Taalkennis verbindt u met de wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Daarom hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding en taalkennis van hun werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een een taalaanbieder die u als scholingszoeker precies dat levert: Effectieve taalcursussen van het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden in, en in de buurt van Hilversum. Taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak heeft een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt opleidingzoekers taaltrainingen in Hilversum in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Hilversum aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en ook als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen vreemde een vreemde taal leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Behalve de algemene taalcursussen hebben organisaties vooral interesse in de werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. De taaltrainingen worden op de individuele behoeften van scholingszoekers afgestemd. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies in Hilversum talen te leren. Dagnall Talen leidt u doelgericht en snel naar de beoogde resultaten.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Onze filosofie is om talen te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Daarom zet Dagnall Taleninstituut alles in het werk om te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert. Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor u prettiger en gemakkelijker maken.
Met deze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Door dagelijks 15 minuten te oefenen, brengen we u met grote stappen naar het beoogde niveau. Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Hilversum.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall uw leerdoelen en wensen vast. U meldt de cursisten met hun contactgegevens aan. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau vastgesteld wordt, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel met uw offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en uw agenda.
Na een aantal lessen evalueert de docent de inhoud en de voortgang van de taalcursus. Indien noodzakelijk, kan de doelstelling worden aangepast. Wij sturen u een eindrapportage na de laatste les samen met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Het (individuele) contact met de cursisten wordt desgewenst door Dagnall verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht van ons. Dit formulier en de schrijfopdracht moeten vóór de intakedatum worden teruggestuurd Dagnall verzorgt de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Een gesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag Groepsindelingen worden door Dagnall aan de hand van niveaubepaling geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De cursisten worden per taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat! Dagnall Taleninstituut verzorgt uiteraard de logistiek van lesmateriaal en de cursusbenodigdheden Dagnall brengt geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen in rekening Continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma wordt door Dagnall bewaakt en gegarandeerd Dagnall Taleninstituut is flexibel en betrokken!
Taleninstituut Dagnall Talen is gestart in 1982 en verzorgt sindsdien taalonderwijs op maat voor het bedrijfsleven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Hilversum en omgeving. De trainers die voor Dagnall werken, zijn goed opgeleid, ervaren en kundig. Zij zijn gespecialiseerd in maatwerktrainingen voor bedrijven en overheid in het Gooi en de Vechtstreken.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, levert Dagnall zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Hilversum. U kunt erop vertrouwen dat wij voor het meeste rendement zorgen; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Hilversum
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Taalcursussen toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn bij veel bedrijven inmiddels bekend. Mensen met een beperkte of zonder kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking op het werk en zij willen beter en/of sneller communiceren.
Zij willen graag de werkinstructies op de werkvloer goed kunnen begrijpen en deze op kunnen volgen. Deze medewerkers willen bij voorkeur zelfverzekerder het werk uit kunnen voeren en uiteraard graag hun ambities op hun werkterrein verwezenlijken. Dit vereist een investering in personeel en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf.
Dagnall verzorgt betaalbare maatwerk taaltrainingen die de spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Ons instituut helpt en leert deelnemers de lesstof in praktijk te brengen in hun functie. Dagnall Taleninstituut stemt de taallessen af op de wensen van de opdrachtgever en op het niveau van de cursist(en). Buiten de taallessen om, krijgt de deelnemer frequent praktijkopdrachten gedurende de cursus, om de continuïteit van het leerproces te ondersteunen en de effectiviteit van de taaltraining te verhogen.
Dit is dus een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut besteedt ook aandacht aan de wat minder belichte kant van veel taalcursussen: de cursist staat al vaak alleen in zijn inspanningen om de taal onder de knie te krijgen, om de gewoontes en cultuur van het betreffende land en de organisatie te doorgronden en om zijn of haar wereld door middel van taal uit te breiden. Dat vraagt veel motivatie en inzet. Daarbij heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten met de taaldocent per week. Dit is niet in elk geval voldoende.
Onderscheidend
Dagnall is onderscheidend door zich te richten op vergroting van het draagvlak voor een taalcursus op de werkvloer. Ons instituut stimuleert uitvoerenden en leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie om voor een voortdurend proces van taalverwerving te zorgen, door direct vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursisten in de doeltaal te communiceren. Door het belang van taal op de werkvloer consequent op deze wijze te benadrukken, wordt de waarde van een goede talenkennis samen ervaren en voelen deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Hilversum
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining spits zich niet alleen toe op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid. Een goede taaltraining is eveneens afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taaltraining (bij een taleninstituut in Hilversum) die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door een mix van deze bewezen leermethode gericht op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Taleninstituut terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Ons taleninstituut biedt individuele cursussen (privéles), zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 cursisten, onlinecursussen, een online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. De trainers van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en zij spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer prettige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de docenten van Dagnall Talen in Hilversum. Deze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkmethode is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursussen zijn niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Een vreemde taal effectief leren in Hilversum bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut biedt cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u als opleidingszoeker de organisatie van de cursus met een gerust hart uit handen kunt geven. Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruikt Dagnall Taleninstituut gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te garanderen. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Hilversum worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Hilversum
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Hilversum en omgeving. Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd. De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren. De leergroepen worden zo klein mogelijk gehouden de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren. Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus doordat veel informatie wordt opgenomen in een korte periode. Er wordt meer vooruitgang gemaakt doordat de cursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Nog een belangrijk pluspunt van een individuele cursus is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer. Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal. Een individuele is eveneens cursus goed op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep. Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; met de groep in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen fouten. Cursisten kunnen de afwisseling die zo geboden wordt als leuker ervaren. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt. Voor de cursisten zijn groepscursussen ook wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele cursus alleen met de taaltrainer worden gedaan en gevoerd. De geleerde kennis kan niet worden geoefend in de groep doordat er geen interactie is met andere deelnemers. Ook is het niet mogelijk om van foutjes van andere cursisten te leren omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen lerenden wat sneller afgeleid zijn. Daardoor ligt het rendement iets lager. Door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen), kan dit gedeeltelijk worden ondervangen. Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van deelnemers afgestemd worden. Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd, is een ander minpunt van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut geeft cursussen voor beginners, halfgevorderden en gevorderden. Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom verzorgt Dagnall Talen de taaltrainingen eveneens incompany en online. Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld terecht
voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Eveneens is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Veel taalleerders kiezen hiervoor. Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Het beheersen van een taal houdt in kennen maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van de opgedane kennis). Door de focus te leggen op kunnen, is de deelnemer in staat na voltooiing van de taaltraining in Hilversum de verworven kennis sneller actief toe te passen in de praktijk.
Al gauw doet u uw inkopen in de nieuwe taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiertoe het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainer kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. Geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet gaat om het memoriseren van de grammaticaregels, maar om de toepassing. Luistervaardigheid, waar het merendeel van taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. De goede uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van kennis. Ook voor grote(re) groepen is deze methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af. De woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze zinnen en woorden spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis van betekenis en relevant is. De GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een nadeel van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn uiteraard veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Zo leert de student onbewust ook de taalregels van de vreemde taal van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. De leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, dienen stimulerend te zijn, om te zorgen dat de lerenden plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een zeer effectieve methode is, is veelvuldig aangetoond. De methode is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers, doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Kritiek kent de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de doeltaal. De SA staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze combinaties worden aan lerenden gepresenteerd in herkenbare situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de methode worden de structuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, het eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een belangrijke rol. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat geleerd wordtden de nieuwe taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook minpunten. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor een succeservaring. De eigen input van de student is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen.
De met leren de vreemde taal in de praktijk te brengen met behulp van CLT-technieken door de interactie met de taaltrainer en onderling. Teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die studenten leren in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa ontstond meer behoefte om talen te leren middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerende werkt dit stimulerend doordat hij of zij gauw succes ervaart. Foutjes maken mag; al doende wordt de vaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van studenten. Voor een aantal studenten is deze manier van een vreemde taal leren ongebruikelijk of moeilijk, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van taalvaardigheden; het gaat vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op het vertalen en de grammatica. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in groepsverband biedt deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij studenten. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, vanaf het begin wordt omgeven door de nieuwe taal. De instructies worden gegeven in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar het land van de vreemde taal te gaan en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een zeer goede leermethode voor vreemde talen gezien. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode zo intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. Feitelijk is de student 24 uur per dag aan het leren. Door in groepen samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dat als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt, is een nadeel. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke taaltraining erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia (Nederlands: Suggestopedie) is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om te leren. Hiervoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen is tussen de trainer en de studenten. Hiervoor moeten studenten zich ontspannen en veilig voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was ongeschikt om dit te kunnen bereiken. De lerenden zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die waren gezet in een halve cirkel en er was ook altijd muziek in de klas. De methodiek zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de student, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last krijgt van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de lerende gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethode. Voor bepaalde studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige mensen afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als counselor die de zinnen van de lerende kenschetst. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn. De docent legt uit en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om te leren. Er wordt geen leerboek gebruikt; het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. Deze docent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken vinden de lerenden vaak zinvol. Niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten wordt de groep vaak heel hecht. Met Community Language Learning worden de lerenden zich een stuk meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en ze leren als team te werken. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Zulke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Een nadeel van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en eveneens geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken geremd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat krijgt in deze benadering meer nadruk dan grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de taal door de student is veel mogelijkheid.
Het is de rol van de docent om voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de manier waarop taal wordt onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren de studenten op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties, is het minpunt. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal lerenden moeite en deze lerenden hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden heel snel in de nieuwe taal gaan denken.
Populariteit
François Gouin’s concepten over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. De seriemethode van François Gouin was enige tijd een succes, ondanks dat het een ongebruikelijke aanpak was. De leermethode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De mondelinge vaardigheden van de lerende worden sterk ontwikkeld door de Seriemethode van François Gouin worden en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Dit type onderwijs wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Leren wordt tastbaar; dit was geheel nieuw. De leermethode maakt studenten nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt sterk gestimuleerd.
Het nadeel van de methode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, wat lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over regels van de taal en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, iets te drinken bestellen, met de klantenservice bellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken moeten net boven het taalniveau van de lerende liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf de vroege jaren negentig erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder de filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Samen vormen deze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen is het doel van Dogme-taalonderwijs, waarin het om communicatie draait als de inspirator van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak voor het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen trainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor taaldocenten. Het kan erg motiverend zijn dat de lerenden de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de lessen zo nooit; dat zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. In een taalles volgens de Dogme-benadering is bijna elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat de studenten betrokken en alert blijven.
Daartegenover staat dat studenten zich iets minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de taaldocent begeleid worden. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle taaldocenten flexibel genoeg. Nog een minpunt kan zijn dat lerenden zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor in de taallessen wordt behandeld.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft overeenkomsten met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrip gaat boven productie. De focus ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt eenvoudig: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst in de vreemde taal begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat dit heel soepel gaat en de lerende simultaan kan spreken met de opname. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn veel leerboeken voor deze leermethode geschikt. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Argüelles adviseert om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan de taal aanzienlijk effectiever wordt.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing dat aantoont dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die gebaseerd is op het principe dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze spreken; in een later stadium geven de studenten de taken. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engelse les. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methodiek levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en deze methodiek kan ook worden ingezet in grotere klassen. De taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast een andere methode (ter aanvulling) nodig. De methode is ook niet heel creatief. De studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefden de mensen naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd grammatica meer inductief geleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. Het werd gestimuleerd de lerenden veel te laten spreken. Het was ook nieuw dat de taallessen in de doeltaal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taallessen. Door middel van voorbeelden en plaatjes werd de woordenschat van de doeltaal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden zelf aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de oorlogen en crises verdween de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw langzaam, om weer een andere vorm te vinden in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen krijgen. Keerzijden kent de leermethode echter ook. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en ook relatief veel minder aandacht aan lezen in de vreemde taal. Meer gevorderde lerenden worden met deze leermethode niet genoeg uitgedaagd. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet zeer bruikbaar, doordat deze leermethode een daadkrachtige inzet vanuit de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en lijstjes met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een trainer, die maar één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan door lerenden als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocenten om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en ze aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde staafjes, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methode werkt eveneens met Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het leren van de uitspraak van de doeltaal zijn de ideeën van Gattegno wel van belang geweest, alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak voor lerenden niet-bedreigend is, die tenslotte als autonoom worden beschouwd. De taaltrainer is in feite aan de lerende dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde stof wordt meestal goed verwerkt en onthouden door de lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Het kan een minpunt zijn dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorziet. Door het gebrek aan input van de trainer zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er snel af raakt, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de taaldocent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat de verhalen eenvoudig zijn te begrijpen, ontspannen studenten zich. Woorden en structuren worden zo vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De studenten worden door de taaltrainer op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaltrainer eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertaling erbij en daarna met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de lerende is het een prettige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt heel motiverend voor de student.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
De Rosetta Stone-methodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met tweetalige teksten die in Egypte is gevonden, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van deze leermethode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen worden aangeboden in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en hier een schematische weergave van maakt. Op deze wijze kunnen de studenten hun uitspraak met de uitspraak van een moedertaalspreker (native speaker) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan bereikt worden door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten spreken.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de lerenden te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van de Rosetta Stone-methode. De methode van Rosetta Stone wordt in ons land door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg eenvoudig in het gebruik en kan door studenten gebruikt worden op elk moment. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel mensen ervaren het als plezierig om met de leermethode te werken. Voor scholen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Een keerzijde is dat er geen trainer beschikbaar is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die worden nagesproken en herhaald. Deze voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in de te leren taal. De grammaticale structuur wordt niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee geleerde informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de taalcursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur cursussen worden onder andere gebruikt door Amerikanen en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt heel goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier spreken in een normaal tempo.
Een nadeel van de leermethode van Pimsleur is dat niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag gesteld wordt, is het idee dat de cursist op pauze klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De les wordt opgebouwd in kleine stapjes en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de student de makkelijke lesstof heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd. Hiermee kan de gebruiker zelf zinnen bouwen. Ook maakt de methode gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal en vinden de cursus plezierig werken. De mensen die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursussen trainen de luistervaardigheid en de uitspraak van de vreemde taal op een efficiënte wijze en de cursussen zijn heel toegankelijk. Het feit dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel. Het bedrijf maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De cursist besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, alsook uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te trainen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursist dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de student is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen docent om de lerende te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiertoe het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainer kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. Geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet gaat om het memoriseren van de grammaticaregels, maar om de toepassing. Luistervaardigheid, waar het merendeel van taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. De goede uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van kennis. Ook voor grote(re) groepen is deze methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af. De woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze zinnen en woorden spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis van betekenis en relevant is. De GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een nadeel van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn uiteraard veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Zo leert de student onbewust ook de taalregels van de vreemde taal van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. De leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, dienen stimulerend te zijn, om te zorgen dat de lerenden plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een zeer effectieve methode is, is veelvuldig aangetoond. De methode is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers, doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Kritiek kent de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de doeltaal. De SA staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze combinaties worden aan lerenden gepresenteerd in herkenbare situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de methode worden de structuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, het eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een belangrijke rol. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat geleerd wordtden de nieuwe taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook minpunten. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor een succeservaring. De eigen input van de student is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen.
De met leren de vreemde taal in de praktijk te brengen met behulp van CLT-technieken door de interactie met de taaltrainer en onderling. Teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die studenten leren in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa ontstond meer behoefte om talen te leren middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerende werkt dit stimulerend doordat hij of zij gauw succes ervaart. Foutjes maken mag; al doende wordt de vaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van studenten. Voor een aantal studenten is deze manier van een vreemde taal leren ongebruikelijk of moeilijk, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van taalvaardigheden; het gaat vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op het vertalen en de grammatica. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in groepsverband biedt deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij studenten. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, vanaf het begin wordt omgeven door de nieuwe taal. De instructies worden gegeven in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar het land van de vreemde taal te gaan en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een zeer goede leermethode voor vreemde talen gezien. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode zo intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. Feitelijk is de student 24 uur per dag aan het leren. Door in groepen samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dat als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt, is een nadeel. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke taaltraining erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia (Nederlands: Suggestopedie) is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om te leren. Hiervoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen is tussen de trainer en de studenten. Hiervoor moeten studenten zich ontspannen en veilig voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was ongeschikt om dit te kunnen bereiken. De lerenden zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die waren gezet in een halve cirkel en er was ook altijd muziek in de klas. De methodiek zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de student, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last krijgt van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de lerende gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethode. Voor bepaalde studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige mensen afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als counselor die de zinnen van de lerende kenschetst. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn. De docent legt uit en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om te leren. Er wordt geen leerboek gebruikt; het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. Deze docent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken vinden de lerenden vaak zinvol. Niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten wordt de groep vaak heel hecht. Met Community Language Learning worden de lerenden zich een stuk meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en ze leren als team te werken. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Zulke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Een nadeel van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en eveneens geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken geremd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat krijgt in deze benadering meer nadruk dan grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de taal door de student is veel mogelijkheid.
Het is de rol van de docent om voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de manier waarop taal wordt onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren de studenten op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties, is het minpunt. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal lerenden moeite en deze lerenden hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden heel snel in de nieuwe taal gaan denken.
Populariteit
François Gouin’s concepten over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. De seriemethode van François Gouin was enige tijd een succes, ondanks dat het een ongebruikelijke aanpak was. De leermethode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De mondelinge vaardigheden van de lerende worden sterk ontwikkeld door de Seriemethode van François Gouin worden en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Dit type onderwijs wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Leren wordt tastbaar; dit was geheel nieuw. De leermethode maakt studenten nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt sterk gestimuleerd.
Het nadeel van de methode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, wat lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over regels van de taal en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, iets te drinken bestellen, met de klantenservice bellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken moeten net boven het taalniveau van de lerende liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf de vroege jaren negentig erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder de filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Samen vormen deze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen is het doel van Dogme-taalonderwijs, waarin het om communicatie draait als de inspirator van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak voor het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen trainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor taaldocenten. Het kan erg motiverend zijn dat de lerenden de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de lessen zo nooit; dat zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. In een taalles volgens de Dogme-benadering is bijna elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat de studenten betrokken en alert blijven.
Daartegenover staat dat studenten zich iets minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de taaldocent begeleid worden. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle taaldocenten flexibel genoeg. Nog een minpunt kan zijn dat lerenden zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor in de taallessen wordt behandeld.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft overeenkomsten met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrip gaat boven productie. De focus ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt eenvoudig: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst in de vreemde taal begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat dit heel soepel gaat en de lerende simultaan kan spreken met de opname. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn veel leerboeken voor deze leermethode geschikt. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Argüelles adviseert om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan de taal aanzienlijk effectiever wordt.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing dat aantoont dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die gebaseerd is op het principe dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze spreken; in een later stadium geven de studenten de taken. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engelse les. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methodiek levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en deze methodiek kan ook worden ingezet in grotere klassen. De taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast een andere methode (ter aanvulling) nodig. De methode is ook niet heel creatief. De studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefden de mensen naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd grammatica meer inductief geleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. Het werd gestimuleerd de lerenden veel te laten spreken. Het was ook nieuw dat de taallessen in de doeltaal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taallessen. Door middel van voorbeelden en plaatjes werd de woordenschat van de doeltaal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden zelf aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de oorlogen en crises verdween de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw langzaam, om weer een andere vorm te vinden in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen krijgen. Keerzijden kent de leermethode echter ook. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en ook relatief veel minder aandacht aan lezen in de vreemde taal. Meer gevorderde lerenden worden met deze leermethode niet genoeg uitgedaagd. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet zeer bruikbaar, doordat deze leermethode een daadkrachtige inzet vanuit de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en lijstjes met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een trainer, die maar één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan door lerenden als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocenten om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en ze aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde staafjes, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methode werkt eveneens met Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het leren van de uitspraak van de doeltaal zijn de ideeën van Gattegno wel van belang geweest, alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak voor lerenden niet-bedreigend is, die tenslotte als autonoom worden beschouwd. De taaltrainer is in feite aan de lerende dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde stof wordt meestal goed verwerkt en onthouden door de lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Het kan een minpunt zijn dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorziet. Door het gebrek aan input van de trainer zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er snel af raakt, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de taaldocent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat de verhalen eenvoudig zijn te begrijpen, ontspannen studenten zich. Woorden en structuren worden zo vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De studenten worden door de taaltrainer op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaltrainer eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertaling erbij en daarna met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de lerende is het een prettige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt heel motiverend voor de student.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met tweetalige teksten die in Egypte is gevonden, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van deze leermethode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen worden aangeboden in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en hier een schematische weergave van maakt. Op deze wijze kunnen de studenten hun uitspraak met de uitspraak van een moedertaalspreker (native speaker) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan bereikt worden door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten spreken.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de lerenden te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van de Rosetta Stone-methode. De methode van Rosetta Stone wordt in ons land door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg eenvoudig in het gebruik en kan door studenten gebruikt worden op elk moment. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel mensen ervaren het als plezierig om met de leermethode te werken. Voor scholen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Een keerzijde is dat er geen trainer beschikbaar is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die worden nagesproken en herhaald. Deze voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in de te leren taal. De grammaticale structuur wordt niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee geleerde informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de taalcursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur cursussen worden onder andere gebruikt door Amerikanen en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt heel goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier spreken in een normaal tempo.
Een nadeel van de leermethode van Pimsleur is dat niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag gesteld wordt, is het idee dat de cursist op pauze klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De les wordt opgebouwd in kleine stapjes en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de student de makkelijke lesstof heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd. Hiermee kan de gebruiker zelf zinnen bouwen. Ook maakt de methode gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal en vinden de cursus plezierig werken. De mensen die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursussen trainen de luistervaardigheid en de uitspraak van de vreemde taal op een efficiënte wijze en de cursussen zijn heel toegankelijk. Het feit dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel. Het bedrijf maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De cursist besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, alsook uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te trainen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursist dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de student is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen docent om de lerende te begeleiden of te motiveren.
Ook bestaat er een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere methode om vreemde talen te leren: De Methode van Dagnall.
Het alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk doordat de focus van ons taleninstituut altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Deze app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tenslotte beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele thema’s of ontwikkelingen die voor de cursisten interessant zijn. Onze taaltrainers zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Auditief, visueel of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen ons handelsmerk geworden, maar ze creëert ook de meerwaarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Bij het zogenaamde blended learning wordt face-to-face-les (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Blended taalcursussen noemen wij ook wel combicursussen of hybride cursussen. Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Hilversum.
Online een vreemde taal leren (e-learning) Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Hilversum Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, deelnemers bij blended learning met afwisseling wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject en het biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall App Dagnall Taleninstituut biedt naast het online leerplatform eveneens een eigen App voor Android alsook Apple. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat lerenden altijd en overal, dus 24/7, toegang op ieder (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, productnamen en juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft na afloop van de training in Hilversum beschikbaar. Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging. Medewerkers die meerdere talen spreken, zijn in veel organisaties en bedrijven derhalve onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het onlineplatform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining
Alleen het volgende hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom: - Een pc, laptop of tablet met camera en microfoon - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten
De online alsook de blended taalcursussen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde moedertaal (native) docenten gegeven
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn universitair of HBO opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – snelle leervorderingen
Onze blended (combicursussen) en online taalcursussen zijn betaalbare maatwerktrainingen die specifiek op de behoeften en wensen van de lerenden afgestemd worden
De inhoud van de taalcursus wordt op het leerplan afgestemd om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen efficiënt en vlot te bereiken
De online (blended taalcursus/combicursus/hybride cursus) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies worden de woordenschat en de structuur die in de voorbereiding en de les zelf zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij het combineren van zelfstudie en videosessies is het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat u thuis alles meerdere malen kunt herhalen en niets hoeft te missen
De Dagnall trainers geven naast de taalcursus eveneens tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Structuur en vakbekwaamheid zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursisten en de trainer en zijn van groot belang voor het succes van een taaltraining.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen gegeven door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Hilversum ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Hilversum ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Voor het omschrijven van uw begin- en eindniveau, gaan wij uit van hetERK (Europees Referentiekader). Hierin worden alle taalniveaus objectief, volgens Europese standaard, beschreven. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
U ontvangt een ‘Dagnall Talen-certificaat’ na afronding van de cursus bij ons taleninstituut in Hilversum, waarop uw resultaten vermeld staan.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een kader om verschillende taalniveaus te beschrijven op een uniforme wijze, zodat een ‘gevorderde’ in bijvoorbeeld Engeland eenzelfde taalvaardigheid heeft als een ‘gevorderde’ in Frankrijk. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa. Het ERK noemt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: luisteren, lezen, spreken, schrijven en het voeren van gesprekken. De Engelstalige naam en afkorting wordt eveneens vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader hanteert ook 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing, van beginner tot bijna moedertaalspreker. Deze zes niveaus van taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A betekent dat de taalgebruiker de basisvaardigheden beheerst. Wie niveau B machtig is, wordt als een ‘zelfstandige taalgebruiker’ gezien. De taalbeheersing is zodanig dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in die vreemde taal. Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij taalniveau C, benaderen moedertaalgebruikers (native). Deze mensen gebruiken de vreemde taal probleemloos in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche die onder meer eisen bevat voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd ten minste twee keer door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall Taleninstituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en de NRTO heeft ruim 450 leden. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld bij ons taleninstituut in Hilversum, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook met diverse andere organisaties samen, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. De leden van de NRTO zijn allemaal ondernemers.De NRTO-leden werken zowel klantgericht als resultaatgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod van aan cursussen van bijvoorbeeld ons taleninstituut in Hilversum sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continue innovatie is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse besturen, commissies en adviesraden vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engelse naam: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. Deze verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, verwerkt en bewaard mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging beschermd te worden. Dagnall voldoet natuurlijk aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en Dagnall verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht in zeer beperkte mate. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Hilversum zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Talen is in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen. Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Hilversum
Wilt u contact met ons taleninstituut in Hilversum? Informeer vrijblijvend naar onze mogelijkheden. Vul het contactformulier in of bel 085-2737302 (geen menu).
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw locatie volgen of in Hilversum, bijvoorbeeld in het pand van Dierdorp Registeraccountants & Belastingadviseurs aan de Burgemeester Lambooylaan 18 in Hilversum. Dagnall Taleninstituut verzorgt eveneens taalcursussen in Hilversum bij bijvoorbeeld Amrâth Hotel Media Park Hilversum aan de Koninginneweg 30, bij Hotel Gooiland aan de Emmastraat 2, bij Amrâth Hotel Lapershoek Arenapark aan de Utrechtseweg 16, bij Van der Valk Hilversum-De Witte Bergen aan de Rijksweg 2 in Eemnes (Laren) en bij Fletcher Hotel Loosdrecht-Amsterdam aan de Oud-Loosdrechtsedijk 253 in Loosdrecht.
Besprekingen houden, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Hilversum kan bijvoorbeeld bij Gooiland, bij Studio21, bij Studio Large, bij het Muziekcentrum van de Omroep en bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.
Het gebied waar Hilversum nu ligt, is één van de oudst bewoonde streken van Nederland. Er zijn tekenen van bewoning gevonden uit de vroege en midden bronstijd. Toen heette het nog geen Hilversum, dat gebeurde pas in 1424, toen de plaats van Jan van Beieren een zelfstandige status kreeg.
De naam ‘Hilversum’ is een verbastering van Hildifridishaim. Hildifridis; het eerste deel duidt op een persoon en haim (‘heim’, ‘heem’) betekent ‘plaats’. In taal van nu is Hilversum dus een ‘dorp van Hilvert’.
Hilversum ligt in het gebied het Gooi in de regio Gooi en Vechtstreek. Plaatsen in de omgeving van Hilversum zijn Baarn, Bilthoven, Blaricum, Bussum, Eemnes, ’s-Graveland, Huizen, Laren, Loosdrecht, Maartensdijk en Naarden.
Hilversum ligt in de provincie Noord-Holland. De gemeente Hilversum telt bijna 90.000 inwoners.
Woon je in Hilversum, dan heet je een ‘Hilversummer’. Bekende Hilversummers zijn Arjan Ederveen, Myrna Goossen, Paul Groot, Nicolette Kluijver, Linda de Mol, Jeroen Pauw, Ton Scherpenzeel, Hans Schiffers, Owen Schumacher, Ferri Somogyi, Bull Verweij en Ruud de Wild.
Iets wat uit Hilversum komt, heet ‘Hilversums’ of ‘Hilversummer’, zoals het smakelijke Hilversummer Dudokje. Hilversum is een plaats en een gemeente.
Hilversum - internationaal & scholing
Partnerstad
De partnerstad van Hilversum is Ségou in Mali. De gemeente Hilversum omvat eveneens de buurtschappen Rading en Egelshoek.
Hoger onderwijs
Er zijn diverse hogescholen in Hilversum, zoals Business School Noteboom, Hogeschool ISBW
, Markus Verbeek Praehep, het NCOI, Hogeschool Scheidegger. Er zijn geen universiteiten gevestigd in Hilversum.
Hilversum is bekend vanwege de televisie, het Mediapark, het raadhuis van Dudok en de villa’s in de stijl van de Amsterdamse school. Hilversum staat eveneens bekend als groene stad met parken, bos- en heidegebied en een arboretum/pinetum. Hilversum fungeert vooral als mediastad; de meeste televisie- en radioomroepen hebben hun
studio’s in Hilversum gevestigd en ook het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid is er gevestigd.
Hilversum - minder bekend
Weinig mensen weten dat de wybertjes uit Hilversum komen. de wybertjesfabriek was van 1918 tot 1981 in Hilversum gevestigd.
Echt dialect wordt weinig meer gesproken. Een Goois accent is wel hoorbaar. De ‘a‘ in het Hilversums klinkt als een o en de ‘ee’ wordt eu of u. De ‘s’ klinkt wat slissend, net als in het Amsterdams. Hullie en zullie komt ook voor in plaats van ‘zij’ en hem ze vader in plaats van ‘zijn vader’.
De ‘Gooise r’ wordt ook in Hilversum gebezigd. De Bloemenbuurt heet Blommebuurt en de ‘binnenstad’ is het dorp. Loop veur de werreld wordt gezegd in plaats van “Loop naar de maan”.
Hilversum - “Mediastad”
Hilversum - zakelijk
De gemeente Hilversum
Het netnummer van Hilversum is 035. Het postcodegebied van Hilversum is 1200 - 1223. Het adres van het gemeentehuis van Hilversum is Willem Dudokpark 1, 1217 JE in Hilversum. De website van de gemeente Hilversum is Hilversum.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Hilversum is 14 035.
Zakendoen in Hilversum
Voor Hilversumse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Utrecht aan de St. Jacobsstraat 300, 3511 BT in Utrecht. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Hilversum is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Hilversum is KVK-kantoor Utrecht.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Hilversum vaak op bedrijventerrein A1/Crailo, Havenkwartier, Kerkelanden, op bedrijventerrein Korte Noorderweg en op het Mediapark. In Hilversum bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Bang & Olufsen Nederland, Canal Digitaal, Citadel Enterprises, Connexxion, Converse Netherlands, De Alliantie, Getinge Netherlands, Hunkemöller, IFF (International Flavors & Fragrances), Keep It Clean, Kroymans (Aston Martin, Ferrari, Jaguar, Range Rover, Land Rover), La Place, MediaMonks, NCOI Groep, NEC Netherlands, Nike, Royal Dutch Printing Ink Factories Van Son,
RTL Nederland, Schoevers Opleidingen, Sonos Europe, Stichting Nederlandse Publieke Omroep, Talpa Network, Tesa, Videoland by RTL, Voestalpine, VSH, Warner Music Benelux, Schoonmaakbedrijf Westerveld (Vebego), Xebia Nederland, Frutoria in Huizen, Westland Kaasspecialiteiten in Huizen, Pouw Automotive Group in Laren, Givaudan Nederland in Naarden, Sensient Dehydrated Flavors in Naarden, Bakels Senior in Weesp en Petrovitch in Weesp. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het daarom leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Hilversumse voetbalclub FC Hilversum, Altius, SV Olympia ’25 of SC ’t Gooi meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Hilversum kunt u terecht bij Tulip Tennisvereniging, bij HLTC Gooiland, bij H.L.T.C. ’t Melkhuisje of bij Tennisvereniging De Gooische Vallei. Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus bij ons taleninstituut in Hilversum of na een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning? Om een balletje te slaan of gewoon even iets te drinken of te eten, kunt u terecht bij Golfpark Spandersbosch in Hilversum. Golfpark Spandersbosch bevindt zich aan Sportpark Crailoo 26 in Hilversum. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 035-685 73 28. De website van de golfbaan is www.golfparkspandersbosch.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij de brasserie van de golfbaan. de Hilversumsche Golf Club en Goyer Golf & Country Club zijn andere golfbanen in de omgeving van Hilversum.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Hilversum die ook op Youtube staan. Klik direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding om het filmpje af te spelen. Onder de filmpjes zijn de locaties van Noord-Holland alsook Hilversum op Google Maps te zien.
U kunt linksboven klikken om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Hilversum
Dronebeelden Hilversum
Google Maps Noord-Holland
Google Maps Hilversum
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Hilversum