Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties die in de taalopleiding van de medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Den Helder.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak heeft zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Den Helder aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Den Helder aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als (intensieve) workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen talen leren op precies de manier die het beste bij hem of haar past. Behalve algemene taaltrainingen zijn organisaties vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde trainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies talen te leren in Den Helder. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar de door u beoogde resultaten.
Onze filosofie is om een vreemde taal te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leren.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor u prettiger en gemakkelijker maken.
Met deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met vijftien minuten dagelijks oefenen, brengt Dagnall Talen de cursist in grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Den Helder.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taaltraining is niet alleen aangepast aan de vraag van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is tevens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Ede) die het beste bij hem of haar past.
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut met een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Taleninstituut voor cursussen terecht die op maatwerktrainingen gebaseerd zijn.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 deelnemers, zogenaamde duocursussen (2 deelnemers), individuele cursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
De trainers van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en zij spelen continue op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Den Helder. Onze, door de jaren steeds verder ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursisten zelf past.
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven.
Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruikt Dagnall Taleninstituut moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Den Helder worden gegeven.
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Den Helder en omgeving.
Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De cursussen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groepen worden zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximale ondersteuning te bieden.
De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus doordat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode.
Er wordt meer vooruitgang gemaakt omdat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Een ander belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast zijn individuele taalcursussen goed op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Het grootste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van discussies en rollenspellen.
Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; communiceren in de doeltaal met elkaar en van elkaars fouten. De hierdoor geboden afwisseling kunnen cursisten prettiger vinden.
Omdat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook zijn voor cursisten groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Bij individuele taalcursussen kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de docent.
Doordat er geen interactie is met andere lerenden, kan de geleerde kennis niet in een groep geoefend worden.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van de foutjes van anderen te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de cursist.
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen deelnemers wat eerder zijn afgeleid. Hierdoor ligt het rendement wat lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen).
Groepscursussen kunnen ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen van deelnemers.
Dat de planning minder goed op de agenda van individuele cursisten kan worden afgestemd, is een ander minpunt van groepscursussen.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en de grammaticale structuren worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om vrijwel foutloos te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar studenten een hoofdtelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in ons land pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. De juiste uitspraak wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van kennis kan bieden. Deze audiolinguale methode is ook geschikt voor grote(re) groepen.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de lerenden verwacht, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De zinnen en woorden van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit gaat vanzelf door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer deze ook relevant en betekenisvol is. De methode kan dus alleen goed werken voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze leermethode. Talen zijn veel meer dan een verzameling losse woorden of zinnen. De methode is bovendien nogal tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van de vreemde taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze manier leert de student onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld. Om ervoor te zorgen dat de student plezier heeft van de ervaringen, moeten de leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn, is vaak bewezen. De Natural Approach is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Er kleven eveneens nadelen aan de natuurlijke aanpak. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. De SA staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat van de nieuwe taal. Het draait om het kunnen herkennen en toepassen van vaste woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden in realistische situaties middels dramatiseringen, visualisaties, gezichtsuitdrukkingen en handelingen aan de lerende gepresenteerd. Bij de methodiek worden de taalstructuren die het meest worden gebruikt, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal ingezet voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten de taal op een nauwkeurige manier kunnen leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. De werkwijze is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren de doeltaal in praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en trainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent echt een trainer, die de student leert om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. In het verenigde Europa ontstond een grotere behoefte om een taal te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerenden is het stimulerend, omdat zij vlug succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde rond het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op het vertalen en de grammatica. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocenten dragen kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
De methode heeft echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor studenten. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment door de te leren taal omgeven wordt. De instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Scholen die werken met onderdompeling, richten de omgeving vaak in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de te leren taal reizen en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de leermethode vrij intensief is. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerenden moeten daadwerkelijk in de doeltaal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is, kan een andere keerzijde zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die uit de jaren 70 van de vorige eeuw stamt. Suggestopedia (Nederlands: Suggestopedie) is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (vreemde talen) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de lerende essentieel. Dat studenten zich ontspannen en veilig voelen, is de voorwaarde. Om dit te kunnen bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. Lerenden zaten in de les in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en er was altijd muziek in de klas. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. Studenten werden zo verleid om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethodiek. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want elke lerende is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer als een counselor optreedt die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn. De docent vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt sterk af van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken indien deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de studenten veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren te werken als team. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de docent is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht geschonken aan de woordenschat die in zogenaamde chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. De drastische verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is een minpunt van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. De studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de te leren taal denken.
Populariteit
Gouin’s ideeën over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de vrij ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Deze methode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid van de lerende sterk en zorgt voor een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera, wekt dit soort onderwijs enthousiasme bij de lerenden op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode worden de communicatieve taalvaardigheden van de studenten sterk gestimuleerd.
De leermethode van François Gouin heeft als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter is, wat moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring te vangen is. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een scala aan series moet voorbereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met de klantenservice, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun taalvaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de studenten aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming uit het jaar 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan 10 strenge regels (dogma’s) bij het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van Dogme-taalonderwijs is het starten van inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan, waarin het om communicatie gaat als drijvende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve benadering van het taalonderwijs, die een vreemde taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor docenten is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan heel motiverend werken dat de lerenden voor hun eigen leerproces de verantwoording dragen. Op deze manier is de les nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. In een les volgens de Dogme-methode is zo goed als alles bespreekbaar. Zo blijven de lerenden alert en betrokken.
Daartegenover staat dat lerenden zich ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers voldoende flexibel. Dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor in de taallessen aan de orde komt, kan een bijkomend nadeel zijn van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA hanteert daarom de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode zogenaamde van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. De deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de vreemde taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een keerzijde van deze leermethode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen dan wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak totdat het soepel gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Doordat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een andere grond zodat het leren van de taal veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit is gebleken dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als keerzijde is dat de lerenden het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke inbreng krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd of achtergrond en de methodiek kan eveneens in iets grotere klassen worden gebruikt. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
De keerzijde van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Daardoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is nog een andere leermethode nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar eveneens over natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij de grammatica meer inductief werd aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd gestimuleerd om de lerenden vaak te laten spreken. Dat de lessen in de doeltaal werden gegeven, was ook een nieuw verschijnsel. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van woordenschat van de doeltaal werd gedaan met behulp van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid kunnen krijgen. Keerzijden kent de leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij de Directe Methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook weinig. Deze leermethode biedt onvoldoende uitdaging voor lerenden die verder meer gevorderd zijn. Doordat de Directe Methode van een daadkrachtige inzet door de studenten uitgaat, is de methode eveneens niet zeer bruikbaar voor de langzaam lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Deze herhaling helpt de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten spelling aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan als een minpunt worden gezien dat het wat saai wordt om dezelfde woordjes en zinnen te blijven herhalen.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als we proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere blokjes met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De leermethodiek maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het leren van de uitspraak van de doeltaal, alhoewel The Silent Way in zijn originele vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de student, die per slot van rekening als autonoom gezien wordt, is de sterke kant van de methodiek van Gattegno. In feite is de trainer aan de lerenden dienstbaar en niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Vaak wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat sommige lerenden wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. De studenten kunnen gefrustreerd raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer. Het werken met kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De docent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten ontspannen zich omdat de verhalen van de trainer vrij gemakkelijk zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden zo vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De studenten worden door de trainer op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal creëren, is een variant. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens hier een verhaal van te maken met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor input. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd ontdekt in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen te leren. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo de uitspraak met die van een moedertaalspreker (native speaker) vergelijken. Door de voorbeeldspreker langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen, kan de uitspraak worden verbeterd.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid te oefenen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij taalfouten van de student kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veel gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast en eveneens door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk in het gebruik en de student kan de methode op ieder moment inzetten. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als plezierig om met de methodiek te werken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een keerzijde van de methode is dat er geen taaldocent beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door studenten daarna worden nagesproken en herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus omvatten een audio-opname van dertig minuten met nieuwe vocabulaire en structuur. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de doeltaal niet apart uit maar biedt deze grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarin informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur cursussen worden onder meer gebruikt door Amerikanen en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt erg goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier spreken in een normaal tempo.
Dat er niets wordt uitgelegd, is een keerzijde van de methode. De studenten leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de gebruikers op de pauzeknop drukken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerkstudenten hoeven niet uit het hoofd te leren. Bij de methode wordt de les in kleine stapjes opgebouwd en lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt gewezen op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat door de student is begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de lerende zelf zinnen kan construeren. Ook gebruikt de methodiek van flashcards zodat studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel mensen zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal en vinden de cursus plezierig werken. De gebruikers die al wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen de uitspraak alsook de luistervaardigheid op een efficiënte manier. Dat de taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een keerzijde. Ook is er geen echte interactie doordat de Michel Thomas-methode uit een audiocursus bestaat.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De gebruikers werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, samen met toelichting van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door native speakers zijn ingesproken en die de cursist herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de cursisten verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is ruim.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de gebruiker op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de lerende is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de lerende te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en de grammaticale structuren worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om vrijwel foutloos te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar studenten een hoofdtelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in ons land pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. De juiste uitspraak wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van kennis kan bieden. Deze audiolinguale methode is ook geschikt voor grote(re) groepen.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de lerenden verwacht, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De zinnen en woorden van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit gaat vanzelf door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer deze ook relevant en betekenisvol is. De methode kan dus alleen goed werken voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze leermethode. Talen zijn veel meer dan een verzameling losse woorden of zinnen. De methode is bovendien nogal tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van de vreemde taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze manier leert de student onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld. Om ervoor te zorgen dat de student plezier heeft van de ervaringen, moeten de leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn, is vaak bewezen. De Natural Approach is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Er kleven eveneens nadelen aan de natuurlijke aanpak. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. De SA staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat van de nieuwe taal. Het draait om het kunnen herkennen en toepassen van vaste woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden in realistische situaties middels dramatiseringen, visualisaties, gezichtsuitdrukkingen en handelingen aan de lerende gepresenteerd. Bij de methodiek worden de taalstructuren die het meest worden gebruikt, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal ingezet voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten de taal op een nauwkeurige manier kunnen leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. De werkwijze is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren de doeltaal in praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en trainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent echt een trainer, die de student leert om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. In het verenigde Europa ontstond een grotere behoefte om een taal te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerenden is het stimulerend, omdat zij vlug succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde rond het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op het vertalen en de grammatica. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocenten dragen kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
De methode heeft echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor studenten. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment door de te leren taal omgeven wordt. De instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Scholen die werken met onderdompeling, richten de omgeving vaak in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de te leren taal reizen en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de leermethode vrij intensief is. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerenden moeten daadwerkelijk in de doeltaal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is, kan een andere keerzijde zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die uit de jaren 70 van de vorige eeuw stamt. Suggestopedia (Nederlands: Suggestopedie) is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (vreemde talen) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de lerende essentieel. Dat studenten zich ontspannen en veilig voelen, is de voorwaarde. Om dit te kunnen bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. Lerenden zaten in de les in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en er was altijd muziek in de klas. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. Studenten werden zo verleid om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethodiek. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want elke lerende is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer als een counselor optreedt die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn. De docent vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt sterk af van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken indien deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de studenten veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren te werken als team. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de docent is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht geschonken aan de woordenschat die in zogenaamde chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. De drastische verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is een minpunt van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. De studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de te leren taal denken.
Populariteit
Gouin’s ideeën over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de vrij ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Deze methode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid van de lerende sterk en zorgt voor een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera, wekt dit soort onderwijs enthousiasme bij de lerenden op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode worden de communicatieve taalvaardigheden van de studenten sterk gestimuleerd.
De leermethode van François Gouin heeft als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter is, wat moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring te vangen is. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een scala aan series moet voorbereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met de klantenservice, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun taalvaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de studenten aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming uit het jaar 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan 10 strenge regels (dogma’s) bij het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van Dogme-taalonderwijs is het starten van inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan, waarin het om communicatie gaat als drijvende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve benadering van het taalonderwijs, die een vreemde taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor docenten is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan heel motiverend werken dat de lerenden voor hun eigen leerproces de verantwoording dragen. Op deze manier is de les nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. In een les volgens de Dogme-methode is zo goed als alles bespreekbaar. Zo blijven de lerenden alert en betrokken.
Daartegenover staat dat lerenden zich ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers voldoende flexibel. Dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor in de taallessen aan de orde komt, kan een bijkomend nadeel zijn van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA hanteert daarom de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode zogenaamde van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. De deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de vreemde taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een keerzijde van deze leermethode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen dan wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak totdat het soepel gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Doordat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een andere grond zodat het leren van de taal veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit is gebleken dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als keerzijde is dat de lerenden het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke inbreng krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd of achtergrond en de methodiek kan eveneens in iets grotere klassen worden gebruikt. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
De keerzijde van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Daardoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is nog een andere leermethode nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar eveneens over natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij de grammatica meer inductief werd aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd gestimuleerd om de lerenden vaak te laten spreken. Dat de lessen in de doeltaal werden gegeven, was ook een nieuw verschijnsel. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van woordenschat van de doeltaal werd gedaan met behulp van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid kunnen krijgen. Keerzijden kent de leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij de Directe Methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook weinig. Deze leermethode biedt onvoldoende uitdaging voor lerenden die verder meer gevorderd zijn. Doordat de Directe Methode van een daadkrachtige inzet door de studenten uitgaat, is de methode eveneens niet zeer bruikbaar voor de langzaam lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Deze herhaling helpt de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten spelling aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan als een minpunt worden gezien dat het wat saai wordt om dezelfde woordjes en zinnen te blijven herhalen.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als we proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere blokjes met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De leermethodiek maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het leren van de uitspraak van de doeltaal, alhoewel The Silent Way in zijn originele vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de student, die per slot van rekening als autonoom gezien wordt, is de sterke kant van de methodiek van Gattegno. In feite is de trainer aan de lerenden dienstbaar en niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Vaak wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat sommige lerenden wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. De studenten kunnen gefrustreerd raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer. Het werken met kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De docent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten ontspannen zich omdat de verhalen van de trainer vrij gemakkelijk zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden zo vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De studenten worden door de trainer op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal creëren, is een variant. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens hier een verhaal van te maken met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor input. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Den Helder.
Enkele voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Den Helder op maat.
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het biedt gevarieerde en interactieve content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor het hoogst mogelijke leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform biedt Dagnall Taleninstituut eveneens een handige App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat deelnemers altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook op reis in het buitenland. De cursisten kunnen dus een taal leren waar en wanneer het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook beschikbaar nadat de taaltraining in Den Helder is afgerond.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten kunnen op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging zijn.
Medewerkers die meerdere talen beheersen, zijn in veel bedrijven en organisaties daarom onmisbaar.
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Alleen het onderstaande is nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, tablet of pc met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van ISO 9001:2015.
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche die onder meer eisen bevat voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut bewijst dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden wordt geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Den Helder, wordt door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De partnerstad van Den Helder is Lüdenscheid in Duitsland.
Onder de gemeente Den Helder vallen eveneens Huisduinen, Julianadorp en Julianadorp aan Zee.
Het netnummer van Den Helder is 0223.
Het postcodegebied van Den Helder is 1780 - 1788.
Het adres van het gemeentehuis van Den Helder is Doctorandus F.
Bijlweg 20, 1784 MC in Den Helder.
De website van de gemeente Den Helder is Denhelder.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Den Helder is 14 0223.
Voor Helderse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Den Helder is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Den Helder is KVK-kantoor Alkmaar.
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Den Helder een bezoek brengen aan Bunkermuseum Den Helder, aan Fort Kijkduin, aan Het Nationaal Reddingmuseum Dorus Rijkers of aan Het Nollenproject.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Helderse voetbalclub FC Den-Helder of HCSC meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Den Helder kunt u terecht bij HTC Den Helder of bij Topspin MBSOV.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taalcursussen in Den Helder van topniveau
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties die in de taalopleiding van de medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Den Helder.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak heeft zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Den Helder aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Den Helder aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als (intensieve) workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen talen leren op precies de manier die het beste bij hem of haar past. Behalve algemene taaltrainingen zijn organisaties vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde trainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies talen te leren in Den Helder. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar de door u beoogde resultaten.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Onze filosofie is om een vreemde taal te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leren.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor u prettiger en gemakkelijker maken.
Met deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met vijftien minuten dagelijks oefenen, brengt Dagnall Talen de cursist in grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Den Helder.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever de leerdoelen en wensen vast. U meldt de cursisten aan met hun contactgegevens. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau van de deelnemers wordt bepaald, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met de offerte.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en uw agenda.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en uw agenda.
Na enkele lessen evalueert de trainer de voortgang alsook de inhoud van de cursus. De doelstelling kan, indien nodig, bijgesteld worden.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage samen met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage samen met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar taleninstituut in Den Helder sinds 1982
Taleninstituut Dagnall Talen verzorgt sinds 1982 maatwerk taalcursussen zakelijk voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Den Helder en gemeenten in de buurt van Den Helder. Het taleninstituut Dagnall Talen werkt met kundige en ervaren docenten die echte specialisten op gebied van taal zijn en veel cursussen zakelijk aan bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitinstellingen de Kop van Noord-Holland hebben gegeven.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte werkwijze, levert taleninstituut Dagnall Talen u zeer betaalbare en effectieve taalcursussen in Den Helder. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall Taleninstituut biedt. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Den Helder
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is vereist! Cursussen die gericht zijn op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn inmiddels bij veel organisaties gemeengoed.
Werknemers zonder of met weinig kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een beperking op het werk en willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Werknemers zonder of met weinig kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een beperking op het werk en willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op het werk goed te kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. De werknemers willen het liefst met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk graag hun ambities op het werkterrein realiseren. Dit vergt een investering in mensen en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve nodig.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Den Helder
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining is niet alleen aangepast aan de vraag van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is tevens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Ede) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut met een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Taleninstituut voor cursussen terecht die op maatwerktrainingen gebaseerd zijn.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 deelnemers, zogenaamde duocursussen (2 deelnemers), individuele cursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
De trainers van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en zij spelen continue op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Den Helder. Onze, door de jaren steeds verder ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursisten zelf past.
Effectief een taal leren in Den Helder bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven.
Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruikt Dagnall Taleninstituut moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Den Helder worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Den Helder
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Den Helder en omgeving.
Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De cursussen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groepen worden zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximale ondersteuning te bieden.
De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus doordat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode.
Er wordt meer vooruitgang gemaakt omdat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Een ander belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast zijn individuele taalcursussen goed op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van discussies en rollenspellen.
Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; communiceren in de doeltaal met elkaar en van elkaars fouten. De hierdoor geboden afwisseling kunnen cursisten prettiger vinden.
Omdat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook zijn voor cursisten groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele taalcursussen kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de docent.
Doordat er geen interactie is met andere lerenden, kan de geleerde kennis niet in een groep geoefend worden.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van de foutjes van anderen te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de cursist.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen deelnemers wat eerder zijn afgeleid. Hierdoor ligt het rendement wat lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen).
Groepscursussen kunnen ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen van deelnemers.
Dat de planning minder goed op de agenda van individuele cursisten kan worden afgestemd, is een ander minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut verzorgt cursussen voor beginners, halfgevorderden en gevorderden.
Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook online of incompany aan.
Bij Taleninstituut Dagnall kiest u als cursist bijvoorbeeld
Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook online of incompany aan.
Bij Taleninstituut Dagnall kiest u als cursist bijvoorbeeld
voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Een combinatie van deze verschillende trainingen is uiteraard ook mogelijk.
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Bij taalvaardigheid wordt onderscheid gemaakt tussen kennen maar bovendien kunnen (vaardigheid in het toepassen). Door te richten op het verschil tussen kennen en kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de taaltraining in Den Helder de opgedane kennis sneller functioneel gebruiken.
Al gauw begrijpt u opeens wat die collega steeds tegen u zegt. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en de grammaticale structuren worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om vrijwel foutloos te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar studenten een hoofdtelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in ons land pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. De juiste uitspraak wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van kennis kan bieden. Deze audiolinguale methode is ook geschikt voor grote(re) groepen.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de lerenden verwacht, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De zinnen en woorden van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit gaat vanzelf door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer deze ook relevant en betekenisvol is. De methode kan dus alleen goed werken voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze leermethode. Talen zijn veel meer dan een verzameling losse woorden of zinnen. De methode is bovendien nogal tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van de vreemde taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze manier leert de student onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld. Om ervoor te zorgen dat de student plezier heeft van de ervaringen, moeten de leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn, is vaak bewezen. De Natural Approach is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Er kleven eveneens nadelen aan de natuurlijke aanpak. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. De SA staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat van de nieuwe taal. Het draait om het kunnen herkennen en toepassen van vaste woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden in realistische situaties middels dramatiseringen, visualisaties, gezichtsuitdrukkingen en handelingen aan de lerende gepresenteerd. Bij de methodiek worden de taalstructuren die het meest worden gebruikt, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal ingezet voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten de taal op een nauwkeurige manier kunnen leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. De werkwijze is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren de doeltaal in praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en trainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent echt een trainer, die de student leert om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. In het verenigde Europa ontstond een grotere behoefte om een taal te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerenden is het stimulerend, omdat zij vlug succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde rond het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op het vertalen en de grammatica. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocenten dragen kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
De methode heeft echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor studenten. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment door de te leren taal omgeven wordt. De instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Scholen die werken met onderdompeling, richten de omgeving vaak in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de te leren taal reizen en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de leermethode vrij intensief is. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerenden moeten daadwerkelijk in de doeltaal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is, kan een andere keerzijde zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die uit de jaren 70 van de vorige eeuw stamt. Suggestopedia (Nederlands: Suggestopedie) is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (vreemde talen) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de lerende essentieel. Dat studenten zich ontspannen en veilig voelen, is de voorwaarde. Om dit te kunnen bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. Lerenden zaten in de les in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en er was altijd muziek in de klas. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. Studenten werden zo verleid om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethodiek. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want elke lerende is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer als een counselor optreedt die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn. De docent vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt sterk af van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken indien deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de studenten veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren te werken als team. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de docent is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht geschonken aan de woordenschat die in zogenaamde chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. De drastische verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is een minpunt van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. De studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de te leren taal denken.
Populariteit
Gouin’s ideeën over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de vrij ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Deze methode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid van de lerende sterk en zorgt voor een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera, wekt dit soort onderwijs enthousiasme bij de lerenden op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode worden de communicatieve taalvaardigheden van de studenten sterk gestimuleerd.
De leermethode van François Gouin heeft als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter is, wat moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring te vangen is. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een scala aan series moet voorbereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met de klantenservice, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun taalvaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de studenten aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming uit het jaar 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan 10 strenge regels (dogma’s) bij het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van Dogme-taalonderwijs is het starten van inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan, waarin het om communicatie gaat als drijvende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve benadering van het taalonderwijs, die een vreemde taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor docenten is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan heel motiverend werken dat de lerenden voor hun eigen leerproces de verantwoording dragen. Op deze manier is de les nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. In een les volgens de Dogme-methode is zo goed als alles bespreekbaar. Zo blijven de lerenden alert en betrokken.
Daartegenover staat dat lerenden zich ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers voldoende flexibel. Dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor in de taallessen aan de orde komt, kan een bijkomend nadeel zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA hanteert daarom de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode zogenaamde van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. De deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de vreemde taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een keerzijde van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen dan wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak totdat het soepel gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Doordat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een andere grond zodat het leren van de taal veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit is gebleken dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als keerzijde is dat de lerenden het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke inbreng krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd of achtergrond en de methodiek kan eveneens in iets grotere klassen worden gebruikt. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
De keerzijde van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Daardoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is nog een andere leermethode nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar eveneens over natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij de grammatica meer inductief werd aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd gestimuleerd om de lerenden vaak te laten spreken. Dat de lessen in de doeltaal werden gegeven, was ook een nieuw verschijnsel. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van woordenschat van de doeltaal werd gedaan met behulp van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid kunnen krijgen. Keerzijden kent de leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij de Directe Methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook weinig. Deze leermethode biedt onvoldoende uitdaging voor lerenden die verder meer gevorderd zijn. Doordat de Directe Methode van een daadkrachtige inzet door de studenten uitgaat, is de methode eveneens niet zeer bruikbaar voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Deze herhaling helpt de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten spelling aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan als een minpunt worden gezien dat het wat saai wordt om dezelfde woordjes en zinnen te blijven herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als we proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere blokjes met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De leermethodiek maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het leren van de uitspraak van de doeltaal, alhoewel The Silent Way in zijn originele vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de student, die per slot van rekening als autonoom gezien wordt, is de sterke kant van de methodiek van Gattegno. In feite is de trainer aan de lerenden dienstbaar en niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Vaak wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat sommige lerenden wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. De studenten kunnen gefrustreerd raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer. Het werken met kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De docent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten ontspannen zich omdat de verhalen van de trainer vrij gemakkelijk zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden zo vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De studenten worden door de trainer op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal creëren, is een variant. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens hier een verhaal van te maken met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor input. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd ontdekt in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen te leren. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo de uitspraak met die van een moedertaalspreker (native speaker) vergelijken. Door de voorbeeldspreker langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen, kan de uitspraak worden verbeterd.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid te oefenen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij taalfouten van de student kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veel gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast en eveneens door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk in het gebruik en de student kan de methode op ieder moment inzetten. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als plezierig om met de methodiek te werken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een keerzijde van de methode is dat er geen taaldocent beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door studenten daarna worden nagesproken en herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus omvatten een audio-opname van dertig minuten met nieuwe vocabulaire en structuur. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de doeltaal niet apart uit maar biedt deze grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarin informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur cursussen worden onder meer gebruikt door Amerikanen en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt erg goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier spreken in een normaal tempo.
Dat er niets wordt uitgelegd, is een keerzijde van de methode. De studenten leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de gebruikers op de pauzeknop drukken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerkstudenten hoeven niet uit het hoofd te leren. Bij de methode wordt de les in kleine stapjes opgebouwd en lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt gewezen op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat door de student is begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de lerende zelf zinnen kan construeren. Ook gebruikt de methodiek van flashcards zodat studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel mensen zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal en vinden de cursus plezierig werken. De gebruikers die al wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen de uitspraak alsook de luistervaardigheid op een efficiënte manier. Dat de taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een keerzijde. Ook is er geen echte interactie doordat de Michel Thomas-methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De gebruikers werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, samen met toelichting van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door native speakers zijn ingesproken en die de cursist herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de cursisten verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is ruim.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de gebruiker op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de lerende is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de lerende te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en de grammaticale structuren worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om vrijwel foutloos te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar studenten een hoofdtelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in ons land pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. De juiste uitspraak wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van kennis kan bieden. Deze audiolinguale methode is ook geschikt voor grote(re) groepen.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de lerenden verwacht, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De zinnen en woorden van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit gaat vanzelf door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer deze ook relevant en betekenisvol is. De methode kan dus alleen goed werken voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze leermethode. Talen zijn veel meer dan een verzameling losse woorden of zinnen. De methode is bovendien nogal tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van de vreemde taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze manier leert de student onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld. Om ervoor te zorgen dat de student plezier heeft van de ervaringen, moeten de leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn, is vaak bewezen. De Natural Approach is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Er kleven eveneens nadelen aan de natuurlijke aanpak. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. De SA staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat van de nieuwe taal. Het draait om het kunnen herkennen en toepassen van vaste woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden in realistische situaties middels dramatiseringen, visualisaties, gezichtsuitdrukkingen en handelingen aan de lerende gepresenteerd. Bij de methodiek worden de taalstructuren die het meest worden gebruikt, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal ingezet voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten de taal op een nauwkeurige manier kunnen leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. De werkwijze is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren de doeltaal in praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en trainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent echt een trainer, die de student leert om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. In het verenigde Europa ontstond een grotere behoefte om een taal te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerenden is het stimulerend, omdat zij vlug succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde rond het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op het vertalen en de grammatica. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocenten dragen kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
De methode heeft echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor studenten. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment door de te leren taal omgeven wordt. De instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Scholen die werken met onderdompeling, richten de omgeving vaak in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de te leren taal reizen en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de leermethode vrij intensief is. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerenden moeten daadwerkelijk in de doeltaal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is, kan een andere keerzijde zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die uit de jaren 70 van de vorige eeuw stamt. Suggestopedia (Nederlands: Suggestopedie) is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (vreemde talen) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de lerende essentieel. Dat studenten zich ontspannen en veilig voelen, is de voorwaarde. Om dit te kunnen bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. Lerenden zaten in de les in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en er was altijd muziek in de klas. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. Studenten werden zo verleid om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethodiek. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want elke lerende is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer als een counselor optreedt die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn. De docent vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt sterk af van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken indien deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de studenten veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren te werken als team. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de docent is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht geschonken aan de woordenschat die in zogenaamde chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. De drastische verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is een minpunt van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. De studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de te leren taal denken.
Populariteit
Gouin’s ideeën over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de vrij ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Deze methode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid van de lerende sterk en zorgt voor een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera, wekt dit soort onderwijs enthousiasme bij de lerenden op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode worden de communicatieve taalvaardigheden van de studenten sterk gestimuleerd.
De leermethode van François Gouin heeft als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter is, wat moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring te vangen is. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een scala aan series moet voorbereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met de klantenservice, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun taalvaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de studenten aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming uit het jaar 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan 10 strenge regels (dogma’s) bij het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van Dogme-taalonderwijs is het starten van inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan, waarin het om communicatie gaat als drijvende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve benadering van het taalonderwijs, die een vreemde taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor docenten is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan heel motiverend werken dat de lerenden voor hun eigen leerproces de verantwoording dragen. Op deze manier is de les nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. In een les volgens de Dogme-methode is zo goed als alles bespreekbaar. Zo blijven de lerenden alert en betrokken.
Daartegenover staat dat lerenden zich ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers voldoende flexibel. Dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor in de taallessen aan de orde komt, kan een bijkomend nadeel zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA hanteert daarom de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode zogenaamde van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. De deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de vreemde taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een keerzijde van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen dan wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak totdat het soepel gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Doordat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een andere grond zodat het leren van de taal veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit is gebleken dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als keerzijde is dat de lerenden het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke inbreng krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd of achtergrond en de methodiek kan eveneens in iets grotere klassen worden gebruikt. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
De keerzijde van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Daardoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is nog een andere leermethode nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar eveneens over natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij de grammatica meer inductief werd aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd gestimuleerd om de lerenden vaak te laten spreken. Dat de lessen in de doeltaal werden gegeven, was ook een nieuw verschijnsel. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van woordenschat van de doeltaal werd gedaan met behulp van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid kunnen krijgen. Keerzijden kent de leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij de Directe Methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook weinig. Deze leermethode biedt onvoldoende uitdaging voor lerenden die verder meer gevorderd zijn. Doordat de Directe Methode van een daadkrachtige inzet door de studenten uitgaat, is de methode eveneens niet zeer bruikbaar voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Deze herhaling helpt de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten spelling aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan als een minpunt worden gezien dat het wat saai wordt om dezelfde woordjes en zinnen te blijven herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als we proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere blokjes met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De leermethodiek maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het leren van de uitspraak van de doeltaal, alhoewel The Silent Way in zijn originele vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de student, die per slot van rekening als autonoom gezien wordt, is de sterke kant van de methodiek van Gattegno. In feite is de trainer aan de lerenden dienstbaar en niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Vaak wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat sommige lerenden wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. De studenten kunnen gefrustreerd raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer. Het werken met kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De docent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten ontspannen zich omdat de verhalen van de trainer vrij gemakkelijk zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden zo vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De studenten worden door de trainer op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal creëren, is een variant. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens hier een verhaal van te maken met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor input. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale hulpmiddelen om een taal te leren
Er is eveneens een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate alsook online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere methode om talen te leren om vreemde talen te leren:
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name door de focus van Dagnall altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er bestaat echter een betere methode om talen te leren om vreemde talen te leren:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name door de focus van Dagnall altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Den Helder.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Den Helder
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Den Helder op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het biedt gevarieerde en interactieve content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor het hoogst mogelijke leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform biedt Dagnall Taleninstituut eveneens een handige App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat deelnemers altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook op reis in het buitenland. De cursisten kunnen dus een taal leren waar en wanneer het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook beschikbaar nadat de taaltraining in Den Helder is afgerond.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Den Helder
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten kunnen op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging zijn.
Medewerkers die meerdere talen beheersen, zijn in veel bedrijven en organisaties daarom onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele of groepstraining
Alleen het onderstaande is nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, tablet of pc met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Den Helder ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Den Helder ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Den Helder
Het Europees Referentiekader (ERK)
Voor het omschrijven van uw begin- en eindniveau, gaan wij uit van hetERK (Europees Referentiekader). Hierin worden alle taalniveaus objectief, volgens Europese standaard, beschreven. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Aan het einde van de cursus bij ons taleninstituut in Den Helder ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om de verschillende niveaus van taalvaardigheid in te delen.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse term en afkorting wordt ook vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
De verschillende niveaus van taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse term en afkorting wordt ook vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
De verschillende niveaus van taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A is van toepassing op beginners.
De persoon die taalniveau B beheerst, beschikt over alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die Frans met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het taalniveau van de (ver)gevorderde gebruiker. Het beheersen van de taal lijkt op dat van een moedertaalgebruiker (native speaker).
De persoon die taalniveau B beheerst, beschikt over alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die Frans met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het taalniveau van de (ver)gevorderde gebruiker. Het beheersen van de taal lijkt op dat van een moedertaalgebruiker (native speaker).
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche die onder meer eisen bevat voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut bewijst dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Talen is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden wordt geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Den Helder, wordt door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van EU-burgers te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk bewaard worden en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging te worden beschermd. Uiteraard voldoet Dagnall aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en Dagnall verwerkt persoonsgegevens in heel beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Den Helder zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Talen is in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een vereiste voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een vereiste voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Den Helder
Contact taleninstituut Den Helder
Wilt u contact met ons instituut opnemen met ons taleninstituut in Den Helder? Bent u benieuwd naar onze werkwijze? U kunt ons bereiken via 085-2737302 (geen menu) voor meer informatie.
U kunt ons ook een e-mail sturen via taleninstituut-den-helder@dagnall.nl. Of vul ons contactformulier in. U kunt ook ons gratis informatiepakket bestellen.
De juiste weg naar een taleninstituut in Den Helder!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Den Helder
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw eigen locatie volgen of in Alkmaar, bijvoorbeeld in het pand van Easy Offices in Alkmaar Centrum aan de Van der Kaaijstraat 64 in Alkmaar. Ons taleninstituut verzorgt ook taalcursussen in Den Helder in bijvoorbeeld Hotel Den Helder aan de Marsdiepstraat 2 en in Landal Beach Resort Ooghduyne aan de Van Foreestweg 20 in Julianadorp.
U kunt vergaderen in Den Helder bij bijvoorbeeld bij De Kampanje aan de Willemsoord 63.
Den Helder - geschiedenis
Het gebied dat nu Den Helder is was al bewoond gebied in de vroege Middeleeuwen. De oudste vermelding gaat over Huisduinen in de negende eeuw. Aan het einde van de 12de eeuw werden Huisduinen en omgeving, door grote stormvloeden, een eilandengebiedje. Wat noordelijker ontstond rond het jaar 1500 ‘die Helder buyrt’. In het jaar 1570 werden de dorpskernen opnieuw weggeslagen door een
stormvloed en wat meer landinwaarts weer opgebouwd. Rond 1610 ontstond zo het nieuwe Den Helder. Den Helder dankt zijn naam aan het middeleeuwse woord voor duin of aflopend stuk land: helle (elders uitgesproken als hille of hil). Dit werd tot ‘Helder’ verbasterd.
Den Helder - nu
Den Helder is gelegen in de regio Kop van Noord-Holland. Plaatsen in de omgeving van Den Helder zijn Anna Paulowna, Breezand, Callantsoog, Den Oever, Julianadorp en Schagen.
Den Helder ligt in de provincie Noord-Holland. De gemeente Den Helder telt ruim 55.000 inwoners.
Vlag gemeente Den Helder
Wapen gemeente Den Helder
Inwoners
Woon je in Den Helder, dan heet je een ‘Heldenaar‘ of een Nieuwedieper, naar de haven en de geul Nieuwediep.
Ook Jutter, is een bijnaam voor de Heldenaar.
Bekende Heldenaren zijn Rijkman Groenink, Menno de Jong, Ed Nijpels en Anton Pieck.
Ook Jutter, is een bijnaam voor de Heldenaar.
Bekende Heldenaren zijn Rijkman Groenink, Menno de Jong, Ed Nijpels en Anton Pieck.
Iets wat bij Den Helder hoort, wordt ‘Helders’ genoemd, zoals de Helderse Duinen. Den Helder is een plaats en een gemeente.
Den Helder - internationaal & kernen
Partnerstad
De partnerstad van Den Helder is Lüdenscheid in Duitsland.
Kernen
Onder de gemeente Den Helder vallen eveneens Huisduinen, Julianadorp en Julianadorp aan Zee.
Vlag provincie Noord-Holland
Wapen provincie Noord-Holland
Typisch Helders
Den Helder is bekend als thuishaven van de Koninklijke Marine en als afvaartplek naar het eiland Texel.
Behalve als marinestad, fungeert Den Helder ook als belangrijk knooppunt van offshore-werk in de Noordzee.
Binnen Noordwest-Europa is Den Helder Airport één
Behalve als marinestad, fungeert Den Helder ook als belangrijk knooppunt van offshore-werk in de Noordzee.
Binnen Noordwest-Europa is Den Helder Airport één
van de grootste luchthavens voor personenvervoer van en naar offshore platforms.
Minder bekend is dat Den Helder de plaats met de meeste zonuren van Nederland is. Dit heeft te maken met de ligging aan drie zijden aan de kust.
Den Helder - minder bekend
Minder bekend is dat Den Helder de plaats met de meeste zonuren van Nederland is. Dit heeft te maken met de ligging aan drie zijden aan de kust.
Helders dialect en accent
Kenmerkend voor het West-Fries is dat voltooid deelwoorden geen ‘ge-’ als voorvoegsel hebben. De klankkleur wijkt van het Nederlands af: de ‘e’ wordt vaak een a (darde in plaats van ‘derde’) en de ‘aa’ wordt een ee of ei. Aan het begin van een woord zegt men sk- in plaats van sch-. Piepers zijn ‘aardappels’, een bokse is een ‘broek’ en een boet is een ‘schuurtje’.
Een inwoner van Den Helder is een Jutter.
Een inwoner van Den Helder is een Jutter.
Invloeden van overzee zijn hoorbaar aan tjetten (‘schilderen’ in het Maleis) en pendek (‘onderbroek’, eveneens in het Maleis).
Huisduinen is een badplaatsje tegen Den Helder aan, maar Iemand naar Huisduinen brengen betekent in Den Helder ‘iemand begraven’.
Iemand op zeven streken houden is afkomstig van van de marine. Dat betekent “iemand op afstand houden”.
Huisduinen is een badplaatsje tegen Den Helder aan, maar Iemand naar Huisduinen brengen betekent in Den Helder ‘iemand begraven’.
Iemand op zeven streken houden is afkomstig van van de marine. Dat betekent “iemand op afstand houden”.
“Den Helder kust de zee”
Den Helder - zakelijk
De gemeente Den Helder
Het netnummer van Den Helder is 0223.
Het postcodegebied van Den Helder is 1780 - 1788.
Het adres van het gemeentehuis van Den Helder is Doctorandus F.
Bijlweg 20, 1784 MC in Den Helder.
De website van de gemeente Den Helder is Denhelder.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Den Helder is 14 0223.
Zakendoen in Den Helder
Voor Helderse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Den Helder is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Den Helder is KVK-kantoor Alkmaar.
Den Helder - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Den Helder op bedrijventerrein De Dogger, op Heldair Business Port, Kooypunt, in Het Nieuwe Werk (Fort Oostoever), aan Het Nieuwe Diep of op bedrijventerrein De Schooten.
In Den Helder bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Acta Marine, CHC Helicopters
In Den Helder bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Acta Marine, CHC Helicopters
Netherlands, Damen Shipyards, DHSS (Den Helder Support Service), DRM ICT, ENVIEM Oil Nederland, Expro, Frank’s International, Gulf Oil Nederland, KeyKeg, Lightweight Containers, OneCircle, Onstream Group, Vepa Bins, Vroon Offshore en Winder Limmen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Helders nieuws
Het Helderse nieuwsportaal is Den Helder Actueel en Helderse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Den Helder kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Ondernemers in Den Helder kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Heldenaren en ondernemingen in Den Helder kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Den Helders Dagblad, Helders Weekblad en het Noordhollands Dagblad - Den Helder en omstreken.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Den Helder
Cultuur
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Den Helder een bezoek brengen aan Bunkermuseum Den Helder, aan Fort Kijkduin, aan Het Nationaal Reddingmuseum Dorus Rijkers of aan Het Nollenproject.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Helderse voetbalclub FC Den-Helder of HCSC meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Den Helder kunt u terecht bij HTC Den Helder of bij Topspin MBSOV.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de cursus bij ons taleninstituut in Den Helder of met uw internationale (zaken)relatie bij Den Helder een balletje te slaan en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de buurt van Den Helder ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit.
De nabijgelegen golfbaan voor Den Helder is Golfbaan Ooghduyne in Julianadorp. Deze golfbaan is gelegen aan de Ooghduyne 1 in Julianadorp. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0223-64 01 00. De website van de golfbaan is www.golfbaanooghduyne.nl.
Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij Steaks & Burgers, telefoonnummer 0223-64 01 12. Golfbaan Ooghduyne is nog een golfbaan in de omgeving van Den Helder.
De nabijgelegen golfbaan voor Den Helder is Golfbaan Ooghduyne in Julianadorp. Deze golfbaan is gelegen aan de Ooghduyne 1 in Julianadorp. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0223-64 01 00. De website van de golfbaan is www.golfbaanooghduyne.nl.
Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij Steaks & Burgers, telefoonnummer 0223-64 01 12. Golfbaan Ooghduyne is nog een golfbaan in de omgeving van Den Helder.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Den Helder die eveneens op Youtube te zien zijn.
U kunt direct op het Youtube logo in het midden klikken om een filmpje af te spelen.
Onder de filmpjes zijn de locaties van Noord-Holland en Den Helder op Google Maps te zien.
U kunt direct op het Youtube logo in het midden klikken om een filmpje af te spelen.
Onder de filmpjes zijn de locaties van Noord-Holland en Den Helder op Google Maps te zien.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Promovideo Den Helder
Dronebeelden Den Helder
Google Maps Noord-Holland
Google Maps Den Helder
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Den Helder
Helders nieuws
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Den Helder van verschillende nieuwsbronnen.
Dit nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Nieuws uit Den Helder
- Fietser gewond nadat hij achterop personenauto botst in Den Helder - AD
- Jonge fietser gewond bij aanrijding met auto aan Waddenzeestraat in Den Helder - Rodi.nl
- Fietser klapt achterop auto in Den Helder, achterruit versplintert - Noordhollands Dagblad
- Dit jaar geen watertoren in lichtkunstroute in Den Helder, wel Petrus en Pauluskerk en verlichte poëziegracht - Noordhollands Dagblad
- Explosie bij auto op oprit in Den Helder - Regio Noordkop
- Onvoorspelbare zwemtocht van Texel naar Den Helder: "Weet nooit wat gebeurt" - NH Nieuws
- Auto zwaar beschadigd na explosie, Duinhof Den Helder - Hardnieuws
- Explosie veroorzaakt forse schade aan auto in Den Helder: politie op zoek naar getuigen - AD
- Blijdschap op De Kooy door extra NH90’s. ‘Er spelen meerdere conflicten om ons heen’ - Noordhollands Dagblad
Nieuws uit de provincie Noord-Holland
- ‘Voor je het weet zit half Noord-Holland zonder stroom’ - BNR Nieuws
- Ook Noord-Holland staat bol van activiteiten tijdens Open Monumentendag - Rodi.nl
- KNMI geeft waarschuwing af in Noord-Holland en Utrecht: onweer, mogelijk hagel - Telegraaf.nl
- Creatief programma door GGZ Noord-Holland-Noord - De Castricummer
- Bijna helft inwoners Noord-Holland Noord is te zwaar - NH Nieuws
- Eerste Zonnebloem Doolhof in de Kop van Noord-Holland geopend - Rodi.nl
- Volgende fase 380 kV Netuitbreiding Noord-Holland Noord van start - OnsWestfriesland.nl
- CDA Noord-Holland wil opheldering over voortgang Provinciaal Programma Landelijk Gebied - Agraaf
- Heiloo op elfde plaats in Noord-Holland als beste fietsgemeente; Alkmaar dertiende - BEATFM
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Taleninsituut verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Den Helder
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Den Helder en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Den Helder
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten