Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die precies dat biedt: Effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden in, en in de buurt van Nijmegen. (Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak spreekt een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Nijmegen aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
“Poort van Nijmegen” pand Kerkenbos 1037 6546 BB NIJMEGEN
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Nijmegen aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij ons talen leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast de algemene taaltaaltrainingen zijn organisaties met name geïnteresseerd in de werkgerelateerde taaltrainingen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van klantenen afgestemd. Wij zijn een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om via gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Nijmegen. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar de door u beoogde resultaten.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Onze filosofie is om een vreemde taal te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Wij zetten daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert. Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengt Dagnall Talen de cursist in grote stappen naar het gewenste niveau. Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Nijmegen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Wij stellen uw leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemers aan met de contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau bepaald wordt, ontvangt u een cursusvoorstel op maat samen met de offerte. Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Na een aantal lessen evalueert de taaldocent de voortgang alsook de inhoud van de cursus. De doelstellingen kunnen, indien nodig, worden bijgesteld. Na de laatste les sturen wij u een eindrapport met een beschrijving van de resultaten die door de cursisten behaald zijn. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van Dagnall Talen.
Het (individuele) contact met de cursisten wordt desgewenst door Dagnall verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Deze dienen vóór de intakedatum te worden teruggestuurd Wij verzorgen de intakegesprekken op locatie of op afstand. Het intakegesprek duurt ongeveer 30 minuten De groepsindelingen worden door Dagnall Talen aan de hand van niveaubepaling geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De deelnemers worden per taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat! Dagnall Taleninstituut verzorgt de logistiek van materiaal en cursusbenodigdheden Wij berekenen geen administratiekosten alsook geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus(sen) en het lesprogramma wordt door Dagnall bewaakt en gegarandeerd Dagnall Taleninstituut is flexibel alsook betrokken!
In 1982 is taleninstituut Dagnall Talen opgericht en verzorgt sinds 1982 maatwerk taaltraining voor (overheids)instellingen en het bedrijfsleven in Nijmegen en omgeving. Voor het taleninstituut Dagnall Talen werken kundige en ervaren docenten die zijn gespecialiseerd in trainingen voor bedrijven en (overheids)organisaties in Oost-Nederland.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, biedt Dagnall u betaalbare en effectieve taalcursussen in Nijmegen. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall Taleninstituut u kan bieden.
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Nijmegen
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Taalcursussen toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel organisaties een begrip. Werknemers die geen of een beperkte beheersing van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen beter en/of sneller communiceren op de werkplek.
Zij willen in staat zijn om de instructies op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Zij willen zelfverzekerder het werk kunnen verrichten en natuurlijk heel graag hun ambitie op hun werkterrein verwezenlijken. Dit vereist een investering in personeel en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf.
Dagnall Taleninstituut geeft betaalbare maatwerk taaltrainingen die de spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Ons taleninstituut helpt en leert de deelnemer hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen in zijn/haar functie. Dagnall stemt de taallessen af op de behoeften van de opdrachtgever alsook op het niveau van de deelnemer(s). Als aanvulling op de lessen, krijgen de cursisten gedurende de cursus frequent praktijkopdrachten, die de voortgang van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de training verhogen.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Ons instituut let tevens op de wellicht onderbelichte kant van veel taalcursussen: de cursisten staan al vaak alleen in hun inspanningen om de taal te beheersen, om de cultuur en gebruiken van het betreffende land en de organisatie te doorgronden en om de wereld via taal uit te breiden. Dat vereist veel inzet en motivatie. Daarbij heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten met de trainer per week. Dat is niet in elk geval genoeg.
Onderscheidend
Ons instituut is onderscheidend door in te zetten op uitbreiden van het draagvlak voor een cursus op de werkvloer. Ons taleninstituut stimuleert collega’s en leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie om voor een doorlopend proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf het begin zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de cursist. Door het voortdurend uitdragen van het belang van taal op de werkvloer op deze wijze, wordt de waarde van goede taalbeheersing samen ervaren en voelen de cursisten in hun taalverwerving zich gestimuleerd en gewaardeerd.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Nijmegen
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taaltraining is uiteraard ook afgestemd op de meest geschikte, lees beste leermethode voor de individuele cursist. Een taaltraining (bij een taleninstituut in Nijmegen) die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn erg bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo plezierig en dit zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut bereiken wij door een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u terecht voor taalcursussen die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 lerenden, duocursussen (met 2 lerenden), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. De trainers van ons instituut maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit echte maatwerk als een bijzonder plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall Talen in Nijmegen. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursussen zijn niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursisten zelf past.
Een vreemde taal effectief leren in Nijmegen bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven. Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Dagnall Taleninstituut maakt voor de individuele-,
duocursussen en groepscursussen gebruik van moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Nijmegen worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Nijmegen
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Nijmegen en omgeving. Individuele cursussen noemt men ook wel één-op-één-cursussen of privélessen.. De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement. Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximale ondersteuning te bieden. De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus omdat in vrij korte tijd veel informatie wordt opgenomen. Er wordt sneller vooruitgang gemaakt omdat de cursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Nog een groot voordeel van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer. Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal. Ook is een individuele taalcursus ideaal op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere cursisten is het grootste voordeel van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep. Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; het leren van elkaars foutjes en met de groep in de doeltaal communiceren. De deelnemers kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als prettiger ervaren. Omdat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt . Ook is een groepscursus wat minder intensief (wat minder zwaar) voor de cursist dan een individuele taalcursus.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele cursussen alleen met de docent worden gedaan en gevoerd. Het geleerde kan niet worden geoefend in een groep omdat er geen interactie is met andere cursisten. Ook is het niet mogelijk om van de fouten van anderen te leren omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen de cursisten iets sneller afgeleid zijn. Hierdoor ligt het rendement iets lager. Dit kan gedeeltelijk ondervangen worden door groepen iets kleiner te maken (minigroepen). Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van deelnemers worden afgestemd. Dat de planning minder goed op de agenda van individuele deelnemers kan worden afgestemd, is een ander minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut verzorgt cursussen voor beginners, halfgevorderden en gevorderden. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen eveneens incompany en online aan. Bij Taleninstituut Dagnall kiest u als taalleerder bijvoorbeeld voor een intensieve of semi-intensieve
cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Natuurlijk is een combinatie van deze verschillende trainingen mogelijk. Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalkennis betekent kennen (door studie of oefening geleerd) maar vooral kunnen (in staat zijn te gebruiken). Door te richten op het kunnen, is de deelnemer in staat na afronding van de taaltraining in Nijmegen de verworven kennis sneller actief toe te passen.
Al gauw spreekt u de andere taal al een beetje en begrijpt u wat uw anderstalige partner zegt. Een mooie uitdaging! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen volledig in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om vrijwel zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltaaltrainer kan zo een zin bijvoorbeeld tien keer herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al gauw kwamen er grote bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. De goede uitspraak wordt van het begin af aangeleerd. De methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en vlotte overdracht van taalkennis kan bieden. Ook voor grote(re) groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Tegelijkertijd heeft dit docentgestuurde aspect een keerzijde; eigen inbreng wordt niet van de studenten verwacht, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De opgeschreven zinnen en woorden worden hardop gelezen door de student. Al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit gebeurt automatisch door blootstelling. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst steeds veranderd; woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de zinnen en woorden in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is. De GoldList-methode kan dus alleen werken voor woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList Method goed werken. Schrijven met de hand werkt effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken. Een keerzijde van deze methode is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is daarnaast bijzonder tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving. De methode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze wijze leert studenten onbewust ook de taalregels van de vreemde taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de lerenden van de ervaring kunnen genieten, dienen de leeractiviteiten in de vreemde taal stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. Omdat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven bij taaltrainers. Maar er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De lerenden zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een wijze van taalverwerving met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de leermethode om gaat. Deze combinaties van woorden worden aan de lerenden aangeboden in herkenbare situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethode worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal toegepast voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat de taal op een accurate manier geleerd wordt. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De SA gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. Deze manier van werken is tamelijk tijdverslindend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van vreemde talen.
De studenten leren de vreemde taal in praktijk te brengen met behulp van de CLT-technieken door de interactie onderling en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaltrainer draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de lerende helpt om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer behoefte om een taal te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is studentgericht en functioneel. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. Deze methode is stimulerend voor de lerenden omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van een taal leren moeilijk of ongewoon. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van taalvaardigheden; het gaat vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen uit waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal hebben de nadruk. De taaltrainer draagt kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Aan de methode kleven echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling kan worden toegepast. Deze methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de studenten. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld toegepast, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt gebruikt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het begin omgeven is door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar die taal gesproken wordt. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in een klein groepje. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar het land van de vreemde taal gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing kan met de methode van onderdompeling uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt geboekt, doordat de methode nogal intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. De lerenden zijn in principe 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. De studenten ervaren dat als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de methode. Als studenten in een vrij korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Het feit dat een dergelijke training erg intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en studenten essentieel. De voorwaarde is dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bewerkstelligen. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de klas was altijd achtergrondmuziek. De methode zoals Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Het voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressies in stem. Zo werd de lerende uitgenodigd om te luisteren en de lerende kon de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de leermethodiek is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven. Dit is voor sommige mensen een nieuwe ervaring. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent waarbij de lerende altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden starten het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de te leren taal nog niet voldoende machtig zijn. De taaldocent legt uit en vertaalt, waarna de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed werken wanneer deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Voor grote klassen is Community Language Learning niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en ze leren als een team samen te werken. Door het bespreken van hun fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en er worden geen toetsen gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig te meten. Een aantal studenten wordt in hun spreken belemmerd als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er is aandacht voor interactie maar eveneens voor exposure; voor de receptieve vaardigheden (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel mogelijkheid voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de rol van de taaldocent om te zorgen voor genoeg inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia de leerboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische omwenteling in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren studenten de taal op een heel natuurlijke wijze te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is het minpunt. Een aantal lerenden heeft meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de vreemde taal gaan denken.
Populariteit
François Gouin’s ideeën over taal waren hun tijd ver vooruit. Alhoewel het een ongebruikelijke aanpak was, was de seriemethode van François Gouin toch enige tijd succesvol. De leermethode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden van de lerenden sterk ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode creëert levendig onderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme op van de studenten. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De seriemethode maakt de studenten nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode worden de communicatieve taalvaardigheden van de studenten sterk gestimuleerd.
De keerzijde van de methode van Gouin is dat taal die wat abstracter of subjectiever is, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die immers een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals e-mails schrijven, een boodschap doen, bellen met een klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij studenten (hoofdzakelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerende aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan van de methode genoemd worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Samen behelzen deze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-benadering is het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen. Hierbij gaat het om communicatie als aanjager van de vreemde taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de studenten en de trainer richt. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Dat de lerende de verantwoording draagt voor zijn of haar eigen leerproces, kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar is de les zo nooit; dit creëert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk item kan aan bod komen tijdens een les volgens de Dogme-benadering. Lerenden blijven zo alert en betrokken.
Als de lerenden zo weinig bij de hand genomen worden door de docent kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Ook zijn niet alle taaltrainers voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Dat studenten zich vaak op een specifiek examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de leerstof daarvoor aan bod komt in de les, kan een bijkomend nadeel zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA gebruikt daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. De focus ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode zogenaamde van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De leermethode van Thomson is nog tamelijk nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. De zes fasen bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren, is een nadeel van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het werkt een eenvoudige methode: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse lesboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat lichamelijke beweging de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden zodat het leren van de taal aanzienlijk effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het principe dat mensen leren met behulp van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke inbreng in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht achtergrond of leeftijd en kan de leermethodiek ook in wat grotere klassen toegepast worden. De taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een bepaald taalniveau werkt en een andere methodiek nodig is als aanvulling. De methodiek is ook niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op leren, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. De studenten werden gestimuleerd vaak te praten. Het was eveneens nieuw dat de taallessen in de vreemde taal werden gegeven. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de vocabulaire van de vreemde taal gebeurde aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden zelf aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede onder invloed van de crises en oorlogen ebde de vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal kunnen krijgen. Keerzijden kent de leermethode echter ook. Aan de schrijfvaardigheid schenkt deze methode nauwelijks aandacht en aan lezen in de doeltaal veel minder. Deze leermethode biedt voor meer gevorderde studenten niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor langzaam een lerende student, doordat deze methode van een dynamische inzet vanuit de studenten uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een taaldocent gebaseerd, die maar één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de studenten na elkaar herhaald. Deze herhaling helpt de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan zijn om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaldocent gebruikt om de aandacht te trekken van de lerende, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ werkt eveneens met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Voornamelijk bij het leren van de uitspraak van de doeltaal zijn de ideeën van Gattegno van belang geweest, alhoewel de Stille Methode in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de student, die immers als autonoom beschouwd wordt. In feite is de taaldocent dienstbaar aan de student, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Door studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof over het algemeen goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leren.
Het kan een nadeel van de methode zijn dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door de afwezigheid van input van de taaltrainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect weer verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemtalen leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de trainer wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat deze verhalen van de trainer gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen de studenten zich. Op deze manier worden structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De lerenden worden door de trainer op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat lerenden regels uit hun hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met hun vertaling, om vervolgens met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. Daarna volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPRS ook de creatieve intelligentie activeert, is er sprake van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor studenten en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd ontdekt in Egypte met tweetalige teksten, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van deze leermethode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen te leren. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. Er is een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De gebruiker kan zo de uitspraak vergelijken met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers). Verbetering van de uitspraak kan worden behaald door de voorbeeldspreker langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden van de studenten. De software van de methode controleert de spelling en de grammatica en wijst op fouten, waarbij mogelijkheid is om de fouten van de student te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door een aantal ministeries en veel universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om in te zetten en kan op elk moment door de student worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke delen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de leermethodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan Rosetta Stone voor scholen een oplossing zijn. Een keerzijde is dat er geen taaldocent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De cursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door studenten daarna worden nagesproken en herhaald. De zinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling. De lessen omvatten een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en structuur. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet apart uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder andere in Amerika worden de Pimsleur cursussen gevolgd en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De lerenden zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo praten.
Het nadeel van de leermethodiek is dat er niets uitgelegd wordt. De gebruikers leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog. Dit taleninstituut kan beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen die zijn ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de lerende op de pauzeknop klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerkstudenten hoeven niet uit het hoofd te leren. Bij de methode wordt de les in kleine stappen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt afgewisseld met reeds bekende lesstof. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de talen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de makkelijke stof door de student begrepen en verworven is. Behalve woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerende zelf zinnetjes kan maken. De methode maakt ook gebruik van flashcards zodat studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal. De mensen die wat verder gevorderd zijn, ervaren de methode van Michel Thomas als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursus is zeer toegankelijk en traint de luistervaardigheid en de uitspraak van de vreemde taal op een efficiënte wijze. Dat de taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in het jaar 1929. Het bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de cursisten ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native speakers zijn ingesproken en die de gebruiker dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de lerende op zichzelf is aangewezen. Er is geen taaldocent om studenten te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen volledig in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om vrijwel zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltaaltrainer kan zo een zin bijvoorbeeld tien keer herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al gauw kwamen er grote bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. De goede uitspraak wordt van het begin af aangeleerd. De methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en vlotte overdracht van taalkennis kan bieden. Ook voor grote(re) groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Tegelijkertijd heeft dit docentgestuurde aspect een keerzijde; eigen inbreng wordt niet van de studenten verwacht, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De opgeschreven zinnen en woorden worden hardop gelezen door de student. Al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit gebeurt automatisch door blootstelling. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst steeds veranderd; woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de zinnen en woorden in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is. De GoldList-methode kan dus alleen werken voor woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList Method goed werken. Schrijven met de hand werkt effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken. Een keerzijde van deze methode is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is daarnaast bijzonder tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving. De methode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze wijze leert studenten onbewust ook de taalregels van de vreemde taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de lerenden van de ervaring kunnen genieten, dienen de leeractiviteiten in de vreemde taal stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. Omdat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven bij taaltrainers. Maar er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De lerenden zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een wijze van taalverwerving met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de leermethode om gaat. Deze combinaties van woorden worden aan de lerenden aangeboden in herkenbare situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethode worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal toegepast voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat de taal op een accurate manier geleerd wordt. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De SA gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. Deze manier van werken is tamelijk tijdverslindend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van vreemde talen.
De studenten leren de vreemde taal in praktijk te brengen met behulp van de CLT-technieken door de interactie onderling en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaltrainer draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de lerende helpt om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer behoefte om een taal te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is studentgericht en functioneel. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. Deze methode is stimulerend voor de lerenden omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van een taal leren moeilijk of ongewoon. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van taalvaardigheden; het gaat vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen uit waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal hebben de nadruk. De taaltrainer draagt kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Aan de methode kleven echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling kan worden toegepast. Deze methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de studenten. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld toegepast, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt gebruikt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het begin omgeven is door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar die taal gesproken wordt. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in een klein groepje. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar het land van de vreemde taal gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing kan met de methode van onderdompeling uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt geboekt, doordat de methode nogal intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. De lerenden zijn in principe 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. De studenten ervaren dat als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de methode. Als studenten in een vrij korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Het feit dat een dergelijke training erg intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en studenten essentieel. De voorwaarde is dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bewerkstelligen. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de klas was altijd achtergrondmuziek. De methode zoals Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Het voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressies in stem. Zo werd de lerende uitgenodigd om te luisteren en de lerende kon de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de leermethodiek is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven. Dit is voor sommige mensen een nieuwe ervaring. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent waarbij de lerende altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden starten het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de te leren taal nog niet voldoende machtig zijn. De taaldocent legt uit en vertaalt, waarna de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed werken wanneer deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Voor grote klassen is Community Language Learning niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en ze leren als een team samen te werken. Door het bespreken van hun fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en er worden geen toetsen gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig te meten. Een aantal studenten wordt in hun spreken belemmerd als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er is aandacht voor interactie maar eveneens voor exposure; voor de receptieve vaardigheden (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel mogelijkheid voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de rol van de taaldocent om te zorgen voor genoeg inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia de leerboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische omwenteling in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren studenten de taal op een heel natuurlijke wijze te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is het minpunt. Een aantal lerenden heeft meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de vreemde taal gaan denken.
Populariteit
François Gouin’s ideeën over taal waren hun tijd ver vooruit. Alhoewel het een ongebruikelijke aanpak was, was de seriemethode van François Gouin toch enige tijd succesvol. De leermethode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden van de lerenden sterk ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode creëert levendig onderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme op van de studenten. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De seriemethode maakt de studenten nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode worden de communicatieve taalvaardigheden van de studenten sterk gestimuleerd.
De keerzijde van de methode van Gouin is dat taal die wat abstracter of subjectiever is, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die immers een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals e-mails schrijven, een boodschap doen, bellen met een klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij studenten (hoofdzakelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerende aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan van de methode genoemd worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Samen behelzen deze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-benadering is het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen. Hierbij gaat het om communicatie als aanjager van de vreemde taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de studenten en de trainer richt. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Dat de lerende de verantwoording draagt voor zijn of haar eigen leerproces, kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar is de les zo nooit; dit creëert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk item kan aan bod komen tijdens een les volgens de Dogme-benadering. Lerenden blijven zo alert en betrokken.
Als de lerenden zo weinig bij de hand genomen worden door de docent kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Ook zijn niet alle taaltrainers voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Dat studenten zich vaak op een specifiek examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de leerstof daarvoor aan bod komt in de les, kan een bijkomend nadeel zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA gebruikt daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. De focus ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode zogenaamde van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De leermethode van Thomson is nog tamelijk nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. De zes fasen bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren, is een nadeel van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het werkt een eenvoudige methode: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse lesboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat lichamelijke beweging de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden zodat het leren van de taal aanzienlijk effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het principe dat mensen leren met behulp van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke inbreng in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht achtergrond of leeftijd en kan de leermethodiek ook in wat grotere klassen toegepast worden. De taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een bepaald taalniveau werkt en een andere methodiek nodig is als aanvulling. De methodiek is ook niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op leren, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. De studenten werden gestimuleerd vaak te praten. Het was eveneens nieuw dat de taallessen in de vreemde taal werden gegeven. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de vocabulaire van de vreemde taal gebeurde aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden zelf aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede onder invloed van de crises en oorlogen ebde de vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal kunnen krijgen. Keerzijden kent de leermethode echter ook. Aan de schrijfvaardigheid schenkt deze methode nauwelijks aandacht en aan lezen in de doeltaal veel minder. Deze leermethode biedt voor meer gevorderde studenten niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor langzaam een lerende student, doordat deze methode van een dynamische inzet vanuit de studenten uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een taaldocent gebaseerd, die maar één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de studenten na elkaar herhaald. Deze herhaling helpt de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan zijn om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaldocent gebruikt om de aandacht te trekken van de lerende, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ werkt eveneens met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Voornamelijk bij het leren van de uitspraak van de doeltaal zijn de ideeën van Gattegno van belang geweest, alhoewel de Stille Methode in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de student, die immers als autonoom beschouwd wordt. In feite is de taaldocent dienstbaar aan de student, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Door studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof over het algemeen goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leren.
Het kan een nadeel van de methode zijn dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door de afwezigheid van input van de taaltrainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect weer verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemtalen leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de trainer wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat deze verhalen van de trainer gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen de studenten zich. Op deze manier worden structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De lerenden worden door de trainer op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat lerenden regels uit hun hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met hun vertaling, om vervolgens met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. Daarna volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPRS ook de creatieve intelligentie activeert, is er sprake van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor studenten en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd ontdekt in Egypte met tweetalige teksten, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van deze leermethode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen te leren. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. Er is een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De gebruiker kan zo de uitspraak vergelijken met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers). Verbetering van de uitspraak kan worden behaald door de voorbeeldspreker langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden van de studenten. De software van de methode controleert de spelling en de grammatica en wijst op fouten, waarbij mogelijkheid is om de fouten van de student te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door een aantal ministeries en veel universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om in te zetten en kan op elk moment door de student worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke delen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de leermethodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan Rosetta Stone voor scholen een oplossing zijn. Een keerzijde is dat er geen taaldocent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De cursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door studenten daarna worden nagesproken en herhaald. De zinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling. De lessen omvatten een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en structuur. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet apart uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder andere in Amerika worden de Pimsleur cursussen gevolgd en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De lerenden zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo praten.
Het nadeel van de leermethodiek is dat er niets uitgelegd wordt. De gebruikers leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog. Dit taleninstituut kan beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen die zijn ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de lerende op de pauzeknop klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerkstudenten hoeven niet uit het hoofd te leren. Bij de methode wordt de les in kleine stappen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt afgewisseld met reeds bekende lesstof. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de talen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de makkelijke stof door de student begrepen en verworven is. Behalve woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerende zelf zinnetjes kan maken. De methode maakt ook gebruik van flashcards zodat studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal. De mensen die wat verder gevorderd zijn, ervaren de methode van Michel Thomas als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursus is zeer toegankelijk en traint de luistervaardigheid en de uitspraak van de vreemde taal op een efficiënte wijze. Dat de taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in het jaar 1929. Het bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de cursisten ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native speakers zijn ingesproken en die de gebruiker dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de lerende op zichzelf is aangewezen. Er is geen taaldocent om studenten te motiveren of te begeleiden.
Er bestaat ook een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere methode om talen te leren om vreemde talen te leren: De Methode van Dagnall.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Talen door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van ons taleninstituut altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Tot slot beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze voortdurend in op actuele thema’s of ontwikkelingen die interessant zijn voor de cursisten. Onze taaltrainers zijn erg bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk door zowel onze cursisten als onze taaltrainers als een zeer prettige methode wordt ervaren. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen ons handelsmerk geworden, maar deze werkwijze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’. Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Nijmegen.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Nijmegen
Blended learning heeft als voordeel vergeleken met het online leren dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Nijmegen op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het platform biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform biedt Dagnall Taleninstituut ook een handige App voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een lerende overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen en juridische termen integreren in de App. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook na afronding van de taaltraining in Nijmegen beschikbaar. Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners of klanten kunnen op het gebied van taal vaak een uitdaging zijn. Medewerkers die meerdere talen spreken, zijn in veel organisaties en bedrijven daarom onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het onlineplatform Zoom wordt over het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining
Alleen het volgende is nodig voor cursussen in een virtuele classroom: - Een laptop, tablet of pc met een microfoon en een camera - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall Talen worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
Onze online alsook de blended taalcursussen worden door gekwalificeerde en toegewijde native (moedertaal) docenten gegeven
Onze docenten hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze trainers zijn HBO of universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – vlotte leervordering
Onze blended en online taalcursussen zijn maatwerktrainingen die specifiek op uw wensen en behoeften afgestemd worden
De inhoud van de taalcursus wordt aan het leerplan aangepast om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt de cursist om de taaldoelen zelfverzekerd en snel te behalen
De online (of blended) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuren die u in de voorbereiding en de lessen zelf hebt geleerd, actief toe
Dankzij het combineren van zelfstudie en videosessies komt het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en niets hoeft te missen
Onze trainers geven naast de taalcursussen eveneens tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Structuur en vakbekwaamheid leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursisten en de taaltrainer en zijn van groot belang voor het succes van de taaltraining .
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen gegeven door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Nijmegen ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Nijmegen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Voor aanvang van de cursus doen we een intake met de cursist, om een inzicht te krijgen van zijn taalniveau bij het begin. Dit doen wij aan de hand van het Europees Referentiekader (ERK). De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Wij overhandigen na afloop van de cursus bij ons taleninstituut in Nijmegen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om de verschillende niveaus van taalvaardigheid in te delen. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK wijst vijf vaardigheden met betrekking tot taal aan, te weten: luisteren, lezen, spreken, schrijven en het voeren van gesprekken. De Engelse naam wordt eveneens veel gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. Deze zes niveaus van vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A is van toepassing op beginners. Iemand die niveau B beheerst, beschikt over alle basiskennis in de Franse taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak lezen, verstaan, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, gaan richting moedertaalgebruikers (native speakers). Deze mensen kunnen de vreemde taal vloeiend gebruiken in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten die onder meer eisen stelt aan mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. Onze vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Ons instituutinstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat. ‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Nijmegen, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van Nederlandse private opleidingsinstellingen. De NRTO fungeert als gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de Stichting van de Arbeid en de media en de SER.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens met diverse andere organisaties samen, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle leden van de NRTO zijn ondernemers.De NRTO-leden werken klantgericht en resultaatgericht en zijn in staat om om snel op veranderende omstandigheden in te spelen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod van aan cursussen van bijvoorbeeld ons taleninstituut in Nijmegen sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continu vernieuwen is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse commissies, besturen en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engelse naam: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan nodig en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging en verlies beschermd te worden. Taleninstituut Dagnall voldoet vanzelfsprekend aan alle vereisten die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en Taleninstituut Dagnall verwerkt persoonsgegevens zeer beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Nijmegen zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit betekent dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Nijmegen
Wilt u contact opnemen met Dagnall Taleninstituut in Nijmegen? Bel ons even op 026-8200330 (geen belmenu) of stuur ons een e-mail via taleninstituut-nijmegen@dagnall.nl. Of vul ons contactformulier in.
Natuurlijk kunt u ook ons informatiepakket aanvragen. Dit is geheel gratis.
Het juiste traject naar een taleninstituut in Nijmegen!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw eigen locatie volgen of in Nijmegen, bijvoorbeeld in het pand van “Poort van Nijmegen” aan de Kerkenbos 1037 in Nijmegen of in het pand “Logikos Trainingen“ aan de Oranjesingel 24 in Nijmegen. Dagnall Taleninstituut kan ook taalcursussen in Nijmegen verzorgen in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Nijmegen-Lent aan het Hertog Eduardplein 4, in Blue aan de Oranjesingel 14-20, in Hotel Nimma aan de Weurtseweg 478 en in Fletcher Hotel Erica aan de Molenbosweg 17 in Berg en Dal.
Besprekingen houden in Nijmegen kan bijvoorbeeld bij ’t Sfeerhuys bij de Looimolen aan de Looimolenweg 15, in het Goffertstadion, bij De Lindenberg aan de Ridderstraat 23 en bij muZIEum aan de Ziekerstraat 6B.
Nijmegen was al bewoond gebied in de jonge steentijd, ongeveer 1100 jaar v.Chr. Het gebied kende een administratief en economisch centrum in de Romeinse tijd en vierde in 2005 het tweeduizendjarig bestaan van de stad. Nijmegen is de oudste stad van Nederland. In de 8ste eeuw was Nijmegen de meest noordelijke verblijfplaats van Karel de Grote. Nijmegen werd een bloeiende handelsstad vanaf de dertiende en veertiende eeuw en zelfs de belangrijkste stad van Gelre.
dertiende en veertiende eeuw en zelfs de belangrijkste stad van Gelre. De naam ‘Nijmegen’ is een verbastering van het Latijnse Noviomagus. Novus; het eerste deel, betekent ‘nieuw’. Magus is waarschijnlijk van Keltische oorsprong en betekent ‘markt’. In moderne taal dus ‘Nieuwe Markt’.
Nijmegen ligt in de streek Rijk van Nijmegen en in de Stadsregio Arnhem Nijmegen. Plaatsen in de buurt van Nijmegen zijn Arnhem, Beek-Ubbergen, Bemmel, Berg en Dal, Beuningen, Cuijk, Elst, Groesbeek, Huissen, Malden, Weurt en Wijchen.
Nijmegen ligt in de provincie Gelderland. In de gemeente Nijmegen wonen meer dan 176.000 mensen.
Woon je in Nijmegen, dan ben je een ‘Nijmegenaar’. Bekende Nijmegenaren zijn Frank Boeijen, Marcel Boekhoorn, Jeroen van der Boom, Margarita de Bourbon de Parme, Emily Bremers, Renée Fokker, Bavo Galama, Esther Gerritsen, Loes den Hollander,
Rixt Leddy, Ben Liebrand Joris Linssen, Maike Meijer, Gers Pardoel, Fons de Poel en Peter van Uhm. Iets wat bij Nijmegen hoort, heet ‘Nijmeegs’, zoals de Nijmeegse Vierdaagse. Nijmegen kreeg in het jaar 1230 stadsrechten.
Nijmegen - internationaal & scholing
Partnersteden
Nijmegen is de grootste stad van Gelderland qua aantal inwoners. De gemeente Nijmegen omvat eveneens Lent en Ressen. Nijmegen is één van de 22 Nederlandse Hanzesteden. De partnersteden van Nijmegen zijn Albany in de Verenigde Staten, Higashimatsuyama in Japan, Masaya in Nicaragua en Pskov in Rusland.
Hoger onderwijs
Nijmegen is een universiteitsstad met de Radboud Universiteit (RU), opgericht in 1923. In Nijmegen zijn drie hogescholen gevestigd: Aeres Hogeschool, Fontys en HAN University of Applied Sciences.
Denk je aan Nijmegen, dan denk je aan de Waalkade, aan de middeleeuwse binnenstad, aan Mariken van Nieumeghen, aan de Sint-Stevenskerk, aan museum het Valkhof en aan de Nijmeegse Vierdaagse. Nijmegen fungeert als studentenstad en belangrijke stad binnen de Euregio Rijn-Waal. De stad is strategisch gelegen tussen Randstad en Ruhrgebied.
Nijmegen - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat Nijmegen vanwege de linkse meerderheid in de gemeenteraad ook wel ‘Havana aan de Waal’ wordt genoemd.
Het is een Zuid-Gelders dialect en het behoort tot de Nederfrankische dialecten. Kenmerkend aan het Nimweegs is het weglaten van de ‘t’ in woorden als ‘herfst’. Veel klinkers klinken afwijkend vergeleken met het Standaardnederlands: de ‘aa’ wordt uitgesproken als ao (straot), de ‘oo’ wordt ou en de ‘uu’ wordt èè. De stemhebbende ‘v’, ‘z’ en ‘g’ worden uitgesproken als f, s en ch, zoals in de Hollandse dialecten.
Ook hun in plaats van ‘zij’ komt veel voor. Lusepote zijn ‘lucifers‘ in Nijmegen en een tuutje snol is een ‘zakje snoep’. “Iemand in de gaten houden” is in Nijmegen hem in het tjok houden. De ruut de ruut de waol die kruut oftewel: “de Waal gaat kruien, maak dat je wegkomt”.
“Altijd Nijmegen”
Nijmegen - zakelijk
De gemeente Nijmegen
Het netnummer van Nijmegen is 024. Het postcodegebied van Nijmegen is 6500 - 6546. Het adres van het gemeentehuis van Nijmegen is Mariënburg 30, 6511 PS in Nijmegen. De website van de gemeente Nijmegen is Nijmegen.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Nijmegen is 14 024.
Zakendoen in Nijmegen
Voor Nijmeegse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Arnhem aan de Kronenburgsingel 525, 6831 GM in Arnhem. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Nijmegen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Nijmegen is KVK-kantoor Arnhem.
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Nijmegen op bedrijventerrein Brabantse Poort, Bijsterhuizen, Kerkenbos (Lindenholt), Nijmegen Zuid, Noordkanaalhaven, Oostkanaalhaven, Waalsprong of op bedrijventerrein West Kanaaldijk. In Nijmegen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Alewijnse, Alfa Laval, ALSO, Ampleon, Bovemij Verzekeringsgroep, Brüder Mannesmann Nederland, Cornelissen Groep, Douglas Nederland, EPR Technopower, GTSzorg, Hartmann, HSF Logistics, Humphrey’s, Hyster-Yale Europe, Isatis, Kropman Installatietechniek, Lincoln
Smitweld, Logitech Europe, MercaChem, Pentrax, Planon, Protempo, Royal Smit, Sealed Air, Sencio, Smit Draad, De Speer Personeelsdiensten, Synthon Biopharmaceuticals, TechMatch, Travion IT Distribution, Warsteiner Benelux, ZaZa’s, Bart’s Retail (Bakker Bart) in Beuningen, Grand Duet in Beuningen, InterCheM in Beuningen, La Venezia IJs in Beuningen, Haldu DeGraaf in Groesbeek, ARN in Weurt, Brinkers margarinefabriek in Wijchen, FreshMeals Nederland in Wijchen, Pita Bakkerij Caïro in Wijchen en Plaza Foods in Wijchen. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
De Nijmeegse nieuwsportalen zijn RN7 en Nijmegen Online en Nijmeegse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Midden. Ondernemers in Nijmegen kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Gelderland.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het een leuk idee om samen met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Nijmeegse voetbalclub NEC, SV Nijmegen, SV Orion of RKSV Brakkenstein meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Nijmegen kunt u terecht bij Tennisvereniging Rapiditas, bij Tennisclub Nijmegen-Quick, bij TV Lindenholt of bij Tachys. Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de cursus bij ons taleninstituut in Nijmegen of met uw internationale (zaken)relatie bij Nijmegen een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de buurt van Nijmegen ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit. De golfbaan in de omgeving van Nijmegen is Het Rijk van Nijmegen in Groesbeek. Deze golfbaan bevindt zich aan de Postweg 17 in Groesbeek. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 024-397 66 44. De website van de golfbaan is www.golfenophetrijk.nl. Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij restaurant Green 46. Het Rijk van Nijmegen is een andere golfbaan in de omgeving van Nijmegen.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Nijmegen die eveneens op Youtube te zien zijn. U kunt direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen. Onder de filmpjes ziet u de locaties van Gelderland alsook Nijmegen op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Promovideo Nijmegen
Dronebeelden Nijmegen
Google Maps Gelderland
Google Maps Nijmegen
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nijmegen