Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Organisaties en bedrijven die investeren in de taalopleiding van hun werknemers, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Capelle aan den IJssel.
Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken een eigen taalgebruik en hanteren eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Capelle aan den IJssel in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taalcursussen op maat in Capelle aan den IJssel aan als individuele (1-op-1) les, als groepscursus met collega’s, als (intensieve) workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Iedereen kan bij Dagnall Talen vreemde talen leren op de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast de klassieke taalcursussen zijn organisaties met name in werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de opdrachtgever afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaldocenten met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Capelle aan den IJssel. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel het door u beoogde resultaat.
Het is onze filosofie om talen te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursist prettiger en gemakkelijker maken.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen de cursist in grote stappen naar het beoogde taalniveau met 15 minuten dagelijks oefenen.
Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Capelle aan den IJssel.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taaltraining is niet alleen aangepast aan de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Den Helder) die het beste bij hem of haar past.
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen inzetten. Dat werkt erg prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen realiseren wij door een mix van deze beproefde leermethode met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie of het bedrijf.
De taaltrainers van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en de taaltrainers spelen voortdurend in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een bijzonder fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall in Capelle aan den IJssel. Deze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkmethode is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart aan ons kunt overlaten.
Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt Dagnall Taleninstituut gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te borgen.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Capelle aan den IJssel worden gegeven.
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Capelle aan den IJssel en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
De individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De leergroepen houden we zo klein mogelijk de deelnemers maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen doordat in korte tijd veel informatie opgenomen wordt.
Doordat de taalcursus intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden.
Flexibiliteit is nog een belangrijk pluspunt van een individuele cursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is ook cursus ideaal af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Met name de interactie met de andere cursisten is het belangrijkste voordeel van groepscursussen; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van de fouten van anderen kunnen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen lerenden fijner vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) voor de lerenden dan individuele taalcursussen.
Discussies en rollenspellen kunnen bij een individuele taalcursus alleen worden gevoerd en gedaan met de trainer.
Omdat er geen interactie is met andere deelnemers, kan de geleerde kennis niet in een groep geoefend worden.
Doordat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om te leren van elkaars fouten.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen de cursisten iets sneller zijn afgeleid. Het rendement ligt daardoor wat lager. Dit kan gedeeltelijk ondervangen worden door de groep wat kleiner te houden (minigroep).
Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van cursisten worden afgestemd.
Een bijkomstig minpunt van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taalles geheel plaatsvond in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en de grammaticale structuren worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten leren spreken en verstaan; dit begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaldocent kan zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al snel bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet om het memoriseren van de regels van de grammatica gaat, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. De methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige manier dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Het is niet het idee om deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, woorden die nog problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten terechtkomen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. (Taal)kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. De GoldList-methode kan goed functioneren voor woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. De GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat er steeds handgeschreven lijsten moeten worden gemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal aan te leren. Op deze wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student in de te leren taal wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. De leeractiviteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen deze twee leermethoden is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode is. Doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. De studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student met de fonologische en grammaticale structuren van de taal vertrouwd te maken. Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties van woorden worden in betekenisvolle situaties door middel van dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking aan de student gepresenteerd. De structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden eerst aan de taallerende geleerd. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een belangrijke plaats. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak gebruikt op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat studenten de nieuwe taal op een nauwkeurige manier leren. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. Deze manier van werken is behoorlijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De inbreng van de studenten zelf is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is wanneer men vreemde talen leert.
De met leren middels CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de docent en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de taaldocent echt een trainer, die de student helpt in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs heel populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. In het verenigde Europa ontstond meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Omdat authentieke materialen worden gebruikt, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is efficiënt. Voor de lerenden is deze methode stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Foutjes maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaldocent en van de lerenden vereist het een actieve deelname. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor een aantal lerenden lastig of afwijkend, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. De methode CLT traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Rond 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainer draagt de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur, door de nadruk die op de grammatica gelegd wordt.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het leren in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin is omgeven door de nieuwe taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de te leren taal gaan en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, doordat de methode zo intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel in de vreemde taal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis dat er tussen de docent en de lerenden een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerenden zich ontspannen en veilig voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd ook altijd muziek in de klas gedraaid. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gedraaid. Bij de teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Op deze manier werden studenten uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw voor ze waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel tijd tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende geen last heeft van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethode. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in plaats van ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als zij de taal nog niet genoeg machtig zijn. De docent vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek wordt niet gevolgd.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren wanneer deze op de juiste wijze wordt toegepast. Voor grote klassen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden lerenden zich zo veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en minder sterke punten en leren als team samen te werken. Studenten leren veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taallessen. Vaak blijven deze verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de student.
Het kan een nadeel zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de lerenden om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia de lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de vergaande verandering in de wijze waarop talen worden onderwezen, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft moeite om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Studenten gaan snel in de doeltaal denken omdat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat de methode een vrij afwijkende aanpak had, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Deze methode van Gouin werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Doordat de seriemethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs enthousiasme op van de lerenden. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De leermethode maakt lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve competenties van de studenten sterk.
Het nadeel van de leermethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, moeilijk in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is kennis van de vreemde taal vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, een drankje bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot hierop terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de opdrachten uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is zeer populair geworden vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de lerenden (met name de lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun vaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerende aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door de studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als minpunt kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan 10 strenge regels (dogma’s) bij het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme Language Teaching zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als aanjager van een vreemde taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van lesboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen trainer en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Dat de lerenden verantwoordelijk zijn voor hun eigen leerproces, kan erg motiverend werken. Op deze manier is de les niet voorspelbaar. Het zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Vrijwel elk item kan tijdens Dogme-lessen worden besproken. Dit zorgt ervoor dat studenten betrokken en alert blijven.
Daartegenover staat dat lerenden zich wat minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de trainer. Ook zijn niet alle taaldocenten voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Een ander nadeel kan vormen dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof hiervoor aan bod komt tijdens de les.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. De woordenschat alsook de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving geboden. De zes fasen van de leermethode bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige methode: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Luisteren en herhalen wordt geoefend tot dit heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Diverse leerboeken zijn geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname versterken van de te leren taal in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het leren van de taal aanzienlijk effectiever gaat, is een bijkomende reden.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek van Shadowing heeft als keerzijde is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het principe dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de lerenden snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® inzetbaar voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de methodiek eveneens in wat grotere klassen gebruikt worden. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken zijn uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een bepaald niveau werkt en daarboven een andere methodiek (aanvullend) nodig is. Ook is de leermethode niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens betrof die Reformbeweging niet alleen het leren van talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men omstreeks 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd om de studenten veel te laten praten. Nieuw was eveneens dat de taalles in de doeltaal gegeven werd. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat werd aangeleerd met behulp van plaatjes en voorbeelden. De studenten brachten zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloeden van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het voordeel. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal. Keerzijden heeft deze methode echter ook. Er is bij deze methode veel minder aandacht voor de schrijfvaardigheid en ook minder aandacht voor lezen in de vreemde taal. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is ook niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een trainer, die één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de lerenden deze woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Dat het wat saai wordt om dezelfde woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan als een minpunt worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Gattegno.
De taaltrainers gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Caleb Gattegno had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno betoogde dat de trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei verschillende dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de vreemde taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak, hoewel de Stille Manier in zijn originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methodiek voor de student niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom wordt gezien, is de sterke kant van de benadering van Gattegno. De taaltrainer is in principe dienstbaar aan de lerende en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke wijze. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. Foutjes maken mag, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een minpunt zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de trainer. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect van de leermethode verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn vrij eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Zo worden woorden en structuren vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De taaldocent wijst de student op grammaticale fenomenen van de doeltaal, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Bij deze methode schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om vervolgens hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de taaldocent dient ervoor getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor studenten werkt de methode zeer motiverend om zelf verhalen te maken.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd ontdekt in Egypte met tweetalige teksten, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen te leren. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig verschillende talen en ze kunnen ook vanuit elk van deze talen worden gevolgd.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om de uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker) te vergelijken. Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan met de mogelijkheid om de taalfouten van de student te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg eenvoudig in het gebruik en de methode kan door de studenten gebruikt worden op elk moment. De student bepaalt zelf welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden vinden het plezierig om de methodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan trainers kan de methode voor scholen een oplossing zijn. Een nadeel kan zijn dat er geen taaldocent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
Een cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door studenten worden nagesproken en herhaald. Deze zinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling. De lessen bieden een audio-opname van 30 minuten die nieuwe woordenschat en structuur bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de doeltaal niet apart uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Pimsleur deed onderzoeken naar het optimale interval waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo praten, werkt de methode van Pimsleur erg goed om de uitspraak te verbeteren.
Dat er niets uitgelegd wordt, is het minpunt van de methode van Pimsleur. De student leert geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de gebruikers op de pauzeknop drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in de Engelse taal. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen het Engels en de doeltaal, als die verbanden er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat door de student is begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnetjes bouwen. De methodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de vreemde taal en vinden de methode van Michel Thomas plezierig werken. Mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen de luistervaardigheid en de uitspraak op een efficiënte manier. Dat deze taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een keerzijde. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat het een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in het jaar 1929. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’. Dit was wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter besteden de gebruikers ruwweg twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling wordt ernaast weergegeven, samen met de grammaticale toelichting. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de cursist verwacht; dit komt pas na ongeveer vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerenden in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de student is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen trainer om de lerende te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taalles geheel plaatsvond in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en de grammaticale structuren worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten leren spreken en verstaan; dit begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaldocent kan zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al snel bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet om het memoriseren van de regels van de grammatica gaat, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. De methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige manier dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Het is niet het idee om deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, woorden die nog problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten terechtkomen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. (Taal)kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. De GoldList-methode kan goed functioneren voor woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. De GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat er steeds handgeschreven lijsten moeten worden gemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal aan te leren. Op deze wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student in de te leren taal wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. De leeractiviteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen deze twee leermethoden is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode is. Doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. De studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student met de fonologische en grammaticale structuren van de taal vertrouwd te maken. Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties van woorden worden in betekenisvolle situaties door middel van dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking aan de student gepresenteerd. De structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden eerst aan de taallerende geleerd. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een belangrijke plaats. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak gebruikt op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat studenten de nieuwe taal op een nauwkeurige manier leren. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. Deze manier van werken is behoorlijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De inbreng van de studenten zelf is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is wanneer men vreemde talen leert.
De met leren middels CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de docent en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de taaldocent echt een trainer, die de student helpt in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs heel populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. In het verenigde Europa ontstond meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Omdat authentieke materialen worden gebruikt, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is efficiënt. Voor de lerenden is deze methode stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Foutjes maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaldocent en van de lerenden vereist het een actieve deelname. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor een aantal lerenden lastig of afwijkend, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. De methode CLT traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Rond 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainer draagt de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur, door de nadruk die op de grammatica gelegd wordt.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het leren in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin is omgeven door de nieuwe taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de te leren taal gaan en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, doordat de methode zo intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel in de vreemde taal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis dat er tussen de docent en de lerenden een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerenden zich ontspannen en veilig voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd ook altijd muziek in de klas gedraaid. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gedraaid. Bij de teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Op deze manier werden studenten uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw voor ze waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel tijd tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende geen last heeft van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethode. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in plaats van ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als zij de taal nog niet genoeg machtig zijn. De docent vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek wordt niet gevolgd.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren wanneer deze op de juiste wijze wordt toegepast. Voor grote klassen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden lerenden zich zo veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en minder sterke punten en leren als team samen te werken. Studenten leren veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taallessen. Vaak blijven deze verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de student.
Het kan een nadeel zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de lerenden om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia de lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de vergaande verandering in de wijze waarop talen worden onderwezen, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft moeite om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Studenten gaan snel in de doeltaal denken omdat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat de methode een vrij afwijkende aanpak had, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Deze methode van Gouin werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Doordat de seriemethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs enthousiasme op van de lerenden. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De leermethode maakt lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve competenties van de studenten sterk.
Het nadeel van de leermethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, moeilijk in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is kennis van de vreemde taal vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, een drankje bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot hierop terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de opdrachten uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is zeer populair geworden vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de lerenden (met name de lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun vaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerende aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door de studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als minpunt kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan 10 strenge regels (dogma’s) bij het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme Language Teaching zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als aanjager van een vreemde taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van lesboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen trainer en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Dat de lerenden verantwoordelijk zijn voor hun eigen leerproces, kan erg motiverend werken. Op deze manier is de les niet voorspelbaar. Het zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Vrijwel elk item kan tijdens Dogme-lessen worden besproken. Dit zorgt ervoor dat studenten betrokken en alert blijven.
Daartegenover staat dat lerenden zich wat minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de trainer. Ook zijn niet alle taaldocenten voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Een ander nadeel kan vormen dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof hiervoor aan bod komt tijdens de les.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. De woordenschat alsook de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving geboden. De zes fasen van de leermethode bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige methode: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Luisteren en herhalen wordt geoefend tot dit heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Diverse leerboeken zijn geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname versterken van de te leren taal in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het leren van de taal aanzienlijk effectiever gaat, is een bijkomende reden.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek van Shadowing heeft als keerzijde is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het principe dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de lerenden snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® inzetbaar voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de methodiek eveneens in wat grotere klassen gebruikt worden. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken zijn uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een bepaald niveau werkt en daarboven een andere methodiek (aanvullend) nodig is. Ook is de leermethode niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens betrof die Reformbeweging niet alleen het leren van talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men omstreeks 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd om de studenten veel te laten praten. Nieuw was eveneens dat de taalles in de doeltaal gegeven werd. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat werd aangeleerd met behulp van plaatjes en voorbeelden. De studenten brachten zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloeden van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het voordeel. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal. Keerzijden heeft deze methode echter ook. Er is bij deze methode veel minder aandacht voor de schrijfvaardigheid en ook minder aandacht voor lezen in de vreemde taal. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is ook niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een trainer, die één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de lerenden deze woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Dat het wat saai wordt om dezelfde woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan als een minpunt worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Gattegno.
De taaltrainers gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Caleb Gattegno had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno betoogde dat de trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei verschillende dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de vreemde taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak, hoewel de Stille Manier in zijn originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methodiek voor de student niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom wordt gezien, is de sterke kant van de benadering van Gattegno. De taaltrainer is in principe dienstbaar aan de lerende en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke wijze. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. Foutjes maken mag, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een minpunt zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de trainer. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect van de leermethode verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn vrij eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Zo worden woorden en structuren vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De taaldocent wijst de student op grammaticale fenomenen van de doeltaal, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Bij deze methode schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om vervolgens hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de taaldocent dient ervoor getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor studenten werkt de methode zeer motiverend om zelf verhalen te maken.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Capelle aan den IJssel.
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de deelnemers met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Capelle aan den IJssel op maat.
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Het platform Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Taleninstituut ook over een handige App voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een deelnemer altijd en overal, dus 24/7, toegang heeft op alle (mobiele) apparaten. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Deelnemers kunnen dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw bedrijf of organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, technische termen, specifieke productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de Dagnall App blijft ook na afronding van de taaltraining in Capelle aan den IJssel beschikbaar.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall Taleninstituut voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Medewerkers die meerdere talen beheersen, zijn derhalve vaak onmisbaar in veel bedrijven.
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen beschikbaar. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Een pc/iMac, laptop of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 norm is speciaal voor vertaaldiensten die onder meer eisen bevat voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee keer door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa getoetst om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden geleverd worden, bijvoorbeeld bij ons taleninstituut in Capelle aan den IJssel, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Capelle aan den IJssel is lid van een internationaal samenwerkingsverband van groeikernen; het European New Town Platform.
In Capelle aan den IJssel bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Weinig mensen weten dat de Deltawerken in Capelle aan den IJssel zijn begonnen. Door de getijdewerking en de lage ligging was de stad in gevaar tijdens de watersnoodramp van 1953. In 1954 werd met de bouw begonnen van de Stormvloedkering Hollandse IJssel; de eerste van de Deltawerken.
Het netnummer van Capelle aan den IJssel is 010.
Het postcodegebied van Capelle aan den IJssel is 2900 - 2909.
Het adres van het gemeentehuis van Capelle aan den IJssel is Rivierweg 111, 2903 AR in Capelle aan den IJssel.
De website van de gemeente Capelle aan den IJssel is Capelleaandenijssel.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Capelle aan den IJssel is 14 010.
Voor Capelse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Rotterdam aan de Blaak 40, 3011 TA in Rotterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Capelle aan den IJssel is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Capelle aan den IJssel is KVK-kantoor Rotterdam.
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Capelle aan den IJssel een bezoek brengen aan het Historisch Museum Capelle of aan het Streekmuseum Krimpenerwaard in Krimpen aan den IJssel.
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Capelse voetbalclub VV Capelle, CVV Zwervers of SVS meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Capelle aan den IJssel kunt u terecht bij Tennisclub TV Capelleof bij TOC.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus bij ons taleninstituut in Capelle aan den IJssel of na een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd om even te ontspannen?
Om een balletje te slaan of gewoon gezellig iets te eten of te drinken, kunt u bij Golfclub Capelle in Capelle aan den IJssel terecht. De adresgegevens van deze golfbaan zijn ’s-Gravenweg 311, 2905 LB in Capelle aan den IJssel. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 010-442 23 37. De website van Golfclub Capelle is www.golfclubcapelle.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij restaurant Mulligan, telefoonnummer 010-442 21 09.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taaltrainingen in Capelle aan den IJssel van topniveau
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Organisaties en bedrijven die investeren in de taalopleiding van hun werknemers, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Capelle aan den IJssel.
Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken een eigen taalgebruik en hanteren eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Capelle aan den IJssel in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden onze taalcursussen op maat in Capelle aan den IJssel aan als individuele (1-op-1) les, als groepscursus met collega’s, als (intensieve) workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Iedereen kan bij Dagnall Talen vreemde talen leren op de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast de klassieke taalcursussen zijn organisaties met name in werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de opdrachtgever afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaldocenten met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Capelle aan den IJssel. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel het door u beoogde resultaat.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Het is onze filosofie om talen te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursist prettiger en gemakkelijker maken.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen de cursist in grote stappen naar het beoogde taalniveau met 15 minuten dagelijks oefenen.
Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Capelle aan den IJssel.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Taleninstituut stelt de leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de cursist(en) aan met hun contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau bepaald wordt, ontvangt u een cursusvoorstel op maat met de offerte.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning op uw agenda en situatie af.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning op uw agenda en situatie af.
Na enkele lessen evalueert de taaldocent de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kunnen de doelstellingen worden bijgesteld.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar taleninstituut in Capelle aan den IJssel sinds 1982
Ons taleninstituut verzorgt sinds 1982 maatwerk taaltraining voor het bedrijfsleven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Capelle aan den IJssel en omgeving. Alle kundige trainers zijn specialisten op gebied van taal en hebben veel trainingen voor bedrijven en (overheids)organisaties in Zuid-Holland verzorgd.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, bieden wij u betaalbare en effectieve taalcursussen in Capelle aan den IJssel. Maximaal rendement door maatwerk; daar staat Dagnall Taleninstituut voor!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Capelle aan den IJssel
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Taalcursussen toegespitst op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn bij veel ondernemingen intussen een begrip.
Medewerkers zonder of met weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen beter en/of sneller kunnen communiceren.
Medewerkers zonder of met weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen beter en/of sneller kunnen communiceren.
De werkinstructies op de werkplek willen zij goed kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. Deze medewerkers willen bij voorkeur zelfverzekerder hun werk kunnen uitvoeren en natuurlijk graag hun ambities op het werkterrein realiseren. Hiervoor is een investering in werknemers en in de (innovatieve) ontwikkeling van de organisatie nodig.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Capelle aan den IJssel
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining is niet alleen aangepast aan de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Den Helder) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen inzetten. Dat werkt erg prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen realiseren wij door een mix van deze beproefde leermethode met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie of het bedrijf.
De taaltrainers van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en de taaltrainers spelen voortdurend in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een bijzonder fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall in Capelle aan den IJssel. Deze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkmethode is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Een taal effectief leren in Capelle aan den IJssel bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart aan ons kunt overlaten.
Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt Dagnall Taleninstituut gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te borgen.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Capelle aan den IJssel worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Capelle aan den IJssel
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Capelle aan den IJssel en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
De individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De leergroepen houden we zo klein mogelijk de deelnemers maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen doordat in korte tijd veel informatie opgenomen wordt.
Doordat de taalcursus intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden.
Flexibiliteit is nog een belangrijk pluspunt van een individuele cursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is ook cursus ideaal af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere cursisten is het belangrijkste voordeel van groepscursussen; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van de fouten van anderen kunnen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen lerenden fijner vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) voor de lerenden dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij een individuele taalcursus alleen worden gevoerd en gedaan met de trainer.
Omdat er geen interactie is met andere deelnemers, kan de geleerde kennis niet in een groep geoefend worden.
Doordat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om te leren van elkaars fouten.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen de cursisten iets sneller zijn afgeleid. Het rendement ligt daardoor wat lager. Dit kan gedeeltelijk ondervangen worden door de groep wat kleiner te houden (minigroep).
Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van cursisten worden afgestemd.
Een bijkomstig minpunt van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut geeft cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom verzorgt Dagnall Talen de taalcursussen eveneens online en incompany.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld kiezen voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom verzorgt Dagnall Talen de taalcursussen eveneens online en incompany.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld kiezen voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Een combinatie van deze trainingen is uiteraard ook mogelijk.
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Bij taalvaardigheid wordt onderscheid gemaakt tussen zowel kennen (onderscheiden, herkennen) als kunnen (in staat zijn toe te passen). Door het accent te verleggen op kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de taaltraining in Capelle aan den IJssel de opgedane kennis sneller functioneel toepassen.
Al gauw kunt u communiceren in de nieuwe taal. Wat een verrijking! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taalles geheel plaatsvond in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en de grammaticale structuren worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten leren spreken en verstaan; dit begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaldocent kan zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al snel bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet om het memoriseren van de regels van de grammatica gaat, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. De methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige manier dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Het is niet het idee om deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, woorden die nog problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten terechtkomen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. (Taal)kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. De GoldList-methode kan goed functioneren voor woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. De GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat er steeds handgeschreven lijsten moeten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal aan te leren. Op deze wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student in de te leren taal wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. De leeractiviteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen deze twee leermethoden is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode is. Doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. De studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student met de fonologische en grammaticale structuren van de taal vertrouwd te maken. Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties van woorden worden in betekenisvolle situaties door middel van dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking aan de student gepresenteerd. De structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden eerst aan de taallerende geleerd. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een belangrijke plaats. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak gebruikt op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat studenten de nieuwe taal op een nauwkeurige manier leren. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. Deze manier van werken is behoorlijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De inbreng van de studenten zelf is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is wanneer men vreemde talen leert.
De met leren middels CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de docent en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de taaldocent echt een trainer, die de student helpt in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs heel populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. In het verenigde Europa ontstond meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Omdat authentieke materialen worden gebruikt, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is efficiënt. Voor de lerenden is deze methode stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Foutjes maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaldocent en van de lerenden vereist het een actieve deelname. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor een aantal lerenden lastig of afwijkend, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. De methode CLT traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Rond 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainer draagt de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur, door de nadruk die op de grammatica gelegd wordt.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het leren in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin is omgeven door de nieuwe taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de te leren taal gaan en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, doordat de methode zo intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel in de vreemde taal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis dat er tussen de docent en de lerenden een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerenden zich ontspannen en veilig voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd ook altijd muziek in de klas gedraaid. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gedraaid. Bij de teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Op deze manier werden studenten uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw voor ze waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel tijd tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende geen last heeft van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethode. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in plaats van ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als zij de taal nog niet genoeg machtig zijn. De docent vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek wordt niet gevolgd.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren wanneer deze op de juiste wijze wordt toegepast. Voor grote klassen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden lerenden zich zo veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en minder sterke punten en leren als team samen te werken. Studenten leren veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taallessen. Vaak blijven deze verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de student.
Het kan een nadeel zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de lerenden om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia de lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de vergaande verandering in de wijze waarop talen worden onderwezen, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft moeite om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Studenten gaan snel in de doeltaal denken omdat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat de methode een vrij afwijkende aanpak had, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Deze methode van Gouin werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Doordat de seriemethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs enthousiasme op van de lerenden. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De leermethode maakt lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve competenties van de studenten sterk.
Het nadeel van de leermethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, moeilijk in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is kennis van de vreemde taal vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, een drankje bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot hierop terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de opdrachten uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is zeer populair geworden vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de lerenden (met name de lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun vaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerende aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door de studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als minpunt kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan 10 strenge regels (dogma’s) bij het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme Language Teaching zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als aanjager van een vreemde taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van lesboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen trainer en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Dat de lerenden verantwoordelijk zijn voor hun eigen leerproces, kan erg motiverend werken. Op deze manier is de les niet voorspelbaar. Het zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Vrijwel elk item kan tijdens Dogme-lessen worden besproken. Dit zorgt ervoor dat studenten betrokken en alert blijven.
Daartegenover staat dat lerenden zich wat minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de trainer. Ook zijn niet alle taaldocenten voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Een ander nadeel kan vormen dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof hiervoor aan bod komt tijdens de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. De woordenschat alsook de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving geboden. De zes fasen van de leermethode bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige methode: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Luisteren en herhalen wordt geoefend tot dit heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Diverse leerboeken zijn geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname versterken van de te leren taal in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het leren van de taal aanzienlijk effectiever gaat, is een bijkomende reden.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek van Shadowing heeft als keerzijde is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het principe dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de lerenden snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® inzetbaar voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de methodiek eveneens in wat grotere klassen gebruikt worden. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken zijn uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een bepaald niveau werkt en daarboven een andere methodiek (aanvullend) nodig is. Ook is de leermethode niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens betrof die Reformbeweging niet alleen het leren van talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men omstreeks 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd om de studenten veel te laten praten. Nieuw was eveneens dat de taalles in de doeltaal gegeven werd. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat werd aangeleerd met behulp van plaatjes en voorbeelden. De studenten brachten zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloeden van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het voordeel. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal. Keerzijden heeft deze methode echter ook. Er is bij deze methode veel minder aandacht voor de schrijfvaardigheid en ook minder aandacht voor lezen in de vreemde taal. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is ook niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een trainer, die één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de lerenden deze woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Dat het wat saai wordt om dezelfde woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Gattegno.
De taaltrainers gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Caleb Gattegno had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno betoogde dat de trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei verschillende dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de vreemde taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak, hoewel de Stille Manier in zijn originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methodiek voor de student niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom wordt gezien, is de sterke kant van de benadering van Gattegno. De taaltrainer is in principe dienstbaar aan de lerende en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke wijze. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. Foutjes maken mag, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een minpunt zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de trainer. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect van de leermethode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn vrij eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Zo worden woorden en structuren vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De taaldocent wijst de student op grammaticale fenomenen van de doeltaal, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Bij deze methode schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om vervolgens hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de taaldocent dient ervoor getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor studenten werkt de methode zeer motiverend om zelf verhalen te maken.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd ontdekt in Egypte met tweetalige teksten, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen te leren. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig verschillende talen en ze kunnen ook vanuit elk van deze talen worden gevolgd.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om de uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker) te vergelijken. Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan met de mogelijkheid om de taalfouten van de student te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg eenvoudig in het gebruik en de methode kan door de studenten gebruikt worden op elk moment. De student bepaalt zelf welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden vinden het plezierig om de methodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan trainers kan de methode voor scholen een oplossing zijn. Een nadeel kan zijn dat er geen taaldocent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
Een cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door studenten worden nagesproken en herhaald. Deze zinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling. De lessen bieden een audio-opname van 30 minuten die nieuwe woordenschat en structuur bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de doeltaal niet apart uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Pimsleur deed onderzoeken naar het optimale interval waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo praten, werkt de methode van Pimsleur erg goed om de uitspraak te verbeteren.
Dat er niets uitgelegd wordt, is het minpunt van de methode van Pimsleur. De student leert geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de gebruikers op de pauzeknop drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in de Engelse taal. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen het Engels en de doeltaal, als die verbanden er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat door de student is begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnetjes bouwen. De methodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de vreemde taal en vinden de methode van Michel Thomas plezierig werken. Mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen de luistervaardigheid en de uitspraak op een efficiënte manier. Dat deze taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een keerzijde. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in het jaar 1929. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’. Dit was wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter besteden de gebruikers ruwweg twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling wordt ernaast weergegeven, samen met de grammaticale toelichting. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de cursist verwacht; dit komt pas na ongeveer vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerenden in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de student is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen trainer om de lerende te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taalles geheel plaatsvond in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en de grammaticale structuren worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten leren spreken en verstaan; dit begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaldocent kan zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al snel bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet om het memoriseren van de regels van de grammatica gaat, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. De methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige manier dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Het is niet het idee om deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, woorden die nog problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten terechtkomen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. (Taal)kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. De GoldList-methode kan goed functioneren voor woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. De GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat er steeds handgeschreven lijsten moeten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal aan te leren. Op deze wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student in de te leren taal wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. De leeractiviteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen deze twee leermethoden is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode is. Doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. De studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student met de fonologische en grammaticale structuren van de taal vertrouwd te maken. Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties van woorden worden in betekenisvolle situaties door middel van dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking aan de student gepresenteerd. De structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden eerst aan de taallerende geleerd. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een belangrijke plaats. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak gebruikt op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat studenten de nieuwe taal op een nauwkeurige manier leren. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. Deze manier van werken is behoorlijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De inbreng van de studenten zelf is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is wanneer men vreemde talen leert.
De met leren middels CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de docent en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de taaldocent echt een trainer, die de student helpt in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs heel populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. In het verenigde Europa ontstond meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Omdat authentieke materialen worden gebruikt, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is efficiënt. Voor de lerenden is deze methode stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Foutjes maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaldocent en van de lerenden vereist het een actieve deelname. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor een aantal lerenden lastig of afwijkend, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. De methode CLT traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Rond 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainer draagt de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur, door de nadruk die op de grammatica gelegd wordt.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het leren in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin is omgeven door de nieuwe taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de te leren taal gaan en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, doordat de methode zo intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel in de vreemde taal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis dat er tussen de docent en de lerenden een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerenden zich ontspannen en veilig voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd ook altijd muziek in de klas gedraaid. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gedraaid. Bij de teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Op deze manier werden studenten uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw voor ze waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel tijd tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende geen last heeft van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethode. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in plaats van ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als zij de taal nog niet genoeg machtig zijn. De docent vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek wordt niet gevolgd.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren wanneer deze op de juiste wijze wordt toegepast. Voor grote klassen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden lerenden zich zo veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en minder sterke punten en leren als team samen te werken. Studenten leren veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taallessen. Vaak blijven deze verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de student.
Het kan een nadeel zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de lerenden om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia de lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de vergaande verandering in de wijze waarop talen worden onderwezen, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft moeite om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Studenten gaan snel in de doeltaal denken omdat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat de methode een vrij afwijkende aanpak had, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Deze methode van Gouin werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Doordat de seriemethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs enthousiasme op van de lerenden. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De leermethode maakt lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve competenties van de studenten sterk.
Het nadeel van de leermethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, moeilijk in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is kennis van de vreemde taal vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, een drankje bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot hierop terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de opdrachten uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is zeer populair geworden vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de lerenden (met name de lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun vaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerende aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door de studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als minpunt kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan 10 strenge regels (dogma’s) bij het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme Language Teaching zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als aanjager van een vreemde taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van lesboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen trainer en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Dat de lerenden verantwoordelijk zijn voor hun eigen leerproces, kan erg motiverend werken. Op deze manier is de les niet voorspelbaar. Het zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Vrijwel elk item kan tijdens Dogme-lessen worden besproken. Dit zorgt ervoor dat studenten betrokken en alert blijven.
Daartegenover staat dat lerenden zich wat minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de trainer. Ook zijn niet alle taaldocenten voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Een ander nadeel kan vormen dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof hiervoor aan bod komt tijdens de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. De woordenschat alsook de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving geboden. De zes fasen van de leermethode bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige methode: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Luisteren en herhalen wordt geoefend tot dit heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Diverse leerboeken zijn geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname versterken van de te leren taal in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het leren van de taal aanzienlijk effectiever gaat, is een bijkomende reden.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek van Shadowing heeft als keerzijde is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het principe dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de lerenden snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® inzetbaar voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de methodiek eveneens in wat grotere klassen gebruikt worden. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken zijn uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een bepaald niveau werkt en daarboven een andere methodiek (aanvullend) nodig is. Ook is de leermethode niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens betrof die Reformbeweging niet alleen het leren van talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men omstreeks 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd om de studenten veel te laten praten. Nieuw was eveneens dat de taalles in de doeltaal gegeven werd. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat werd aangeleerd met behulp van plaatjes en voorbeelden. De studenten brachten zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloeden van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het voordeel. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal. Keerzijden heeft deze methode echter ook. Er is bij deze methode veel minder aandacht voor de schrijfvaardigheid en ook minder aandacht voor lezen in de vreemde taal. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is ook niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een trainer, die één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de lerenden deze woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Dat het wat saai wordt om dezelfde woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Gattegno.
De taaltrainers gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Caleb Gattegno had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno betoogde dat de trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei verschillende dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de vreemde taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak, hoewel de Stille Manier in zijn originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methodiek voor de student niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom wordt gezien, is de sterke kant van de benadering van Gattegno. De taaltrainer is in principe dienstbaar aan de lerende en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke wijze. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. Foutjes maken mag, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een minpunt zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de trainer. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect van de leermethode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn vrij eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Zo worden woorden en structuren vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De taaldocent wijst de student op grammaticale fenomenen van de doeltaal, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Bij deze methode schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om vervolgens hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de taaldocent dient ervoor getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor studenten werkt de methode zeer motiverend om zelf verhalen te maken.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale tools
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere manier om talen te leren:
Het alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of wellicht kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere manier om talen te leren:
De Dagnall Talen Methode.
Het alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of wellicht kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Capelle aan den IJssel.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Capelle aan den IJssel
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de deelnemers met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Capelle aan den IJssel op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Het platform Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Taleninstituut ook over een handige App voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een deelnemer altijd en overal, dus 24/7, toegang heeft op alle (mobiele) apparaten. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Deelnemers kunnen dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw bedrijf of organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, technische termen, specifieke productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de Dagnall App blijft ook na afronding van de taaltraining in Capelle aan den IJssel beschikbaar.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall Taleninstituut voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Capelle aan den IJssel
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Medewerkers die meerdere talen beheersen, zijn derhalve vaak onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen beschikbaar. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor individuele of groepstrainingen
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Een pc/iMac, laptop of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Capelle aan den IJssel ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Capelle aan den IJssel ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Capelle aan den IJssel
Het Europees Referentiekader (ERK)
Bij het beschrijven van het begin- en eindniveau van de cursist, baseren wij ons op de taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK). De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Aan het einde van de cursus bij ons taleninstituut in Capelle aan den IJssel ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese maatstaf die speciaal is ontwikkeld voor Europese talen.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Er zijn, volgens het ERK, vijf taalvaardigheden: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige term en afkorting wordt ook vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De verschillende niveaus in vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Er zijn, volgens het ERK, vijf taalvaardigheden: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige term en afkorting wordt ook vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De verschillende niveaus in vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A geldt voor beginners.
Mensen die taalniveau B beheersen, bezitten alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C geeft weer dat mensen de taal heel goed kunnen gebruiken in uiteenlopende situaties.
Mensen die taalniveau B beheersen, bezitten alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C geeft weer dat mensen de taal heel goed kunnen gebruiken in uiteenlopende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 norm is speciaal voor vertaaldiensten die onder meer eisen bevat voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee keer door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa getoetst om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons instituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden geleverd worden, bijvoorbeeld bij ons taleninstituut in Capelle aan den IJssel, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte moeten zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel noodzakelijk zijn, verwerkt en bewaard mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging beschermd te worden. Vanzelfsprekend voldoet Taleninstituut Dagnall aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en Taleninstituut Dagnall verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Capelle aan den IJssel zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall is in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
Dit houdt in dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Capelle aan den IJssel
Contact taleninstituut Capelle aan den IJssel
Neem contact op met Dagnall Taleninstituut in Capelle aan den IJssel. Bel ons op 010-2004112 (geen menu) of stuur een e-mail via taleninstituut-capelle-aan-den-ijssel@dagnall.nl voor meer informatie.
Of vul ons contactformulier in. Uiteraard kunt u ook ons gratis informatiepakket bestellen.
Het efficiënte traject naar een taleninstituut in Capelle aan den IJssel!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Capelle aan den IJssel
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw eigen locatie volgen of in Capelle aan den IJssel, bijvoorbeeld bij “Het Ondernemingshuis” aan de Lylantseplein 1 in Capelle aan den IJssel. Ons taleninstituut verzorgt eveneens taalcursussen in Capelle aan den IJssel in bijvoorbeeld Hotel NH Capelle aan de Barbizonlaan 2, in Hotel Campanile Rotterdam Oost aan de Koningslaan 2 in Rotterdam, in Van der Valk Hotel Rotterdam-Nieuwerkerk aan de Parallelweg Zuid 185 in Nieuwerkerk aan den IJssel en in Fletcher Hotel De Witte Brug aan de Kerkweg 138 in Lekkerkerk.
Vergaderen in Capelle aan den IJssel kan bijvoorbeeld bij Center Parcs Business Solutions aan de Rivium Boulevard 213.
Capelle aan den IJssel - geschiedenis
Het gebied dat nu Capelle aan de IJssel is, was al bewoond in de tweede eeuw n.Chr. Dit is in archeologische opgravingen te lezen. “Zo oud als de weg naar Kralingen”, wordt gezegd. Het gebied werd na de Romeinse tijd moerassig en onbewoonbaar. Het huidige Capelle aan den IJssel is rondom 1100 n.Chr. ontstaan.
De vroegste vermelding van ‘Capel op tie Yssel’ staat in een akte uit 1276-1280. De naam is aan een Cappel (kapel) te danken, die stond op de plaats van de huidige Dorpskerk aan de Kerklaan.
Capelle aan den IJssel - nu
Capelle aan den IJssel is gelegen in de Stadsregio Rotterdam aan de Hollandse IJssel. Plaatsen in de buurt van Capelle aan den IJssel zijn Krimpen aan de Lek, Krimpen aan den IJssel, Lekkerkerk, Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel, Ouderkerk aan den IJssel en Rotterdam.
Capelle aan den IJssel ligt in de provincie Zuid-Holland. De gemeente Capelle aan den IJssel heeft meer dan 66.000 inwoners.
Vlag gemeente Capelle aan den IJssel
Wapen gemeente Capelle aan den IJssel
Inwoners
Een inwoner van Capelle aan den IJssel wordt een ’Capellenaar’ genoemd.
Bekende Capellenaren zijn Esmée van Kampen, Ronell Langston Plasschaert (Ronnie Flex), Clay Ruperti en Claire Verhage.
Bekende Capellenaren zijn Esmée van Kampen, Ronell Langston Plasschaert (Ronnie Flex), Clay Ruperti en Claire Verhage.
Iets wat uit Capelle aan den IJssel komt, wordt ‘Capels’ genoemd, bijvoorbeeld de Capelse Brug. Capelle aan den IJssel is zowel een plaats als een gemeente.
Capelle aan den IJssel - internationaal & scholing
European New Town Platform
Capelle aan den IJssel is lid van een internationaal samenwerkingsverband van groeikernen; het European New Town Platform.
Hoger onderwijs
In Capelle aan den IJssel bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Vlag provincie Zuid-Holland
Wapen provincie Zuid-Holland
Typisch Capels
Denk je aan Capelle aan den IJssel, dan denk je aan bedrijvenparken. Er zijn er acht, onder andere businesspark het Rivium en de woonboulevard.
De plaats is de dichtstbevolkte gemeente in de regio Rijnmond, maar verrassend genoeg kon Capelle aan den IJssel zich in 2015 eveneens de groenste stad van Nederland noemen. Capelle aan den IJssel fungeert als woon- en werkstad voor tienduizenden mensen. Ook op het gebied van zorg en onderwijs is Capelle aan den IJssel een belangrijke plaats.
De plaats is de dichtstbevolkte gemeente in de regio Rijnmond, maar verrassend genoeg kon Capelle aan den IJssel zich in 2015 eveneens de groenste stad van Nederland noemen. Capelle aan den IJssel fungeert als woon- en werkstad voor tienduizenden mensen. Ook op het gebied van zorg en onderwijs is Capelle aan den IJssel een belangrijke plaats.
Capelle aan den IJssel - minder bekend
Weinig mensen weten dat de Deltawerken in Capelle aan den IJssel zijn begonnen. Door de getijdewerking en de lage ligging was de stad in gevaar tijdens de watersnoodramp van 1953. In 1954 werd met de bouw begonnen van de Stormvloedkering Hollandse IJssel; de eerste van de Deltawerken.
Capels dialect en accent
Het Rotterdams dialect is wel vaak te horen. Rotterdams is een Zuid-Hollands dialect.
Typisch voor de Rotterdamse tongval zijn de w-achtige klank na de ‘oo’ en de j-klank na de ‘ee‘ (oow, ee).
De ‘aa’ is niet open maar wordt aoh en de ‘ei/ij’ wordt aai. Verkleiningsuitgang -je of -tje wordt in het Rotterdams -ie (boekkie). Dit gebeurt eveneens bij de werkwoorden (hebbie in plaats van ‘heb je’).
De ‘r’ wordt in Capelle aan den IJssel achterin de keel uitgesproken of helemaal niet uitgesproken.
Typisch voor de Rotterdamse tongval zijn de w-achtige klank na de ‘oo’ en de j-klank na de ‘ee‘ (oow, ee).
De ‘aa’ is niet open maar wordt aoh en de ‘ei/ij’ wordt aai. Verkleiningsuitgang -je of -tje wordt in het Rotterdams -ie (boekkie). Dit gebeurt eveneens bij de werkwoorden (hebbie in plaats van ‘heb je’).
De ‘r’ wordt in Capelle aan den IJssel achterin de keel uitgesproken of helemaal niet uitgesproken.
Typerend is ook de werkwoordsuitgang -t die Rotterdammers gebruiken in de ik-vorm (ik loopt, ik doet). Daarnaast wordt hij/zij heb gezegd in plaats van ‘heeft’ en hun hebben in plaats van ‘zij hebben’. Typerend voor de Zuid-Hollandse dialecten is dat geen onderscheid wordt gemaakt tussen ‘kunnen’ en ‘kennen’ en ook niet tussen ‘liggen’ en ‘leggen’. In Capelle aan den IJssel heet een ‘terras’ een platjie en een ‘fietsventiel’ een tullegie. Zo loap ie, zo leg ie wordt in Capelle wel gezegd “als het goed gaat”. Het kan immers zomaar weer voorbij zijn.
Capelle aan den IJssel - “Parkstad naast economische motor”
Capelle aan den IJssel - zakelijk
De gemeente Capelle aan den IJssel
Het netnummer van Capelle aan den IJssel is 010.
Het postcodegebied van Capelle aan den IJssel is 2900 - 2909.
Het adres van het gemeentehuis van Capelle aan den IJssel is Rivierweg 111, 2903 AR in Capelle aan den IJssel.
De website van de gemeente Capelle aan den IJssel is Capelleaandenijssel.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Capelle aan den IJssel is 14 010.
Zakendoen in Capelle aan den IJssel
Voor Capelse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Rotterdam aan de Blaak 40, 3011 TA in Rotterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Capelle aan den IJssel is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Capelle aan den IJssel is KVK-kantoor Rotterdam.
Capelle aan den IJssel - internationale bedrijvigheid
Verschillende internationaal opererende bedrijven zijn in Capelle aan den IJssel gevestigd op het Capelle Trade Centre, op bedrijventerrein Capelle West, op CapelleXL, op bedrijventerrein De Mient of op bedrijventerrein Rivium.
In Capelle aan den IJssel bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: ADP, Artiflex uitzendbureau, CED, Center Parcs, Crawford & Company, Daikin Nederland, De Vos Handelsonderneming (Beta Tools), Gateway,
In Capelle aan den IJssel bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: ADP, Artiflex uitzendbureau, CED, Center Parcs, Crawford & Company, Daikin Nederland, De Vos Handelsonderneming (Beta Tools), Gateway,
Hairmaxx, Hallmark Nederland, Honda Nederland, Johnson Controls Building Technologies & Solutions, One Way Bike Industry (Fulcrum, Schwalbe, Sella Italia etc.), Pfizer Nederland, Quion, Rockwell Automation Nederland, SKS Professionals, Sodexo, Technip Benelux, Thyssenkrupp Liften, TKM, Topcon Europe Positioning, Tyco, Vanad en Wabco.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Capels nieuws
De Capelse nieuwsportalen zijn Capels Dagblad en Blikopnieuws.nl - Capelle aan den IJssel en Capelse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Zuid-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Capelle aan den IJssel kijken hun (zakelijk) nieuws op Rijnmond.
Ondernemers in Capelle aan den IJssel kijken hun (zakelijk) nieuws op Rijnmond.
Capellenaren en ondernemingen in Capelle aan den IJssel kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant IJssel en Lekstreek en Capels Dagblad.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Capelle aan den IJssel
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Capelle aan den IJssel een bezoek brengen aan het Historisch Museum Capelle of aan het Streekmuseum Krimpenerwaard in Krimpen aan den IJssel.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Capelse voetbalclub VV Capelle, CVV Zwervers of SVS meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Capelle aan den IJssel kunt u terecht bij Tennisclub TV Capelleof bij TOC.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus bij ons taleninstituut in Capelle aan den IJssel of na een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd om even te ontspannen?
Om een balletje te slaan of gewoon gezellig iets te eten of te drinken, kunt u bij Golfclub Capelle in Capelle aan den IJssel terecht. De adresgegevens van deze golfbaan zijn ’s-Gravenweg 311, 2905 LB in Capelle aan den IJssel. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 010-442 23 37. De website van Golfclub Capelle is www.golfclubcapelle.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij restaurant Mulligan, telefoonnummer 010-442 21 09.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Capelle aan den IJssel die eveneens op Youtube kunnen worden bekeken.
Door direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Direct onder de filmpjes ziet u de locaties van Zuid-Holland en Capelle aan den IJssel op Google Maps.
Door direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Direct onder de filmpjes ziet u de locaties van Zuid-Holland en Capelle aan den IJssel op Google Maps.
U kunt linksboven klikken om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Capelle aan den IJssel
Dronebeelden Capelle aan den IJssel
Google Maps Zuid-Holland
Google Maps Capelle aan den IJssel
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Capelle aan den IJssel
Capels nieuws
Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Capelle aan den IJssel van diverse nieuwsbronnen.
Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Nieuws uit Capelle aan den IJssel
- Auto verdwijnt in water langs Rivierweg in Capelle aan den IJssel - AD
- Nieuws - Media TV
- Twee vrouwen raken met auto te water op Rivierweg in Capelle aan den IJssel - Nieuws op Beeld
- Ds. Ten Brinke doet intrede in hervormde wijkgemeente West Capelle aan den IJssel - Reformatorisch Dagblad
- Kennismaking met Joost Manusama, de nieuwe burgemeester van Capelle: ‘Humor is belangrijk’ - AD
- Na ‘verschillende incidenten en overlast’ gaan Capelse boa’s nu samenwerken met Rotterdamse collega's - AD
- Joost Manusama, de eerste Molukse burgemeester - Drimble.nl
- Traumahelikopter landt op grasveld Bugel Capelle aan den IJssel - Nieuws op Beeld
- Traumahelikopter landt op grasveld Bugel Capelle aan den IJssel - Drimble.nl
Nieuws uit de provincie Zuid-Holland
- Wolf komt mogelijk ook naar Zuid-Hollandse duinen - Omroep West
- Zuid-Holland houdt rekening met komst van de wolf - AD
- Zuid-Holland houdt rekening met komst van de wolf - Nederlands Dagblad
- De wolf komt naar Zuid-Holland, daar rekent de provincie op: ‘Wolfwerende rasters beschikbaar’ | Rotterdam - AD
- Automobilisten in Zuid-Holland moeten weer meer belasting betalen - - AutoWeek
- Automobilisten in Zuid-Holland moeten weer meer provinciale opcenten betalen - TaxLive
- ‘De boel staat in brand’: Zuid-Holland heeft haast met bouw nieuwe huizen en is soepel met de regels - AD
- ‘Verborgen jagers’ van Zuid-Holland onthuld: lezing over vleermuizen en marterachtigen - AD
- Herfstvakantie 2024 in Zuid-Holland: Wanneer heb ik vakantie en wat kan ik doen? - Rodi.nl
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Taleninsituut verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Capelle aan den IJssel
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Capelle aan den IJssel alsook tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Capelle aan den IJssel
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten