Start nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun medewerkers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Arnhem.
Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Arnhem aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden taaltrainingen op maat in Arnhem aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen talen leren op een manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Organisaties zijn naast de klassieke taaltaalcursussen vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies talen te leren in Arnhem. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar de beoogde resultaten.
Het is onze filosofie om vreemde talen te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Dagnall Taleninstituut gaat daarom tot het uiterste om te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leerproces voor cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Met onze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengt Dagnall Talen u in grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Arnhem.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taaltraining is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Beverwijk) die het beste bij hem of haar past.
De kundige trainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg fijn en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels bekende hoge rendement realiseert Dagnall met een mix van deze beproefde leermethode, gecombineerd met aandacht voor de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, een online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie.
De trainers van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben gecreëerd en verzameld en zij spelen continue op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze docenten in Arnhem. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven.
Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Dagnall Taleninstituut maakt voor de individuele-,
duocursussen en groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te garanderen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Arnhem gegeven worden.
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Arnhem en omgeving.
Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De leergroepen worden zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximale ondersteuning te bieden en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement omdat in een korte periode behoorlijk veel informatie opgenomen wordt.
Doordat de cursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander groot voordeel van individuele cursussen. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal.
Ook kan een individuele taalcursus ideaal worden afgestemd op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal zoals door rollenspellen en discussies in de groep.
Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars fouten kunnen leren en met de groep in de doeltaal communiceren. Cursisten kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als prettiger ervaren.
Omdat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) voor cursisten dan individuele taalcursussen.
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele cursus alleen met de docent worden gedaan en gevoerd.
De geleerde kennis kan niet in groepsverband worden geoefend doordat er geen interactie met andere cursisten is.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van fouten van andere cursisten te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers wat sneller afgeleid zijn. Hierdoor ligt het rendement iets lager. Door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen), kan dit deels worden ondervangen.
Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. Taaldocenten kunnen zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven taal komt pas aan bod zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om het gebruik. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. Direct van het begin wordt de juiste uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik zijn om te zetten.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien worden herhaald. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen als deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Voor woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende, kan deze methode functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Schrijven met de hand functioneert beter dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Bovendien is de methode bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze manier leert de student onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de lerende in de vreemde taal wordt ondergedompeld, is de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten, dienen de activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve methode is. Doordat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet leren van de grammatica gelegd. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de nieuwe taal. Bij de Structural Approach gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van bepaalde combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aangeboden aan de student in betekenisvolle situaties met behulp van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de leermethodiek worden de structuren die het vaakst gebruikt worden, als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak gebruikt op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat de studenten de taal op een nauwkeurige wijze geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren eveneens in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. De methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet onmiddellijk ervaringen van succes. De eigen inbreng van de studenten is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal.
Met gebruik van de CLT-technieken leren de studenten de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten echt trainers, die studenten helpen in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa was er een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend doordat zij snel succes ervaren. Er mogen fouten worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of afwijkend. Communicatief taalonderwijs traint taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Meidinger ontwikkelde rond het jaar 1783 een methode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op vertalen en grammatica gericht. Deze aanpak werd als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocent draagt kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Alhoewel reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode vormt een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engels: language immersion) wordt sinds de jaren 70 over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan rijke vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin omgeven wordt door de nieuwe taal. De instructies worden gegeven in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met simulaties en rollenspellen gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal te gaan en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de leermethode vrij intensief is. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet wel in de te leren taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. In groepsverband versterkt het samen oefenen de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt, is een nadeel van de leermethode. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training nogal intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Hiervoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de docent en de lerenden. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. In de les zaten de studenten in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en er werd ook altijd muziek tijdens de klas gedraaid. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. Lerenden werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last krijgt van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethodiek. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer waarbij de lerende altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Community Language Learning is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer als een counselor optreedt die de zinnen van de lerenden omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als zij de doeltaal nog niet machtig genoeg zijn, spreken zij in hun moedertaal. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen met behulp van zinvolle gesprekken. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van de methode is grotendeels afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. Hij of zij dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren als deze correct wordt gebruikt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook daarbuiten. Met Community Language Learning worden studenten zich zo veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren samen te werken als een team. Door het bespreken van hun fouten en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen gehouden. Hierdoor is het succes moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de rol van de docent om voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren lerenden op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaltrainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan snel in de te leren taal denken omdat een soort eentalige methode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
François Gouin’s ideeën over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden van de lerenden en de methode zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs enthousiasme van de lerenden op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was geheel nieuw. De studenten worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
De leermethode heeft als nadeel dat taal die wat subjectiever of abstracter wordt, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een methode om specifieke taken uit te voeren. De studenten krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken moeten net boven het taalniveau van de studenten liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheid te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich bij het maken van films aan tien strikte regels (tien dogma’s). Samen behelzen deze ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme Language Teaching streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van echte conversaties die over praktische onderwerpen gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve aanpak voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder een lesboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de trainer en de studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de taaldocent. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Zo zijn de lessen niet voorspelbaar. Dat garandeert spontane communicatie en voorkomt verveling. Bijna alles kan tijdens een Dogme-les worden besproken. Het houdt de studenten alert en betrokken.
Daartegenover staat dat de studenten zich wat ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaltrainer. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle docenten in voldoende mate flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof hiervoor in de lessen aan bod komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrijpen gaat voor produceren. Woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een minpunt van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klank. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat dit heel soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten, zijn veel leerboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep lerenden, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de studenten het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook worden ingezet in klassen die iets groter zijn. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald niveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn, ontstond rond het jaar 1900. Overigens ging deze Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de vreemde taal. De studenten werden gestimuleerd vaak te praten. Het was eveneens een nieuw verschijnsel dat de lessen in de doeltaal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Met behulp van voorbeelden en afbeeldingen werd de vocabulaire van de doeltaal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal krijgen. Nadelen heeft deze leermethode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen relatief minder. Deze leermethode biedt onvoldoende uitdagingen voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn. Doordat de Directe Methode is gebaseerd op actief meedoen van de studenten is de leermethode eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een trainer gebaseerd, die één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden daarna door de lerenden één voor één herhaald. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die stilte gebruikt als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De taaltrainers gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de vreemde taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, met name bij het leren van de uitspraak, alhoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de student, die immers als autonoom gezien wordt. De trainer is in principe aan de lerenden dienstbaar en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde stof wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ fouten maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een nadeel van de methode kan zijn dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij gauw af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: de taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaldocent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn vrij eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Zo worden structuren en woorden vrijwel vanzelf in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na een poosje ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaltrainer eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om vervolgens samen met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPR Storytelling is prettig voor de lerende en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die is gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van deze leermethode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen te leren achter een computer. De taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerenden kunnen zo hun uitspraak vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker (native speaker). Verbetering van de uitspraak kan bereikt worden door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheid zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij mogelijkheid is om de taalfouten te corrigeren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veelvuldig toegepast en niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg eenvoudig in het gebruik en kan door de studenten gebruikt worden op elk moment. Welke delen van de methode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kan de lerende zelf bepalen. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing bieden. Een keerzijde van de methode is dat geen taaldocent beschikbaar is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen die de student naspreekt en vervolgens herhaalt. Deze voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les van de cursus biedt een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en structuur. De grammaticale structuur van de doeltaal wordt niet uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de aangeboden zinnen.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder andere in Amerika worden de taalcursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt zeer goed om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren doordat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier spreken en in een normaal tempo.
Het feit dat er niets uitgelegd wordt, is het minpunt van de methode. De studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd geleerd worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De les wordt in delen opgebouwd en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. De uitleg is steeds in het Engels bij de Michel Thomas-methode. De methode wijst bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat door de lerende is begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruiker zelf zinnetjes kan bouwen. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal en vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken. De gebruikers die wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte manier. Een nadeel is dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de leermethode uit audiocursussen bestaat.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘opgaan in de andere groep, mengen met’. Dit was wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. Bij voorkeur werken de gebruikers ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met de uitleg van de grammatica. Om de uitspraak te trainen, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de lerenden daarna dienen te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de lerenden in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de cursisten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen docent beschikbaar om de lerende te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. Taaldocenten kunnen zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven taal komt pas aan bod zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om het gebruik. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. Direct van het begin wordt de juiste uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik zijn om te zetten.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien worden herhaald. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen als deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Voor woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende, kan deze methode functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Schrijven met de hand functioneert beter dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Bovendien is de methode bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze manier leert de student onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de lerende in de vreemde taal wordt ondergedompeld, is de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten, dienen de activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve methode is. Doordat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet leren van de grammatica gelegd. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de nieuwe taal. Bij de Structural Approach gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van bepaalde combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aangeboden aan de student in betekenisvolle situaties met behulp van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de leermethodiek worden de structuren die het vaakst gebruikt worden, als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak gebruikt op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat de studenten de taal op een nauwkeurige wijze geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren eveneens in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. De methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet onmiddellijk ervaringen van succes. De eigen inbreng van de studenten is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal.
Met gebruik van de CLT-technieken leren de studenten de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten echt trainers, die studenten helpen in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa was er een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend doordat zij snel succes ervaren. Er mogen fouten worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of afwijkend. Communicatief taalonderwijs traint taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Meidinger ontwikkelde rond het jaar 1783 een methode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op vertalen en grammatica gericht. Deze aanpak werd als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocent draagt kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Alhoewel reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode vormt een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engels: language immersion) wordt sinds de jaren 70 over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan rijke vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin omgeven wordt door de nieuwe taal. De instructies worden gegeven in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met simulaties en rollenspellen gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal te gaan en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de leermethode vrij intensief is. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet wel in de te leren taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. In groepsverband versterkt het samen oefenen de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt, is een nadeel van de leermethode. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training nogal intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Hiervoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de docent en de lerenden. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. In de les zaten de studenten in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en er werd ook altijd muziek tijdens de klas gedraaid. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. Lerenden werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last krijgt van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethodiek. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer waarbij de lerende altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Community Language Learning is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer als een counselor optreedt die de zinnen van de lerenden omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als zij de doeltaal nog niet machtig genoeg zijn, spreken zij in hun moedertaal. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen met behulp van zinvolle gesprekken. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van de methode is grotendeels afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. Hij of zij dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren als deze correct wordt gebruikt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook daarbuiten. Met Community Language Learning worden studenten zich zo veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren samen te werken als een team. Door het bespreken van hun fouten en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen gehouden. Hierdoor is het succes moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de rol van de docent om voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren lerenden op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaltrainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan snel in de te leren taal denken omdat een soort eentalige methode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
François Gouin’s ideeën over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden van de lerenden en de methode zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs enthousiasme van de lerenden op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was geheel nieuw. De studenten worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
De leermethode heeft als nadeel dat taal die wat subjectiever of abstracter wordt, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een methode om specifieke taken uit te voeren. De studenten krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken moeten net boven het taalniveau van de studenten liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheid te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich bij het maken van films aan tien strikte regels (tien dogma’s). Samen behelzen deze ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme Language Teaching streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van echte conversaties die over praktische onderwerpen gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve aanpak voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder een lesboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de trainer en de studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de taaldocent. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Zo zijn de lessen niet voorspelbaar. Dat garandeert spontane communicatie en voorkomt verveling. Bijna alles kan tijdens een Dogme-les worden besproken. Het houdt de studenten alert en betrokken.
Daartegenover staat dat de studenten zich wat ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaltrainer. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle docenten in voldoende mate flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof hiervoor in de lessen aan bod komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrijpen gaat voor produceren. Woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een minpunt van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klank. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat dit heel soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten, zijn veel leerboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep lerenden, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de studenten het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook worden ingezet in klassen die iets groter zijn. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald niveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn, ontstond rond het jaar 1900. Overigens ging deze Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de vreemde taal. De studenten werden gestimuleerd vaak te praten. Het was eveneens een nieuw verschijnsel dat de lessen in de doeltaal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Met behulp van voorbeelden en afbeeldingen werd de vocabulaire van de doeltaal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal krijgen. Nadelen heeft deze leermethode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen relatief minder. Deze leermethode biedt onvoldoende uitdagingen voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn. Doordat de Directe Methode is gebaseerd op actief meedoen van de studenten is de leermethode eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een trainer gebaseerd, die één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden daarna door de lerenden één voor één herhaald. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die stilte gebruikt als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De taaltrainers gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de vreemde taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, met name bij het leren van de uitspraak, alhoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de student, die immers als autonoom gezien wordt. De trainer is in principe aan de lerenden dienstbaar en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde stof wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ fouten maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een nadeel van de methode kan zijn dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij gauw af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: de taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaldocent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn vrij eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Zo worden structuren en woorden vrijwel vanzelf in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na een poosje ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaltrainer eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om vervolgens samen met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPR Storytelling is prettig voor de lerende en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die een cursist online kan volgen, op afstand dus. Dit wordt ook wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Bij het zogenaamde blended learning worden face-to-face-sessies (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Arnhem.
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended learning heeft als voordeel vergeleken met online leren dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de cursisten met blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Arnhem op maat.
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall Taleninstituut biedt naast het online leerplatform ook een handige eigen App voor zowel Android- als Apple-apparaten. De Dagnall App heeft als voordeel dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat hebben. Op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, bijvoorbeeld in het buitenland. De cursisten kunnen dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen en juridische termen in de App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook na afloop van de training in Arnhem is afgerond.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen en/of vergaderingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Medewerkers die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven daarom vaak onmisbaar.
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Taleninstituut bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen beschikbaar. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Alleen het onderstaande is nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom:
- Een laptop, tablet of pc met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall Taleninstituut is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor de vertaalbranche die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut bewijst dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee maal door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Arnhem, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Arnhem is de provinciehoofdstad van Gelderland.
Arnhem is de op twee na grootste stad van de provincie Gelderland.
Arnhem is één van de 22 Nederlandse Hanzesteden.
De partnersteden van Arnhem zijn Croydon in het Verenigd Koninkrijk, Gera in Duitsland, Hradec Králové in Tsjechië, Kimberley in Zuid-Afrika en Wuhan in China.
Onder de gemeente Arnhem vallen eveneens Elden en Schaarsbergen.
In Arnhem zijn diverse hogescholen, HAN University of Applied Sciences Arnhem, de Politieacademie, Schoevers alsook de Wagner Group.
In 2020 heeft Arnhem een universiteit gekregen in de vorm van het Connector Energy Innovation Lab, waarbij het IPKW en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen een rol spelen.
Het netnummer van Arnhem is 026.
Het postcodegebied van Arnhem is 6800 - 6846.
Het adres van het gemeentehuis van Arnhem is Koningstraat 38, 6811 DW in Arnhem.
De website van de gemeente Arnhem is Arnhem.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Arnhem is 026 3775900.
Voor Arnhemse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Arnhem aan de Kronenburgsingel 525, 6831 GM in Arnhem. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Arnhem is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Arnhem is KVK-kantoor Arnhem.
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Arnhem een bezoek brengen aan Airborne at the Bridge, aan Museum Arnhem, aan het Arnhems Oorlogsmuseum, aan het Historisch Museum Grenadiers en Jagers, aan het Nederlands Openluchtmuseum, aan het Museum Schatkamer Walburgis of aan Huis Zypendaal.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Arnhemse voetbalclub Vitesse, SML of VV Arnhemnia te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Arnhem kunt u terecht bij ALTB, bij Tennisvereniging Elden, bij Tennisvereniging De Hoogkamp of bij De Groene Kamer.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus bij ons taleninstituut in Arnhem of na een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd om wat te ontspannen?
Om een balletje te slaan of gezellig iets te drinken of te eten, kunt u bij de Edese Golf Club Papendal in Arnhem terecht. Deze golfbaan bevindt zich aan de Papendallaan 22 in Arnhem. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 026-482 19 85. De website van de golfbaan is www.edesegcpapendal.nl.
Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij clubhuis de Hofmeester, telefoonnummer 026-482 14 79.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Start nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing
Taaltrainingen in Arnhem van topniveau
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun medewerkers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Arnhem.
Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Arnhem aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden taaltrainingen op maat in Arnhem aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen talen leren op een manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Organisaties zijn naast de klassieke taaltaalcursussen vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies talen te leren in Arnhem. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar de beoogde resultaten.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Het is onze filosofie om vreemde talen te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Dagnall Taleninstituut gaat daarom tot het uiterste om te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leerproces voor cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Met onze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengt Dagnall Talen u in grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Arnhem.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall Talen uw leerdoelen en wensen vast. U meldt de deelnemer(s) aan met de contactgegevens. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau vastgesteld wordt, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel met uw offerte.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning op uw situatie en agenda af.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning op uw situatie en agenda af.
Na enkele lessen evalueert de trainer de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstelling kan, indien nodig, worden bijgesteld.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de resultaten die de cursisten hebben behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de resultaten die de cursisten hebben behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar taleninstituut in Arnhem sinds 1982
Ons instituut verzorgt maatwerk taalcursussen zakelijk voor het bedrijfsleven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Arnhem en omliggende plaatsen sinds 1982. Wij hebben een team van kundige docenten die echte specialisten zijn op gebied van taal en die door de jaren aan diverse bedrijven en (overheids)organisaties in de provincie Gelderland al menig taalcursus zakelijk hebben gegeven.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, leveren wij u effectieve en betaalbare taalcursussen in Arnhem. U kunt ervan op aan dat taleninstituut Dagnall Talen uitstekend rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Arnhem
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak is nodig! Cursussen toegespitst op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer zijn bij veel bedrijven inmiddels bekend.
Mensen zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking op het werk en willen beter en/of sneller kunnen communiceren op de werkplek.
Mensen zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking op het werk en willen beter en/of sneller kunnen communiceren op de werkplek.
Zij willen graag in staat zijn om de instructies op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. Deze medewerkers willen het liefst met meer zelfvertrouwen het werk kunnen verrichten en natuurlijk hun ambitie op hun werkterrein verwezenlijken. Dit vereist een investering in personeel en in de (continue) ontwikkeling van de organisatie.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Arnhem
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Beverwijk) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De kundige trainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg fijn en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels bekende hoge rendement realiseert Dagnall met een mix van deze beproefde leermethode, gecombineerd met aandacht voor de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, een online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie.
De trainers van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben gecreëerd en verzameld en zij spelen continue op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze docenten in Arnhem. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Een taal effectief leren in Arnhem bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven.
Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Dagnall Taleninstituut maakt voor de individuele-,
duocursussen en groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te garanderen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Arnhem gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Arnhem
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Arnhem en omgeving.
Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De leergroepen worden zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximale ondersteuning te bieden en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement omdat in een korte periode behoorlijk veel informatie opgenomen wordt.
Doordat de cursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander groot voordeel van individuele cursussen. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal.
Ook kan een individuele taalcursus ideaal worden afgestemd op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal zoals door rollenspellen en discussies in de groep.
Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars fouten kunnen leren en met de groep in de doeltaal communiceren. Cursisten kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als prettiger ervaren.
Omdat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) voor cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele cursus alleen met de docent worden gedaan en gevoerd.
De geleerde kennis kan niet in groepsverband worden geoefend doordat er geen interactie met andere cursisten is.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van fouten van andere cursisten te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers wat sneller afgeleid zijn. Hierdoor ligt het rendement iets lager. Door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen), kan dit deels worden ondervangen.
Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut biedt cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Wij bieden daarom onze taalcursussen eveneens incompany en online aan.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld terecht voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Wij bieden daarom onze taalcursussen eveneens incompany en online aan.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld terecht voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Een combinatie van deze trainingen is eveneens mogelijk.
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Wat is taalbeheersing? De taal kennen is belangrijk maar natuurlijk ook het kunnen: het toepassen van de kennis. Omdat kunnen minstens zo belangrijk is als kennen, staat bij Dagnall Talen de toepassing van de verworven kennis centraal.
Al gauw doet u die presentatie of dat sollicitatiegesprek in de nieuwe taal. En niets is leuker dan een snel resultaat! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. Taaldocenten kunnen zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven taal komt pas aan bod zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om het gebruik. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. Direct van het begin wordt de juiste uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien worden herhaald. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen als deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Voor woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende, kan deze methode functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Schrijven met de hand functioneert beter dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Bovendien is de methode bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze manier leert de student onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de lerende in de vreemde taal wordt ondergedompeld, is de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten, dienen de activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve methode is. Doordat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet leren van de grammatica gelegd. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de nieuwe taal. Bij de Structural Approach gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van bepaalde combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aangeboden aan de student in betekenisvolle situaties met behulp van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de leermethodiek worden de structuren die het vaakst gebruikt worden, als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak gebruikt op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat de studenten de taal op een nauwkeurige wijze geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren eveneens in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. De methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet onmiddellijk ervaringen van succes. De eigen inbreng van de studenten is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal.
Met gebruik van de CLT-technieken leren de studenten de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten echt trainers, die studenten helpen in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa was er een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend doordat zij snel succes ervaren. Er mogen fouten worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of afwijkend. Communicatief taalonderwijs traint taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Meidinger ontwikkelde rond het jaar 1783 een methode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op vertalen en grammatica gericht. Deze aanpak werd als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocent draagt kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Alhoewel reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode vormt een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engels: language immersion) wordt sinds de jaren 70 over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan rijke vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin omgeven wordt door de nieuwe taal. De instructies worden gegeven in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met simulaties en rollenspellen gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal te gaan en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de leermethode vrij intensief is. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet wel in de te leren taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. In groepsverband versterkt het samen oefenen de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt, is een nadeel van de leermethode. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training nogal intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Hiervoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de docent en de lerenden. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. In de les zaten de studenten in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en er werd ook altijd muziek tijdens de klas gedraaid. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. Lerenden werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last krijgt van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethodiek. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer waarbij de lerende altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Community Language Learning is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer als een counselor optreedt die de zinnen van de lerenden omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als zij de doeltaal nog niet machtig genoeg zijn, spreken zij in hun moedertaal. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen met behulp van zinvolle gesprekken. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van de methode is grotendeels afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. Hij of zij dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren als deze correct wordt gebruikt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook daarbuiten. Met Community Language Learning worden studenten zich zo veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren samen te werken als een team. Door het bespreken van hun fouten en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen gehouden. Hierdoor is het succes moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de rol van de docent om voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren lerenden op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaltrainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan snel in de te leren taal denken omdat een soort eentalige methode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
François Gouin’s ideeën over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden van de lerenden en de methode zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs enthousiasme van de lerenden op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was geheel nieuw. De studenten worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
De leermethode heeft als nadeel dat taal die wat subjectiever of abstracter wordt, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een methode om specifieke taken uit te voeren. De studenten krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken moeten net boven het taalniveau van de studenten liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheid te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich bij het maken van films aan tien strikte regels (tien dogma’s). Samen behelzen deze ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme Language Teaching streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van echte conversaties die over praktische onderwerpen gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve aanpak voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder een lesboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de trainer en de studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de taaldocent. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Zo zijn de lessen niet voorspelbaar. Dat garandeert spontane communicatie en voorkomt verveling. Bijna alles kan tijdens een Dogme-les worden besproken. Het houdt de studenten alert en betrokken.
Daartegenover staat dat de studenten zich wat ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaltrainer. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle docenten in voldoende mate flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof hiervoor in de lessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrijpen gaat voor produceren. Woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klank. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat dit heel soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten, zijn veel leerboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep lerenden, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de studenten het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook worden ingezet in klassen die iets groter zijn. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald niveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn, ontstond rond het jaar 1900. Overigens ging deze Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de vreemde taal. De studenten werden gestimuleerd vaak te praten. Het was eveneens een nieuw verschijnsel dat de lessen in de doeltaal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Met behulp van voorbeelden en afbeeldingen werd de vocabulaire van de doeltaal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal krijgen. Nadelen heeft deze leermethode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen relatief minder. Deze leermethode biedt onvoldoende uitdagingen voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn. Doordat de Directe Methode is gebaseerd op actief meedoen van de studenten is de leermethode eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een trainer gebaseerd, die één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden daarna door de lerenden één voor één herhaald. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die stilte gebruikt als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De taaltrainers gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de vreemde taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, met name bij het leren van de uitspraak, alhoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de student, die immers als autonoom gezien wordt. De trainer is in principe aan de lerenden dienstbaar en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde stof wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ fouten maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een nadeel van de methode kan zijn dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij gauw af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: de taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaldocent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn vrij eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Zo worden structuren en woorden vrijwel vanzelf in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na een poosje ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaltrainer eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om vervolgens samen met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPR Storytelling is prettig voor de lerende en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die is gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van deze leermethode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen te leren achter een computer. De taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerenden kunnen zo hun uitspraak vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker (native speaker). Verbetering van de uitspraak kan bereikt worden door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheid zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij mogelijkheid is om de taalfouten te corrigeren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veelvuldig toegepast en niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg eenvoudig in het gebruik en kan door de studenten gebruikt worden op elk moment. Welke delen van de methode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kan de lerende zelf bepalen. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing bieden. Een keerzijde van de methode is dat geen taaldocent beschikbaar is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen die de student naspreekt en vervolgens herhaalt. Deze voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les van de cursus biedt een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en structuur. De grammaticale structuur van de doeltaal wordt niet uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de aangeboden zinnen.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder andere in Amerika worden de taalcursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt zeer goed om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren doordat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier spreken en in een normaal tempo.
Het feit dat er niets uitgelegd wordt, is het minpunt van de methode. De studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd geleerd worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De les wordt in delen opgebouwd en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. De uitleg is steeds in het Engels bij de Michel Thomas-methode. De methode wijst bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat door de lerende is begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruiker zelf zinnetjes kan bouwen. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal en vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken. De gebruikers die wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte manier. Een nadeel is dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de leermethode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘opgaan in de andere groep, mengen met’. Dit was wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. Bij voorkeur werken de gebruikers ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met de uitleg van de grammatica. Om de uitspraak te trainen, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de lerenden daarna dienen te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de lerenden in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de cursisten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen docent beschikbaar om de lerende te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. Taaldocenten kunnen zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven taal komt pas aan bod zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om het gebruik. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. Direct van het begin wordt de juiste uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien worden herhaald. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen als deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Voor woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende, kan deze methode functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Schrijven met de hand functioneert beter dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Bovendien is de methode bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze manier leert de student onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de lerende in de vreemde taal wordt ondergedompeld, is de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten, dienen de activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve methode is. Doordat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet leren van de grammatica gelegd. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de nieuwe taal. Bij de Structural Approach gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van bepaalde combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aangeboden aan de student in betekenisvolle situaties met behulp van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de leermethodiek worden de structuren die het vaakst gebruikt worden, als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak gebruikt op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat de studenten de taal op een nauwkeurige wijze geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren eveneens in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. De methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet onmiddellijk ervaringen van succes. De eigen inbreng van de studenten is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal.
Met gebruik van de CLT-technieken leren de studenten de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten echt trainers, die studenten helpen in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa was er een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend doordat zij snel succes ervaren. Er mogen fouten worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of afwijkend. Communicatief taalonderwijs traint taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Meidinger ontwikkelde rond het jaar 1783 een methode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op vertalen en grammatica gericht. Deze aanpak werd als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocent draagt kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Alhoewel reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode vormt een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engels: language immersion) wordt sinds de jaren 70 over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan rijke vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin omgeven wordt door de nieuwe taal. De instructies worden gegeven in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met simulaties en rollenspellen gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal te gaan en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de leermethode vrij intensief is. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet wel in de te leren taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. In groepsverband versterkt het samen oefenen de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt, is een nadeel van de leermethode. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training nogal intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Hiervoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de docent en de lerenden. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. In de les zaten de studenten in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en er werd ook altijd muziek tijdens de klas gedraaid. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. Lerenden werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last krijgt van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethodiek. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer waarbij de lerende altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Community Language Learning is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer als een counselor optreedt die de zinnen van de lerenden omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als zij de doeltaal nog niet machtig genoeg zijn, spreken zij in hun moedertaal. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen met behulp van zinvolle gesprekken. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van de methode is grotendeels afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. Hij of zij dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren als deze correct wordt gebruikt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook daarbuiten. Met Community Language Learning worden studenten zich zo veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren samen te werken als een team. Door het bespreken van hun fouten en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen gehouden. Hierdoor is het succes moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de rol van de docent om voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren lerenden op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaltrainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan snel in de te leren taal denken omdat een soort eentalige methode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
François Gouin’s ideeën over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden van de lerenden en de methode zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs enthousiasme van de lerenden op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was geheel nieuw. De studenten worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
De leermethode heeft als nadeel dat taal die wat subjectiever of abstracter wordt, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een methode om specifieke taken uit te voeren. De studenten krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken moeten net boven het taalniveau van de studenten liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheid te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich bij het maken van films aan tien strikte regels (tien dogma’s). Samen behelzen deze ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme Language Teaching streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van echte conversaties die over praktische onderwerpen gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve aanpak voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder een lesboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de trainer en de studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de taaldocent. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Zo zijn de lessen niet voorspelbaar. Dat garandeert spontane communicatie en voorkomt verveling. Bijna alles kan tijdens een Dogme-les worden besproken. Het houdt de studenten alert en betrokken.
Daartegenover staat dat de studenten zich wat ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaltrainer. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle docenten in voldoende mate flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof hiervoor in de lessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrijpen gaat voor produceren. Woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klank. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat dit heel soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten, zijn veel leerboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep lerenden, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de studenten het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook worden ingezet in klassen die iets groter zijn. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald niveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn, ontstond rond het jaar 1900. Overigens ging deze Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de vreemde taal. De studenten werden gestimuleerd vaak te praten. Het was eveneens een nieuw verschijnsel dat de lessen in de doeltaal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Met behulp van voorbeelden en afbeeldingen werd de vocabulaire van de doeltaal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal krijgen. Nadelen heeft deze leermethode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen relatief minder. Deze leermethode biedt onvoldoende uitdagingen voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn. Doordat de Directe Methode is gebaseerd op actief meedoen van de studenten is de leermethode eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een trainer gebaseerd, die één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden daarna door de lerenden één voor één herhaald. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die stilte gebruikt als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De taaltrainers gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de vreemde taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, met name bij het leren van de uitspraak, alhoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de student, die immers als autonoom gezien wordt. De trainer is in principe aan de lerenden dienstbaar en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde stof wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ fouten maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een nadeel van de methode kan zijn dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij gauw af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: de taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaldocent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn vrij eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Zo worden structuren en woorden vrijwel vanzelf in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na een poosje ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaltrainer eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om vervolgens samen met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPR Storytelling is prettig voor de lerende en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale tools om een vreemde taal te leren
Ook bestaat er een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Duolingo, Quizlet, Mondly en Babbel.
Er bestaat echter een betere manier om vreemde talen te leren:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Talen door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van Dagnall altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist auditief, visueel of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Er bestaat echter een betere manier om vreemde talen te leren:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Talen door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van Dagnall altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist auditief, visueel of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die een cursist online kan volgen, op afstand dus. Dit wordt ook wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Bij het zogenaamde blended learning worden face-to-face-sessies (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Arnhem.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Arnhem
Blended learning heeft als voordeel vergeleken met online leren dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de cursisten met blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Arnhem op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Taleninstituut biedt naast het online leerplatform ook een handige eigen App voor zowel Android- als Apple-apparaten. De Dagnall App heeft als voordeel dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat hebben. Op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, bijvoorbeeld in het buitenland. De cursisten kunnen dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen en juridische termen in de App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook na afloop van de training in Arnhem is afgerond.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Arnhem
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen en/of vergaderingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Medewerkers die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven daarom vaak onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Taleninstituut bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen beschikbaar. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining
Alleen het onderstaande is nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom:
- Een laptop, tablet of pc met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Arnhem ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Arnhem ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Arnhem
Het Europees Referentiekader (ERK)
Bij het beschrijven van het begin- en eindniveau van de cursist, baseren wij ons op de taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK). Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Na afloop van de cursus bij ons taleninstituut in Arnhem ontvangt de cursist het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een manier om verschillende taalniveaus op een uniforme wijze te beschrijven, zodat een ‘gevorderde’ in bijvoorbeeld Engeland eenzelfde taalvaardigheid heeft als een ‘gevorderde’ in Frankrijk.
Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK zet vijf vaardigheden met betrekking tot taal uiteen, te weten: luisteren, lezen, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken.
De Engelse naam wordt ook veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Deze vijf taalvaardigheden krijgen in het ERK zes niveaus; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
Deze verschillende beheersingsniveaus van vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK zet vijf vaardigheden met betrekking tot taal uiteen, te weten: luisteren, lezen, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken.
De Engelse naam wordt ook veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Deze vijf taalvaardigheden krijgen in het ERK zes niveaus; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
Deze verschillende beheersingsniveaus van vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A beschrijft de basisvaardigheden die de gebruiker beheerst.
Taalniveau B is van toepassing op de zogenaamde ‘zelfstandige gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in die vreemde taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het niveau van de (ver)gevorderde gebruiker. Het beheersen van de taal lijkt sterk op dat van een moedertaalgebruiker.
Taalniveau B is van toepassing op de zogenaamde ‘zelfstandige gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in die vreemde taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het niveau van de (ver)gevorderde gebruiker. Het beheersen van de taal lijkt sterk op dat van een moedertaalgebruiker.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor de vertaalbranche die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut bewijst dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee maal door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Talen is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Arnhem, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
De persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging beschermd te worden. Vanzelfsprekend voldoet Dagnall Talen aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens zeer beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Arnhem zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Talen staat ingeschreven in het CRKBO-register. De naam CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen als privépersonen.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen als privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Arnhem
Contact taleninstituut Arnhem
Wilt u contact opnemen met Dagnall Taleninstituut in Arnhem? Bel ons op 026-8200330 (geen menu) of stuur een e-mail via taleninstituut-arnhem@dagnall.nl voor meer informatie.
Of ga naar het contactformulier. Natuurlijk kunt u ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
De vlotste route naar een taleninstituut in Arnhem!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Arnhem
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw locatie volgen of in Velp, bijvoorbeeld bij het Coachhuis in hartje Velp aan de Emmastraat 24-A in Velp. Ons taleninstituut verzorgt eveneens taalcursussen in Arnhem bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Arnhem aan de Amsterdamseweg 505, bij NH Arnhem Rijnhotel aan Onderlangs 10, bij Postillion Hotel Arnhem aan de Europaweg 25, bij Best Western Plus Hotel Haarhuis aan het Stationsplein 1 en bij Fletcher Hotel Doorwerth-Arnhem aan de Kabeljauwallee 35 in Doorwerth.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Arnhem kan bijvoorbeeld bij het GelreDome, bij Hotel Papendal, op Industriepark Kleefse Waard, bij het Nederlands Openluchtmuseum, bij Partycruiser Jules Verne en bij Safari Meeting Centre Burgers’ Zoo.
Arnhem - geschiedenis
Neanderthalers woonden er in de steentijd al, maar Arnhem wordt (als ‘Arneym’) in 893 voor het eerst in een register van de bezittingen van de Abdij van Prüm in de Eiffel genoemd. Arnhem ontwikkelde zich tot handelsstad en werd in de Middeleeuwen lid van het Hanzeverbond. In 1543 werd het Hertogdom Gelre ingenomen door Keizer Karel V. Keizer Karel V vestigde in Arnhem het Hof
van Gelre en andere instituten. Arnhem werd daardoor de belangrijkste stad van Gelre en in 1813 de provinciehoofdstad. De naam ‘Arnhem’ komt uit de Germaanse taal. Het is afgeleid van arnu (arend) - en heem (thuis).
Arnhem - nu
Arnhem is gelegen in aan de Nederrijn en de IJssel, in het gebied de Veluwezoom en in de streek De Liemers. Plaatsen in de buurt van Arnhem zijn Bennekom, Didam, Dieren, Doesburg, Doetinchem, Duiven, Eerbeek, Elst, Heteren, Hoenderloo, Huissen, Loenen, Oosterbeek, Renkum, Rheden, Schaarsbergen, Velp, Wageningen, Westervoort en Zevenaar.
Arnhem ligt in de provincie Gelderland. De gemeente Arnhem telde op 1 januari 2019 bijna 160.000 inwoners (bron: CBS).
Vlag gemeente Arnhem
Wapen gemeente Arnhem
Inwoners
Een inwoner van Arnhem noemt men een ’Arnhemmer’ of ‘Arnhemse’.
Bekende Arnhemmers zijn Ted de Braak, Willibrord Frequin, Antonie Kamerling, Herman Koch, Emile Ratelband, Mart Smeets, Karel Vuursteen en Max Westerman.
Bekende Arnhemmers zijn Ted de Braak, Willibrord Frequin, Antonie Kamerling, Herman Koch, Emile Ratelband, Mart Smeets, Karel Vuursteen en Max Westerman.
Iets wat uit Arnhem komt, wordt ‘Arnhems’ of ‘Arnhemmer’ genoemd. ‘Arnhemse meisjes’ zijn traditionele koekjes van gistdeeg met veel suiker. Arnhem kreeg stadsrechten in 1233.
Arnhem - internationaal, kernen & scholing
Provinciehoofdstad & partnersteden
Arnhem is de provinciehoofdstad van Gelderland.
Arnhem is de op twee na grootste stad van de provincie Gelderland.
Arnhem is één van de 22 Nederlandse Hanzesteden.
De partnersteden van Arnhem zijn Croydon in het Verenigd Koninkrijk, Gera in Duitsland, Hradec Králové in Tsjechië, Kimberley in Zuid-Afrika en Wuhan in China.
Kernen
Onder de gemeente Arnhem vallen eveneens Elden en Schaarsbergen.
Hoger onderwijs
In Arnhem zijn diverse hogescholen, HAN University of Applied Sciences Arnhem, de Politieacademie, Schoevers alsook de Wagner Group.
In 2020 heeft Arnhem een universiteit gekregen in de vorm van het Connector Energy Innovation Lab, waarbij het IPKW en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen een rol spelen.
Vlag provincie Gelderland
Wapen provincie Gelderland
Typisch Arnhems
Denk je aan Arnhem, dan denk je aan de Slag om Arnhem, operatie Market Garden in WOII en aan de Luchtmobiele Brigade. De stad geniet daarnaast bekendheid vanwege Burgers’ Zoo, het Openluchtmuseum en als startpunt van Rijnreisjes.
Arnhem fungeert als overstap- of opstapplek voor de belangrijkste internationale spoorverbindingen naar Duitsland en de rest van Europa.
Arnhem is daarnaast een kenniscentrum voor
Arnhem fungeert als overstap- of opstapplek voor de belangrijkste internationale spoorverbindingen naar Duitsland en de rest van Europa.
Arnhem is daarnaast een kenniscentrum voor
technologie en energie, hoofdstad van Gelderland, populaire winkelstad en vestigingsplaats van grote bedrijven.
Topsportcentrum Papendal hoort ook bij Arnhem.
Niet veel mensen weten dat de grote blokken beton in de natuur rond Arnhem radiopeilstations zijn van de Duitse Luftwaffe uit WOII.
Topsportcentrum Papendal hoort ook bij Arnhem.
Arnhem - minder bekend
Niet veel mensen weten dat de grote blokken beton in de natuur rond Arnhem radiopeilstations zijn van de Duitse Luftwaffe uit WOII.
Arnhems dialect en accent
Arnhem ligt in het overgangsgebied naar het Veluwse dialect.
Typisch voor het Ernums is de klank van de ‘aa’ die in è verandert. ‘Klaar’ wordt klèèr.
In het Ernums komt de ‘ge/gij’ voor, in plaats van je/jij/jullie.
Veel woorden worden half ingeslikt maar de klinkers worden eerder lang uitgerekt.
Typisch voor het Ernums is de klank van de ‘aa’ die in è verandert. ‘Klaar’ wordt klèèr.
In het Ernums komt de ‘ge/gij’ voor, in plaats van je/jij/jullie.
Veel woorden worden half ingeslikt maar de klinkers worden eerder lang uitgerekt.
Een gaffeltange is een ‘oorwurm’; een knetterbiele een ‘kettingzaag’.
Een echt Ernums gezegde voor iemand die er niet goed uitziet: Hij het een gezig as een deurgeschete erwt.
Afgeven op de buren is de Ernummer niet vreemd. “Jij komt uit Nijmegen, toch?” in het Ernems: D’r uut!
Een echt Ernums gezegde voor iemand die er niet goed uitziet: Hij het een gezig as een deurgeschete erwt.
Afgeven op de buren is de Ernummer niet vreemd. “Jij komt uit Nijmegen, toch?” in het Ernems: D’r uut!
“Made in [Arnhem]”
Arnhem - zakelijk
De gemeente Arnhem
Het netnummer van Arnhem is 026.
Het postcodegebied van Arnhem is 6800 - 6846.
Het adres van het gemeentehuis van Arnhem is Koningstraat 38, 6811 DW in Arnhem.
De website van de gemeente Arnhem is Arnhem.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Arnhem is 026 3775900.
Zakendoen in Arnhem
Voor Arnhemse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Arnhem aan de Kronenburgsingel 525, 6831 GM in Arnhem. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Arnhem is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Arnhem is KVK-kantoor Arnhem.
Arnhem - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Arnhem vaak op bedrijventerrein Het Broek, IJsseloord 1 of 2, Kleefse Waard, Overmaat, Rijkerswoerd of op bedrijventerrein RijnPark.
In Arnhem bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: A1 Personeelsdiensten, Accon AVM, Accsys, Akzo Nobel Nederland, Allego, Alliander, Arcadis, Attero, Balans Groep, BASF Nederland, Beslist.nl, CCV Nederland, DNV GL, Eiffel, Elis, EW Facility Services, Flynth Adviseurs & Accountants, Gigaset Communications Nederland, Hays, Hoogwegt Diary, InventumJysk, KEMA, KplusV, Low &
In Arnhem bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: A1 Personeelsdiensten, Accon AVM, Accsys, Akzo Nobel Nederland, Allego, Alliander, Arcadis, Attero, Balans Groep, BASF Nederland, Beslist.nl, CCV Nederland, DNV GL, Eiffel, Elis, EW Facility Services, Flynth Adviseurs & Accountants, Gigaset Communications Nederland, Hays, Hoogwegt Diary, InventumJysk, KEMA, KplusV, Low &
Bonar, Medline, MPS Systems, NedStack, Novartis, Ohra Verzekeringen, Peeze Koffiebranderij, Scalabor (e-fulfillment, Jumbo fietspompen, nestkastjes), SIDN, Simson, SSI Schäfer, STSG, Suez Netherlands, TechnipFMC Separation Systems, Teijin Aramid, TenneT TSO, TÜV Rheinland, UL International, Vestas, VGZ, Wisa, Ziut, 4PET in Duiven, AVR in Duiven, Vamo in Duiven, Hectas Facility Services in Duiven, Distributiecentrum Jumbo in Elst, Brinkers margarinefabriek in Velp en Compaxo in Zevenaar.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Arnhems nieuws
Het Arnhemse nieuwsportaal is Arnhem Direct en Arnhemse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Midden.
Ondernemers in Arnhem kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Gelderland.
Ondernemers in Arnhem kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Gelderland.
Arnhemmers en ondernemingen in Arnhem kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant de Arnhemse Koerier, de Gelderlander - Arnhem en het Algemeen Dagblad - Arnhem.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Arnhem
Cultuur
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Arnhem een bezoek brengen aan Airborne at the Bridge, aan Museum Arnhem, aan het Arnhems Oorlogsmuseum, aan het Historisch Museum Grenadiers en Jagers, aan het Nederlands Openluchtmuseum, aan het Museum Schatkamer Walburgis of aan Huis Zypendaal.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Arnhemse voetbalclub Vitesse, SML of VV Arnhemnia te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Arnhem kunt u terecht bij ALTB, bij Tennisvereniging Elden, bij Tennisvereniging De Hoogkamp of bij De Groene Kamer.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus bij ons taleninstituut in Arnhem of na een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd om wat te ontspannen?
Om een balletje te slaan of gezellig iets te drinken of te eten, kunt u bij de Edese Golf Club Papendal in Arnhem terecht. Deze golfbaan bevindt zich aan de Papendallaan 22 in Arnhem. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 026-482 19 85. De website van de golfbaan is www.edesegcpapendal.nl.
Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij clubhuis de Hofmeester, telefoonnummer 026-482 14 79.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Arnhem die eveneens op Youtube te zien zijn.
Door direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt een filmpje afgespeeld.
Onder deze filmpjes staan de locaties van Gelderland en Arnhem op Google Maps.
Door direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt een filmpje afgespeeld.
Onder deze filmpjes staan de locaties van Gelderland en Arnhem op Google Maps.
Klik linksboven om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Arnhem
Dronebeelden Arnhem
Google Maps Gelderland
Google Maps Arnhem
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Arnhem
Arnhems nieuws
Hieronder ziet u het actuele nieuws uit Arnhem van diverse nieuwsbronnen.
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Nieuws uit Arnhem
- Ongeval met letsel op Steenstraat in Arnhem - De Gelderlander
- Ongeval met letsel op Steenstraat in Arnhem - De Stentor
- Ongeval met letsel op Burgemeester Matsersingel in Arnhem - De Gelderlander
- Raad van State keurt tracébesluit A12_A15 goed, A15 bij Arnhem mag doorgetrokken - Telegraaf.nl
- Ondernemend Arnhem dolblij met doortrekken A15: ‘Veel minder auto’s die hier toch niet hoeven zijn’ - De Gelderlander
- De A15 wordt verlengd: en dit betekent dat voor jou - De Stentor
- Vrachtwagenchauffeur raakt van de weg op A50 bij Arnhem, afrit tot 15.00 uur afgesloten - GelreNieuws
- Vrachtwagenchauffeur raakt van de weg op A50 bij Arnhem, afrit richting Apeldoorn tot 15.00 uur afgesloten - De Gelderlander
- Vrachtwagenchauffeur vliegt uit de bocht op A50 bij Arnhem - De Stentor
Nieuws uit de provincie Gelderland
- Duidelijkheid na jaren procederen: A15 doortrekken naar A12 mag - NOS
- Er lijkt in Nijmegen wel een oorlog tegen parkeerplaatsen gaande - De Gelderlander
- Renée is nu officieel vrouw: ‘Collega's bij de politie steunden me, bij de muziekvereniging niet’ - De Gelderlander
- Ik zie mijn huisdier als een familielid - De Gelderlander
- Ik kon het goed vinden met jongens die in Allah geloven, maar aan gesprekken over homoseksualiteit hield ik een nare nasmaak over - De Gelderlander
- Nachtelijke rookwolk in Heerde blijkt afkomstig van brandende shovel op bedrijventerrein - De Stentor
- Comeback van een tegendraadse docent: hoe Rob (74) na een rel nog even een studie volgde om Oekraïners Nederlands te leren - De Gelderlander
- Pas gekocht appartement is onbewoonbaar na kortsluiting in de koelkast: ‘Echt heel sneu’ - De Gelderlander
- Lezers helpen lezers: Spelregels ’t Belegh van Leyden, zand en een drumcomputer - De Gelderlander
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Taleninsituut verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Arnhem
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Arnhem en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Arnhem
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten