Logo-9001-2015-wit-op-transparante-achtergrond-31-bij-31-pixels Logo-17100-2015-wit-op-transparante-achtergrond-31-bij-31-pixels NRTO-wit-op-transparante-achtergrond-31-bij-31-pixels
OFFERTE AANVRAGEN
Offerte aanvragen

Taleninstituut Maastricht

Direct naar ➤ Cursussen - Online - ERK - ISO - Maastricht - Nieuws
Dagnall taalcursus op locatie
Dagnall taalcursus online
Dagnall taalcursus contact opnemen
Taleninstituut Dagnall - Wij kunnen snel schakelen - Binnen een week beginnen is mogelijk Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing


Taaltrainingen in Maastricht van topniveau


Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun medewerkers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die u precies dat aanbiedt: Effectieve taaltrainingen van het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden in Maastricht en omgeving.
Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.

Vakgebieden


Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak heeft zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Maastricht aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Screenshot navigatiesysteem met tekst Taleninstituut Maastricht aangegeven - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Goed op weg met Dagnall Talen

Landkaart Nederland grijs - locatie Dagnall Taleninstituut in Maastricht - aangegeven met blauw plaatsnaambord met witte letters en Dagnall veer - op transparante achtergrond - 600 * 733 pixels
Coachhuis Maastricht
Boschstraat 45
6211 AT MAASTRICHT

of bij u op locatie

  
Vrijblijvend informeren naar een taaltraining bij u in de buurt
Taalcursus Verenigd Koninkrijk
Taalcursus Duitsland
Taalcursus Frankrijk
Taalcursus Spanje
Taalcursus Nederland
Taalcursus Portugal
Taalcursus Italië
Taalcursus Denemarken
Taalcursus Zweden
Taalcursus Noorwegen
Taalcursus Finland
Taalcursus Rusland
Taalcursus Polen
Taalcursus Tsjechië
Taalcursus Slowakije
Taalcursus Kroatië
Taalcursus Hongarije
Taalcursus Roemenië
Taalcursus Bulgarije
Taalcursus Turkije
Taalcursus Griekenland
Taalcursus Israël
Taalcursus China
Taalcursus Japan

De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen

Werkgerelateerd & doelgericht


Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Maastricht aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen een vreemde taal leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast de algemene taalcursussen met name in werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Onze taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies de mogelijkheid biedt om talen te leren in Maastricht. Dagnall Talen leidt u doelgericht en snel naar de beoogde resultaten.

Filosofie van Dagnall Taleninstituut


De filosofie van Dagnall is om talen te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Dagnall Taleninstituut zet daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leerproces voor u prettiger en gemakkelijker maakt.

Met onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met vijftien minuten dagelijks oefenen, brengen we cursisten in grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Maastricht.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten

Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut

In overleg met u als opdrachtgever inventariseert Dagnall Talen de leerdoelen en wensen. U meldt de cursisten aan met hun contactgegevens. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau vastgesteld wordt, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel met een offerte.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning op uw situatie en agenda af.
De docent evalueert na enkele lessen de voortgang en de inhoud van de taalcursus. Indien nodig, kunnen de doelstellingen aangepast worden.
Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage samen met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. De cursisten ontvangen eveneens een certificaat van ons instituut.
[ Lees meer ]


Intake

Planning

Cursus

Certificaat

Betaalbaar taleninstituut in Maastricht sinds 1982

In 1982 is Dagnall opgericht en verzorgt sinds 1982 taalonderwijs op maat voor het bedrijfsleven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Maastricht en omgeving. Alle kundige trainers zijn experts op het gebied en hebben talrijke taaltrainingen gegeven aan diverse bedrijven en (overheids)organisaties in Zuid-Limburg.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte methode van werken, biedt Dagnall zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Maastricht. U kunt ervan op aan dat wij voor uitstekend rendement zorgen; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Maastricht

Taal op de werkvloer

Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Taalcursussen gericht op het verbeteren van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn bij veel ondernemingen ondertussen een begrip.
Medewerkers die geen of een beperkte kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in de werkomgeving en willen sneller en/of beter op de werkplek kunnen communiceren.
Zij willen de aanwijzingen op het werk goed kunnen begrijpen en opvolgen. Deze medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen het werk kunnen doen en uiteraard hun ambities op hun werkgebied realiseren. Een investering in mensen en in de ontwikkeling van de organisatie is derhalve noodzakelijk.
[ Lees meer ]

Vele wegen naar een betere talenkennis in Maastricht

Behoeftes en leermethode


Een goede taaltraining is niet alleen aangepast aan de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taaltraining is tevens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Maastricht) die het beste bij de taalleerder past.

Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?


De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van vaardigheden en kennis om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg prettig en het zorgt ervoor dat u echt waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door een mix van deze bewezen leermethode gericht op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Taleninstituut voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.

Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
De taaltrainers van ons instituut maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.

Een prettige manier van leren


Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een bijzonder plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall Talen in Maastricht. Deze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en weldoordachte manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursussen zijn niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Overlappende groene cirkel met klok en kalender en donkerblauwe cirkel met icoon lesgeven op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Computerscherm met vier taalvaardigheden luisteren, lezen, schrijven en spreken - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels
Effectief talen leren in Maastricht bij Taleninstituut Dagnall

Individuele cursussen en groepscursussen

Individuele cursussen & groepscursussen


Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart kunt overlaten aan ons.
Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en

groepscursussen gebruikt Dagnall Taleninstituut moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te garanderen. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Maastricht gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Maastricht

Maatwerkcursussen


Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Maastricht en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al decennia bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
De individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De cursussen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.

Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De leergroep wordt zo klein mogelijk gehouden de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.


Pluspunten individuele cursus


Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement doordat veel kennis wordt geleerd in een vrij korte periode.
Er wordt sneller vooruitgang gemaakt omdat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Een ander groot voordeel van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal.
Daarnaast zijn individuele cursussen goed op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.


Pluspunten groepscursus


Vooral de interactie met de andere deelnemers is het grootste voordeel van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van discussies en rollenspellen.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot voordeel; van de fouten van anderen kunnen leren en in de doeltaal communiceren met de groep. De cursisten kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als prettiger ervaren.
Doordat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt .
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) voor cursisten dan individuele cursussen.


Minpunten individuele cursus


Bij een individuele cursus kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaltrainer worden gevoerd en gedaan.
De geleerde kennis kan niet in groepsverband worden geoefend doordat er geen interactie met andere lerenden is.
Ook is het niet mogelijk om van fouten van een andere cursist te leren omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor cursisten ook behoorlijk intensief (zwaarder).


Minpunten groepscursus


In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen deelnemers wat eerder worden afgeleid. Daardoor is het rendement wat lager. Deels kan dit ondervangen worden door groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Groepscursussen kunnen ook minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van de individuele cursist.

Pluspunten

Individuele cursus in één oogopslag



  hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
  afgestemd op individuele leerstijl
  inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
  afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
  afgestemd op agenda cursist


Minpunten

Individuele cursus in één oogopslag



  geen interactie met andere cursisten
  vrij intensief voor de cursist
  geen groepsdynamiek

Pluspunten

Groepscursus in één oogopslag



  interactie met andere cursisten
  groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
  groep komt op hetzelfde kennisniveau
  efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
  minder intensief dan individuele cursus


Minpunten

Groepscursus in één oogopslag



  iets minder aandacht voor individuele cursist
  minder afgestemd op individuele leerstijlen
  minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen

Verschillende soorten cursussen voor elk niveau

Dagnall Taleninstituut biedt cursussen voor beginners, halfgevorderden en gevorderden.
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Wij bieden onze taalcursussen daarom ook online alsook incompany aan.
Bij Taleninstituut Dagnall volgt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een
spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Natuurlijk is een combinatie van deze verschillende trainingen mogelijk.
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Woordenwolk in veer logo Dagnall Talen met toepasselijke sleutelwoorden voor Dagnall Talencursussen - in donkerblauw, groen en grijs op transparante achtergrond - 600 * 600 pixels
Stukje hout boven Dagnall potlood met geslepen punt en gum met gedrukt Dagnall Talen logo - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 600 pixels

Kennen en kunnen

Taalkennis betekent zowel kennen (onderscheiden, herkennen) als kunnen (in staat zijn toe te passen). Door de focus te verschuiven op het onderscheid tussen kennen en kunnen, is de deelnemer in staat na afronding van de taaltraining de verworven kennis sneller actief toe te passen.
Al gauw begrijpt en spreekt u de taal al een beetje. Een niet alledaagse ervaring! Dagnall brengt taalkennis tot leven!

Algemene leermethodes

Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)


Bedacht door wie en wanneer


De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.

Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)


De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel zonder fouten leren verstaan en spreken, wat begint met iemand leren naspreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt met drills gewerkt om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen om daarna een extra woord hieraan toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar studenten een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.

Populariteit


In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.

Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method


De audiolinguale methode is voor mensen die een taal beginnen te leren effectief. Direct van het begin wordt een correcte uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis bieden. De methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.

Tegelijk heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen input van de studenten verwacht, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.

GoldList Method (GLM)


Bedacht door wie en wanneer


De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.

Kenmerken van de GoldList Method (GLM)


De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze woorden of zinnen van de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. De bedoeling is niet om deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.

Populariteit


Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden of zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. In het algemeen wordt (taal)kennis opgeslagen als de kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. De methode kan goed functioneren voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn.

Voor- en nadelen van de GoldList Method


deze GoldList-methode kan functioneren voor studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is daarnaast zeer tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.

De Natural Method


Bedacht door wie en wanneer


De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.

Kenmerken van de Natural Method


De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De leermethode probeert de vreemde taal te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. De taalregels van de te leren taal leert men eveneens onbewust op die wijze. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.

De methode heeft het meeste rendement als de student wordt ondergedompeld in de te leren taal. De activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, dienen stimulerend te zijn, om te zorgen dat de student plezier heeft van de ervaring.

De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.

Populariteit


Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De student zou weliswaar leren te communiceren in de vreemde taal, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.

Voor- en nadelen van de Natural Method


Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.

Omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald examen.

Structurele Aanpak


Bedacht door wie en wanneer


De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.

Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)


Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden in reële situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen aan de student aangeboden. De taalstructuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.

Populariteit


De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 toegepast om in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië Engelse les te geven.

Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak


Een structurele aanpak heeft als voordeel dat de geleerd wordtden de nieuwe taal op een nauwkeurige wijze geleerd wordt. Lerenden krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties passend zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structural Approach heeft ook nadelen. De methodiek is behoorlijk tijdrovend en zorgt niet onmiddellijk voor succeservaringen. De eigen input van lerenden is gelimiteerd; het is weinig creatief.

Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)


Bedacht door wie en wanneer


Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.

Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)


Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.

De studenten leren middels CLT-technieken de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.

Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaldocent draagt onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.

Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die de studenten leren om in de vreemde taal te communiceren.

Populariteit


Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer vraag aan het leren van vreemde talen op een wijze die direct kon worden toegepast.

Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs


Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt dit stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de lerende wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de docent en van de lerende vraagt het een actieve deelname. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor sommige lerenden lastig of ongebruikelijk, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.

Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)


Bedacht door wie en wanneer


In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere wijze. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM) gezien.

Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)


Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap was. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd destijds gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen de kennis over, de studenten memoriseren.

Populariteit


De grammatica-/vertaalmethode heeft tot vrij recent een grote invloed gehad op het talenonderwijs, ondanks dat reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.

Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode


De methode is een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.

Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Deze methode geeft niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de lerenden bij het werken in een groep. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.

Onderdompeling (Engels: immersion)


Bedacht door wie en wanneer


De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt gebruikt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde dames uit Vught en omgeving.

Kenmerken van onderdompeling


Onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving veelal in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.

Populariteit


Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan zeer goed worden aangeleerd met onderdompeling.

Voor- en nadelen van onderdompeling


Doordat de leermethode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. De lerenden zijn in principe 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dit als motiverend.

Een minpunt is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat. Een bijkomend nadeel van de leermethode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet iedereen heeft de conditie om deze wijze van leren vol te houden.

Suggestopedie (Suggestopedia)


Bedacht door wie en wanneer


Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren die is ontwikkeld. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.

Kenmerken van Suggestopedie


Zoals de naam al aangeeft, is Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal) te leren. Daarvoor is het essentieel dat er tussen de trainer en de studenten een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen is. Hiervoor dient de student zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die werden gezet in een halve cirkel en in de klas werd altijd muziek gedraaid op de achtergrond. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.

Populariteit


De leermethode was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.

Voor- en nadelen van Suggestopedie


De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende geen hinder zal krijgen van faalangst of frustratie. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn dan dat muziek ontspannend of stimulerend werkt. Dat de relatie taaltrainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de taaltrainer waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.

Community Language Learning (CLL)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd, in 1976.

Kenmerken van Community Language Learning (CLL)


CLL (Community Language Learning) is een taalverwervingsmethode waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de taal nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De taaltrainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de lerenden de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.

De CLL stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen door middel van zinvolle gesprekken.

Populariteit


Het slagen van CLL hangt grotendeels af van de expertise van de trainer-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. Deze trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken indien deze correct gebruikt wordt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.

Voor- en nadelen van Community Language Learning


Deze methode biedt voor lerenden veel autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken vinden de studenten vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden studenten zich zo een stuk meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren om als team te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de lerende.

Het kan een nadeel zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden geen toetsen afgenomen. Hierdoor is het succes lastig meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken geremd als zij opgenomen worden.

Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)


Bedacht door wie en wanneer


De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.

Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)


Deze benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de studenten om de taal zelfstandig te ontdekken.

Het is de taak van de taaltrainer om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.

Populariteit


De lesboeken zijn in de afgelopen dertig jaar duidelijk anders geworden door de invloed van (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende omwenteling in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.

Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering


Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.

Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.

Series Method


Bedacht door wie en wanneer


De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.

Kenmerken van de Series Method


De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de doeltaal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.

Populariteit


François Gouin’s concepten over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Gouin’s leermethodiek was enige tijd succesvol, ondanks de vrij afwijkende aanpak. De methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.

Voor- en nadelen van de Series Method


De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid sterk en de leermethode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.

François Gouin’s methode creëert levendig onderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type onderwijs enthousiasme op van de lerenden. Een vreemde taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. De methode maakt de lerenden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de student wordt met de methode sterk gestimuleerd.

De leermethode heeft echter als nadeel dat taal die iets abstracter of subjectiever wordt, moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.

Task-Based Language Teaching (TBLT)


Bedacht door wie en wanneer


Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.

Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)


Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter de methode is dat de verwerving van de vreemde taal geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is kennis van de vreemde taal vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken moeten net boven het kennisniveau van de lerende liggen om leereffect te hebben.

Populariteit


Vanaf het begin van de jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.

Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching


Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als plezierig en motiverend.

Als keerzijde kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren.

De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)


Bedacht door wie en wanneer


Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).

Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)


‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan, is het doel van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de inspirator van de taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve benadering van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de studenten en de trainer focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).

Populariteit


Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.

Voor- en nadelen van de Dogme benadering


Een pluspunt voor trainers is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Zo zijn de taallessen niet voorspelbaar. Dat zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens Dogme-lessen is bijna elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat de studenten alert en betrokken blijven.

Als ze zo weinig door de docent begeleid worden, kunnen studenten zich echter iets ongemakkelijk voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten voldoende flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat studenten zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof aan de orde komt in de les.

Growing Participator Approach (GPA)


Bedacht door wie en wanneer


The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.

Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)


Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.

De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.

Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies.

Populariteit


De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn er in elk geval vrij enthousiast over.

Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach


Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.

Het feit dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een minpunt van deze methode.

Shadowing Technique


Bedacht door wie en wanneer


De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.

Kenmerken van de Shadowing Technique


De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode is relatief eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel soepel gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Diverse lesboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te lopen, het liefst buiten, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden waardoor het leren van de taal een stuk effectiever gaat.

Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.

Populariteit


Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de vreemde taal wordt ook vergroot.

Voor- en nadelen van de Shadowing Technique


Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.

Het nadeel van de techniek van Shadowing is dat de lerenden het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.

Total Physical Response (TPR®)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.

Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)


TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.

De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.

TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.

Populariteit


Hoofdzakelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.

Voor- en nadelen van Total Physical Response


TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke leeftijd en achtergrond en kan de methode eveneens worden ingezet in klassen die wat groter zijn. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden.

Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de leermethode tot op een bepaald niveau werkt en daarnaast een andere leermethode (ter aanvulling) nodig is. Daarnaast is de methode niet erg creatief. Studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen te uiten.

De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)


Bedacht door wie en wanneer


De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.

Kenmerken van de Directe Methode (DM)


Er sprake van een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief geleerd, aan de hand van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Lerenden werden gestimuleerd veel te praten. Het was eveneens nieuw dat de taallessen in de vreemde taal werden gegeven. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de vocabulaire van de doeltaal gebeurde met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangeboden voor het associëren van ideeën.

Populariteit


Deze golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede door invloeden van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te vinden in de jaren 60.

Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.

Voor- en nadelen van de Directe Methode


Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het voordeel van de Directe Methode. Spreken en luisteren komen ruimschoots aan bod. Hierdoor ontwikkelen lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Aan deze methode kleven echter eveneens nadelen. Deze leermethode besteedt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en veel minder aan lezen. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerenden te weinig uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat de leermethode op een dynamische inzet vanuit de student is gestoeld.

De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)


Bedacht door wie en wanneer


Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.

Kenmerken van de Manesca-methode


De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.

De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een trainer, die één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij dit woord. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.

De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.

Populariteit


Jean Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.

Voor- en nadelen van de Manesca-methode


De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan zijn om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.

Silent Way


Bedacht door wie en wanneer


The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.

Kenmerken van de Silent Way


The Silent Way is een manier om een vreemde taal te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.

De taaldocenten gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de lerende, reacties te krijgen en de lerende aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.

Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno kwam erachter dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat docenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.

Gekleurde staafjes die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way van Gattegno gebruikt. De methodiek werkt ook met Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.

Populariteit


Vooral bij het aanleren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno wel van invloed geweest, alhoewel de Stille Methode in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.

Voor- en nadelen van de Silent Way


Het voordeel van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom gezien wordt. De taaltrainer is in feite aan de lerende dienstbaar, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde taalkennis over het algemeen goed verwerkt en onthouden. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat bijdraagt aan het leerproces.

Het feit dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode beoogt, kan een minpunt zijn. Studenten kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van input van de docent. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af is, waardoor het effect van de leermethode verdwijnt.

TPR Storytelling


Bedacht door wie en wanneer


TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-methode (Total Physical Response) afgeleid.

Kenmerken van TPR Storytelling


TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de lerenden aan veel begrijpelijke input blootgesteld. Door de taaltrainer wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich omdat de verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden woorden en structuren vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De docent wijst de student op grammaticale fenomenen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.

De studenten zullen na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de taaltrainer eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij en vervolgens samen met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Daarna volgt schrijven.

Populariteit


Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.

Voor- en nadelen van TPR Storytelling


Het is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. TPRS is prettig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerenden.

Een keerzijde is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.

Commerciële methodes voor zelfstudie

De Rosetta Stone methode


Bedacht door wie en wanneer


De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen met een tweetalige tekst die in Egypte werd ontdekt, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.

Kenmerken van de Rosetta Stone methode


De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de taalcursussen zijn vanuit al deze talen te volgen.

De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. De methode maakt gebruik van programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker) te vergelijken. Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en daarna veel na te zeggen.

Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij taalfouten van de lerenden kunnen worden gecorrigeerd.

Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.

Populariteit


De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. Rosetta Stone wordt in ons land ingezet door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationaal opererende organisaties.

Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode


De methode van Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door lerenden toegepast worden. Welke onderdelen van de methode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, kan de lerende zelf bepalen. Veel lerenden ervaren het als prettig om met de Rosetta Stone-methode te werken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een minpunt van de methode is dat geen trainer beschikbaar is die lerenden motiveert of wat extra’s kan bieden.

De Pimsleur methode


Bedacht door wie en wanneer


De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.

Kenmerken van de Pimsleur methode


De Pimsleur-methode is een computerprogramma om een nieuwe taal te leren.

De taalcursus bestaat uit zinnen en dialogen in de doeltaal die nagesproken worden en worden herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. De les omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en structuren. De grammaticale structuren worden niet uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen aangeboden.

Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.

Populariteit


De taalcursussen van Pimsleur worden onder meer in de Verenigde Staten gebruikt en de ervaringen met de methode variëren. Over het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.

Voor- en nadelen van de Pimsleur methode


Omdat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo praten, werkt de Pimsleur-methode heel goed om de uitspraak te verbeteren.

Het feit dat niets wordt uitgelegd, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.

De Michel Thomas methode


Bedacht door wie en wanneer


De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.

Kenmerken van de Micheal Thomas methode


Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.

De taalcursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de acteurs. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachtenen er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in stapjes en nieuwe lesstof wordt met bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen het Engels en de doeltaal, als die er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende de makkelijke lesstof heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd. Hiermee kan de gebruiker zelf zinnen construeren. Ook maakt de leermethode gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.

Populariteit


Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. Gebruikers die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder nuttig.

Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode


De methode van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op een efficiënte manier. Dat de taalcursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel van de methode van Michel Thomas. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat de leermethode uit audiocursussen bestaat.

De Assimil methode


Bedacht door wie en wanneer


Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.

Kenmerken van de Assimil methode


‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in een groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.

De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, alsook de grammaticale uitleg. Om de uitspraak te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.

Populariteit


De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief betaalbaar en er is een groot aanbod aan talen.

Voor- en nadelen van Assimil


Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de student is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen trainer om de student te begeleiden of te motiveren.


ALGEMENE LEERMETHODES

Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)


Bedacht door wie en wanneer


De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.

Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)


De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel zonder fouten leren verstaan en spreken, wat begint met iemand leren naspreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt met drills gewerkt om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen om daarna een extra woord hieraan toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar studenten een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.

Populariteit


In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.

Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method


De audiolinguale methode is voor mensen die een taal beginnen te leren effectief. Direct van het begin wordt een correcte uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis bieden. De methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.

Tegelijk heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen input van de studenten verwacht, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.

GoldList Method (GLM)


Bedacht door wie en wanneer


De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.

Kenmerken van de GoldList Method (GLM)


De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze woorden of zinnen van de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. De bedoeling is niet om deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.

Populariteit


Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden of zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. In het algemeen wordt (taal)kennis opgeslagen als de kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. De methode kan goed functioneren voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn.

Voor- en nadelen van de GoldList Method


deze GoldList-methode kan functioneren voor studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is daarnaast zeer tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.

De Natural Method


Bedacht door wie en wanneer


De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.

Kenmerken van de Natural Method


De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De leermethode probeert de vreemde taal te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. De taalregels van de te leren taal leert men eveneens onbewust op die wijze. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.

De methode heeft het meeste rendement als de student wordt ondergedompeld in de te leren taal. De activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, dienen stimulerend te zijn, om te zorgen dat de student plezier heeft van de ervaring.

De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.

Populariteit


Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De student zou weliswaar leren te communiceren in de vreemde taal, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.

Voor- en nadelen van de Natural Method


Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.

Omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald examen.

Structurele Aanpak


Bedacht door wie en wanneer


De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.

Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)


Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden in reële situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen aan de student aangeboden. De taalstructuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.

Populariteit


De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 toegepast om in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië Engelse les te geven.

Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak


Een structurele aanpak heeft als voordeel dat de geleerd wordtden de nieuwe taal op een nauwkeurige wijze geleerd wordt. Lerenden krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties passend zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structural Approach heeft ook nadelen. De methodiek is behoorlijk tijdrovend en zorgt niet onmiddellijk voor succeservaringen. De eigen input van lerenden is gelimiteerd; het is weinig creatief.

Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)


Bedacht door wie en wanneer


Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.

Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)


Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.

De studenten leren middels CLT-technieken de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.

Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaldocent draagt onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.

Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die de studenten leren om in de vreemde taal te communiceren.

Populariteit


Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer vraag aan het leren van vreemde talen op een wijze die direct kon worden toegepast.

Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs


Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt dit stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de lerende wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de docent en van de lerende vraagt het een actieve deelname. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor sommige lerenden lastig of ongebruikelijk, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.

Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)


Bedacht door wie en wanneer


In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere wijze. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM) gezien.

Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)


Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap was. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd destijds gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen de kennis over, de studenten memoriseren.

Populariteit


De grammatica-/vertaalmethode heeft tot vrij recent een grote invloed gehad op het talenonderwijs, ondanks dat reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.

Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode


De methode is een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.

Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Deze methode geeft niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de lerenden bij het werken in een groep. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.

Onderdompeling (Engels: immersion)


Bedacht door wie en wanneer


De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt gebruikt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde dames uit Vught en omgeving.

Kenmerken van onderdompeling


Onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving veelal in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.

Populariteit


Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan zeer goed worden aangeleerd met onderdompeling.

Voor- en nadelen van onderdompeling


Doordat de leermethode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. De lerenden zijn in principe 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dit als motiverend.

Een minpunt is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat. Een bijkomend nadeel van de leermethode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet iedereen heeft de conditie om deze wijze van leren vol te houden.

Suggestopedie (Suggestopedia)


Bedacht door wie en wanneer


Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren die is ontwikkeld. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.

Kenmerken van Suggestopedie


Zoals de naam al aangeeft, is Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal) te leren. Daarvoor is het essentieel dat er tussen de trainer en de studenten een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen is. Hiervoor dient de student zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die werden gezet in een halve cirkel en in de klas werd altijd muziek gedraaid op de achtergrond. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.

Populariteit


De leermethode was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.

Voor- en nadelen van Suggestopedie


De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende geen hinder zal krijgen van faalangst of frustratie. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn dan dat muziek ontspannend of stimulerend werkt. Dat de relatie taaltrainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de taaltrainer waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.

Community Language Learning (CLL)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd, in 1976.

Kenmerken van Community Language Learning (CLL)


CLL (Community Language Learning) is een taalverwervingsmethode waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de taal nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De taaltrainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de lerenden de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.

De CLL stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen door middel van zinvolle gesprekken.

Populariteit


Het slagen van CLL hangt grotendeels af van de expertise van de trainer-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. Deze trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken indien deze correct gebruikt wordt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.

Voor- en nadelen van Community Language Learning


Deze methode biedt voor lerenden veel autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken vinden de studenten vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden studenten zich zo een stuk meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren om als team te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de lerende.

Het kan een nadeel zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden geen toetsen afgenomen. Hierdoor is het succes lastig meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken geremd als zij opgenomen worden.

Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)


Bedacht door wie en wanneer


De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.

Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)


Deze benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de studenten om de taal zelfstandig te ontdekken.

Het is de taak van de taaltrainer om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.

Populariteit


De lesboeken zijn in de afgelopen dertig jaar duidelijk anders geworden door de invloed van (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende omwenteling in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.

Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering


Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.

Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.

Series Method


Bedacht door wie en wanneer


De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.

Kenmerken van de Series Method


De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de doeltaal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.

Populariteit


François Gouin’s concepten over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Gouin’s leermethodiek was enige tijd succesvol, ondanks de vrij afwijkende aanpak. De methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.

Voor- en nadelen van de Series Method


De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid sterk en de leermethode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.

François Gouin’s methode creëert levendig onderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type onderwijs enthousiasme op van de lerenden. Een vreemde taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. De methode maakt de lerenden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de student wordt met de methode sterk gestimuleerd.

De leermethode heeft echter als nadeel dat taal die iets abstracter of subjectiever wordt, moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.

Task-Based Language Teaching (TBLT)


Bedacht door wie en wanneer


Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.

Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)


Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter de methode is dat de verwerving van de vreemde taal geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is kennis van de vreemde taal vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken moeten net boven het kennisniveau van de lerende liggen om leereffect te hebben.

Populariteit


Vanaf het begin van de jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.

Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching


Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als plezierig en motiverend.

Als keerzijde kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren.

De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)


Bedacht door wie en wanneer


Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).

Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)


‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan, is het doel van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de inspirator van de taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve benadering van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de studenten en de trainer focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).

Populariteit


Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.

Voor- en nadelen van de Dogme benadering


Een pluspunt voor trainers is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Zo zijn de taallessen niet voorspelbaar. Dat zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens Dogme-lessen is bijna elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat de studenten alert en betrokken blijven.

Als ze zo weinig door de docent begeleid worden, kunnen studenten zich echter iets ongemakkelijk voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten voldoende flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat studenten zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof aan de orde komt in de les.

Growing Participator Approach (GPA)


Bedacht door wie en wanneer


The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.

Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)


Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.

De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.

Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies.

Populariteit


De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn er in elk geval vrij enthousiast over.

Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach


Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.

Het feit dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een minpunt van deze methode.

Shadowing Technique


Bedacht door wie en wanneer


De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.

Kenmerken van de Shadowing Technique


De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode is relatief eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel soepel gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Diverse lesboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te lopen, het liefst buiten, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden waardoor het leren van de taal een stuk effectiever gaat.

Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.

Populariteit


Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de vreemde taal wordt ook vergroot.

Voor- en nadelen van de Shadowing Technique


Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.

Het nadeel van de techniek van Shadowing is dat de lerenden het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.

Total Physical Response (TPR®)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.

Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)


TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.

De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.

TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.

Populariteit


Hoofdzakelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.

Voor- en nadelen van Total Physical Response


TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke leeftijd en achtergrond en kan de methode eveneens worden ingezet in klassen die wat groter zijn. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden.

Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de leermethode tot op een bepaald niveau werkt en daarnaast een andere leermethode (ter aanvulling) nodig is. Daarnaast is de methode niet erg creatief. Studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen te uiten.

De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)


Bedacht door wie en wanneer


De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.

Kenmerken van de Directe Methode (DM)


Er sprake van een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief geleerd, aan de hand van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Lerenden werden gestimuleerd veel te praten. Het was eveneens nieuw dat de taallessen in de vreemde taal werden gegeven. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de vocabulaire van de doeltaal gebeurde met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangeboden voor het associëren van ideeën.

Populariteit


Deze golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede door invloeden van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te vinden in de jaren 60.

Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.

Voor- en nadelen van de Directe Methode


Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het voordeel van de Directe Methode. Spreken en luisteren komen ruimschoots aan bod. Hierdoor ontwikkelen lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Aan deze methode kleven echter eveneens nadelen. Deze leermethode besteedt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en veel minder aan lezen. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerenden te weinig uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat de leermethode op een dynamische inzet vanuit de student is gestoeld.

De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)


Bedacht door wie en wanneer


Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.

Kenmerken van de Manesca-methode


De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.

De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een trainer, die één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij dit woord. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.

De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.

Populariteit


Jean Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.

Voor- en nadelen van de Manesca-methode


De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan zijn om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.

Silent Way


Bedacht door wie en wanneer


The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.

Kenmerken van de Silent Way


The Silent Way is een manier om een vreemde taal te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.

De taaldocenten gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de lerende, reacties te krijgen en de lerende aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.

Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno kwam erachter dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat docenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.

Gekleurde staafjes die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way van Gattegno gebruikt. De methodiek werkt ook met Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.

Populariteit


Vooral bij het aanleren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno wel van invloed geweest, alhoewel de Stille Methode in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.

Voor- en nadelen van de Silent Way


Het voordeel van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom gezien wordt. De taaltrainer is in feite aan de lerende dienstbaar, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde taalkennis over het algemeen goed verwerkt en onthouden. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat bijdraagt aan het leerproces.

Het feit dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode beoogt, kan een minpunt zijn. Studenten kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van input van de docent. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af is, waardoor het effect van de leermethode verdwijnt.

TPR Storytelling


Bedacht door wie en wanneer


TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-methode (Total Physical Response) afgeleid.

Kenmerken van TPR Storytelling


TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de lerenden aan veel begrijpelijke input blootgesteld. Door de taaltrainer wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich omdat de verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden woorden en structuren vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De docent wijst de student op grammaticale fenomenen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.

De studenten zullen na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de taaltrainer eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij en vervolgens samen met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Daarna volgt schrijven.

Populariteit


Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.

Voor- en nadelen van TPR Storytelling


Het is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. TPRS is prettig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerenden.

Een keerzijde is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.

COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE

De Rosetta Stone methode


Bedacht door wie en wanneer


De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen met een tweetalige tekst die in Egypte werd ontdekt, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.

Kenmerken van de Rosetta Stone methode


De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de taalcursussen zijn vanuit al deze talen te volgen.

De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. De methode maakt gebruik van programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker) te vergelijken. Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en daarna veel na te zeggen.

Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij taalfouten van de lerenden kunnen worden gecorrigeerd.

Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.

Populariteit


De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. Rosetta Stone wordt in ons land ingezet door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationaal opererende organisaties.

Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode


De methode van Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door lerenden toegepast worden. Welke onderdelen van de methode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, kan de lerende zelf bepalen. Veel lerenden ervaren het als prettig om met de Rosetta Stone-methode te werken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een minpunt van de methode is dat geen trainer beschikbaar is die lerenden motiveert of wat extra’s kan bieden.

De Pimsleur methode


Bedacht door wie en wanneer


De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.

Kenmerken van de Pimsleur methode


De Pimsleur-methode is een computerprogramma om een nieuwe taal te leren.

De taalcursus bestaat uit zinnen en dialogen in de doeltaal die nagesproken worden en worden herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. De les omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en structuren. De grammaticale structuren worden niet uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen aangeboden.

Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.

Populariteit


De taalcursussen van Pimsleur worden onder meer in de Verenigde Staten gebruikt en de ervaringen met de methode variëren. Over het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.

Voor- en nadelen van de Pimsleur methode


Omdat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo praten, werkt de Pimsleur-methode heel goed om de uitspraak te verbeteren.

Het feit dat niets wordt uitgelegd, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.

De Michel Thomas methode


Bedacht door wie en wanneer


De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.

Kenmerken van de Micheal Thomas methode


Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.

De taalcursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de acteurs. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachtenen er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in stapjes en nieuwe lesstof wordt met bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen het Engels en de doeltaal, als die er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende de makkelijke lesstof heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd. Hiermee kan de gebruiker zelf zinnen construeren. Ook maakt de leermethode gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.

Populariteit


Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. Gebruikers die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder nuttig.

Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode


De methode van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op een efficiënte manier. Dat de taalcursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel van de methode van Michel Thomas. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat de leermethode uit audiocursussen bestaat.

De Assimil methode


Bedacht door wie en wanneer


Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.

Kenmerken van de Assimil methode


‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in een groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.

De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, alsook de grammaticale uitleg. Om de uitspraak te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.

Populariteit


De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief betaalbaar en er is een groot aanbod aan talen.

Voor- en nadelen van Assimil


Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de student is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen trainer om de student te begeleiden of te motiveren.

Verschillende digitale hulpmiddelen om een taal te leren

Er is ook een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Quizlet, Babbel, Mondly en Duolingo.

Er bestaat echter een betere methode om een taal te leren om een vreemde taal te leren: De Dagnall Talen Methode.


Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar voornamelijk doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?

Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De Dagnall app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
[ Lees meer ]


Betaalbaar maatwerk sinds 1982
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten

Online (e-learning), blended learning en Dagnall app

Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’


‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Maastricht.

Online een vreemde taal leren (e-learning)


Een aantal voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.

Blended cursussen in Maastricht


Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere deelnemers.

100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Maastricht op maat.

Online leerplatform


Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.

De Dagnall App


Naast het online leerplatform biedt Dagnall Taleninstituut eveneens een handige eigen App, geschikt voor Android alsook Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat een lerende altijd en overal, dus 24/7, toegang heeft op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, zoals in het buitenland. De cursisten kunnen dus een taal leren wanneer en waar ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen in onze App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht ingezet worden en de App blijft na afloop van de training in Maastricht is afgerond.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall Taleninstituut voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Computerscherm met logo Dagnall.online - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels
Overlappende iconen App Store Apple App in Apple zwart en Google Play Android App in Google groen - op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels/
Ontdek onze online mogelijkheden

Online learning & blended learning in Maastricht

Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining


Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met zakenpartners of klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal.
Diegenen die meerdere talen spreken, zijn derhalve onmisbaar in veel bedrijven.

Online en blended taaltrainingen op maat


Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens als onlinecursus & blended taalcursus beschikbaar. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.


Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen

Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk ervaren en biedt zowel variatie als interactie.

Virtuele Classroom voor individuele of groepstrainingen


Het onderstaande is voldoende voor een cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, pc/iMac of tablet met een camera en een microfoon
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Overlappende donkerblauwe cirkel met icoon lesgeven en groene cirkel met computerscherm met Dagnall.online logo op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Computerscherm screenshot inlogpagina Dagnall.online Springest-based platform voor online taallessen - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels
Computerscherm met logo Google Hangouts en computerscherm met logo Microsoft Teams - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels

Cursuspakket en certificaat

Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Maastricht ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Maastricht ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Maastricht
Dagnall Talen cursuskoffer - Dagnall schrijfblok - Dagnall pen - lesboeken op witte tafel - in kleur - 600 * 337 pixels
Ingevuld Dagnall Talen certificaat - Dagnall pen - Apple Magic Keyboard - Apple Magic Trackpad op witte tafel - in kleur - 600 * 337 pixels

Het Europees Referentiekader (ERK)

Bij het beschrijven van het begin- en eindniveau van de cursist, baseren wij ons op de taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK). De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
De cursist ontvangt aan het einde van de cursus bij ons taleninstituut in Maastricht het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
 

Logo EU Europese Unie in blauw vierkant met afgeronde hoeken in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo ERK Europees Referentiekader Talen in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een kader om verschillende taalniveaus te kunnen definiëren op een uniforme wijze, zodat ‘gevorderden’ in bijvoorbeeld Engeland eenzelfde taalbeheersing hebben als ‘gevorderden’ in Frankrijk.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het ERK zet vijf vaardigheden met betrekking tot taal uiteen, zijnde: luisteren, lezen, spreken, schrijven en gesprekken voeren.
De Engelstalige naam en afkorting wordt ook vaak gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Voor elke taalvaardigheid onderscheidt het ERK zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot bijna moedertaalsprekers.
De zes verschillende niveaus zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A is van toepassing op beginners.
Mensen die taalniveau B beheersen, bezitten alle basiskennis in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die met groot gemak Frans lezen, verstaan, schrijven en spreken. Niveau C is een indicatie dat mensen de taal uitstekend kunnen gebruiken in allerlei situaties.

A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level


Luisteren


Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.

Spreken


Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.

Lezen


Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.

Schrijven


Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.

B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level



Luisteren


Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.

Spreken


Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.

Lezen


Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.

Schrijven


Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).

C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level



Luisteren


Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.

Spreken


Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.

Lezen


Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.

Schrijven


Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.

A2 Basisgebruiker - Waystage Level



Luisteren


Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.

Spreken


Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.

Lezen


Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.

Schrijven


Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.

B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level



Luisteren


Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.

Spreken


Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.

Lezen


Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.

Schrijven


Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.

C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level



Luisteren


Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.

Spreken


Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.

Lezen


Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.

Schrijven


Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO 9001-2015 LOGO
ISO 1700-2015 LOGO

ISO-certificeringen

ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement


Dagnall Taleninstituut is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van ISO 9001:2015.

ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten


Dagnall Talen is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is speciaal voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.


De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee maal door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.

Kiwa – certificeringen sinds 1948


Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Dagnall Talen wordt jaarlijks door Kiwa beoordeeld om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Logo keurmerk NRTO Nederlandse Raad voor Training en Opleiding in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo Nederlandse Raad voor Training en Opleiding NRTO in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Lidmaatschap NRTO

Dagnall Talen is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstituten en heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.

Kwaliteitsbevordering en -bewaking


De kwaliteit staat voor de NRTO voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Maastricht, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]
 
Logo GDPR Algemene Verordening Gegevensbescherming in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo EU Filemaker in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

AVG-compliant

De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk bewaard worden en de persoonsgegevens moeten beschermd te worden tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging. Uiteraard voldoet Dagnall aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en verwerkt persoonsgegevens in heel beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Logo CRKBO Centraal Register Kort Beroepsonderwijs in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo Lloyd's Register in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Maastricht zijn vrijgesteld van btw

CRKBO-geregistreerde instelling

Dagnall Talen is in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat betekent dat wij aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoen.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall Talen een lagere prijs aan u berekenen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen als privépersonen.

CPION


Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.

Lloyd’s Register


Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Maastricht

Contact taleninstituut Maastricht

Wilt u contact opnemen met Dagnall Taleninstituut in Maastricht? Bel ons even op 085-2737302 (geen belmenu) of stuur ons een e-mail via taleninstituut-maastricht@dagnall.nl.
Of ga naar ons contactformulier. U kunt ook gelijk ons gratis informatiepakket aanvragen.
Afbeelding wegwijzer in grijs met bord Dagnall in verkeersblauw in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Afbeelding computer en tablet en telefoon in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
De efficiënte route naar een taleninstituut in Maastricht!
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten

Trainen en vergaderen in Maastricht

Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw locatie volgen of in Maastricht, bijvoorbeeld bij Coachhuis Maastricht aan de Boschstraat 45 in Maastricht. Ons taleninstituut kan ook taalcursussen in Maastricht verzorgen bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Maastricht aan de Nijverheidsweg 35, bij NH Hotel Maastricht (MECC Maastricht) aan Forum 110, bij Hotel Novotel Maastricht aan de Sibemaweg 10, bij Amrâth Grand Hotel de l’Empereur aan de Stationsstraat 2 en bij Fletcher Hotel De Geulvallei aan de Onderstestraat 66 in Valkenburg.
U kunt besprekingen houden in Maastricht bij bijvoorbeeld bij het MECC en bij LBG Spaces aan de Alexander Battalaan 33.

Maastricht - geschiedenis

Maastricht is al tweeduizend jaarononderbroken bewoond, maar er zijn bij opgravingen sporen gevonden van menselijke bewoning uit de oude steentijd (circa 250.000 jaar geleden). Dit zijn de oudste archeologische opgravingen in Nederland. In het jaar 1051 wordt voor
de eerste keer de naam Maastricht (als ‘Masetrieth’) genoemd bij de vermelding van de bezittingen van het St. Servaes kapittel.
Maastricht is een verbastering van de Latijnse naam Mosae Trajectum, wat “doorwaadbare plaats in de Maas” betekent.

Maastricht - nu

Maastricht ligt in de regio Zuid-Limburg in het gebied Buitengoed Geulen & Maas. Plaatsen in de omgeving van de stad Maastricht zijn Brunssum, Geleen, Gulpen, Heerlen, Kerkrade, Sittard en Valkenburg.
Maastricht ligt in de provincie Limburg. In de gemeente Maastricht wonen ruwweg 122.000 mensen.
Vlag gemeente Maastricht - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels 

Vlag gemeente Maastricht

Wapen gemeente Maastricht - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels 

Wapen gemeente Maastricht

Inwoners

Woon je in Maastricht, dan heet je een ‘Maastrichtenaar’, in de volksmond ook wel Sjeng.
Sjeng, dan is een Limburgse mannennaam.
Bekende Maastrichtenaren zijn Bram Moszkowicz, Yvonne Habets, Pieter van den Hoogenband, Felix
Meurders, Bennie Neyman, André Rieu en Hans van der Togt.
Iets wat uit Maastricht komt, noemt men ‘Maastrichts’ of ‘Maastrichter’, of Mastreechter in dialect, zoals de Maastreechter Staar. Maastricht kreeg vóór 1204 stadsrechten.

Maastricht - internationaal & scholing

Provinciehoofdstad & partnersteden


Maastricht is de provinciehoofdstad van Limburg.
De gemeente Maastricht omvat eveneens Borgharen en Itteren.
De partnersteden van Maastricht zijn Rama in Nicaragua, Koblenz in Duitsland en Chengdu in China.

Hoger onderwijs


Maastricht is een echte studentenstad met de Universiteit Maastricht (UM), opgericht in 1976,

en de aan de universiteit gelieerde Maastricht School of Management (MSM).
Ook de Transnationale Universiteit Limburg (tUL) is gevestigd in Maastricht, een samenwerkingsverband tussen de Universiteit Maastricht en de Universiteit Hasselt.
Hogescholen in Maastricht zijn Business School Notenboom, de HH en Zuyd Hogeschool waar de Hotel Management School Maastricht eveneens onderdeel van uitmaakt.
Provincievlag Limburg - 600 * 337 pixels

Vlag provincie Limburg

Provinciewapen Limburg - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Wapen provincie Limburg

Typisch Maastrichts

Denk je aan Maastricht, dan denk je aan het Vrijthof, de Sint-Pietersberg, het Preuvenemint, bourgondisch leven, carnaval, de Amstel Goldrace, André Rieu en de TEFAF en aan het Verdrag van Maastricht ter oprichting van de EU.
Maastricht fungeert als belangrijke toeristische trekpleister in het zuiden van Nederland. Jaarlijks trekt de stad ruim drie miljoen bezoekers en Maastricht wordt ook wel ‘Parijs van het Noorden’ genoemd.


Maastricht - minder bekend


Heel weinig mensen weten dat Maastricht de enige Nederlandse stad is die in het Wilhelmus genoemd wordt. Het elfde couplet van het Wilhelmus begint met Als een Prins op gheseten en dan Heb ick den Slach verwacht, Die by Maestricht begraven. (Als een prins te paard heb ik de veldslag afgewacht (...) bij Maastricht ingegraven).

Maastrichts dialect en accent

Er zijn ook veel invloeden uit het Duits en zelfs het Frans te horen.
Binnen de stad Maastricht zijn er meerdere dialecten: de hogere klasse spreekt het Kort Mestreechs en de volksklasse Laank Mestreechs.
Veel Maastrichtenaren spreken of verstaan dialect. Het meest kenmerkend voor het Mestreechs zijn de klinkers, die vrijwel allemaal van het Nederlands afwijken.
Het Mestreechs kent bovendien klinkers die het Nederlands niet kent: een korte ‘ou’ (ow) en een nasale ‘ei’ en eu.
Het Mestreechs heeft ook een ‘zachte k’; de gk, naast de ‘zachte g’ (als in het Engelse ‘good’).
‘Staan’ is stoon en ein stein is ‘een steen’.
De Commissaris van de Koning is de gouverneur.
“Een blauwtje lopen” heet in Maastricht: Diech un plaat tikke.
Iech staon te razelle betekent: “Ik sta te rillen”/“ik heb het koud”.
“Maastricht: Meet Europe”

Maastricht - zakelijk

De gemeente Maastricht


Het netnummer van Maastricht is 043.
Het postcodegebied van Maastricht is 6200 - 6229.
Het adres van het gemeentehuis van Maastricht is Mosae Forum 10, 6211 DW in Maastricht.
De website van de gemeente Maastricht is Gemeentemaastricht.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Maastricht is 14 043.

Zakendoen in Maastricht


Voor Maastrichtse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Roermond aan de Steegstraat 5, 6041 EA in Roermond. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Maastricht is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Maastricht is KVK-kantoor Roermond.

Maastricht - internationale bedrijvigheid

Wereldwijd opererende bedrijven zijn in Maastricht gevestigd op bedrijventerrein Beatrixhaven, Bosscherveld, op de Brightlands Maastricht Health Campus, op bedrijventerrein ENCI, op De Geusselt Businesspark, op Maastricht-Airport, op Maastricht-Eijsden, op bedrijvenpark Maastricht-Zuid, op bedrijventerrein Randwyck, Randwyck-Zuid I of II of op bedrijventerrein Scharn-Noord.
In Maastricht bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: 3W Vastgoed, Avance, Bayer Medical Care, Chromaflo Technologies, Dutch Barista, ELGI
Rubber Resources, Esaote Europe, Feilo Sylvania Fixtures Netherlands, HSPro, Johnson Matthey Advanced Glass Technologies, Koninklijke Mosa, LUKoil, Mercateo, Mondi Group, Mora, Nordson Benelux, Open Line Cloud Solutions, Q-Park, Radium Foam Vita Talalay, REMA Holland, Sappi Netherlands Services, Teleperformance, Thomas Regout International, Vodafone en S.Oliver Benelux in Maastricht-Airport.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.

Maastrichts nieuws

Het Maastrichtse nieuwsportaal is Maastricht Lokaal en Maastrichtse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Limburg - Nieuws.
Ondernemers in Maastricht kijken hun (zakelijk) nieuws op L1.
Maastrichtenaren en ondernemingen in Maastricht kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant 1Limburg - Maastricht, De Limburger - Maastricht en VIA Limburg - Maastricht.
Logo krant Maastricht - 1Limburg op een transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo regionale televisie- en radio-omroep Omroep Limburg L1 op een transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Maastricht

Cultuur


Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?

Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Maastricht een bezoek brengen aan het Bonnefantenmuseum, aan Bureau Europa, aan het Drukkunstmuseum, aan Marres, aan het Natuurhistorisch Museum Maastricht, aan het Sint-Pieters museum op de Lichtenberg of aan het Museum aan het Vrijthof.

Voetbal, tennis, padel & squash


Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Maastrichtse voetbalclub MVV, SCM, VV Scharn of Geusselt Sport meespeelt.

Voor een partijtje tennis, padel of squash in Maastricht kunt u terecht bij TC Hazendans, bij Ready Maastricht, bij TC De Burght of bij Kimbria Racket Club.
Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de cursus bij ons taleninstituut in Maastricht of met uw internationale (zaken)relatie in Maastricht een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in Maastricht gevonden voor een compleet dagje/middagje uit.
De golfbaan in Maastricht is Golfclub Maastricht, Golfbaan de Maastrichtsche - International Golf. Deze golfbaan bevindt zich aan de Dousbergweg 100 in Maastricht. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 043-328 17 40. De website van deze golfbaan is www.internationalgolfmaastricht.com.
Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij Brasserie 1632, telefoonnummer 043-328 17 40. Golfbaan Het Rijk van Margraten en Golfclub Meerssen zijn nog andere golfbanen in de omgeving van Maastricht.
Afbeelding voetbal tennisbal golfbal in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo voetbalclub Maastricht - MVV - Maatschappelijke Voetbal Vereniging Maastricht - in kleur op grasveld met witte lijn - 600 * 337 pixels

Promotiefilmpjes en Google Maps

Hieronder vindt u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Maastricht die ook op Youtube staan.
U kunt direct op het logo van Youtube in het midden klikken om een filmpje af te spelen.
Onder deze filmpjes staan de locaties van Limburg en Maastricht op Google Maps.
Klik linksboven om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Maastricht
Dronebeelden Maastricht
 
Google Maps Limburg
Google Maps Maastricht
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Maastricht

Maastrichts nieuws

Hieronder kunt u het actuele nieuws uit Maastricht uit verschillende nieuwsbronnen lezen.
Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
 
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Dagnall Taleninsituut verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Maastricht

Wist u dat?

Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Maastricht alsook tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Maastricht
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten

Onze opdrachtgevers

De upload van uw document is gelukt.

 

INLOGGEN MEDEWERKERS   /   BESTANDEN UPLOADEN