OFFERTE AANVRAGEN
Offerte aanvragen

Taleninstituut Lelystad

Direct naar ➤ Cursussen - Online - ERK - ISO - Lelystad - Nieuws
Dagnall taalcursus op locatie
Dagnall taalcursus online
Dagnall taalcursus contact opnemen
Taleninstituut Dagnall - Wij kunnen snel schakelen - Binnen een week beginnen is mogelijk

BEGIN NOG VANDAAG AAN UW REIS NAAR TAALBEHEERSING

Taaltrainingen in Lelystad van topniveau


Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Daarom hebben organisaties die in de taalopleiding van de werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Lelystad.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte medewerkers verdient.

Vakgebieden


Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Iedere bedrijfstak spreekt een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen alsook een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Lelystad in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Screenshot navigatiesysteem met tekst Taleninstituut Lelystad aangegeven - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Goed op weg met Dagnall Talen

Landkaart Nederland grijs - locatie Dagnall Taleninstituut in Lelystad - aangegeven met blauw plaatsnaambord met witte letters en Dagnall veer - op transparante achtergrond - 600 * 733 pixels
World Trade Center Almere
P.J. Oudweg 4
1314 CH ALMERE

of bij u op locatie

  
Vrijblijvend informeren naar een taaltraining bij u in de buurt
Taalcursus Verenigd Koninkrijk
Taalcursus Duitsland
Taalcursus Frankrijk
Taalcursus Spanje
Taalcursus Nederland
Taalcursus Portugal
Taalcursus Italië
Taalcursus Denemarken
Taalcursus Zweden
Taalcursus Noorwegen
Taalcursus Finland
Taalcursus Rusland
Taalcursus Polen
Taalcursus Tsjechië
Taalcursus Slowakije
Taalcursus Kroatië
Taalcursus Hongarije
Taalcursus Roemenië
Taalcursus Bulgarije
Taalcursus Turkije
Taalcursus Griekenland
Taalcursus Israël
Taalcursus China
Taalcursus Japan

DE ORGANISATIE VAN UW TAALTRAININGEN IN GOEDE HANDEN

Werkgerelateerd & doelgericht


Wij bieden onze taalcursussen op maat in Lelystad aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Iedereen kan bij Dagnall Taleninstituut vreemde talen leren op precies de manier die het beste bij hem of haar past.
Naast algemene taaltaalcursussen zijn organisaties vooral in de werkgerelateerde taalcursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van klantenen. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Lelystad.
Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het beoogde resultaat.

Filosofie van Dagnall Taleninstituut


Onze filosofie is om talen te leren met plezier en gemak en zonder schroom. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren prettiger en gemakkelijker maken. Door onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Dagnall Talen brengt de cursist in grote stappen naar het beoogde taalniveau met 15 minuten dagelijks oefenen.
Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Lelystad.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten

PLAN VAN AANPAK DAGNALL TALENINSTITUUT

In overleg met u als opdrachtgever inventariseert Dagnall de leerdoelen en wensen. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste niveau van de cursisten wordt bepaald, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met een passende offerte.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en agenda.
De taaldocent evalueert na enkele lessen de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstelling kan, indien noodzakelijk, worden aangepast.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. Tevens ontvangen de cursisten een certificaat van Dagnall Talen.
[ Lees meer ]


Intake

Planning

Cursus

Certificaat

Betaalbaar taleninstituut in Lelystad sinds 1982

Taleninstituut Dagnall Talen is werkzaam sinds 1982 en geeft sindsdien maatwerk taaltraining aan het bedrijfsleven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Lelystad en omstreken. Alle kundige docenten zijn specialisten op gebied van taal en hebben legio trainingen gegeven aan bedrijven en (overheids)organisaties in de Flevopolder.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte werkwijze, biedt Dagnall zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Lelystad. U kunt erop rekenen dat wij voor uitstekend rendement zorgen; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Lelystad

Taal op de werkvloer

Taal op de Werkvloer: draagvlak van groot belang! Een cursus die zich richt op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer is bij veel bedrijven intussen bekend.
Medewerkers met beperkte of zonder beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in de werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter communiceren.
Zij willen graag de instructies op de werkplek goed kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. De medewerkers willen graag hun werk kunnen uitvoeren met meer zelfvertrouwen en uiteraard hun ambitie op hun werkgebied realiseren. Dit vergt een investering in werknemers en in de ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
[ Lees meer ]

VELE WEGEN NAAR EEN BETERE TALENKENNIS IN LELYSTAD

Behoeftes & leermethode


Een goede taaltraining is niet alleen gefocust op de vraag van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Oss) die het beste bij hem of haar past.

Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?


De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn erg bedreven in het snel en plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels bekende hoge rendement realiseert Dagnall met een mix van deze beproefde leermethode, gecombineerd met aandacht voor de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Taleninstituut terecht voor cursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.

Ons taleninstituut biedt individuele cursussen, duocursussen (2 lerenden), groepscursussen van 3 tot 10 lerenden, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie.
De taaldocenten van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en zij spelen continue op actuele ontwikkelingen en thema’s in.

Een prettige manier van leren


Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer prettige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall in Lelystad. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursus is dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die goed bij de cursisten zelf past.
Overlappende groene cirkel met klok en kalender en donkerblauwe cirkel met icoon lesgeven op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Computerscherm met vier taalvaardigheden luisteren, lezen, schrijven en spreken - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels
Effectief talen leren in Lelystad bij Taleninstituut Dagnall

INDIVIDUELE CURSUSSEN & GROEPSCURSUSSEN

Individuele cursussen & groepscursussen


Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de organisatie van de taalcursus met een gerust hart uit handen kunt geven.
Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Dagnall Taleninstituut maakt voor de individuele-,

duocursussen en groepscursussen gebruik van moderne en gevarieerde leermethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Lelystad worden gegeven.
Maatwerk individuele & groepscursussen in Lelystad

Maatwerkcursussen


Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Lelystad en omgeving.
Een individuele taalcursus wordt ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.

Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De leergroepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerk taalcursussen en worden speciaal samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.


Pluspunten individuele cursus


Het grootste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement omdat in vrij korte tijd veel informatie opgenomen wordt.
Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden.
Flexibiliteit is nog een belangrijk pluspunt van een individuele cursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is eveneens taalcursus goed af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.


Pluspunten groepscursus


Het belangrijkste pluspunt van groepscursussen is vooral de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal zoals door discussies en rollenspellen in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; van elkaars foutjes kunnen leren en communiceren in de doeltaal met de groep. De deelnemers kunnen deze afwisseling als leuker ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijk getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) voor de lerenden dan individuele taalcursussen.


Minpunten individuele cursus


Discussies en rollenspellen kunnen bij individuele taalcursussen alleen met de docent worden gevoerd en gedaan.
Doordat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet in de groep geoefend worden.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om te leren van de fouten van anderen.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).


Minpunten groepscursus


In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten iets eerder zijn afgeleid. Daardoor ligt het rendement iets lager. Door de groepen iets kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit deels worden ondervangen.
Groepscursussen kunnen eveneens minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van de individuele cursisten, is een ander minpunt van groepscursussen.

Pluspunten

Individuele cursus in één oogopslag



  hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
  afgestemd op individuele leerstijl
  inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
  afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
  afgestemd op agenda cursist


Minpunten

Individuele cursus in één oogopslag



  geen interactie met andere cursisten
  vrij intensief voor de cursist
  geen groepsdynamiek

Pluspunten

Groepscursus in één oogopslag



  interactie met andere cursisten
  groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
  groep komt op hetzelfde kennisniveau
  efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
  minder intensief dan individuele cursus


Minpunten

Groepscursus in één oogopslag



  iets minder aandacht voor individuele cursist
  minder afgestemd op individuele leerstijlen
  minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen

VERSCHILLENDE SOORTEN CURSUSSEN VOOR ELK NIVEAU

Dagnall Taleninstituut verzorgt cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden daarom de taaltrainingen eveneens incompany en online aan.

Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld terecht
voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Natuurlijk is een combinatie van deze trainingen mogelijk.
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Woordenwolk in veer logo Dagnall Talen met toepasselijke sleutelwoorden voor Dagnall Talencursussen - in donkerblauw, groen en grijs op transparante achtergrond - 600 * 600 pixels
Stukje hout boven Dagnall potlood met geslepen punt en gum met gedrukt Dagnall Talen logo - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 600 pixels

Kennen en kunnen

Taalkennis betekent zowel kennen (weten) als kunnen (de toepassing van de kennis). Door de focus te verschuiven op het kunnen, is de deelnemer in staat na afronding van de taaltraining in Lelystad de verworven kennis snel en actief toe te passen.
Al gauw voert u al een gesprekje met een anderstalige (zaken)partner. Een bijzondere ervaring! Dagnall brengt taalkennis tot leven!

ALGEMENE LEERMETHODES

Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)


Bedacht door wie en wanneer


De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.

Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)


De audiolinguale methode kun je zien als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten kunnen verstaan en spreken, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainers kunnen zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen om daarna een nieuw woord toe te voegen Er wordt veel in de zogeheten talenpractica gewerkt, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.

Populariteit


In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om het gebruik. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.

Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method


De audiolinguale methode is effectief voor studenten die een taal beginnen te leren. Een juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.

Deze docentgestuurde kant is tevens een nadeel; eigen inbreng wordt niet verwacht van de lerenden. Hierdoor ligt het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik.

GoldList Method (GLM)


Bedacht door wie en wanneer


De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.

Kenmerken van de GoldList Method (GLM)


De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige wijze dat het in het langetermijngeheugen plaatsneemt. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. De woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn aangeleerd, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst staan.

Populariteit


Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer de kennis van betekenis en relevant is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student.

Voor- en nadelen van de GoldList Method


Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze methode werken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Een keerzijde is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden en zinnen. Bovendien is deze methode nogal tijdrovend omdat steeds handgeschreven woordenlijsten aangelegd dienen te worden.

De Natural Method


Bedacht door wie en wanneer


De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.

Kenmerken van de Natural Method


De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving. De leermethode probeert de taal te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De taalregels leert studenten ook onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.

De leermethode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in de taal. De leeractiviteiten in de vreemde taal moeten stimulerend zijn zodat de studenten van de ervaringen kunnen genieten.

De Natural Method heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.

Populariteit


Dat onderdompeling een erg effectieve leermethode is, is vaak bewezen. De methode is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers, doordat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de grammatica. De lerenden zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.

Voor- en nadelen van de Natural Method


Om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof voor een langere tijd.

Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode de lerende niet per se op een specifiek examen voor.

Structurele Aanpak


Bedacht door wie en wanneer


De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.

Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)


De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de methode meer op dan het leren van woordenschat. Bij de methode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aan de lerenden gepresenteerd in betekenisvolle situaties middels visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de methode worden de structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal gebruikt worden, als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).

Populariteit


In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak gebruikt op grote schaal om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.

Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak


Dat lerenden de vreemde taal op een accurate wijze leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. Studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situatie bepaalde woorden en combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. De manier van werken kost tamelijk veel tijd en geeft niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van de studenten is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.

Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)


Bedacht door wie en wanneer


Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.

Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)


Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van vreemde talen.

Met gebruik van de CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de docent. Authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.

Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.

Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die lerenden helpen in de doeltaal te communiceren.

Populariteit


Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. In het verenigde Europa kwam een grotere behoefte om een vreemde taal te leren op een wijze die direct toepasbaar was.

Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs


Het communicatief taalonderwijs kent veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is functioneel en studentgericht. Omdat authentieke materialen te gebruiken, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. Voor de lerende werkt dit stimulerend omdat hij of zij gauw succes ervaart. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van een taal leren afwijkend of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en deze methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.

Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)


Bedacht door wie en wanneer


Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Meidinger ontwikkelde omstreeks het jaar 1783 een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.

Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)


Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de wetenschap, cultuur en religie. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocenten dragen kennis over, de lerende memoriseert.

Populariteit


Alhoewel reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.

Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode


De grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.

De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden. De lerende fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.

Onderdompeling (Engels: immersion)


Bedacht door wie en wanneer


Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught.

Kenmerken van onderdompeling


De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het begin omgeven wordt door de te leren taal. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal gesproken wordt. Lerenden oefenen de spreekvaardigheid één-op-één of in een klein groepje. Naar het land van de doeltaal gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.

Populariteit


De methode van onderdompeling wordt beschouwd als een uitstekende methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.

Voor- en nadelen van onderdompeling


Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de leermethode vrij intensief is. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in de nieuwe taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.

Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet iedereen heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.

Suggestopedie (Suggestopedia)


Bedacht door wie en wanneer


Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.

Kenmerken van Suggestopedie


Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en studenten van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten ontspannen zijn en zich veilig voelen. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. Tijdens de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek in de klas. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren opmerkingen over de grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Zo werden de lerenden uitgenodigd om te luisteren en zo konden de lerenden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden gemaakt en geproefd.

Populariteit


De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.

Voor- en nadelen van Suggestopedie


De methode van Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last heeft van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de methodiek is dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Voor sommigen is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.

Community Language Learning (CLL)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.

Kenmerken van Community Language Learning (CLL)


CLL (Community Language Learning) is een taalverwervingsmethode waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende kenschetst. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de lerenden de te leren taal nog niet machtig genoeg zijn. De trainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.

De CLL stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten als middel om de taal te leren. Een leerboek wordt niet gevolgd; het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken.

Populariteit


Of CLL succesvol is, is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. De docent dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de studenten erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan prima functioneren als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.

Voor- en nadelen van Community Language Learning


De methode biedt lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen. Met deze methode worden lerenden zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren als een team te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de lerenden.

Dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben, kan een nadeel vormen. Er wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.

Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)


Bedacht door wie en wanneer


De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.

Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)


Deze lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat een grotere plaats in dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor de student om zelf de taal te ontdekken.

De rol van de taaldocent is voor genoeg inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.

Populariteit


In de laatste drie decennia zijn door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis leerboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande verandering in de wijze waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is echter uitgebleven.

Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering


Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een heel natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.

Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.

Series Method


Bedacht door wie en wanneer


De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is door de Fransman François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.

Kenmerken van de Series Method


Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden heel snel denken in de doeltaal.

Populariteit


De ideeën van Gouin over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van François Gouin toch enige tijd een succes. De methode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.

Voor- en nadelen van de Series Method


François Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden van de student en zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.

De leermethode garandeert levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve vaardigheden van de studenten vrij intensief.

Het nadeel van de methode van Gouin is dat taal die wat meer abstract of subjectief is, lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. Een ander nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.

Task-Based Language Teaching (TBLT)


Bedacht door wie en wanneer


Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.

Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)


Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, bellen met een klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. De studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.

Populariteit


Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij lerenden (hoofdzakelijk lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.

Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching


Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke manier in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door de studenten als plezierig en motiverend ervaren .

Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.

De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)


Bedacht door wie en wanneer


Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.

Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)


De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’. Dit was een beweging uit 1995 van een aantal Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het oogmerk van de Dogme-benadering is het houden van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij gaat het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve benadering voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.

Populariteit


Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.

Voor- en nadelen van de Dogme benadering


Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent. Dat lerenden de verantwoording dragen voor het eigen leerproces, kan zeer motiverend zijn. Voorspelbaar is de les zo niet. Dit garandeert spontane communicatie en voorkomt verveling. Tijdens een taalles volgens de Dogme-methode is zo goed als alles bespreekbaar. Op deze manier blijven lerenden alert en betrokken.

Daartegenover staat dat studenten zich iets minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer. Ook is niet elke docent flexibel genoeg voor deze manier van lesgeven. Een ander keerzijde kan zijn dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld tijdens de lessen.

Growing Participator Approach (GPA)


Bedacht door wie en wanneer


The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in 2007.

Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)


De GPA-methode geldt als een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.

De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.

Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers aan de hand van nieuws, televisie, films en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies.

Populariteit


Omdat de methode van Thomson nog relatief nieuw is, is nog weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.

Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach


De GPA-methode biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.

Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren, is een nadeel van deze methode.

Shadowing Technique


Bedacht door wie en wanneer


De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.

Kenmerken van de Shadowing Technique


Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de studenten te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, omdat fysieke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt, is een andere grond.

De techniek van Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is afwijkend aan Shadowing.

Populariteit


In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.

Voor- en nadelen van de Shadowing Technique


Het praktische pluspunt van Shadowing dat de methodiek in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.

De Shadowing-methode heeft als nadeel is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.

Total Physical Response (TPR®)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.

Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)


TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.

TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.

Door het combineren van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.

Populariteit


Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.

Voor- en nadelen van Total Physical Response


TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt voor stressvrij leren. De methode van TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en de methodiek kan eveneens in iets grotere klassen toegepast worden. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.

Het minpunt van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt. Hierdoor werkt de methodiek tot op een bepaald niveau en is nog een andere methodiek nodig als aanvulling. Ook is de methode niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.

De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)


Bedacht door wie en wanneer


Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.

Kenmerken van de Directe Methode (DM)


Er ontstond een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd aangeboden, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak te laten praten. Dat de les in de doeltaal gegeven werd, was ook een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de vreemde taal werd aangeleerd aan de hand van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door lerenden voor het associëren van ideeën.

Populariteit


Mede onder invloeden van de oorlogen en crises ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.

Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.

Voor- en nadelen van de Directe Methode


Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Er wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Minpunten kent de Direct Methode echter ook. Aan de schrijfvaardigheid besteedt deze methode vrijwel geen aandacht en aan lezen in de doeltaal ook minder. Voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode onvoldoende uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor langzaam lerende studenten, omdat deze methode is gestoeld op een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.

De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)


Bedacht door wie en wanneer


Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.

Kenmerken van de Manesca-methode


De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.

De Manesca-methode geldt als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en de bijbehorende beweging. De herhalingen helpen de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.

De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.

Populariteit


Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.

Voor- en nadelen van de Manesca-methode


De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het kan door studenten als een keerzijde worden gezien dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen.

Silent Way


Bedacht door wie en wanneer


The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.

Kenmerken van de Silent Way


The Silent Way is een methode om vreemde talen te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.

Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en de student aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.

Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.

The Silent Way hierbij gebruikt onder andere blokken met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.

Populariteit


Caleb Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.

Voor- en nadelen van de Silent Way


Het voordeel van de benadering van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor lerenden, die immers beschouwd worden als autonoom. In principe is de trainer aan de lerenden dienstbaar en niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.

Dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een minpunt zijn. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer. Het werken met kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat de nieuwheid er gauw af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.

TPR Storytelling


Bedacht door wie en wanneer


TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).

Kenmerken van TPR Storytelling


TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De student wordt aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. Door de taaldocent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De studenten ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden woorden en structuren van de nieuwe taal vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.

De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertaling erbij, om daarna samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.

Populariteit


Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.

Voor- en nadelen van TPR Storytelling


Het is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor lerenden en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.

Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.

COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE

De Rosetta Stone methode


Bedacht door wie en wanneer


De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is ontdekt in Egypte met tweetalige teksten, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.

Kenmerken van de Rosetta Stone methode


De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en de cursussen zijn te volgen vanuit elk van deze talen.

De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor een gebruiker om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers). Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldstem iets langzamer te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.

Voor de schrijfvaardigheden van de lerenden biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft fouten aan, waarbij mogelijkheid is om de fouten van de student te corrigeren.

Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.

Populariteit


Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel gebruikt, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven gebruikt.

Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode


Rosetta Stone is heel eenvoudig om te gebruiken en kan op ieder moment door studenten worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden vinden het plezierig om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan trainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een nadeel kan zijn dat er geen taaldocent is om de studenten te motiveren of wat extra’s te kunnen bieden.

De Pimsleur methode


Bedacht door wie en wanneer


De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.

Kenmerken van de Pimsleur methode


De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.

Deze taalcursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door studenten vervolgens worden nagesproken en worden herhaald. Deze voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les van de cursus biedt een audio-opname van 30 minuten met nieuwe vocabulaire en taalstructuren in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.

Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.

Populariteit


Onder meer in de Verenigde Staten worden de Pimsleur taalcursussen gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. Over het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.

Voor- en nadelen van de Pimsleur methode


Als uitspraakverbeteraar werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo praten.

Een minpunt van de leermethodiek is dat er niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.

De Michel Thomas methode


Bedacht door wie en wanneer


De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verrassend, door Michel Thomas; een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.

Kenmerken van de Micheal Thomas methode


Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het principe van Michel Thomas. Hij maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.

De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursist op de pauzeknop drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt met reeds bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op verbanden gewezen tussen de talen, als die verbanden er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student begrepen en geleerd is. Behalve woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de lerenden zelf zinnetjes kunnen bouwen. Ook gebruikt de methode van flashcards zodat lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.

Populariteit


Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de te leren taal. De gebruikers die al wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder leerzaam.

Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode


De cursus van Michel Thomas zijn toegankelijk en trainen uitspraak en luistervaardigheid op een efficiënte manier. Dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een minpunt worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat het een audiocursus betreft.

De Assimil methode


Bedacht door wie en wanneer


Assimil is een Frans bedrijf, dat door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.

Kenmerken van de Assimil methode


Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor taalcursussen. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de lerenden ruwweg twintig minuten per dag.

De taallessen bestaan uit verschillende dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale uitleg. Voor het oefenen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt de methode gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de lerenden dienen te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruiker verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.

Populariteit


De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan talen.

Voor- en nadelen van Assimil


Dat de gebruikers in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de cursist aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaltrainer om de student te motiveren of te begeleiden.


ALGEMENE LEERMETHODES

Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)


Bedacht door wie en wanneer


De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.

Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)


De audiolinguale methode kun je zien als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten kunnen verstaan en spreken, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainers kunnen zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen om daarna een nieuw woord toe te voegen Er wordt veel in de zogeheten talenpractica gewerkt, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.

Populariteit


In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om het gebruik. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.

Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method


De audiolinguale methode is effectief voor studenten die een taal beginnen te leren. Een juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.

Deze docentgestuurde kant is tevens een nadeel; eigen inbreng wordt niet verwacht van de lerenden. Hierdoor ligt het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik.

GoldList Method (GLM)


Bedacht door wie en wanneer


De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.

Kenmerken van de GoldList Method (GLM)


De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige wijze dat het in het langetermijngeheugen plaatsneemt. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. De woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn aangeleerd, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst staan.

Populariteit


Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer de kennis van betekenis en relevant is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student.

Voor- en nadelen van de GoldList Method


Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze methode werken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Een keerzijde is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden en zinnen. Bovendien is deze methode nogal tijdrovend omdat steeds handgeschreven woordenlijsten aangelegd dienen te worden.

De Natural Method


Bedacht door wie en wanneer


De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.

Kenmerken van de Natural Method


De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving. De leermethode probeert de taal te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De taalregels leert studenten ook onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.

De leermethode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in de taal. De leeractiviteiten in de vreemde taal moeten stimulerend zijn zodat de studenten van de ervaringen kunnen genieten.

De Natural Method heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.

Populariteit


Dat onderdompeling een erg effectieve leermethode is, is vaak bewezen. De methode is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers, doordat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de grammatica. De lerenden zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.

Voor- en nadelen van de Natural Method


Om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof voor een langere tijd.

Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode de lerende niet per se op een specifiek examen voor.

Structurele Aanpak


Bedacht door wie en wanneer


De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.

Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)


De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de methode meer op dan het leren van woordenschat. Bij de methode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aan de lerenden gepresenteerd in betekenisvolle situaties middels visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de methode worden de structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal gebruikt worden, als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).

Populariteit


In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak gebruikt op grote schaal om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.

Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak


Dat lerenden de vreemde taal op een accurate wijze leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. Studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situatie bepaalde woorden en combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. De manier van werken kost tamelijk veel tijd en geeft niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van de studenten is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.

Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)


Bedacht door wie en wanneer


Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.

Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)


Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van vreemde talen.

Met gebruik van de CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de docent. Authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.

Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.

Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die lerenden helpen in de doeltaal te communiceren.

Populariteit


Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. In het verenigde Europa kwam een grotere behoefte om een vreemde taal te leren op een wijze die direct toepasbaar was.

Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs


Het communicatief taalonderwijs kent veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is functioneel en studentgericht. Omdat authentieke materialen te gebruiken, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. Voor de lerende werkt dit stimulerend omdat hij of zij gauw succes ervaart. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van een taal leren afwijkend of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en deze methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.

Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)


Bedacht door wie en wanneer


Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Meidinger ontwikkelde omstreeks het jaar 1783 een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.

Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)


Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de wetenschap, cultuur en religie. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocenten dragen kennis over, de lerende memoriseert.

Populariteit


Alhoewel reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.

Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode


De grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.

De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden. De lerende fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.

Onderdompeling (Engels: immersion)


Bedacht door wie en wanneer


Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught.

Kenmerken van onderdompeling


De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het begin omgeven wordt door de te leren taal. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal gesproken wordt. Lerenden oefenen de spreekvaardigheid één-op-één of in een klein groepje. Naar het land van de doeltaal gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.

Populariteit


De methode van onderdompeling wordt beschouwd als een uitstekende methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.

Voor- en nadelen van onderdompeling


Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de leermethode vrij intensief is. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in de nieuwe taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.

Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet iedereen heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.

Suggestopedie (Suggestopedia)


Bedacht door wie en wanneer


Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.

Kenmerken van Suggestopedie


Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en studenten van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten ontspannen zijn en zich veilig voelen. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. Tijdens de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek in de klas. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren opmerkingen over de grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Zo werden de lerenden uitgenodigd om te luisteren en zo konden de lerenden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden gemaakt en geproefd.

Populariteit


De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.

Voor- en nadelen van Suggestopedie


De methode van Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last heeft van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de methodiek is dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Voor sommigen is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.

Community Language Learning (CLL)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.

Kenmerken van Community Language Learning (CLL)


CLL (Community Language Learning) is een taalverwervingsmethode waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende kenschetst. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de lerenden de te leren taal nog niet machtig genoeg zijn. De trainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.

De CLL stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten als middel om de taal te leren. Een leerboek wordt niet gevolgd; het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken.

Populariteit


Of CLL succesvol is, is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. De docent dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de studenten erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan prima functioneren als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.

Voor- en nadelen van Community Language Learning


De methode biedt lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen. Met deze methode worden lerenden zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren als een team te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de lerenden.

Dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben, kan een nadeel vormen. Er wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.

Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)


Bedacht door wie en wanneer


De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.

Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)


Deze lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat een grotere plaats in dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor de student om zelf de taal te ontdekken.

De rol van de taaldocent is voor genoeg inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.

Populariteit


In de laatste drie decennia zijn door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis leerboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande verandering in de wijze waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is echter uitgebleven.

Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering


Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een heel natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.

Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.

Series Method


Bedacht door wie en wanneer


De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is door de Fransman François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.

Kenmerken van de Series Method


Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden heel snel denken in de doeltaal.

Populariteit


De ideeën van Gouin over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van François Gouin toch enige tijd een succes. De methode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.

Voor- en nadelen van de Series Method


François Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden van de student en zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.

De leermethode garandeert levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve vaardigheden van de studenten vrij intensief.

Het nadeel van de methode van Gouin is dat taal die wat meer abstract of subjectief is, lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. Een ander nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.

Task-Based Language Teaching (TBLT)


Bedacht door wie en wanneer


Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.

Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)


Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, bellen met een klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. De studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.

Populariteit


Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij lerenden (hoofdzakelijk lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.

Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching


Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke manier in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door de studenten als plezierig en motiverend ervaren .

Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.

De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)


Bedacht door wie en wanneer


Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.

Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)


De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’. Dit was een beweging uit 1995 van een aantal Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het oogmerk van de Dogme-benadering is het houden van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij gaat het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve benadering voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.

Populariteit


Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.

Voor- en nadelen van de Dogme benadering


Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent. Dat lerenden de verantwoording dragen voor het eigen leerproces, kan zeer motiverend zijn. Voorspelbaar is de les zo niet. Dit garandeert spontane communicatie en voorkomt verveling. Tijdens een taalles volgens de Dogme-methode is zo goed als alles bespreekbaar. Op deze manier blijven lerenden alert en betrokken.

Daartegenover staat dat studenten zich iets minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer. Ook is niet elke docent flexibel genoeg voor deze manier van lesgeven. Een ander keerzijde kan zijn dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld tijdens de lessen.

Growing Participator Approach (GPA)


Bedacht door wie en wanneer


The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in 2007.

Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)


De GPA-methode geldt als een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.

De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.

Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers aan de hand van nieuws, televisie, films en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies.

Populariteit


Omdat de methode van Thomson nog relatief nieuw is, is nog weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.

Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach


De GPA-methode biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.

Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren, is een nadeel van deze methode.

Shadowing Technique


Bedacht door wie en wanneer


De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.

Kenmerken van de Shadowing Technique


Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de studenten te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, omdat fysieke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt, is een andere grond.

De techniek van Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is afwijkend aan Shadowing.

Populariteit


In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.

Voor- en nadelen van de Shadowing Technique


Het praktische pluspunt van Shadowing dat de methodiek in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.

De Shadowing-methode heeft als nadeel is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.

Total Physical Response (TPR®)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.

Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)


TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.

TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.

Door het combineren van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.

Populariteit


Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.

Voor- en nadelen van Total Physical Response


TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt voor stressvrij leren. De methode van TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en de methodiek kan eveneens in iets grotere klassen toegepast worden. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.

Het minpunt van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt. Hierdoor werkt de methodiek tot op een bepaald niveau en is nog een andere methodiek nodig als aanvulling. Ook is de methode niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.

De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)


Bedacht door wie en wanneer


Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.

Kenmerken van de Directe Methode (DM)


Er ontstond een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd aangeboden, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak te laten praten. Dat de les in de doeltaal gegeven werd, was ook een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de vreemde taal werd aangeleerd aan de hand van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door lerenden voor het associëren van ideeën.

Populariteit


Mede onder invloeden van de oorlogen en crises ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.

Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.

Voor- en nadelen van de Directe Methode


Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Er wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Minpunten kent de Direct Methode echter ook. Aan de schrijfvaardigheid besteedt deze methode vrijwel geen aandacht en aan lezen in de doeltaal ook minder. Voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode onvoldoende uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor langzaam lerende studenten, omdat deze methode is gestoeld op een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.

De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)


Bedacht door wie en wanneer


Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.

Kenmerken van de Manesca-methode


De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.

De Manesca-methode geldt als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en de bijbehorende beweging. De herhalingen helpen de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.

De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.

Populariteit


Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.

Voor- en nadelen van de Manesca-methode


De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het kan door studenten als een keerzijde worden gezien dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen.

Silent Way


Bedacht door wie en wanneer


The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.

Kenmerken van de Silent Way


The Silent Way is een methode om vreemde talen te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.

Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en de student aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.

Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.

The Silent Way hierbij gebruikt onder andere blokken met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.

Populariteit


Caleb Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.

Voor- en nadelen van de Silent Way


Het voordeel van de benadering van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor lerenden, die immers beschouwd worden als autonoom. In principe is de trainer aan de lerenden dienstbaar en niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.

Dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een minpunt zijn. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer. Het werken met kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat de nieuwheid er gauw af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.

TPR Storytelling


Bedacht door wie en wanneer


TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).

Kenmerken van TPR Storytelling


TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De student wordt aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. Door de taaldocent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De studenten ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden woorden en structuren van de nieuwe taal vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.

De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertaling erbij, om daarna samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.

Populariteit


Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.

Voor- en nadelen van TPR Storytelling


Het is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor lerenden en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.

Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.

COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE

De Rosetta Stone methode


Bedacht door wie en wanneer


De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is ontdekt in Egypte met tweetalige teksten, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.

Kenmerken van de Rosetta Stone methode


De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en de cursussen zijn te volgen vanuit elk van deze talen.

De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor een gebruiker om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers). Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldstem iets langzamer te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.

Voor de schrijfvaardigheden van de lerenden biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft fouten aan, waarbij mogelijkheid is om de fouten van de student te corrigeren.

Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.

Populariteit


Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel gebruikt, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven gebruikt.

Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode


Rosetta Stone is heel eenvoudig om te gebruiken en kan op ieder moment door studenten worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden vinden het plezierig om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan trainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een nadeel kan zijn dat er geen taaldocent is om de studenten te motiveren of wat extra’s te kunnen bieden.

De Pimsleur methode


Bedacht door wie en wanneer


De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.

Kenmerken van de Pimsleur methode


De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.

Deze taalcursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door studenten vervolgens worden nagesproken en worden herhaald. Deze voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les van de cursus biedt een audio-opname van 30 minuten met nieuwe vocabulaire en taalstructuren in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.

Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.

Populariteit


Onder meer in de Verenigde Staten worden de Pimsleur taalcursussen gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. Over het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.

Voor- en nadelen van de Pimsleur methode


Als uitspraakverbeteraar werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo praten.

Een minpunt van de leermethodiek is dat er niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.

De Michel Thomas methode


Bedacht door wie en wanneer


De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verrassend, door Michel Thomas; een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.

Kenmerken van de Micheal Thomas methode


Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het principe van Michel Thomas. Hij maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.

De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursist op de pauzeknop drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt met reeds bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op verbanden gewezen tussen de talen, als die verbanden er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student begrepen en geleerd is. Behalve woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de lerenden zelf zinnetjes kunnen bouwen. Ook gebruikt de methode van flashcards zodat lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.

Populariteit


Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de te leren taal. De gebruikers die al wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder leerzaam.

Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode


De cursus van Michel Thomas zijn toegankelijk en trainen uitspraak en luistervaardigheid op een efficiënte manier. Dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een minpunt worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat het een audiocursus betreft.

De Assimil methode


Bedacht door wie en wanneer


Assimil is een Frans bedrijf, dat door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.

Kenmerken van de Assimil methode


Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor taalcursussen. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de lerenden ruwweg twintig minuten per dag.

De taallessen bestaan uit verschillende dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale uitleg. Voor het oefenen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt de methode gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de lerenden dienen te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruiker verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.

Populariteit


De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan talen.

Voor- en nadelen van Assimil


Dat de gebruikers in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de cursist aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaltrainer om de student te motiveren of te begeleiden.

Verschillende digitale tools

Er is ook een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.

Er bestaat echter een betere manier om vreemde talen te leren om een vreemde taal te leren:
De Methode van Dagnall.


Het alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus steeds ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?

Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
[ Lees meer ]


Betaalbaar maatwerk sinds 1982
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten

ONLINE (E-LEARNING), BLENDED LEARNING & DAGNALL APP

Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’


‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning wordt face-to-face-les (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Lelystad.

Online een vreemde taal leren (e-learning)


Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.

Blended cursussen in Lelystad


Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.

100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Lelystad op maat.

Online leerplatform


Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.

De Dagnall App


Dagnall Taleninstituut biedt naast het online leerplatform ook een handige App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. De Dagnall App heeft als voordeel dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld op reis in het buitenland. Deelnemers kunnen dus een taal leren wanneer en waar ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afloop van de training in Lelystad.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Computerscherm met logo Dagnall.online - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels
Overlappende iconen App Store Apple App in Apple zwart en Google Play Android App in Google groen - op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels/
Ontdek onze online mogelijkheden

Online learning & blended learning in Lelystad

Voorsprong door maatwerk online & blended taaltraining


E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Mensen die diverse talen spreken, zijn daarom vaak cruciaal in veel bedrijven.

Online & blended taaltrainingen op maat


Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Taleninstituut bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen beschikbaar. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.


Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online

Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.

Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining


Alleen het onderstaande hebt u nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Een pc, laptop of tablet met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Overlappende donkerblauwe cirkel met icoon lesgeven en groene cirkel met computerscherm met Dagnall.online logo op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Computerscherm screenshot inlogpagina Dagnall.online Springest-based platform voor online taallessen - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels
Computerscherm met logo Google Hangouts en computerscherm met logo Microsoft Teams - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels

CURSUSPAKKET & CERTIFICAAT

Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Lelystad ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Lelystad ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Lelystad
Dagnall Talen cursuskoffer - Dagnall schrijfblok - Dagnall pen - lesboeken op witte tafel - in kleur - 600 * 337 pixels
Ingevuld Dagnall Talen certificaat - Dagnall pen - Apple Magic Keyboard - Apple Magic Trackpad op witte tafel - in kleur - 600 * 337 pixels

Het Europees Referentiekader (ERK)

Voor het aangeven van het begin- en eindniveau van de cursist, gaan wij uit van hetERK (Europees Referentiekader). Hierin worden alle taalniveaus volgens Europese standaard, beschreven. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na afloop van de cursus bij ons taleninstituut in Lelystad ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’. Hierop is aangegeven wat uw eindniveau is van elke vaardigheid.
 

Logo EU Europese Unie in blauw vierkant met afgeronde hoeken in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo ERK Europees Referentiekader Talen in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een tool om de niveaus van taalvaardigheid op een uniforme manier te beschrijven.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK betitelt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: luisteren, lezen, spreken, schrijven en het voeren van gesprekken.
De Engelstalige term en afkorting wordt ook vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
De zes beheersingsniveaus zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A is van toepassing op beginners.
De cursist die niveau B beheerst, bezit alle basiskennis in de Franse taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die met groot gemak Frans kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C is het taalniveau van (ver)gevorderde gebruikers. Het beheersen van de taal lijkt op dat van moedertaalgebruikers.

A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level


Luisteren


Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.

Spreken


Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.

Lezen


Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.

Schrijven


Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.

B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level



Luisteren


Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.

Spreken


Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.

Lezen


Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.

Schrijven


Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).

C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level



Luisteren


Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.

Spreken


Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.

Lezen


Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.

Schrijven


Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.

A2 Basisgebruiker - Waystage Level



Luisteren


Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.

Spreken


Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.

Lezen


Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.

Schrijven


Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.

B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level



Luisteren


Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.

Spreken


Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.

Lezen


Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.

Schrijven


Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.

C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level



Luisteren


Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.

Spreken


Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.

Lezen


Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.

Schrijven


Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO 9001-2015 LOGO
ISO 1700-2015 LOGO

ISO-CERTIFICERINGEN

ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement


Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.

ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten


Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche en bevat onder meer eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers alsook revisoren.


De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde ervaring en kennis. Bovendien worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd ten minste twee keer door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.

Kiwa – certificeringen sinds 1948


Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Dagnall Taleninstituut wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Logo keurmerk NRTO Nederlandse Raad voor Training en Opleiding in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo Nederlandse Raad voor Training en Opleiding NRTO in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

LIDMAATSCHAP NRTO

Ons taleninstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en ruim 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.

Kwaliteitsbevordering en -bewaking


Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Lelystad, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
 
Logo GDPR Algemene Verordening Gegevensbescherming in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo EU Filemaker in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

AVG-COMPLIANT

De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan nodig worden bewaard en de persoonsgegevens moeten te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging. Dagnall voldoet natuurlijk aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht heel beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Logo CRKBO Centraal Register Kort Beroepsonderwijs in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo Lloyd's Register in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Lelystad zijn vrijgesteld van btw

CRKBO-GEREGISTREERDE INSTELLING

Dagnall Taleninstituut is ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall lagere prijzen aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan zowel zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen als privépersonen.

CPION


Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.

Lloyd’s Register


Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Lelystad

Contact taleninstituut Lelystad

Wilt u contact opnemen met ons taleninstituut in Lelystad? Stuur een e-mail naar taleninstituut-lelystad@dagnall.nl of bel ons via 085-2737302 (geen menu) voor meer informatie. Of ga naar ons contactformulier.
U kunt ook meteen ons informatiepakket aanvragen. Dit is geheel gratis.
Afbeelding wegwijzer in grijs met bord Dagnall in verkeersblauw in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Afbeelding computer en tablet en telefoon in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
De beste weg naar een taleninstituut in Lelystad!
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten

TRAINEN EN VERGADEREN IN LELYSTAD

Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw locatie volgen of in Almere, bijvoorbeeld in het World Trade Center in Almere aan de P.J. Oudweg 4 in Almere. Ons taleninstituut verzorgt ook taalcursussen in Lelystad bij bijvoorbeeld Apollo Hotel Lelystad City Centre aan de Agoraweg 11, bij Dorhout Mees aan de Strandgaperweg 30 in Biddinghuizen en bij Van der Valk Hotel Almere aan de Veluwezoom 45 in Almere.
Besprekingen houden, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Lelystad kan bijvoorbeeld bij het Aviodrome aan de Pelikaanweg 50, bij Batavialand aan de Oostvaardersdijk 01-13 en bij Naupar aan de Bataviahaven 1.

LELYSTAD - GESCHIEDENIS

Archeologische vondsten wijzen op bewoning in de steentijd, ongeveer zesduizend jaar geleden. Men noemt dit de Swifterbandcultuur. Het was de tijd dat de mensen overgingen op landbouw en zich permanent begonnen te vestigen. Lelystad is een zeer jonge stad; de eerste bewoners kwamen in 1967.
De stad Lelystad is naar ir. Cornelis Lely vernoemd, die het Zuiderzeeproject had bedacht. Het was de bedoeling dat Lelystad de grootste stad van de Flevopolder zou worden.

LELYSTAD - NU

Lelystad is gelegen in de streek Oostelijk Flevoland in het gebied Flevopolder. Plaatsen in de omgeving van Lelystad zijn Almere, Biddinghuizen, Dronten, Elburg, Emmeloord, Ermelo, Harderwijk, Kampen, Swifterbant, Urk en Zeewolde.
Lelystad ligt in de provincie Flevoland. In de gemeente Lelystad wonen ruim 77.000 mensen.
Vlag gemeente Lelystad - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels 

Vlag gemeente Lelystad

Wapen gemeente Lelystad - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels 

Wapen gemeente Lelystad

INWONERS

Woon je in Lelystad, dan ben je een ‘Lelystedeling’ of ‘Lelystatter’.
Bekende Lelystatters zijn Rianne ten Haken en Niels de Ruiter.
Iets wat bij Lelystad hoort, heet ‘Lelystads’, zoals bijvoorbeeld de Lelystadse Hippiemarkt.
Lelystad is een plaats en een gemeente.

LELYSTAD - INTERNATIONAAL & SCHOLING

Provinciehoofdstad & partnerstad


Lelystad is de provinciehoofdstad van Flevoland.
De gemeente Lelystad omvat eveneens Lelystad-Haven.

Partnerstad


De partnerstad van Lelystad is Lelydorp in Suriname.
Provincievlag Flevoland - 600 * 337 pixels

Vlag provincie Flevoland

Provinciewapen Flevoland - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Wapen provincie Flevoland

TYPISCH LELYSTADS

Denk je aan Lelystad, dan denk je aan moderne architectuur, aan genummerde straten, aan de dijk naar Enkhuizen en aan Lelystad Airport.
Lelystad fungeert als werk- en winkelstad met onder andere Batavia Stad Fashion Outlet.


Lelystad - minder bekend


Weinig mensen weten dat in Lelystad ook een steentijddorpje is gebouwd, genaamd ‘Swifterkamp’.

LELYSTADS DIALECT EN ACCENT

Amsterdams is een Hollands dialect dat omstreeks het jaar 1800 in de nu nog herkenbare vorm is gevormd.
Omdat Amsterdam een belangrijke handelsstad was waar van oudsher veel Joden woonachtig waren, kent het Amsterdams dialect veel woorden uit het Jiddisch.
Volgens Het Parool (17 juni 2017) is het plat Amsterdams overigens bijna kassiewijle, oftewel: uitgestorven.
Kenmerkend voor alle Hollandse dialecten en ook het Amsterdams zijn de verkleinwoorden op -ie/-tie (in plaats van ‘-je’ of ‘-tje’) en kenne voor ’kunnen’.
In het Amsterdams: “Hep-ie de son in de see sien sakke”. Kenmerkend is het verlies van de stemhebbende medeklinkers ‘b’, ‘g’, ‘v’ en vooral ‘z’.
Die worden vervangen door de stemloze p, ch, f en s. ‘Goed’ wordt choed, ‘vogel’ wordt foochel.
De laatste jaren is er tegelijkertijd sprake van een tegenovergestelde trend, waardoor bijvoorbeeld ‘samen’ wordt uitgesproken als zamen en C1 klinkt als zee 1.
Uit het Jiddisch komen veelgebruikte woorden als Mokum (wat ‘plaats’ betekent), geintje, kapsonesramsj, smoes en mazzel.
Een bekende uitdrukking uit het Amsterdams Jiddisch is Maak je niet te sappel!; “maak je niet te druk.” Is dat wel goochem? betekent: “Is dat wel slim?”
“Lelystad geeft lucht”

LELYSTAD - ZAKELIJK

De gemeente Lelystad


Het netnummer van Lelystad is 0320.
Het postcodegebied van Lelystad is 8200 - 8245.
Het adres van het gemeentehuis van Lelystad is Stadhuisplein 2, 8232 ZX in Lelystad.
De website van de gemeente Lelystad is Lelystad.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Lelystad is 14 0320.

Zakendoen in Lelystad


Voor Lelystadse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Almere aan het Stadhuisplein 1, 1315 HR in Almere. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Lelystad is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Lelystad is KVK-kantoor Almere.

LELYSTAD – (INTERNATIONALE) BEDRIJVIGHEID

Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Lelystad vindt u op bedrijventerrein Flevokust, Flevopoort, Gildenhof, Griend, Jol, op het Lelystad Airport Business Park, op kantoorlocatie Kempenaar, op bedrijventerrein Middendreef, Noordersluis, Oostervaart, Oostervaart Oost, Warande of op bedrijventerrein Zuiderpark.
In Lelystad bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Ansul Brandbeveiliging, Axel Johnson International MAK Aandrijvingen, Axflow, Betsema
Groep, Donkervoort Automobielen, Farm Dairy, Feenstra, Fisher Farma, Giant Benelux & Europe, Helm Rotaform, Henders & Hazel, Distributiecentrum Inditex, Iscal Sugar, Koninklijke Kampert, Kyocera Senco Netherlands, Marfo, Mijndomein, Noppies, Pearl Paint Holland, Peper fietsen, Pioneer Benelux, Schothorst Feed Research, SST (Gaggia Benelux), Van Wyk Nederland en Weernekers Supermarkten.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.

LELYSTADS NIEUWS

Het Lelystadse nieuwsportaal is FlevoPost en Lelystadse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Flevoland - Nieuws.
Ondernemers in Lelystad kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Flevoland.
Lelystatters en ondernemingen in Lelystad kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant De Stentor - Lelystad en het Algemeen Dagblad - Lelystad.
Logo krant Lelystad - De Stentor op een transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo regionale televisie- en radio-omroep Omroep Flevoland op een transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

CULTUUR, SPORT, ONTSPANNING EN ZAKENLUNCH IN LELYSTAD

Cultuur


Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?

Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Lelystad een bezoek brengen aan het Aviodrome, aan Batavialand, aan Natuurpark Lelystad of aan het Nationaal Ruimtevaart Museum.

Voetbal, tennis, padel & squash


Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het een idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Lelystadse voetbalclub SV Lelystad, v.v. Unicum of SV Batavia te zien spelen.

Voor een partijtje tennis, padel of squash in Lelystad kunt u terecht bij LTVL, bij Tennisvereniging Poseidon of bij Tennisvereniging ITL.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus bij ons taleninstituut in Lelystad of na een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning?
Om een balletje te slaan of gezellig iets te drinken of te eten, kunt u bij Golfclub Flevoland in Lelystad terecht. Golfclub Flevoland bevindt zich aan de Parlaan 2A in Lelystad. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0320-23 00 77. De website van de golfbaan is www.gcflevoland.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij de horecagelegenheid van de club, telefoonnummer 0320-26 29 63.
Afbeelding voetbal tennisbal golfbal in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo voetbalclub Lelystad - SV Lelystad '67 - Sportvereniging Lelystad 1967 - in kleur op grasveld met witte lijn - 600 * 337 pixels

PROMOTIEFILMPJES & GOOGLE MAPS

Hieronder ziet u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Lelystad die eveneens op Youtube staan.
U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken.
Onder de filmpjes vindt u de locaties van Flevoland en Lelystad op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt het kaartje groot weergeven in een nieuw venster.
Promovideo Lelystad
Dronebeelden Lelystad
 
Google Maps Flevoland
Google Maps Lelystad
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Lelystad

LELYSTADS NIEUWS

Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Lelystad uit verschillende nieuwsbronnen.
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
 
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Dagnall Taleninsituut verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Lelystad

Wist u dat?

Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Lelystad en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Lelystad
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten

ONZE OPDRACHTGEVERS

De upload van uw document is gelukt.

 

INLOGGEN MEDEWERKERS   /   BESTANDEN UPLOADEN