Begin nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Organisaties die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Hoogeveen.
Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak heeft zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Hoogeveen aan in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Hoogeveen aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen vreemde een vreemde taal leren op een manier die het beste bij hem of haar past. Organisaties zijn behalve de klassieke taaltrainingen vooral in werkgerelateerde trainingen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgever. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Hoogeveen. Dagnall Talen leidt u doelgericht en vlot naar de door u beoogde resultaten.
Onze filosofie is om talen te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Door onze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Dagnall Talen brengt u in grote stappen naar het gewenste niveau met 15 minuten dagelijks oefenen.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Hoogeveen.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taaltraining is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Leiden) die het beste bij hem of haar past.
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall realiseren onze taaltrainers met een blend van deze bewezen leermethode gecombineerd met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor cursussen terecht die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, duocursussen (met 2 cursisten), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie of het bedrijf.
De taaldocenten van ons instituut maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en zij spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Hoogeveen. Deze, door de jaren heen verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart aan ons kunt overlaten.
Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Dagnall Taleninstituut maakt voor de individuele-,
duocursussen en groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren.
Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Hoogeveen gegeven worden.
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Hoogeveen en omgeving.
Individuele taalcursussen worden ook wel privélessen of één-op- één-taalcursussen genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement.
De individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groep wordt zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus doordat veel informatie wordt opgenomen in korte tijd.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt omdat de taalcursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een groot voordeel van een individuele cursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast zijn individuele taalcursussen ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Het grootste voordeel van groepscursussen is met name de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; het leren van elkaars fouten en communiceren in de doeltaal met elkaar. De hierdoor geboden afwisseling kunnen lerenden prettiger vinden.
Omdat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) voor cursisten dan individuele cursussen.
Bij individuele taalcursussen kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan.
Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan de geleerde taalkennis niet worden geoefend in een groep.
Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van de foutjes van andere cursisten.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemers.
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten iets sneller afgeleid worden. Het rendement is hierdoor wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen).
Een groepscursus kan ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen van deelnemers.
Dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van de individuele deelnemers, is een ander nadeel van een groepscursus.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les volledig plaatsvond in de doeltaal. Kunnen spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; drills worden gebruikt om zinnen alsook structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainers kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en dan een extra woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt voor het introduceren van nieuwe woorden in de vreemde taal.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al snel bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een goede uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van kennis kan bieden. Deze audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen toegepast worden.
Tevens is deze docentgestuurde kant een nadeel; eigen inbreng wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige manier dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. De bedoeling is niet om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds herzien; woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen worden, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende, kan de methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan werken voor studenten die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze methode. Talen bestaan uit veel meer dan alleen een verzameling losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is daarnaast bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangemaakt dienen te worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert studenten ook onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode is het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen deze twee leermethoden is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve methode kan zijn. Omdat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De methode legt voornamelijk nadruk op het impliciet leren van de grammatica. De studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat. Bij de Structural Approach draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangereikt in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal ingezet om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat de lerenden de taal op een accurate wijze kunnen leren. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie bepaalde woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De manier van werken kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van de lerende is beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is wanneer men een vreemde taal leert.
Met behulp van CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent alsook met elkaar. Authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving en/of het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent echt een trainer, die de student helpt in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond een grotere behoefte om een taal te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend omdat zij vlug succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de docent en van de student vraagt het een actieve deelname. Voor sommige lerenden kan deze manier van leren lastig of afwijkend zijn, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica centraal stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van wetenschap, cultuur en religie was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt taalkennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in een groep biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de studenten. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal wordt omgeven. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal gesproken wordt. De studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal te reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een erg goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan met deze methode uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. De methode is ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in de doeltaal want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt, is een nadeel van de methode. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Het feit dat een dergelijke training erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet elke lerende heeft genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent en de lerenden zijn hiervoor essentieel. De voorwaarde hiervoor is dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. Tijdens de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel geplaatst waren en er was altijd muziek in de les. De leermethode zoals Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. De lerenden werden zo in de verleiding gebracht om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de klas werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student geen hinder zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methodiek. Tegelijk vormt dit voor bepaalde lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in plaats van ontspannend en stimulerend werken. Een andere zwakke zijde is dat de relatie taaltrainer-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de taaltrainer waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent optreedt als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken wanneer deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Met deze methode worden studenten zich zo een stuk bewuster van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren als team samen te werken. Studenten leren veel van het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de studenten.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden geen toetsen afgenomen. Hierdoor is het succes moeilijk te meten. Sommige lerenden worden in hun spreken geremd als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat krijgt bij deze benadering meer nadruk dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor het zelf ontdekken van de taal.
De taak van de taaldocent is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat van de te leren taal die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende wending in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van de methode. Sommige lerenden hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de doeltaal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. De methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en de leermethode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme op bij de studenten doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden van de lerenden goed.
De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, lastig met beweging en expressie in één concrete ervaring kan worden gevangen. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan reeksen dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals het schrijven van een e-mail, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (voornamelijk lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het is een activerende werkwijze, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie de Deense filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doel van de Dogme-benadering. Hierbij gaat het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze voor onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de studenten en de taaldocent focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de taaldocent. Dat de lerende de verantwoording draagt voor zijn of haar eigen leerproces, kan heel motiverend zijn. Zo zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. In een les volgens de Dogme-methode is zo goed als elk item bespreekbaar. Zo blijven de lerenden alert en betrokken.
Daartegenover staat dat studenten zich wat ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle trainers flexibel genoeg. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de lessen, kan een keerzijde van de methode zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA hanteert daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Greg en Angela Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de audio-opname. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Veel lesboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal in het zenuwstelsel, doet Alexander Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, zodat het leren van de doeltaal veel effectiever gaat, is een bijkomende reden.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is afwijkend aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als keerzijde is dat student het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens toegepast worden in klassen die wat groter zijn. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker niveau en is daarnaast nog een andere methodiek (als aanvulling) nodig. De leermethode is ook niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van vreemde talen, maar eveneens over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men rond het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. Studenten werden aangemoedigd vaak te praten. Dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven, was ook een nieuw verschijnsel. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Aan de hand van voorbeelden en plaatjes werd de vocabulaire van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de oorlogen en crises, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste grote pluspunt. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal ontwikkelen. Deze Direct Methode kent eveneens keerzijden. Voor de schrijfvaardigheid is bij de Directe Methode vrijwel geen aandacht en voor lezen ook relatief minder. Meer gevorderde studenten worden met de methode niet genoeg uitgedaagd. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode is gebaseerd op een dynamische inzet van de student.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een docent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de lerenden het woord, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat het wat saai kan zijn om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat docenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. De methodiek maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel de Stille Methode in zijn originele vorm niet veel wordt toegepast, zijn Caleb Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering niet-bedreigend is voor studenten, die tenslotte als autonoom worden gezien, is de sterke kant van de methodiek van Gattegno. In feite is de docent dienstbaar aan de lerende en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode beoogt, kan een nadeel van de leermethode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de taaltrainer. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke wijze van taalverwerving: talen leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaltrainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen van de trainer eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen de lerenden zich. Zo worden woorden en structuren van de nieuwe taal vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij om vervolgens hier een verhaal van te maken met de lerenden. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit voor input zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de taaldocent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die is ontdekt in Egypte met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van deze methodiek is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal te leren. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig talen en de cursussen zijn ook vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak met die van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. De uitspraak kan worden verbeterd door de voorbeeldstem langzamer te laten spreken en de lerenden daarna veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheid van de student biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan met de optie om de taalfouten van de student te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en de student kan de methode op elk moment gebruiken. Welke delen wat meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door lerenden zelf bepaald. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de methode voor scholen een oplossing zijn. Een nadeel van de methode kan zijn dat er geen taaldocent beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om een nieuwe taal te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnen/dialogen in de doeltaal die door lerenden worden nagesproken en weer herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De les van de cursus biedt een audio-opname van 30 minuten die nieuwe woordenschat en structuur bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de doeltaal niet uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen.
Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het optimale interval waarmee kennis overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. In het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methode van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo praten.
Een keerzijde van de leerleermethodiek is dat niets uitgelegd wordt. De studenten leren geen bouwstenen om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die uit het hoofd worden geleerd.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ principe was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het idee dat de cursisten op de pauzeknop klikken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt met reeds bekende stof afgewisseld. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt gewezen op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat door de lerende is begrepen en verworven. Naast woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd zodat de lerende zelf zinnen kan maken. De leermethode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. Mensen die wat verder gevorderd zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte manier. Dat de taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een minpunt van de methode. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode uit een audiocursus bestaat.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in het jaar 1929. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. De lerenden besteden bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast deze dialoog, met de grammaticale uitleg. Om de uitspraak te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende dient te herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De cursussen zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de lerenden te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les volledig plaatsvond in de doeltaal. Kunnen spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; drills worden gebruikt om zinnen alsook structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainers kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en dan een extra woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt voor het introduceren van nieuwe woorden in de vreemde taal.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al snel bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een goede uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van kennis kan bieden. Deze audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen toegepast worden.
Tevens is deze docentgestuurde kant een nadeel; eigen inbreng wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige manier dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. De bedoeling is niet om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds herzien; woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen worden, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende, kan de methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan werken voor studenten die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze methode. Talen bestaan uit veel meer dan alleen een verzameling losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is daarnaast bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangemaakt dienen te worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert studenten ook onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode is het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen deze twee leermethoden is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve methode kan zijn. Omdat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De methode legt voornamelijk nadruk op het impliciet leren van de grammatica. De studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat. Bij de Structural Approach draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangereikt in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal ingezet om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat de lerenden de taal op een accurate wijze kunnen leren. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie bepaalde woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De manier van werken kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van de lerende is beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is wanneer men een vreemde taal leert.
Met behulp van CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent alsook met elkaar. Authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving en/of het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent echt een trainer, die de student helpt in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond een grotere behoefte om een taal te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend omdat zij vlug succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de docent en van de student vraagt het een actieve deelname. Voor sommige lerenden kan deze manier van leren lastig of afwijkend zijn, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica centraal stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van wetenschap, cultuur en religie was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt taalkennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in een groep biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de studenten. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal wordt omgeven. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal gesproken wordt. De studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal te reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een erg goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan met deze methode uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. De methode is ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in de doeltaal want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt, is een nadeel van de methode. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Het feit dat een dergelijke training erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet elke lerende heeft genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent en de lerenden zijn hiervoor essentieel. De voorwaarde hiervoor is dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. Tijdens de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel geplaatst waren en er was altijd muziek in de les. De leermethode zoals Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. De lerenden werden zo in de verleiding gebracht om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de klas werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student geen hinder zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methodiek. Tegelijk vormt dit voor bepaalde lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in plaats van ontspannend en stimulerend werken. Een andere zwakke zijde is dat de relatie taaltrainer-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de taaltrainer waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent optreedt als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken wanneer deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Met deze methode worden studenten zich zo een stuk bewuster van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren als team samen te werken. Studenten leren veel van het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de studenten.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden geen toetsen afgenomen. Hierdoor is het succes moeilijk te meten. Sommige lerenden worden in hun spreken geremd als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat krijgt bij deze benadering meer nadruk dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor het zelf ontdekken van de taal.
De taak van de taaldocent is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat van de te leren taal die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende wending in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van de methode. Sommige lerenden hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de doeltaal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. De methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en de leermethode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme op bij de studenten doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden van de lerenden goed.
De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, lastig met beweging en expressie in één concrete ervaring kan worden gevangen. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan reeksen dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals het schrijven van een e-mail, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (voornamelijk lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het is een activerende werkwijze, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie de Deense filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doel van de Dogme-benadering. Hierbij gaat het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze voor onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de studenten en de taaldocent focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de taaldocent. Dat de lerende de verantwoording draagt voor zijn of haar eigen leerproces, kan heel motiverend zijn. Zo zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. In een les volgens de Dogme-methode is zo goed als elk item bespreekbaar. Zo blijven de lerenden alert en betrokken.
Daartegenover staat dat studenten zich wat ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle trainers flexibel genoeg. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de lessen, kan een keerzijde van de methode zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA hanteert daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Greg en Angela Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de audio-opname. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Veel lesboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal in het zenuwstelsel, doet Alexander Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, zodat het leren van de doeltaal veel effectiever gaat, is een bijkomende reden.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is afwijkend aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als keerzijde is dat student het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens toegepast worden in klassen die wat groter zijn. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker niveau en is daarnaast nog een andere methodiek (als aanvulling) nodig. De leermethode is ook niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van vreemde talen, maar eveneens over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men rond het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. Studenten werden aangemoedigd vaak te praten. Dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven, was ook een nieuw verschijnsel. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Aan de hand van voorbeelden en plaatjes werd de vocabulaire van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de oorlogen en crises, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste grote pluspunt. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal ontwikkelen. Deze Direct Methode kent eveneens keerzijden. Voor de schrijfvaardigheid is bij de Directe Methode vrijwel geen aandacht en voor lezen ook relatief minder. Meer gevorderde studenten worden met de methode niet genoeg uitgedaagd. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode is gebaseerd op een dynamische inzet van de student.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een docent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de lerenden het woord, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat het wat saai kan zijn om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat docenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. De methodiek maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel de Stille Methode in zijn originele vorm niet veel wordt toegepast, zijn Caleb Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering niet-bedreigend is voor studenten, die tenslotte als autonoom worden gezien, is de sterke kant van de methodiek van Gattegno. In feite is de docent dienstbaar aan de lerende en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode beoogt, kan een nadeel van de leermethode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de taaltrainer. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke wijze van taalverwerving: talen leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaltrainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen van de trainer eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen de lerenden zich. Zo worden woorden en structuren van de nieuwe taal vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij om vervolgens hier een verhaal van te maken met de lerenden. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit voor input zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de taaldocent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online gevolgd kan worden, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van taaltraining waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Hoogeveen.
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; zoals persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Hoogeveen op maat.
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall Taleninstituut biedt naast het online leerplatform ook een eigen App, geschikt voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat lerenden overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook in het buitenland. De cursisten kunnen dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen in de App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft beschikbaar na afronding van de training in Hoogeveen.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal.
Mensen die meerdere talen beheersen, zijn daarom cruciaal in veel bedrijven en organisaties.
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen te boeken. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Alleen het onderstaande is nodig voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc/iMac met een camera en een microfoon
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Bovendien worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee maal door twee specialisten proefgelezen. Onze vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, bijvoorbeeld bij ons taleninstituut in Hoogeveen, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De partnerstad van Hoogeveen is Martin in Slowakije.
Onder de gemeente Hoogeveen vallen eveneens Elim, Fluitenberg, Hollandscheveld, Nieuweroord,
Nieuwlande, Nijstad, Noordscheschut, Pesse, Stuifzand en Tiendeveen.
Minder algemeen bekend is dat er een klein vliegveld is in Hoogeveen. Dit vliegveldje heeft de langste start- en landingsbaan van gras in Nederland.
Het netnummer van Hoogeveen is 0528.
Het postcodegebied van Hoogeveen is 7900 - 7909.
Het adres van het gemeentehuis van Hoogeveen is Raadhuisplein 24, 7901 BW in Hoogeveen.
De website van de gemeente Hoogeveen is Hoogeveen.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Hoogeveen is 14 0528.
Voor Hoogeveense ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Zwolle aan de Govert Flinckstraat 1, 8021 ET in Zwolle. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Hoogeveen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Hoogeveen is KVK-kantoor Zwolle.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Hoogeveen laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Hoogeveen een bezoek brengen aan Kunsthuis Venendal of aan De Verhalenwerf.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het een goed idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Hoogeveense voetbalclub VV Hoogeveen, HZVV of VV de Weide meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Hoogeveen kunt u terecht bij TC De Weide, bij HLTC Spaarbankbos of bij H.T.C. Hollandscheveldse Tennis Club in Hollandscheveld.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing
Taaltrainingen in Hoogeveen van topniveau
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Organisaties die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Hoogeveen.
Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak heeft zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Hoogeveen aan in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Hoogeveen aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen vreemde een vreemde taal leren op een manier die het beste bij hem of haar past. Organisaties zijn behalve de klassieke taaltrainingen vooral in werkgerelateerde trainingen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgever. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Hoogeveen. Dagnall Talen leidt u doelgericht en vlot naar de door u beoogde resultaten.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Onze filosofie is om talen te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Door onze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Dagnall Talen brengt u in grote stappen naar het gewenste niveau met 15 minuten dagelijks oefenen.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Hoogeveen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall Talen de wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau bepaald wordt, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat met een passende offerte.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning op uw agenda en uw situatie af.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning op uw agenda en uw situatie af.
De trainer evalueert na een aantal lessen de inhoud alsook de voortgang van de taalcursus. De doelstelling kan, indien nodig, worden aangepast.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar taleninstituut in Hoogeveen sinds 1982
Taleninstituut Dagnall Talen is gestart in 1982 en geeft sindsdien maatwerk taaltraining aan het bedrijfsleven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Hoogeveen en omringende plaatsen. Dagnall maakt gebruik van een team van kundige en ervaren taaltrainers die specialisten zijn op gebied van taal en in deze jaren en een aanzienlijk aantal trainingen hebben verzorgd voor diverse bedrijven en (overheids)organisaties in de provincie Drenthe.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, levert Dagnall u betaalbare en effectieve taalcursussen in Hoogeveen. Rendement door maatwerk kenmerkt Dagnall Taleninstituut. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Hoogeveen
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Taalcursussen die gericht zijn op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel bedrijven een begrip.
Medewerkers die geen of weinig kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Medewerkers die geen of weinig kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
De instructies op de werkvloer willen zij goed kunnen begrijpen en opvolgen. Deze medewerkers willen het liefst met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk graag hun ambities op het werkgebied verwezenlijken. Dit vereist een investering in werknemers en in de (innovatieve) ontwikkeling van de organisatie.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Hoogeveen
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Leiden) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall realiseren onze taaltrainers met een blend van deze bewezen leermethode gecombineerd met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor cursussen terecht die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, duocursussen (met 2 cursisten), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie of het bedrijf.
De taaldocenten van ons instituut maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en zij spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Hoogeveen. Deze, door de jaren heen verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Een taal effectief leren in Hoogeveen bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart aan ons kunt overlaten.
Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Dagnall Taleninstituut maakt voor de individuele-,
duocursussen en groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren.
Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Hoogeveen gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Hoogeveen
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Hoogeveen en omgeving.
Individuele taalcursussen worden ook wel privélessen of één-op- één-taalcursussen genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement.
De individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groep wordt zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus doordat veel informatie wordt opgenomen in korte tijd.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt omdat de taalcursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een groot voordeel van een individuele cursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast zijn individuele taalcursussen ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van groepscursussen is met name de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; het leren van elkaars fouten en communiceren in de doeltaal met elkaar. De hierdoor geboden afwisseling kunnen lerenden prettiger vinden.
Omdat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) voor cursisten dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele taalcursussen kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan.
Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan de geleerde taalkennis niet worden geoefend in een groep.
Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van de foutjes van andere cursisten.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemers.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten iets sneller afgeleid worden. Het rendement is hierdoor wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen).
Een groepscursus kan ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen van deelnemers.
Dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van de individuele deelnemers, is een ander nadeel van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut geeft cursussen voor beginners, halfgevorderden en gevorderden.
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Daarom verzorgen wij de taalcursussen ook incompany en online.
Bij Taleninstituut Dagnall volgt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Daarom verzorgen wij de taalcursussen ook incompany en online.
Bij Taleninstituut Dagnall volgt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een
spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Duits, Frans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Eveneens is een combinatie van deze verschillende trainingen mogelijk. Veel cursisten kiezen hiervoor.
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Het beheersen van een taal houdt in niet alleen kennen maar vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Door de focus te verschuiven van kennen naar kunnen, is de deelnemer in staat na voltooiing van de taaltraining in Hoogeveen de verworven kennis snel en actief toe te passen in de praktijk.
Al gauw begrijpt u opeens wat die anderstalige collega steeds tegen u zegt. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les volledig plaatsvond in de doeltaal. Kunnen spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; drills worden gebruikt om zinnen alsook structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainers kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en dan een extra woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt voor het introduceren van nieuwe woorden in de vreemde taal.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al snel bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een goede uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van kennis kan bieden. Deze audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen toegepast worden.
Tevens is deze docentgestuurde kant een nadeel; eigen inbreng wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige manier dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. De bedoeling is niet om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds herzien; woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen worden, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende, kan de methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan werken voor studenten die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze methode. Talen bestaan uit veel meer dan alleen een verzameling losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is daarnaast bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert studenten ook onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode is het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen deze twee leermethoden is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve methode kan zijn. Omdat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De methode legt voornamelijk nadruk op het impliciet leren van de grammatica. De studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat. Bij de Structural Approach draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangereikt in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal ingezet om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat de lerenden de taal op een accurate wijze kunnen leren. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie bepaalde woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De manier van werken kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van de lerende is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is wanneer men een vreemde taal leert.
Met behulp van CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent alsook met elkaar. Authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving en/of het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent echt een trainer, die de student helpt in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond een grotere behoefte om een taal te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend omdat zij vlug succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de docent en van de student vraagt het een actieve deelname. Voor sommige lerenden kan deze manier van leren lastig of afwijkend zijn, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica centraal stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van wetenschap, cultuur en religie was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt taalkennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in een groep biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de studenten. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal wordt omgeven. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal gesproken wordt. De studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal te reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een erg goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan met deze methode uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. De methode is ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in de doeltaal want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt, is een nadeel van de methode. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Het feit dat een dergelijke training erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet elke lerende heeft genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent en de lerenden zijn hiervoor essentieel. De voorwaarde hiervoor is dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. Tijdens de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel geplaatst waren en er was altijd muziek in de les. De leermethode zoals Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. De lerenden werden zo in de verleiding gebracht om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de klas werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student geen hinder zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methodiek. Tegelijk vormt dit voor bepaalde lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in plaats van ontspannend en stimulerend werken. Een andere zwakke zijde is dat de relatie taaltrainer-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de taaltrainer waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent optreedt als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken wanneer deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Met deze methode worden studenten zich zo een stuk bewuster van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren als team samen te werken. Studenten leren veel van het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de studenten.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden geen toetsen afgenomen. Hierdoor is het succes moeilijk te meten. Sommige lerenden worden in hun spreken geremd als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat krijgt bij deze benadering meer nadruk dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor het zelf ontdekken van de taal.
De taak van de taaldocent is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat van de te leren taal die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende wending in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van de methode. Sommige lerenden hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de doeltaal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. De methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en de leermethode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme op bij de studenten doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden van de lerenden goed.
De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, lastig met beweging en expressie in één concrete ervaring kan worden gevangen. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan reeksen dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals het schrijven van een e-mail, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (voornamelijk lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het is een activerende werkwijze, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie de Deense filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doel van de Dogme-benadering. Hierbij gaat het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze voor onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de studenten en de taaldocent focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de taaldocent. Dat de lerende de verantwoording draagt voor zijn of haar eigen leerproces, kan heel motiverend zijn. Zo zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. In een les volgens de Dogme-methode is zo goed als elk item bespreekbaar. Zo blijven de lerenden alert en betrokken.
Daartegenover staat dat studenten zich wat ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle trainers flexibel genoeg. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de lessen, kan een keerzijde van de methode zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA hanteert daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Greg en Angela Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de audio-opname. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Veel lesboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal in het zenuwstelsel, doet Alexander Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, zodat het leren van de doeltaal veel effectiever gaat, is een bijkomende reden.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is afwijkend aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als keerzijde is dat student het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens toegepast worden in klassen die wat groter zijn. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker niveau en is daarnaast nog een andere methodiek (als aanvulling) nodig. De leermethode is ook niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van vreemde talen, maar eveneens over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men rond het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. Studenten werden aangemoedigd vaak te praten. Dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven, was ook een nieuw verschijnsel. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Aan de hand van voorbeelden en plaatjes werd de vocabulaire van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de oorlogen en crises, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste grote pluspunt. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal ontwikkelen. Deze Direct Methode kent eveneens keerzijden. Voor de schrijfvaardigheid is bij de Directe Methode vrijwel geen aandacht en voor lezen ook relatief minder. Meer gevorderde studenten worden met de methode niet genoeg uitgedaagd. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode is gebaseerd op een dynamische inzet van de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een docent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de lerenden het woord, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat het wat saai kan zijn om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat docenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. De methodiek maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel de Stille Methode in zijn originele vorm niet veel wordt toegepast, zijn Caleb Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering niet-bedreigend is voor studenten, die tenslotte als autonoom worden gezien, is de sterke kant van de methodiek van Gattegno. In feite is de docent dienstbaar aan de lerende en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode beoogt, kan een nadeel van de leermethode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de taaltrainer. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke wijze van taalverwerving: talen leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaltrainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen van de trainer eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen de lerenden zich. Zo worden woorden en structuren van de nieuwe taal vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij om vervolgens hier een verhaal van te maken met de lerenden. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit voor input zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de taaldocent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die is ontdekt in Egypte met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van deze methodiek is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal te leren. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig talen en de cursussen zijn ook vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak met die van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. De uitspraak kan worden verbeterd door de voorbeeldstem langzamer te laten spreken en de lerenden daarna veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheid van de student biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan met de optie om de taalfouten van de student te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en de student kan de methode op elk moment gebruiken. Welke delen wat meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door lerenden zelf bepaald. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de methode voor scholen een oplossing zijn. Een nadeel van de methode kan zijn dat er geen taaldocent beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om een nieuwe taal te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnen/dialogen in de doeltaal die door lerenden worden nagesproken en weer herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De les van de cursus biedt een audio-opname van 30 minuten die nieuwe woordenschat en structuur bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de doeltaal niet uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen.
Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het optimale interval waarmee kennis overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. In het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methode van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo praten.
Een keerzijde van de leerleermethodiek is dat niets uitgelegd wordt. De studenten leren geen bouwstenen om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ principe was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het idee dat de cursisten op de pauzeknop klikken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt met reeds bekende stof afgewisseld. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt gewezen op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat door de lerende is begrepen en verworven. Naast woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd zodat de lerende zelf zinnen kan maken. De leermethode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. Mensen die wat verder gevorderd zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte manier. Dat de taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een minpunt van de methode. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in het jaar 1929. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. De lerenden besteden bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast deze dialoog, met de grammaticale uitleg. Om de uitspraak te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende dient te herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De cursussen zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de lerenden te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les volledig plaatsvond in de doeltaal. Kunnen spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; drills worden gebruikt om zinnen alsook structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainers kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en dan een extra woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt voor het introduceren van nieuwe woorden in de vreemde taal.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al snel bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een goede uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van kennis kan bieden. Deze audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen toegepast worden.
Tevens is deze docentgestuurde kant een nadeel; eigen inbreng wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige manier dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. De bedoeling is niet om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds herzien; woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen worden, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende, kan de methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan werken voor studenten die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze methode. Talen bestaan uit veel meer dan alleen een verzameling losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is daarnaast bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert studenten ook onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode is het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen deze twee leermethoden is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve methode kan zijn. Omdat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De methode legt voornamelijk nadruk op het impliciet leren van de grammatica. De studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat. Bij de Structural Approach draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangereikt in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal ingezet om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat de lerenden de taal op een accurate wijze kunnen leren. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie bepaalde woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De manier van werken kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van de lerende is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is wanneer men een vreemde taal leert.
Met behulp van CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent alsook met elkaar. Authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving en/of het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent echt een trainer, die de student helpt in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond een grotere behoefte om een taal te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend omdat zij vlug succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de docent en van de student vraagt het een actieve deelname. Voor sommige lerenden kan deze manier van leren lastig of afwijkend zijn, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica centraal stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van wetenschap, cultuur en religie was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt taalkennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in een groep biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de studenten. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal wordt omgeven. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal gesproken wordt. De studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal te reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een erg goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan met deze methode uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. De methode is ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in de doeltaal want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt, is een nadeel van de methode. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Het feit dat een dergelijke training erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet elke lerende heeft genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent en de lerenden zijn hiervoor essentieel. De voorwaarde hiervoor is dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. Tijdens de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel geplaatst waren en er was altijd muziek in de les. De leermethode zoals Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. De lerenden werden zo in de verleiding gebracht om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de klas werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student geen hinder zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methodiek. Tegelijk vormt dit voor bepaalde lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in plaats van ontspannend en stimulerend werken. Een andere zwakke zijde is dat de relatie taaltrainer-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de taaltrainer waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent optreedt als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken wanneer deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Met deze methode worden studenten zich zo een stuk bewuster van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren als team samen te werken. Studenten leren veel van het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de studenten.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden geen toetsen afgenomen. Hierdoor is het succes moeilijk te meten. Sommige lerenden worden in hun spreken geremd als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat krijgt bij deze benadering meer nadruk dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor het zelf ontdekken van de taal.
De taak van de taaldocent is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat van de te leren taal die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende wending in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van de methode. Sommige lerenden hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de doeltaal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. De methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en de leermethode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme op bij de studenten doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden van de lerenden goed.
De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, lastig met beweging en expressie in één concrete ervaring kan worden gevangen. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan reeksen dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals het schrijven van een e-mail, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (voornamelijk lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het is een activerende werkwijze, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie de Deense filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doel van de Dogme-benadering. Hierbij gaat het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze voor onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de studenten en de taaldocent focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de taaldocent. Dat de lerende de verantwoording draagt voor zijn of haar eigen leerproces, kan heel motiverend zijn. Zo zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. In een les volgens de Dogme-methode is zo goed als elk item bespreekbaar. Zo blijven de lerenden alert en betrokken.
Daartegenover staat dat studenten zich wat ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle trainers flexibel genoeg. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de lessen, kan een keerzijde van de methode zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA hanteert daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Greg en Angela Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de audio-opname. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Veel lesboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal in het zenuwstelsel, doet Alexander Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, zodat het leren van de doeltaal veel effectiever gaat, is een bijkomende reden.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is afwijkend aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als keerzijde is dat student het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens toegepast worden in klassen die wat groter zijn. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker niveau en is daarnaast nog een andere methodiek (als aanvulling) nodig. De leermethode is ook niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van vreemde talen, maar eveneens over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men rond het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. Studenten werden aangemoedigd vaak te praten. Dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven, was ook een nieuw verschijnsel. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Aan de hand van voorbeelden en plaatjes werd de vocabulaire van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de oorlogen en crises, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste grote pluspunt. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal ontwikkelen. Deze Direct Methode kent eveneens keerzijden. Voor de schrijfvaardigheid is bij de Directe Methode vrijwel geen aandacht en voor lezen ook relatief minder. Meer gevorderde studenten worden met de methode niet genoeg uitgedaagd. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode is gebaseerd op een dynamische inzet van de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een docent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de lerenden het woord, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat het wat saai kan zijn om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat docenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. De methodiek maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel de Stille Methode in zijn originele vorm niet veel wordt toegepast, zijn Caleb Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering niet-bedreigend is voor studenten, die tenslotte als autonoom worden gezien, is de sterke kant van de methodiek van Gattegno. In feite is de docent dienstbaar aan de lerende en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode beoogt, kan een nadeel van de leermethode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de taaltrainer. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke wijze van taalverwerving: talen leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaltrainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen van de trainer eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen de lerenden zich. Zo worden woorden en structuren van de nieuwe taal vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij om vervolgens hier een verhaal van te maken met de lerenden. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit voor input zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de taaldocent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale hulpmiddelen om een taal te leren
Er is ook een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere methode om een taal te leren om een vreemde taal te leren:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral doordat de focus steeds op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch aangelegd? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere methode om een taal te leren om een vreemde taal te leren:
De Methode van Dagnall Talen.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral doordat de focus steeds op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch aangelegd? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, worden geladen met jargon van specifieke bedrijven en organisaties.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, worden geladen met jargon van specifieke bedrijven en organisaties.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online gevolgd kan worden, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van taaltraining waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Hoogeveen.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Hoogeveen
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; zoals persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Hoogeveen op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Taleninstituut biedt naast het online leerplatform ook een eigen App, geschikt voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat lerenden overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook in het buitenland. De cursisten kunnen dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen in de App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft beschikbaar na afronding van de training in Hoogeveen.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Hoogeveen
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal.
Mensen die meerdere talen beheersen, zijn daarom cruciaal in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen te boeken. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining
Alleen het onderstaande is nodig voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc/iMac met een camera en een microfoon
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Hoogeveen ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Hoogeveen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Hoogeveen
Het Europees Referentiekader (ERK)
Voor het aangeven van het begin- en eindniveau van de cursist, gaan wij uit van hetERK (Europees Referentiekader). Hierin worden alle taalniveaus volgens Europese standaard, beschreven. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
U ontvangt het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Hoogeveen.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese maatstaf die specifiek voor Europese talen is ontworpen.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
In het ERK is vastgelegd wat precies de niveaus betekenen van vijf verschillende vaardigheden: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse term wordt ook veel gehanteerd: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaus van taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
De zes niveaus van taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
In het ERK is vastgelegd wat precies de niveaus betekenen van vijf verschillende vaardigheden: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse term wordt ook veel gehanteerd: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaus van taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
De zes niveaus van taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A is van toepassing op beginners.
De cursist die niveau B beheerst, kent alle basisvaardigheden in de Franse taal.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die Frans met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Wie een vreemde taal kent op niveau C, beheerst deze taal op bijna moedertaalniveau.
De cursist die niveau B beheerst, kent alle basisvaardigheden in de Franse taal.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die Frans met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Wie een vreemde taal kent op niveau C, beheerst deze taal op bijna moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Bovendien worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee maal door twee specialisten proefgelezen. Onze vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons instituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstellingen en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstellingen en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, bijvoorbeeld bij ons taleninstituut in Hoogeveen, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van EU-burgers te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die nodig zijn voor het beoogde doel, mogen worden verwerkt en bewaard.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan nodig en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging alsook verlies te worden beschermd. Dagnall voldoet uiteraard aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en Dagnall verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht in heel beperkte mate. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Hoogeveen zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Talen staat in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
Dit houdt in dat Dagnall aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Hoogeveen
Contact taleninstituut Hoogeveen
U kunt contact opnemen met ons taleninstituut in Hoogeveen. Vult u gerust het contactformulier in of belt u naar 0592-338012 (geen menu).
U kunt uiteraard ook een e-mail sturen naar taleninstituut-hoogeveen@dagnall.nl voor meer informatie. Uiteraard kunt u ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
Het beste traject naar een taleninstituut in Hoogeveen!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Hoogeveen
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw locatie volgen of in Assen, bijvoorbeeld bij ons instituut aan de Industrieweg 22 in Assen aan de bij het One Business Center in Assen-Centrum aan de Kloekhorststraat 29 in Assen aan de bij Coachhuis Zwolle aan de Kamperstraat 35A in Zwolle of in Logis Hotel Restaurant Lunia aan de Molenhoek 2 in Oldeberkoop. Ons taleninstituut verzorgt ook taalcursussen in Hoogeveen in bijvoorbeeld Hotel Hoogeveen aan de Mathijsenstraat 1, in Van der Valk Hotel Spier-Dwingeloo aan de Oude Postweg 8 in Spier en in Fletcher Landhotel De Borken aan de Lhee 76 in Dwingeloo.
Vergaderen in Hoogeveen kan bij De Schildhoeve aan de Fluitenbergseweg 69.
Hoogeveen - geschiedenis
Hoogeveen is gesticht in 1636 door de Hollandsche Compagnie. Men had besloten dat hun arbeiders zich permanent op de venen moesten kunnen vestigen. Vanaf het begin van de 17de eeuw
was er al vervening gaande in het gebied, maar het gebied was niet permanent bewoond.
Hoogeveen dankt zijn naam aan de turfwinning op het hoogveen.
Hoogeveen dankt zijn naam aan de turfwinning op het hoogveen.
Hoogeveen - nu
Hoogeveen ligt in de streek Zuidwest-Drenthe. Plaatsen in de buurt van Hoogeveen zijn Aalden, Beilen, Dedemsvaart, Dwingelo, Hollandsche Veld, Meppel, Pesse, Ruinen, Westerbork, De Wijk en Zuidwolde.
Hoogeveen ligt in de provincie Drenthe. De gemeente Hoogeveen telt ongeveer 55.000 inwoners.
Vlag gemeente Hoogeveen
Wapen gemeente Hoogeveen
Inwoners
Een inwoner van Hoogeveen is een ‘Hoogevener’.
Bekende Hoogeveners zijn Rob Houwer, Bert Klaver, Hendrik Koekoek (Boer Koekoek), Antoinnette Scheulderman en Marieke Westenenk.
Bekende Hoogeveners zijn Rob Houwer, Bert Klaver, Hendrik Koekoek (Boer Koekoek), Antoinnette Scheulderman en Marieke Westenenk.
Iets wat bij Hoogeveen hoort, heet ‘Hoogeveens’, zoals de Hoogeveense Vaart.
Hoogeveen is zowel een plaats als een gemeente.
Hoogeveen is zowel een plaats als een gemeente.
Hoogeveen - internationaal & scholing
Partnerstad
De partnerstad van Hoogeveen is Martin in Slowakije.
Kernen
Onder de gemeente Hoogeveen vallen eveneens Elim, Fluitenberg, Hollandscheveld, Nieuweroord,
Nieuwlande, Nijstad, Noordscheschut, Pesse, Stuifzand en Tiendeveen.
Vlag provincie Drenthe
Wapen provincie Drenthe
Typisch Hoogeveens
Denk je aan Hoogeveen, dan denk je aan de Hoogeveense Vaart, de turf en de Cascade, het slingerende waterkunstwerk.
Hoogeveen is ook bekend om het Van Gogh-huis, waar Vincent Van Gogh in 1883 inspiratie zocht.
Hoogeveen fungeert als regionaal knooppunt van wegen, zowel oost/west als noord/zuid.
Hoogeveen is ook bekend om het Van Gogh-huis, waar Vincent Van Gogh in 1883 inspiratie zocht.
Hoogeveen fungeert als regionaal knooppunt van wegen, zowel oost/west als noord/zuid.
Hoogeveen - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat er een klein vliegveld is in Hoogeveen. Dit vliegveldje heeft de langste start- en landingsbaan van gras in Nederland.
Hoogeveens dialect en accent
Dit Saksische dialect is nauw verwant aan het Sallands.
Kenmerkend voor het Drents zijn de klinkerafwijkingen ten opzichte van het Nederlands: ‘aa’ wordt ao; ‘ei/ij’ wordt ie; ‘oo’ wordt eu en ‘ui’ wordt uu. Dus kiek in plaats van ‘kijk’ en taol in plaats van ‘taal’. Veel woorden worden half ingeslikt. Een ‘’beetje’ in het Hoogeveens is luttie/luttien of beetie/beetien.
Kenmerkend voor het Drents zijn de klinkerafwijkingen ten opzichte van het Nederlands: ‘aa’ wordt ao; ‘ei/ij’ wordt ie; ‘oo’ wordt eu en ‘ui’ wordt uu. Dus kiek in plaats van ‘kijk’ en taol in plaats van ‘taal’. Veel woorden worden half ingeslikt. Een ‘’beetje’ in het Hoogeveens is luttie/luttien of beetie/beetien.
Stötten is ‘stoten’.
Als een Hoogevener zich afvraagt of je ze nog allemaal op een rijtje hebt, zegt hij: Ben ie op oen achterheufd evallen?
De moezen ligt dood veur de kaste wil zeggen: ‘armoe troef’.
Als een Hoogevener zich afvraagt of je ze nog allemaal op een rijtje hebt, zegt hij: Ben ie op oen achterheufd evallen?
De moezen ligt dood veur de kaste wil zeggen: ‘armoe troef’.
“Hoogeveen Met een hoofdletter H”
Hoogeveen - zakelijk
De gemeente Hoogeveen
Het netnummer van Hoogeveen is 0528.
Het postcodegebied van Hoogeveen is 7900 - 7909.
Het adres van het gemeentehuis van Hoogeveen is Raadhuisplein 24, 7901 BW in Hoogeveen.
De website van de gemeente Hoogeveen is Hoogeveen.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Hoogeveen is 14 0528.
Zakendoen in Hoogeveen
Voor Hoogeveense ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Zwolle aan de Govert Flinckstraat 1, 8021 ET in Zwolle. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Hoogeveen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Hoogeveen is KVK-kantoor Zwolle.
Hoogeveen - internationale bedrijvigheid
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Hoogeveen vindt u op bedrijventerrein Buitenvaart en bedrijventerrein De Wieken.
In Hoogeveen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Ambrosius Transporten, Ardagh Group, Bakkerij Faber, Betech Mass Turning, Brink Industrial, Bürstner Nederland, Chem-Dry Ramaker, D.G.O. Express, DOC Kaas, Effektief Groep, Euro Planit Personeelsdiensten, Facility Express, Fieten
In Hoogeveen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Ambrosius Transporten, Ardagh Group, Bakkerij Faber, Betech Mass Turning, Brink Industrial, Bürstner Nederland, Chem-Dry Ramaker, D.G.O. Express, DOC Kaas, Effektief Groep, Euro Planit Personeelsdiensten, Facility Express, Fieten
Olie, Fokker, HFP Poultry Processing, IG Design Group, Kip Caravans, Kraats Kaas, Litecad, MTH Machine Techniek, Okay Fashion & Jeans, Otten Hoogeveen, Prolution, Remmers, Ruma Rubber, S.I.T. Controls, Simac, Smurfit Kappa, Teeling Petfood, Trivium Packaging, TVM, Unigarant, Van Triest Veevoeders, Venko Groep, Vepa en Choconut in Zuidwolde.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Hoogeveens nieuws
Het Hoogeveense nieuwsportaal is RegioNieuws Hoogeveen en Hoogeveense ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Drenthe - Nieuws.
Ondernemers in Hoogeveen kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Drenthe.
Ondernemers in Hoogeveen kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Drenthe.
Hoogeveners en ondernemingen in Hoogeveen kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant de Hoogeveense Courant.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Hoogeveen
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Hoogeveen laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Hoogeveen een bezoek brengen aan Kunsthuis Venendal of aan De Verhalenwerf.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het een goed idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Hoogeveense voetbalclub VV Hoogeveen, HZVV of VV de Weide meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Hoogeveen kunt u terecht bij TC De Weide, bij HLTC Spaarbankbos of bij H.T.C. Hollandscheveldse Tennis Club in Hollandscheveld.
Golf, ontspanning & lunch Wellicht wilt u na de cursus bij ons taleninstituut in Hoogeveen of met uw internationale (zaken)relatie bij Hoogeveen een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de buurt van Hoogeveen gevonden voor een compleet dagje/middagje uit.
De golfbaan in de buurt voor Hoogeveen is Golfclub Martensplek in Tiendeveen. Deze golfbaan bevindt zich aan de Haarweg 22 in Tiendeveen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0528-33 15 58. De website van de golfbaan is www.martensplek.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij Grandcafé Hotel Martensplek, telefoonnummer 0528-33 13 80.
De golfbaan in de buurt voor Hoogeveen is Golfclub Martensplek in Tiendeveen. Deze golfbaan bevindt zich aan de Haarweg 22 in Tiendeveen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0528-33 15 58. De website van de golfbaan is www.martensplek.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij Grandcafé Hotel Martensplek, telefoonnummer 0528-33 13 80.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Hoogeveen die ook op Youtube staan.
U kunt direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken.
Onder deze filmpjes zijn de locaties van Drenthe alsook Hoogeveen op Google Maps te zien.
U kunt direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken.
Onder deze filmpjes zijn de locaties van Drenthe alsook Hoogeveen op Google Maps te zien.
U kunt linksboven klikken om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Hoogeveen
Dronebeelden Hoogeveen
Google Maps Drenthe
Google Maps Hoogeveen
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Hoogeveen
Hoogeveens nieuws
Hieronder kunt u het meest recente nieuws uit Hoogeveen lezen van diverse nieuwsbronnen.
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Nieuws uit Hoogeveen
- Grote brand verwoest leegstaande Euromaster aan Griendtsveenweg in Hoogeveen - Dagblad van het Noorden
- Grote brand in Hoogeveen legt gebouw in de as - Numeppel
- Grote brand verwoest slooppand in Hoogeveen - Noordernieuws
- Sneller uit de bijstand? VVD Hoogeveen wil uitkeringsgerechtigden die werken belonen - RTV Drenthe
- Femke Koekoek keert terug als fractievoorzitter van CDA Hoogeveen - Regionieuws Hoogeveen
- Nico Uppelschoten (80) stopt als Statenlid PVV - hoogeveenschecourant.nl
- Dennis en Mandy Nijmeijer openen eerste Amerikaanse snoepwinkel van het Noorden in Hoogeveen - hoogeveenschecourant.nl
- Dit is waarom bouwvakker Harry van Goor (48) uit Hoogeveen deze week actie voert. 'Ik houd dit niet vol tot aan mijn pensioenleeftijd' - Dagblad van het Noorden
- SWO wil investeren in informatisering & automatisering - Regionieuws Hoogeveen
Nieuws uit de provincie Drenthe
- Lopen, fietsen en proeven: deelnemers aan bijzondere marathon in Westerbork sluiten af in hottub: 'Daar kreeg ik kippenvel van' - Dagblad van het Noorden
- Reis door de tijd in Midden-Drenthe tijdens Open Monumentendag: 'Samen de mooie verhalen ontdekken' - Dagblad van het Noorden
- Schilderij Vincent van Gogh voor even terug in Veenoord/ Nieuw-Amsterdam. Lenny: 'Dat het zoveel kleuren heeft, had ik niet verwacht - Dagblad van het Noorden
- Experiment met winterrogge in Drenthe - Boerderij
- Vrachtwagen raakt twee bomen in Hooghalen(Video) | - Meternieuws.nl
- Man (20) neergestoken en beroofd in Assen - AD
- Assen - Politie is op zoek naar getuigen en beelden van een steekincident in Assen - Drimble.nl
- Erelid Jan Kroes opent padelbanen in de Wijk op feestelijke wijze - Meppeler Courant
- Deelnemers Veldslag om Norg verrast door diversiteit parcours - De Krant
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Taleninsituut verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Hoogeveen
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Hoogeveen alsook tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Hoogeveen
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten