Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral op het professionale vlak. Daarom hebben bedrijven en organisaties die in de taalopleiding en taalkennis van hun medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Drachten.
Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Drachten aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden taalcursussen op maat in Drachten aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als (intensieve) workshop en ook als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen vreemde talen leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Behalve de algemene taaltaalcursussen zijn organisaties met name geïnteresseerd in werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgever. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Drachten. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de beoogde resultaten.
Het is onze filosofie om een vreemde taal te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Dagnall Taleninstituut gaat daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Door onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. We brengen u met grote stappen naar het gewenste taalniveau door 15 minuten dagelijks te oefenen.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Drachten.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taaltraining is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Enschede) die het beste bij hem of haar past.
De vakkundige trainers van ons taleninstituut zijn heel bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen inzetten. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement bereikt Dagnall Talen door een mix van deze beproefde leermethode met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u terecht voor cursussen die op een maatwerktraining zijn gebaseerd.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De trainers van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en zij spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een voordeel is dat dit echte maatwerk als een bijzonder prettige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall in Drachten. Deze, door de jaren steeds verder ontwikkelde werkwijze is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursus is niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven.
Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruikt Dagnall Taleninstituut moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en het leersucces te garanderen.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Drachten worden gegeven.
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Drachten en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximale ondersteuning te geven.
Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen omdat veel kennis wordt geleerd in korte tijd.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt omdat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander groot pluspunt van een individuele taalcursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast is een individuele cursus goed op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Het grootste voordeel van groepscursussen is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van elkaars fouten kunnen leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. De hierdoor geboden afwisseling kunnen de lerenden leuker vinden.
Doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) voor deelnemers dan individuele taalcursussen.
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele cursussen alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer.
Het geleerde kan niet worden geoefend in een groep omdat er geen interactie is met andere cursisten.
Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om van fouten van anderen te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de cursisten.
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen de cursisten wat eerder afgeleid zijn. Het rendement is hierdoor iets lager. Deels kan dit worden ondervangen door de groepen wat kleiner te maken (minigroepen).
Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele deelnemers kan worden afgestemd, is een bijkomstig minpunt van groepscursussen.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen geheel werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten kunnen verstaan en spreken, wat begint met iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden hieraan toevoegen. Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze nazeggen. De geschreven taal komt pas aan bod wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek haperde wel eens. Daardoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, waar de meeste docenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Een juiste uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. Ook voor grote(re) groepen is de methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen input wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een bijkomend bezwaar is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn aangeleerd, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan goed werken voor woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode goed functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een keerzijde van deze leermethode. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze methode bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangemaakt dienen te worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de te leren taal leert men ook onbewust op die manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de lerende wordt ondergedompeld in de te leren taal, is de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Kritiek kent de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica. De student zou inderdaad leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt als prettig ervaren. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende eveneens niet per se voor op een specifiek examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties van woorden worden aangereikt aan de student in betekenisvolle situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking. De structuren die het vaakst in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote rol. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is het voordeel van een structurele aanpak. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie bepaalde woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van de student is behoorlijk beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Authentieke teksten in de vreemde taal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student leert in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa was er meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en van de lerende vereist het een actieve deelname. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren ongebruikelijk of moeilijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt de lerende geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere wijze. Meidinger ontwikkelde een methode waarin de grammatica centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren waarbij de lerenden zelf inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainer draagt kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is de methode is een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion) wereldwijd toegepast, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin omgeven wordt door de te leren taal. De instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere methode om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden ontwikkeld met de methode van onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in de te leren taal. De student is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Dat een dergelijke training erg intensief is, kan een bijkomend nadeel van de leermethode zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de docent en studenten essentieel. Dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen, is de voorwaarde. Om deze situatie te creëren, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. De lerende zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethodiek zoals Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. De studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerenden minder last hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want elke lerende is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken en geen ontspannende of stimulerende werking hebben. Dat de relatie trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de trainer en de student is steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn. De trainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen lesboek dat gevolgd wordt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is sterk afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig te zijn onderlegd. De taaldocent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Community Language Learning kan prima werken als deze correct wordt toegepast. Community Language Learning is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van studenten.
Een keerzijde van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de taalles is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal lerenden wordt in hun spreken geremd als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor het zelf ontdekken van de taal.
De rol van de docent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaltrainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Lerenden gaan al gauw in de te leren taal denken omdat een soort eentalige methode is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s ideeën over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. Deze methode van Gouin werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De seriemethode maakt de lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden van de studenten goed.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets meer subjectief of abstract is, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van de taal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met de klantenservice of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De opdrachten dienen net boven het niveau van de lerende te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. De studenten ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de beweging van een aantal Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van de Dogme-methode is het aangaan van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen. Hierbij draait het om communicatie als de aanjager van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor taaldocenten is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden voor hun eigen leerproces de verantwoording dragen. Voorspelbaar zijn de lessen zo niet. Dat creëert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als alles kan in een Dogme-les worden besproken. Studenten blijven zo alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de taaldocent begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten in voldoende mate flexibel. Een ander keerzijde kan vormen dat lerenden zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof tijdens de lessen aan de orde komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA-benadering heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. De zes fasen van de leermethode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze leermethode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst al begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat dit heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan kan spreken met de audio-opname. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang de boeken dialogen of delen met samenhangende tekst bevatten. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan de taal veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is het simultaan spreken eveneens verschillend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van lerenden, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat de lerende het soms wat saai kan vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, de spreekvaardigheid volgt pas daarna.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt hoofdzakelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de studenten snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® inzetbaar voor elk type doelgroep, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de leermethodiek ook worden gebruikt in grotere klassen. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en nog een andere methode nodig is als aanvulling. De leermethode is bovendien niet erg creatief. Studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn, ontstond rond het jaar 1900. Overigens ging die Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar bevrijding van keurslijven en natuurlijke leefwijzen. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de lerenden hieruit afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak te laten praten. Dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven, was eveneens nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taallessen. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de vocabulaire van de vreemde taal aangeleerd. Studenten brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het grote voordeel van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Deze Direct Methode kent ook minpunten. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen ook relatief minder. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode te weinig uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor langzaam lerende studenten, doordat deze leermethode een daadkrachtige inzet vanuit de studenten verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij dit woord. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan als een minpunt worden gezien dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, vond het van belang om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Caleb Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde blokjes die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. De methodiek werkt ook met Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Vooral bij het leren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, alhoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Gattegno is dat zijn aanpak voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom worden beschouwd. In feite is de taaldocent dienstbaar aan de lerende, niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier. De geleerde stof wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een nadeel zijn. Door het gebrek aan input van de taaldocent zouden de studenten gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: een vreemtalen leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De studenten worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De trainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen eenvoudig zijn te begrijpen, zijn de studenten ontspannen. Woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De taaltrainer wijst studenten op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Bij deze methode schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij en vervolgens een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS eveneens de creatieve intelligentie aanboort, is er sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerende werkt TPRS zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte werd gevonden, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om met behulp van een computer een vreemde taal te leren. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De gebruiker kan zo de uitspraak met die van moedertaalsprekers vergelijken. Door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Voor de schrijfvaardigheid zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan en biedt de optie om de taalfouten van de lerende te corrigeren.
Het programma omvat ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veel gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van de Rosetta Stone-methode. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door sommige internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel eenvoudig om te gebruiken en kan door de student worden ingezet op ieder moment. De studenten bepalen zelf welke onderdelen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel mensen vinden het plezierig om de leermethodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een nadeel van de methode kan zijn dat geen taaldocent beschikbaar is die lerenden motiveert of wat extra’s kan bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door studenten worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnen van de cursus zijn ingesproken door moedertaalsprekers (native speakers). De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van 30 minuten die nieuwe vocabulaire en structuur bevat. De grammaticale structuren worden niet uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het optimale interval waarin kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de taalcursussen van Pimsleur is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De cursussen van Pimsleur worden onder meer door Amerikanen gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt heel goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier praten in een normaal tempo.
Dat niets uitgelegd wordt, is een minpunt van de methode. De studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De les wordt opgebouwd in kleine delen en lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op eventuele verbanden tussen het Engels en de doeltaal. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de lerenden het voorgaande begrepen en verworven hebben. Behalve woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruiker zelf zinnen kan bouwen. Ook gebruikt de leermethode van flashcards zodat studenten zelf hun vocabulaire kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus prettig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuur van de te leren taal. Mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op een efficiënte wijze. Dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een nadeel worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in een andere groep’. Dit was wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De gebruikers werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling wordt hiernaast weergegeven, met de grammaticale uitleg. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de cursist herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de studenten op zichzelf zijn aangewezen. Er is geen trainer beschikbaar om de lerende te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen geheel werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten kunnen verstaan en spreken, wat begint met iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden hieraan toevoegen. Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze nazeggen. De geschreven taal komt pas aan bod wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek haperde wel eens. Daardoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, waar de meeste docenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Een juiste uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. Ook voor grote(re) groepen is de methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen input wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een bijkomend bezwaar is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn aangeleerd, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan goed werken voor woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode goed functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een keerzijde van deze leermethode. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze methode bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangemaakt dienen te worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de te leren taal leert men ook onbewust op die manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de lerende wordt ondergedompeld in de te leren taal, is de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Kritiek kent de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica. De student zou inderdaad leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt als prettig ervaren. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende eveneens niet per se voor op een specifiek examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties van woorden worden aangereikt aan de student in betekenisvolle situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking. De structuren die het vaakst in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote rol. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is het voordeel van een structurele aanpak. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie bepaalde woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van de student is behoorlijk beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Authentieke teksten in de vreemde taal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student leert in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa was er meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en van de lerende vereist het een actieve deelname. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren ongebruikelijk of moeilijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt de lerende geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere wijze. Meidinger ontwikkelde een methode waarin de grammatica centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren waarbij de lerenden zelf inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainer draagt kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is de methode is een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion) wereldwijd toegepast, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin omgeven wordt door de te leren taal. De instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere methode om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden ontwikkeld met de methode van onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in de te leren taal. De student is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Dat een dergelijke training erg intensief is, kan een bijkomend nadeel van de leermethode zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de docent en studenten essentieel. Dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen, is de voorwaarde. Om deze situatie te creëren, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. De lerende zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethodiek zoals Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. De studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerenden minder last hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want elke lerende is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken en geen ontspannende of stimulerende werking hebben. Dat de relatie trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de trainer en de student is steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn. De trainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen lesboek dat gevolgd wordt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is sterk afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig te zijn onderlegd. De taaldocent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Community Language Learning kan prima werken als deze correct wordt toegepast. Community Language Learning is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van studenten.
Een keerzijde van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de taalles is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal lerenden wordt in hun spreken geremd als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor het zelf ontdekken van de taal.
De rol van de docent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaltrainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Lerenden gaan al gauw in de te leren taal denken omdat een soort eentalige methode is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s ideeën over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. Deze methode van Gouin werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De seriemethode maakt de lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden van de studenten goed.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets meer subjectief of abstract is, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van de taal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met de klantenservice of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De opdrachten dienen net boven het niveau van de lerende te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. De studenten ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de beweging van een aantal Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van de Dogme-methode is het aangaan van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen. Hierbij draait het om communicatie als de aanjager van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor taaldocenten is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden voor hun eigen leerproces de verantwoording dragen. Voorspelbaar zijn de lessen zo niet. Dat creëert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als alles kan in een Dogme-les worden besproken. Studenten blijven zo alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de taaldocent begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten in voldoende mate flexibel. Een ander keerzijde kan vormen dat lerenden zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof tijdens de lessen aan de orde komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA-benadering heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. De zes fasen van de leermethode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze leermethode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst al begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat dit heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan kan spreken met de audio-opname. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang de boeken dialogen of delen met samenhangende tekst bevatten. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan de taal veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is het simultaan spreken eveneens verschillend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van lerenden, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat de lerende het soms wat saai kan vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, de spreekvaardigheid volgt pas daarna.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt hoofdzakelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de studenten snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® inzetbaar voor elk type doelgroep, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de leermethodiek ook worden gebruikt in grotere klassen. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en nog een andere methode nodig is als aanvulling. De leermethode is bovendien niet erg creatief. Studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn, ontstond rond het jaar 1900. Overigens ging die Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar bevrijding van keurslijven en natuurlijke leefwijzen. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de lerenden hieruit afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak te laten praten. Dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven, was eveneens nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taallessen. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de vocabulaire van de vreemde taal aangeleerd. Studenten brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het grote voordeel van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Deze Direct Methode kent ook minpunten. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen ook relatief minder. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode te weinig uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor langzaam lerende studenten, doordat deze leermethode een daadkrachtige inzet vanuit de studenten verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij dit woord. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan als een minpunt worden gezien dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, vond het van belang om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Caleb Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde blokjes die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. De methodiek werkt ook met Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Vooral bij het leren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, alhoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Gattegno is dat zijn aanpak voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom worden beschouwd. In feite is de taaldocent dienstbaar aan de lerende, niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier. De geleerde stof wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een nadeel zijn. Door het gebrek aan input van de taaldocent zouden de studenten gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: een vreemtalen leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De studenten worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De trainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen eenvoudig zijn te begrijpen, zijn de studenten ontspannen. Woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De taaltrainer wijst studenten op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Bij deze methode schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij en vervolgens een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS eveneens de creatieve intelligentie aanboort, is er sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerende werkt TPRS zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van taaltraining waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Drachten.
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren gebruikt kunnen worden, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de cursisten bij blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Drachten op maat.
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject en het platform biedt gevarieerde en interactieve content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform biedt Dagnall Taleninstituut eveneens een handige eigen App voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat lerenden overal en altijd, dus 24/7, op alle (mobiele) apparaten toegang hebben. Op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft beschikbaar nadat de training in Drachten is afgerond.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners of klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal.
Diegenen die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven derhalve cruciaal.
Dagnall Talen leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus en/of als blended taalcursus te boeken. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar voorkeur. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt interactie en variatie.
Alleen het onderstaande is nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
Dagnall is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten die onder meer eisen bevat voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt met de benodigde ervaring en kennis. Bovendien worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld bij ons taleninstituut in Drachten, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De vriendschapssteden van Drachten zijn Gobabis in Namibië en Kirjat Ono in Israël.
In Drachten bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Het netnummer van Drachten is 0512.
Het postcodegebied van Drachten is 9200 - 9207.
Het adres van het gemeentehuis van Drachten is Gauke Boelensstraat 2, 9203 RM in Drachten.
De website van de gemeente Drachten is Smallingerland.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Drachten is 0512 581234.
Voor Drachtster ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Leeuwarden aan de Heliconweg 62, 8912 AT in Leeuwarden. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Drachten is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Drachten is KVK-kantoor Leeuwarden.
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Drachten een bezoek brengen aan Museum Dr8888.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Wellicht is het daarom een leuk idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Drachtster voetbalclub VV Drachten, VV Drachtster Boys of ONB meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Drachten kunt u terecht bij DLTC of bij TC De Beampipers.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taaltrainingen in Drachten van topniveau
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral op het professionale vlak. Daarom hebben bedrijven en organisaties die in de taalopleiding en taalkennis van hun medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Drachten.
Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Drachten aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden taalcursussen op maat in Drachten aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als (intensieve) workshop en ook als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen vreemde talen leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Behalve de algemene taaltaalcursussen zijn organisaties met name geïnteresseerd in werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgever. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Drachten. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de beoogde resultaten.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Het is onze filosofie om een vreemde taal te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Dagnall Taleninstituut gaat daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Door onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. We brengen u met grote stappen naar het gewenste taalniveau door 15 minuten dagelijks te oefenen.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Drachten.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever inventariseren wij uw leerdoelen en wensen. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau bepaald wordt, sturen wij u een cursusvoorstel op maat samen met een passende offerte.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en uw agenda.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en uw agenda.
Na enkele lessen evalueert de taaltrainer de voortgang en de inhoud van de taalcursus. Indien noodzakelijk, kan de doelstelling worden bijgesteld.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de resultaten die de cursisten hebben behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de resultaten die de cursisten hebben behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar taleninstituut in Drachten sinds 1982
Taleninstituut Dagnall Talen geeft taalonderwijs aan het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Drachten en omstreken sinds 1982. Het taleninstituut Dagnall Talen maakt gebruik van kundige taaltaaltrainers die door de jaren veel trainingen voor diverse bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitinstellingen in Smallingerland hebben verzorgd.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte werkwijze, levert taleninstituut Dagnall Talen u betaalbare en effectieve taalcursussen in Drachten. Rendement door maatwerk kenmerkt Dagnall Taleninstituut. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Drachten
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Veel bedrijven zijn inmiddels bekend met cursussen die gericht zijn op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer.
Medewerkers die geen of een beperkte kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op de werkvloer en willen beter en/of sneller kunnen communiceren op de werkvloer.
Medewerkers die geen of een beperkte kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op de werkvloer en willen beter en/of sneller kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en deze op kunnen volgen. Deze medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en uiteraard hun ambitie op hun werkterrein verwezenlijken. Dit vergt een investering in personeel en in de (continue) ontwikkeling van de organisatie is hiervoor noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Drachten
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Enschede) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige trainers van ons taleninstituut zijn heel bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen inzetten. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement bereikt Dagnall Talen door een mix van deze beproefde leermethode met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u terecht voor cursussen die op een maatwerktraining zijn gebaseerd.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De trainers van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en zij spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit echte maatwerk als een bijzonder prettige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall in Drachten. Deze, door de jaren steeds verder ontwikkelde werkwijze is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursus is niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Een taal effectief leren in Drachten bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven.
Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruikt Dagnall Taleninstituut moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en het leersucces te garanderen.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Drachten worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Drachten
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Drachten en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximale ondersteuning te geven.
Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen omdat veel kennis wordt geleerd in korte tijd.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt omdat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander groot pluspunt van een individuele taalcursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast is een individuele cursus goed op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van groepscursussen is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van elkaars fouten kunnen leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. De hierdoor geboden afwisseling kunnen de lerenden leuker vinden.
Doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) voor deelnemers dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele cursussen alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer.
Het geleerde kan niet worden geoefend in een groep omdat er geen interactie is met andere cursisten.
Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om van fouten van anderen te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de cursisten.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen de cursisten wat eerder afgeleid zijn. Het rendement is hierdoor iets lager. Deels kan dit worden ondervangen door de groepen wat kleiner te maken (minigroepen).
Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele deelnemers kan worden afgestemd, is een bijkomstig minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut geeft cursussen voor beginners, halfgevorderden en gevorderden.
Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom verzorgen wij onze taalcursussen eveneens incompany en online.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld kiezen
Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom verzorgen wij onze taalcursussen eveneens incompany en online.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld kiezen
voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Een combinatie van deze trainingen is vanzelfsprekend ook mogelijk.
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Taalvaardigheid kent onderscheid tussen kennen maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van de opgedane kennis). Door het accent te verleggen van het kennen naar het kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de taaltraining in Drachten de opgedane kennis sneller actief gebruiken in de praktijk.
Al gauw begrijpt u wat die anderstalige collega’s zeggen. Dat niet alleen, u kunt ook antwoorden in de nieuwe taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen geheel werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten kunnen verstaan en spreken, wat begint met iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden hieraan toevoegen. Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze nazeggen. De geschreven taal komt pas aan bod wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek haperde wel eens. Daardoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, waar de meeste docenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Een juiste uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. Ook voor grote(re) groepen is de methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen input wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een bijkomend bezwaar is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn aangeleerd, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan goed werken voor woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode goed functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een keerzijde van deze leermethode. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze methode bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de te leren taal leert men ook onbewust op die manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de lerende wordt ondergedompeld in de te leren taal, is de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Kritiek kent de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica. De student zou inderdaad leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt als prettig ervaren. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende eveneens niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties van woorden worden aangereikt aan de student in betekenisvolle situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking. De structuren die het vaakst in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote rol. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is het voordeel van een structurele aanpak. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie bepaalde woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van de student is behoorlijk beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Authentieke teksten in de vreemde taal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student leert in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa was er meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en van de lerende vereist het een actieve deelname. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren ongebruikelijk of moeilijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt de lerende geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere wijze. Meidinger ontwikkelde een methode waarin de grammatica centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren waarbij de lerenden zelf inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainer draagt kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is de methode is een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion) wereldwijd toegepast, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin omgeven wordt door de te leren taal. De instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere methode om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden ontwikkeld met de methode van onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in de te leren taal. De student is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Dat een dergelijke training erg intensief is, kan een bijkomend nadeel van de leermethode zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de docent en studenten essentieel. Dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen, is de voorwaarde. Om deze situatie te creëren, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. De lerende zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethodiek zoals Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. De studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerenden minder last hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want elke lerende is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken en geen ontspannende of stimulerende werking hebben. Dat de relatie trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de trainer en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn. De trainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen lesboek dat gevolgd wordt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is sterk afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig te zijn onderlegd. De taaldocent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Community Language Learning kan prima werken als deze correct wordt toegepast. Community Language Learning is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van studenten.
Een keerzijde van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de taalles is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal lerenden wordt in hun spreken geremd als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor het zelf ontdekken van de taal.
De rol van de docent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaltrainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Lerenden gaan al gauw in de te leren taal denken omdat een soort eentalige methode is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s ideeën over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. Deze methode van Gouin werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De seriemethode maakt de lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden van de studenten goed.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets meer subjectief of abstract is, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van de taal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met de klantenservice of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De opdrachten dienen net boven het niveau van de lerende te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. De studenten ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de beweging van een aantal Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van de Dogme-methode is het aangaan van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen. Hierbij draait het om communicatie als de aanjager van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor taaldocenten is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden voor hun eigen leerproces de verantwoording dragen. Voorspelbaar zijn de lessen zo niet. Dat creëert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als alles kan in een Dogme-les worden besproken. Studenten blijven zo alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de taaldocent begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten in voldoende mate flexibel. Een ander keerzijde kan vormen dat lerenden zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof tijdens de lessen aan de orde komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA-benadering heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. De zes fasen van de leermethode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst al begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat dit heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan kan spreken met de audio-opname. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang de boeken dialogen of delen met samenhangende tekst bevatten. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan de taal veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is het simultaan spreken eveneens verschillend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van lerenden, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat de lerende het soms wat saai kan vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, de spreekvaardigheid volgt pas daarna.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt hoofdzakelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de studenten snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® inzetbaar voor elk type doelgroep, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de leermethodiek ook worden gebruikt in grotere klassen. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en nog een andere methode nodig is als aanvulling. De leermethode is bovendien niet erg creatief. Studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn, ontstond rond het jaar 1900. Overigens ging die Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar bevrijding van keurslijven en natuurlijke leefwijzen. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de lerenden hieruit afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak te laten praten. Dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven, was eveneens nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taallessen. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de vocabulaire van de vreemde taal aangeleerd. Studenten brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het grote voordeel van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Deze Direct Methode kent ook minpunten. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen ook relatief minder. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode te weinig uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor langzaam lerende studenten, doordat deze leermethode een daadkrachtige inzet vanuit de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij dit woord. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan als een minpunt worden gezien dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, vond het van belang om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Caleb Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde blokjes die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. De methodiek werkt ook met Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Vooral bij het leren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, alhoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Gattegno is dat zijn aanpak voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom worden beschouwd. In feite is de taaldocent dienstbaar aan de lerende, niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier. De geleerde stof wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een nadeel zijn. Door het gebrek aan input van de taaldocent zouden de studenten gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: een vreemtalen leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De studenten worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De trainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen eenvoudig zijn te begrijpen, zijn de studenten ontspannen. Woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De taaltrainer wijst studenten op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Bij deze methode schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij en vervolgens een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS eveneens de creatieve intelligentie aanboort, is er sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerende werkt TPRS zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte werd gevonden, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om met behulp van een computer een vreemde taal te leren. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De gebruiker kan zo de uitspraak met die van moedertaalsprekers vergelijken. Door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Voor de schrijfvaardigheid zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan en biedt de optie om de taalfouten van de lerende te corrigeren.
Het programma omvat ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veel gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van de Rosetta Stone-methode. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door sommige internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel eenvoudig om te gebruiken en kan door de student worden ingezet op ieder moment. De studenten bepalen zelf welke onderdelen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel mensen vinden het plezierig om de leermethodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een nadeel van de methode kan zijn dat geen taaldocent beschikbaar is die lerenden motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door studenten worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnen van de cursus zijn ingesproken door moedertaalsprekers (native speakers). De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van 30 minuten die nieuwe vocabulaire en structuur bevat. De grammaticale structuren worden niet uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het optimale interval waarin kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de taalcursussen van Pimsleur is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De cursussen van Pimsleur worden onder meer door Amerikanen gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt heel goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier praten in een normaal tempo.
Dat niets uitgelegd wordt, is een minpunt van de methode. De studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De les wordt opgebouwd in kleine delen en lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op eventuele verbanden tussen het Engels en de doeltaal. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de lerenden het voorgaande begrepen en verworven hebben. Behalve woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruiker zelf zinnen kan bouwen. Ook gebruikt de leermethode van flashcards zodat studenten zelf hun vocabulaire kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus prettig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuur van de te leren taal. Mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op een efficiënte wijze. Dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een nadeel worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in een andere groep’. Dit was wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De gebruikers werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling wordt hiernaast weergegeven, met de grammaticale uitleg. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de cursist herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de studenten op zichzelf zijn aangewezen. Er is geen trainer beschikbaar om de lerende te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen geheel werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten kunnen verstaan en spreken, wat begint met iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden hieraan toevoegen. Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze nazeggen. De geschreven taal komt pas aan bod wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek haperde wel eens. Daardoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, waar de meeste docenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Een juiste uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. Ook voor grote(re) groepen is de methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen input wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een bijkomend bezwaar is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn aangeleerd, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan goed werken voor woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode goed functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een keerzijde van deze leermethode. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze methode bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de te leren taal leert men ook onbewust op die manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de lerende wordt ondergedompeld in de te leren taal, is de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Kritiek kent de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica. De student zou inderdaad leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt als prettig ervaren. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende eveneens niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties van woorden worden aangereikt aan de student in betekenisvolle situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking. De structuren die het vaakst in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote rol. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is het voordeel van een structurele aanpak. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie bepaalde woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van de student is behoorlijk beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Authentieke teksten in de vreemde taal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student leert in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa was er meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en van de lerende vereist het een actieve deelname. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren ongebruikelijk of moeilijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt de lerende geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere wijze. Meidinger ontwikkelde een methode waarin de grammatica centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren waarbij de lerenden zelf inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainer draagt kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is de methode is een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion) wereldwijd toegepast, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin omgeven wordt door de te leren taal. De instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere methode om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden ontwikkeld met de methode van onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in de te leren taal. De student is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Dat een dergelijke training erg intensief is, kan een bijkomend nadeel van de leermethode zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de docent en studenten essentieel. Dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen, is de voorwaarde. Om deze situatie te creëren, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. De lerende zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethodiek zoals Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. De studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerenden minder last hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want elke lerende is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken en geen ontspannende of stimulerende werking hebben. Dat de relatie trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de trainer en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn. De trainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen lesboek dat gevolgd wordt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is sterk afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig te zijn onderlegd. De taaldocent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Community Language Learning kan prima werken als deze correct wordt toegepast. Community Language Learning is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van studenten.
Een keerzijde van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de taalles is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal lerenden wordt in hun spreken geremd als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor het zelf ontdekken van de taal.
De rol van de docent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaltrainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Lerenden gaan al gauw in de te leren taal denken omdat een soort eentalige methode is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s ideeën over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. Deze methode van Gouin werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De seriemethode maakt de lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden van de studenten goed.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets meer subjectief of abstract is, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van de taal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met de klantenservice of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De opdrachten dienen net boven het niveau van de lerende te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. De studenten ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de beweging van een aantal Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van de Dogme-methode is het aangaan van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen. Hierbij draait het om communicatie als de aanjager van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor taaldocenten is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden voor hun eigen leerproces de verantwoording dragen. Voorspelbaar zijn de lessen zo niet. Dat creëert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als alles kan in een Dogme-les worden besproken. Studenten blijven zo alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de taaldocent begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten in voldoende mate flexibel. Een ander keerzijde kan vormen dat lerenden zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof tijdens de lessen aan de orde komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA-benadering heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. De zes fasen van de leermethode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst al begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat dit heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan kan spreken met de audio-opname. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang de boeken dialogen of delen met samenhangende tekst bevatten. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan de taal veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is het simultaan spreken eveneens verschillend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van lerenden, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat de lerende het soms wat saai kan vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, de spreekvaardigheid volgt pas daarna.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt hoofdzakelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de studenten snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® inzetbaar voor elk type doelgroep, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de leermethodiek ook worden gebruikt in grotere klassen. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en nog een andere methode nodig is als aanvulling. De leermethode is bovendien niet erg creatief. Studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn, ontstond rond het jaar 1900. Overigens ging die Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar bevrijding van keurslijven en natuurlijke leefwijzen. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de lerenden hieruit afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak te laten praten. Dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven, was eveneens nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taallessen. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de vocabulaire van de vreemde taal aangeleerd. Studenten brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het grote voordeel van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Deze Direct Methode kent ook minpunten. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen ook relatief minder. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode te weinig uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor langzaam lerende studenten, doordat deze leermethode een daadkrachtige inzet vanuit de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij dit woord. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan als een minpunt worden gezien dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, vond het van belang om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Caleb Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde blokjes die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. De methodiek werkt ook met Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Vooral bij het leren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, alhoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Gattegno is dat zijn aanpak voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom worden beschouwd. In feite is de taaldocent dienstbaar aan de lerende, niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier. De geleerde stof wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een nadeel zijn. Door het gebrek aan input van de taaldocent zouden de studenten gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: een vreemtalen leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De studenten worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De trainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen eenvoudig zijn te begrijpen, zijn de studenten ontspannen. Woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De taaltrainer wijst studenten op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Bij deze methode schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij en vervolgens een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS eveneens de creatieve intelligentie aanboort, is er sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerende werkt TPRS zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale tools om een taal te leren
Er is ook een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere manier om vreemde talen te leren:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere manier om vreemde talen te leren:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van taaltraining waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Drachten.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren gebruikt kunnen worden, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Drachten
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de cursisten bij blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Drachten op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject en het platform biedt gevarieerde en interactieve content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform biedt Dagnall Taleninstituut eveneens een handige eigen App voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat lerenden overal en altijd, dus 24/7, op alle (mobiele) apparaten toegang hebben. Op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft beschikbaar nadat de training in Drachten is afgerond.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Drachten
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners of klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal.
Diegenen die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven derhalve cruciaal.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus en/of als blended taalcursus te boeken. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar voorkeur. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining
Alleen het onderstaande is nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Drachten ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Drachten ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Drachten
Het Europees Referentiekader (ERK)
Om begin- en eindniveau te beschrijven, gebruiken wij de taalniveaus zoals omschreven in het Europees Referentiekader (ERK). De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na afloop van de cursus bij ons taleninstituut in Drachten ontvangt de cursist het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een methode om verschillende taalniveaus te kunnen omschrijven op een uniforme wijze, zodat ‘gevorderden’ in bijvoorbeeld Engeland eenzelfde taalbeheersing hebben als ‘gevorderden’ in Frankrijk.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK is een hulpmiddel dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam wordt ook vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Voor elke taalvaardigheid onderscheidt het ERK zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
Deze niveaus zijn A1, A2, B1, B2, C1 en C2, waarbij A1 het beginniveau is en C2 het niveau moedertaalspreker.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK is een hulpmiddel dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam wordt ook vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Voor elke taalvaardigheid onderscheidt het ERK zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
Deze niveaus zijn A1, A2, B1, B2, C1 en C2, waarbij A1 het beginniveau is en C2 het niveau moedertaalspreker.
Niveau A geldt voor beginners.
Cursisten die niveau B beheersen, bezitten alle basisvaardigheden in de Franse taal.
Taalniveau C geldt voor gevorderden die Frans met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, gaan richting de moedertaalgebruiker (zogenaamde native speaker). Zo iemand gebruikt de vreemde taal vloeiend in verschillende situaties.
Cursisten die niveau B beheersen, bezitten alle basisvaardigheden in de Franse taal.
Taalniveau C geldt voor gevorderden die Frans met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, gaan richting de moedertaalgebruiker (zogenaamde native speaker). Zo iemand gebruikt de vreemde taal vloeiend in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten die onder meer eisen bevat voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt met de benodigde ervaring en kennis. Bovendien worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons instituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld bij ons taleninstituut in Drachten, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, verwerkt en bewaard mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan nodig en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies te worden beschermd. Dagnall voldoet uiteraard aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Drachten zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall is ingeschreven in het CRKBO-register. CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Drachten
Contact taleninstituut Drachten
Neem contact op met Dagnall Taleninstituut in Drachten. Informeer vrijblijvend naar onze mogelijkheden. U kunt een e-mail sturen naar taleninstituut-drachten@dagnall.nl of direct bellen via 085-2737302 (geen menu).
Natuurlijk kunt u ook ons informatiepakket bestellen. Dit is geheel gratis.
De juiste weg naar een taleninstituut in Drachten!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Drachten
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw eigen locatie volgen of in Oldeberkoop, bijvoorbeeld in Logis Hotel Restaurant Lunia aan de Molenhoek 2 in Oldeberkoop. Dagnall taleninstituut kan eveneens taalcursussen in Drachten verzorgen bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Drachten aan de Lavendelheide 4 en bij Fletcher Hotel Heidehof aan de Golflaan 1 in Heerenveen.
U kunt vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Drachten bij bijvoorbeeld bij Schouwburg De Lawei aan het Laweiplein 1.
Drachten - geschiedenis
In Drachten zijn bij opgravingen restanten van een dertiende-eeuwse kerk gevonden, dus in die tijd moet Drachten al bewoond zijn geweest. Het huidige Drachten is in de 17de eeuw ontstaan uit twee streekdorpjes; Noorder-Dragten (Noorderdrachten) en
Zuider-Dragten (Zuyderdrachten) aan het riviertje de Drait of Dracht.
Drachten is een verbastering van Drait of Dracht, wat de zeventiende-eeuwse naam van het riviertje was.
Drachten is een verbastering van Drait of Dracht, wat de zeventiende-eeuwse naam van het riviertje was.
Drachten - nu
Drachten is gelegen in het gebied Smallingerland in de regio de Scheiding (de Skieding). Plaatsen in de omgeving van Drachten zijn Beetsterzwaag, Burgum, Surhuisterveen en Ureterp.
Drachten ligt in de provincie Friesland. In de gemeente Drachten wonen iets meer dan 45.000 mensen.
Vlag gemeente Drachten
Wapen gemeente Drachten
Inwoners
Woon je in Drachten, dan heet je een ‘Drachtenaar’.
Bekende Drachtenaren zijn Barbara van Beukering, Ferry Doedens en Gerrit Hiemstra.
Iets wat uit Drachten komt, heet ‘Drachtens’, maar vaker worden ‘Drachter’ of ‘Drachtster’ gebruikt.
Bekende Drachtenaren zijn Barbara van Beukering, Ferry Doedens en Gerrit Hiemstra.
Iets wat uit Drachten komt, heet ‘Drachtens’, maar vaker worden ‘Drachter’ of ‘Drachtster’ gebruikt.
Drachten is een plaats en de hoofdplaats van de gemeente Smallingerland waar ook Boornbergum, De Tike (Tieke), De Veenhoop, De Wilgen, Drachtstercompagnie, Goëngahuizen, Houtigehage, Kortehemmen, Nijega, Opeinde, Oudega, Rottevalle en Smalle Ee deel van uitmaken.
Drachten - internationaal & scholing
Vriendschapssteden
De vriendschapssteden van Drachten zijn Gobabis in Namibië en Kirjat Ono in Israël.
Hoger onderwijs
In Drachten bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Vlag provincie Friesland
Wapen provincie Friesland
Typisch Drachtens
Drachten is bekend vanwege Museum Dr8888 met kunst van De Stijl en Dada.
Drachten is eveneens de stad van ‘shared space’: op twee na zijn alle verkeerslichten in de stad vervangen door rotondes en op kruisingen worden geen aanwijzingen gegeven.
Drachten fungeert als belangrijke werkstad voor de regio. In de jaren 50 opende Philips er een fabriek (scheerapparaten), die aan tweeduizend mensen werk biedt.
Drachten is eveneens de stad van ‘shared space’: op twee na zijn alle verkeerslichten in de stad vervangen door rotondes en op kruisingen worden geen aanwijzingen gegeven.
Drachten fungeert als belangrijke werkstad voor de regio. In de jaren 50 opende Philips er een fabriek (scheerapparaten), die aan tweeduizend mensen werk biedt.
Drachten kent verder het grootste bedrijvenpark van Noord-Nederland, De Haven en bedrijvenpark Azeven.
Niet veel mensen weten dat in Drachten ook een vliegveld is. Vliegveld Drachten was aanvankelijk een airstrip van Philips. Nu wordt er nog alleen in de weekenden gevlogen, met ultralichte motorvliegtuigjes.
Drachten - minder bekend
Niet veel mensen weten dat in Drachten ook een vliegveld is. Vliegveld Drachten was aanvankelijk een airstrip van Philips. Nu wordt er nog alleen in de weekenden gevlogen, met ultralichte motorvliegtuigjes.
Het fries
Het Fries is een zelfstandige taal, zoals het Nederlands.
Het heeft overeenkomsten met het Engels; het Oudfries kwam sterk met het Oudengels overeen.
Kenmerkend voor het Woudfries ten opzichte van het Frysk is de uitspraak van de persoonlijke voornaamwoorden: my, dy, hy, sy in plaats van ‘mij‘, do/jo, ‘hij’ en ‘zij’.
De klinkers worden wat langer gerekt en gespeld als ‘â’, ‘ê’, ‘û’: tûme in plaats van ‘tomme’. Beide laatste woorden betekenen ‘duim’, maar in het Standaardfries is de vertaling tomme; in het dialect van Drachten is het tûme. Wâldpiken (Woudpieken) of wâldsjers (Woudjes) zijn inwoners van de Friese Wouden.
Het heeft overeenkomsten met het Engels; het Oudfries kwam sterk met het Oudengels overeen.
Kenmerkend voor het Woudfries ten opzichte van het Frysk is de uitspraak van de persoonlijke voornaamwoorden: my, dy, hy, sy in plaats van ‘mij‘, do/jo, ‘hij’ en ‘zij’.
De klinkers worden wat langer gerekt en gespeld als ‘â’, ‘ê’, ‘û’: tûme in plaats van ‘tomme’. Beide laatste woorden betekenen ‘duim’, maar in het Standaardfries is de vertaling tomme; in het dialect van Drachten is het tûme. Wâldpiken (Woudpieken) of wâldsjers (Woudjes) zijn inwoners van de Friese Wouden.
Brea is ‘(rogge)brood’.
Een mooie tongbreker is: lytse Ljouwerter strjitstientsjes oftewel “kleine Leeuwarder straatsteentjes”.
Een bekend Fries spreekwoord luidt: Bûter, brea en griene tsiis, wa’t dat net sizze kin, is gjin oprjochte Fries. In het Nederlands: “Boter, roggebrood en groene kaas, wie dat niet kan zeggen, is geen echte Fries”.
Een andere klassieker: As it net kin sa’t it moat, dan moat it mar sa’t it kin; “als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan”.
Een mooie tongbreker is: lytse Ljouwerter strjitstientsjes oftewel “kleine Leeuwarder straatsteentjes”.
Een bekend Fries spreekwoord luidt: Bûter, brea en griene tsiis, wa’t dat net sizze kin, is gjin oprjochte Fries. In het Nederlands: “Boter, roggebrood en groene kaas, wie dat niet kan zeggen, is geen echte Fries”.
Een andere klassieker: As it net kin sa’t it moat, dan moat it mar sa’t it kin; “als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan”.
“Drachten wil je meemaken”
Drachten - zakelijk
De gemeente Drachten
Het netnummer van Drachten is 0512.
Het postcodegebied van Drachten is 9200 - 9207.
Het adres van het gemeentehuis van Drachten is Gauke Boelensstraat 2, 9203 RM in Drachten.
De website van de gemeente Drachten is Smallingerland.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Drachten is 0512 581234.
Zakendoen in Drachten
Voor Drachtster ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Leeuwarden aan de Heliconweg 62, 8912 AT in Leeuwarden. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Drachten is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Drachten is KVK-kantoor Leeuwarden.
Drachten - internationale bedrijvigheid
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Drachten vindt u op bedrijventerrein Azeven-Noord, Noordoost of Zuid, De Haven of op bedrijventerrein Nijtap.
In Drachten bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: BabyPlanet, BD Kiestra, Be One, CCI Continental Candy Industries, Dunlop, EKB, Fenner Dunlop, Frisian Egg, Distributiecentrum Jumbo,
In Drachten bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: BabyPlanet, BD Kiestra, Be One, CCI Continental Candy Industries, Dunlop, EKB, Fenner Dunlop, Frisian Egg, Distributiecentrum Jumbo,
Leenstra, Mediterra (Adria, Barilla, Cirio, Fiorucci, Galbani, Mutti, Saquella etc.), Neopost Technologies, Nobilia keukens, Philips, SMST Designers & Constructors, Van der Heide, Van der Wiel, Verkley, Bakkerij Van der Zee in Garyp en Sound Design (Benz Micro Switzerland, Burmester, Lehmannaudio etc.) in Sushuisterveen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Drachtster nieuws
De Drachtster nieuwsportalen zijn WaldNet en Smallingerland.nl - Nieuws en Drachtster ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Friesland - Nieuws.
Ondernemers in Drachten kijken hun (zakelijk) nieuws op Omrop Fryslân.
Ondernemers in Drachten kijken hun (zakelijk) nieuws op Omrop Fryslân.
Drachtenaren en ondernemingen in Drachten kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant de Drachster Courant.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Drachten
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Drachten een bezoek brengen aan Museum Dr8888.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Wellicht is het daarom een leuk idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Drachtster voetbalclub VV Drachten, VV Drachtster Boys of ONB meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Drachten kunt u terecht bij DLTC of bij TC De Beampipers.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de cursus bij ons taleninstituut in Drachten of met uw internationale (zaken)relatie bij Drachten een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de buurt van Drachten gevonden voor een compleet middagje/dagje uit.
De golfbaan in de omgeving van Drachten is Golf & Country Club Lauswolt in Beesterzwaag. Het adres van deze golfbaan is Van Harinxmaweg 8-A, 9244 CJ in Beetsterzwaag. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0512-38 35 90. De website van Golf & Country Club Lauswolt is www.golfclublauswolt.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij het restaurant van de golfclub.
De golfbaan in de omgeving van Drachten is Golf & Country Club Lauswolt in Beesterzwaag. Het adres van deze golfbaan is Van Harinxmaweg 8-A, 9244 CJ in Beetsterzwaag. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0512-38 35 90. De website van Golf & Country Club Lauswolt is www.golfclublauswolt.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij het restaurant van de golfclub.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Drachten die ook op Youtube te zien zijn.
U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen.
Direct onder de filmpjes vindt u de locaties van Friesland en Drachten op Google Maps.
U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen.
Direct onder de filmpjes vindt u de locaties van Friesland en Drachten op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Promovideo Drachten
Dronebeelden Drachten
Google Maps Friesland
Google Maps Drachten
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Drachten
Drachtster nieuws
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Drachten van verschillende nieuwsbronnen.
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Nieuws uit Drachten
- Jachtseizoen Drachten komt terug - Waldnet
- Wederom coniferenbrand bij dezelfde woning in Drachten - 112 Fryslân
- Hoe moet het met al het verkeer als de nieuwe Sint Lukasschool in Drachten er staat? 'Eerst een oplossing bedenken' - Leeuwarder Courant
- Betaald voetbal ontmoet G-voetbal in Barendrecht, Raalte, Wormer, Rijen, Drachten en Deurne - NEC
- Gezellige vlomarkt in Reidingpark in Drachten - Waldnet
- Tientallen rollen hooi in vlammen op door broei - Waldnet
- Oude ambachtendag en Streekmarkt bij de Spitkeet - Waldnet
- Lauwers College Buitenpost viert 50-jarig jubileum - Waldnet
- Erik Koster 30 jaar vrijwilliger bij het Observeum - Waldnet
Nieuws uit de provincie Friesland
- Onderzoek wijst uit: in Friesland gaat een derde van de studenten als eerste in het gezin naar hoger onderwijs - Leeuwarder Courant
- Thillie zet Friesland in beweging: 'Iedereen kan leesambassadeur worden en laaggeletterdheid tegengaan' - Leeuwarder Courant
- Grote KPN-mast vervangen in centrum Leeuwarden & portier aangehouden voor mishandeling Heerenveen | nieuws uit Friesland van 6 september - Leeuwarder Courant
- Celstraf voor stalker die zichzelf als pakket bij ex liet bezorgen & minister Faber reageert niet op brief Buma | nieuws uit Friesland van 5 september - Leeuwarder Courant
- Friesland tast nog in het duister over geld voor herinrichting landelijk gebied. 'Ik hie in alternatyf ferwachte, mar der leit neat' - Leeuwarder Courant
- LIVE | Kind ernstig gewond na val uit raam in Jubbega & bestelbus raakt van de weg bij De Wilp, bestuurder zwaargewond - Leeuwarder Courant
- Sportvereniging Friesland organiseert zondag 15 september de EE-Loop vanuit Stiens - Hardloopnieuws
- 950ste ondernemer sluit zich aan bij VVV: ‘Goed voor onze economie en leefomgeving’ - GrootDeFryskeMarren
- Bijzonder bezoek in Mirns: "De koning zei zelf dat hij naar Friesland wilde" - Omrop Fryslân
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Taleninsituut verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Drachten
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Drachten alsook tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Drachten
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten