Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Organisaties die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Helmond.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte medewerkers verdient.
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Helmond aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden taaltrainingen op maat in Helmond aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Iedereen kan bij Dagnall Talen een vreemde taal leren op een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast de klassieke taaltaaltrainingen met name geïnteresseerd in werkgerelateerde taaltrainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Helmond. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht het door u beoogde resultaat.
Onze filosofie is om talen te leren zonder schroom alsook met plezier en gemak. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen de cursist met grote stappen naar het gewenste taalniveau door 15 minuten dagelijks te oefenen.
Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Helmond.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taaltraining is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Hoorn) die het beste bij hem of haar past.
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het ondertussen bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut met een blend van deze bewezen leermethode met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Taleninstituut terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 lerenden, duocursussen (met 2 lerenden), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De taaldocenten van ons instituut maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Helmond. Deze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursus is dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar tevens aangepast aan de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven.
Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt Dagnall Taleninstituut gebruik van moderne en gevarieerde leermethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Helmond gegeven worden.
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Helmond en omgeving.
Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al tientallen jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement.
De individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren.
De leergroepen houden wij zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement omdat in vrij korte tijd behoorlijk veel kennis wordt geleerd.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt omdat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander belangrijk voordeel van een individuele cursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Ook kan een individuele taalcursus goed afgestemd worden op de planning en de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Het grootste pluspunt van een groepscursus is vooral de interactie met de andere lerenden; actief gebruik van de doeltaal in de groep door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; communiceren in de doeltaal met de groep en van elkaars fouten. De cursisten kunnen deze afwisseling als leuker ervaren.
Omdat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) voor cursisten dan individuele taalcursussen.
Bij een individuele taalcursus kunnen discussies en rollenspellen alleen worden gevoerd en gedaan met de taaldocent.
Doordat er geen interactie met andere cursisten is, kan de geleerde kennis niet in de groep worden geoefend.
Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van de foutjes van anderen.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen de cursisten wat sneller afgeleid zijn. Het rendement is hierdoor iets lager. Gedeeltelijk kan dit ondervangen worden door groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Een groepscursus kan eveneens minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Een bijkomstig minpunt van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van individuele deelnemers kan worden afgestemd.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en grammaticale structuur worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand na kunnen spreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en dan een nieuw woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet om het memoriseren van de regels van de grammatica gaat, maar om de toepassing van de grammatica. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor mensen die een taal beginnen te leren effectief. Vanaf het begin wordt de correcte uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en vlotte overdracht van taalkennis kan bieden. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Tegelijk is deze docentgestuurde kant een nadeel; er wordt geen eigen input van de lerenden verwacht, waardoor het risico op de loer ligt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd worden herhaald. Deze woorden of zinnen op de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het is niet het idee om al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn aangeleerd, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden wanneer deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze methode kan goed functioneren voor woorden die van betekenis en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun kan deze methode goed functioneren. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een keerzijde van deze methode is het gebrek aan context. Talen zijn uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Daarnaast is de methode bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangemaakt moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels leert studenten ook onbewust op deze manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode is het meest effectief als de student wordt ondergedompeld in de te leren taal. De activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de student plezier heeft van de ervaringen.
De Natural Method leermethode lijkt erg op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling heel effectief is. Doordat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode legt vooral nadruk op het impliciet leren van de grammatica. De student zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te krijgen. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. De beheersing van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan de verwerving van woordenschat van de nieuwe taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student gepresenteerd in realistische situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de lerenden de taal op een nauwkeurige manier leren, is het voordeel van de Structural Approach. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren in welke situaties bepaalde woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor de situaties. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. De manier van werken is behoorlijk tijdrovend en zorgt niet onmiddellijk voor ervaringen van succes. De inbreng van de studenten zelf is beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.
Middels CLT-technieken leren de studenten de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit de werksituatie en/of het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in diverse realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent echt een trainer, die de student leert communiceren in de doeltaal.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte om een vreemde taal te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is dit stimulerend doordat zij gauw succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de lerenden. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van een vreemde taal leren lastig of ongewoon. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd destijds beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt de kennis over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren ook tegengeluiden te horen. Desondanks is tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor lerenden voor het leren in een groep. De studenten zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment omgeven wordt door de nieuwe taal. De instructies worden gegeven in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen de spreekvaardigheid één-op-één of in kleine groepjes. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal gaan en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, omdat de leermethode zo intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet daadwerkelijk in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe is de lerende 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. De lerenden ervaren dit als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de docent zijn hiervoor van essentiële betekenis belang. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd muziek in de les. De methode die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met gebaren alsook veel expressie in stem voorgelezen. De lerende werd zo verleid om te luisteren en kon de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedie was omstreden en de leerleermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende minder hinder heeft van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methodiek is dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend zijn. Dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de taaltrainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als een counselor fungeert die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in de moedertaal. De taaltrainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Een lesboek wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL is sterk afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn. De trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren wanneer deze op de juiste wijze wordt toegepast. Voor grote klassen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team te werken. Het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taallessen is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en ook geen toetsen gehouden. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de taaltrainer is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal) te werken; met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een docent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan snel in de nieuwe taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Deze methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera. Het leren werd tastbaar; dit was volledig nieuw. Studenten worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd.
De keerzijde van de leermethode is dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, moeilijk in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals het schrijven van een e-mail, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het taalniveau van de student liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (vooral studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. Studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in aanraking met de doeltaal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met andere studenten samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als keerzijde kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich aan 10 strenge regels (dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het oogmerk van de Dogme-methode is het houden van echte gesprekken over praktische items. Hierbij draait het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerende en de trainer focust. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor docenten. Dat studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de taallessen zo niet. Dit creëert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk item is bespreekbaar in een les volgens de Dogme-benadering. Zo blijven studenten betrokken en alert.
De studenten kunnen zich daarentegen wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent. Niet elke docent is flexibel genoeg voor dit type van onderwijs. Nog een keerzijde kan zijn dat studenten zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de taallessen aan bod komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog weinig bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode is eenvoudig: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak totdat het soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende grond waardoor het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief aan de methodiek leren is. Het rendement van Shadowing is hoog.
De methode van Shadowing heeft als nadeel is dat student het soms wat saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens toegepast worden in grotere klassen. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en een andere methodiek nodig is als aanvulling. Daarnaast is de leermethode niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens had deze Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook op voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van keurslijven. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. Het werd gestimuleerd om de lerenden vaak te laten spreken. Nieuw was eveneens dat de lessen in de doeltaal werden gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van voorbeelden en plaatjes werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels onder invloed van de oorlogen en crises ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Spreken en luisteren komen uitgebreid aan bod. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Aan de leermethode kleven echter ook keerzijden. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook relatief weinig. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode te weinig uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep studenten en een trainer gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna één voor één het woord en deze beweging. De herhaling helpt de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de trainers om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno zei dat taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere gekleurde blokjes, die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno wel van invloed geweest, alhoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de methodiek van Caleb Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt gezien als autonoom, is het voordeel van zijn leermethode. De trainer is in feite aan de lerende dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Het geleerde wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogenwat bijdraagt aan het leerproces.
Dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een nadeel van de methode zijn. Door het gebrek aan input van de trainer zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. De docent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten ontspannen zich doordat deze verhalen vrij gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden woorden en structuren ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden regels van de nieuwe taal uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal maken, is een variant. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de docent dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Voor lerenden is TPRS een plezierige methode en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd ontdekt in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de cursussen zijn ook vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden. Er is een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak met die van moedertaalsprekers (native speakers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden behaald door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en daarna veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheid zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan en biedt de optie om de taalfouten van de lerende te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en kan op ieder moment door de studenten worden toegepast. Welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de leermethodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor onderwijsinstellingen een oplossing zijn. Dat er geen taaldocent is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, is een keerzijde van de methode van Rosetta Stone.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursus bestaat uit zinnen/dialogen die door lerenden worden nagesproken en worden herhaald. De zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en wederom herhaling. De lessen omvatten een audio-opname van 30 minuten met nieuwe vocabulaire en structuur in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de doeltaal niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
Onder meer in de Verenigde Staten worden de Pimsleur taalcursussen gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo praten.
Een keerzijde van de methode van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. De studenten leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De Michel Thomas-methode bestaat uit audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden in kleine delen opgebouwd en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. De uitleg is steeds in het Engels bij de Michel Thomas-methode. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal gewezen, als deze verbanden er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de lerende zelf zinnetjes kan maken. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de Michel Thomas-methode prettig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de te leren taal. De gebruikers die wat verder gevorderd zijn, vinden de Michel Thomas-methode soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen trainen luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op efficiënte manier en zijn erg toegankelijk. Dat de taalcursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, kan als een minpunt worden gezien. Een werkelijke interactie is er ook niet doordat het een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in 1929. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter werken de cursisten ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat hiernaast, met grammaticale toelichting. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native speakers en die de gebruikers dienen te herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruiker verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is ruim.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent om de cursisten te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en grammaticale structuur worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand na kunnen spreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en dan een nieuw woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet om het memoriseren van de regels van de grammatica gaat, maar om de toepassing van de grammatica. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor mensen die een taal beginnen te leren effectief. Vanaf het begin wordt de correcte uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en vlotte overdracht van taalkennis kan bieden. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Tegelijk is deze docentgestuurde kant een nadeel; er wordt geen eigen input van de lerenden verwacht, waardoor het risico op de loer ligt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd worden herhaald. Deze woorden of zinnen op de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het is niet het idee om al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn aangeleerd, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden wanneer deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze methode kan goed functioneren voor woorden die van betekenis en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun kan deze methode goed functioneren. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een keerzijde van deze methode is het gebrek aan context. Talen zijn uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Daarnaast is de methode bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangemaakt moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels leert studenten ook onbewust op deze manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode is het meest effectief als de student wordt ondergedompeld in de te leren taal. De activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de student plezier heeft van de ervaringen.
De Natural Method leermethode lijkt erg op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling heel effectief is. Doordat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode legt vooral nadruk op het impliciet leren van de grammatica. De student zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te krijgen. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. De beheersing van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan de verwerving van woordenschat van de nieuwe taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student gepresenteerd in realistische situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de lerenden de taal op een nauwkeurige manier leren, is het voordeel van de Structural Approach. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren in welke situaties bepaalde woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor de situaties. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. De manier van werken is behoorlijk tijdrovend en zorgt niet onmiddellijk voor ervaringen van succes. De inbreng van de studenten zelf is beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.
Middels CLT-technieken leren de studenten de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit de werksituatie en/of het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in diverse realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent echt een trainer, die de student leert communiceren in de doeltaal.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte om een vreemde taal te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is dit stimulerend doordat zij gauw succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de lerenden. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van een vreemde taal leren lastig of ongewoon. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd destijds beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt de kennis over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren ook tegengeluiden te horen. Desondanks is tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor lerenden voor het leren in een groep. De studenten zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment omgeven wordt door de nieuwe taal. De instructies worden gegeven in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen de spreekvaardigheid één-op-één of in kleine groepjes. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal gaan en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, omdat de leermethode zo intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet daadwerkelijk in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe is de lerende 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. De lerenden ervaren dit als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de docent zijn hiervoor van essentiële betekenis belang. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd muziek in de les. De methode die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met gebaren alsook veel expressie in stem voorgelezen. De lerende werd zo verleid om te luisteren en kon de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedie was omstreden en de leerleermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende minder hinder heeft van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methodiek is dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend zijn. Dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de taaltrainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als een counselor fungeert die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in de moedertaal. De taaltrainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Een lesboek wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL is sterk afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn. De trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren wanneer deze op de juiste wijze wordt toegepast. Voor grote klassen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team te werken. Het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taallessen is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en ook geen toetsen gehouden. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de taaltrainer is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal) te werken; met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een docent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan snel in de nieuwe taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Deze methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera. Het leren werd tastbaar; dit was volledig nieuw. Studenten worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd.
De keerzijde van de leermethode is dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, moeilijk in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals het schrijven van een e-mail, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het taalniveau van de student liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (vooral studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. Studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in aanraking met de doeltaal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met andere studenten samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als keerzijde kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich aan 10 strenge regels (dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het oogmerk van de Dogme-methode is het houden van echte gesprekken over praktische items. Hierbij draait het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerende en de trainer focust. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor docenten. Dat studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de taallessen zo niet. Dit creëert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk item is bespreekbaar in een les volgens de Dogme-benadering. Zo blijven studenten betrokken en alert.
De studenten kunnen zich daarentegen wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent. Niet elke docent is flexibel genoeg voor dit type van onderwijs. Nog een keerzijde kan zijn dat studenten zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de taallessen aan bod komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog weinig bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode is eenvoudig: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak totdat het soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende grond waardoor het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief aan de methodiek leren is. Het rendement van Shadowing is hoog.
De methode van Shadowing heeft als nadeel is dat student het soms wat saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens toegepast worden in grotere klassen. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en een andere methodiek nodig is als aanvulling. Daarnaast is de leermethode niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens had deze Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook op voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van keurslijven. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. Het werd gestimuleerd om de lerenden vaak te laten spreken. Nieuw was eveneens dat de lessen in de doeltaal werden gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van voorbeelden en plaatjes werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels onder invloed van de oorlogen en crises ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Spreken en luisteren komen uitgebreid aan bod. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Aan de leermethode kleven echter ook keerzijden. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook relatief weinig. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode te weinig uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep studenten en een trainer gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna één voor één het woord en deze beweging. De herhaling helpt de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de trainers om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno zei dat taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere gekleurde blokjes, die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno wel van invloed geweest, alhoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de methodiek van Caleb Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt gezien als autonoom, is het voordeel van zijn leermethode. De trainer is in feite aan de lerende dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Het geleerde wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogenwat bijdraagt aan het leerproces.
Dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een nadeel van de methode zijn. Door het gebrek aan input van de trainer zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. De docent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten ontspannen zich doordat deze verhalen vrij gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden woorden en structuren ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden regels van de nieuwe taal uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal maken, is een variant. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de docent dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Voor lerenden is TPRS een plezierige methode en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, op afstand dus. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Helmond.
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, deelnemers bij blended learning afwisselend wel een zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Helmond op maat.
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het platform biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall Taleninstituut biedt naast het online leerplatform tevens een handige App voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat deelnemers overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op elk (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, bijvoorbeeld in het buitenland. Cursisten kunnen dus een taal leren waar en wanneer het hen schikt. De oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, juridische termen, technische termen en specifieke productnamen in onze App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft beschikbaar nadat de taaltraining in Helmond is afgerond.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal.
Diegenen die diverse talen beheersen, zijn daarom onmisbaar in veel bedrijven.
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt variatie en interactie.
Alleen het onderstaande is nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De pijlers van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is speciaal voor vertaaldiensten die onder meer eisen bevat voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut toont aan dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Helmond, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De partnersteden van Helmond zijn Mechelen in België, San Marcos in Nicaragua en Zielona Góra in Polen.
Helmond is deel van BrabantStad. De gemeente Helmond omvat eveneens Brouwhuis, Mierlo-Hout en Stiphout.
Er is één hogeschool gevestigd in Helmond: Hogeschool De Kempel.
Er zijn geen universiteiten gevestigd in Helmond.
Het netnummer van Helmond is 0492.
Het postcodegebied van Helmond is 5700 - 5709.
Het adres van het gemeentehuis van Helmond is Frans Joseph van Thielpark 1, 5707 BX in Helmond.
De website van de gemeente Helmond is Helmond.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Helmond is 14 0492.
Voor Helmondse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Eindhoven aan de John F. Kennedylaan 2, 5612 AB in Eindhoven. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Helmond is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Helmond is KVK-kantoor Eindhoven.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Helmond laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Helmond een bezoek brengen aan het EDAH Museum Helmond, aan Museum Helmond, aan het HomeComputerMuseum of aan Het Industrieel Atrium.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Wellicht is het een leuk idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Helmondse voetbalclub Helmond Sport, HVV, Rood-Wit ’62 of SC Helmondia te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Helmond kunt u terecht bij HTV, bij T.V. Carolus Helmond of bij Tennisvereniging Shaile.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taalcursussen in Helmond van topniveau
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Organisaties die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Helmond.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Helmond aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden taaltrainingen op maat in Helmond aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Iedereen kan bij Dagnall Talen een vreemde taal leren op een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast de klassieke taaltaaltrainingen met name geïnteresseerd in werkgerelateerde taaltrainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Helmond. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht het door u beoogde resultaat.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Onze filosofie is om talen te leren zonder schroom alsook met plezier en gemak. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen de cursist met grote stappen naar het gewenste taalniveau door 15 minuten dagelijks te oefenen.
Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Helmond.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever stellen wij uw leerdoelen en wensen vast. U meldt de cursist(en) met hun contactgegevens aan. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau van de deelnemers wordt vastgesteld, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met een offerte.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning op uw agenda en uw situatie af.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning op uw agenda en uw situatie af.
Na enkele lessen evalueert de taaldocent de voortgang alsook de inhoud van de cursus. De doelstelling kan, indien nodig, worden bijgesteld.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar taleninstituut in Helmond sinds 1982
Taleninstituut Dagnall Talen is geopend in 1982 en verzorgt sindsdien maatwerk taaltraining voor (overheids)instellingen en het bedrijfsleven in Helmond en omgeving. Dagnall heeft kundige en ervaren taaltrainers die specialisten zijn in taal en die talrijke zakelijke taaltrainingen hebben verzorgd voor bedrijven en (overheids)organisaties in de regio Zuidoost-Brabant.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte aanpak, levert Dagnall zeer betaalbare en effectieve taalcursussen in Helmond. U kunt erop rekenen dat wij voor het hoogste rendement zorgen; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Helmond
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Taalcursussen toegespitst op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer zijn tegenwoordig bij veel organisaties een begrip.
Medewerkers met beperkte of zonder beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking in hun werkomgeving en willen beter en/of sneller kunnen communiceren op hun werk.
Medewerkers met beperkte of zonder beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking in hun werkomgeving en willen beter en/of sneller kunnen communiceren op hun werk.
Zij willen de aanwijzingen op het werk goed kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk hun ambitie op het werkgebied realiseren. Dit vergt een investering in mensen en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve nodig.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Helmond
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Hoorn) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het ondertussen bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut met een blend van deze bewezen leermethode met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Taleninstituut terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 lerenden, duocursussen (met 2 lerenden), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De taaldocenten van ons instituut maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Helmond. Deze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursus is dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar tevens aangepast aan de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Effectief een vreemde taal leren in Helmond bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven.
Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt Dagnall Taleninstituut gebruik van moderne en gevarieerde leermethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Helmond gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Helmond
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Helmond en omgeving.
Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al tientallen jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement.
De individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren.
De leergroepen houden wij zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement omdat in vrij korte tijd behoorlijk veel kennis wordt geleerd.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt omdat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander belangrijk voordeel van een individuele cursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Ook kan een individuele taalcursus goed afgestemd worden op de planning en de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste pluspunt van een groepscursus is vooral de interactie met de andere lerenden; actief gebruik van de doeltaal in de groep door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; communiceren in de doeltaal met de groep en van elkaars fouten. De cursisten kunnen deze afwisseling als leuker ervaren.
Omdat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) voor cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele taalcursus kunnen discussies en rollenspellen alleen worden gevoerd en gedaan met de taaldocent.
Doordat er geen interactie met andere cursisten is, kan de geleerde kennis niet in de groep worden geoefend.
Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van de foutjes van anderen.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen de cursisten wat sneller afgeleid zijn. Het rendement is hierdoor iets lager. Gedeeltelijk kan dit ondervangen worden door groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Een groepscursus kan eveneens minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Een bijkomstig minpunt van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van individuele deelnemers kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut verzorgt cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom biedt Dagnall Talen de taaltrainingen eveneens online en incompany aan.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld een
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom biedt Dagnall Talen de taaltrainingen eveneens online en incompany aan.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining volgen. Het combineren van deze verschillende trainingen is uiteraard mogelijk.
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Het beheersen van een taal houdt in kennen (weten) en ook aandacht voor kunnen (handelen). Door de aandacht te vestigen op kunnen, is de deelnemer in staat na voltooiing van de taaltraining in Helmond de verworven kennis sneller actief toe te passen in de praktijk.
Al gauw begrijpt u meer van de andere taal dan alleen de menukaart. En dat is heel bevredigend. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en grammaticale structuur worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand na kunnen spreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en dan een nieuw woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet om het memoriseren van de regels van de grammatica gaat, maar om de toepassing van de grammatica. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor mensen die een taal beginnen te leren effectief. Vanaf het begin wordt de correcte uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en vlotte overdracht van taalkennis kan bieden. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Tegelijk is deze docentgestuurde kant een nadeel; er wordt geen eigen input van de lerenden verwacht, waardoor het risico op de loer ligt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd worden herhaald. Deze woorden of zinnen op de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het is niet het idee om al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn aangeleerd, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden wanneer deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze methode kan goed functioneren voor woorden die van betekenis en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun kan deze methode goed functioneren. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een keerzijde van deze methode is het gebrek aan context. Talen zijn uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Daarnaast is de methode bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels leert studenten ook onbewust op deze manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode is het meest effectief als de student wordt ondergedompeld in de te leren taal. De activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de student plezier heeft van de ervaringen.
De Natural Method leermethode lijkt erg op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling heel effectief is. Doordat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode legt vooral nadruk op het impliciet leren van de grammatica. De student zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te krijgen. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. De beheersing van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan de verwerving van woordenschat van de nieuwe taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student gepresenteerd in realistische situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de lerenden de taal op een nauwkeurige manier leren, is het voordeel van de Structural Approach. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren in welke situaties bepaalde woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor de situaties. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. De manier van werken is behoorlijk tijdrovend en zorgt niet onmiddellijk voor ervaringen van succes. De inbreng van de studenten zelf is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.
Middels CLT-technieken leren de studenten de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit de werksituatie en/of het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in diverse realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent echt een trainer, die de student leert communiceren in de doeltaal.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte om een vreemde taal te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is dit stimulerend doordat zij gauw succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de lerenden. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van een vreemde taal leren lastig of ongewoon. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd destijds beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt de kennis over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren ook tegengeluiden te horen. Desondanks is tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor lerenden voor het leren in een groep. De studenten zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment omgeven wordt door de nieuwe taal. De instructies worden gegeven in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen de spreekvaardigheid één-op-één of in kleine groepjes. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal gaan en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, omdat de leermethode zo intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet daadwerkelijk in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe is de lerende 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. De lerenden ervaren dit als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de docent zijn hiervoor van essentiële betekenis belang. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd muziek in de les. De methode die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met gebaren alsook veel expressie in stem voorgelezen. De lerende werd zo verleid om te luisteren en kon de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedie was omstreden en de leerleermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende minder hinder heeft van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methodiek is dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend zijn. Dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de taaltrainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als een counselor fungeert die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in de moedertaal. De taaltrainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Een lesboek wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL is sterk afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn. De trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren wanneer deze op de juiste wijze wordt toegepast. Voor grote klassen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team te werken. Het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taallessen is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en ook geen toetsen gehouden. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de taaltrainer is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal) te werken; met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een docent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan snel in de nieuwe taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Deze methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera. Het leren werd tastbaar; dit was volledig nieuw. Studenten worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd.
De keerzijde van de leermethode is dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, moeilijk in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals het schrijven van een e-mail, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het taalniveau van de student liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (vooral studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. Studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in aanraking met de doeltaal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met andere studenten samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als keerzijde kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich aan 10 strenge regels (dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het oogmerk van de Dogme-methode is het houden van echte gesprekken over praktische items. Hierbij draait het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerende en de trainer focust. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor docenten. Dat studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de taallessen zo niet. Dit creëert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk item is bespreekbaar in een les volgens de Dogme-benadering. Zo blijven studenten betrokken en alert.
De studenten kunnen zich daarentegen wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent. Niet elke docent is flexibel genoeg voor dit type van onderwijs. Nog een keerzijde kan zijn dat studenten zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de taallessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog weinig bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode is eenvoudig: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak totdat het soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende grond waardoor het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief aan de methodiek leren is. Het rendement van Shadowing is hoog.
De methode van Shadowing heeft als nadeel is dat student het soms wat saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens toegepast worden in grotere klassen. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en een andere methodiek nodig is als aanvulling. Daarnaast is de leermethode niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens had deze Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook op voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van keurslijven. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. Het werd gestimuleerd om de lerenden vaak te laten spreken. Nieuw was eveneens dat de lessen in de doeltaal werden gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van voorbeelden en plaatjes werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels onder invloed van de oorlogen en crises ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Spreken en luisteren komen uitgebreid aan bod. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Aan de leermethode kleven echter ook keerzijden. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook relatief weinig. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode te weinig uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep studenten en een trainer gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna één voor één het woord en deze beweging. De herhaling helpt de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de trainers om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno zei dat taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere gekleurde blokjes, die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno wel van invloed geweest, alhoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de methodiek van Caleb Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt gezien als autonoom, is het voordeel van zijn leermethode. De trainer is in feite aan de lerende dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Het geleerde wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogenwat bijdraagt aan het leerproces.
Dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een nadeel van de methode zijn. Door het gebrek aan input van de trainer zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. De docent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten ontspannen zich doordat deze verhalen vrij gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden woorden en structuren ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden regels van de nieuwe taal uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal maken, is een variant. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de docent dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Voor lerenden is TPRS een plezierige methode en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd ontdekt in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de cursussen zijn ook vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden. Er is een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak met die van moedertaalsprekers (native speakers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden behaald door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en daarna veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheid zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan en biedt de optie om de taalfouten van de lerende te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en kan op ieder moment door de studenten worden toegepast. Welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de leermethodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor onderwijsinstellingen een oplossing zijn. Dat er geen taaldocent is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, is een keerzijde van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursus bestaat uit zinnen/dialogen die door lerenden worden nagesproken en worden herhaald. De zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en wederom herhaling. De lessen omvatten een audio-opname van 30 minuten met nieuwe vocabulaire en structuur in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de doeltaal niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
Onder meer in de Verenigde Staten worden de Pimsleur taalcursussen gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo praten.
Een keerzijde van de methode van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. De studenten leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De Michel Thomas-methode bestaat uit audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden in kleine delen opgebouwd en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. De uitleg is steeds in het Engels bij de Michel Thomas-methode. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal gewezen, als deze verbanden er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de lerende zelf zinnetjes kan maken. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de Michel Thomas-methode prettig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de te leren taal. De gebruikers die wat verder gevorderd zijn, vinden de Michel Thomas-methode soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen trainen luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op efficiënte manier en zijn erg toegankelijk. Dat de taalcursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, kan als een minpunt worden gezien. Een werkelijke interactie is er ook niet doordat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in 1929. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter werken de cursisten ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat hiernaast, met grammaticale toelichting. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native speakers en die de gebruikers dienen te herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruiker verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is ruim.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent om de cursisten te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en grammaticale structuur worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand na kunnen spreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en dan een nieuw woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet om het memoriseren van de regels van de grammatica gaat, maar om de toepassing van de grammatica. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor mensen die een taal beginnen te leren effectief. Vanaf het begin wordt de correcte uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en vlotte overdracht van taalkennis kan bieden. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Tegelijk is deze docentgestuurde kant een nadeel; er wordt geen eigen input van de lerenden verwacht, waardoor het risico op de loer ligt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd worden herhaald. Deze woorden of zinnen op de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het is niet het idee om al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn aangeleerd, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden wanneer deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze methode kan goed functioneren voor woorden die van betekenis en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun kan deze methode goed functioneren. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een keerzijde van deze methode is het gebrek aan context. Talen zijn uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Daarnaast is de methode bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels leert studenten ook onbewust op deze manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode is het meest effectief als de student wordt ondergedompeld in de te leren taal. De activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de student plezier heeft van de ervaringen.
De Natural Method leermethode lijkt erg op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling heel effectief is. Doordat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode legt vooral nadruk op het impliciet leren van de grammatica. De student zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te krijgen. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. De beheersing van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan de verwerving van woordenschat van de nieuwe taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student gepresenteerd in realistische situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de lerenden de taal op een nauwkeurige manier leren, is het voordeel van de Structural Approach. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren in welke situaties bepaalde woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor de situaties. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. De manier van werken is behoorlijk tijdrovend en zorgt niet onmiddellijk voor ervaringen van succes. De inbreng van de studenten zelf is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.
Middels CLT-technieken leren de studenten de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit de werksituatie en/of het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in diverse realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent echt een trainer, die de student leert communiceren in de doeltaal.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte om een vreemde taal te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is dit stimulerend doordat zij gauw succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de lerenden. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van een vreemde taal leren lastig of ongewoon. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd destijds beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt de kennis over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren ook tegengeluiden te horen. Desondanks is tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor lerenden voor het leren in een groep. De studenten zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment omgeven wordt door de nieuwe taal. De instructies worden gegeven in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen de spreekvaardigheid één-op-één of in kleine groepjes. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal gaan en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, omdat de leermethode zo intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet daadwerkelijk in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe is de lerende 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. De lerenden ervaren dit als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de docent zijn hiervoor van essentiële betekenis belang. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd muziek in de les. De methode die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met gebaren alsook veel expressie in stem voorgelezen. De lerende werd zo verleid om te luisteren en kon de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedie was omstreden en de leerleermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende minder hinder heeft van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methodiek is dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend zijn. Dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de taaltrainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als een counselor fungeert die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in de moedertaal. De taaltrainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Een lesboek wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL is sterk afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn. De trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren wanneer deze op de juiste wijze wordt toegepast. Voor grote klassen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team te werken. Het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taallessen is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en ook geen toetsen gehouden. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de taaltrainer is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal) te werken; met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een docent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan snel in de nieuwe taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Deze methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera. Het leren werd tastbaar; dit was volledig nieuw. Studenten worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd.
De keerzijde van de leermethode is dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, moeilijk in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals het schrijven van een e-mail, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het taalniveau van de student liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (vooral studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. Studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in aanraking met de doeltaal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met andere studenten samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als keerzijde kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich aan 10 strenge regels (dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het oogmerk van de Dogme-methode is het houden van echte gesprekken over praktische items. Hierbij draait het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerende en de trainer focust. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor docenten. Dat studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de taallessen zo niet. Dit creëert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk item is bespreekbaar in een les volgens de Dogme-benadering. Zo blijven studenten betrokken en alert.
De studenten kunnen zich daarentegen wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent. Niet elke docent is flexibel genoeg voor dit type van onderwijs. Nog een keerzijde kan zijn dat studenten zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de taallessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog weinig bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode is eenvoudig: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak totdat het soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende grond waardoor het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief aan de methodiek leren is. Het rendement van Shadowing is hoog.
De methode van Shadowing heeft als nadeel is dat student het soms wat saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens toegepast worden in grotere klassen. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en een andere methodiek nodig is als aanvulling. Daarnaast is de leermethode niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens had deze Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook op voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van keurslijven. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. Het werd gestimuleerd om de lerenden vaak te laten spreken. Nieuw was eveneens dat de lessen in de doeltaal werden gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van voorbeelden en plaatjes werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels onder invloed van de oorlogen en crises ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Spreken en luisteren komen uitgebreid aan bod. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Aan de leermethode kleven echter ook keerzijden. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook relatief weinig. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode te weinig uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep studenten en een trainer gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna één voor één het woord en deze beweging. De herhaling helpt de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de trainers om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno zei dat taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere gekleurde blokjes, die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno wel van invloed geweest, alhoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de methodiek van Caleb Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt gezien als autonoom, is het voordeel van zijn leermethode. De trainer is in feite aan de lerende dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Het geleerde wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogenwat bijdraagt aan het leerproces.
Dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een nadeel van de methode zijn. Door het gebrek aan input van de trainer zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. De docent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten ontspannen zich doordat deze verhalen vrij gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden woorden en structuren ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden regels van de nieuwe taal uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal maken, is een variant. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de docent dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Voor lerenden is TPRS een plezierige methode en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale hulpmiddelen om een taal te leren
Er is ook een uitgebreid aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere methode om een taal te leren om vreemde talen te leren om een vreemde taal te leren:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral door de focus steeds op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Er is echter een betere methode om een taal te leren om vreemde talen te leren om een vreemde taal te leren:
De Dagnall Talen Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral door de focus steeds op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Taleninstituut zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De Dagnall app kan, indien gewenst, worden geladen met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Taleninstituut zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De Dagnall app kan, indien gewenst, worden geladen met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, op afstand dus. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Helmond.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Helmond
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, deelnemers bij blended learning afwisselend wel een zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Helmond op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het platform biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Taleninstituut biedt naast het online leerplatform tevens een handige App voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat deelnemers overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op elk (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, bijvoorbeeld in het buitenland. Cursisten kunnen dus een taal leren waar en wanneer het hen schikt. De oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, juridische termen, technische termen en specifieke productnamen in onze App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft beschikbaar nadat de taaltraining in Helmond is afgerond.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Helmond
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal.
Diegenen die diverse talen beheersen, zijn daarom onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele als groepstrainingen
Alleen het onderstaande is nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Helmond ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Helmond ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Helmond
Het Europees Referentiekader (ERK)
Voor aanvang van de cursus doen we een intake met de cursist, om een beeld te krijgen van zijn taalniveau bij het begin. Dit doen wij aan de hand van het Europees Referentiekader (ERK). Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ aan het einde van uw taalcursus bij ons taleninstituut in Helmond.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een kader om verschillende taalniveaus te definiëren op een uniforme wijze, zodat ‘gevorderden’ in bijvoorbeeld Engeland dezelfde taalbeheersing hebben als ‘gevorderden’ in Duitsland.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK omschrijft vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: luisteren, lezen, spreken, schrijven en het voeren van gesprekken.
De Engelstalige naam wordt ook veel gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen, van beginner tot bijna moedertaalspreker.
De zes verschillende beheersingsniveaus in vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK omschrijft vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: luisteren, lezen, spreken, schrijven en het voeren van gesprekken.
De Engelstalige naam wordt ook veel gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen, van beginner tot bijna moedertaalspreker.
De zes verschillende beheersingsniveaus in vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A beschrijft de basisvaardigheden die de gebruiker beheerst.
Niveau B geldt voor de zogenaamde ‘zelfstandige gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in die vreemde taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C geeft aan dat mensen de geleerde taal zeer goed kunnen gebruiken in diverse situaties.
Niveau B geldt voor de zogenaamde ‘zelfstandige gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in die vreemde taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C geeft aan dat mensen de geleerde taal zeer goed kunnen gebruiken in diverse situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De pijlers van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is speciaal voor vertaaldiensten die onder meer eisen bevat voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut toont aan dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons taleninstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Helmond, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging beschermd te worden. Natuurlijk voldoet Dagnall Talen aan alle eisen die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en Dagnall Talen verwerkt persoonsgegevens heel beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Helmond zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall is ingeschreven in het CRKBO-register. CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen.
Dit houdt in dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Helmond
Contact taleninstituut Helmond
Wilt u contact opnemen met ons instituut met ons taleninstituut in Helmond? Vraag vrijblijvend naar onze mogelijkheden. Bel ons gerust op 040-8331704 (geen belmenu) of stuur ons een e-mail via taleninstituut-helmond@dagnall.nl.
Of ga naar het contactformulier. Vanzelfsprekend kunt u ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
De vlotste weg naar een taleninstituut in Helmond!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Helmond
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw locatie volgen of in Helmond, bijvoorbeeld bij Coachhuis Helmond aan de Mierloseweg 200 in Helmond. Dagnall Taleninstituut kan ook taalcursussen in Helmond verzorgen bij bijvoorbeeld Fletcher Wellness-Hotel Helmond aan de Scheepsboulevard 2, bij Golden Tulip West-Ende aan de Steenweg 1 en bij Best Western Hotel Nobis Asten aan de Nobisweg 1 in Asten.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Helmond kan bijvoorbeeld bij De Traverse aan de Steenweg 19 en bij De Koning aan de Mierloseweg 301.
Helmond - geschiedenis
Helmond was waarschijnlijk al bewoond gebied in de Frankische tijd, vanaf ruwweg de5de eeuw. In het jaar 1179 wordt ‘Helmond’ voor het eerst in een document genoemd van Paus Alexander III, waarin ‘Hof van Helmond’ geschonken werd aan de abdij van Floreffe (Namur, België). De naam van de stad Helmond is een samenstelling van de woorddelen hel en mond.
Het eerste deel hel kan ‘laaggelegen’ maar ook ‘beschut’ en zelfs ‘hooggelegen’ hebben betekend. Het tweede deel; mond is van het Romeinse munte (berg, vluchtheuvel) afgeleid. Helmond zou dus in moderne taal ‘een lager/hoger gelegen veilige plaats’ betekenen.
Helmond - nu
Helmond is gelegen in de Brabantse Stedenrij in de regio Oost-Brabant. Plaatsen de omgeving van Helmond zijn Aarle-Rixtel, Asten, Bakel, Beek en Donk, Boekel, Deurne, Eindhoven, Geldrop, Gemert, Nuenen, Ommel, Veghel, Venray en Vlierden.
Helmond ligt in de provincie Noord-Brabant. De gemeente Helmond telt ruim 91.000 inwoners.
Vlag gemeente Helmond
Wapen gemeente Helmond
Inwoners
Woon je in Helmond, dan heet je een ‘Helmondenaar’, een ‘Helmonder’ of een ‘Helmonter’, in de volksmond ook wel kattenmepper.
Bekende Helmonders zijn Nieky Holzken, Evert Santegoeds, Joost Swinkels en Leon van der Zanden.
Bekende Helmonders zijn Nieky Holzken, Evert Santegoeds, Joost Swinkels en Leon van der Zanden.
Iets wat uit Helmond komt, heet ‘Helmonds’, zoals het Helmonds Woordenboek.
Helmond kreeg stadsrechten in 1332.
Helmond kreeg stadsrechten in 1332.
Helmond - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Helmond zijn Mechelen in België, San Marcos in Nicaragua en Zielona Góra in Polen.
Helmond is deel van BrabantStad. De gemeente Helmond omvat eveneens Brouwhuis, Mierlo-Hout en Stiphout.
Hoger onderwijs
Er is één hogeschool gevestigd in Helmond: Hogeschool De Kempel.
Er zijn geen universiteiten gevestigd in Helmond.
Vlag provincie Noord-Brabant
Wapen provincie Noord-Brabant
Typisch Helmonds
Helmond is bekend van de EDAH (het EDAH-museum), het Kasteel, de kubuswoningen en het draaiorgelmuseum.
Helmond fungeert als werkstad. Eeuwenlang had de stad een bloeiende textielindustrie en nog is Vlisco er gevestigd; de producent van fel bedrukte stoffen die in West-Afrika erg populair zijn.
Helmond fungeert als werkstad. Eeuwenlang had de stad een bloeiende textielindustrie en nog is Vlisco er gevestigd; de producent van fel bedrukte stoffen die in West-Afrika erg populair zijn.
Ook de auto-industrie is belangrijk met NedCar en de High Tech Automotive Campus.
Minder algemeen bekend is dat schrijver Wim Daniëls Helmonder van het jaar is geweest, hoewel hij nooit in Helmond heeft gewoond en er ook niet is geboren.
Helmond - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat schrijver Wim Daniëls Helmonder van het jaar is geweest, hoewel hij nooit in Helmond heeft gewoond en er ook niet is geboren.
Helmonds dialect en accent
Er wordt nog veel dialect in Helmond gesproken, voornamelijk door de ouderen.
Helmonds klinkt afwijkend van de standaardtaal doordat woorden aan elkaar worden geplakt en doordat vrijwel alle klinkers anders worden uitgesproken. Zo wordt de ‘oo’ een aau (graaut voor ‘groot’), de ‘aa’ een è (èreepel voor ‘aardappel’) en de ‘ee’ een eu.
Helmonds klinkt afwijkend van de standaardtaal doordat woorden aan elkaar worden geplakt en doordat vrijwel alle klinkers anders worden uitgesproken. Zo wordt de ‘oo’ een aau (graaut voor ‘groot’), de ‘aa’ een è (èreepel voor ‘aardappel’) en de ‘ee’ een eu.
Klinkers worden lang gerekt. Net als in Brabant krijgen verkleinwoorden -ke in plaats van -je en sch- wordt -sk. ‘Hun’ is hullie.
Een vrekte zuute is bedoeld als ‘compliment’; dat is een leuk iemand.
Een pilske is een ‘biertje’.
Bekant is Brabants voor ‘bijna’.
Een Helmonds gezegde luidt Die luidt vast gebiecht. Dit betekent: “Hij is al op de hoogte”. Zau zwart as unne klot: “Zo smerig als wat”.
Een vrekte zuute is bedoeld als ‘compliment’; dat is een leuk iemand.
Een pilske is een ‘biertje’.
Bekant is Brabants voor ‘bijna’.
Een Helmonds gezegde luidt Die luidt vast gebiecht. Dit betekent: “Hij is al op de hoogte”. Zau zwart as unne klot: “Zo smerig als wat”.
“Helmond: een glimlach in Brabant”
Helmond - zakelijk
De gemeente Helmond
Het netnummer van Helmond is 0492.
Het postcodegebied van Helmond is 5700 - 5709.
Het adres van het gemeentehuis van Helmond is Frans Joseph van Thielpark 1, 5707 BX in Helmond.
De website van de gemeente Helmond is Helmond.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Helmond is 14 0492.
Zakendoen in Helmond
Voor Helmondse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Eindhoven aan de John F. Kennedylaan 2, 5612 AB in Eindhoven. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Helmond is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Helmond is KVK-kantoor Eindhoven.
Helmond - internationale bedrijvigheid
Wereldwijd opererende bedrijven zijn in Helmond gevestigd op bedrijventerrein Businesspark Brandevoort, BZOB-Bedrijventerrein Zuidoost-Brabant, Groot Schooten, Helmond West, Hoogeind, Kanaalzone Noord en bedrijventerrein De Weijer Oost en West.
In Helmond bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: AAE, Afa Dispensing, Alltech Coppens Aqua Centre, Amada Miyachi Europe, Driessen HRM, G & G Sales International (Caresse), Dorel Juvenile (Maxi-Cosi), Driessen HRM, Fokker Landing Gear, Franke Nederland, Huijbregts Groep,
In Helmond bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: AAE, Afa Dispensing, Alltech Coppens Aqua Centre, Amada Miyachi Europe, Driessen HRM, G & G Sales International (Caresse), Dorel Juvenile (Maxi-Cosi), Driessen HRM, Fokker Landing Gear, Franke Nederland, Huijbregts Groep,
Loma Systems, Mainetti, Mannesmann Precision Tubes Netherlands, Nedschroef, Pascal Processing, Plato Group, Koninklijke Raymakers, Remat Chemie, Van Rooi Meat, Roval Aluminium, Smurfit Kappa, SNA Europe Benelux (Bahco), Spirotech, Stappert Noxon, Swinkels Food, vanRijsingen Source, VDL, Vlisco Netherlands, Vos Logistics, Heineken in Lieshout, Swinkels Family Brewers (onder andere Bavaria en Palm) in Lieshout, Distributiecentrum Jumbo in Veghel en Mars Nederland in Veghel.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Helmonds nieuws
Het Helmondse nieuwsportaal is Traverse.nl en Helmondse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Brabant - Nieuws.
Ondernemers in Helmond kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Brabant.
Ondernemers in Helmond kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Brabant.
Helmonders en ondernemingen in Helmond kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Eindhovens Dagblad - Helmond en het Algemeen Dagblad - Helmond.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Helmond
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Helmond laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Helmond een bezoek brengen aan het EDAH Museum Helmond, aan Museum Helmond, aan het HomeComputerMuseum of aan Het Industrieel Atrium.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Wellicht is het een leuk idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Helmondse voetbalclub Helmond Sport, HVV, Rood-Wit ’62 of SC Helmondia te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Helmond kunt u terecht bij HTV, bij T.V. Carolus Helmond of bij Tennisvereniging Shaile.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus bij ons taleninstituut in Helmond of na een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd om wat te ontspannen?
Om even een balletje te slaan of gewoon gezellig wat eten of drinken, kunt u terecht bij Helmondse Golfclub Overbrug in Helmond. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Verliefd Laantje 3A, 5707 LG in Helmond. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 06-45 59 81 26. De website van Helmondse Golfclub Overbrug is www.hgc-overbrug.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij het golfclubhuis TIEN, telefoonnummer 06-15 22 03 87. Landgoed d’n Heikant is een andere golfbaan in de omgeving van Helmond.
Om even een balletje te slaan of gewoon gezellig wat eten of drinken, kunt u terecht bij Helmondse Golfclub Overbrug in Helmond. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Verliefd Laantje 3A, 5707 LG in Helmond. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 06-45 59 81 26. De website van Helmondse Golfclub Overbrug is www.hgc-overbrug.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij het golfclubhuis TIEN, telefoonnummer 06-15 22 03 87. Landgoed d’n Heikant is een andere golfbaan in de omgeving van Helmond.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Helmond die eveneens op Youtube zijn te zien.
U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden klikken om een filmpje af te spelen.
Onder de filmpjes zijn de locaties van Noord-Brabant alsook Helmond op Google Maps weergegeven.
U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden klikken om een filmpje af te spelen.
Onder de filmpjes zijn de locaties van Noord-Brabant alsook Helmond op Google Maps weergegeven.
U kunt linksboven klikken om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Helmond
Dronebeelden Helmond
Google Maps Noord-Brabant
Google Maps Helmond
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Helmond
Helmonds nieuws
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Helmond uit verschillende nieuwsbronnen.
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Nieuws uit Helmond
- FvD Helmond wil verduidelijking kosten en meerwaarde invoering diftar - Omroep Helmond
- Twee van de vier muurschilderijen Helmondse flats afgerond - Omroep Helmond
- Bruin café ’t Hart van Helmond verhuist naar het hart van de Markt - De Gelderlander
- Bruin café ’t Hart van Helmond verhuist naar het hart van de Markt - AD
- Bruin café ’t Hart van Helmond verhuist naar het hart van de Markt - Eindhovens Dagblad
- Politie op zoek naar eigenaar van Porsche die koplampen mist | Helmond - Eindhovens Dagblad
- Politie op zoek naar eigenaar van Porsche die koplampen mist | Helmond - AD
- Politie op zoek naar eigenaar van Porsche die koplampen mist - BD.nl
- Meerdere jongeren in Helmond met elkaar op de vuist, een verdachte (17) had mogelijk vuurwapen bij zich - Eindhovens Dagblad
Nieuws uit de provincie Noord-Brabant
- Provincie wil einde 2024 subsidieregeling voor PAS-melders - Provincie Noord-Brabant
- Noord Brabant dé padelprovincie van Nederland - Geertruidenberg
- Nergens zijn meer padelbanen per inwoner als in Brabant - Internetbode
- BN DeStem.nl, het laatste nieuws uit Brabant en Zuid-West Nederland - BN DeStem
- Sport - BD.nl
- Willem II - BD.nl
- Informatie kaartverkoop NAC – RKC - NAC Breda
- Dubbel glas. Geïsoleerde spouwmuur. Maar liefst 229 huishoudens komen er warmer bij te zitten | Land van Cuijk - De Gelderlander
- Bruin café ’t Hart van Helmond verhuist naar het hart van de Markt - Eindhovens Dagblad
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Taleninsituut verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Helmond
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Helmond alsook tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Helmond
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten