Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Organisaties die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen van het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Kampen.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken hebben hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Kampen aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Kampen aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen vreemde talen leren op de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Behalve algemene taaltaalcursussen zijn organisaties vooral geïnteresseerd in de werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. De taalcursussen worden op de individuele behoeften van de klant afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Kampen. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Onze filosofie is om vreemde talen te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Dagnall Taleninstituut gaat daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos kunt leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Door onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen de cursist in grote stappen naar het beoogde niveau met vijftien minuten dagelijks oefenen.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Kampen.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taaltraining legt niet alleen de nadruk op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taaltraining is vanzelfsprekend ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Lelystad) die het beste bij hem of haar past.
De vakkundige trainers van ons taleninstituut zijn heel bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen inzetten. Dat werkt erg plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement bereikt Dagnall Talen door een mix van deze beproefde leermethode met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor cursussen terecht die op maatwerktrainingen gebaseerd zijn.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 lerenden, duocursussen (2 lerenden), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
De taaltrainers van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en de taaltrainers spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall Talen in Kampen. Deze, door de jaren steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursus is niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar tevens aangepast aan de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven.
Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt Dagnall Taleninstituut gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Kampen gegeven worden.
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Kampen en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren.
De leergroepen houden we zo klein mogelijk de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement omdat in vrij korte tijd behoorlijk veel kennis wordt geleerd.
Doordat de cursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden.
Nog een belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is ook cursus goed af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere lerenden; actief gebruik van de doeltaal in de groep door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot voordeel; van de fouten van andere deelnemers kunnen leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. Deze afwisseling kunnen deelnemers leuker vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat tegelijktijd meerdere medewerkers worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn voor de lerenden groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Discussies en rollenspellen kunnen bij een individuele cursus alleen worden gevoerd en gedaan met de trainer.
De geleerde kennis kan niet worden geoefend in groepsverband doordat er geen interactie met andere cursisten is.
Ook is het niet mogelijk om van elkaars fouten te leren omdat groepsdynamiek ontbreekt.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor cursisten ook vrij intensief (zwaarder).
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten wat eerder afgeleid zijn. Het rendement ligt hierdoor iets lager. Dit kan gedeeltelijk ondervangen worden door de groep wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroep).
Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van cursisten worden afgestemd.
Een bijkomstig nadeel van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten afgestemd kan worden.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel werd gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om vrijwel foutloos te leren verstaan en te leren spreken, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan een zin bijvoorbeeld 10 keer herhalen en daarna een extra woord hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in ons land pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel kwamen er grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het memoriseren van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Vanaf het begin wordt de juiste uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van de kennis van de taal kan bieden. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Tevens heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de lerenden. Hierdoor ligt het gevaar van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later herhaald worden. De zinnen en woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat deze woorden en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer de kennis relevant en van betekenis is. De GoldList-methode kan dus alleen werken voor woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode goed functioneren. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een minpunt van deze methode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangelegd moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op op een natuurlijke wijze verwerven van de vreemde taal gericht. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Zo leert men onbewust ook de taalregels van de vreemde taal. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica. De lerende zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. Studenten krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. De Structurele Aanpak staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het verwerven van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van specifieke woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden in herkenbare situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aan de lerenden aangedragen. De structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheid (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgt de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet voor de situatie. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. Deze manier van werken is tamelijk tijdrovend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen input van de studenten is gelimiteerd; de methode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren middels de CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaldocent draagt onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die de studenten leren te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. In (een verdere eenwording van) Europa ontstond meer vraag om talen te leren door middel van een methode die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. Het is een efficiënte methode. Deze methode is stimulerend voor de lerenden omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vraagt veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van studenten. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor sommige lerenden lastig of ongebruikelijk, afhankelijk van de achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op het vertalen en de grammatica. Dat werd destijds gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocenten dragen kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt de grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden. De methode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de lerenden bij het werken in een groep. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met simulaties en rollenspellen gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere methode om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een uitstekende methode om vreemde talen te leren. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerenden moeten echt in de doeltaal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerende is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. Lerenden ervaren dit als motiverend.
Een keerzijde is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Dat een dergelijke training nogal intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de studenten en de docent. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te kunnen bereiken. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en er werd altijd muziek in de klas gedraaid. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica en lijsten met woorden bij de teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem alsook gebaren. Zo werden studenten uitgenodigd om te luisteren en ze konden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de les bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor lerenden minder last hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Voor sommige studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de docent waarbij de lerende altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de taal nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten als middel om de vreemde taal te leren. Een lesboek wordt niet gebruikt; het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze docent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed werken als deze op de juiste wijze wordt toegepast. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich een stuk bewuster van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren als team samen te werken. Het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel zijn. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen gehouden. Daarom is het succes lastig te meten. Een aantal lerenden wordt belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de rol van de trainer om voor genoeg inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de leerboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren de studenten de taal op een natuurlijke wijze te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is het nadeel van deze leermethode. Sommige studenten hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze actie zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de nieuwe taal gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was enige tijd een succes, ondanks de vrij ongebruikelijke aanpak. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De leermethode maakt studenten nieuwsgierig, dit is een goede leermethode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de lerenden sterk.
De seriemethode heeft echter als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series moet voorbereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschappen doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, zolang de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een alledaagse, natuurlijke manier in contact met de taal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken met andere studenten. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.
Bedacht door wie en wanneer
In 2000 bedacht Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-benadering is het beginnen van echte conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als drijvende kracht van een vreemde taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen de studenten en de trainer. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor docenten. Dat studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces, kan erg motiverend werken. Voorspelbaar zijn de taallessen zo niet. Dat zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Tijdens een Dogme-les is vrijwel elk item bespreekbaar. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent kunnen lerenden zich echter ongemakkelijk voelen. Voor dit type onderwijs zijn ook niet alle trainers voldoende flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof aan de orde komt in de taallessen, kan een ander keerzijde zijn van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk om een nieuwe taal te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook de taal die vereist is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van de leermethode bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst al begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat dit heel gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben gezegd. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende teksten in staan, zijn veel leerboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij bewegen, is een bijkomende reden zodat het leren van de taal aanzienlijk effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is simultaan spreken eveneens verschillend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep lerenden, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
Het nadeel van deze techniek is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die van het principe uitgaat dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, de spreekvaardigheid volgt daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methodiek levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student stressvrij leren. TPR® is in principe geschikt voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en de methodiek kan ook in iets grotere klassen worden ingezet. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Daardoor werkt het tot op een zeker niveau en is nog een andere leermethode nodig als aanvulling. Ook is de methodiek niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Deze Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er kwamen veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal. Studenten werden aangemoedigd vaak te praten. Dat de lessen in de doeltaal gegeven werden, was eveneens nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de lessen. Door middel van voorbeelden en afbeeldingen werd de vocabulaire aangeleerd. De lerenden boden zelf abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloeden van de oorlogen en crises verdween de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Spreken en luisteren komen uitgebreid aan bod, waardoor lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen ontwikkelen. Aan de leermethode kleven echter eveneens minpunten. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook relatief minder. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde student niet genoeg uitdaging. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet heel bruikbaar, doordat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een trainer gebaseerd, die één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en aangepast, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainer gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak van de taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere blokjes met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek gebruikt eveneens Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de vreemde taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal wel van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die immers gezien wordt als autonoom. De docent is in feite dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Over het algemeen wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken magwat bijdraagt aan het leerproces.
Het feit dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat, kan een minpunt zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect van de leermethode kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden woorden en structuren vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaldocent wijst studenten op grammaticale fenomenen van de doeltaal, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met hun vertalingen, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit voor input zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze om een vreemde taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook de creatieve intelligentie aanboort, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de lerenden is TPRS een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte is gevonden, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. De taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om de uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker (native speaker). Verbetering van de uitspraak kan bereikt worden door de voorbeeldspreker iets langzamer te laten spreken en vervolgens veel na te zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheden van de lerenden te oefenen. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is zeer eenvoudig in het gebruik en kan door de studenten worden gebruikt op elk moment. De studenten bepalen zelf welke onderdelen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel mensen vinden het plezierig om met de leermethode te werken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Het feit dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden, is een keerzijde van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij introduceerde in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om een vreemde taal te leren.
De cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen die door studenten daarna worden nagesproken en herhaald. De zinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling. Elke les biedt een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en taalstructuren bevat in de doeltaal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder meer in de Verenigde Staten worden de taalcursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier spreken in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur erg goed als uitspraakverbeteraar.
Het nadeel van de leermethode van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen van de taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte de lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de cursist op pauze klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De les wordt in kleine delen opgebouwd en lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de Engelse taal en de doeltaal. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de student de makkelijke stof heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de lerenden zelf zinnetjes kunnen bouwen. Ook gebruikt de methodiek van flashcards om zelf de woordenschat te toetsen alsook online oefeningen om de eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de taal en vinden de Michel Thomas-methode prettig werken. Studenten die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint uitspraak en luistervaardigheid van de vreemde taal op efficiënte wijze en is ook heel toegankelijk. Een nadeel van de methode is dat deze cursussen niet voorzien in schrijfvaardigheid. Ook is er geen echte interactie, omdat het een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘opgaan in de andere groep, mengen met’. Dit was wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De cursisten werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de vertaling, alsook grammaticale toelichting. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursisten dienen te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel werd gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om vrijwel foutloos te leren verstaan en te leren spreken, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan een zin bijvoorbeeld 10 keer herhalen en daarna een extra woord hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in ons land pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel kwamen er grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het memoriseren van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Vanaf het begin wordt de juiste uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van de kennis van de taal kan bieden. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Tevens heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de lerenden. Hierdoor ligt het gevaar van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later herhaald worden. De zinnen en woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat deze woorden en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer de kennis relevant en van betekenis is. De GoldList-methode kan dus alleen werken voor woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode goed functioneren. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een minpunt van deze methode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangelegd moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op op een natuurlijke wijze verwerven van de vreemde taal gericht. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Zo leert men onbewust ook de taalregels van de vreemde taal. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica. De lerende zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. Studenten krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. De Structurele Aanpak staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het verwerven van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van specifieke woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden in herkenbare situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aan de lerenden aangedragen. De structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheid (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgt de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet voor de situatie. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. Deze manier van werken is tamelijk tijdrovend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen input van de studenten is gelimiteerd; de methode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren middels de CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaldocent draagt onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die de studenten leren te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. In (een verdere eenwording van) Europa ontstond meer vraag om talen te leren door middel van een methode die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. Het is een efficiënte methode. Deze methode is stimulerend voor de lerenden omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vraagt veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van studenten. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor sommige lerenden lastig of ongebruikelijk, afhankelijk van de achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op het vertalen en de grammatica. Dat werd destijds gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocenten dragen kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt de grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden. De methode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de lerenden bij het werken in een groep. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met simulaties en rollenspellen gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere methode om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een uitstekende methode om vreemde talen te leren. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerenden moeten echt in de doeltaal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerende is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. Lerenden ervaren dit als motiverend.
Een keerzijde is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Dat een dergelijke training nogal intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de studenten en de docent. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te kunnen bereiken. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en er werd altijd muziek in de klas gedraaid. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica en lijsten met woorden bij de teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem alsook gebaren. Zo werden studenten uitgenodigd om te luisteren en ze konden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de les bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor lerenden minder last hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Voor sommige studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de docent waarbij de lerende altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de taal nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten als middel om de vreemde taal te leren. Een lesboek wordt niet gebruikt; het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze docent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed werken als deze op de juiste wijze wordt toegepast. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich een stuk bewuster van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren als team samen te werken. Het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel zijn. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen gehouden. Daarom is het succes lastig te meten. Een aantal lerenden wordt belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de rol van de trainer om voor genoeg inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de leerboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren de studenten de taal op een natuurlijke wijze te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is het nadeel van deze leermethode. Sommige studenten hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze actie zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de nieuwe taal gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was enige tijd een succes, ondanks de vrij ongebruikelijke aanpak. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De leermethode maakt studenten nieuwsgierig, dit is een goede leermethode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de lerenden sterk.
De seriemethode heeft echter als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series moet voorbereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschappen doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, zolang de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een alledaagse, natuurlijke manier in contact met de taal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken met andere studenten. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.
Bedacht door wie en wanneer
In 2000 bedacht Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-benadering is het beginnen van echte conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als drijvende kracht van een vreemde taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen de studenten en de trainer. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor docenten. Dat studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces, kan erg motiverend werken. Voorspelbaar zijn de taallessen zo niet. Dat zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Tijdens een Dogme-les is vrijwel elk item bespreekbaar. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent kunnen lerenden zich echter ongemakkelijk voelen. Voor dit type onderwijs zijn ook niet alle trainers voldoende flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof aan de orde komt in de taallessen, kan een ander keerzijde zijn van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk om een nieuwe taal te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook de taal die vereist is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van de leermethode bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst al begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat dit heel gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben gezegd. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende teksten in staan, zijn veel leerboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij bewegen, is een bijkomende reden zodat het leren van de taal aanzienlijk effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is simultaan spreken eveneens verschillend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep lerenden, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
Het nadeel van deze techniek is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die van het principe uitgaat dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, de spreekvaardigheid volgt daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methodiek levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student stressvrij leren. TPR® is in principe geschikt voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en de methodiek kan ook in iets grotere klassen worden ingezet. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Daardoor werkt het tot op een zeker niveau en is nog een andere leermethode nodig als aanvulling. Ook is de methodiek niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Deze Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er kwamen veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal. Studenten werden aangemoedigd vaak te praten. Dat de lessen in de doeltaal gegeven werden, was eveneens nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de lessen. Door middel van voorbeelden en afbeeldingen werd de vocabulaire aangeleerd. De lerenden boden zelf abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloeden van de oorlogen en crises verdween de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Spreken en luisteren komen uitgebreid aan bod, waardoor lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen ontwikkelen. Aan de leermethode kleven echter eveneens minpunten. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook relatief minder. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde student niet genoeg uitdaging. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet heel bruikbaar, doordat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een trainer gebaseerd, die één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en aangepast, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainer gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak van de taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere blokjes met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek gebruikt eveneens Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de vreemde taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal wel van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die immers gezien wordt als autonoom. De docent is in feite dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Over het algemeen wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken magwat bijdraagt aan het leerproces.
Het feit dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat, kan een minpunt zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect van de leermethode kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden woorden en structuren vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaldocent wijst studenten op grammaticale fenomenen van de doeltaal, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met hun vertalingen, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit voor input zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze om een vreemde taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook de creatieve intelligentie aanboort, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de lerenden is TPRS een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Kampen.
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Kampen op maat.
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Taleninstituut ook over een eigen App, geschikt voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus een taal leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, technische termen, specifieke productnamen en juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de training in Kampen.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall Taleninstituut voor uitstekend en spelenderwijs leren.
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Werknemers die diverse talen spreken, zijn derhalve onmisbaar in veel bedrijven en organisaties.
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Taleninstituut bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt variatie en interactie.
Het volgende is voldoende voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, pc of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
Dagnall Talen is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 norm is speciaal voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, projectbeheer, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal door twee specialisten/editors proefgelezen. Onze vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Kampen, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Kampen is een Hanzestad. Kampen beschikte in de Middeleeuwen over een flinke vloot van koggeschepen en was een welvarende stad.
De plaats Kampen maakt deel uit van de gelijknamige gemeente waar ook Grafhorst, ’s-Heerenbroek, IJsselmuiden, Kampereiland, Kamperveen, een deel van Mastenbroek, Wilsum en Zalk deel van uitmaken.
De partnersteden van Kampen zijn Pápa in Hongarije, Soest en Meinerzhagen in Duitsland en Eilat in Israël.
Kampen staat niet bekend als universiteitsstad, maar de Theologische Universiteit Kampen is er gevestigd.
Er zijn geen hogescholen in Kampen gevestigd.
Een goed bewaard geheim is de bijnaam van Kampen. De stad wordt het ‘Rotterdam van de Middeleeuwen’ genoemd.
Het postcodegebied van Kampen is 8260 - 8267.
Het adres van het gemeentehuis van Kampen is Burgemeester Berghuisplein 1, 8261 DD in Kampen. De website van de gemeente Kampen is Kampen.
nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Kampen is 14 038.
Voor Kamper ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Zwolle aan de Govert Flinckstraat 1, 8021 ET in Zwolle. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Kampen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Kampen is KVK-kantoor Zwolle.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Kampen laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Kampen een bezoek brengen aan Ikonenmuseum Kampen of aan het Stedelijk Museum Kampen.
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Kamper voetbalclub VV Kampen, Go-Ahead Kampen, KHC Kampen of DOS Kampen meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Kampen kunt u terecht bij KJLTC.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taaltrainingen in Kampen van topniveau
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Organisaties die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen van het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Kampen.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken hebben hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Kampen aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Kampen aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen vreemde talen leren op de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Behalve algemene taaltaalcursussen zijn organisaties vooral geïnteresseerd in de werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. De taalcursussen worden op de individuele behoeften van de klant afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Kampen. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Onze filosofie is om vreemde talen te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Dagnall Taleninstituut gaat daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos kunt leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Door onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen de cursist in grote stappen naar het beoogde niveau met vijftien minuten dagelijks oefenen.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Kampen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Talen stelt de leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de cursist(en) aan met hun contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt bepaald, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met de offerte.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en situatie.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en situatie.
Na enkele lessen evalueert de taaltrainer de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstellingen kunnen, indien nodig, aangepast worden.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers behaald zijn. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers behaald zijn. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar taleninstituut in Kampen sinds 1982
Taleninstituut Dagnall Talen levert sinds 1982 taalonderwijs op maat zakelijk aan het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Kampen en plaatsen in de buurt van Leeuwarden. Het taleninstituut Dagnall Talen maakt gebruik van een team van kundige en ervaren taaltaaltrainers die experts zijn op taalgebied en veel trainingen zakelijk hebben verzorgd in de Kop van Overijssel.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte methode van werken, levert Dagnall u effectieve en betaalbare taalcursussen in Kampen. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall Taleninstituut u kan bieden.
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Kampen
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Taalcursussen die zich richten op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel ondernemingen bekend.
Mensen zonder of met weinig kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een beperking in hun werkomgeving en willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren op de werkplek.
Mensen zonder of met weinig kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een beperking in hun werkomgeving en willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren op de werkplek.
Zij willen de aanwijzingen op het werk goed kunnen begrijpen en op kunnen volgen. Deze medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen het werk kunnen verrichten en uiteraard hun ambitie op hun werkgebied waarmaken. Dit vereist een investering in personeel en in de ontwikkeling van het bedrijf.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Kampen
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining legt niet alleen de nadruk op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taaltraining is vanzelfsprekend ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Lelystad) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige trainers van ons taleninstituut zijn heel bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen inzetten. Dat werkt erg plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement bereikt Dagnall Talen door een mix van deze beproefde leermethode met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor cursussen terecht die op maatwerktrainingen gebaseerd zijn.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 lerenden, duocursussen (2 lerenden), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
De taaltrainers van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en de taaltrainers spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall Talen in Kampen. Deze, door de jaren steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursus is niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar tevens aangepast aan de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Effectief talen leren in Kampen bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven.
Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt Dagnall Taleninstituut gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Kampen gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Kampen
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Kampen en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren.
De leergroepen houden we zo klein mogelijk de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement omdat in vrij korte tijd behoorlijk veel kennis wordt geleerd.
Doordat de cursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden.
Nog een belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is ook cursus goed af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere lerenden; actief gebruik van de doeltaal in de groep door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot voordeel; van de fouten van andere deelnemers kunnen leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. Deze afwisseling kunnen deelnemers leuker vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat tegelijktijd meerdere medewerkers worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn voor de lerenden groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij een individuele cursus alleen worden gevoerd en gedaan met de trainer.
De geleerde kennis kan niet worden geoefend in groepsverband doordat er geen interactie met andere cursisten is.
Ook is het niet mogelijk om van elkaars fouten te leren omdat groepsdynamiek ontbreekt.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor cursisten ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten wat eerder afgeleid zijn. Het rendement ligt hierdoor iets lager. Dit kan gedeeltelijk ondervangen worden door de groep wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroep).
Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van cursisten worden afgestemd.
Een bijkomstig nadeel van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut verzorgt cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij de taaltrainingen eveneens online of incompany aan.
Bij Taleninstituut Dagnall kiest u als cursist bijvoorbeeld voor een intensieve of semi-intensieve
Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij de taaltrainingen eveneens online of incompany aan.
Bij Taleninstituut Dagnall kiest u als cursist bijvoorbeeld voor een intensieve of semi-intensieve
cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Eveneens is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Vaak wordt voor een combinatie gekozen.
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Het beheersen van een taal houdt in niet alleen kennen maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van de opgedane kennis). Door de aandacht te vestigen op het verschil tussen kennen en kunnen, is de deelnemer in staat na voltooiing van de taaltraining in Kampen de verworven kennis snel en actief toe te passen.
Al gauw voelt u zich vertrouwd met de anderstalige taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel werd gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om vrijwel foutloos te leren verstaan en te leren spreken, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan een zin bijvoorbeeld 10 keer herhalen en daarna een extra woord hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in ons land pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel kwamen er grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het memoriseren van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Vanaf het begin wordt de juiste uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van de kennis van de taal kan bieden. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Tevens heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de lerenden. Hierdoor ligt het gevaar van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later herhaald worden. De zinnen en woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat deze woorden en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer de kennis relevant en van betekenis is. De GoldList-methode kan dus alleen werken voor woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode goed functioneren. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een minpunt van deze methode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangelegd moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op op een natuurlijke wijze verwerven van de vreemde taal gericht. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Zo leert men onbewust ook de taalregels van de vreemde taal. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica. De lerende zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. Studenten krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. De Structurele Aanpak staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het verwerven van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van specifieke woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden in herkenbare situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aan de lerenden aangedragen. De structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheid (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgt de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet voor de situatie. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. Deze manier van werken is tamelijk tijdrovend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen input van de studenten is gelimiteerd; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren middels de CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaldocent draagt onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die de studenten leren te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. In (een verdere eenwording van) Europa ontstond meer vraag om talen te leren door middel van een methode die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. Het is een efficiënte methode. Deze methode is stimulerend voor de lerenden omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vraagt veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van studenten. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor sommige lerenden lastig of ongebruikelijk, afhankelijk van de achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op het vertalen en de grammatica. Dat werd destijds gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocenten dragen kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt de grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden. De methode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de lerenden bij het werken in een groep. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met simulaties en rollenspellen gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere methode om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een uitstekende methode om vreemde talen te leren. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerenden moeten echt in de doeltaal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerende is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. Lerenden ervaren dit als motiverend.
Een keerzijde is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Dat een dergelijke training nogal intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de studenten en de docent. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te kunnen bereiken. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en er werd altijd muziek in de klas gedraaid. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica en lijsten met woorden bij de teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem alsook gebaren. Zo werden studenten uitgenodigd om te luisteren en ze konden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de les bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor lerenden minder last hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Voor sommige studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de docent waarbij de lerende altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de taal nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten als middel om de vreemde taal te leren. Een lesboek wordt niet gebruikt; het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze docent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed werken als deze op de juiste wijze wordt toegepast. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich een stuk bewuster van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren als team samen te werken. Het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel zijn. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen gehouden. Daarom is het succes lastig te meten. Een aantal lerenden wordt belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de rol van de trainer om voor genoeg inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de leerboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren de studenten de taal op een natuurlijke wijze te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is het nadeel van deze leermethode. Sommige studenten hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze actie zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de nieuwe taal gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was enige tijd een succes, ondanks de vrij ongebruikelijke aanpak. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De leermethode maakt studenten nieuwsgierig, dit is een goede leermethode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de lerenden sterk.
De seriemethode heeft echter als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series moet voorbereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschappen doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, zolang de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een alledaagse, natuurlijke manier in contact met de taal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken met andere studenten. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
In 2000 bedacht Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-benadering is het beginnen van echte conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als drijvende kracht van een vreemde taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen de studenten en de trainer. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor docenten. Dat studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces, kan erg motiverend werken. Voorspelbaar zijn de taallessen zo niet. Dat zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Tijdens een Dogme-les is vrijwel elk item bespreekbaar. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent kunnen lerenden zich echter ongemakkelijk voelen. Voor dit type onderwijs zijn ook niet alle trainers voldoende flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof aan de orde komt in de taallessen, kan een ander keerzijde zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk om een nieuwe taal te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook de taal die vereist is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van de leermethode bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst al begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat dit heel gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben gezegd. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende teksten in staan, zijn veel leerboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij bewegen, is een bijkomende reden zodat het leren van de taal aanzienlijk effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is simultaan spreken eveneens verschillend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep lerenden, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
Het nadeel van deze techniek is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die van het principe uitgaat dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, de spreekvaardigheid volgt daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methodiek levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student stressvrij leren. TPR® is in principe geschikt voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en de methodiek kan ook in iets grotere klassen worden ingezet. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Daardoor werkt het tot op een zeker niveau en is nog een andere leermethode nodig als aanvulling. Ook is de methodiek niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Deze Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er kwamen veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal. Studenten werden aangemoedigd vaak te praten. Dat de lessen in de doeltaal gegeven werden, was eveneens nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de lessen. Door middel van voorbeelden en afbeeldingen werd de vocabulaire aangeleerd. De lerenden boden zelf abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloeden van de oorlogen en crises verdween de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Spreken en luisteren komen uitgebreid aan bod, waardoor lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen ontwikkelen. Aan de leermethode kleven echter eveneens minpunten. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook relatief minder. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde student niet genoeg uitdaging. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet heel bruikbaar, doordat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een trainer gebaseerd, die één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en aangepast, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainer gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak van de taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere blokjes met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek gebruikt eveneens Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de vreemde taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal wel van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die immers gezien wordt als autonoom. De docent is in feite dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Over het algemeen wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken magwat bijdraagt aan het leerproces.
Het feit dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat, kan een minpunt zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect van de leermethode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden woorden en structuren vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaldocent wijst studenten op grammaticale fenomenen van de doeltaal, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met hun vertalingen, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit voor input zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze om een vreemde taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook de creatieve intelligentie aanboort, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de lerenden is TPRS een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte is gevonden, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. De taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om de uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker (native speaker). Verbetering van de uitspraak kan bereikt worden door de voorbeeldspreker iets langzamer te laten spreken en vervolgens veel na te zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheden van de lerenden te oefenen. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is zeer eenvoudig in het gebruik en kan door de studenten worden gebruikt op elk moment. De studenten bepalen zelf welke onderdelen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel mensen vinden het plezierig om met de leermethode te werken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Het feit dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden, is een keerzijde van de methode.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij introduceerde in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om een vreemde taal te leren.
De cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen die door studenten daarna worden nagesproken en herhaald. De zinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling. Elke les biedt een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en taalstructuren bevat in de doeltaal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder meer in de Verenigde Staten worden de taalcursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier spreken in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur erg goed als uitspraakverbeteraar.
Het nadeel van de leermethode van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen van de taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte de lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de cursist op pauze klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De les wordt in kleine delen opgebouwd en lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de Engelse taal en de doeltaal. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de student de makkelijke stof heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de lerenden zelf zinnetjes kunnen bouwen. Ook gebruikt de methodiek van flashcards om zelf de woordenschat te toetsen alsook online oefeningen om de eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de taal en vinden de Michel Thomas-methode prettig werken. Studenten die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint uitspraak en luistervaardigheid van de vreemde taal op efficiënte wijze en is ook heel toegankelijk. Een nadeel van de methode is dat deze cursussen niet voorzien in schrijfvaardigheid. Ook is er geen echte interactie, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘opgaan in de andere groep, mengen met’. Dit was wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De cursisten werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de vertaling, alsook grammaticale toelichting. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursisten dienen te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer om de cursist te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel werd gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om vrijwel foutloos te leren verstaan en te leren spreken, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan een zin bijvoorbeeld 10 keer herhalen en daarna een extra woord hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in ons land pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel kwamen er grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het memoriseren van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Vanaf het begin wordt de juiste uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van de kennis van de taal kan bieden. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Tevens heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de lerenden. Hierdoor ligt het gevaar van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later herhaald worden. De zinnen en woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat deze woorden en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer de kennis relevant en van betekenis is. De GoldList-methode kan dus alleen werken voor woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode goed functioneren. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een minpunt van deze methode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangelegd moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op op een natuurlijke wijze verwerven van de vreemde taal gericht. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Zo leert men onbewust ook de taalregels van de vreemde taal. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica. De lerende zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. Studenten krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. De Structurele Aanpak staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het verwerven van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van specifieke woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden in herkenbare situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aan de lerenden aangedragen. De structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheid (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgt de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet voor de situatie. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. Deze manier van werken is tamelijk tijdrovend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen input van de studenten is gelimiteerd; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren middels de CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaldocent draagt onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die de studenten leren te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. In (een verdere eenwording van) Europa ontstond meer vraag om talen te leren door middel van een methode die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. Het is een efficiënte methode. Deze methode is stimulerend voor de lerenden omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vraagt veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van studenten. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor sommige lerenden lastig of ongebruikelijk, afhankelijk van de achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op het vertalen en de grammatica. Dat werd destijds gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocenten dragen kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt de grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden. De methode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de lerenden bij het werken in een groep. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met simulaties en rollenspellen gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere methode om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een uitstekende methode om vreemde talen te leren. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerenden moeten echt in de doeltaal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerende is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. Lerenden ervaren dit als motiverend.
Een keerzijde is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Dat een dergelijke training nogal intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de studenten en de docent. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te kunnen bereiken. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en er werd altijd muziek in de klas gedraaid. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica en lijsten met woorden bij de teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem alsook gebaren. Zo werden studenten uitgenodigd om te luisteren en ze konden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de les bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor lerenden minder last hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Voor sommige studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de docent waarbij de lerende altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de taal nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten als middel om de vreemde taal te leren. Een lesboek wordt niet gebruikt; het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze docent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed werken als deze op de juiste wijze wordt toegepast. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich een stuk bewuster van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren als team samen te werken. Het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel zijn. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen gehouden. Daarom is het succes lastig te meten. Een aantal lerenden wordt belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de rol van de trainer om voor genoeg inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de leerboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren de studenten de taal op een natuurlijke wijze te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is het nadeel van deze leermethode. Sommige studenten hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze actie zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de nieuwe taal gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was enige tijd een succes, ondanks de vrij ongebruikelijke aanpak. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De leermethode maakt studenten nieuwsgierig, dit is een goede leermethode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de lerenden sterk.
De seriemethode heeft echter als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series moet voorbereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschappen doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, zolang de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een alledaagse, natuurlijke manier in contact met de taal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken met andere studenten. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
In 2000 bedacht Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-benadering is het beginnen van echte conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als drijvende kracht van een vreemde taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen de studenten en de trainer. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor docenten. Dat studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces, kan erg motiverend werken. Voorspelbaar zijn de taallessen zo niet. Dat zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Tijdens een Dogme-les is vrijwel elk item bespreekbaar. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent kunnen lerenden zich echter ongemakkelijk voelen. Voor dit type onderwijs zijn ook niet alle trainers voldoende flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof aan de orde komt in de taallessen, kan een ander keerzijde zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk om een nieuwe taal te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook de taal die vereist is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van de leermethode bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst al begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat dit heel gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben gezegd. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende teksten in staan, zijn veel leerboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij bewegen, is een bijkomende reden zodat het leren van de taal aanzienlijk effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is simultaan spreken eveneens verschillend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep lerenden, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
Het nadeel van deze techniek is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die van het principe uitgaat dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, de spreekvaardigheid volgt daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methodiek levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student stressvrij leren. TPR® is in principe geschikt voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en de methodiek kan ook in iets grotere klassen worden ingezet. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Daardoor werkt het tot op een zeker niveau en is nog een andere leermethode nodig als aanvulling. Ook is de methodiek niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Deze Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er kwamen veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal. Studenten werden aangemoedigd vaak te praten. Dat de lessen in de doeltaal gegeven werden, was eveneens nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de lessen. Door middel van voorbeelden en afbeeldingen werd de vocabulaire aangeleerd. De lerenden boden zelf abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloeden van de oorlogen en crises verdween de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Spreken en luisteren komen uitgebreid aan bod, waardoor lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen ontwikkelen. Aan de leermethode kleven echter eveneens minpunten. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook relatief minder. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde student niet genoeg uitdaging. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet heel bruikbaar, doordat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een trainer gebaseerd, die één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en aangepast, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainer gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak van de taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere blokjes met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek gebruikt eveneens Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de vreemde taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal wel van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die immers gezien wordt als autonoom. De docent is in feite dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Over het algemeen wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken magwat bijdraagt aan het leerproces.
Het feit dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat, kan een minpunt zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect van de leermethode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden woorden en structuren vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaldocent wijst studenten op grammaticale fenomenen van de doeltaal, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met hun vertalingen, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit voor input zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze om een vreemde taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook de creatieve intelligentie aanboort, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de lerenden is TPRS een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale tools
Ook is er een uitgebreid aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere manier om vreemde talen te leren:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar voornamelijk doordat de focus van ons taleninstituut altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er bestaat echter een betere manier om vreemde talen te leren:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar voornamelijk doordat de focus van ons taleninstituut altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app worden geladen met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app worden geladen met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Kampen.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Kampen
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Kampen op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Taleninstituut ook over een eigen App, geschikt voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus een taal leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, technische termen, specifieke productnamen en juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de training in Kampen.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall Taleninstituut voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Kampen
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Werknemers die diverse talen spreken, zijn derhalve onmisbaar in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Taleninstituut bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele als groepstrainingen
Het volgende is voldoende voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, pc of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Kampen ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Kampen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Kampen
Het Europees Referentiekader (ERK)
Om begin- en eindniveau te beschrijven, gebruiken wij de taalniveaus zoals omschreven in het Europees Referentiekader (ERK). Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ na afloop van de cursus bij ons taleninstituut in Kampen.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese norm om niveaus van taalvaardigheid te kunnen omschrijven.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK karakteriseert vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: luisteren, lezen, spreken, schrijven en gesprekken voeren.
De Engelstalige term wordt eveneens vaak gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaus in taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
Deze zes niveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK karakteriseert vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: luisteren, lezen, spreken, schrijven en gesprekken voeren.
De Engelstalige term wordt eveneens vaak gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaus in taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
Deze zes niveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A beschrijft de basisvaardigheden die de gebruiker beheerst.
Taalniveau B is van toepassing op de zogenaamde ‘onafhankelijke gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp in die vreemde taal kan functioneren.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die Frans met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C laat zien dat iemand de taal heel goed in allerlei verschillende situaties kan gebruiken.
Taalniveau B is van toepassing op de zogenaamde ‘onafhankelijke gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp in die vreemde taal kan functioneren.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die Frans met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C laat zien dat iemand de taal heel goed in allerlei verschillende situaties kan gebruiken.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 norm is speciaal voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, projectbeheer, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal door twee specialisten/editors proefgelezen. Onze vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Taleninstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstituten en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstituten en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Kampen, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk bewaard worden en de persoonsgegevens moeten te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging. Taleninstituut Dagnall voldoet vanzelfsprekend aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Kampen zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall staat ingeschreven in het CRKBO-register. CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit betekent dat wij aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoen.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen als privépersonen.
Dit betekent dat wij aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoen.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen als privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Kampen
Contact taleninstituut Kampen
Wilt u contact opnemen met Dagnall Taleninstituut in Kampen? Bent u nieuwsgierig geworden naar de werkwijze? U kunt u ons e-mailen via taleninstituut-kampen@dagnall.nl of bellen op 085-2737302 (geen belmenu).
Of ga naar ons contactformulier. U kunt ook ons gratis informatiepakket bestellen.
De vlotste weg naar een taleninstituut in Kampen!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Kampen
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw locatie volgen of in Zwolle, bijvoorbeeld bij Coachhuis Zwolle aan de Kamperstraat 35A in Zwolle of op Landgoed De Hezenberg bij Vivento aan de Hezenberg 6 in Hattem. Dagnall taleninstituut verzorgt ook taalcursussen in Kampen bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Zwolle aan de Nieuwleusenerdijk 1 in Zwolle, bij Lumen Hotel & Events aan het Stadionplein 20 in Zwolle en bij Pillows Grand Hotel Ter Borch aan de Stationsweg 9 in Zwolle.
Besprekingen houden, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Kampen kan bijvoorbeeld bij Posthuus aan de Oudestraat 137A en bij Moods & Roots aan de Buiten Nieuwstraat 4.
Kampen - geschiedenis
In 2016 zijn overblijfselen gevonden van de vroegste bewoning van Kampen. Deze sporen; werktuigen, dateren van 10.000 jaar terug. Ook uit de Middensteentijd (9000-5000 v.Chr.) zijn resten gevonden. Maar de naam ‘Kampen’ wordt in de geschiedenis voor het eerst genoemd in een oorkonde uit 1227, als Campen. De plaats was al een belangrijke handelsstad in de 13de eeuw.
Kampen ontleent zijn naam aan de gronden van de stad, die in de Middeleeuwen de kampen genoemd werden. De gronden waren over verschillende eigenaren verdeeld, die hun bebouwing vestigden in den kampen.
Kampen - nu
Kampen is gelegen in Noordwest-Overijssel in de landstreek Salland. Plaatsen in de buurt van Kampen zijn Dronten, Emmeloord, Genemuiden, Hasselt, IJsselmuiden, Zwartsluis en Zwolle.
Kampen ligt in de provincie Overijssel. De gemeente Kampen heeft ruwweg 53.000 inwoners.
Vlag gemeente Kampen
Wapen gemeente Kampen
Inwoners
Een inwoner van Kampen wordt een ‘Kampenaar’ of een ‘Kamper’ genoemd.
In de volksmond worden ze ook Kampersteuren genoemd.
Een Kampersteur is een gerecht met ‘nep steur’; harde eieren in mosterdsaus.
Bekende Kampenaren zijn Hans van den Berg, Thérèse Boer en Robert de Wilde.
In de volksmond worden ze ook Kampersteuren genoemd.
Een Kampersteur is een gerecht met ‘nep steur’; harde eieren in mosterdsaus.
Bekende Kampenaren zijn Hans van den Berg, Thérèse Boer en Robert de Wilde.
Iets wat uit Kampen komt, heet ‘Kampens’ of ‘Kamper’, zoals de ‘Kamper ui’ (wat een spottend volksverhaal was). Kampen kreeg in 1236 stadsrechten.
Kampen - kernen, partnersteden & scholing
Hanzestad
Kampen is een Hanzestad. Kampen beschikte in de Middeleeuwen over een flinke vloot van koggeschepen en was een welvarende stad.
Kernen
De plaats Kampen maakt deel uit van de gelijknamige gemeente waar ook Grafhorst, ’s-Heerenbroek, IJsselmuiden, Kampereiland, Kamperveen, een deel van Mastenbroek, Wilsum en Zalk deel van uitmaken.
Partnersteden
De partnersteden van Kampen zijn Pápa in Hongarije, Soest en Meinerzhagen in Duitsland en Eilat in Israël.
Hoger onderwijs
Kampen staat niet bekend als universiteitsstad, maar de Theologische Universiteit Kampen is er gevestigd.
Er zijn geen hogescholen in Kampen gevestigd.
Vlag provincie Overijssel
Wapen provincie Overijssel
Typisch Kampens
Denk je aan Kampen, dan denk je aan de Zuiderzee en de IJssel, aan de monumentale binnenstad en de stadswallen. Kampen is de grootste plaats van Noordwest-Overijssel en het fungeert als regiostad voor de omringende dorpen.
Kampen - minder bekend
Een goed bewaard geheim is de bijnaam van Kampen. De stad wordt het ‘Rotterdam van de Middeleeuwen’ genoemd.
Kampens dialect en accent
Kampers is een Sallands dialect en behoort tot de Nedersaksische dialecten.
Kenmerkend voor het Kampers is de brouwende ‘r’ achterin de keel en het weglaten van de h aan het begin van een woord. Sommige klinkers zijn afwijkend.
De ‘a’ wordt e (warken) en de ‘aa’ wordt ao of eu: jeur in plaats van ‘jaar’.
Kenmerkend voor het Kampers is de brouwende ‘r’ achterin de keel en het weglaten van de h aan het begin van een woord. Sommige klinkers zijn afwijkend.
De ‘a’ wordt e (warken) en de ‘aa’ wordt ao of eu: jeur in plaats van ‘jaar’.
De ‘ui’ wordt uu of oe. Een ‘boontje’ is een beuntien en een ‘dwarsligger’ een dwäsbongel.
Niet elk skot is een äntvogel. Oftewel: “Niet elk schot is raak”.
“Een biertje drinken” heet in Kampen: Een poar neem’n.
Niet elk skot is een äntvogel. Oftewel: “Niet elk schot is raak”.
“Een biertje drinken” heet in Kampen: Een poar neem’n.
Kampen - “De hartelijke Hanzestad”
Kampen - zakelijk
De gemeente Kampen
Het postcodegebied van Kampen is 8260 - 8267.
Het adres van het gemeentehuis van Kampen is Burgemeester Berghuisplein 1, 8261 DD in Kampen. De website van de gemeente Kampen is Kampen.
nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Kampen is 14 038.
Zakendoen in Kampen
Voor Kamper ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Zwolle aan de Govert Flinckstraat 1, 8021 ET in Zwolle. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Kampen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Kampen is KVK-kantoor Zwolle.
Kampen - internationale bedrijvigheid
Grote internationaal opererende bedrijven zijn in Kampen gevestigd op bedrijventerrein Haatland - Haatlandhaven, Melmerpark, Spoorlanden, op Bedrijvenpark RW 50 (Rijksweg 50), op bedrijventerrein Zendijk of op bedrijventerrein Zuiderzeehaven.
In Kampen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Anico Schoonmaakdiensten, Broshuis, Carlisle Construction Materials, Cooper and Hunter
In Kampen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Anico Schoonmaakdiensten, Broshuis, Carlisle Construction Materials, Cooper and Hunter
Benelux, GraphenePioneer, Hempel Industrial, ITM Group, Koninklijke Wijma, Ned Air, Schotte RohrmannSchouten Sorting Equipment, Sluis Cigar Machinery, Straetus, Tembo, The Learning Network, VanDijk Educatie, Webasto Thermo & Comfort Benelux, Xanadu Luidsprekersystemen en Siebrand in IJsselmuiden.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Kamper nieuws
De Kamper nieuwsportalen zijn Weekblad De Brug en Kampenonline.nl en Kamper ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Overijssel - Nieuws.
Ondernemers in Kampen kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Ondernemers in Kampen kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Kampenaren en ondernemingen in Kampen kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant De Stentor - Kampen en het Algemeen Dagblad - Kampen.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Kampen
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Kampen laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Kampen een bezoek brengen aan Ikonenmuseum Kampen of aan het Stedelijk Museum Kampen.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Kamper voetbalclub VV Kampen, Go-Ahead Kampen, KHC Kampen of DOS Kampen meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Kampen kunt u terecht bij KJLTC.
Golf, ontspanning & lunch Wellicht wilt u na de cursus bij ons taleninstituut in Kampen of met uw internationale (zaken)relatie bij Kampen een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de buurt van Kampen ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit.
De nabijgelegen golfbaan voor Kampen is de Openbare Golfclub in Dronten. Deze golfbaan is gelegen aan de De Pan 2 in Dronten. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 06-11 36 96 26. De website van de golfbaan is www.openbaregolfclubdronten.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij Grandcafé De Vier Seizoenen. Golf Residentie Dronten en Dutch Golf zijn andere golfbanen in de omgeving van Kampen.
De nabijgelegen golfbaan voor Kampen is de Openbare Golfclub in Dronten. Deze golfbaan is gelegen aan de De Pan 2 in Dronten. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 06-11 36 96 26. De website van de golfbaan is www.openbaregolfclubdronten.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij Grandcafé De Vier Seizoenen. Golf Residentie Dronten en Dutch Golf zijn andere golfbanen in de omgeving van Kampen.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Hoorn die eveneens op Youtube staan.
U kunt direct op het logo van Youtube in het midden klikken om een filmpje af te spelen.
Direct onder deze filmpjes vindt u de locaties van Overijssel en Hoorn op Google Maps.
U kunt direct op het logo van Youtube in het midden klikken om een filmpje af te spelen.
Direct onder deze filmpjes vindt u de locaties van Overijssel en Hoorn op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Promovideo Kampen
Dronebeelden Kampen
Google Maps Overijssel
Google Maps Hoorn
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Kampen
Kamper nieuws
Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Kampen uit verschillende nieuwsbronnen.
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Nieuws uit Kampen
- Gestegen bouwkosten zetten rem op ontwikkeling Reevedelta: Unieke dijk in het nauw - De Stentor
- Kampen krijgt eigen graffitimuur in het stadspark - AD
- De mooiste boom van Kampen. - Brugnieuws
- Bijzonder transport over de IJssel bij Kampen - 1Zwolle
- Wedstrijdverslag: DOS Kampen komt zwakke eerste helft niet meer te boven tegen Batavia '90 - Kampenonline
- KV DOS boekt noodzakelijke overwinning - Brugnieuws
- Winst voor Jan Sellis in voorronde derde klas Libre Klein - DeKopvan.nl
- “Windturbines: niet alleen de lasten, ook de lusten” - Brugnieuws
- Subsidie voor agrariërs in Oost-Nederland op maatregelen om grip te krijgen op bodem- en waterbeheer - Drimble.nl
Nieuws uit de provincie Overijssel
- Zonder Zwieber kan Carla niet naar buiten. Menzis vergoedt hulphond pas na bezwaarschrift - Tubantia
- Deventer houdt vast aan verhoging ozb (en heeft financieel weer iets meer ruimte) - De Stentor
- De Librije in Zwolle enige restaurant met drie Michelinsterren - NRC
- Jan uit Wierden leidde al 11 politiehonden op: 'Nu ik niet snel genoeg meer ben, doe ik dat op de fiets’ - De Stentor
- Hengelo - Tubantia
- Moeder met twee kinderen woont in de beschoten woning in Zwolle: ‘Zelf ben ik nergens bang voor’ - De Stentor
- Live Eredivisie | Feyenoord tegen verhoudingen in op voorsprong tegen Twente - NU.nl
- Bij elk ander zou het vreselijk klef zijn, maar deze presentatrice komt ermee weg - Tubantia
- Vader kroop door puin en trotseerde de woede van de natuur om bij bruiloft van dochter te zijn - Tubantia
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Taleninsituut verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Kampen
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Kampen en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Kampen
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten