Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Organisaties die investeren in de taalopleiding van de werknemers, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Gouda.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Gouda aan in een brede waaier van vakgebieden.
Wij bieden onze taalcursussen op maat in Gouda aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als (intensieve) workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Iedereen kan bij Dagnall Talen talen leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast algemene taalcursussen zijn organisaties met name geïnteresseerd in de werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van opdrachtgevers afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies talen te leren in Gouda. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar de door u beoogde resultaten.
Onze filosofie is om vreemde talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom gaan wij tot het uiterste om te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Met deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door 15 minuten dagelijks te oefenen, brengen we u met grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Gouda.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taaltraining legt niet alleen de nadruk op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Heerenveen) die het beste bij hem of haar past.
De kundige trainers van ons taleninstituut zijn heel bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut bereiken wij door een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Ons taleninstituut biedt individuele taalcursussen, duocursussen (met 2 deelnemers), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 deelnemers, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De taaldocenten van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en spelen voortdurend op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer plezierige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Gouda. Onze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursisten zelf past.
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart aan ons kunt overlaten.
Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Dagnall Taleninstituut maakt voor de individuele-,
duocursussen en groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te verzekeren.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Gouda worden gegeven.
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Gouda en omgeving.
Individuele cursussen noemt men ook wel één-op-één-cursussen of privélessen..
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groep wordt zo klein mogelijk gehouden de cursisten maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus doordat veel kennis wordt geleerd vrij in korte tijd.
Er wordt sneller vooruitgang gemaakt omdat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Nog een groot voordeel van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is eveneens taalcursus goed op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Vooral de interactie met de andere deelnemers is het belangrijkste pluspunt van groepscursussen; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van discussies en rollenspellen.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; met de groep in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen foutjes. De cursisten kunnen de afwisseling die zo geboden wordt als leuker ervaren.
Doordat tegelijktijd meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt .
Ook zijn voor cursisten groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen alleen met de taaldocent worden gedaan en gevoerd.
Omdat er geen interactie is met andere deelnemers, kan de geleerde taalkennis niet worden geoefend in de groep.
Doordat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van elkaars foutjes.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor deelnemers.
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen deelnemers iets eerder afgeleid zijn. Het rendement ligt hierdoor wat lager. Door de groepen iets kleiner te houden (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Ook kunnen groepscursussen minder goed op individuele leerstijlen worden afgestemd.
Dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van de individuele deelnemers, is een bijkomstig minpunt van groepscursussen.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel werd gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten kunnen spreken en kunnen verstaan, wat begint bij iemand na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De docenten kunnen zo een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal komt pas aan bod wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die een taal beginnen te leren effectief. Vanaf het begin wordt een juiste uitspraak aangeleerd. Deze methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt steeds herzien; woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten terechtkomen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. Kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is voor de student. Deze methode kan werken voor woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een foto maken. Een nadeel van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien zeer tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert de student eveneens onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerenden worden ondergedompeld in de te leren taal, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is, is al veelvuldig aangetoond. Omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de grammatica. De studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. De studenten krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de vreemde taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om draait. De vaste combinaties worden aangeboden aan studenten in betekenisvolle situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak toegepast op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structural Approach is dat lerenden de taal op een accurate manier leren. Lerenden krijgen inzicht in de grammatica en leren in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. De methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van de studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van talen. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren middels de CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie met de docent en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die studenten helpen in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond een grotere behoefte om een taal te leren op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt dit stimulerend, omdat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de taaltrainer en van de lerende vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren afwijkend of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van wetenschap, cultuur en religie was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het belangrijkste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor studenten. Lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De lerenden oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Daadwerkelijk naar het land van de te leren taal reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een heel goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, doordat de leermethode zo intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet daadwerkelijk gaan communiceren in de nieuwe taal. De lerende is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een andere keerzijde kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de lerenden zijn daarvoor essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. Studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die waren gezet in een halve cirkel en in de klas was altijd muziek. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden op deze manier verleid om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de studenten, konden gemakkelijk door ze worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. In de les werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor lerenden geen last hebben van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methodiek is dat de lerenden gestimuleerd worden om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken en geen ontspannende en stimulerende werking hebben. Dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de kant van de trainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten, is in het jaar 1976 door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkeld.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerenden kenschetst. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om de taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gebruikt; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de kunde van de trainer-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De taaldocent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren wanneer deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. De lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten. Lerenden worden zich veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de taalles is hierdoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken belemmerd als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de studenten om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de rol van de taaldocent om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat geschonken die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de vreemde taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal) te werken; met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben om de patronen van de taal zelf te leren herkennen.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van de grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten heel snel in de nieuwe taal denken.
Populariteit
Gouin’s ideeën over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De leermethode garandeert levendig onderwijs. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een vreemde taal leren werd tastbaar; dit was volledig nieuw. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode worden de communicatieve competenties van de studenten sterk gestimuleerd.
De leermethode heeft als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een drankje bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. De lerenden dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het taalniveau van de lerende liggen.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de opdracht goed bij de lerende aansluit. De student komt op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met de taal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor studenten die niet zozeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische items. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en lerenden focust. Net zoals de Dogme-beweging in de film, heeft het Dogme-taalonderwijs tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaltrainer is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan heel motiverend zijn dat de studenten voor het eigen leerproces verantwoordelijk is. Voorspelbaar is de taalles zo nooit; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan worden besproken in een les volgens de Dogme-benadering. Het houdt studenten betrokken en alert.
Studenten kunnen zich daarentegen wel minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent. Ook is niet elke trainer flexibel genoeg voor dit type van onderwijs. Dat de studenten zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor in de lessen wordt behandeld, kan een ander keerzijde vormen van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Greg en Angela Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om veel tijd te investeren, is een minpunt van deze leermethode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal ook begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd gebruikt de student een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Diverse lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat fysieke bewegingen de opname van de vreemde taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De techniek van Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de studenten doen na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert snelle succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens worden ingezet in klassen die wat groter zijn. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende.
Het feit dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken kunnen worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker niveau werkt en daarbij een andere leermethodiek nodig is. Daarnaast is de methode niet heel creatief. De studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar eveneens op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. De studenten werden gestimuleerd veel te spreken. Dat de taallessen in de vreemde taal gegeven werden, was eveneens nieuw. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de vocabulaire van de doeltaal gebeurde met behulp van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloed van de oorlogen en crises, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste voordeel. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen krijgen. Keerzijden heeft de leermethode echter ook. Deze methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook veel minder aandacht aan lezen. Voor de meer gevorderde student, heeft deze leermethode onvoldoende uitdaging te bieden. Omdat de Directe Methode van een dynamische inzet van de studenten uitgaat, is de leermethode eveneens niet heel bruikbaar voor langzaam lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en woordenlijstjes werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een trainer, die één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De studenten herhalen daarna na elkaar het woord en deze beweging. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai wordt om dezelfde woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaltrainers gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De leermethodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel de Stille Manier in zijn oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt, zijn de ideeën van Caleb Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de student, die tenslotte wordt beschouwd als autonoom. De taaltrainer is bij deze leermethode in feite aan de studenten dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. De studenten kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van inbreng van de trainer. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten aan veel begrijpelijke input blootgesteld. De trainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn relatief gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Op deze manier worden woorden en structuren van de nieuwe taal ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De taaltrainer schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertalingen erbij en vervolgens samen met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de docent dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de traineren vraagt, is een minpunt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd ontdekt in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie van deze leermethode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig verschillende talen en de taalcursussen zijn vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier nabootst waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers en foto’s voor om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De lerende kan zo zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met die van een native speaker (moedertaalspreker) vergelijken. Door de voorbeeldspreker iets langzamer te laten spreken en vervolgens veel na te zeggen, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid te oefenen. De software controleert de spelling en grammatica en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij taalfouten van de student kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk in gebruik en de student kan de methode op ieder moment gebruiken. Welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de methode van Rosetta Stone voor onderwijsinstellingen een oplossing bieden. Dat er geen taaltrainer is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door studenten worden nagesproken en herhaald. De zinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les biedt een audio-opname van 30 minuten die nieuwe vocabulaire en structuur bevat. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen aangeboden.
Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode variëren. In het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier praten op een normaal tempo.
Het feit dat er niets wordt uitgelegd, is het minpunt van de methode. De studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen in kleine delen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt afgewisseld met reeds bekende lesstof. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal, als deze er zijn. De Michel Thomas-methode geeft eveneens grammaticale uitleg. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de studenten de makkelijke lesstof hebben begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen construeren. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal en vinden de cursus plezierig werken. De gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen de uitspraak alsook de luistervaardigheid van de doeltaal op efficiënte wijze. Het feit dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode uit audiocursussen bestaat.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. Bij voorkeur werken de lerenden ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Hiernaast staat de vertaling, met grammaticale toelichting. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native speakers zijn ingesproken en die de lerenden daarna dienen te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaldocent om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel werd gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten kunnen spreken en kunnen verstaan, wat begint bij iemand na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De docenten kunnen zo een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal komt pas aan bod wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die een taal beginnen te leren effectief. Vanaf het begin wordt een juiste uitspraak aangeleerd. Deze methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt steeds herzien; woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten terechtkomen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. Kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is voor de student. Deze methode kan werken voor woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een foto maken. Een nadeel van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien zeer tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert de student eveneens onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerenden worden ondergedompeld in de te leren taal, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is, is al veelvuldig aangetoond. Omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de grammatica. De studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. De studenten krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de vreemde taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om draait. De vaste combinaties worden aangeboden aan studenten in betekenisvolle situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak toegepast op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structural Approach is dat lerenden de taal op een accurate manier leren. Lerenden krijgen inzicht in de grammatica en leren in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. De methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van de studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van talen. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren middels de CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie met de docent en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die studenten helpen in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond een grotere behoefte om een taal te leren op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt dit stimulerend, omdat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de taaltrainer en van de lerende vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren afwijkend of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van wetenschap, cultuur en religie was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het belangrijkste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor studenten. Lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De lerenden oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Daadwerkelijk naar het land van de te leren taal reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een heel goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, doordat de leermethode zo intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet daadwerkelijk gaan communiceren in de nieuwe taal. De lerende is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een andere keerzijde kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de lerenden zijn daarvoor essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. Studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die waren gezet in een halve cirkel en in de klas was altijd muziek. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden op deze manier verleid om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de studenten, konden gemakkelijk door ze worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. In de les werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor lerenden geen last hebben van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methodiek is dat de lerenden gestimuleerd worden om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken en geen ontspannende en stimulerende werking hebben. Dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de kant van de trainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten, is in het jaar 1976 door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkeld.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerenden kenschetst. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om de taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gebruikt; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de kunde van de trainer-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De taaldocent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren wanneer deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. De lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten. Lerenden worden zich veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de taalles is hierdoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken belemmerd als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de studenten om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de rol van de taaldocent om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat geschonken die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de vreemde taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal) te werken; met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben om de patronen van de taal zelf te leren herkennen.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van de grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten heel snel in de nieuwe taal denken.
Populariteit
Gouin’s ideeën over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De leermethode garandeert levendig onderwijs. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een vreemde taal leren werd tastbaar; dit was volledig nieuw. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode worden de communicatieve competenties van de studenten sterk gestimuleerd.
De leermethode heeft als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een drankje bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. De lerenden dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het taalniveau van de lerende liggen.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de opdracht goed bij de lerende aansluit. De student komt op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met de taal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor studenten die niet zozeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische items. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en lerenden focust. Net zoals de Dogme-beweging in de film, heeft het Dogme-taalonderwijs tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaltrainer is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan heel motiverend zijn dat de studenten voor het eigen leerproces verantwoordelijk is. Voorspelbaar is de taalles zo nooit; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan worden besproken in een les volgens de Dogme-benadering. Het houdt studenten betrokken en alert.
Studenten kunnen zich daarentegen wel minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent. Ook is niet elke trainer flexibel genoeg voor dit type van onderwijs. Dat de studenten zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor in de lessen wordt behandeld, kan een ander keerzijde vormen van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Greg en Angela Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om veel tijd te investeren, is een minpunt van deze leermethode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal ook begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd gebruikt de student een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Diverse lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat fysieke bewegingen de opname van de vreemde taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De techniek van Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de studenten doen na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert snelle succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens worden ingezet in klassen die wat groter zijn. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende.
Het feit dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken kunnen worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker niveau werkt en daarbij een andere leermethodiek nodig is. Daarnaast is de methode niet heel creatief. De studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar eveneens op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. De studenten werden gestimuleerd veel te spreken. Dat de taallessen in de vreemde taal gegeven werden, was eveneens nieuw. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de vocabulaire van de doeltaal gebeurde met behulp van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloed van de oorlogen en crises, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste voordeel. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen krijgen. Keerzijden heeft de leermethode echter ook. Deze methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook veel minder aandacht aan lezen. Voor de meer gevorderde student, heeft deze leermethode onvoldoende uitdaging te bieden. Omdat de Directe Methode van een dynamische inzet van de studenten uitgaat, is de leermethode eveneens niet heel bruikbaar voor langzaam lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en woordenlijstjes werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een trainer, die één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De studenten herhalen daarna na elkaar het woord en deze beweging. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai wordt om dezelfde woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaltrainers gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De leermethodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel de Stille Manier in zijn oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt, zijn de ideeën van Caleb Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de student, die tenslotte wordt beschouwd als autonoom. De taaltrainer is bij deze leermethode in feite aan de studenten dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. De studenten kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van inbreng van de trainer. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten aan veel begrijpelijke input blootgesteld. De trainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn relatief gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Op deze manier worden woorden en structuren van de nieuwe taal ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De taaltrainer schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertalingen erbij en vervolgens samen met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de docent dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de traineren vraagt, is een minpunt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ gesproken.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Gouda.
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de cursisten bij blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Gouda op maat.
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Het platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert het hoogst mogelijke leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall Taleninstituut biedt naast het online leerplatform ook een handige App voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op ieder (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus een taal leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen en juridische termen in onze App integreren. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taaltraining in Gouda.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging.
Medewerkers die diverse talen spreken, zijn daarom cruciaal in veel organisaties en bedrijven.
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Het onlineplatform Zoom wordt over het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt zowel interactie als variatie.
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, pc of tablet met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor de vertaalbranche en bevat onder andere eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Bovendien worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee maal proefgelezen door twee specialisten. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO geleverd wordt, zoals bij ons taleninstituut in Gouda, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland wordt bijgehouden.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De partnersteden van Gouda zijn Kongsberg in Noorwegen, Solingen in Duitsland en Gloucester in het Verenigd Koninkrijk.
Er zijn twee hogescholen in Gouda: Driestar Hogeschool en Cursus Godsdienst Onderwijs.
Er zijn geen universiteiten gevestigd in Gouda.
Minder algemeen bekend is dat het scheldwoord ‘kaaskop’ vroeger alleen sloeg op Gouwenaren. De houten bakken waarin de kaas werd gemaakt, werden als helm gebruikt bij gebrek aan beter, toen de boeren tegen de soldaten van Napoleon streden.
Het netnummer van Gouda is 0182.
Het postcodegebied van Gouda is 2800 - 2809.
Het adres van het gemeentehuis van Gouda is Burgemeester Jamesplein 1, 2803 PG in Gouda.
De website van de gemeente Gouda is Gouda.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Gouda is 14 0182.
Voor Goudse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Rotterdam aan de Blaak 40, 3011 TA in Rotterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Gouda is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Gouda is KVK-kantoor Rotterdam.
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Gouda een bezoek brengen aan Museum Gouda, aan Museumhaven Gouda, aan Sint Jan Gouda, aan het Verzetsmuseum Zuid-Holland of aan het Museum voor Vrede en Geweldloosheid.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Goudse voetbalclub SV Gouda, Olympia of ONA te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Gouda kunt u terecht bij GLTC Ad Astra, bij Be Quick of bij G.T.C. Tiod.
Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de cursus bij ons taleninstituut in Gouda of met uw internationale (zaken)relatie bij Gouda als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de buurt van Gouda gevonden voor een compleet dagje/middagje uit.
De golfbaan in de omgeving van Gouda is Golfbaan Hitland in Nieuwerkerk aan den IJssel. Deze golfbaan is gelegen aan de Blaardorpseweg 1 in Nieuwerkerk aan den IJssel. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0180-31 71 88. De website van Golfbaan Hitland is www.hitland.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij restaurant ‘Hit eten & drinken’, telefoonnummer 0180-32 15 26.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taaltrainingen in Gouda van topniveau
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Organisaties die investeren in de taalopleiding van de werknemers, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Gouda.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Gouda aan in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden onze taalcursussen op maat in Gouda aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als (intensieve) workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Iedereen kan bij Dagnall Talen talen leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast algemene taalcursussen zijn organisaties met name geïnteresseerd in de werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van opdrachtgevers afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies talen te leren in Gouda. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar de door u beoogde resultaten.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Onze filosofie is om vreemde talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom gaan wij tot het uiterste om te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Met deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door 15 minuten dagelijks te oefenen, brengen we u met grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Gouda.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Talen stelt uw leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau van de cursisten wordt bepaald, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met de offerte.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning op uw agenda en situatie af.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning op uw agenda en situatie af.
De taaldocent evalueert na enkele lessen de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden aangepast.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les samen met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les samen met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar taleninstituut in Gouda sinds 1982
Taleninstituut Dagnall Talen is opgericht in 1982 en verzorgt sindsdien maatwerk taaltraining voor (overheids)instellingen en het bedrijfsleven in Gouda en plaatsen in de buurt van Gouda. De trainers van Dagnall zijn kundige native speakers of near-native speakers. Ze zijn goed opgeleid en hebben veel ervaring op taalgebiedtraining aan het bedrijfsleven en (overheids)organisaties in Midden-Holland.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, biedt taleninstituut Dagnall Talen u zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Gouda. Maximaal rendement door maatwerk; daar staat Dagnall Taleninstituut voor!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Gouda
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Taalcursussen toegespitst op het verbeteren van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn ondertussen bij veel bedrijven gemeengoed.
Medewerkers die geen of een beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een beperking in hun werkomgeving en willen sneller en/of beter communiceren op de werkplek.
Medewerkers die geen of een beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een beperking in hun werkomgeving en willen sneller en/of beter communiceren op de werkplek.
Zij willen graag de instructies op het werk goed kunnen begrijpen en opvolgen. Deze medewerkers willen met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen uitvoeren en natuurlijk heel graag hun ambities op hun werkterrein realiseren. Dit vereist een investering in mensen en in de ontwikkeling van de organisatie.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Gouda
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining legt niet alleen de nadruk op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Heerenveen) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De kundige trainers van ons taleninstituut zijn heel bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut bereiken wij door een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Ons taleninstituut biedt individuele taalcursussen, duocursussen (met 2 deelnemers), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 deelnemers, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De taaldocenten van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en spelen voortdurend op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer plezierige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Gouda. Onze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursisten zelf past.
Effectief een taal leren in Gouda bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart aan ons kunt overlaten.
Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Dagnall Taleninstituut maakt voor de individuele-,
duocursussen en groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te verzekeren.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Gouda worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Gouda
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Gouda en omgeving.
Individuele cursussen noemt men ook wel één-op-één-cursussen of privélessen..
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groep wordt zo klein mogelijk gehouden de cursisten maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus doordat veel kennis wordt geleerd vrij in korte tijd.
Er wordt sneller vooruitgang gemaakt omdat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Nog een groot voordeel van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is eveneens taalcursus goed op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere deelnemers is het belangrijkste pluspunt van groepscursussen; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van discussies en rollenspellen.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; met de groep in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen foutjes. De cursisten kunnen de afwisseling die zo geboden wordt als leuker ervaren.
Doordat tegelijktijd meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt .
Ook zijn voor cursisten groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen alleen met de taaldocent worden gedaan en gevoerd.
Omdat er geen interactie is met andere deelnemers, kan de geleerde taalkennis niet worden geoefend in de groep.
Doordat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van elkaars foutjes.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor deelnemers.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen deelnemers iets eerder afgeleid zijn. Het rendement ligt hierdoor wat lager. Door de groepen iets kleiner te houden (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Ook kunnen groepscursussen minder goed op individuele leerstijlen worden afgestemd.
Dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van de individuele deelnemers, is een bijkomstig minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut geeft cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Daarom verzorgen wij onze taalcursussen ook incompany en online.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld kiezen voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Daarom verzorgen wij onze taalcursussen ook incompany en online.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld kiezen voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Een combinatie van deze trainingen is uiteraard mogelijk.
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Duits beheersen houdt in kennen en kunnen: kennis hebben van de taal, maar ook die kennis kunnen toepassen. Omdat het kunnen even essentieel is als het kennen, is Dagnall Talen de schakel naar het accent van kennis naar praktische toepassing.
Al gauw doet u die vergadering of dat lastige telefoongesprek in de nieuwe taal en kunt u trots zijn op uzelf. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel werd gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten kunnen spreken en kunnen verstaan, wat begint bij iemand na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De docenten kunnen zo een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal komt pas aan bod wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die een taal beginnen te leren effectief. Vanaf het begin wordt een juiste uitspraak aangeleerd. Deze methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt steeds herzien; woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten terechtkomen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. Kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is voor de student. Deze methode kan werken voor woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een foto maken. Een nadeel van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien zeer tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert de student eveneens onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerenden worden ondergedompeld in de te leren taal, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is, is al veelvuldig aangetoond. Omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de grammatica. De studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. De studenten krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de vreemde taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om draait. De vaste combinaties worden aangeboden aan studenten in betekenisvolle situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak toegepast op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structural Approach is dat lerenden de taal op een accurate manier leren. Lerenden krijgen inzicht in de grammatica en leren in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. De methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van de studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van talen. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren middels de CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie met de docent en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die studenten helpen in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond een grotere behoefte om een taal te leren op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt dit stimulerend, omdat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de taaltrainer en van de lerende vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren afwijkend of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van wetenschap, cultuur en religie was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het belangrijkste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor studenten. Lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De lerenden oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Daadwerkelijk naar het land van de te leren taal reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een heel goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, doordat de leermethode zo intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet daadwerkelijk gaan communiceren in de nieuwe taal. De lerende is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een andere keerzijde kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de lerenden zijn daarvoor essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. Studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die waren gezet in een halve cirkel en in de klas was altijd muziek. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden op deze manier verleid om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de studenten, konden gemakkelijk door ze worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. In de les werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor lerenden geen last hebben van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methodiek is dat de lerenden gestimuleerd worden om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken en geen ontspannende en stimulerende werking hebben. Dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de kant van de trainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten, is in het jaar 1976 door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkeld.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerenden kenschetst. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om de taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gebruikt; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de kunde van de trainer-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De taaldocent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren wanneer deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. De lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten. Lerenden worden zich veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de taalles is hierdoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken belemmerd als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de studenten om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de rol van de taaldocent om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat geschonken die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de vreemde taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal) te werken; met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben om de patronen van de taal zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van de grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten heel snel in de nieuwe taal denken.
Populariteit
Gouin’s ideeën over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De leermethode garandeert levendig onderwijs. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een vreemde taal leren werd tastbaar; dit was volledig nieuw. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode worden de communicatieve competenties van de studenten sterk gestimuleerd.
De leermethode heeft als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een drankje bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. De lerenden dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het taalniveau van de lerende liggen.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de opdracht goed bij de lerende aansluit. De student komt op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met de taal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische items. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en lerenden focust. Net zoals de Dogme-beweging in de film, heeft het Dogme-taalonderwijs tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaltrainer is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan heel motiverend zijn dat de studenten voor het eigen leerproces verantwoordelijk is. Voorspelbaar is de taalles zo nooit; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan worden besproken in een les volgens de Dogme-benadering. Het houdt studenten betrokken en alert.
Studenten kunnen zich daarentegen wel minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent. Ook is niet elke trainer flexibel genoeg voor dit type van onderwijs. Dat de studenten zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor in de lessen wordt behandeld, kan een ander keerzijde vormen van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Greg en Angela Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om veel tijd te investeren, is een minpunt van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal ook begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd gebruikt de student een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Diverse lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat fysieke bewegingen de opname van de vreemde taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De techniek van Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de studenten doen na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert snelle succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens worden ingezet in klassen die wat groter zijn. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende.
Het feit dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken kunnen worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker niveau werkt en daarbij een andere leermethodiek nodig is. Daarnaast is de methode niet heel creatief. De studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar eveneens op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. De studenten werden gestimuleerd veel te spreken. Dat de taallessen in de vreemde taal gegeven werden, was eveneens nieuw. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de vocabulaire van de doeltaal gebeurde met behulp van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloed van de oorlogen en crises, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste voordeel. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen krijgen. Keerzijden heeft de leermethode echter ook. Deze methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook veel minder aandacht aan lezen. Voor de meer gevorderde student, heeft deze leermethode onvoldoende uitdaging te bieden. Omdat de Directe Methode van een dynamische inzet van de studenten uitgaat, is de leermethode eveneens niet heel bruikbaar voor langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en woordenlijstjes werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een trainer, die één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De studenten herhalen daarna na elkaar het woord en deze beweging. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai wordt om dezelfde woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaltrainers gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De leermethodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel de Stille Manier in zijn oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt, zijn de ideeën van Caleb Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de student, die tenslotte wordt beschouwd als autonoom. De taaltrainer is bij deze leermethode in feite aan de studenten dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. De studenten kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van inbreng van de trainer. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten aan veel begrijpelijke input blootgesteld. De trainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn relatief gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Op deze manier worden woorden en structuren van de nieuwe taal ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De taaltrainer schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertalingen erbij en vervolgens samen met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de docent dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de traineren vraagt, is een minpunt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd ontdekt in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie van deze leermethode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig verschillende talen en de taalcursussen zijn vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier nabootst waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers en foto’s voor om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De lerende kan zo zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met die van een native speaker (moedertaalspreker) vergelijken. Door de voorbeeldspreker iets langzamer te laten spreken en vervolgens veel na te zeggen, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid te oefenen. De software controleert de spelling en grammatica en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij taalfouten van de student kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk in gebruik en de student kan de methode op ieder moment gebruiken. Welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de methode van Rosetta Stone voor onderwijsinstellingen een oplossing bieden. Dat er geen taaltrainer is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel zijn.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door studenten worden nagesproken en herhaald. De zinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les biedt een audio-opname van 30 minuten die nieuwe vocabulaire en structuur bevat. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen aangeboden.
Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode variëren. In het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier praten op een normaal tempo.
Het feit dat er niets wordt uitgelegd, is het minpunt van de methode. De studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen in kleine delen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt afgewisseld met reeds bekende lesstof. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal, als deze er zijn. De Michel Thomas-methode geeft eveneens grammaticale uitleg. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de studenten de makkelijke lesstof hebben begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen construeren. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal en vinden de cursus plezierig werken. De gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen de uitspraak alsook de luistervaardigheid van de doeltaal op efficiënte wijze. Het feit dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. Bij voorkeur werken de lerenden ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Hiernaast staat de vertaling, met grammaticale toelichting. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native speakers zijn ingesproken en die de lerenden daarna dienen te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaldocent om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel werd gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten kunnen spreken en kunnen verstaan, wat begint bij iemand na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De docenten kunnen zo een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal komt pas aan bod wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die een taal beginnen te leren effectief. Vanaf het begin wordt een juiste uitspraak aangeleerd. Deze methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt steeds herzien; woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten terechtkomen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. Kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is voor de student. Deze methode kan werken voor woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een foto maken. Een nadeel van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien zeer tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert de student eveneens onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerenden worden ondergedompeld in de te leren taal, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is, is al veelvuldig aangetoond. Omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de grammatica. De studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. De studenten krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de vreemde taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om draait. De vaste combinaties worden aangeboden aan studenten in betekenisvolle situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak toegepast op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structural Approach is dat lerenden de taal op een accurate manier leren. Lerenden krijgen inzicht in de grammatica en leren in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. De methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van de studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van talen. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren middels de CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie met de docent en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die studenten helpen in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond een grotere behoefte om een taal te leren op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt dit stimulerend, omdat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de taaltrainer en van de lerende vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren afwijkend of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van wetenschap, cultuur en religie was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het belangrijkste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor studenten. Lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De lerenden oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Daadwerkelijk naar het land van de te leren taal reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een heel goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, doordat de leermethode zo intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet daadwerkelijk gaan communiceren in de nieuwe taal. De lerende is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een andere keerzijde kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de lerenden zijn daarvoor essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. Studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die waren gezet in een halve cirkel en in de klas was altijd muziek. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden op deze manier verleid om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de studenten, konden gemakkelijk door ze worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. In de les werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor lerenden geen last hebben van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methodiek is dat de lerenden gestimuleerd worden om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken en geen ontspannende en stimulerende werking hebben. Dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de kant van de trainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten, is in het jaar 1976 door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkeld.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerenden kenschetst. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om de taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gebruikt; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de kunde van de trainer-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De taaldocent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren wanneer deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. De lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten. Lerenden worden zich veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de taalles is hierdoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken belemmerd als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de studenten om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de rol van de taaldocent om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat geschonken die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de vreemde taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal) te werken; met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben om de patronen van de taal zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van de grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten heel snel in de nieuwe taal denken.
Populariteit
Gouin’s ideeën over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De leermethode garandeert levendig onderwijs. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een vreemde taal leren werd tastbaar; dit was volledig nieuw. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode worden de communicatieve competenties van de studenten sterk gestimuleerd.
De leermethode heeft als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een drankje bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. De lerenden dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het taalniveau van de lerende liggen.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de opdracht goed bij de lerende aansluit. De student komt op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met de taal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische items. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en lerenden focust. Net zoals de Dogme-beweging in de film, heeft het Dogme-taalonderwijs tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaltrainer is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan heel motiverend zijn dat de studenten voor het eigen leerproces verantwoordelijk is. Voorspelbaar is de taalles zo nooit; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan worden besproken in een les volgens de Dogme-benadering. Het houdt studenten betrokken en alert.
Studenten kunnen zich daarentegen wel minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent. Ook is niet elke trainer flexibel genoeg voor dit type van onderwijs. Dat de studenten zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor in de lessen wordt behandeld, kan een ander keerzijde vormen van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Greg en Angela Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om veel tijd te investeren, is een minpunt van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal ook begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd gebruikt de student een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Diverse lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat fysieke bewegingen de opname van de vreemde taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De techniek van Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de studenten doen na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert snelle succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens worden ingezet in klassen die wat groter zijn. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende.
Het feit dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken kunnen worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker niveau werkt en daarbij een andere leermethodiek nodig is. Daarnaast is de methode niet heel creatief. De studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar eveneens op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. De studenten werden gestimuleerd veel te spreken. Dat de taallessen in de vreemde taal gegeven werden, was eveneens nieuw. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de vocabulaire van de doeltaal gebeurde met behulp van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloed van de oorlogen en crises, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste voordeel. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen krijgen. Keerzijden heeft de leermethode echter ook. Deze methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook veel minder aandacht aan lezen. Voor de meer gevorderde student, heeft deze leermethode onvoldoende uitdaging te bieden. Omdat de Directe Methode van een dynamische inzet van de studenten uitgaat, is de leermethode eveneens niet heel bruikbaar voor langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en woordenlijstjes werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een trainer, die één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De studenten herhalen daarna na elkaar het woord en deze beweging. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai wordt om dezelfde woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaltrainers gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De leermethodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel de Stille Manier in zijn oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt, zijn de ideeën van Caleb Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de student, die tenslotte wordt beschouwd als autonoom. De taaltrainer is bij deze leermethode in feite aan de studenten dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. De studenten kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van inbreng van de trainer. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten aan veel begrijpelijke input blootgesteld. De trainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn relatief gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Op deze manier worden woorden en structuren van de nieuwe taal ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De taaltrainer schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertalingen erbij en vervolgens samen met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de docent dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de traineren vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale hulpmiddelen om een vreemde taal te leren
Er is ook een uitgebreid aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere methode om een taal te leren om talen te leren:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral doordat de focus van ons taleninstituut altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere methode om een taal te leren om talen te leren:
De Methode van Dagnall Talen.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral doordat de focus van ons taleninstituut altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Deze app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Deze app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ gesproken.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Gouda.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Gouda
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de cursisten bij blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Gouda op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Het platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert het hoogst mogelijke leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Taleninstituut biedt naast het online leerplatform ook een handige App voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op ieder (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus een taal leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen en juridische termen in onze App integreren. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taaltraining in Gouda.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Gouda
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging.
Medewerkers die diverse talen spreken, zijn daarom cruciaal in veel organisaties en bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Het onlineplatform Zoom wordt over het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, pc of tablet met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Gouda ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Gouda ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Gouda
Het Europees Referentiekader (ERK)
Voor aanvang van de cursus doen we een intake met de cursist, om een beeld te krijgen van zijn taalniveau bij het begin. Dit doen wij aan de hand van het Europees Referentiekader (ERK). De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
De cursist ontvangt het ‘Dagnall Talen-certificaat’ aan het einde van de cursus bij ons taleninstituut in Gouda.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese richtlijn om verschillende taalniveaus te kunnen beoordelen.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het Europees Referentiekader wijst vijf vaardigheden met betrekking tot taal aan, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam wordt eveneens vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK hanteert ook 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
Deze zes niveaus van vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het Europees Referentiekader wijst vijf vaardigheden met betrekking tot taal aan, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam wordt eveneens vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK hanteert ook 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
Deze zes niveaus van vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A is van toepassing op beginners.
Iemand die taalniveau B beheerst, kent alle basisvaardigheden in de Franse taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Taalniveau C is het niveau van de (ver)gevorderde. De beheersing van de geleerde taal lijkt sterk op dat van een moedertaalgebruiker.
Iemand die taalniveau B beheerst, kent alle basisvaardigheden in de Franse taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Taalniveau C is het niveau van de (ver)gevorderde. De beheersing van de geleerde taal lijkt sterk op dat van een moedertaalgebruiker.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor de vertaalbranche en bevat onder andere eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Bovendien worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee maal proefgelezen door twee specialisten. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Talen is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO geleverd wordt, zoals bij ons taleninstituut in Gouda, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die nodig zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan nodig worden bewaard en de persoonsgegevens moeten beschermd te worden tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging. Uiteraard voldoet Dagnall Talen aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in heel beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Gouda zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Talen staat ingeschreven in het CRKBO-register. De naam CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen als privépersonen.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen als privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland wordt bijgehouden.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Gouda
Contact taleninstituut Gouda
Wilt u contact opnemen met ons taleninstituut in Gouda? Vraag vrijblijvend naar onze mogelijkheden. Bel ons direct op 085-2737302 (geen menu) of stuur ons een e-mail via taleninstituut-gouda@dagnall.nl.
Of ga naar het contactformulier. U kunt ook ons gratis informatiepakket bestellen.
De beste route naar een taleninstituut in Gouda!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Gouda
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw locatie volgen of in Gouda, bijvoorbeeld bij Gouda Studio’s - Music Art Centre pand aan Oosthaven 12 in Gouda. Ons taleninstituut verzorgt ook taalcursussen in Gouda in bijvoorbeeld Best Western Plus City Hotel Gouda aan de Hoge Gouwe 201, in Hotel Campanile Gouda aan de Kampenringweg 39-41, in Van der Valk Hotel Rotterdam-Nieuwerkerk aan de Parallelweg Zuid 185 in Nieuwerkerk aan den IJssel en in Fletcher Hotel De Witte Brug aan de Kerkweg 138 in Lekkerkerk.
Besprekingen houden in Gouda kan bij Het Oude Stadhuys aan de Markt 1.
Gouda - geschiedenis
Opgravingen uit het gebied dat nu Gouda is, wijzen op bewoning in de Romeinse tijd. Over de eerste nederzettingen is weinig bekend. Gouda was een moerassig veengebied, dat ontgonnen werd in de 11de eeuw. In 1139 wordt voor het eerst de naam Gouwe in een document van de bisschop van Utrecht vermeld. De stadssingels werden
rond 1350 gegraven, waarmee Gouda vorm begon te krijgen. Gouda ontleent zijn naam aan het riviertje de Gouwe. Een gouwe was waarschijnlijk een rivier met een weg erlangs, maar het zou ook afgeleid kunnen zijn van het Germaanse gulda (goud) + ahwõ (een natuurlijke waterloop in zeekleigebied).
Gouda - nu
Gouda is gelegen in het Groene Hart in het gebied Midden-Holland. Plaatsen in de buurt van de stad Gouda zijn Bergambacht, Bodegraven, Boskoop, Driebruggen, Haastrecht, Moerkapelle, Moordrecht, Nieuwekerk aan den IJssel, Reeuwijk-Dorp
Schoonhoven, Stolwijk, Vlist, Waddinxveen en Zevenhuizen. Gouda ligt in de provincie Zuid-Holland. In de gemeente Gouda wonen ongeveer 72.000 mensen.
Vlag gemeente Gouda
Wapen gemeente Gouda
Inwoners
Een inwoner van Gouda is een ‘Gouwenaar’.
Bekende Gouwenaren zijn Marieke Elsinga, Jennifer Hoffman, Jort Kelder, Hind Laroussi, Jamai Loman en Anita Witzier.
Bekende Gouwenaren zijn Marieke Elsinga, Jennifer Hoffman, Jort Kelder, Hind Laroussi, Jamai Loman en Anita Witzier.
Iets wat uit Gouda komt, noemt men ‘Gouds’, bijvoorbeeld Goudse kaas.
Gouda kreeg stadsrechten in het jaar 1272.
Gouda kreeg stadsrechten in het jaar 1272.
Gouda - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Gouda zijn Kongsberg in Noorwegen, Solingen in Duitsland en Gloucester in het Verenigd Koninkrijk.
Hoger onderwijs
Er zijn twee hogescholen in Gouda: Driestar Hogeschool en Cursus Godsdienst Onderwijs.
Er zijn geen universiteiten gevestigd in Gouda.
Vlag provincie Zuid-Holland
Wapen provincie Zuid-Holland
Typisch Gouds
Gouda is bekend van kaas en kaarsen, van de boterwaag, stroopwafels en pijpen. Gouda fungeert als regiostad voor de dorpen eromheen wat betreft werkgelegenheid, onderwijs en zorg.
Ook is de stad een toeristische trekpleister, met de kaasmarkt en de grachten.
Ook is de stad een toeristische trekpleister, met de kaasmarkt en de grachten.
Gouda - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat het scheldwoord ‘kaaskop’ vroeger alleen sloeg op Gouwenaren. De houten bakken waarin de kaas werd gemaakt, werden als helm gebruikt bij gebrek aan beter, toen de boeren tegen de soldaten van Napoleon streden.
Gouds dialect en accent
Het staat dichtbij het Standaardnederlands.
Doordat de bevolking van Gouda inmiddels overal vandaan komt, wordt er nauwelijks meer dialect gesproken.
In het Gouds krijgen verkleinwoorden -ie in plaats van -je (boekie voor ‘boekje’, karrechie voor ‘karretje’).
Soms wordt een stomme -e toegevoegd om een woord makkelijker te kunnen uitspreken (melluk, kèrremes).
Net als in Utrecht, worden klinkers langgerekt en klinken lijzig.
Doordat de bevolking van Gouda inmiddels overal vandaan komt, wordt er nauwelijks meer dialect gesproken.
In het Gouds krijgen verkleinwoorden -ie in plaats van -je (boekie voor ‘boekje’, karrechie voor ‘karretje’).
Soms wordt een stomme -e toegevoegd om een woord makkelijker te kunnen uitspreken (melluk, kèrremes).
Net als in Utrecht, worden klinkers langgerekt en klinken lijzig.
Echte Gouwenaren hebben moeite om de ‘h’ aan het begin van een woord uit te spreken.
Een uissie met een ekkie is “een huisje met een hekje”. Een doossie is ‘een doosje’.
Je aalt et beij De Vooijs èn laater mot je t beij Van Rijn brènge zegt men in Gouda als iemand zijn vriendin overal mee naartoe neemt.
‘De Vooijs’ en ‘Van Rijn’ waren lokale winkeliers.
Er was ook een winkelier die ‘Van Gelove’ heette. Hij woonde op de Tiendeweg. Gelove woont op de Tiendewech werd gezegd voor “Geloof je het zelf?”
Een uissie met een ekkie is “een huisje met een hekje”. Een doossie is ‘een doosje’.
Je aalt et beij De Vooijs èn laater mot je t beij Van Rijn brènge zegt men in Gouda als iemand zijn vriendin overal mee naartoe neemt.
‘De Vooijs’ en ‘Van Rijn’ waren lokale winkeliers.
Er was ook een winkelier die ‘Van Gelove’ heette. Hij woonde op de Tiendeweg. Gelove woont op de Tiendewech werd gezegd voor “Geloof je het zelf?”
Gouda - “Historisch hart in het groene hart”
Gouda - zakelijk
De gemeente Gouda
Het netnummer van Gouda is 0182.
Het postcodegebied van Gouda is 2800 - 2809.
Het adres van het gemeentehuis van Gouda is Burgemeester Jamesplein 1, 2803 PG in Gouda.
De website van de gemeente Gouda is Gouda.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Gouda is 14 0182.
Zakendoen in Gouda
Voor Goudse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Rotterdam aan de Blaak 40, 3011 TA in Rotterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Gouda is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Gouda is KVK-kantoor Rotterdam.
Gouda - internationale bedrijvigheid
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Gouda vindt u op bedrijventerrein Gouwespoor, Gouwestroom, Kromme Gouwe, Goudse Poort of op bedrijventerrein Gouwe Park.
In Gouda bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Bacardi-Martini Nederland, Blackstone, Centric Netherlands, CheckMark, Compaxo, Croda, De Goudse Verzekeringen, E. Lafeber Internationale
In Gouda bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Bacardi-Martini Nederland, Blackstone, Centric Netherlands, CheckMark, Compaxo, Croda, De Goudse Verzekeringen, E. Lafeber Internationale
Transporten, Every Angle Software, Gouda Refractories, Honeywell Thermal Solutions, Inguran Europe, Komo, Mokveld Valves, Postex Nederland, Sicame Benelux, Steenland Chocolate, TKH Siqura, Illimani Koffie in Reeuwijk, Broer Bakkerijgrondstoffen in Waddinxveen en Distributiecentrum Lidl in Waddinxveen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Gouds nieuws
Het Goudse nieuwsportaal is DeGouda.nl en Goudse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Zuid-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Gouda kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep West.
Ondernemers in Gouda kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep West.
Gouwenaren en ondernemingen in Gouda kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Gouds Dagblad, Goudse Post en Algemeen Dagblad - Gouda.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Gouda
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Gouda een bezoek brengen aan Museum Gouda, aan Museumhaven Gouda, aan Sint Jan Gouda, aan het Verzetsmuseum Zuid-Holland of aan het Museum voor Vrede en Geweldloosheid.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Goudse voetbalclub SV Gouda, Olympia of ONA te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Gouda kunt u terecht bij GLTC Ad Astra, bij Be Quick of bij G.T.C. Tiod.
Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de cursus bij ons taleninstituut in Gouda of met uw internationale (zaken)relatie bij Gouda als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de buurt van Gouda gevonden voor een compleet dagje/middagje uit.
De golfbaan in de omgeving van Gouda is Golfbaan Hitland in Nieuwerkerk aan den IJssel. Deze golfbaan is gelegen aan de Blaardorpseweg 1 in Nieuwerkerk aan den IJssel. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0180-31 71 88. De website van Golfbaan Hitland is www.hitland.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij restaurant ‘Hit eten & drinken’, telefoonnummer 0180-32 15 26.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Gouda die eveneens op Youtube staan.
Klik direct op het Youtube logo in het midden om een filmpje te bekijken.
Direct onder deze filmpjes staan de locaties van Zuid-Holland en Gouda op Google Maps.
Klik direct op het Youtube logo in het midden om een filmpje te bekijken.
Direct onder deze filmpjes staan de locaties van Zuid-Holland en Gouda op Google Maps.
U kunt linksboven klikken om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Gouda
Dronebeelden Gouda
Google Maps Zuid-Holland
Google Maps Gouda
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Gouda
Gouds nieuws
Hieronder kunt u het laatste nieuws uit Gouda van diverse nieuwsbronnen lezen.
Dit nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Nieuws uit Gouda
- Gewonde bij steekpartij, verdachte gearresteerd - Omroep West
- Persoon gewond bij steekincident Eerste Schoolstraat - Het Kontakt - Goudse Post
- Gewonde bij steekpartij in Gouda - 112HM.nl
- Zomerhitte op het kunstgrasveld warmt 's winters het clubhuis op: ‘Een wereldprimeur’ - AD
- Met Debby Willemsz terug naar de CL in Berlijn; ‘’Ik was én ben intens gelukkig om weer wedstrijden op dit niveau te spelen’’ - Waterpolo.nl
- Opvang migranten: Gouda heeft in negen maanden tijd 69 statushouders gehuisvest - AD
- Problemen met opvang na evacuatie uit Libanon, geeft Keijzer toe - Gouds Dagblad
- Gebiedspaspoort aangeboden en goedgekeurd door gemeenteraad - Drimble.nl
- Burgemeester Verhoeve en wethouder Bunnik bij opening Helix Academy - Drimble.nl
Nieuws uit de provincie Zuid-Holland
- Definitief besluit damherten Hoeksche Waard - Provincie Zuid-Holland
- Nieuw informatiepunt over PFAS in Zuid-Holland Zuid - Waterschap Rivierenland
- Meer ruimte voor straatje erbij - CDA
- Zuid-Holland gaat alle verwilderde herten in Hoeksche Waard afschieten - NieuweOogst.nu
- Bouwers Corbulotunnel vechten voor schadevergoeding na ‘bedrog’ door provincie Zuid-Holland - Infrasite.nl
- Provincie Zuid-Holland start met ecologisch schonen van bermsloten in de Alblasserwaard - HetKompasSliedrecht.nl
- Transitieregisseur Circulair Zuid-Holland met focus op innovatie en financiering - Online Kenniscentrum Duurzaam Ondernemen
- De druk op kinderopvang is groot in Zuid-Holland - Goeree-Overflakkee
- Vrouw ernstig gewond bij uit de hand gelopen bruiloftsfeest [video] - Drimble.nl
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Taleninsituut verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Gouda
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Gouda alsook tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Gouda
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten