Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Organisaties en bedrijven die investeren in de taalopleiding van hun werknemers, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die u precies dat biedt: Effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden in Ede en omgeving. Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak kent zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Ede aan in een brede waaier van vakgebieden.
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Ede aan als individuele (1-op-1) les, als groepscursus met collega’s, als (intensieve) workshop en als doorlopende, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen vreemde een vreemde taal leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast de klassieke taaltaalcursussen zijn organisaties vooral in werkgerelateerde taalcursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Onze taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de klant afgestemd. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies de mogelijkheid biedt om talen te leren in Ede. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel het door u beoogde resultaat.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Het is onze filosofie om talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Dagnall Taleninstituut gaat daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leren. Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Met deze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Met vijftien minuten dagelijks oefenen, brengt Dagnall Talen u in grote stappen naar het beoogde niveau. Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Ede.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever stellen wij de wensen en leerdoelen vast. U meldt de cursisten met hun contactgegevens aan. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau van de deelnemers wordt bepaald, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met een offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning op uw situatie en agenda af.
Na een aantal lessen evalueert de taaldocent de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien noodzakelijk, kan de doelstelling worden aangepast. Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
Het (individuele) contact met de deelnemers kan Dagnall desgewenst verzorgen Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Dit formulier en de schrijfopdracht dienen vóór de intakedatum teruggestuurd te worden Dagnall Talen verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Het intakegesprek duurt ongeveer 30 minuten De indeling van de groep(en) worden door Dagnall Talen aan de hand van niveaubepaling geadviseerd en in overleg vastgesteld De deelnemers worden per taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat! Dagnall Talen verzorgt de logistiek van lesmateriaal en de cursusbenodigdheden Wij berekenen geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Dagnall Talen bewaakt en garandeert de continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma Dagnall Taleninstituut is flexibel en betrokken!
Dagnall Taleninstituut, Vertaalbureau, Tolkbureau en Tekstbureau verzorgt taalonderwijs voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Ede en omgeving sinds 1982. Ons instituut maakt gebruik van maakt gebruik van een team van kundige taaltaaltrainers die door de jaren aan bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitinstellingen in de Veluwe een groot aantal taalcursussen hebben gegeven.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte methode van werken, levert taleninstituut Dagnall Talen u betaalbare en effectieve taalcursussen in Ede. U kunt erop rekenen dat Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Ede
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak essentieel! Taalcursussen toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel organisaties een begrip. Werknemers zonder of met weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in de werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
De instructies op de werkplek willen zij goed kunnen begrijpen en opvolgen. Deze werknemers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen verrichten en natuurlijk graag hun ambitie op hun werk verwezenlijken. Dit vereist een investering in mensen en in de ontwikkeling van het bedrijf.
Ons instituut biedt betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Dagnall Taleninstituut helpt en leert deelnemers hoe zij de lesstof in hun baan in praktijk kunnen brengen. Ons instituut stemt de lessen af op de wensen van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Als aanvulling op de lessen, krijgt de deelnemer gedurende de taalcursus regelmatig praktijkopdrachten, als ondersteuning van de continuïteit van het leerproces en de effectiviteit van de training verbeteren.
Zo ontstaat een win-winsituatie! Dagnall let tevens op de minder belichte kant van veel taaltrainingen: de cursist staat al vaak alleen in zijn poging om de taal machtig te zijn, om de cultuur en gebruiken van het bewuste land en het bedrijf te doorgronden en om de wereld via taal te vergroten. Dit vraagt veel inzet en motivatie. Daarnaast heeft de deelnemer maar een beperkt aantal vaste contactmomenten met de trainer per week. Dit is niet altijd afdoende.
Onderscheidend
Dagnall Taleninstituut is onderscheidend door zich te richten op vergroting van het draagvlak voor de taalcursus op de werkvloer. Dagnall Talen stimuleert collega’s en leidinggevenden van de organisatie om voor een voortdurend proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf de start zoveel mogelijk met de cursisten te communiceren in de doeltaal. Door de relevantie van taal op de werkvloer voortdurend op deze manier uit te drukken, wordt de waarde van een goede talenkennis gezamenlijk ervaren en de deelnemers voelen zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Ede
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining spits zich niet alleen toe op de vraag van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals het verbeteren van spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taaltraining is uiteraard ook afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taaltraining (bij een taleninstituut in Ede) die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn erg bedreven in het snel en plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen. Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt gerealiseerd door een mix van deze beproefde leermethode, samen met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Taleninstituut terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op maatwerktrainingen.
Ons taleninstituut biedt individuele cursussen, duocursussen (met 2 deelnemers), groepscursussen van 3 tot 10 deelnemers, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. De taaldocenten van ons instituut maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld in de loop der jaren en zij spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall Talen in Ede. Deze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar ook afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursisten zelf past.
Een taal effectief leren in Ede bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven. Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt Dagnall Taleninstituut gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te verzekeren. Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Ede worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Ede
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Ede en omgeving. Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles. De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement. Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De groepen houden wij bij voorkeur zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te verhogen en de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen. De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement omdat in vrij korte tijd veel informatie wordt opgenomen. Er wordt meer vooruitgang gemaakt doordat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Een ander belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist. De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Ook kan een individuele taalcursus ideaal worden afgestemd op de planning en de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere deelnemers is het belangrijkste voordeel van groepscursussen; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep. Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; in de doeltaal communiceren met de groep en van de foutjes van anderen. De cursisten kunnen deze afwisseling als prettiger ervaren. Groepscursussen zijn daarnaast ook efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt. Ook is een groepscursus iets minder intensief (minder zwaar) voor de cursist dan een individuele cursus.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij een individuele cursus alleen worden gevoerd en gedaan met de trainer. De geleerde kennis kan niet worden geoefend in groepsverband doordat er geen interactie met andere lerenden is. Ook is het niet mogelijk om van elkaars foutjes te leren omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers wat eerder afgeleid worden. Het rendement is daardoor wat lager. Deels kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen). Een groepscursus kan eveneens minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen van cursisten. Een ander nadeel van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut geeft cursussen voor beginners, halfgevorderden en gevorderden. Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken. Wij verzorgen de taaltrainingen daarom ook incompany en online. Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld terecht voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus
zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Het combineren van deze trainingen is vanzelfsprekend ook mogelijk. Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalvaardigheid kent onderscheid tussen niet alleen kennen maar vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Door het accent te verschuiven op het kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de taaltraining in Ede de opgedane kennis sneller functioneel gebruiken.
Al gauw kunt u de andere taal een beetje begrijpen en spreken. Een leuke ervaring! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Een nieuw verschijnsel was dat de les volledig plaatsvond in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en te leren spreken; dit begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen om daarna een nieuw woord toe te voegen Er wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er bezwaren tegen deze inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de grammatica, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Vanaf het begin wordt een correcte uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Deze methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Dit docentgestuurde aspect heeft tevens een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis van betekenis en relevant is voor de student. Deze GoldList-methode kan goed functioneren voor woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList Method kan werken voor studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, tamelijk zinloos: een foto maken. Een minpunt van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal aan te leren. Op die wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van de vreemde taal van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de leermethode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de studenten worden ondergedompeld in de vreemde taal werkt de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de lerenden plezier beleven van de ervaring, dienen de leeractiviteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling heel effectief is, is vaak bewezen. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet leren van de grammatica gelegd. De studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. Studenten krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. Deze vaste combinaties worden in reële situaties met gebruik van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen aangedragen aan de lerende. Bij de leermethode worden de taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, eerst aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke rol. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak toegepast op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat kunnen lerenden de vreemde taal op een nauwkeurige manier kunnen leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. Deze manier van werken kost tamelijk veel tijd en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen input van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van vreemde talen.
De studenten leren middels de CLT-technieken de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de docent. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de doeltaal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaldocent draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die studenten leren om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer behoefte om een taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is een efficiënte methode. Voor de studenten is het stimulerend doordat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de studenten. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor bepaalde lerenden lastig of afwijkend, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als leermethode geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Meidinger ontwikkelde rond het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en volledig op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd gezien als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De docenten dragen kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt ook inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De methode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden. De leermethode geeft niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor studenten voor het werken in een groep. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal leert, vanaf het begin door de te leren taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt veelal in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is te reizen naar het land van de doeltaal en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een erg goede methode om vreemde talen te leren gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode nogal intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten echt gaan communiceren in de nieuwe taal omdat zij erdoor worden omgeven. De lerenden zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in een groep wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een minpunt is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet elke student heeft genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de docent essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd muziek tijdens de klas. De leermethodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Dit voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressie in stem. Studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de studenten konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student minder hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van Suggestopedie dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijkertijd is dit voor sommige lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Muziek kan bij sommige mensen ook afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de zijde van de docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerende kenschetst. De lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de te leren taal nog niet genoeg machtig zijn. De taaltrainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. De gesprekken worden opgenomen om te kunnen herbeluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt grotendeels af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen. Met deze methode worden lerenden zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren te werken als een team. Het bespreken door hun fouten en het evalueren van de taalles is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de student.
Een nadeel van de methode van CLL kan zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor lastig meetbaar. Een aantal lerenden wordt geremd in hun spreken wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor studenten om zelf de taal te ontdekken.
De taak van de taaldocent is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat van de te leren taal die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande wending in de wijze waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren de vreemde taal op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Een aantal lerenden heeft meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de nieuwe taal gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de vrij ongewone aanpak. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheid van de lerende sterk ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode creëert levendig onderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort taalonderwijs enthousiasme op bij de studenten. Een vreemde taal leren werd tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. De lerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat subjectiever of abstracter wordt, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend minpunt. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen de lerenden over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals het schrijven van e-mails, met de klantenservice bellen, een boodschap doen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst op de taak voorbereiden, vervolgens de taak uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. De lerenden moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, dienen de opdrachten iets boven het niveau van de studenten te liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, zolang de opdracht goed bij de studenten aansluit. De studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Samen vormen ze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve werkwijze voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een leerboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op het communiceren tussen de studenten en de trainer. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor taaldocenten. Dat studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Zo zijn de taallessen niet voorspelbaar; dat zorgt ervoor dat de communicatie spontaan is en voorkomt verveling. Bijna elk item kan worden besproken tijdens een les volgens de Dogme-benadering. Het houdt studenten betrokken en alert.
Als studenten zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen ze zich daartegenover minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke trainer flexibel genoeg voor deze manier van lesgeven. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan de orde komt tijdens de les, kan een ander minpunt vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog relatief nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. De deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is lerenden studenten om tijdens het spreken te gaan lopen, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat lichamelijke beweging de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterkt. Een bijkomende reden is dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt.
De techniek van Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep lerenden kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek van Shadowing heeft als nadeel is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek levert een snelle succeservaring op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht achtergrond en leeftijd en de methodiek kan eveneens toegepast worden in grotere klassen. De nieuwe taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Het minpunt van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Hierdoor werkt de methodiek tot op een bepaald niveau en is een andere methodiek nodig als aanvulling. De methodiek is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren 80 van de negentiende eeuw. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks 1900, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen die veel aandacht voor de uitspraak hadden. Lerenden werden gestimuleerd veel te praten. Het was ook nieuw dat de les in de vreemde taal gegeven werd. Er werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat van de doeltaal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal ontwikkelen. Deze leermethode kent echter ook minpunten. Deze leermethode besteedt zeer weinig aandacht aan schrijfvaardigheid en relatief minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Voor meer gevorderde studenten, heeft de methode niet genoeg uitdagingen te bieden. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, omdat deze methode is gestoeld op een actieve inzet door de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaltrainer, die maar één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai wordt om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Gattegno.
De taaldocent gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en de student aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way gebruikt onder andere blokken met verschillende kleuren, die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De methodiek maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast, zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, met name bij het leren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering voor studenten niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom worden gezien. De taaldocent is bij deze leermethode in feite aan de student dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Het geleerde wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogenwat bijdraagt aan het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat sommige studenten wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de docent. Het werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er vrij snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om vreemde te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. De docent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De studenten ontspannen zich doordat de verhalen van de trainer gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel vanzelf in het langetermijngeheugen opgeslagen. De lerenden worden door de trainer op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun vertaling, om vervolgens een verhaal te maken met de lerenden. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de docent dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de traineren vraagt, is een minpunt.
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een lerende om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een native speaker (moedertaalspreker). Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheden van de studenten te oefenen. De software controleert de spelling en grammatica en wijst op fouten, waarbij de mogelijkheid bestaat om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door een aantal ministeries en veel universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende toegepast worden. Welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Dat er geen trainer is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door de student worden nagesproken en weer herhaald. Deze zinnen van de taalcursus zijn door native speakers (moedertaalsprekers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les biedt een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuur. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarmee kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur taalcursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur cursussen en de ervaringen met de methode variëren. Over het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methode van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo spreken.
Het nadeel van de leerleermethodiek van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. De gebruikers leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verrassend, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met zijn lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt met reeds bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen de Engelse taal en de doeltaal, als die verbanden er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de leermethode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat door de student is begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de lerende zelf zinnen kan maken. Ook maakt de leermethodiek gebruik van flashcards zodat lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus plezierig werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. Gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, ervaren de Michel Thomas-methode als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze. Dat deze taalcursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel. Een echte interactie is er ook niet, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel wat hooggegrepen is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. Bij voorkeur werken de cursisten ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat hiernaast, samen met grammaticale toelichting. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de lerende daarna herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursisten in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent om de cursisten te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Een nieuw verschijnsel was dat de les volledig plaatsvond in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en te leren spreken; dit begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen om daarna een nieuw woord toe te voegen Er wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er bezwaren tegen deze inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de grammatica, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Vanaf het begin wordt een correcte uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Deze methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Dit docentgestuurde aspect heeft tevens een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis van betekenis en relevant is voor de student. Deze GoldList-methode kan goed functioneren voor woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList Method kan werken voor studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, tamelijk zinloos: een foto maken. Een minpunt van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal aan te leren. Op die wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van de vreemde taal van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de leermethode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de studenten worden ondergedompeld in de vreemde taal werkt de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de lerenden plezier beleven van de ervaring, dienen de leeractiviteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling heel effectief is, is vaak bewezen. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet leren van de grammatica gelegd. De studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. Studenten krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. Deze vaste combinaties worden in reële situaties met gebruik van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen aangedragen aan de lerende. Bij de leermethode worden de taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, eerst aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke rol. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak toegepast op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat kunnen lerenden de vreemde taal op een nauwkeurige manier kunnen leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. Deze manier van werken kost tamelijk veel tijd en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen input van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van vreemde talen.
De studenten leren middels de CLT-technieken de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de docent. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de doeltaal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaldocent draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die studenten leren om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer behoefte om een taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is een efficiënte methode. Voor de studenten is het stimulerend doordat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de studenten. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor bepaalde lerenden lastig of afwijkend, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als leermethode geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Meidinger ontwikkelde rond het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en volledig op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd gezien als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De docenten dragen kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt ook inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De methode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden. De leermethode geeft niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor studenten voor het werken in een groep. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal leert, vanaf het begin door de te leren taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt veelal in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is te reizen naar het land van de doeltaal en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een erg goede methode om vreemde talen te leren gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode nogal intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten echt gaan communiceren in de nieuwe taal omdat zij erdoor worden omgeven. De lerenden zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in een groep wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een minpunt is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet elke student heeft genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de docent essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd muziek tijdens de klas. De leermethodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Dit voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressie in stem. Studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de studenten konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student minder hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van Suggestopedie dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijkertijd is dit voor sommige lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Muziek kan bij sommige mensen ook afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de zijde van de docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerende kenschetst. De lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de te leren taal nog niet genoeg machtig zijn. De taaltrainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. De gesprekken worden opgenomen om te kunnen herbeluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt grotendeels af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen. Met deze methode worden lerenden zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren te werken als een team. Het bespreken door hun fouten en het evalueren van de taalles is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de student.
Een nadeel van de methode van CLL kan zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor lastig meetbaar. Een aantal lerenden wordt geremd in hun spreken wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor studenten om zelf de taal te ontdekken.
De taak van de taaldocent is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat van de te leren taal die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande wending in de wijze waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren de vreemde taal op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Een aantal lerenden heeft meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de nieuwe taal gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de vrij ongewone aanpak. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheid van de lerende sterk ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode creëert levendig onderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort taalonderwijs enthousiasme op bij de studenten. Een vreemde taal leren werd tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. De lerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat subjectiever of abstracter wordt, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend minpunt. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen de lerenden over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals het schrijven van e-mails, met de klantenservice bellen, een boodschap doen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst op de taak voorbereiden, vervolgens de taak uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. De lerenden moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, dienen de opdrachten iets boven het niveau van de studenten te liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, zolang de opdracht goed bij de studenten aansluit. De studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Samen vormen ze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve werkwijze voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een leerboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op het communiceren tussen de studenten en de trainer. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor taaldocenten. Dat studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Zo zijn de taallessen niet voorspelbaar; dat zorgt ervoor dat de communicatie spontaan is en voorkomt verveling. Bijna elk item kan worden besproken tijdens een les volgens de Dogme-benadering. Het houdt studenten betrokken en alert.
Als studenten zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen ze zich daartegenover minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke trainer flexibel genoeg voor deze manier van lesgeven. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan de orde komt tijdens de les, kan een ander minpunt vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog relatief nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. De deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is lerenden studenten om tijdens het spreken te gaan lopen, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat lichamelijke beweging de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterkt. Een bijkomende reden is dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt.
De techniek van Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep lerenden kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek van Shadowing heeft als nadeel is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek levert een snelle succeservaring op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht achtergrond en leeftijd en de methodiek kan eveneens toegepast worden in grotere klassen. De nieuwe taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Het minpunt van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Hierdoor werkt de methodiek tot op een bepaald niveau en is een andere methodiek nodig als aanvulling. De methodiek is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren 80 van de negentiende eeuw. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks 1900, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen die veel aandacht voor de uitspraak hadden. Lerenden werden gestimuleerd veel te praten. Het was ook nieuw dat de les in de vreemde taal gegeven werd. Er werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat van de doeltaal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal ontwikkelen. Deze leermethode kent echter ook minpunten. Deze leermethode besteedt zeer weinig aandacht aan schrijfvaardigheid en relatief minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Voor meer gevorderde studenten, heeft de methode niet genoeg uitdagingen te bieden. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, omdat deze methode is gestoeld op een actieve inzet door de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaltrainer, die maar één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai wordt om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Gattegno.
De taaldocent gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en de student aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way gebruikt onder andere blokken met verschillende kleuren, die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De methodiek maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast, zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, met name bij het leren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering voor studenten niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom worden gezien. De taaldocent is bij deze leermethode in feite aan de student dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Het geleerde wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogenwat bijdraagt aan het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat sommige studenten wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de docent. Het werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er vrij snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om vreemde te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. De docent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De studenten ontspannen zich doordat de verhalen van de trainer gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel vanzelf in het langetermijngeheugen opgeslagen. De lerenden worden door de trainer op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun vertaling, om vervolgens een verhaal te maken met de lerenden. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de docent dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de traineren vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een lerende om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een native speaker (moedertaalspreker). Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheden van de studenten te oefenen. De software controleert de spelling en grammatica en wijst op fouten, waarbij de mogelijkheid bestaat om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door een aantal ministeries en veel universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende toegepast worden. Welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Dat er geen trainer is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door de student worden nagesproken en weer herhaald. Deze zinnen van de taalcursus zijn door native speakers (moedertaalsprekers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les biedt een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuur. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarmee kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur taalcursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur cursussen en de ervaringen met de methode variëren. Over het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methode van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo spreken.
Het nadeel van de leerleermethodiek van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. De gebruikers leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verrassend, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met zijn lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt met reeds bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen de Engelse taal en de doeltaal, als die verbanden er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de leermethode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat door de student is begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de lerende zelf zinnen kan maken. Ook maakt de leermethodiek gebruik van flashcards zodat lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus plezierig werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. Gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, ervaren de Michel Thomas-methode als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze. Dat deze taalcursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel. Een echte interactie is er ook niet, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel wat hooggegrepen is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. Bij voorkeur werken de cursisten ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat hiernaast, samen met grammaticale toelichting. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de lerende daarna herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursisten in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent om de cursisten te begeleiden of te motiveren.
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Babbel, Quizlet en Mondly.
Er bestaat echter een betere methode om een vreemde taal te leren: De Dagnall Methode.
Het hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tot slot beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in die voor de cursist interessant zijn. Onze taaltrainers zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel van een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’ gesproken. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd worden. Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Ede.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Ede
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten bij blended learning afwisselend wel een zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Ede op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en het platform is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Taleninstituut biedt naast het online leerplatform eveneens een eigen App voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. De Dagnall App heeft als voordeel dat deelnemers overal en altijd, dus 24/7, toegang op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. De cursisten kunnen dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw bedrijf of organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook productnamen in onze App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taaltraining in Ede. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall Taleninstituut voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taal veelal een uitdaging. Mensen die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven en organisaties derhalve cruciaal.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Het onderstaande is voldoende voor een cursus in een virtuele classroom: - Een laptop, tablet of pc met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall Talen worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
De online alsook de blended (taal)cursussen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde moedertaal (native) trainers verzorgd
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn HBO dan wel universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – vlotte leervorderingen
De blended en online taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen die speciaal op de behoeften en wensen van de cursisten worden afgestemd
De inhoud wordt afgestemd op het leerplan om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt uw taaldoelen zelfverzekerd en vlot te bereiken
De online (of blended) taalcursussen bestaan uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies worden de woordenschat en de structuur die in de voorbereiding en voortzetting van de les zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij de combinatie van videosessies en zelfstudie zijn de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursus ook tips voor nog meer mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaldocent en zijn van groot belang voor het succes van een taaltraining .
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Ede ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Ede ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Voor aanvang van de cursus doen we een intake met de cursist, om een beeld te krijgen van zijn taalniveau bij het begin. Dit doen wij aan de hand van het Europees Referentiekader (ERK). De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Aan het einde van de cursus bij ons taleninstituut in Ede ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een kader om taalniveaus op een uniforme wijze te kunnen beschrijven, zodat ‘gevorderden’ in bijvoorbeeld Engeland dezelfde taalbeheersing hebben als ‘gevorderden’ in Duitsland. Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa. Het Europees Referentiekader differentieërt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse term wordt ook vaak gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Voor die taalvaardigheden zijn in het ERK zes niveaus bepaald; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. De verschillende niveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A is van toepassing op beginners. Iemand die taalniveau B beheerst, kent alle basisvaardigheden in de Franse taal. Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak lezen, verstaan, spreken en schrijven. Mensen die een vreemde taal inhoudelijk op taalniveau C machtig zijn, kennen deze taal op bijna moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut toont aan dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee maal proefgelezen door twee specialisten. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Ons taleninstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstellingen en heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, bijvoorbeeld bij ons taleninstituut in Ede, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstituten in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met verschillende andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle leden van de NRTO zijn ondernemers.NRTO-leden werken zowel klantgericht als resultaatgericht en zijn in staat om om snel op veranderende omstandigheden in te spelen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod van aan cursussen van bijvoorbeeld ons taleninstituut in Ede sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Continu innoveren is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse adviesraden, commissies en besturen, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die nodig zijn voor het beoogde doel, mogen worden verwerkt en bewaard.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens moeten te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging. Dagnall Talen voldoet vanzelfsprekend aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en verwerkt persoonsgegevens in heel beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Ede zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut heeft een inschrijving in het CRKBO-register. CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat betekent dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden. Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs berekenen. Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen als privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden. Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
U kunt contact opnemen met Dagnall Taleninstituut in Ede. Voor meer informatie stuurt u een e-mail naar taleninstituut-ede@dagnall.nl of belt u ons op 085-2737302 (geen belmenu).
Of ga naar ons contactformulier. U kunt ook gelijk ons gratis informatiepakket aanvragen.
De juiste weg naar een taleninstituut in Ede!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw locatie volgen of in Ede, bijvoorbeeld in het pand van Bouwstede aan de Galvanistraat 1 in Ede. Ons taleninstituut verzorgt eveneens taalcursussen in Ede bij bijvoorbeeld Hotel ReeHorst aan de Bennekomsweg 24, bij Fletcher Hotel De Wageningsche Berg aan de Generaal Foulkesweg 96 in Wageningen en bij Van der Valk Hotel Veenendaal aan de Bastion 73 in Veenendaal.
U kunt vergaderen in Ede bij bijvoorbeeld bij WICC Hotel & Congress Centre aan de Lawickse Allee 9 in Wageningen.
Uit archeologische vondsten is aangetoond dat in het gebied dat nu Ede is, in de steentijd al mensen woonden, ruim 30.000 jaar geleden. Het gebied is al die eeuwen bewoond gebied geweest, maar pas in 1216 wordt de naam ‘Ede’ genoemd in documenten.
Ede dankt zijn naam aan een beek met de naam ‘Ee‘. De veel voorkomende waternaam ‘Ee‘ of ‘Aa’ is een verbastering van het Germaanse woord Ahwö. Dit betekent ‘natuurlijke waterloop’.
Ede ligt op de westflank van de Veluwe en in de streek Gelderse Vallei. Plaatsen in de omgeving van Ede zijn Amerongen, Arnhem, Barneveld, Bennekom, Hoenderloo, Lunteren, Otterlo, Renkum, Rhenen, Veenendaal en Wageningen.
Ede ligt in de provincie Gelderland. De gemeente Ede telt ruim 111.000 inwoners.
Ede is bekend vanwege de Slag om Arnhem. In Ede landden de geallieerde troepen in september 1944 voor hun Operatie Market Garden. Elk jaar komen er duizenden bezoekers naar Ede voor de herdenking van de luchtlandingen op de Ginkelse Heide. Op de Ginkelse Heide staat ook het Airborne Monument. Ede fungeert eveneens als groeikern nabij Arnhem en garnizoensstad; er zijn zeven kazernes gehuisvest.
Ede - minder bekend
Weinig mensen weten dat Ede qua grondgebied één van de grootste gemeenten in Nederland is. Ede is enorm uitgestrekt met ruim 32.000 hectare grondgebied.
Het dialect wordt in Ede nog maar weinig gesproken, voornamelijk nog wat door ouderen. De ‘aa’ wordt soms een ao (waoter) en de ‘ui’ wordt vrijwel altijd uitgesproken als uu (huus). De uitgang -den wordt -jen of -wen (houwen in plaats van ‘houden’). ‘Benauwd’ in het West-Veluws is moekerug. ‘Bloeien’ is bleujen en ‘doorgaan’ is in Ede deurgaon.
Ede zelf heet Ee. De deur is niet open maar los. Bi je helemaal glad van de kop? betekent: “Ben je helemaal gek geworden“? Soms zie je op een mooi huis een bordje met Krek wa’k wou. Oftewel: “Precies wat ik wilde”. Eten as een meulenpeerd is West-Veluws voor ‘flink schrokken’.
“Genietend Ede”
Ede - zakelijk
De gemeente Ede
Het netnummer van Ede is 0318. Het postcodegebied van Ede is 6710 - 6718. Het adres van het gemeentehuis van Ede is Bergstraat 4, 6711 DD in Ede. De website van de gemeente Ede is Ede.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Ede is 14 0318.
Zakendoen in Ede
Voor Edese ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Arnhem aan de Kronenburgsingel 525, 6831 GM in Arnhem. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Ede is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Ede is KVK-kantoor Arnhem.
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Ede vindt u op Bedrijvenpark De Vallei, op Ede Bedrijventerrein A12, op bedrijventerrein Ede Noord, Frankeneng, Heestereng, Kievitsmeent en op bedrijventerrein De Klomp Oost, Noord en Zuid. In Ede bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: ABB Busch Jaeger, Aboma, Asco Controls, Assa Abloy, Attract, Berg Toys, Bidfood, Boerenbond (IJsvogel Retail), Bos Dynamics, Brezan Automaterialen, Brocacef, De Heus Diervoeders, Enerpac, HSV Moulded Foams Group, Isuzu Benelux, Kimberly-Clark Nederland (Huggies, Kleenex, Kotex etc.), Koninklijke De Heus, Lukkien, MB Schoonmaak-
en Bedrijfsdiensten, Meerman (Kubota), Moteo Nederland (onder andere Sym scooters), Perfect Slapen (Xlaap), Pets Place, PPD, PWR Pack, Riedel (Appelsientje, CoolBest, Dubbelfrisss, DubbelDrank, Extran, Taksi), Steris Synergy Health, Tanatex, Van de Hoef Logistiek, Vika, Danerolles in Rhenen, Almhof - Müller Nederland in Veenendaal, Koekjesbakkerij Veldt in Veenendaal, SanoRice Netherlands in Veenendaal, SHV Slachthuis in Veenendaal, Agruniek Rijnvallei in Wageningen, Alfa Accountants & Adviseurs in Wageningen, CSK Food Enrichment in Wageningen en Menzis in Wageningen. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Edese nieuwsportaal is Ede Stad.nl en Edese ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Midden. Ondernemers in Ede kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Gelderland.
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Ede een bezoek brengen aan Historisch Museum Ede of aan het Kröller-Müller Museum in Otterlo.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Edese voetbalclub DTS, Ede Victoria of Blauw Geel 55 meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Ede kunt u terecht bij ETC Edese Tennisclub, bij Teskwik of bij TC De Bosrand. Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus bij ons taleninstituut in Ede of na een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning? Om een balletje te slaan of gewoon gezellig wat eten of drinken, kunt u naar de Wageningse Golfclub in Ede gaan. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Zoomweg 10, 6704 PE in Wageningen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0317-42 87 75. De website van deze golfbaan is www.wageningsegolfclub.nl. Iets drinken kunt u bij het clubhuis van de golfclub.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Ede die ook op Youtube staan. U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen. Onder deze filmpjes staan de locaties van Gelderland en Ede op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.