Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die investeren in de taalopleiding van hun medewerkers, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Europoort Rotterdam.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Europoort Rotterdam in een brede waaier van vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Europoort Rotterdam aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen een vreemde taal leren op een manier die het beste bij hem of haar past. Organisaties zijn naast de algemene taalcursussen vooral geïnteresseerd in de werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Europoort Rotterdam. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar de beoogde resultaten.
Onze filosofie is om een vreemde taal te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Met onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met dagelijks vijftien minuten oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Europoort Rotterdam.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taaltraining is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een verbeterde schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Haarlem) die het beste bij hem of haar past.
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door een mix van deze bewezen leermethode gericht op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u terecht voor cursussen die op een maatwerktraining zijn gebaseerd.
Ons taleninstituut biedt individuele cursussen (privéles), duocursussen (met 2 personen), groepscursussen van 3 tot 10 personen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
De docenten van ons instituut gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en de docenten spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een bijzonder fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall in Gorinchem. Deze, door de jaren steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursist zelf past.
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie uit handen kunt geven.
Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruikt Dagnall Taleninstituut moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te garanderen.
Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Europoort Rotterdam gegeven worden.
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Europoort Rotterdam en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut staan al decennia bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en een zeer hoog rendement.
De individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de lerenden maximaal te ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement doordat in een korte periode behoorlijk veel kennis geleerd wordt.
Er wordt meer vooruitgang gemaakt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Een ander belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast zijn individuele cursussen ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Het belangrijkste voordeel van een groepscursus is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; met elkaar in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen fouten. Deze afwisseling kunnen de cursisten fijner vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn voor de deelnemers groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Bij individuele taalcursussen kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de docent.
Doordat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet in de groep worden geoefend.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om te leren van elkaars fouten.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de cursisten.
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten wat eerder afgeleid zijn. Daardoor ligt het rendement iets lager. Dit kan gedeeltelijk ondervangen worden door de groep iets kleiner te maken (minigroep).
Een groepscursus kan ook minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van individuele cursisten, is een ander nadeel van groepscursussen.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen volledig plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten leren spreken en verstaan; dit begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De trainer kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al vrij snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode haar sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis. Deze methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Tegelijkertijd is dit docentgestuurde aspect een nadeel; eigen inbreng wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige manier dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het is niet het idee om al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat automatisch door blootstelling. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst steeds bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat de woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis van betekenis en relevant is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student, kan de methode functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken. Een keerzijde van deze methode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode zeer tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. De methode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels leert de student ook onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de studenten in de te leren taal worden ondergedompeld. De activiteiten in de te leren taal dienen stimulerend te zijn zodat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, omdat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een wijze van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de SA meer op dan het verwerven van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden aan de lerenden aangeboden in herkenbare situaties met behulp van visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethode worden de taalstructuren die het meest worden gebruikt, als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is het voordeel van een structurele aanpak. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situatie woorden of combinaties van woorden passend zijn of niet voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook nadelen. De werkwijze is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van talen.
Middels CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer alsook met elkaar. Teksten in de doeltaal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de lerende helpt in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer vraag aan het leren van talen middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is studentgericht en functioneel. Omdat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is het stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht is voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel tijd van de taaltrainer en van lerenden vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of ongebruikelijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint de vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Vanzelfsprekend was het onderwijs in het Latijn gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd gezien als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaldocent draagt kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode vormt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling kan worden toegepast. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep geeft deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal is omgeven. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een natuurlijkere manier. De student wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, doordat de leermethode zo intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de te leren taal gaan communiceren. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een bijkomend nadeel van de methode zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de taaldocent zijn daarvoor van essentiële betekenis. De voorwaarde is dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bewerkstelligen. Tijdens de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de les werd altijd muziek gedraaid op de achtergrond. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden de lerenden uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Tijdens de lessen was er veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedie was enigszins omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student minder hinder zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, want niet iedere student is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. Studenten starten een gesprek. Zijn zij de te leren taal nog niet genoeg machtig, dan kunnen zij in de moedertaal spreken. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; de studenten bepalen zelf de lesstof middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode hangt sterk af van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken wanneer deze correct gebruikt wordt. Voor grote klassen is Community Language Learning niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Lerenden vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich zo veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Studenten leren veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de lessen. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Hierdoor is het succes moeilijk te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de taak van de taaltrainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn de lesboeken in de afgelopen dertig jaar aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een heel natuurlijke wijze te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van de grammatica. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten heel snel in de nieuwe taal denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was toch enige tijd een succes, ondanks de ongebruikelijke aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheid van de lerenden goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
Gouin’s methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de seriemethode enthousiasme op van de studenten doordat de seriemethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets geheel nieuws. De lerenden worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt sterk gestimuleerd met de methode van François Gouin.
De leermethode heeft als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract is, wat moeilijk met beweging en expressie in één duidelijke ervaring kan worden gevangen. Een bijkomend nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals een e-mail schrijven, een boodschap doen, met de klantenservice bellen, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten dienen net boven het taalniveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is TBLT een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer nauwkeurig leren, kan als keerzijde genoemd worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs; Scott Thornbury, ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het aangaan van inhoudelijke gesprekken die over praktische items gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Hierbij draait het om communicatie als inspirator van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van talen suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan erg motiverend zijn dat de lerenden voor het eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Op deze manier zijn de taallessen niet voorspelbaar. Dit creëert spontane communicatie en voorkomt verveling. Tijdens een les volgens de Dogme-methode is bijna elk item bespreekbaar. Zo blijven lerenden betrokken en alert.
De studenten kunnen zich echter wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de docent. Ook zijn niet alle trainers in voldoende mate flexibel voor dit type taalonderwijs. Dat studenten zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander nadeel vormen van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint de vreemde taal nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films of nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal ook begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend tot het moment het heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kunnen spreken. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Diverse leerboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles raadt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder gauw afgeleid worden als zij bewegen, waardoor het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waarin is aangetoond dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief aan de methodiek leren is. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat de lerenden het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. Het kiezen van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het principe uitgaat dat mensen met behulp van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven continu taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en deze leermethode kan ook in wat grotere klassen toegepast worden. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen.
Het minpunt van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarboven nog een andere leermethode (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, gevoelens en meningen uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van talen, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Rond 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van het keurslijf. Er kwam binnen het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief geleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. De lerenden werden aangemoedigd vaak te spreken. Het was eveneens een nieuw verschijnsel dat de taallessen in de vreemde taal werden gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de woordenschat van de doeltaal gebeurde door middel van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz gewerkt.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het belangrijke voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Nadelen kent de Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal veel minder. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerende te weinig uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten, omdat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de studenten verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een docent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het woord en de bijbehorende beweging. Deze herhaling helpt de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij verklaarde dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere staafjes met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek gebruikt eveneens Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën vooral bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom gezien worden. De taaltrainer is in principe aan de studenten dienstbaar, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier. De geleerde taalkennis wordt meestal goed verwerkt en onthouden door lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mag’ fouten maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaldocent. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerende wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat de verhalen relatief gemakkelijk te begrijpen zijn, zijn studenten ontspannen. Zo worden structuren en woorden vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De lerenden worden door de docent op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje lerenden een verhaal maken, is een variant. De taaldocent schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertalingen erbij, om vervolgens samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is TPRS een prettige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van taaldocenten vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte is gevonden met tweetalige teksten, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s en stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. De methode maakt gebruik van programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om de uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een native speaker (moedertaalspreker). Uitspraakverbetering kan worden behaald door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en de lerenden daarna veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheden van de lerenden biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de Rosetta Stone-methode veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De Rosetta Stone-methode wordt in ons land ingezet door enkele ministeries en diverse universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door de lerende gebruikt worden. Welke onderdelen van de methode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, kan de lerende zelf bepalen. Veel studenten ervaren het als prettig om met de Rosetta Stone-methode te werken. Voor scholen kan deze methode een oplossing zijn bij een gebrek aan trainers. Een minpunt kan zijn dat geen docent is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur ontwikkeld. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die worden nagesproken en vervolgens worden herhaald. Deze zinnetjes van de cursus zijn door native speakers ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuren in de doeltaal. De grammaticale structuren van de nieuwe taal worden niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder andere in Amerika worden de taalcursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen met de methode variëren. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de Pimsleur-methode heel goed doordat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo spreken.
De keerzijde van de leermethodiek van Pimsleur is dat niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De Michel Thomas-methode bestaat uit audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het idee dat de cursisten op pauze drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De lessen worden in stapjes opgebouwd en nieuwe stof wordt met reeds bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Er wordt eveneens grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd zodat de student zelf zinnen kan maken. De methodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal. Studenten die al wat verder zijn met de taal, vinden de Michel Thomas-methode soms wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de luistervaardigheid en de uitspraak van de vreemde taal op een efficiënte wijze en de methode is ook heel toegankelijk. Een keerzijde van de Michel Thomas-methode is dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien. Ook is er geen echte interactie doordat het een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’. Dit was wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick. De gebruiker werkt bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met de uitleg van de grammatica. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de gebruikers herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is ruim.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen volledig plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten leren spreken en verstaan; dit begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De trainer kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al vrij snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode haar sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis. Deze methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Tegelijkertijd is dit docentgestuurde aspect een nadeel; eigen inbreng wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige manier dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het is niet het idee om al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat automatisch door blootstelling. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst steeds bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat de woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis van betekenis en relevant is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student, kan de methode functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken. Een keerzijde van deze methode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode zeer tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. De methode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels leert de student ook onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de studenten in de te leren taal worden ondergedompeld. De activiteiten in de te leren taal dienen stimulerend te zijn zodat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, omdat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een wijze van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de SA meer op dan het verwerven van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden aan de lerenden aangeboden in herkenbare situaties met behulp van visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethode worden de taalstructuren die het meest worden gebruikt, als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is het voordeel van een structurele aanpak. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situatie woorden of combinaties van woorden passend zijn of niet voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook nadelen. De werkwijze is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van talen.
Middels CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer alsook met elkaar. Teksten in de doeltaal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de lerende helpt in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer vraag aan het leren van talen middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is studentgericht en functioneel. Omdat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is het stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht is voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel tijd van de taaltrainer en van lerenden vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of ongebruikelijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint de vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Vanzelfsprekend was het onderwijs in het Latijn gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd gezien als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaldocent draagt kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode vormt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling kan worden toegepast. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep geeft deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal is omgeven. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een natuurlijkere manier. De student wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, doordat de leermethode zo intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de te leren taal gaan communiceren. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een bijkomend nadeel van de methode zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de taaldocent zijn daarvoor van essentiële betekenis. De voorwaarde is dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bewerkstelligen. Tijdens de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de les werd altijd muziek gedraaid op de achtergrond. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden de lerenden uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Tijdens de lessen was er veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedie was enigszins omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student minder hinder zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, want niet iedere student is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. Studenten starten een gesprek. Zijn zij de te leren taal nog niet genoeg machtig, dan kunnen zij in de moedertaal spreken. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; de studenten bepalen zelf de lesstof middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode hangt sterk af van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken wanneer deze correct gebruikt wordt. Voor grote klassen is Community Language Learning niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Lerenden vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich zo veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Studenten leren veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de lessen. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Hierdoor is het succes moeilijk te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de taak van de taaltrainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn de lesboeken in de afgelopen dertig jaar aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een heel natuurlijke wijze te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van de grammatica. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten heel snel in de nieuwe taal denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was toch enige tijd een succes, ondanks de ongebruikelijke aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheid van de lerenden goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
Gouin’s methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de seriemethode enthousiasme op van de studenten doordat de seriemethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets geheel nieuws. De lerenden worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt sterk gestimuleerd met de methode van François Gouin.
De leermethode heeft als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract is, wat moeilijk met beweging en expressie in één duidelijke ervaring kan worden gevangen. Een bijkomend nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals een e-mail schrijven, een boodschap doen, met de klantenservice bellen, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten dienen net boven het taalniveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is TBLT een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer nauwkeurig leren, kan als keerzijde genoemd worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs; Scott Thornbury, ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het aangaan van inhoudelijke gesprekken die over praktische items gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Hierbij draait het om communicatie als inspirator van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van talen suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan erg motiverend zijn dat de lerenden voor het eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Op deze manier zijn de taallessen niet voorspelbaar. Dit creëert spontane communicatie en voorkomt verveling. Tijdens een les volgens de Dogme-methode is bijna elk item bespreekbaar. Zo blijven lerenden betrokken en alert.
De studenten kunnen zich echter wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de docent. Ook zijn niet alle trainers in voldoende mate flexibel voor dit type taalonderwijs. Dat studenten zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander nadeel vormen van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint de vreemde taal nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films of nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal ook begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend tot het moment het heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kunnen spreken. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Diverse leerboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles raadt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder gauw afgeleid worden als zij bewegen, waardoor het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waarin is aangetoond dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief aan de methodiek leren is. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat de lerenden het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. Het kiezen van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het principe uitgaat dat mensen met behulp van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven continu taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en deze leermethode kan ook in wat grotere klassen toegepast worden. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen.
Het minpunt van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarboven nog een andere leermethode (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, gevoelens en meningen uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van talen, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Rond 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van het keurslijf. Er kwam binnen het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief geleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. De lerenden werden aangemoedigd vaak te spreken. Het was eveneens een nieuw verschijnsel dat de taallessen in de vreemde taal werden gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de woordenschat van de doeltaal gebeurde door middel van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz gewerkt.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het belangrijke voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Nadelen kent de Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal veel minder. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerende te weinig uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten, omdat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de studenten verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een docent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het woord en de bijbehorende beweging. Deze herhaling helpt de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij verklaarde dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere staafjes met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek gebruikt eveneens Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën vooral bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom gezien worden. De taaltrainer is in principe aan de studenten dienstbaar, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier. De geleerde taalkennis wordt meestal goed verwerkt en onthouden door lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mag’ fouten maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaldocent. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerende wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat de verhalen relatief gemakkelijk te begrijpen zijn, zijn studenten ontspannen. Zo worden structuren en woorden vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De lerenden worden door de docent op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje lerenden een verhaal maken, is een variant. De taaldocent schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertalingen erbij, om vervolgens samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is TPRS een prettige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van taaldocenten vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Europoort Rotterdam.
Enkele voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning vergeleken met het online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Europoort Rotterdam op maat.
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Het platform Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogst mogelijke leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall Taleninstituut biedt naast het online leerplatform eveneens een handige App voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een cursist overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. De cursisten kunnen dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen en juridische termen in onze App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook na afloop van de training in Europoort Rotterdam is afgerond.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall Taleninstituut voor uitstekend en spelenderwijs leren.
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners of klanten kunnen op het gebied van taal veelal een uitdaging zijn.
Werknemers die meerdere talen spreken, zijn derhalve vaak onmisbaar in veel organisaties en bedrijven.
Dagnall Talen leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar voorkeur. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, pc of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
Dagnall Talen is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en stelt onder andere eisen aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld bij ons taleninstituut in Europoort Rotterdam, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Europoort Rotterdam is onderdeel van de gemeente Rotterdam waar ook Botlek Rotterdam, Hoek van Holland, Hoogvliet, Maasvlakte Rotterdam, Pernis,
Rotterdam, Rozenburg en Vondelingenplaat Rotterdam onderdeel van zijn.
Weinig mensen weten dat de Suezcrisis een rol heeft gespeeld bij de aanleg van de Europoort. De Egyptische president Nasser blokkeerde het Suezkanaal in 1956. Dit heeft tot een enorme schaalvergroting in de tank-scheepvaart geleid, waar Rotterdam op in heeft gespeeld.
Het netnummer van Europoort Rotterdam is 0181.
De postcode van Europoort Rotterdam is 3198.
Voor ondernemingen in de Europoort is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Rotterdam aan de Blaak 40, 3011 TA in Rotterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Europoort Rotterdam is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Europoort Rotterdam is KVK-kantoor Rotterdam.
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Europoort Rotterdam een bezoek brengen aan EIC Mainport Rotterdam, aan Futureland of aan het Het Keringhuis.
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het een idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Zwartewaalse voetbalclub Zwartewaal meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Europoort Rotterdam kunt u terecht bij T.V. Oostvoorne in Oostvoorne.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taaltrainingen in Europoort Rotterdam van topniveau
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die investeren in de taalopleiding van hun medewerkers, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Europoort Rotterdam.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Europoort Rotterdam in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Europoort Rotterdam aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen een vreemde taal leren op een manier die het beste bij hem of haar past. Organisaties zijn naast de algemene taalcursussen vooral geïnteresseerd in de werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Europoort Rotterdam. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar de beoogde resultaten.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Onze filosofie is om een vreemde taal te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Met onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met dagelijks vijftien minuten oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Europoort Rotterdam.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever de wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemers met de contactgegevens aan. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau bepaald wordt, sturen wij u een cursusvoorstel op maat met de offerte.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en uw situatie.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en uw situatie.
De trainer evalueert na enkele lessen de voortgang alsook de inhoud van de cursus. De doelstelling kan, indien nodig, bijgesteld worden.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De cursisten ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De cursisten ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar taleninstituut in Gorinchem sinds 1982
In 1982 is taleninstituut Dagnall Talen opgericht en wij geven sinds dat jaar maatwerk taaltraining aan (overheids)instellingen en het bedrijfsleven in Gorinchem en omringende plaatsen. Alle kundige docenten zijn echte specialisten op gebied van taal en hebben in deze jaren een flink aantal zakelijke taaltrainingen verzorgd voor bedrijven en (overheids)organisaties in Alblasserwaard.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, biedt taleninstituut Dagnall Talen u zeer betaalbare en effectieve taalcursussen in Gorinchem. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall Taleninstituut u kan bieden.
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Europoort Rotterdam
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is vereist! Cursussen toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn ondertussen bij veel ondernemingen een begrip.
Werknemers met een beperkte of zonder beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in de werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
Werknemers met een beperkte of zonder beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in de werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en opvolgen. Deze werknemers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk heel graag hun ambities op hun werkterrein realiseren. Hiervoor is een investering in mensen en in de ontwikkeling van het bedrijf noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Gorinchem
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een verbeterde schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Haarlem) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door een mix van deze bewezen leermethode gericht op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u terecht voor cursussen die op een maatwerktraining zijn gebaseerd.
Ons taleninstituut biedt individuele cursussen (privéles), duocursussen (met 2 personen), groepscursussen van 3 tot 10 personen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
De docenten van ons instituut gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en de docenten spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een bijzonder fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall in Gorinchem. Deze, door de jaren steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursist zelf past.
Een vreemde taal effectief leren in Europoort Rotterdam bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie uit handen kunt geven.
Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruikt Dagnall Taleninstituut moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te garanderen.
Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Europoort Rotterdam gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Europoort Rotterdam
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Europoort Rotterdam en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut staan al decennia bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en een zeer hoog rendement.
De individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de lerenden maximaal te ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement doordat in een korte periode behoorlijk veel kennis geleerd wordt.
Er wordt meer vooruitgang gemaakt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Een ander belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast zijn individuele cursussen ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste voordeel van een groepscursus is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; met elkaar in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen fouten. Deze afwisseling kunnen de cursisten fijner vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn voor de deelnemers groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele taalcursussen kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de docent.
Doordat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet in de groep worden geoefend.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om te leren van elkaars fouten.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de cursisten.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten wat eerder afgeleid zijn. Daardoor ligt het rendement iets lager. Dit kan gedeeltelijk ondervangen worden door de groep iets kleiner te maken (minigroep).
Een groepscursus kan ook minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van individuele cursisten, is een ander nadeel van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut geeft cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Daarom verzorgen wij onze taalcursussen eveneens incompany en online.
Bij Taleninstituut Dagnall kiest u als cursist bijvoorbeeld voor een intensieve of semi-intensieve
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Daarom verzorgen wij onze taalcursussen eveneens incompany en online.
Bij Taleninstituut Dagnall kiest u als cursist bijvoorbeeld voor een intensieve of semi-intensieve
cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Duits, Frans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Een combinatie van deze trainingen is vanzelfsprekend ook mogelijk.
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Taalvaardigheid kent onderscheid tussen naast kennen (weten) en ook aandacht voor kunnen (handelen). Omdat het kunnen even noodzakelijk is als het kennen, verlegt Dagnall Talen het accent van kennis naar toepassing in de praktijk.
Al gauw begrijpt u die anderstalige collega en antwoordt u hem of haar in zijn of haar eigen taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen volledig plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten leren spreken en verstaan; dit begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De trainer kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al vrij snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode haar sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis. Deze methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Tegelijkertijd is dit docentgestuurde aspect een nadeel; eigen inbreng wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige manier dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het is niet het idee om al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat automatisch door blootstelling. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst steeds bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat de woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis van betekenis en relevant is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student, kan de methode functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken. Een keerzijde van deze methode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode zeer tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. De methode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels leert de student ook onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de studenten in de te leren taal worden ondergedompeld. De activiteiten in de te leren taal dienen stimulerend te zijn zodat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, omdat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een wijze van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de SA meer op dan het verwerven van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden aan de lerenden aangeboden in herkenbare situaties met behulp van visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethode worden de taalstructuren die het meest worden gebruikt, als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is het voordeel van een structurele aanpak. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situatie woorden of combinaties van woorden passend zijn of niet voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook nadelen. De werkwijze is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van talen.
Middels CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer alsook met elkaar. Teksten in de doeltaal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de lerende helpt in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer vraag aan het leren van talen middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is studentgericht en functioneel. Omdat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is het stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht is voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel tijd van de taaltrainer en van lerenden vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of ongebruikelijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint de vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Vanzelfsprekend was het onderwijs in het Latijn gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd gezien als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaldocent draagt kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode vormt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling kan worden toegepast. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep geeft deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal is omgeven. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een natuurlijkere manier. De student wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, doordat de leermethode zo intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de te leren taal gaan communiceren. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een bijkomend nadeel van de methode zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de taaldocent zijn daarvoor van essentiële betekenis. De voorwaarde is dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bewerkstelligen. Tijdens de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de les werd altijd muziek gedraaid op de achtergrond. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden de lerenden uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Tijdens de lessen was er veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedie was enigszins omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student minder hinder zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, want niet iedere student is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. Studenten starten een gesprek. Zijn zij de te leren taal nog niet genoeg machtig, dan kunnen zij in de moedertaal spreken. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; de studenten bepalen zelf de lesstof middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode hangt sterk af van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken wanneer deze correct gebruikt wordt. Voor grote klassen is Community Language Learning niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Lerenden vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich zo veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Studenten leren veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de lessen. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Hierdoor is het succes moeilijk te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de taak van de taaltrainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn de lesboeken in de afgelopen dertig jaar aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een heel natuurlijke wijze te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van de grammatica. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten heel snel in de nieuwe taal denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was toch enige tijd een succes, ondanks de ongebruikelijke aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheid van de lerenden goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
Gouin’s methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de seriemethode enthousiasme op van de studenten doordat de seriemethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets geheel nieuws. De lerenden worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt sterk gestimuleerd met de methode van François Gouin.
De leermethode heeft als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract is, wat moeilijk met beweging en expressie in één duidelijke ervaring kan worden gevangen. Een bijkomend nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals een e-mail schrijven, een boodschap doen, met de klantenservice bellen, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten dienen net boven het taalniveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is TBLT een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer nauwkeurig leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs; Scott Thornbury, ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het aangaan van inhoudelijke gesprekken die over praktische items gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Hierbij draait het om communicatie als inspirator van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van talen suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan erg motiverend zijn dat de lerenden voor het eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Op deze manier zijn de taallessen niet voorspelbaar. Dit creëert spontane communicatie en voorkomt verveling. Tijdens een les volgens de Dogme-methode is bijna elk item bespreekbaar. Zo blijven lerenden betrokken en alert.
De studenten kunnen zich echter wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de docent. Ook zijn niet alle trainers in voldoende mate flexibel voor dit type taalonderwijs. Dat studenten zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander nadeel vormen van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint de vreemde taal nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films of nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal ook begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend tot het moment het heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kunnen spreken. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Diverse leerboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles raadt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder gauw afgeleid worden als zij bewegen, waardoor het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waarin is aangetoond dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief aan de methodiek leren is. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat de lerenden het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. Het kiezen van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het principe uitgaat dat mensen met behulp van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven continu taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en deze leermethode kan ook in wat grotere klassen toegepast worden. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen.
Het minpunt van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarboven nog een andere leermethode (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, gevoelens en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van talen, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Rond 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van het keurslijf. Er kwam binnen het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief geleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. De lerenden werden aangemoedigd vaak te spreken. Het was eveneens een nieuw verschijnsel dat de taallessen in de vreemde taal werden gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de woordenschat van de doeltaal gebeurde door middel van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz gewerkt.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het belangrijke voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Nadelen kent de Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal veel minder. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerende te weinig uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten, omdat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een docent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het woord en de bijbehorende beweging. Deze herhaling helpt de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij verklaarde dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere staafjes met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek gebruikt eveneens Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën vooral bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom gezien worden. De taaltrainer is in principe aan de studenten dienstbaar, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier. De geleerde taalkennis wordt meestal goed verwerkt en onthouden door lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mag’ fouten maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaldocent. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerende wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat de verhalen relatief gemakkelijk te begrijpen zijn, zijn studenten ontspannen. Zo worden structuren en woorden vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De lerenden worden door de docent op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje lerenden een verhaal maken, is een variant. De taaldocent schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertalingen erbij, om vervolgens samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is TPRS een prettige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van taaldocenten vraagt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte is gevonden met tweetalige teksten, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s en stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. De methode maakt gebruik van programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om de uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een native speaker (moedertaalspreker). Uitspraakverbetering kan worden behaald door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en de lerenden daarna veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheden van de lerenden biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de Rosetta Stone-methode veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De Rosetta Stone-methode wordt in ons land ingezet door enkele ministeries en diverse universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door de lerende gebruikt worden. Welke onderdelen van de methode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, kan de lerende zelf bepalen. Veel studenten ervaren het als prettig om met de Rosetta Stone-methode te werken. Voor scholen kan deze methode een oplossing zijn bij een gebrek aan trainers. Een minpunt kan zijn dat geen docent is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur ontwikkeld. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die worden nagesproken en vervolgens worden herhaald. Deze zinnetjes van de cursus zijn door native speakers ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuren in de doeltaal. De grammaticale structuren van de nieuwe taal worden niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder andere in Amerika worden de taalcursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen met de methode variëren. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de Pimsleur-methode heel goed doordat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo spreken.
De keerzijde van de leermethodiek van Pimsleur is dat niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De Michel Thomas-methode bestaat uit audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het idee dat de cursisten op pauze drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De lessen worden in stapjes opgebouwd en nieuwe stof wordt met reeds bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Er wordt eveneens grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd zodat de student zelf zinnen kan maken. De methodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal. Studenten die al wat verder zijn met de taal, vinden de Michel Thomas-methode soms wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de luistervaardigheid en de uitspraak van de vreemde taal op een efficiënte wijze en de methode is ook heel toegankelijk. Een keerzijde van de Michel Thomas-methode is dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien. Ook is er geen echte interactie doordat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’. Dit was wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick. De gebruiker werkt bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met de uitleg van de grammatica. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de gebruikers herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is ruim.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer om de cursist te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen volledig plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten leren spreken en verstaan; dit begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De trainer kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al vrij snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode haar sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis. Deze methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Tegelijkertijd is dit docentgestuurde aspect een nadeel; eigen inbreng wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige manier dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het is niet het idee om al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat automatisch door blootstelling. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst steeds bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat de woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis van betekenis en relevant is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student, kan de methode functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken. Een keerzijde van deze methode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode zeer tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. De methode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels leert de student ook onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de studenten in de te leren taal worden ondergedompeld. De activiteiten in de te leren taal dienen stimulerend te zijn zodat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, omdat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een wijze van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de SA meer op dan het verwerven van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden aan de lerenden aangeboden in herkenbare situaties met behulp van visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethode worden de taalstructuren die het meest worden gebruikt, als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is het voordeel van een structurele aanpak. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situatie woorden of combinaties van woorden passend zijn of niet voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook nadelen. De werkwijze is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van talen.
Middels CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer alsook met elkaar. Teksten in de doeltaal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de lerende helpt in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer vraag aan het leren van talen middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is studentgericht en functioneel. Omdat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is het stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht is voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel tijd van de taaltrainer en van lerenden vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of ongebruikelijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint de vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Vanzelfsprekend was het onderwijs in het Latijn gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd gezien als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaldocent draagt kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode vormt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling kan worden toegepast. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep geeft deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal is omgeven. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een natuurlijkere manier. De student wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, doordat de leermethode zo intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de te leren taal gaan communiceren. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een bijkomend nadeel van de methode zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de taaldocent zijn daarvoor van essentiële betekenis. De voorwaarde is dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bewerkstelligen. Tijdens de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de les werd altijd muziek gedraaid op de achtergrond. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden de lerenden uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Tijdens de lessen was er veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedie was enigszins omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student minder hinder zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, want niet iedere student is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. Studenten starten een gesprek. Zijn zij de te leren taal nog niet genoeg machtig, dan kunnen zij in de moedertaal spreken. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; de studenten bepalen zelf de lesstof middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode hangt sterk af van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken wanneer deze correct gebruikt wordt. Voor grote klassen is Community Language Learning niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Lerenden vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich zo veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Studenten leren veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de lessen. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Hierdoor is het succes moeilijk te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de taak van de taaltrainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn de lesboeken in de afgelopen dertig jaar aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een heel natuurlijke wijze te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van de grammatica. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten heel snel in de nieuwe taal denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was toch enige tijd een succes, ondanks de ongebruikelijke aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheid van de lerenden goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
Gouin’s methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de seriemethode enthousiasme op van de studenten doordat de seriemethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets geheel nieuws. De lerenden worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt sterk gestimuleerd met de methode van François Gouin.
De leermethode heeft als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract is, wat moeilijk met beweging en expressie in één duidelijke ervaring kan worden gevangen. Een bijkomend nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals een e-mail schrijven, een boodschap doen, met de klantenservice bellen, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten dienen net boven het taalniveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is TBLT een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer nauwkeurig leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs; Scott Thornbury, ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het aangaan van inhoudelijke gesprekken die over praktische items gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Hierbij draait het om communicatie als inspirator van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van talen suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan erg motiverend zijn dat de lerenden voor het eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Op deze manier zijn de taallessen niet voorspelbaar. Dit creëert spontane communicatie en voorkomt verveling. Tijdens een les volgens de Dogme-methode is bijna elk item bespreekbaar. Zo blijven lerenden betrokken en alert.
De studenten kunnen zich echter wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de docent. Ook zijn niet alle trainers in voldoende mate flexibel voor dit type taalonderwijs. Dat studenten zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander nadeel vormen van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint de vreemde taal nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films of nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal ook begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend tot het moment het heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kunnen spreken. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Diverse leerboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles raadt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder gauw afgeleid worden als zij bewegen, waardoor het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waarin is aangetoond dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief aan de methodiek leren is. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat de lerenden het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. Het kiezen van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het principe uitgaat dat mensen met behulp van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven continu taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en deze leermethode kan ook in wat grotere klassen toegepast worden. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen.
Het minpunt van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarboven nog een andere leermethode (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, gevoelens en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van talen, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Rond 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van het keurslijf. Er kwam binnen het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief geleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. De lerenden werden aangemoedigd vaak te spreken. Het was eveneens een nieuw verschijnsel dat de taallessen in de vreemde taal werden gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de woordenschat van de doeltaal gebeurde door middel van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz gewerkt.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het belangrijke voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Nadelen kent de Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal veel minder. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerende te weinig uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten, omdat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een docent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het woord en de bijbehorende beweging. Deze herhaling helpt de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij verklaarde dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere staafjes met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek gebruikt eveneens Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën vooral bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom gezien worden. De taaltrainer is in principe aan de studenten dienstbaar, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier. De geleerde taalkennis wordt meestal goed verwerkt en onthouden door lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mag’ fouten maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaldocent. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerende wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat de verhalen relatief gemakkelijk te begrijpen zijn, zijn studenten ontspannen. Zo worden structuren en woorden vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De lerenden worden door de docent op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje lerenden een verhaal maken, is een variant. De taaldocent schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertalingen erbij, om vervolgens samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is TPRS een prettige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van taaldocenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale hulpmiddelen om een taal te leren
Ook is er een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere manier om een vreemde taal te leren:
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er bestaat echter een betere manier om een vreemde taal te leren:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Taleninstituut zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van uw bedrijf of organisatie.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Taleninstituut zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van uw bedrijf of organisatie.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Europoort Rotterdam.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Europoort Rotterdam
Het voordeel van blended learning vergeleken met het online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Europoort Rotterdam op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Het platform Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogst mogelijke leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Taleninstituut biedt naast het online leerplatform eveneens een handige App voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een cursist overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. De cursisten kunnen dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen en juridische termen in onze App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook na afloop van de training in Europoort Rotterdam is afgerond.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall Taleninstituut voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Europoort Rotterdam
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners of klanten kunnen op het gebied van taal veelal een uitdaging zijn.
Werknemers die meerdere talen spreken, zijn derhalve vaak onmisbaar in veel organisaties en bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar voorkeur. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, pc of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Europoort Rotterdam ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Europoort Rotterdam ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Europoort Rotterdam
Het Europees Referentiekader (ERK)
Bij het beschrijven van het begin- en eindniveau van de cursist, baseren wij ons op de taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK). Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Aan het einde van een cursus bij ons taleninstituut in de Europoort Rotterdam ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een tool die de verschillende niveaus van taalvaardigheid beschrijft op een uniforme wijze.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige term wordt ook vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
De zes verschillende niveaus zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige term wordt ook vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
De zes verschillende niveaus zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A beschrijft alle vaardigheden die een beginnende gebruiker beheerst.
Niveau B geeft aan wat een ‘zelfstandige gebruiker’ kan en kent, dat wil zeggen: zonder hulp van de gesprekspartner.
Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij taalniveau C, benaderen moedertaalgebruikers (native speakers). Deze mensen gebruiken de vreemde taal zonder problemen in verschillende situaties.
Niveau B geeft aan wat een ‘zelfstandige gebruiker’ kan en kent, dat wil zeggen: zonder hulp van de gesprekspartner.
Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij taalniveau C, benaderen moedertaalgebruikers (native speakers). Deze mensen gebruiken de vreemde taal zonder problemen in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en stelt onder andere eisen aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons taleninstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld bij ons taleninstituut in Europoort Rotterdam, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan nodig en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging te worden beschermd. Dagnall Talen voldoet natuurlijk aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en Dagnall Talen verwerkt persoonsgegevens heel beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Europoort Rotterdam zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Taleninstituut is ingeschreven in het CRKBO-register. CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit betekent dat wij aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoen.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
Dit betekent dat wij aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoen.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Europoort Rotterdam
Contact taleninstituut Europoort Rotterdam
Wilt u contact opnemen met Dagnall Taleninstituut in Europoort Rotterdam? Vraag vrijblijvend naar onze mogelijkheden. Bel ons op 010-2004112 (geen belmenu) of stuur een e-mail naar taleninstituut-europoort-rotterdam@dagnall.nl voor meer informatie.
Of ga naar het contactformulier. Vanzelfsprekend kunt u ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
De beste weg naar een taleninstituut in Europoort Rotterdam!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Europoort Rotterdam
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw locatie volgen of in Poortugaal, bijvoorbeeld bij Coachhuis Poortugaal aan de Hofhoek 9 in Poortugaal. Ons taleninstituut verzorgt ook taalcursussen bij Europoort Rotterdam in bijvoorbeeld Fletcher Hotel de Zalm aan de Voorstraat 6-8 in Brielle en in Hotel Maassluis aan de Govert van Wijnkade 48 in Maassluis.
Besprekingen houden in Europoort Rotterdam kan bijvoorbeeld bij Badhotel Rockanje aan de Tweede Slag 1 in Rockanje.
Europoort Rotterdam - geschiedenis
Het havengebied Rotterdam Europoort werd in de jaren 1958-1964 aangelegd op het eiland Rozenburg. Het dorpje Blankenburg, met 400 inwoners, werd ervoor verdwenen.
Europoort betekent: ‘haven van Europa’. Bij de ingebruikname van de haven in 1962 was Rotterdam de grootste haven ter wereld.
Europoort Rotterdam - nu
Europoort Rotterdam ligt in de regio Rijnmond en grenst aan de Maasvlakte en het Botlekgebied.
Plaatsen in de buurt van Europoort Rotterdam zijn Brielle, Oostvoorne, Rockanje, Rozenburg, Spijkenisse en Vierpolders.
Logo Europoort Rotterdam
Logo Port of Rotterdam
Inwoners
Er wonen toch wel mensen in de Europoort, namelijk in het dorp Rozenburg, ongeveer 13.000.
Rozenburg is echter geen zelfstandige gemeente meer; het hoort bij Rotterdam.
Europoort Rotterdam - internationaal & scholing
Gemeente Rotterdam
Europoort Rotterdam is onderdeel van de gemeente Rotterdam waar ook Botlek Rotterdam, Hoek van Holland, Hoogvliet, Maasvlakte Rotterdam, Pernis,
Rotterdam, Rozenburg en Vondelingenplaat Rotterdam onderdeel van zijn.
Vlag provincie Zuid-Holland
Wapen provincie Zuid-Holland
Bekend in de Europoort
Europoort Rotterdam staat bekend om de havens, de containerschepen en de petrochemische industrie. Europoort Rotterdam fungeert als grootste Europese overslaghaven en zevende haven ter wereld. Schepen met zeer grote diepgang kunnen in de Europoort aanleggen. Ruim 19% van de beroepsbevolking in de regio Rijnmond is werkzaam in de haven.
Europoort Rotterdam - minder bekend
Weinig mensen weten dat de Suezcrisis een rol heeft gespeeld bij de aanleg van de Europoort. De Egyptische president Nasser blokkeerde het Suezkanaal in 1956. Dit heeft tot een enorme schaalvergroting in de tank-scheepvaart geleid, waar Rotterdam op in heeft gespeeld.
West-ijsselmonds dialect en accent
Verder is in Europoort het dialect Rotterdams, wat een Zuid-Hollands dialect is. Er zijn kleine verschillen tussen het Rotterdams uit Rotterdam-Zuid en dat van de noordkant van de stad. De typisch Rotterdamse intonatie zorgt ervoor dat zinnen altijd wat vragend klinken. De zinnen worden vaak gevolgd door O ja, joh? of Toch?, Niet dan?. Kenmerkend is ook dat Rotterdammers vaak een -t achter een woord plakken: ik loopt, de botert, een brommert. De ‘ei/ij’ verandert in ai. De ‘r’ wordt achterin de keel uitgesproken en vaak weggelaten. ‘Kennen’ wordt gebruikt voor ‘kunnen’ en ‘leggen’ voor ‘liggen’.
Dit is (was) de taal van Willem van Hanegem en Jules Deelder. Een campingsmoking is natuurlijk een ‘joggingpak’. In Rotterdam en omgeving eet men geen ‘bietjes’ maar kroten. ‘Hier’ is hiero en ‘daar’ is daaro. Kijk maar uit, ut komp van Zuid wordt gezegd over iemand uit Rotterdam-Zuid. Niet lulle maar poetse betekent iets als “praatjes vullen geen gaatjes”; je kunt maar beter doorwerken. Dat komp zo uit de have betekent dat het gestolen is. Een dooie met een dag verlof wordt in Rotterdam gezegd van een saai iemand. Ben je van de pot gepleurd? is goed Rotterdams voor: “Ben je gek geworden?”
Europoort - “Deel van de grootste haven van Europa”
Europoort Rotterdam - zakelijk
Europoort Rotterdam
Het netnummer van Europoort Rotterdam is 0181.
De postcode van Europoort Rotterdam is 3198.
Zakendoen in Europoort Rotterdam
Voor ondernemingen in de Europoort is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Rotterdam aan de Blaak 40, 3011 TA in Rotterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Europoort Rotterdam is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Europoort Rotterdam is KVK-kantoor Rotterdam.
Europoort Rotterdam - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Europoort Rotterdam vaak op de Beneluxhaven, Brittanniëhaven, Calandkanaal, Dintelhaven, Donauhaven, Elbehaven, Londenhaven, Neckarhaven, Vierde Petroleumhaven, Vijfde Petroleumhaven, Zesde Petroleumhaven, Zevende Petroleumhaven, Pistoolhaven, Scheurhaven, Seinehaven, Tennesseehaven of aan de Wezerhaven.
In Europoort Rotterdam bevinden zich onder
In Europoort Rotterdam bevinden zich onder
andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: ADM Europoort (Archer Daniels Midland Company), BP Nederland, Broekman Logistics, Indorama Ventures Europe, Mammoet, Neele-Vat Logistics, P&O Ferrymasters Ltd, RelyOn Nutec en Sulzer.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Europoort - nieuws
De nieuwsportalen van Europoort Rotterdam zijn Europoort Kringen en Port of Rotterdam - Nieuws en ondernemers uit de Europoort lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Zuid-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Europoort Rotterdam kijken hun (zakelijk) nieuws op Rijnmond.
Ondernemers in Europoort Rotterdam kijken hun (zakelijk) nieuws op Rijnmond.
Ondernemers in Europoort Rotterdam kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant De Havenloods, Vandaag en Morgen en het NAAM KRANT.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Europoort Rotterdam
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Europoort Rotterdam een bezoek brengen aan EIC Mainport Rotterdam, aan Futureland of aan het Het Keringhuis.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het een idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Zwartewaalse voetbalclub Zwartewaal meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Europoort Rotterdam kunt u terecht bij T.V. Oostvoorne in Oostvoorne.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de cursus bij ons taleninstituut in Europoort Rotterdam of met uw internationale (zaken)relatie bij Europoort Rotterdam een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Europoort Rotterdam gevonden voor een compleet middagje/dagje uit.
De nabijgelegen golfbaan voor Europoort Rotterdam is Golfclub Kleiburg in Brielle. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Krabbeweg 9, 3231 NB in Brielle. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0181-41 78 09. De website van de golfbaan is www.golfclub-kleiburg.nlQ.
Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij restaurant Bogey’s, telefoonnummer 0181-41 42 25.
De nabijgelegen golfbaan voor Europoort Rotterdam is Golfclub Kleiburg in Brielle. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Krabbeweg 9, 3231 NB in Brielle. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0181-41 78 09. De website van de golfbaan is www.golfclub-kleiburg.nlQ.
Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij restaurant Bogey’s, telefoonnummer 0181-41 42 25.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Europoort Rotterdam die ook op Youtube kunnen worden bekeken.
Door direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt een filmpje afgespeeld.
Onder de filmpjes vindt u de locaties van Zuid-Holland en Europoort Rotterdam op Google Maps.
Door direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt een filmpje afgespeeld.
Onder de filmpjes vindt u de locaties van Zuid-Holland en Europoort Rotterdam op Google Maps.
Door linksboven te klikken, wordt het kaartje in een nieuw venster groot weergeven.
Promovideo Europoort Rotterdam
Dronebeelden Europoort Rotterdam
Google Maps Zuid-Holland
Google Maps Europoort Rotterdam
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Europoort Rotterdam
Nieuws uit de Europoort
Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Europoort Rotterdam uit verschillende nieuwsbronnen.
Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Nieuws uit Europoort Rotterdam
- Vrachtwagen met pech bij Botlekbrug (A15), rijstrook richting Europoort dicht - De Havenloods
- Meeste files in en rond Rotterdam voorbij: verdwenen spitsstrook A15 was volgens ANWB veroorzaker - AD
- Grote stroomstoring trof 11.000 huizen, chemiereuzen Europoort en de metro - RTV Rijnmond
- Zwaargewonde bij ernstig ongeval op de A15 bij Rotterdam - AD
- Europoort zonder stroom, chemiereuzen fakkelen gas af - NOS
- Negatief advies OR over sluiting Indorama - Rodi.nl
- Forse drukte op A15 tussen Ridderkerk en Europoort door ongevallen - Nieuws op Beeld
- A15 van Rotterdam richting Europoort weer open na ongeluk met meerdere auto's - RTV Rijnmond
- Botlektunnel (A15) richting Europoort dicht na ongeluk met vrachtwagens - De Havenloods
Nieuws uit de provincie Overijssel
- Aanhouding voor koperdiefstal in Almelo - ProRail
- Verdachte koperdiefstal aangehouden - Politie
- Geïsoleerd en gemanipuleerd geeft Brummense haar bankpas mee. ‘Ik heb me lang heel dom gevoeld’ - Tubantia
- Twentse Morris (20) stapt uit bed, wordt Nederlands kampioen en beslist dan om te stoppen - Tubantia
- Jose Mourinho: “FC Twente speelt als een team, dat is hun kracht” - FC Twente
- Olde Veste`54 krijgt kans op revanche, SC Genemuiden en SV Urk moeten aan de bak én VC Zwolle start competitie - Drimble.nl
- Nieuw reddingsplan voor Khalid Oubaha: het is nu erop of eronder voor de horecatycoon - Tubantia
- Ook andere omwonenden rond azc in Schalkhaar roeren zich over uitbreiding: ‘Afspraak is afspraak’ - De Stentor
- Overijsselse politiek koerst af op beperkingen voor windturbines - Reformatorisch Dagblad
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Taleninsituut verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Europoort Rotterdam
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Europoort Rotterdam en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Europoort Rotterdam
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten