT-technieken leren de met de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de docent alsook met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving en het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa ontstond meer vraag aan het leren van talen door middel van een methode die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is dit stimulerend doordat zij gauw succes ervaren. Fouten maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van leren ongebruikelijk of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd destijds beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs, ondanks dat al sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is de grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De methode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt deze methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij lerenden. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment omgeven wordt door de te leren taal. De instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. De lerende wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De leeromgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal gesproken wordt. Lerenden oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal gaan en daar verblijven in een gastgezin, is een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan zeer goed worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode vrij intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in de nieuwe taal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerenden zijn in principe 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een bijkomend nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de lerenden zijn daarvoor van essentiële betekenis. De voorwaarde hiervoor is dat lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Om dit te bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. De lerenden zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die waren gezet in een halve cirkel en in de klas was altijd muziek. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. Studenten werden op deze manier verleid om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les. Hierdoor krijgen de studenten geen hinder zullen van faalangst of frustratie. Voor immigranten kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de lerenden de te leren taal nog niet machtig genoeg zijn. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt; het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de studenten uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan prima werken wanneer deze correct wordt toegepast. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. De studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren als een team te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taallessen. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Een nadeel van CLL kan zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal lerenden wordt in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat krijgt in deze benadering meer nadruk dan grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de studenten om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de taaldocent om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de ingrijpende verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. De studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de te leren taal denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een ongewone aanpak had, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De leermethode creëert een levendige manier van lesgeven. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme op bij de studenten. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets geheel nieuws. De leermethode maakt de studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt sterk gestimuleerd met de methode van François Gouin.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, wat lastig in één duidelijke ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter de methode is dat het verwerven van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst op de taak voorbereiden, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. De taken moeten net boven het kennisniveau van de student liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden van lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de taak goed bij de lerende aansluit, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om samen te werken. De studenten ervaren taakgericht onderwijs als motiverend en plezierig.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren, kan als minpunt worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Samen vormen deze ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van echte conversaties die over praktische onderwerpen gaan, is het doel van de Dogme-methode. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak voor het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen docent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers is dat er vrijwel geen voorbereiding voor nodig is. Het kan erg motiverend zijn dat de studenten de verantwoording dragen voor het eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit. Dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een taalles volgens de Dogme-methode is zo goed als elk onderwerp bespreekbaar. Het houdt de studenten alert en betrokken.
Daartegenover staat dat de studenten zich wat ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaltrainer. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten flexibel genoeg. Een bijkomend nadeel kan vormen dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof aan bod komt in de lessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ongeveer 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van nieuws, televisie, films en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemer is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemers zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een keerzijde van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode werkt eigenlijk eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat het soepel gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende teksten in staan, zijn veel lesboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het werken aan de taal veel effectiever wordt, is een bijkomende grond.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar Shadowing dat aantoont dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief aan het leren is. Het rendement van Shadowing is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het soms een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende opdrachten worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response levert een snelle succeservaring op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht de achtergrond en de leeftijd en de methode kan eveneens worden gebruikt in grotere klassen. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een bepaald niveau werkt en daarnaast een andere methode (als aanvulling) nodig is. De methodiek is bovendien niet erg creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn, ontstond rond 1900. Overigens ging die Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar ook over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Omstreeks het jaar 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Studenten werden aangemoedigd vaak te spreken. Het was eveneens nieuw dat de taallessen in de vreemde taal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Met behulp van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Lerenden boden zelf abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het pluspunt van de Directe Methode. Spreken en luisteren komen uitgebreid aan bod. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Aan de leermethode kleven echter eveneens keerzijden. De methode schenkt zeer weinig aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook relatief minder aan lezen. Dez methode biedt niet genoeg uitdaging voor studenten die verder meer gevorderd zijn. Omdat deze methode een daadkrachtige inzet vanuit de studenten verwacht, is de methode eveneens niet zeer bruikbaar voor langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een trainer, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna één voor één het woord en deze beweging. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer om de aandacht te trekken van de lerende, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno zei dat taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de methode van Caleb Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die immers als autonoom gezien wordt, is het voordeel van de methode. De trainer is in feite aan de studenten dienstbaar en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mag’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat, kan een minpunt zijn. Door de afwezigheid van inbreng van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaltrainer vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor voelen lerenden zich ontspannen. Op deze manier worden structuren en woorden vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met de vertalingen erbij, om daarna hiervan een verhaal te maken met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor input zorgt. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is prettig voor de studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een keerzijde is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale tools om een vreemde taal te leren
Ook is er een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Mondly en Babbel.
Er is echter een betere manier om talen te leren om een vreemde taal te leren:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere manier om talen te leren om een vreemde taal te leren:
De Dagnall Talen Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Taleninstituut zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Taleninstituut zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online kunnen worden gevolgd, op afstand dus. Er wordt ook wel van een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’ gesproken.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van taaltraining waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Purmerend.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Purmerend
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten met blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dit wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Purmerend op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert het hoogst mogelijke leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform bieden wijinstituut ook een eigen App voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op ieder (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus een taal leren waar en wanneer het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen in onze App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft na afloop van de training in Purmerend beschikbaar.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Purmerend
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners of klanten kunnen op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging zijn.
Medewerkers die diverse talen beheersen, zijn in veel bedrijven daarom onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus is even effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Zoom wordt over het algemeen beschouwd als het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Een pc/iMac, laptop of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Purmerend ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Purmerend ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Purmerend
Het Europees Referentiekader (ERK)
Voor het omschrijven van uw begin- en eindniveau, gaan wij uit van hetERK (Europees Referentiekader). Hierin worden alle taalniveaus objectief, volgens Europese standaard, beschreven. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
U ontvangt een ‘Dagnall Talen-certificaat’ na afronding van de cursus bij ons taleninstituut in Purmerend, waarop uw resultaten vermeld staan.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een methode om verschillende taalniveaus te beschrijven op een uniforme wijze, zodat een ‘gevorderde’ in bijvoorbeeld Engeland dezelfde taalvaardigheid heeft als een ‘gevorderde’ in Duitsland.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het Europees Referentiekader (ERK) beschrijft vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: lezen, luisteren, spreken, schrijven en het voeren van gesprekken.
De Engelstalige term en afkorting wordt ook vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK hanteert ook 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
De zes verschillende niveaus van vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het Europees Referentiekader (ERK) beschrijft vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: lezen, luisteren, spreken, schrijven en het voeren van gesprekken.
De Engelstalige term en afkorting wordt ook vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK hanteert ook 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
De zes verschillende niveaus van vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A omschrijft de basisvaardigheden die de gebruiker beheerst.
Niveau B is van toepassing op de zogenaamde ‘zelfstandige gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp in die vreemde taal kan functioneren.
Taalniveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak lezen, schrijven, verstaan en spreken. Niveau C is het niveau van de (ver)gevorderde gebruiker. De beheersing van de vreemde taal lijkt op dat van een moedertaalgebruiker.
Niveau B is van toepassing op de zogenaamde ‘zelfstandige gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp in die vreemde taal kan functioneren.
Taalniveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak lezen, schrijven, verstaan en spreken. Niveau C is het niveau van de (ver)gevorderde gebruiker. De beheersing van de vreemde taal lijkt op dat van een moedertaalgebruiker.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa beoordeeld om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons taleninstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld bij ons taleninstituut in Purmerend, wordt door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. Deze verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens moeten te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging. Uiteraard voldoet Dagnall Talen aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht in heel beperkte mate. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Purmerend zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Talen staat ingeschreven in het CRKBO-register. CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit betekent dat ons taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen worden gegeven.
Dit betekent dat ons taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Purmerend
Contact taleninstituut Purmerend
Wilt u contact opnemen met Dagnall Taleninstituut in Purmerend? Bel ons op 020-2149118 (geen menu) of stuur een e-mail via taleninstituut-purmerend@dagnall.nl voor meer informatie.
Of ga naar ons contactformulier. Natuurlijk kunt u ook ons gratis informatiepakket bestellen.
De efficiënte weg naar een taleninstituut in Purmerend!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Purmerend
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw locatie volgen of in Landsmeer, bijvoorbeeld bij Studio van Hout aan de Dorpsstraat 42A in Landsmeer of bij “De Bedrijvige Bij” in De Groene Bark aan de Provincialeweg 302 in Zaandam. Ons taleninstituut verzorgt ook taalcursussen in Purmerend in bijvoorbeeld Hotel Burggolf-Waterland aan de Westerweg 60 en in Van der Valk Hotel Purmerend aan de Purmerenderweg 232 in Zuidoostbeemster.
U kunt besprekingen houden in Purmerend bij bijvoorbeeld bij Leeuwendaal aan de Oosterweg E16.
Purmerend - geschiedenis
In Noord-Holland begon men in de Middeleeuwen het veenlandschap te ontginnen. Hierdoor daalde de bodem en ontstonden de meren de Purmer, het Beemster en de Wijde Wormer. In de periode tussen de 12de en de 14de eeuw werden deze natte veenlanden bedijkt en waarschijnlijk is toen de eerste bewoning ontstaan. Op het land tussen het Purmermeer, het Beemstermeer en het Wormermeer lag een vissersdorpje; ‘Purmer’. Het plaatsje wordt voor het eerst genoemd in het jaar 1369. In 1410 liet de rijke bankier Willem Eggert er een kasteel bouwen: ‘Slot Purmersteyn’. Zo ontstond het huidige Purmerend.
Purmerend ontleent zijn naam aan het riviertje de Purmer. Het end van de Purmer was de plek waar Purmerend gebouwd werd. De Pormer of Purmer, is een verbastering van Pulmeri. Over de betekenis van het woord Pulmeri verschillen de meningen. Het eerste deel; pul zou afstammen van ‘poel’ en het tweede deel; mer van het Middelnederlandse mere (‘meer’). Maar andere taalkundigen leggen een relatie met de Bijlmer.
Purmerend - nu
Purmerend ligt in de regio Waterland en in de Stadsregio Amsterdam. Plaatsen de omgeving van Purmerend zijn Amsterdam, Edam, Middenbeemster, Monnickendam, Oosthuizen, Volendam, Wijdewormer en Zaandam.
Purmerend ligt in de provincie Noord-Holland. In de gemeente Purmerend wonen meer dan 80.000 mensen.
Vlag gemeente Purmerend
Wapen gemeente Purmerend
Inwoners
Een inwoner van Purmerend is een ‘Purmerender’.
Bekende Purmerenders zijn Hans Klok, Kim van Kooten, Ellen Pieters en Regina Romeijn.
Bekende Purmerenders zijn Hans Klok, Kim van Kooten, Ellen Pieters en Regina Romeijn.
Iets wat uit Purmerend komt, heet ‘Purmerends’ of ‘Purmerender’, zoals de koek ‘het Purmerends Plateeltje’.
Purmerend kreeg stadsrechten in het jaar 1410.
Purmerend kreeg stadsrechten in het jaar 1410.
Purmerend - internationaal & scholing
Partnerstad
Purmerend is onderdeel van de plusregio Stadsregio Amsterdam.
Onder de gemeente Purmerend vallen eveneens De Purmer en Purmerbuurt.
De partnerstad van Purmerend is Jihlava in Tsjechië.
Hoger onderwijs
In Purmerend bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Vlag provincie Noord-Holland
Wapen provincie Noord-Holland
Typisch Purmerends
Purmerend staat bekend als stad van water, Amsterdammers en van theater- en muziekfestival Reuring.
Purmerend fungeert als forenzenplaats voor Amsterdam en is zelf ook een aardige winkelstad.
Purmerend fungeert als forenzenplaats voor Amsterdam en is zelf ook een aardige winkelstad.
Purmerend - minder bekend
Vrijwel iedereen weet dat Purmerend een forenzenstad is. Maar weinig mensen weten dat Purmerend-Amsterdam in de top vijftien staat van de meest bereisde trajecten (Bron: CBS, 2011).
Purmerends dialect en accent
Maar in Purmerend wonen overwegend Amsterdammers. Vandaar dat er meer Amsterdams wordt gesproken dan Waterlands.
De stemhebbende ‘v’, ‘z’ en ‘g’ worden uitgesproken als f, s en ch, maar omgekeerd komt eveneens voor.
‘Zoeken’ wordt soeke maar ‘station’ wordt vaak uitgesproken als ztaadzjon.
De stemhebbende ‘v’, ‘z’ en ‘g’ worden uitgesproken als f, s en ch, maar omgekeerd komt eveneens voor.
‘Zoeken’ wordt soeke maar ‘station’ wordt vaak uitgesproken als ztaadzjon.
De ‘ee’ wordt als i uitgesproken en de ‘oe’ als u (grun voor ‘groen’). De ‘ui’ wordt een eu (seuker). Een kreuskopskroevedraaier is een ‘kruiskopschroevendraaier’. Un snoek is niet groot, moar ij bèèt wél je bien erof betekent dat je iets of iemand niet moet onderschatten (“een snoek is niet groot, maar hij bijt wel je been eraf”).
“Purmerend, Waterlands Goed!”
Purmerend - zakelijk
De gemeente Purmerend
Het netnummer van Purmerend is 0299.
Het postcodegebied van Purmerend is 1440 - 1448.
Het adres van het gemeentehuis van Purmerend is Purmersteenweg 42, 1441 DM in Purmerend.
De website van de gemeente Purmerend is Purmerend.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Purmerend is 0299 452 452.
Zakendoen in Purmerend
Voor Purmerendse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Amsterdam aan de De Ruijterkade 5, 1013 AA in Amsterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Purmerend is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Purmerend is KVK-kantoor Amsterdam.
Purmerend - internationale bedrijvigheid
Wereldwijd opererende bedrijven zijn in Purmerend gevestigd op bedrijventerrein De Baanstee Noord, Oost en West en bedrijventerrein De Koog.
In Purmerend bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Barcol-Air, Bose, BurgGolf, CoolAir Nederland, Finish Profiles, De Graaf Groep, Hegron Cosmetics, Hobré Instruments, Holland Mechanics, Honeywell Security Nederland, HSD Specialistische Dienstverlening, HSO Schoonmaakservice, Joinuz,
In Purmerend bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Barcol-Air, Bose, BurgGolf, CoolAir Nederland, Finish Profiles, De Graaf Groep, Hegron Cosmetics, Hobré Instruments, Holland Mechanics, Honeywell Security Nederland, HSD Specialistische Dienstverlening, HSO Schoonmaakservice, Joinuz,
Konecranes Nederland, Kybe (Kymco), NMT International Shipping, Oger, Rb2, Ruiter Quality Interiors, SI Eurosilo - Spielwork, Worktrans Group, Tadano (Faun), Bicro Food in Edam, Royal Smilde Bakery in Edam, Beemster Dragee in Middenbeemster, KRAS in Volendam, Succes Schoonmaak in Volendam en Cono Kaasmakers (Beemster kaas) in Westbeemster.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Purmerends nieuws
Het Purmerendse nieuwsportaal is Regio Purmerend.nl en Purmerendse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Purmerend kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Ondernemers in Purmerend kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Purmerenders en ondernemingen in Purmerend kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Purmerends Dagblad en het Noordhollands Dagblad - Purmerend.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Purmerend
Cultuur
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Purmerend een bezoek brengen aan het Purmerends Museum of aan Museum Waterland.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Purmerendse voetbalclub FC Purmerend, VV De Wherevogels of Purmersteijn meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Purmerend kunt u terecht bij T.V. Elckerlyc of bij LTC Anonymus.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus bij ons taleninstituut in Purmerend of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd om een beetje te ontspannen?
Om even een balletje te slaan of gezellig iets te drinken of te eten, kunt u terecht bij Golfresort De Purmer in Purmerend. Deze golfbaan is gelegen aan de Westerweg 60 in Purmerend. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0299-48 16 32. De website van de golfbaan is www.burggolf.nl/golfbanen/de-purmer-purmerend/.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij restaurant Magnolia’s of Restaurant Kingfisher. Golfbaan Kavel II is nog een golfbaan in de buurt van Purmerend.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Purmerend die ook op Youtube te zien zijn.
Door direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Onder de filmpjes vindt u de locaties van Noord-Holland en Purmerend op Google Maps.
Door direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Onder de filmpjes vindt u de locaties van Noord-Holland en Purmerend op Google Maps.
U kunt linksboven klikken om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Purmerend
Dronebeelden Purmerend
Google Maps Noord-Holland
Google Maps Purmerend
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Purmerend
Purmerends nieuws
Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Purmerend uit verschillende nieuwsbronnen.
Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Nieuws uit Purmerend
- Wie gaat er naar de kunstroute in Purmerend? - NH Nieuws
- Grote verkeershinder door afsluitingen A7 bij Purmerend van 11 tot 16 oktober - Regio Purmerend
- Ongeval met letsel op Egstraat in Purmerend - AD
- Wie wordt de leukste leerkracht in Purmerend en Waterland? D66 houdt verkiezingen - Noordhollands Dagblad
- Inbrekers sloegen woensdag 1 keer toe in Purmerend - AD
- Auto's botsen op A7 in Purmerend, twee rijstroken dicht - AD
- Man doet zich voor als politieagent en haalt pas en sieraden op bij 94-jarige vrouw - Regio Purmerend
- Rondgang: bewoners van wijk Gors-Zuid bang voor problemen in de wijk door beoogde opvang van mensen met psychische complexe problemen aan de Jaagweg - Regio Purmerend
- Onrechtmatigheden bij uitgaven Oekraïne-opvang: Gemeente Purmerend rapporteert overschrijding van 1,2 miljoen boven Europese aanbestedingsgrenzen - Regio Purmerend
Nieuws uit de provincie Noord-Holland
- Dinoterb in Noord-Holland onderzoek en aanbevelingen - Deltares
- Bestrijding invasieve exoten in Noord-Holland krijgt extra impuls - WeesperNieuws
- Marktlink betreedt vanuit Warschau de Oost Europese markt - Kijk op Noord Holland
- Noord-Holland betreurt einde zonnepanelenproject op IJsselmeer - Harderwijker Courant
- Nieuwe ronde Ondernemingsverkiezing Noord-Holland van start - Zaanstad - Nieuws
- Noord-Hollandse klimaataanpak: 8 megaton minder broeikasgas - Provincie Noord-Holland
- OVNH 2025: Inschrijving Beste Onderneming van Noord-Holland weer van start - Rodi.nl
- Bijna helft inwoners Noord-Holland Noord is te zwaar - NH Nieuws
- Besluiten Provinciale Staten Noord-Holland - Omroep Castricum
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Taleninsituut verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Purmerend
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Purmerend en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Purmerend
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten