Begin nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name in de professionele wereld. Organisaties die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen van het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Deventer.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken een eigen taal en gebruiken eigen terminologie. Geef uw medewerkers een duidelijk concurrentievoordeel en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Deventer aan in een brede waaier van vakgebieden.
Wij bieden taaltrainingen op maat in Deventer aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Dagnall Talen vreemde talen leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn behalve de algemene taaltrainingen vooral in de werkgerelateerde trainingen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van klantenen. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Deventer. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Het is onze filosofie om vreemde talen te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij zetten daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos kunt kunnen leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Met dagelijks 15 minuten oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Deventer.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taaltraining is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Eindhoven) die het beste bij de cursist past.
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u echt waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall realiseren onze taaltrainers met een blend van deze bewezen leermethode gecombineerd met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor taalcursussen terecht die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 lerenden, duocursussen (met 2 lerenden), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
De taaldocenten van ons instituut maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer plezierige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Deventer. Deze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en weldoordachte werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart aan ons kunt overlaten.
Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt Dagnall Taleninstituut gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Deventer gegeven worden.
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Deventer en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut staan al tientallen jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De leergroepen houden we zo klein mogelijk de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerk taalcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus omdat in korte tijd veel kennis geleerd wordt.
Er wordt meer vooruitgang gemaakt doordat de taalcursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Nog een belangrijk voordeel van een individuele cursus is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist en de taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is eveneens taalcursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Met name de interactie met de andere cursisten is het grootste voordeel van groepscursussen; actief gebruik van de doeltaal zoals door rollenspellen en discussies in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; het leren van elkaars foutjes en met de groep in de doeltaal communiceren. Cursisten kunnen deze afwisseling als fijner ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook is een groepscursus wat minder intensief (minder zwaar) voor de deelnemer dan een individuele cursus.
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele cursus alleen met de taaltrainer worden gedaan en gevoerd.
Het geleerde kan niet in groepsverband geoefend worden doordat er geen interactie is met andere deelnemers.
Doordat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van elkaars fouten te leren.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen lerenden wat sneller worden afgeleid. Het rendement ligt hierdoor iets lager. Dit kan deels worden ondervangen door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden, is een ander nadeel van een groepscursus.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode beschouwd worden. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en de grammaticale structuur worden aan de hand van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om foutloos te leren spreken en verstaan, wat begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen om daarna een nieuw woord toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet gaat om het memoriseren van de grammaticaregels, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. De goede uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is docentgestuurd en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte overdracht van taalkennis. Deze audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik zijn om te zetten.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige manier wijze te leren dat deze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de student. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd herhaald worden. Deze woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis relevant en van betekenis is. Voor woorden die relevant en van betekenis zijn voor de student, kan deze methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList Method kan goed functioneren voor mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal is uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Deze methode is daarnaast zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Zo leert men onbewust ook de taalregels van de vreemde taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerende wordt ondergedompeld in de taal, is de leermethode het meest effectief. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn om te zorgen dat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de grammatica. Studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden ook niet per se op een bepaald examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de methodiek van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden in herkenbare situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangeboden aan de student. De structuren die het vaakst in de doeltaal gebruikt worden, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de lerenden de taal op een nauwkeurige manier leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen inbreng van de student is gelimiteerd; de methode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten echt trainers, die de studenten leren te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa kwam een grotere vraag aan het leren van vreemde talen middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend, omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de lerende wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Rond 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerenden zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Alhoewel al sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is de grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. De methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De leermethode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de studenten bij het werken in een groep. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt toegepast bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven is. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving veelal ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal gaan en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan met de methode van onderdompeling zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode zo intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. De methode is ‘sink or swim’, de lerende moet wel in de vreemde taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander nadeel van de leermethode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de trainer en studenten. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om deze situatie te creëren. De studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er werd altijd achtergrondmuziek in de klas gedraaid. De methode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden ze gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen hinder krijgt van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methodiek is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijkertijd is dit voor sommigen een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer als counselor fungeert die de zinnen van de studenten omschrijft. De lerenden beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De docent vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Het gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt; het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken als deze op de juiste wijze wordt toegepast. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich zo veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren te werken als een team. Studenten leren veel door het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor de student om de taal zelf te ontdekken.
De rol van de taaldocent is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis leerboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan de woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische omwenteling in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Lerenden gaan al gauw in de nieuwe taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de vrij afwijkende aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De seriemethode maakt de lerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt goed gestimuleerd met de methode.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, lastig in één duidelijke ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaltrainer, die immers een hele reeks aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter de methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (voornamelijk lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als motiverend en plezierig ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel worden genoemd.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Samen behelzen ze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het houden van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken is het doeleinde van de Dogme-methode, waarbij het om communicatie gaat als inspirator van een taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve benadering voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen trainer en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaldocent is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. Het kan zeer motiverend zijn dat de studenten verantwoordelijk voor hun eigen leerproces zijn. De les is nooit voorspelbaar. Dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk onderwerp kan tijdens Dogme-lessen worden besproken. Dit zorgt ervoor dat lerenden alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent, kunnen de studenten zich daartegenover ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke docent in voldoende mate flexibel voor dit type van onderwijs. Een bijkomend nadeel kan zijn dat de lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan bod komt tijdens de lessen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focussen de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van nieuws, televisie, films en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de leermethode van Thomson nog tamelijk nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelstellingen. De lerende verwerft niet alleen taalkennis, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die veel tijd wil investeren, is een nadeel van deze benadering.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kan spreken. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse leerboeken voor deze methode geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende teksten. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Een bijkomende grond is dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, waardoor het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de methode van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van Shadowing is hoog.
De keerzijde van deze techniek is dat de studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid is de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; de lerenden geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht leeftijd en achtergrond en de methode kan eveneens in grotere klassen toegepast worden. De vreemde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt de methodiek tot op een bepaald taalniveau en is aanvullend een andere methodiek nodig. Ook is de methodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar ook over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Er waren meer mondelinge oefeningen die meer aandacht voor de uitspraak hadden. Het werd aangemoedigd de studenten vaak te laten praten. Het was ook nieuw dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taalles. Met behulp van voorbeelden en afbeeldingen werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloeden van de oorlogen en crises ebde deze golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te vinden.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste pluspunt. Spreken en luisteren worden uitgebreid behandeld. Hierdoor ontwikkelen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Deze Direct Methode heeft eveneens keerzijden. Voor de schrijfvaardigheid is zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal ook relatief weinig. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode actief meedoen van de studenten verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaldocent, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om vreemde talen te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de docenten niet zozeer zouden moeten streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn aan dienen te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde staven die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoofdzakelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van belang geweest, hoewel de Stille Methode in de originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de aanpak van Caleb Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt beschouwd als autonoom, is de sterke kant van zijn methode. In principe is de trainer aan de lerende dienstbaar en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Door lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde meestal goed verwerkt en onthouden. De studenten ‘mogen’ fouten maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat. De lerenden kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van input van de docent. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat ‘het nieuwe’ er snel af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn de lerenden ontspannen. Zo worden woorden en structuren vanzelf in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De docent wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal creëren, is een variant hierop. Bij deze methode schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor input zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met een tweetalige tekst, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak met de uitspraak van een moedertaalspreker te vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en vervolgens veel na te zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden van de studenten. De software controleert de grammatica en spelling en wijst op fouten, waarbij de optie bestaat om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer makkelijk om te gebruiken en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke delen wat meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methode. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Dat er geen taaltrainer is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die worden nagesproken en weer herhaald. De zinnen zijn ingesproken door moedertaalsprekers (native speakers). De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuren in de doeltaal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode variëren. Over het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de Pimsleur-methode zeer goed doordat de insprekers van de zinnen native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo spreken.
Een minpunt van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen van de taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op de pauzeknop klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt met reeds bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen het Engels en de doeltaal, als deze verbanden bestaan. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende de makkelijke stof heeft begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd waarmee de gebruikers zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de methode gebruik van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. Gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint uitspraak en luistervaardigheid van de doeltaal op efficiënte wijze en de methode is heel toegankelijk. Het feit dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een keerzijde. Van werkelijke interactie is ook geen sprake, omdat de leermethode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de cursisten ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de vertaling, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak te trainen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native speakers zijn ingesproken en die de lerende dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de gebruikers in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de cursist is aangewezen op zichzelf. Er is geen taaldocent beschikbaar om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode beschouwd worden. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en de grammaticale structuur worden aan de hand van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om foutloos te leren spreken en verstaan, wat begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen om daarna een nieuw woord toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet gaat om het memoriseren van de grammaticaregels, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. De goede uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is docentgestuurd en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte overdracht van taalkennis. Deze audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik zijn om te zetten.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige manier wijze te leren dat deze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de student. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd herhaald worden. Deze woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis relevant en van betekenis is. Voor woorden die relevant en van betekenis zijn voor de student, kan deze methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList Method kan goed functioneren voor mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal is uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Deze methode is daarnaast zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Zo leert men onbewust ook de taalregels van de vreemde taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerende wordt ondergedompeld in de taal, is de leermethode het meest effectief. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn om te zorgen dat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de grammatica. Studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden ook niet per se op een bepaald examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de methodiek van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden in herkenbare situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangeboden aan de student. De structuren die het vaakst in de doeltaal gebruikt worden, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de lerenden de taal op een nauwkeurige manier leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen inbreng van de student is gelimiteerd; de methode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten echt trainers, die de studenten leren te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa kwam een grotere vraag aan het leren van vreemde talen middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend, omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de lerende wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Rond 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerenden zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Alhoewel al sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is de grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. De methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De leermethode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de studenten bij het werken in een groep. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt toegepast bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven is. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving veelal ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal gaan en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan met de methode van onderdompeling zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode zo intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. De methode is ‘sink or swim’, de lerende moet wel in de vreemde taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander nadeel van de leermethode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de trainer en studenten. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om deze situatie te creëren. De studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er werd altijd achtergrondmuziek in de klas gedraaid. De methode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden ze gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen hinder krijgt van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methodiek is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijkertijd is dit voor sommigen een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer als counselor fungeert die de zinnen van de studenten omschrijft. De lerenden beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De docent vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Het gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt; het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken als deze op de juiste wijze wordt toegepast. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich zo veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren te werken als een team. Studenten leren veel door het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor de student om de taal zelf te ontdekken.
De rol van de taaldocent is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis leerboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan de woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische omwenteling in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Lerenden gaan al gauw in de nieuwe taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de vrij afwijkende aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De seriemethode maakt de lerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt goed gestimuleerd met de methode.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, lastig in één duidelijke ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaltrainer, die immers een hele reeks aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter de methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (voornamelijk lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als motiverend en plezierig ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel worden genoemd.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Samen behelzen ze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het houden van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken is het doeleinde van de Dogme-methode, waarbij het om communicatie gaat als inspirator van een taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve benadering voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen trainer en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaldocent is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. Het kan zeer motiverend zijn dat de studenten verantwoordelijk voor hun eigen leerproces zijn. De les is nooit voorspelbaar. Dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk onderwerp kan tijdens Dogme-lessen worden besproken. Dit zorgt ervoor dat lerenden alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent, kunnen de studenten zich daartegenover ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke docent in voldoende mate flexibel voor dit type van onderwijs. Een bijkomend nadeel kan zijn dat de lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan bod komt tijdens de lessen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focussen de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van nieuws, televisie, films en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de leermethode van Thomson nog tamelijk nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelstellingen. De lerende verwerft niet alleen taalkennis, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die veel tijd wil investeren, is een nadeel van deze benadering.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kan spreken. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse leerboeken voor deze methode geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende teksten. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Een bijkomende grond is dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, waardoor het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de methode van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van Shadowing is hoog.
De keerzijde van deze techniek is dat de studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid is de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; de lerenden geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht leeftijd en achtergrond en de methode kan eveneens in grotere klassen toegepast worden. De vreemde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt de methodiek tot op een bepaald taalniveau en is aanvullend een andere methodiek nodig. Ook is de methodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar ook over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Er waren meer mondelinge oefeningen die meer aandacht voor de uitspraak hadden. Het werd aangemoedigd de studenten vaak te laten praten. Het was ook nieuw dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taalles. Met behulp van voorbeelden en afbeeldingen werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloeden van de oorlogen en crises ebde deze golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te vinden.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste pluspunt. Spreken en luisteren worden uitgebreid behandeld. Hierdoor ontwikkelen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Deze Direct Methode heeft eveneens keerzijden. Voor de schrijfvaardigheid is zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal ook relatief weinig. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode actief meedoen van de studenten verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaldocent, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om vreemde talen te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de docenten niet zozeer zouden moeten streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn aan dienen te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde staven die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoofdzakelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van belang geweest, hoewel de Stille Methode in de originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de aanpak van Caleb Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt beschouwd als autonoom, is de sterke kant van zijn methode. In principe is de trainer aan de lerende dienstbaar en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Door lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde meestal goed verwerkt en onthouden. De studenten ‘mogen’ fouten maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat. De lerenden kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van input van de docent. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat ‘het nieuwe’ er snel af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn de lerenden ontspannen. Zo worden woorden en structuren vanzelf in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De docent wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal creëren, is een variant hierop. Bij deze methode schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor input zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Het wordt ook wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd.
Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Deventer.
Voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren gebruikt kunnen worden, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning vergeleken met het online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Deventer op maat.
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Taleninstituut eveneens over een handige eigen App, geschikt voor Android alsook Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Deelnemers kunnen dus een taal leren wanneer en waar het hen schikt. De oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taaltraining in Deventer.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall Taleninstituut voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Mensen die diverse talen beheersen, zijn daarom vaak onmisbaar in veel bedrijven en organisaties.
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een pc/iMac, laptop of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall Talen is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is speciaal voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, projectbeheer, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Deventer, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De plaats Deventer is de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente waar ook Bathmen, Diepenveen, Lettele, Schalkhaar en Okkenbroek deel van uitmaken.
Deventer is de oudste Nederlandse Hanzestad. Deventer was tussen 1000 en 1500 een bloeiende handelsplaats en maakte het deel uit van het Hanzeverbond.
De partnersteden van Deventer zijn Sibiu in Roemenië en Tartu in Estland.
Er zijn twee hogescholen in Deventer: Saxion en Saxion Next. In Deventer zijn geen universiteiten gevestigd.
Minder bekend is dat Deventer de oudste wetenschappelijke bibliotheek van Nederland heeft: de Athenaeumbibliotheek uit 1560.
Het netnummer van Deventer is 0570.
Het postcodegebied van Deventer is 7400 - 7428.
Het adres van het gemeentehuis van Deventer is Grote Kerkhof 1, 7411 KT in Deventer.
De website van de gemeente Deventer is Deventer.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Deventer is 14 0570.
Voor Deventer ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Apeldoorn aan Het Rietveld 55A, 7321 CT in Apeldoorn. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Deventer is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Deventer is KVK-kantoor Apeldoorn.
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Deventer een bezoek brengen aan Museum Bolwerksmolen, aan Museum De Waag, aan het Etty Hillesum Centrum, aan Museum Geert Groote Huis, aan KunstaanZ, aan het Kunstenlab of aan het Speelgoedmuseum Deventer.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Deventer voetbalclub Go Ahead Eagles, FC RDC of DAVO meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Deventer kunt u terecht bij DLTC Deventer, bij Drijver’s TC of bij TC De Schapekolk.
Golf, ontspanning & lunch Wellicht wilt u na de cursus bij ons taleninstituut in Deventer of met uw internationale (zaken)relatie bij Deventer als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de buurt van Deventer ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit.
De golfbaan in de buurt voor Deventer is de Sallandsche Golfclub De Hoek in Diepenveen. Deze golfbaan bevindt zich aan de Golfweg 2 in Diepenveen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0570-59 39 27. De website van deze golfbaan is www.sallandsche.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij het restaurant van de golfclub, telefoonnummer 0570-59 12 14.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing
Taaltrainingen in Deventer van topniveau
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name in de professionele wereld. Organisaties die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen van het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Deventer.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken een eigen taal en gebruiken eigen terminologie. Geef uw medewerkers een duidelijk concurrentievoordeel en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Deventer aan in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden taaltrainingen op maat in Deventer aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Dagnall Talen vreemde talen leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn behalve de algemene taaltrainingen vooral in de werkgerelateerde trainingen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van klantenen. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Deventer. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Het is onze filosofie om vreemde talen te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij zetten daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos kunt kunnen leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Met dagelijks 15 minuten oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Deventer.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Talen stelt in overleg met u als opdrachtgever de leerdoelen en wensen vast. U meldt de cursist(en) met hun contactgegevens aan. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau vastgesteld wordt, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met de offerte.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw agenda en uw situatie.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw agenda en uw situatie.
De taaltrainer evalueert na enkele lessen de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling uiteraard bijgesteld worden.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar taleninstituut in Deventer sinds 1982
Dagnall Taleninstituut, Vertaalbureau, Tolkbureau en Tekstbureau geeft sinds 1982 maatwerk taalcursussen aan het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Deventer en omliggende plaatsen. De taaltrainers van Dagnall zijn professioneel en kundig. Onze taaltrainers hebben veel ervaring op taalgebiedtraining aan het bedrijfsleven en (overheids)organisaties in de Stedendriehoek.
Door de aanpak die zowel werkplekgericht als functiegericht is, levert taleninstituut Dagnall Talen u zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Deventer. U kunt erop rekenen dat taleninstituut Dagnall Talen voor uitstekend rendement zorgt; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Deventer
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Taalcursussen toegespitst op het verbeteren van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn bij veel bedrijven tegenwoordig gemeengoed.
Werknemers zonder of met weinig beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving zij willen graag en sneller en/of beter communiceren op de werkplek.
Werknemers zonder of met weinig beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving zij willen graag en sneller en/of beter communiceren op de werkplek.
Zij willen graag in staat zijn om de werkinstructies op de werkplek goed te kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze mensen willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en uiteraard hun ambities op het werkgebied waarmaken. Een investering in mensen en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Deventer
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Eindhoven) die het beste bij de cursist past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u echt waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall realiseren onze taaltrainers met een blend van deze bewezen leermethode gecombineerd met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor taalcursussen terecht die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 lerenden, duocursussen (met 2 lerenden), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
De taaldocenten van ons instituut maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer plezierige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Deventer. Deze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en weldoordachte werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Een taal effectief leren in Deventer bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart aan ons kunt overlaten.
Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt Dagnall Taleninstituut gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Deventer gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Deventer
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Deventer en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut staan al tientallen jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De leergroepen houden we zo klein mogelijk de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerk taalcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus omdat in korte tijd veel kennis geleerd wordt.
Er wordt meer vooruitgang gemaakt doordat de taalcursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Nog een belangrijk voordeel van een individuele cursus is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist en de taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is eveneens taalcursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere cursisten is het grootste voordeel van groepscursussen; actief gebruik van de doeltaal zoals door rollenspellen en discussies in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; het leren van elkaars foutjes en met de groep in de doeltaal communiceren. Cursisten kunnen deze afwisseling als fijner ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook is een groepscursus wat minder intensief (minder zwaar) voor de deelnemer dan een individuele cursus.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele cursus alleen met de taaltrainer worden gedaan en gevoerd.
Het geleerde kan niet in groepsverband geoefend worden doordat er geen interactie is met andere deelnemers.
Doordat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van elkaars fouten te leren.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen lerenden wat sneller worden afgeleid. Het rendement ligt hierdoor iets lager. Dit kan deels worden ondervangen door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden, is een ander nadeel van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut geeft cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Dagnall Talen verzorgt daarom onze taalcursussen eveneens online of incompany.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld een
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Dagnall Talen verzorgt daarom onze taalcursussen eveneens online of incompany.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining kiezen. Een combinatie van deze trainingen is uiteraard ook mogelijk.
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Taalvaardigheid kent onderscheid tussen kennen (weten) en ook aandacht voor kunnen (handelen). Door te richten op het verschil tussen kennen en kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de taaltraining in Deventer de opgedane kennis sneller actief gebruiken in de praktijk.
Al gauw kunt u al een gesprekje voeren in de nieuwe taal. Dat geeft veel voldoening! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode beschouwd worden. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en de grammaticale structuur worden aan de hand van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om foutloos te leren spreken en verstaan, wat begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen om daarna een nieuw woord toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet gaat om het memoriseren van de grammaticaregels, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. De goede uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is docentgestuurd en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte overdracht van taalkennis. Deze audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige manier wijze te leren dat deze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de student. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd herhaald worden. Deze woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis relevant en van betekenis is. Voor woorden die relevant en van betekenis zijn voor de student, kan deze methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList Method kan goed functioneren voor mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal is uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Deze methode is daarnaast zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Zo leert men onbewust ook de taalregels van de vreemde taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerende wordt ondergedompeld in de taal, is de leermethode het meest effectief. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn om te zorgen dat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de grammatica. Studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden ook niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de methodiek van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden in herkenbare situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangeboden aan de student. De structuren die het vaakst in de doeltaal gebruikt worden, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de lerenden de taal op een nauwkeurige manier leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen inbreng van de student is gelimiteerd; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten echt trainers, die de studenten leren te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa kwam een grotere vraag aan het leren van vreemde talen middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend, omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de lerende wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Rond 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerenden zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Alhoewel al sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is de grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. De methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De leermethode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de studenten bij het werken in een groep. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt toegepast bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven is. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving veelal ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal gaan en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan met de methode van onderdompeling zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode zo intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. De methode is ‘sink or swim’, de lerende moet wel in de vreemde taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander nadeel van de leermethode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de trainer en studenten. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om deze situatie te creëren. De studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er werd altijd achtergrondmuziek in de klas gedraaid. De methode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden ze gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen hinder krijgt van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methodiek is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijkertijd is dit voor sommigen een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer als counselor fungeert die de zinnen van de studenten omschrijft. De lerenden beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De docent vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Het gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt; het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken als deze op de juiste wijze wordt toegepast. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich zo veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren te werken als een team. Studenten leren veel door het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor de student om de taal zelf te ontdekken.
De rol van de taaldocent is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis leerboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan de woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische omwenteling in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Lerenden gaan al gauw in de nieuwe taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de vrij afwijkende aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De seriemethode maakt de lerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt goed gestimuleerd met de methode.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, lastig in één duidelijke ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaltrainer, die immers een hele reeks aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter de methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (voornamelijk lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als motiverend en plezierig ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Samen behelzen ze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het houden van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken is het doeleinde van de Dogme-methode, waarbij het om communicatie gaat als inspirator van een taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve benadering voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen trainer en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaldocent is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. Het kan zeer motiverend zijn dat de studenten verantwoordelijk voor hun eigen leerproces zijn. De les is nooit voorspelbaar. Dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk onderwerp kan tijdens Dogme-lessen worden besproken. Dit zorgt ervoor dat lerenden alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent, kunnen de studenten zich daartegenover ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke docent in voldoende mate flexibel voor dit type van onderwijs. Een bijkomend nadeel kan zijn dat de lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan bod komt tijdens de lessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focussen de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van nieuws, televisie, films en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de leermethode van Thomson nog tamelijk nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelstellingen. De lerende verwerft niet alleen taalkennis, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die veel tijd wil investeren, is een nadeel van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kan spreken. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse leerboeken voor deze methode geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende teksten. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Een bijkomende grond is dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, waardoor het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de methode van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van Shadowing is hoog.
De keerzijde van deze techniek is dat de studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid is de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; de lerenden geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht leeftijd en achtergrond en de methode kan eveneens in grotere klassen toegepast worden. De vreemde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt de methodiek tot op een bepaald taalniveau en is aanvullend een andere methodiek nodig. Ook is de methodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar ook over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Er waren meer mondelinge oefeningen die meer aandacht voor de uitspraak hadden. Het werd aangemoedigd de studenten vaak te laten praten. Het was ook nieuw dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taalles. Met behulp van voorbeelden en afbeeldingen werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloeden van de oorlogen en crises ebde deze golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te vinden.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste pluspunt. Spreken en luisteren worden uitgebreid behandeld. Hierdoor ontwikkelen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Deze Direct Methode heeft eveneens keerzijden. Voor de schrijfvaardigheid is zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal ook relatief weinig. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode actief meedoen van de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaldocent, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om vreemde talen te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de docenten niet zozeer zouden moeten streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn aan dienen te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde staven die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoofdzakelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van belang geweest, hoewel de Stille Methode in de originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de aanpak van Caleb Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt beschouwd als autonoom, is de sterke kant van zijn methode. In principe is de trainer aan de lerende dienstbaar en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Door lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde meestal goed verwerkt en onthouden. De studenten ‘mogen’ fouten maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat. De lerenden kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van input van de docent. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat ‘het nieuwe’ er snel af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn de lerenden ontspannen. Zo worden woorden en structuren vanzelf in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De docent wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal creëren, is een variant hierop. Bij deze methode schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor input zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met een tweetalige tekst, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak met de uitspraak van een moedertaalspreker te vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en vervolgens veel na te zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden van de studenten. De software controleert de grammatica en spelling en wijst op fouten, waarbij de optie bestaat om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer makkelijk om te gebruiken en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke delen wat meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methode. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Dat er geen taaltrainer is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die worden nagesproken en weer herhaald. De zinnen zijn ingesproken door moedertaalsprekers (native speakers). De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuren in de doeltaal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode variëren. Over het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de Pimsleur-methode zeer goed doordat de insprekers van de zinnen native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo spreken.
Een minpunt van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen van de taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op de pauzeknop klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt met reeds bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen het Engels en de doeltaal, als deze verbanden bestaan. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende de makkelijke stof heeft begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd waarmee de gebruikers zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de methode gebruik van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. Gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint uitspraak en luistervaardigheid van de doeltaal op efficiënte wijze en de methode is heel toegankelijk. Het feit dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een keerzijde. Van werkelijke interactie is ook geen sprake, omdat de leermethode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de cursisten ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de vertaling, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak te trainen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native speakers zijn ingesproken en die de lerende dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de gebruikers in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de cursist is aangewezen op zichzelf. Er is geen taaldocent beschikbaar om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode beschouwd worden. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en de grammaticale structuur worden aan de hand van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om foutloos te leren spreken en verstaan, wat begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen om daarna een nieuw woord toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet gaat om het memoriseren van de grammaticaregels, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. De goede uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is docentgestuurd en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte overdracht van taalkennis. Deze audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige manier wijze te leren dat deze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de student. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd herhaald worden. Deze woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis relevant en van betekenis is. Voor woorden die relevant en van betekenis zijn voor de student, kan deze methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList Method kan goed functioneren voor mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal is uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Deze methode is daarnaast zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Zo leert men onbewust ook de taalregels van de vreemde taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerende wordt ondergedompeld in de taal, is de leermethode het meest effectief. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn om te zorgen dat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de grammatica. Studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden ook niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de methodiek van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden in herkenbare situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangeboden aan de student. De structuren die het vaakst in de doeltaal gebruikt worden, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de lerenden de taal op een nauwkeurige manier leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen inbreng van de student is gelimiteerd; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten echt trainers, die de studenten leren te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa kwam een grotere vraag aan het leren van vreemde talen middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend, omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de lerende wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Rond 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerenden zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Alhoewel al sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is de grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. De methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De leermethode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de studenten bij het werken in een groep. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt toegepast bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven is. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving veelal ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal gaan en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan met de methode van onderdompeling zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode zo intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. De methode is ‘sink or swim’, de lerende moet wel in de vreemde taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander nadeel van de leermethode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de trainer en studenten. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om deze situatie te creëren. De studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er werd altijd achtergrondmuziek in de klas gedraaid. De methode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden ze gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen hinder krijgt van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methodiek is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijkertijd is dit voor sommigen een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer als counselor fungeert die de zinnen van de studenten omschrijft. De lerenden beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De docent vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Het gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt; het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken als deze op de juiste wijze wordt toegepast. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich zo veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren te werken als een team. Studenten leren veel door het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor de student om de taal zelf te ontdekken.
De rol van de taaldocent is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis leerboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan de woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische omwenteling in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Lerenden gaan al gauw in de nieuwe taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de vrij afwijkende aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De seriemethode maakt de lerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt goed gestimuleerd met de methode.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, lastig in één duidelijke ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaltrainer, die immers een hele reeks aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter de methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (voornamelijk lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als motiverend en plezierig ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Samen behelzen ze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het houden van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken is het doeleinde van de Dogme-methode, waarbij het om communicatie gaat als inspirator van een taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve benadering voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen trainer en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaldocent is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. Het kan zeer motiverend zijn dat de studenten verantwoordelijk voor hun eigen leerproces zijn. De les is nooit voorspelbaar. Dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk onderwerp kan tijdens Dogme-lessen worden besproken. Dit zorgt ervoor dat lerenden alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent, kunnen de studenten zich daartegenover ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke docent in voldoende mate flexibel voor dit type van onderwijs. Een bijkomend nadeel kan zijn dat de lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan bod komt tijdens de lessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focussen de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van nieuws, televisie, films en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de leermethode van Thomson nog tamelijk nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelstellingen. De lerende verwerft niet alleen taalkennis, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die veel tijd wil investeren, is een nadeel van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kan spreken. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse leerboeken voor deze methode geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende teksten. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Een bijkomende grond is dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, waardoor het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de methode van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van Shadowing is hoog.
De keerzijde van deze techniek is dat de studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid is de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; de lerenden geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht leeftijd en achtergrond en de methode kan eveneens in grotere klassen toegepast worden. De vreemde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt de methodiek tot op een bepaald taalniveau en is aanvullend een andere methodiek nodig. Ook is de methodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar ook over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Er waren meer mondelinge oefeningen die meer aandacht voor de uitspraak hadden. Het werd aangemoedigd de studenten vaak te laten praten. Het was ook nieuw dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taalles. Met behulp van voorbeelden en afbeeldingen werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloeden van de oorlogen en crises ebde deze golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te vinden.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste pluspunt. Spreken en luisteren worden uitgebreid behandeld. Hierdoor ontwikkelen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Deze Direct Methode heeft eveneens keerzijden. Voor de schrijfvaardigheid is zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal ook relatief weinig. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode actief meedoen van de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaldocent, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om vreemde talen te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de docenten niet zozeer zouden moeten streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn aan dienen te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde staven die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoofdzakelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van belang geweest, hoewel de Stille Methode in de originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de aanpak van Caleb Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt beschouwd als autonoom, is de sterke kant van zijn methode. In principe is de trainer aan de lerende dienstbaar en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Door lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde meestal goed verwerkt en onthouden. De studenten ‘mogen’ fouten maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat. De lerenden kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van input van de docent. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat ‘het nieuwe’ er snel af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn de lerenden ontspannen. Zo worden woorden en structuren vanzelf in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De docent wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal creëren, is een variant hierop. Bij deze methode schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor input zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale hulpmiddelen
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere methode om een taal te leren om vreemde talen te leren om een vreemde taal te leren:
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk doordat de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere methode om een taal te leren om vreemde talen te leren om een vreemde taal te leren:
De Methode van Dagnall.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk doordat de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Het wordt ook wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd.
Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Deventer.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren gebruikt kunnen worden, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Deventer
Het voordeel van blended learning vergeleken met het online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Deventer op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Taleninstituut eveneens over een handige eigen App, geschikt voor Android alsook Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Deelnemers kunnen dus een taal leren wanneer en waar het hen schikt. De oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taaltraining in Deventer.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall Taleninstituut voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Deventer
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Mensen die diverse talen beheersen, zijn daarom vaak onmisbaar in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een pc/iMac, laptop of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Deventer ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Deventer ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Deventer
Het Europees Referentiekader (ERK)
Voor het aangeven van het begin- en eindniveau van de cursist, gaan wij uit van hetERK (Europees Referentiekader). Hierin worden alle taalniveaus volgens Europese standaard, beschreven. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na afloop van de cursus bij ons taleninstituut in Deventer overhandigen wij het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een tool die de verschillende niveaus van taalvaardigheid beschrijft op een uniforme manier.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het Europees Referentiekader kenmerkt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken.
De Engelstalige afkorting en term wordt ook vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Voor die vaardigheden zijn in het ERK zes niveaus bepaald; van beginners tot bijna moedertaalsprekers.
De niveaus beginnen bij A1 en A2, vervolgens de vaak het meest gewenste B1, B2 en dan de moeilijkste C1 en C2.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het Europees Referentiekader kenmerkt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken.
De Engelstalige afkorting en term wordt ook vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Voor die vaardigheden zijn in het ERK zes niveaus bepaald; van beginners tot bijna moedertaalsprekers.
De niveaus beginnen bij A1 en A2, vervolgens de vaak het meest gewenste B1, B2 en dan de moeilijkste C1 en C2.
Taalniveau A is van toepassing op beginners.
De cursist die taalniveau B beheerst, beschikt over alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C geeft weer dat iemand de geleerde taal erg goed kan gebruiken in allerlei situaties.
De cursist die taalniveau B beheerst, beschikt over alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C geeft weer dat iemand de geleerde taal erg goed kan gebruiken in allerlei situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is speciaal voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, projectbeheer, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Talen is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Deventer, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engelse naam: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, verwerkt en bewaard mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging. Dagnall voldoet uiteraard aan alle eisen die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht heel beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Deventer zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Talen staat in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall Talen een lagere prijs berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
Dit houdt in dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall Talen een lagere prijs berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Deventer
Contact taleninstituut Deventer
Wilt u contact opnemen met ons taleninstituut in Deventer? Vraag vrijblijvend naar onze mogelijkheden. U kunt ons e-mailen via taleninstituut-deventer@dagnall.nl of ons bellen op 085-2737302 (geen menu) voor meer informatie.
Of ga naar het contactformulier. Natuurlijk kunt u ook ons informatiepakket bestellen. Dit is geheel gratis.
De juiste weg naar een taleninstituut in Deventer!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Deventer
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw locatie volgen of in Deventer, bijvoorbeeld in het pand van Beutener/Staal Advocaten aan de Bruijnssteeg 28 in Deventer. Dagnall taleninstituut verzorgt eveneens taalcursussen in Deventer in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Deventer aan de Birnieweg 7418, in Postillion Hotel Deventer aan de Deventerweg 121 en in Fletcher Hotel Gilde aan de Nieuwstraat 41.
U kunt vergaderen in Deventer bij bijvoorbeeld bij DOK H20 aan de Scheepvaartstraat 13 en bij Pakhuis met Pit aan de Raamstraat 59.
Deventer - geschiedenis
Deventer was reeds bewoond gebied in de Romeinse tijd. Opgravingen tonen dit aan. Er zijn resten van een Germaanse nederzetting aangetroffen in stadsdeel Colmschate. De IJssel maakte de plaats aantrekkelijk voor vissers en boeren en vanaf de 8ste eeuw was het gebied doorlopend bewoond. De stad is waarschijnlijk gesticht rond 768 door Lebuïnus. Lebuïnus was een missionaris die een houten kerkje bouwde waar nu de Lebuïnuskerk staat.
Het oudste stenen woonhuis van Nederland is De Proosdij uit 1130.
Het is niet helemaal zeker hoe de stad Deventer aan zijn naam komt. Waarschijnlijk is het een verbastering van twee Oudsaksische woorden uit ongeveer de 8ste eeuw: deve en treo. Dit betekent zoiets als “aan een waterloop gelegen geboomte”. Deve betekent ‘gestorven’ in de Gotische taal; treo was Oudsaksisch voor ‘boom’.
Het is niet helemaal zeker hoe de stad Deventer aan zijn naam komt. Waarschijnlijk is het een verbastering van twee Oudsaksische woorden uit ongeveer de 8ste eeuw: deve en treo. Dit betekent zoiets als “aan een waterloop gelegen geboomte”. Deve betekent ‘gestorven’ in de Gotische taal; treo was Oudsaksisch voor ‘boom’.
Deventer - nu
Deventer is gelegen in de landstreek Salland alsook in de regio Stedendriehoek. Plaatsen in de buurt van Deventer zijn Apeldoorn, Diepenveen, Dieren, Holten, Lochem, Markelo, Terwolde, Twello, Vorden en Zutphen.
Deventer ligt in de provincie Overijssel. De gemeente Deventer heeft ruwweg 100.000 inwoners.
Vlag gemeente Deventer
Wapen gemeente Deventer
Inwoners
Woon je in Deventer, dan word je een ‘Deventenaar’ genoemd.
Bekende Deventenaren zijn Viktor Brand, Michel van der Horst en Paulien Huizinga.
Bekende Deventenaren zijn Viktor Brand, Michel van der Horst en Paulien Huizinga.
Iets wat uit Deventer komt, heet ‘Deventers’ of ‘Deventer’, zoals de bekende Deventer koek.
Deventer kreeg stadsrechten in 1123.
Deventer kreeg stadsrechten in 1123.
Deventer - internationaal & scholing
Hanzestad
De plaats Deventer is de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente waar ook Bathmen, Diepenveen, Lettele, Schalkhaar en Okkenbroek deel van uitmaken.
Deventer is de oudste Nederlandse Hanzestad. Deventer was tussen 1000 en 1500 een bloeiende handelsplaats en maakte het deel uit van het Hanzeverbond.
Partnersteden
De partnersteden van Deventer zijn Sibiu in Roemenië en Tartu in Estland.
Hoger onderwijs
Er zijn twee hogescholen in Deventer: Saxion en Saxion Next. In Deventer zijn geen universiteiten gevestigd.
Vlag provincie Overijssel
Wapen provincie Overijssel
Typisch Deventers
Denk je aan Deventer, dan denk je aan een middeleeuwse binnenstad met gezellige winkelstraten en terrassen, maar ook aan de IJssel, de Deventer Boekenmarkt en het Dickens Festijn.
Deventer fungeert als winkelstad met goede horeca voor de regio, voor zowel Nederlanders als toeristen.
Deventer fungeert als winkelstad met goede horeca voor de regio, voor zowel Nederlanders als toeristen.
Deventer - minder bekend
Minder bekend is dat Deventer de oudste wetenschappelijke bibliotheek van Nederland heeft: de Athenaeumbibliotheek uit 1560.
Deventers dialect en accent
Kenmerkend voor het Dèmpters is een brouwende ‘r’. De ‘o’ wordt ao en de ‘ee’ en ‘eu’ krijgen een j toegevoegd: eej, ooj, euj.
‘Kaas’ klinkt als keejze en ‘boter’ wordt baoter.
Een piepert is in Deventer geen aardappel maar een ‘aansteller’.
‘Kaas’ klinkt als keejze en ‘boter’ wordt baoter.
Een piepert is in Deventer geen aardappel maar een ‘aansteller’.
‘Boos‘ is hellig en ‘helemaal’ is kats. Van iemand die is begraven, zegt men: Hè hef ’n zandwinkeltjen.
Als iemand zich voelt opgejaagd, kan hij of zij in Deventer zeggen: Jaogen dôôj maor int bos en driev’n dôôj maor in de Iesel. Ofwel: “jagen doe je maar in het bos en drijven doe je maar in de IJssel”.
Als iemand zich voelt opgejaagd, kan hij of zij in Deventer zeggen: Jaogen dôôj maor int bos en driev’n dôôj maor in de Iesel. Ofwel: “jagen doe je maar in het bos en drijven doe je maar in de IJssel”.
Deventer - “Gastvrije Hanzestad”
Deventer - zakelijk
De gemeente Deventer
Het netnummer van Deventer is 0570.
Het postcodegebied van Deventer is 7400 - 7428.
Het adres van het gemeentehuis van Deventer is Grote Kerkhof 1, 7411 KT in Deventer.
De website van de gemeente Deventer is Deventer.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Deventer is 14 0570.
Zakendoen in Deventer
Voor Deventer ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Apeldoorn aan Het Rietveld 55A, 7321 CT in Apeldoorn. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Deventer is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Deventer is KVK-kantoor Apeldoorn.
Deventer - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Deventer op bedrijventerrein Bergweide 3, 4 en 5, A1 Bedrijvenpark Deventer, Havenkwartier, Kloosterlanden en Handelspark De Wetering.
In Deventer bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Koninklijke Auping, ASVB, Artistique, Bender, BYK, Euromaster, GEA, Geurtsen, Guide ID, Ten Have Koffie, Kamado Grills, Keolis, Krehalon, Metos, Nefit (CentroSolar, Nefit), Payroll Select,
In Deventer bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Koninklijke Auping, ASVB, Artistique, Bender, BYK, Euromaster, GEA, Geurtsen, Guide ID, Ten Have Koffie, Kamado Grills, Keolis, Krehalon, Metos, Nefit (CentroSolar, Nefit), Payroll Select,
Primagaz (Campingaz), Roto Smeets, Koninklijke Senzora, Smurfit Kappa, Stegeman, Tauw, Techlife Engineering, Vos Transport, Westfalen Gassen, Witteveen+Bos, Wolters Kluwer, Distributiecentrum Jumbo in Raalte, Vakpersoneel Bouw in Raalte, Euro Patisserie in Twello, Profish in Twello, Ruitenberg Ingredients in Twello.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Deventers nieuws
De Deventer nieuwsportalen zijn Het Deventer Nieuws en Deventer radio & televisie en Deventer ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Overijssel - Nieuws.
Ondernemers in Deventer kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Ondernemers in Deventer kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Deventenaren en ondernemingen in Deventer kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant Deventer Post, Nieuwsblad Stedendriehoek - Deventer, De Stentor en het Algemeen Dagblad - Deventer.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Deventer
Cultuur
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Deventer een bezoek brengen aan Museum Bolwerksmolen, aan Museum De Waag, aan het Etty Hillesum Centrum, aan Museum Geert Groote Huis, aan KunstaanZ, aan het Kunstenlab of aan het Speelgoedmuseum Deventer.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Deventer voetbalclub Go Ahead Eagles, FC RDC of DAVO meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Deventer kunt u terecht bij DLTC Deventer, bij Drijver’s TC of bij TC De Schapekolk.
Golf, ontspanning & lunch Wellicht wilt u na de cursus bij ons taleninstituut in Deventer of met uw internationale (zaken)relatie bij Deventer als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de buurt van Deventer ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit.
De golfbaan in de buurt voor Deventer is de Sallandsche Golfclub De Hoek in Diepenveen. Deze golfbaan bevindt zich aan de Golfweg 2 in Diepenveen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0570-59 39 27. De website van deze golfbaan is www.sallandsche.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij het restaurant van de golfclub, telefoonnummer 0570-59 12 14.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Deventer die ook op Youtube te zien zijn.
U kunt direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen.
Onder deze filmpjes vindt u de locaties van Overijssel alsook Deventer op Google Maps.
U kunt direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen.
Onder deze filmpjes vindt u de locaties van Overijssel alsook Deventer op Google Maps.
Klik linksboven om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Deventer
Dronebeelden Deventer
Google Maps Overijssel
Google Maps Deventer
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Deventer
Deventer nieuws
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Deventer van verschillende nieuwsbronnen.
Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Nieuws uit Deventer
- Steekincident vlak bij ingang woonzorgcentrum in Deventer: één man opgepakt - De Stentor
- Politie onderzoekt steekincident in Deventer, één verdachte aangehouden - Oost
- Steekincident vlak bij ingang woonzorgcentrum in Deventer: één man opgepakt - De Gelderlander
- Ongeval met letsel op Boxbergerweg in Deventer - De Stentor
- Voertuigbrand op Johannes van Vlotenlaan in Deventer - Tubantia
- Ongeval met letsel op Diepenveenseweg in Deventer - AD
- Aantal valpartijen 65-plussers in Deventer op het hoogste niveau sinds 2016 - AD
- Dat je het weet: op deze dagen zie je boven Deventer een unieke komeet - indebuurt
- Na 'lichte paniek' weer lachende gezichten in Deventer: 'Ik slaap nu wel beter' - VoetbalPrimeur.nl
Nieuws uit de provincie Overijssel
- LIVE Orkaan Milton | Milton een van de snelst groeiende orkanen ooit gemeten, pad van orkaan ook ongebruikelijk - Tubantia
- Dat je het weet: op deze dagen zie je boven Enschede een unieke komeet - indebuurt
- Weerribben-Wieden nieuwsbrief - Zwartsluis Actueel
- FC Twente-fan is een man van zijn woord en neemt na belofte tattoo van FC Twente-speler - Voetbalzone.nl
- "Lekker dat je de 2-0 binnenschiet" - FC Twente
- Cindy (21) uit Holten wilde nooit in middelpunt van belangstelling staan, maar schittert nu wel in documentaire op ESPN - De Stentor
- Permanent wonen in een vakantiehuis op een van de recreatieparken in IJhorst is na juli 2026 verboden (op een enkele uitzondering na). Gemeente wil huisjes niet inzetten om woningnood tegen te gaan - Meppeler Courant
- Strijd om deelname PVV-bewindslieden bij vrouwenrechtenevenement in Enschede - Oost
- Meerderheid Overijsselse politiek kiest vóór windmolenbeleid, hoe nu verder? - Drimble.nl
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Taleninsituut verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Deventer
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Deventer alsook tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Deventer
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten