Start nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name in de professionele wereld. Daarom hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding en taalkennis van hun werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Leiden.
Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak kent zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Leiden aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Leiden aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen talen leren op een manier die het beste bij hem of haar past. Organisaties zijn behalve klassieke taalcursussen met name in werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Onze taalcursussen worden op de individuele behoeften van klanten afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies talen te leren in Leiden. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de beoogde resultaten.
Het is onze filosofie om een vreemde taal te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Dagnall Taleninstituut gaat daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door dagelijks 15 minuten te oefenen, brengen we cursisten met grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Leiden.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taaltraining is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Moerdijk) die het beste bij hem of haar past.
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van vaardigheden en kennis om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het ondertussen bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut met een blend van deze bewezen leermethode met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u terecht voor cursussen die op maatwerktrainingen gebaseerd zijn.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
De taaldocenten van ons instituut gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en de taaldocenten spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een ander voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een bijzonder prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze docenten in Leiden. Deze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart kunt overlaten aan ons.
Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruikt Dagnall Taleninstituut gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Leiden worden gegeven.
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Leiden en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut staan al decennia bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groepen worden zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximale ondersteuning te geven en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus doordat in een korte periode behoorlijk veel informatie wordt opgenomen.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt omdat de cursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander groot voordeel van individuele cursussen. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast zijn individuele taalcursussen ideaal op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Het belangrijkste voordeel van een groepscursus is vooral de interactie met de andere deelnemers; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep.
Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; het leren van de foutjes van anderen en met de groep in de doeltaal communiceren. De deelnemers kunnen deze afwisseling als prettiger ervaren.
Groepscursussen zijn daarnaast efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor cursisten dan individuele cursussen.
Bij een individuele cursus kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer.
Het geleerde kan niet in groepsverband geoefend worden omdat er geen interactie met andere cursisten is.
Ook is het niet mogelijk om van foutjes van anderen te leren omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen lerenden iets eerder worden afgeleid. Het rendement ligt hierdoor iets lager. Door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Een groepscursus kan ook minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Een ander nadeel van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en spreken; dit begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De docent kan een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het gebruik. Luistervaardigheid, waar de meeste docenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis. Deze methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Tegelijkertijd is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen input wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later worden herhaald. Deze woorden of zinnen op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Het idee is niet om al deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze zinnen of woorden in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan goed functioneren voor woorden die van betekenis en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList Method kan goed functioneren voor lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal bestaat uit veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode zeer tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden gemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal aan te leren. Op die manier leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode werkt het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. De leeractiviteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, dienen stimulerend te zijn, om ervoor te zorgen dat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers, doordat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal te leren, wordt als prettig ervaren. Studenten krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat van de nieuwe taal. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van bepaalde combinaties van woorden en groepen woorden in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aangeboden aan de studenten in betekenisvolle situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier leren, is het voordeel van de Structurele Aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach kent ook keerzijden. Deze manier van werken is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen inbreng van de student is gelimiteerd; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de vreemde taal in praktijk te brengen met gebruik van de CLT-technieken door de interactie met de taaldocent en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de docent draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de lerenden helpen om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer vraag om een taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Voor de lerende is deze methode stimulerend doordat hij of zij vlug succeservaringen heeft. Foutjes mogen worden gemaakt; de vaardigheid van de lerende wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De planning en de voorbereiding vereisen veel tijd van de taaldocent en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren moeilijk of ongebruikelijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Onderwijs in Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was geheel gericht op grammatica en vertalen. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het belangrijkste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, gebruikt wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin wordt omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de vreemde taal reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een erg goede leermethode voor vreemde talen gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid kan met deze methode uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode behoorlijk intensief is, is het belangrijkste voordeel dat met deze methode snel resultaat wordt geboekt. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerende moet echt in de te leren taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. Door in groepen samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dat als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de leermethode. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Dat een dergelijke training nogal intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet elke lerende heeft de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de studenten essentieel. Dat de studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde. Om dit te kunnen bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. Studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en in de les was ook altijd achtergrondmuziek. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren lijsten met woorden bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. De studenten werden op deze manier in de verleiding gebracht om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de studenten, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook streekgerechten werden in de les gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last zal van faalangst of frustratie hebben. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend zijn dan dat muziek ontspannend en stimulerend werkt. Dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn. De docent geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om te kunnen herbeluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om te leren. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Community Language Learning kan prima werken als deze correct wordt toegepast. Community Language Learning is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich veel bewuster van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als een team te werken. Het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden in hun spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat krijgt in deze benadering meer nadruk dan grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de taaltrainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat besteed die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de ingrijpende wending in de wijze waarop talen worden onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de vreemde taal op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal) te werken; met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Een aantal studenten heeft meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan vanzelf snel in de te leren taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
François Gouin’s concepten over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Gouin’s leermethodiek was gedurende een bepaalde periode succesvol, ondanks de ongewone aanpak. Deze methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden goed en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. De lerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, boodschappen doen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) is vanaf het begin van de jaren negentig erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij lerenden (voornamelijk lerenden met een achterstand) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkwijze, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen met andere studenten te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als motiverend en plezierig ervaren .
Als keerzijde kan worden gezien dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte gesprekken over praktische items is het doel van de Dogme-methode, waarbij het om de communicatie gaat als de drijvende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de lerende en de docent. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van vreemde talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor docenten. Het kan erg motiverend zijn dat de lerenden verantwoordelijk voor hun eigen leerproces zijn. Voorspelbaar zijn de lessen zo nooit; dit zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk item kan in een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Het houdt studenten betrokken en alert.
Als lerenden zo weinig bij de hand genomen worden door de trainer kunnen ze zich daartegenover minder op hun gemak voelen. Ook zijn niet alle docenten voldoende flexibel voor dit type onderwijs. Nog een nadeel kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de leerstof hiervoor wordt behandeld tijdens de taallessen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. Woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een minpunt van deze leermethode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend tot het soepel gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben gezegd. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de nieuwe taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een bijkomende reden zodat het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-methode is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep met lerenden kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de techniek van Shadowing is dat de lerenden het wellicht wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden vormen dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen inzetbaar, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook worden gebruikt in klassen die wat groter zijn. De taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethodiek (aanvullend) nodig is. Ook is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn, ontstond omstreeks 1900. Overigens had deze Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar eveneens op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica eerder inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak. Het werd aangemoedigd om de studenten vaak te laten praten. Dat de taalles in de doeltaal gegeven werd, was ook nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de woordenschat van de vreemde taal gebeurde door middel van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen krijgen. Nadelen heeft deze leermethode echter ook. Deze leermethode besteedt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en veel minder aandacht aan lezen in de doeltaal. De Directe Methode biedt voor de meer gevorderde student onvoldoende uitdagingen. Doordat de Directe Methode op een dynamische inzet vanuit de studenten is gestoeld, is de leermethode eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een trainer, die maar één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Gattegno.
De trainer gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Caleb Gattegno had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno zei dat taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde staafjes die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De leermethodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast, zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn leermethode niet-bedreigend is voor studenten, die tenslotte als autonoom worden gezien. In principe is de docent dienstbaar aan de lerenden en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Meestal wordt de geleerde stof goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Het kan een nadeel van de leermethode zijn dat een aantal lerenden meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er snel af raakt, waardoor het effect weer verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om vreemde te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De trainer vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat de verhalen eenvoudig zijn te begrijpen, ontspannen de lerenden zich. Woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De docent wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De docent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om daarna met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de lerende en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van taaldocenten vraagt, is een keerzijde.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen met een tweetalige tekst die in Egypte werd gevonden, door middel waarvan de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) alsook foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De lerende kan zo zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal vergelijken met die van moedertaalsprekers (native speakers). Door de voorbeeldstem minder snel te laten praten en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken, kan uitspraakverbetering worden behaald.
Voor de schrijfvaardigheid van de student zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en grammatica en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij taalfouten van de student kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. Rosetta Stone wordt in ons land ingezet door enkele ministeries en diverse universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk om te gebruiken en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke delen van de methode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kan de lerende zelf bepalen. Veel studenten ervaren het als prettig om te werken met de methode. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing bieden. Een minpunt van de methode is dat geen trainer beschikbaar is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnen/dialoog die door lerenden worden nagesproken en herhaald. De zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les biedt een audio-opname van dertig minuten die nieuwe vocabulaire en taalstructuren bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de doeltaal niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur cursussen en de ervaringen met Pimsleur variëren. De lerenden zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo spreken, werkt de Pimsleur-methode heel goed om de uitspraak te verbeteren.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft, was het principe van Michel Thomas. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en nieuwe stof wordt afgewisseld met reeds bekende stof. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal, als deze verbanden er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de studenten het voorgaande begrepen en verworven hebben. Naast woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd. Hiermee kunnen de gebruikers zelf zinnen maken. De leermethode maakt ook gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal. De studenten die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen trainen luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op efficiënte wijze en zijn zeer toegankelijk. Dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet doordat de methode uit een audiocursus bestaat.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 is opgericht door Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat voor een taalcursus vrij hooggegrepen was. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist werkt bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat hiernaast, met de grammaticale uitleg. Om de uitspraak van de vreemde taal te trainen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ongeveer vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de studenten te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en spreken; dit begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De docent kan een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het gebruik. Luistervaardigheid, waar de meeste docenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis. Deze methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Tegelijkertijd is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen input wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later worden herhaald. Deze woorden of zinnen op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Het idee is niet om al deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze zinnen of woorden in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan goed functioneren voor woorden die van betekenis en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList Method kan goed functioneren voor lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal bestaat uit veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode zeer tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden gemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal aan te leren. Op die manier leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode werkt het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. De leeractiviteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, dienen stimulerend te zijn, om ervoor te zorgen dat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers, doordat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal te leren, wordt als prettig ervaren. Studenten krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat van de nieuwe taal. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van bepaalde combinaties van woorden en groepen woorden in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aangeboden aan de studenten in betekenisvolle situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier leren, is het voordeel van de Structurele Aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach kent ook keerzijden. Deze manier van werken is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen inbreng van de student is gelimiteerd; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de vreemde taal in praktijk te brengen met gebruik van de CLT-technieken door de interactie met de taaldocent en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de docent draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de lerenden helpen om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer vraag om een taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Voor de lerende is deze methode stimulerend doordat hij of zij vlug succeservaringen heeft. Foutjes mogen worden gemaakt; de vaardigheid van de lerende wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De planning en de voorbereiding vereisen veel tijd van de taaldocent en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren moeilijk of ongebruikelijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Onderwijs in Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was geheel gericht op grammatica en vertalen. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het belangrijkste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, gebruikt wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin wordt omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de vreemde taal reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een erg goede leermethode voor vreemde talen gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid kan met deze methode uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode behoorlijk intensief is, is het belangrijkste voordeel dat met deze methode snel resultaat wordt geboekt. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerende moet echt in de te leren taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. Door in groepen samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dat als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de leermethode. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Dat een dergelijke training nogal intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet elke lerende heeft de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de studenten essentieel. Dat de studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde. Om dit te kunnen bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. Studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en in de les was ook altijd achtergrondmuziek. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren lijsten met woorden bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. De studenten werden op deze manier in de verleiding gebracht om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de studenten, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook streekgerechten werden in de les gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last zal van faalangst of frustratie hebben. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend zijn dan dat muziek ontspannend en stimulerend werkt. Dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn. De docent geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om te kunnen herbeluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om te leren. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Community Language Learning kan prima werken als deze correct wordt toegepast. Community Language Learning is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich veel bewuster van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als een team te werken. Het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden in hun spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat krijgt in deze benadering meer nadruk dan grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de taaltrainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat besteed die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de ingrijpende wending in de wijze waarop talen worden onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de vreemde taal op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal) te werken; met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Een aantal studenten heeft meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan vanzelf snel in de te leren taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
François Gouin’s concepten over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Gouin’s leermethodiek was gedurende een bepaalde periode succesvol, ondanks de ongewone aanpak. Deze methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden goed en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. De lerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, boodschappen doen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) is vanaf het begin van de jaren negentig erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij lerenden (voornamelijk lerenden met een achterstand) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkwijze, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen met andere studenten te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als motiverend en plezierig ervaren .
Als keerzijde kan worden gezien dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte gesprekken over praktische items is het doel van de Dogme-methode, waarbij het om de communicatie gaat als de drijvende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de lerende en de docent. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van vreemde talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor docenten. Het kan erg motiverend zijn dat de lerenden verantwoordelijk voor hun eigen leerproces zijn. Voorspelbaar zijn de lessen zo nooit; dit zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk item kan in een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Het houdt studenten betrokken en alert.
Als lerenden zo weinig bij de hand genomen worden door de trainer kunnen ze zich daartegenover minder op hun gemak voelen. Ook zijn niet alle docenten voldoende flexibel voor dit type onderwijs. Nog een nadeel kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de leerstof hiervoor wordt behandeld tijdens de taallessen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. Woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een minpunt van deze leermethode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend tot het soepel gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben gezegd. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de nieuwe taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een bijkomende reden zodat het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-methode is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep met lerenden kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de techniek van Shadowing is dat de lerenden het wellicht wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden vormen dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen inzetbaar, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook worden gebruikt in klassen die wat groter zijn. De taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethodiek (aanvullend) nodig is. Ook is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn, ontstond omstreeks 1900. Overigens had deze Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar eveneens op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica eerder inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak. Het werd aangemoedigd om de studenten vaak te laten praten. Dat de taalles in de doeltaal gegeven werd, was ook nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de woordenschat van de vreemde taal gebeurde door middel van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen krijgen. Nadelen heeft deze leermethode echter ook. Deze leermethode besteedt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en veel minder aandacht aan lezen in de doeltaal. De Directe Methode biedt voor de meer gevorderde student onvoldoende uitdagingen. Doordat de Directe Methode op een dynamische inzet vanuit de studenten is gestoeld, is de leermethode eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een trainer, die maar één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Gattegno.
De trainer gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Caleb Gattegno had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno zei dat taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde staafjes die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De leermethodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast, zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn leermethode niet-bedreigend is voor studenten, die tenslotte als autonoom worden gezien. In principe is de docent dienstbaar aan de lerenden en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Meestal wordt de geleerde stof goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Het kan een nadeel van de leermethode zijn dat een aantal lerenden meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er snel af raakt, waardoor het effect weer verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om vreemde te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De trainer vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat de verhalen eenvoudig zijn te begrijpen, ontspannen de lerenden zich. Woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De docent wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De docent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om daarna met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de lerende en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van taaldocenten vraagt, is een keerzijde.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Leiden.
Enkele voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de cursisten bij blended learning met afwisseling wel een zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Leiden op maat.
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het platform biedt gevarieerde en interactieve content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor het hoogst mogelijke leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform bieden wijinstituut eveneens een eigen App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op alle (mobiele) apparaten. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. De cursisten kunnen dus een taal leren wanneer en waar het hen schikt. De oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen en specifieke productnamen integreren in de App. De App kan dus zeer praktijkgericht worden gebruikt en de Dagnall App blijft ook beschikbaar nadat de training in Leiden is afgerond.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall Taleninstituut voor uitstekend en spelenderwijs leren.
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Medewerkers die diverse talen spreken, zijn daarom vaak onmisbaar in veel bedrijven en organisaties.
Dagnall Taleninstituut leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online technische en zakelijke taaltrainingen
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het onlineplatform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Alleen het volgende is nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc/iMac met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De kernpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten die onder meer eisen bevat voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Leiden, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Leiden is de op drie na grootste gemeente van de provincie Zuid-Holland.
Partnersteden heeft Leiden ook. De partnersteden van Leiden zijn Buffalo City in Zuid-Afrika, Juigalpa in Nicaragua, Krefeld in Duitsland, Oxford in het Verenigd Koninkrijk en Toruń in Polen.
Er zijn vier hogescholen in Leiden gevestigd: Global School for Entrepreneurship, Hogeschool Leiden, de NTI en Webster University.
Leiden is een echte studentenstad met de oudste universiteit van Nederland; de Universiteit van Leiden (LEI), opgericht in het jaar 1575.
Het netnummer van Leiden is 071.
Het postcodegebied van Leiden is 2300 - 2334.
Het adres van het gemeentehuis van Leiden is Bargelaan 190, 2333 CW in Leiden.
De website van de gemeente Leiden is gemeente.leiden.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Leiden is 14 071.
Voor Leidse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Den Haag aan de Koninginnegracht 13, 2514 AA in Den Haag. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Leiden is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Leiden is KVK-kantoor Den Haag.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Leiden laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Leiden een bezoek brengen aan Rijksmuseum Boerhaave, aan Corpus Experience, aan Hortus Botanicus Leiden, aan het Japanmuseum SieboldHuis, aan Museum De Lakenhal, aan het Leiden American Pilgrim Museum, aan Naturalis, aan Museum Volkenkunde of aan Museum Het Leids Wevershuis.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een leuk idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Leidse voetbalclub Sporting Leiden, Voetbalclub UVS, DoCos of Roodenburg meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Leiden kunt u terecht bij T.C. Unicum, bij T.C. Roomburg, bij LTV De Merenwijk of bij LTC De Munnik in Leiderdorp.
Golf, ontspanning & lunch Wellicht hebt u zin om na de cursus bij ons taleninstituut in Leiden of met uw internationale (zaken)relatie bij Leiden een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de buurt van Leiden ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit.
De golfbaan in de buurt voor Leiden is Golfclub Kagerzoom in Warmond. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Veerpolder 20, 2361 KV in Warmond. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 071-301 35 90. De website van de golfbaan is www.kagerzoom.nl.
Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij Timber Club en Restaurant. Oegstgeester Golfclub is nog een golfbaan in de buurt van Leiden.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Start nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing
Taaltrainingen in Leiden van topniveau
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name in de professionele wereld. Daarom hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding en taalkennis van hun werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Leiden.
Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak kent zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Leiden aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Leiden aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen talen leren op een manier die het beste bij hem of haar past. Organisaties zijn behalve klassieke taalcursussen met name in werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Onze taalcursussen worden op de individuele behoeften van klanten afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies talen te leren in Leiden. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de beoogde resultaten.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Het is onze filosofie om een vreemde taal te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Dagnall Taleninstituut gaat daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door dagelijks 15 minuten te oefenen, brengen we cursisten met grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Leiden.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever inventariseren wij uw wensen en leerdoelen. U meldt de deelnemers met hun contactgegevens aan. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau vastgesteld wordt, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en agenda af.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en agenda af.
De trainer evalueert na enkele lessen de voortgang en de inhoud van de taalcursus. Indien noodzakelijk, kan de doelstelling worden bijgesteld.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage samen met een beschrijving van de resultaten die door de cursisten zijn behaald. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage samen met een beschrijving van de resultaten die door de cursisten zijn behaald. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar taleninstituut in Leiden sinds 1982
Dagnall is werkzaam sinds 1982 en geeft sindsdien taalonderwijs op maat zakelijk aan het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Leidenen omliggende plaatsen. Het taleninstituut Dagnall Talen maakt gebruik van een selectie van kundige en ervaren taaltaaltrainers die experts zijn op taalgebied en veel trainingen zakelijk voor hebben verzorgd in de provincie Zuid-Holland.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, biedt Dagnall zeer betaalbare en effectieve taalcursussen in Leiden. Dagnall Taleninstituut levert door de maatwerk-aanpak een hoog rendement. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Leiden
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Een cursus toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer is intussen bij veel bedrijven bekend.
Medewerkers die geen of weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op het werk en zij willen beter en/of sneller kunnen communiceren.
Medewerkers die geen of weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op het werk en zij willen beter en/of sneller kunnen communiceren.
Zij willen in staat zijn om de werkinstructies op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen het werk uit kunnen voeren en natuurlijk hun ambitie op hun werkterrein realiseren. Investeren in medewerkers en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is daarom noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Leiden
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Moerdijk) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van vaardigheden en kennis om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het ondertussen bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut met een blend van deze bewezen leermethode met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u terecht voor cursussen die op maatwerktrainingen gebaseerd zijn.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
De taaldocenten van ons instituut gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en de taaldocenten spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een bijzonder prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze docenten in Leiden. Deze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Een vreemde taal effectief leren in Leiden bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart kunt overlaten aan ons.
Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruikt Dagnall Taleninstituut gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Leiden worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Leiden
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Leiden en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut staan al decennia bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groepen worden zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximale ondersteuning te geven en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus doordat in een korte periode behoorlijk veel informatie wordt opgenomen.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt omdat de cursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander groot voordeel van individuele cursussen. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast zijn individuele taalcursussen ideaal op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste voordeel van een groepscursus is vooral de interactie met de andere deelnemers; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep.
Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; het leren van de foutjes van anderen en met de groep in de doeltaal communiceren. De deelnemers kunnen deze afwisseling als prettiger ervaren.
Groepscursussen zijn daarnaast efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor cursisten dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele cursus kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer.
Het geleerde kan niet in groepsverband geoefend worden omdat er geen interactie met andere cursisten is.
Ook is het niet mogelijk om van foutjes van anderen te leren omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen lerenden iets eerder worden afgeleid. Het rendement ligt hierdoor iets lager. Door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Een groepscursus kan ook minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Een ander nadeel van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut geeft cursussen voor beginners, halfgevorderden en gevorderden.
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Wij verzorgen onze taalcursussen daarom ook incompany en online.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Wij verzorgen onze taalcursussen daarom ook incompany en online.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een
spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining volgen. Eveneens is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Veel cursisten kiezen hiervoor.
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Het beheersen van een taal houdt in kennen (weten) en ook aandacht voor kunnen (handelen). Door de focus te verleggen van het kennen naar het kunnen, is de deelnemer in staat na afronding van de taaltraining in Leiden de verworven kennis snel en actief toe te passen.
Al gauw kunt u de andere taal een beetje begrijpen en spreken. Een leuke ervaring! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en spreken; dit begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De docent kan een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het gebruik. Luistervaardigheid, waar de meeste docenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis. Deze methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Tegelijkertijd is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen input wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later worden herhaald. Deze woorden of zinnen op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Het idee is niet om al deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze zinnen of woorden in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan goed functioneren voor woorden die van betekenis en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList Method kan goed functioneren voor lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal bestaat uit veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode zeer tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal aan te leren. Op die manier leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode werkt het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. De leeractiviteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, dienen stimulerend te zijn, om ervoor te zorgen dat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers, doordat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal te leren, wordt als prettig ervaren. Studenten krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat van de nieuwe taal. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van bepaalde combinaties van woorden en groepen woorden in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aangeboden aan de studenten in betekenisvolle situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier leren, is het voordeel van de Structurele Aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach kent ook keerzijden. Deze manier van werken is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen inbreng van de student is gelimiteerd; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de vreemde taal in praktijk te brengen met gebruik van de CLT-technieken door de interactie met de taaldocent en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de docent draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de lerenden helpen om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer vraag om een taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Voor de lerende is deze methode stimulerend doordat hij of zij vlug succeservaringen heeft. Foutjes mogen worden gemaakt; de vaardigheid van de lerende wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De planning en de voorbereiding vereisen veel tijd van de taaldocent en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren moeilijk of ongebruikelijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Onderwijs in Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was geheel gericht op grammatica en vertalen. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het belangrijkste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, gebruikt wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin wordt omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de vreemde taal reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een erg goede leermethode voor vreemde talen gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid kan met deze methode uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode behoorlijk intensief is, is het belangrijkste voordeel dat met deze methode snel resultaat wordt geboekt. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerende moet echt in de te leren taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. Door in groepen samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dat als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de leermethode. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Dat een dergelijke training nogal intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet elke lerende heeft de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de studenten essentieel. Dat de studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde. Om dit te kunnen bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. Studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en in de les was ook altijd achtergrondmuziek. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren lijsten met woorden bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. De studenten werden op deze manier in de verleiding gebracht om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de studenten, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook streekgerechten werden in de les gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last zal van faalangst of frustratie hebben. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend zijn dan dat muziek ontspannend en stimulerend werkt. Dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn. De docent geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om te kunnen herbeluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om te leren. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Community Language Learning kan prima werken als deze correct wordt toegepast. Community Language Learning is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich veel bewuster van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als een team te werken. Het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden in hun spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat krijgt in deze benadering meer nadruk dan grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de taaltrainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat besteed die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de ingrijpende wending in de wijze waarop talen worden onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de vreemde taal op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal) te werken; met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Een aantal studenten heeft meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan vanzelf snel in de te leren taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
François Gouin’s concepten over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Gouin’s leermethodiek was gedurende een bepaalde periode succesvol, ondanks de ongewone aanpak. Deze methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden goed en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. De lerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, boodschappen doen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) is vanaf het begin van de jaren negentig erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij lerenden (voornamelijk lerenden met een achterstand) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkwijze, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen met andere studenten te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als motiverend en plezierig ervaren .
Als keerzijde kan worden gezien dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte gesprekken over praktische items is het doel van de Dogme-methode, waarbij het om de communicatie gaat als de drijvende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de lerende en de docent. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van vreemde talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor docenten. Het kan erg motiverend zijn dat de lerenden verantwoordelijk voor hun eigen leerproces zijn. Voorspelbaar zijn de lessen zo nooit; dit zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk item kan in een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Het houdt studenten betrokken en alert.
Als lerenden zo weinig bij de hand genomen worden door de trainer kunnen ze zich daartegenover minder op hun gemak voelen. Ook zijn niet alle docenten voldoende flexibel voor dit type onderwijs. Nog een nadeel kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de leerstof hiervoor wordt behandeld tijdens de taallessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. Woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een minpunt van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend tot het soepel gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben gezegd. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de nieuwe taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een bijkomende reden zodat het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-methode is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep met lerenden kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de techniek van Shadowing is dat de lerenden het wellicht wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden vormen dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen inzetbaar, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook worden gebruikt in klassen die wat groter zijn. De taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethodiek (aanvullend) nodig is. Ook is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn, ontstond omstreeks 1900. Overigens had deze Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar eveneens op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica eerder inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak. Het werd aangemoedigd om de studenten vaak te laten praten. Dat de taalles in de doeltaal gegeven werd, was ook nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de woordenschat van de vreemde taal gebeurde door middel van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen krijgen. Nadelen heeft deze leermethode echter ook. Deze leermethode besteedt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en veel minder aandacht aan lezen in de doeltaal. De Directe Methode biedt voor de meer gevorderde student onvoldoende uitdagingen. Doordat de Directe Methode op een dynamische inzet vanuit de studenten is gestoeld, is de leermethode eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een trainer, die maar één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Gattegno.
De trainer gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Caleb Gattegno had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno zei dat taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde staafjes die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De leermethodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast, zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn leermethode niet-bedreigend is voor studenten, die tenslotte als autonoom worden gezien. In principe is de docent dienstbaar aan de lerenden en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Meestal wordt de geleerde stof goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Het kan een nadeel van de leermethode zijn dat een aantal lerenden meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er snel af raakt, waardoor het effect weer verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om vreemde te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De trainer vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat de verhalen eenvoudig zijn te begrijpen, ontspannen de lerenden zich. Woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De docent wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De docent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om daarna met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de lerende en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van taaldocenten vraagt, is een keerzijde.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen met een tweetalige tekst die in Egypte werd gevonden, door middel waarvan de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) alsook foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De lerende kan zo zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal vergelijken met die van moedertaalsprekers (native speakers). Door de voorbeeldstem minder snel te laten praten en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken, kan uitspraakverbetering worden behaald.
Voor de schrijfvaardigheid van de student zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en grammatica en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij taalfouten van de student kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. Rosetta Stone wordt in ons land ingezet door enkele ministeries en diverse universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk om te gebruiken en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke delen van de methode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kan de lerende zelf bepalen. Veel studenten ervaren het als prettig om te werken met de methode. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing bieden. Een minpunt van de methode is dat geen trainer beschikbaar is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnen/dialoog die door lerenden worden nagesproken en herhaald. De zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les biedt een audio-opname van dertig minuten die nieuwe vocabulaire en taalstructuren bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de doeltaal niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur cursussen en de ervaringen met Pimsleur variëren. De lerenden zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo spreken, werkt de Pimsleur-methode heel goed om de uitspraak te verbeteren.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft, was het principe van Michel Thomas. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en nieuwe stof wordt afgewisseld met reeds bekende stof. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal, als deze verbanden er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de studenten het voorgaande begrepen en verworven hebben. Naast woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd. Hiermee kunnen de gebruikers zelf zinnen maken. De leermethode maakt ook gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal. De studenten die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen trainen luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op efficiënte wijze en zijn zeer toegankelijk. Dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet doordat de methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 is opgericht door Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat voor een taalcursus vrij hooggegrepen was. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist werkt bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat hiernaast, met de grammaticale uitleg. Om de uitspraak van de vreemde taal te trainen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ongeveer vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de studenten te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en spreken; dit begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De docent kan een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het gebruik. Luistervaardigheid, waar de meeste docenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis. Deze methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Tegelijkertijd is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen input wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later worden herhaald. Deze woorden of zinnen op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Het idee is niet om al deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze zinnen of woorden in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan goed functioneren voor woorden die van betekenis en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList Method kan goed functioneren voor lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal bestaat uit veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode zeer tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal aan te leren. Op die manier leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode werkt het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. De leeractiviteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, dienen stimulerend te zijn, om ervoor te zorgen dat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers, doordat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal te leren, wordt als prettig ervaren. Studenten krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat van de nieuwe taal. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van bepaalde combinaties van woorden en groepen woorden in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aangeboden aan de studenten in betekenisvolle situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier leren, is het voordeel van de Structurele Aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach kent ook keerzijden. Deze manier van werken is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen inbreng van de student is gelimiteerd; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de vreemde taal in praktijk te brengen met gebruik van de CLT-technieken door de interactie met de taaldocent en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de docent draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de lerenden helpen om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer vraag om een taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Voor de lerende is deze methode stimulerend doordat hij of zij vlug succeservaringen heeft. Foutjes mogen worden gemaakt; de vaardigheid van de lerende wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De planning en de voorbereiding vereisen veel tijd van de taaldocent en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren moeilijk of ongebruikelijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Onderwijs in Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was geheel gericht op grammatica en vertalen. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het belangrijkste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, gebruikt wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin wordt omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de vreemde taal reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een erg goede leermethode voor vreemde talen gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid kan met deze methode uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode behoorlijk intensief is, is het belangrijkste voordeel dat met deze methode snel resultaat wordt geboekt. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerende moet echt in de te leren taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. Door in groepen samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dat als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de leermethode. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Dat een dergelijke training nogal intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet elke lerende heeft de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de studenten essentieel. Dat de studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde. Om dit te kunnen bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. Studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en in de les was ook altijd achtergrondmuziek. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren lijsten met woorden bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. De studenten werden op deze manier in de verleiding gebracht om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de studenten, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook streekgerechten werden in de les gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last zal van faalangst of frustratie hebben. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend zijn dan dat muziek ontspannend en stimulerend werkt. Dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn. De docent geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om te kunnen herbeluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om te leren. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Community Language Learning kan prima werken als deze correct wordt toegepast. Community Language Learning is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich veel bewuster van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als een team te werken. Het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden in hun spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat krijgt in deze benadering meer nadruk dan grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de taaltrainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat besteed die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de ingrijpende wending in de wijze waarop talen worden onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de vreemde taal op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal) te werken; met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Een aantal studenten heeft meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan vanzelf snel in de te leren taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
François Gouin’s concepten over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Gouin’s leermethodiek was gedurende een bepaalde periode succesvol, ondanks de ongewone aanpak. Deze methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden goed en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. De lerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, boodschappen doen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) is vanaf het begin van de jaren negentig erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij lerenden (voornamelijk lerenden met een achterstand) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkwijze, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen met andere studenten te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als motiverend en plezierig ervaren .
Als keerzijde kan worden gezien dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte gesprekken over praktische items is het doel van de Dogme-methode, waarbij het om de communicatie gaat als de drijvende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de lerende en de docent. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van vreemde talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor docenten. Het kan erg motiverend zijn dat de lerenden verantwoordelijk voor hun eigen leerproces zijn. Voorspelbaar zijn de lessen zo nooit; dit zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk item kan in een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Het houdt studenten betrokken en alert.
Als lerenden zo weinig bij de hand genomen worden door de trainer kunnen ze zich daartegenover minder op hun gemak voelen. Ook zijn niet alle docenten voldoende flexibel voor dit type onderwijs. Nog een nadeel kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de leerstof hiervoor wordt behandeld tijdens de taallessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. Woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een minpunt van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend tot het soepel gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben gezegd. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de nieuwe taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een bijkomende reden zodat het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-methode is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep met lerenden kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de techniek van Shadowing is dat de lerenden het wellicht wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden vormen dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen inzetbaar, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook worden gebruikt in klassen die wat groter zijn. De taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethodiek (aanvullend) nodig is. Ook is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn, ontstond omstreeks 1900. Overigens had deze Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar eveneens op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica eerder inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak. Het werd aangemoedigd om de studenten vaak te laten praten. Dat de taalles in de doeltaal gegeven werd, was ook nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de woordenschat van de vreemde taal gebeurde door middel van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen krijgen. Nadelen heeft deze leermethode echter ook. Deze leermethode besteedt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en veel minder aandacht aan lezen in de doeltaal. De Directe Methode biedt voor de meer gevorderde student onvoldoende uitdagingen. Doordat de Directe Methode op een dynamische inzet vanuit de studenten is gestoeld, is de leermethode eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een trainer, die maar één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Gattegno.
De trainer gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Caleb Gattegno had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno zei dat taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde staafjes die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De leermethodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast, zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn leermethode niet-bedreigend is voor studenten, die tenslotte als autonoom worden gezien. In principe is de docent dienstbaar aan de lerenden en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Meestal wordt de geleerde stof goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Het kan een nadeel van de leermethode zijn dat een aantal lerenden meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er snel af raakt, waardoor het effect weer verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om vreemde te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De trainer vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat de verhalen eenvoudig zijn te begrijpen, ontspannen de lerenden zich. Woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De docent wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De docent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om daarna met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de lerende en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van taaldocenten vraagt, is een keerzijde.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale hulpmiddelen om een taal te leren
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Babbel, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere methode om een taal te leren om talen te leren:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Er is echter een betere methode om een taal te leren om talen te leren:
De Methode van Dagnall Talen.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De Dagnall app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven en organisaties.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De Dagnall app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven en organisaties.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Leiden.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Leiden
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de cursisten bij blended learning met afwisseling wel een zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Leiden op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het platform biedt gevarieerde en interactieve content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor het hoogst mogelijke leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform bieden wijinstituut eveneens een eigen App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op alle (mobiele) apparaten. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. De cursisten kunnen dus een taal leren wanneer en waar het hen schikt. De oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen en specifieke productnamen integreren in de App. De App kan dus zeer praktijkgericht worden gebruikt en de Dagnall App blijft ook beschikbaar nadat de training in Leiden is afgerond.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall Taleninstituut voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Leiden
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Medewerkers die diverse talen spreken, zijn daarom vaak onmisbaar in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online technische en zakelijke taaltrainingen
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het onlineplatform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining
Alleen het volgende is nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc/iMac met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Leiden ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Leiden ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Leiden
Het Europees Referentiekader (ERK)
Voor aanvang van de cursus krijgt de cursist een intake, om een inzicht te krijgen van het taalniveau bij het begin. Aan de hand van het Europees Referentiekader (ERK) wordt dit taalniveau bij het begin omschreven. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
U ontvangt het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Leiden.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om de verschillende niveaus van taalvaardigheid in te kunnen delen.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK kenschetst vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: luisteren, lezen, spreken, schrijven en het voeren van gesprekken.
De Engelse naam en afkorting wordt eveneens veel toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Voor deze taalvaardigheden zijn in het ERK zes niveaus bepaald; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De zes niveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK kenschetst vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: luisteren, lezen, spreken, schrijven en het voeren van gesprekken.
De Engelse naam en afkorting wordt eveneens veel toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Voor deze taalvaardigheden zijn in het ERK zes niveaus bepaald; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De zes niveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A is van toepassing op beginners.
Een cursist die niveau B beheerst, bezit alle basiskennis in de Franse taal.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, gaan richting de moedertaalgebruiker. Zo iemand gebruikt de vreemde taal probleemloos in verschillende situaties.
Een cursist die niveau B beheerst, bezit alle basiskennis in de Franse taal.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, gaan richting de moedertaalgebruiker. Zo iemand gebruikt de vreemde taal probleemloos in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De kernpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten die onder meer eisen bevat voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons instituutinstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en de NRTO heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en de NRTO heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Leiden, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
De persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan nodig en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies beschermd te worden. Dagnall voldoet vanzelfsprekend aan alle vereisten die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Leiden zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Taleninstituut staat ingeschreven in het CRKBO-register. De naam CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Leiden
Contact taleninstituut Leiden
U kunt direct contact opnemen met ons taleninstituut in Leiden. U kunt ons bereiken via 070-2076707 (geen menu) voor meer informatie. U kunt ons ook een e-mail sturen via taleninstituut-leiden@dagnall.nl.
Of ga naar ons contactformulier. Uiteraard kunt u ook het informatiepakket voor cursussen aanvragen. Dit is geheel gratis.
De juiste route naar een taleninstituut in Leiden!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Leiden
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw eigen locatie volgen of in Leiden, bijvoorbeeld in het pand van Frame Offices aan de Kanaalpark 140 in Leiden. Ons taleninstituut kan eveneens taalcursussen in Leiden verzorgen bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Leiden aan de Haagse Schouwweg 14, bij Hotel Golden Tulip Leiden Centre aan de Schipholweg 3, bij Fletcher Wellness-Hotel Leiden aan de Bargelaan 180, bij Holiday Inn Leiden aan de Haagse Schouwweg 10 en bij Boutique Hotels van Leyden aan de Oude Singel 212.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Leiden kan bij ECC Leiden aan de Haagse Schouwweg 10, bij de Leidse Schouwburg - Stadsgehoorzaal aan de Oude Vest 43.
Leiden - geschiedenis
De oudste sporen van bewoning van de streek waar Leiden nu ligt, dateren uit de late steentijd (2000 v.Chr.). In de Romeinse tijd was Leiden eveneens bewoond gebied, maar Leiden bestond pas als nederzetting na het jaar 800, met de ontginning van de veengronden. Leiden wordt voor het eerst genoemd (als ‘Leithon’) in 860.
De naam van de stad Leiden is een verbastering van een Oudnederlands naamwoord leitha, dat lede werd in het Middelnederlands. Beide woorden betekenen ‘waterloop’. Leithon als verbuiging van leitha betekent dan ‘aan het water’.
Leiden - nu
Leiden ligt in de regio Holland Rijnland en Leiden grenst aan het Groene Hart. Plaatsen in de buurt van de stad Leiden zijn Katwijk aan Zee, Koudekerk aan den Rijn, Leiderdorp, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnsburg, Roelofarendsveen,
Sassenheim, Voorschoten, Warmond, Wassenaar en Zoeterwoude. Leiden ligt in de provincie Zuid-Holland. De gemeente Leiden telt bijna 125.000 inwoners.
Vlag gemeente Leiden
Wapen gemeente Leiden
Inwoners
Een inwoner van Leiden noemt men een ‘Leidenaar’, maar Leidenaren worden ook wel glibbers genoemd.
Eigenlijk waren ze glippers; mensen die tijdens het Beleg van Leiden de stad uitvluchtten.
Bekende Leidenaren zijn Menno Bentveld, Bartho Braat, Laurentien Brinkhorst, Mary Bey (zangeres zonder naam), Armin van Buuren, Fred
Eigenlijk waren ze glippers; mensen die tijdens het Beleg van Leiden de stad uitvluchtten.
Bekende Leidenaren zijn Menno Bentveld, Bartho Braat, Laurentien Brinkhorst, Mary Bey (zangeres zonder naam), Armin van Buuren, Fred
Emmer, Isa Hoes, Jan Steen, Sebastiaan Labrie, Marinus van der Lubbe Jochem Myjer, Kjeld Nuis, Ben Pon, Gottfried van Swieten, Esmee Visser, Nynke de Zoeten.
Iets wat uit Leiden komt, heet ‘Leids’, zoals Leidse kaas.
Leiden kreeg stadsrechten in 1266.
Iets wat uit Leiden komt, heet ‘Leids’, zoals Leidse kaas.
Leiden kreeg stadsrechten in 1266.
Leiden - internationaal & scholing
Partnersteden
Leiden is de op drie na grootste gemeente van de provincie Zuid-Holland.
Partnersteden heeft Leiden ook. De partnersteden van Leiden zijn Buffalo City in Zuid-Afrika, Juigalpa in Nicaragua, Krefeld in Duitsland, Oxford in het Verenigd Koninkrijk en Toruń in Polen.
Hoger onderwijs
Er zijn vier hogescholen in Leiden gevestigd: Global School for Entrepreneurship, Hogeschool Leiden, de NTI en Webster University.
Leiden is een echte studentenstad met de oudste universiteit van Nederland; de Universiteit van Leiden (LEI), opgericht in het jaar 1575.
Vlag provincie Zuid-Holland
Wapen provincie Zuid-Holland
Typisch Leids
Leiden staat bekend als Sleutelstad, studentenstad, het Rijksmuseum voor Oudheden en Naturalis, de historische binnenstad met grachten, monumentale bouwwerken en hofjes.
Leiden heeft niet alleen de oudste universiteit van Nederland maar ook de oudste botanische tuin.
Leiden heeft niet alleen de oudste universiteit van Nederland maar ook de oudste botanische tuin.
Leiden fungeert als belangrijke studentenstad, maar eveneens als regiostad op het gebied van winkelen, horeca, zorg en cultuur.
Weinig mensen weten van Leiden is dat Rembrandt er werd geboren.
Leiden - minder bekend
Weinig mensen weten van Leiden is dat Rembrandt er werd geboren.
Leids dialect en accent
Dit dialect wordt niet veel meer gesproken. Kenmerkend voor het Leids is de ‘Amerikaanse’ ‘r’ achterin de keel.
Sommige klinkers zijn afwijkend ten opzichte van het Standaardnederlands: de ‘ei/ij’ klinkt als è en de ‘o’ als u (juh).
Kenmerkend voor de Zuid-Hollandse dialecten is dat er geen onderscheid tussen ‘kunnen’ en ‘kennen’ wordt gemaakt en evenmin tussen ‘liggen’ en ‘leggen’.
Sommige klinkers zijn afwijkend ten opzichte van het Standaardnederlands: de ‘ei/ij’ klinkt als è en de ‘o’ als u (juh).
Kenmerkend voor de Zuid-Hollandse dialecten is dat er geen onderscheid tussen ‘kunnen’ en ‘kennen’ wordt gemaakt en evenmin tussen ‘liggen’ en ‘leggen’.
Een kanebraaier is Leids voor een ‘uitslover’. Een stikkeltje is een ‘elastiekje’.
Eén toet mem wil zeggen: “één pot nat”.
Het tranenkleed aantrekken betekent ‘trouwen’.
Eén toet mem wil zeggen: “één pot nat”.
Het tranenkleed aantrekken betekent ‘trouwen’.
Leiden - “Stad van ontdekkingen”
Leiden - zakelijk
De gemeente Leiden
Het netnummer van Leiden is 071.
Het postcodegebied van Leiden is 2300 - 2334.
Het adres van het gemeentehuis van Leiden is Bargelaan 190, 2333 CW in Leiden.
De website van de gemeente Leiden is gemeente.leiden.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Leiden is 14 071.
Zakendoen in Leiden
Voor Leidse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Den Haag aan de Koninginnegracht 13, 2514 AA in Den Haag. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Leiden is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Leiden is KVK-kantoor Den Haag.
Leiden - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Leiden vaak op bedrijventerrein Cronestein, op het Leiden Bio Science Park (bedrijventerrein Leeuwenhoek), op bedrijventerrein Merenwijk, Roomburg, Tussen Rijn of op bedrijventerrein Rail en De Waard.
In Leiden bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Airbus Defence and Space Netherlands, Apotex Nederland, Astellas Pharma, AYE Holland, Baseclear, Chiltern International, Crucell, Diastatische Producten, Dupont Genencor International,
In Leiden bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Airbus Defence and Space Netherlands, Apotex Nederland, Astellas Pharma, AYE Holland, Baseclear, Chiltern International, Crucell, Diastatische Producten, Dupont Genencor International,
Eurocross Assistance Netherlands, Galapagos, Hal Allergy Benelux, Heerema Groep, Human Metabolome Technologies (HMT), Jacobs, Janssen Biologics, Koninklijke Brill, Luba uitzendbureau, Matchpartner, Mosadex, Multy Group, NTI, Regiebouw Groep, UL Identity Management & Security, onze collega’s van The Square Mile, Verhagen Leiden, Xendo, Montèl in Leiderdorp en Pharming Olympus Nederland in Leiderdorp.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Leids nieuws
De Leidse nieuwsportalen zijn Sleutelstad.nl en Unity.nu en Leidse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Zuid-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Leiden kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep West.
Ondernemers in Leiden kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep West.
Leidenaren en ondernemingen in Leiden kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Leidsch Dagblad.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Leiden
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Leiden laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Leiden een bezoek brengen aan Rijksmuseum Boerhaave, aan Corpus Experience, aan Hortus Botanicus Leiden, aan het Japanmuseum SieboldHuis, aan Museum De Lakenhal, aan het Leiden American Pilgrim Museum, aan Naturalis, aan Museum Volkenkunde of aan Museum Het Leids Wevershuis.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een leuk idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Leidse voetbalclub Sporting Leiden, Voetbalclub UVS, DoCos of Roodenburg meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Leiden kunt u terecht bij T.C. Unicum, bij T.C. Roomburg, bij LTV De Merenwijk of bij LTC De Munnik in Leiderdorp.
Golf, ontspanning & lunch Wellicht hebt u zin om na de cursus bij ons taleninstituut in Leiden of met uw internationale (zaken)relatie bij Leiden een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de buurt van Leiden ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit.
De golfbaan in de buurt voor Leiden is Golfclub Kagerzoom in Warmond. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Veerpolder 20, 2361 KV in Warmond. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 071-301 35 90. De website van de golfbaan is www.kagerzoom.nl.
Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij Timber Club en Restaurant. Oegstgeester Golfclub is nog een golfbaan in de buurt van Leiden.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Leiden die eveneens op Youtube kunnen worden bekeken.
Door direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Direct onder deze filmpjes staan de locaties van Zuid-Holland alsook Leiden op Google Maps.
Door direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Direct onder deze filmpjes staan de locaties van Zuid-Holland alsook Leiden op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt het kaartje groot weergeven in een nieuw venster.
Promovideo Leiden
Dronebeelden Leiden
Google Maps Zuid-Holland
Google Maps Leiden
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Leiden
Leids nieuws
Hieronder kunt u het laatste nieuws uit Leiden van diverse nieuwsbronnen lezen.
Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Nieuws uit Leiden
- Leiden viert jubileumjaar Leidens Ontzet - Nieuws.nl
- Grappig! Je kunt Willem-Alexander tegenkomen tijdens Leidens Ontzet - indebuurt
- Leiden viert jubileumjaar Leidens Ontzet - MSN
- Twee Leidse restaurants in de Michelin-prijzen. ‘Echt súperblij’ - Leidsch Dagblad
- Documentaire 'Sporen van Drie Oktober' te zien bij Sleutelstad - Sleutelstad
- Ongeval met letsel op A4 in Leiden - AD
- Albert Heijn Breestraat eind oktober open - Sleutelstad
- Glibbertreel leidt deelnemers door opmerkelijke plekken in centrum Leiden - Leidsch Dagblad
- Feest voor deze Leidse restaurants! Ze staan voor het eerst in de Bib Gourmand - indebuurt
Nieuws uit de provincie Zuid-Holland
- Automobilisten in Zuid-Holland moeten weer meer belasting betalen - - AutoWeek
- Wolf komt mogelijk ook naar Zuid-Hollandse duinen - Omroep West
- De wolf komt naar Zuid-Holland, daar rekent de provincie op: ‘Wolfwerende rasters beschikbaar’ | Rotterdam - AD
- Zuid-Holland houdt rekening met komst van de wolf - Nederlands Dagblad
- Automobilisten in Zuid-Holland moeten weer meer provinciale opcenten betalen - TaxLive
- Zuid-Holland houdt rekening met komst van de wolf - AD
- CDA blij dat bushalte Thorbeckelaan Sliedrecht niet wordt verplaatst - CDA
- Automobilisten in Zuid-Holland moeten weer meer belasting betalen - Mobiliteit
- Jongen breekt kaak bij mishandeling | Team West [video] | Zuid-Holland - Drimble.nl
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Taleninsituut verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Leiden
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Leiden alsook tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Leiden
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten