Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Daarom hebben organisaties die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die precies dat levert: Effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden in Apeldoorn en omstreken. Taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken kennen hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Apeldoorn aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
Business Center Loolaan Loolaan 37 7314 AB APELDOORN
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Apeldoorn aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en ook als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Iedereen kan bij Dagnall Taleninstituut een vreemde taal leren op de manier die het beste bij hem of haar past. Naast de klassieke taaltaalcursussen zijn organisaties met name geïnteresseerd in werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van klantenen. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies talen te leren in Apeldoorn. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Onze filosofie is om vreemde talen te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Wij gaan daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert. Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor de cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Met deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door dagelijks 15 minuten te oefenen, brengen we u met grote stappen naar het beoogde niveau. Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Apeldoorn.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall stelt de leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemer(s) met hun contactgegevens aan. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt bepaald, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met de offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
Na een aantal lessen evalueert de trainer de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden bijgesteld. Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
Het (individuele) contact met de deelnemers kan Dagnall desgewenst verzorgen Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht van ons. Dit intakeformulier alsook de schrijfopdracht dienen voorafgaand aan de intakedatum te worden teruggestuurd Wij verzorgen de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag De indeling van de groep(en) worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall geadviseerd en vastgesteld in overleg De deelnemers worden per taal en taalniveau ingedeeld Wij sturen u altijd een offerte op maat! Dagnall verzorgt de logistiek van het materiaal en de cursusbenodigdheden Dagnall Talen brengt geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen in rekening Continuïteit van de planning van de cursus(sen) alsook het lesprogramma wordt door Dagnall bewaakt en gegarandeerd Dagnall Taleninstituut is betrokken alsook flexibel!
Dagnall Taleninstituut, Vertaalbureau, Tolkbureau en Tekstbureau geeft sinds 1982 maatwerk taaltraining aan (overheids)instellingen en het bedrijfsleven in en rond Apeldoorn. Voor Dagnall werken kundige en ervaren taaltaaltrainers die experts zijn op taalgebied en die vele duizenden trainingen hebben verzorgd aan het bedrijfsleven en (overheids)organisaties in de Stedendriehoek.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, leveren wij u effectieve en betaalbare taalcursussen in Apeldoorn. U kunt erop rekenen dat taleninstituut Dagnall Talen uitstekend rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Apeldoorn
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Een cursus gericht op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer is ondertussen bij veel ondernemingen gemeengoed. Medewerkers die geen of een beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen de aanwijzingen op het werk goed kunnen begrijpen en opvolgen. Deze medewerkers willen het liefst met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en uiteraard heel graag hun ambitie op hun werk verwezenlijken. Een investering in personeel en in de ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor noodzakelijk.
Ons instituut geeft betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer vergroten. Dagnall Taleninstituut leert en helpt de deelnemer hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen in zijn/haar functie. Dagnall stemt de taallessen af op de behoefte van de klant alsook op het niveau van de deelnemer(s). Naast de lessen, krijgen de cursisten regelmatig praktijkopdrachten gedurende de cursus, die de voortgang van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de training verbeteren.
Hierdoor ontstaat een win-winsituatie! Dagnall let eveneens op de minder belichte kant van veel taaltrainingen: de cursist staat al vaak alleen in zijn inspanningen om de taal te beheersen, om de cultuur en gewoontes van het bewuste land en het bedrijf te begrijpen en om zijn of haar wereld via taal uit te breiden. Dit vereist veel inzet en motivatie. Daarnaast heeft de deelnemer maar een aantal vaste contactmomenten per week met de taaldocent. Dat is niet in iedere situatie voldoende.
Onderscheidend
Ons instituut onderscheidt zich door de aandacht te vestigen op vergroting van het draagvlak voor een taalcursus op de werkvloer. Ons taleninstituut stimuleert zowel collega’s als leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie om een voortdurend proces van taalverwerving te creëren, door vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursisten te communiceren in de doeltaal. Door het consequent uitdragen van het belang van taal op de werkvloer op deze manier, wordt de waarde van goede talenkennis gezamenlijk ervaren en voelen de deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Apeldoorn
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining is niet alleen aangepast aan de behoefte van de cursist, klant, werkgever of organisatie, zoals betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taaltraining is natuurlijk ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taaltraining (bij een taleninstituut in Apeldoorn) die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn erg bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in de praktijk te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt bereikt door een blend van deze bewezen leermethode, samen met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Taleninstituut terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Ons taleninstituut biedt individuele taalcursussen, duocursussen (met 2 cursisten), groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. De taaltrainers van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en de taaltrainers spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer plezierige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Apeldoorn. Deze, door de jaren heen verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die zeer geschikt is voor de cursisten.
Effectief een taal leren in Apeldoorn bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus uit handen kunt geven. Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruikt Dagnall Taleninstituut gevarieerde en moderne onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Apeldoorn worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Apeldoorn
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Apeldoorn en omgeving. Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles. De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en een zeer hoog rendement. De individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie. De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen. Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de leerstijl, de branche alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen doordat veel kennis wordt geleerd in korte tijd. Er wordt meer vooruitgang gemaakt doordat de cursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Een ander belangrijk voordeel van individuele cursussen is flexibiliteit. De cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Ook is een individuele cursus goed af te stemmen op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere lerenden is het grootste voordeel van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; het leren van de fouten van anderen en met elkaar in de doeltaal communiceren. Deze afwisseling kunnen cursisten leuker vinden. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt. Voor de cursisten zijn groepscursussen ook wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele cursussen kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de trainer. Het geleerde kan niet in de groep geoefend worden omdat er geen interactie is met andere cursisten. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van de foutjes van andere cursisten te leren. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de cursisten.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten wat eerder afgeleid worden. Het rendement is hierdoor wat lager. Deels kan dit ondervangen worden door de groep wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroep). Ook kan een groepscursus minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen. Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele deelnemers kan worden afgestemd, is een ander nadeel van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut biedt cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook online of incompany aan. Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld kiezen voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Een combinatie van deze verschillende trainingen is eveneens mogelijk. Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalbeheersing staat niet alleen voor kennen maar vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Omdat kunnen minstens zo belangrijk is als kennen, is Dagnall Talen de belangrijke schakel naar de focus van kennis naar praktische toepassing.
Zo communiceert u al gauw in de andere taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen geheel plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden aan de hand van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is foutloos leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen om daarna een nieuw woord hieraan toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt vaak in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel grote bezwaren. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet gaat om het memoriseren van de grammaticaregels, maar om het gebruik ervan. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die een taal beginnen te leren effectief. Vanaf het begin wordt een juiste uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van kennis. Ook bij grotere groepen kan deze methode worden gebruikt.
Tevens is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later herhaald worden. Deze woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten terechtkomen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer deze kennis van betekenis en relevant is. De methode kan dus alleen goed functioneren voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode goed functioneren. Schrijven met de hand werkt beter dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken. Een minpunt van deze methode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode zeer tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de vreemde taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert men eveneens onbewust op die manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode is het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De leeractiviteiten in de te leren taal dienen stimulerend te zijn om te zorgen dat de studenten plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen deze twee leermethoden is dat de Directe Methode meer de focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de taal op te bouwen. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat. Bij de leermethode draait het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden in reële situaties middels dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking aan de lerenden gepresenteerd. De taalstructuren die het meest worden gebruikt, worden het eerst geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote rol. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat de lerenden de taal op een accurate wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren in welke situatie bepaalde woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen input van studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren de te leren taal in praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die studenten leren te communiceren in de vreemde taal.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. In het verenigde Europa ontstond meer vraag om talen te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is functioneel en studentgericht. Omdat authentieke materialen worden gebruikt, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is deze methode stimulerend omdat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en daarna geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs traint de vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een methode waarbij de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Deze aanpak werd beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainer draagt taalkennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor de lerenden. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk te reizen naar het land van de doeltaal en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de leermethode vrij intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel gaan communiceren in de te leren taal omdat zij erdoor worden omgeven. De lerende is in principe 24 uur per dag aan het leren. In groepen versterkt het samen oefenen de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de methode. Als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet elke student heeft genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is Suggestopedie gebaseerd op het principe van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de studenten essentieel. Dat de studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. Studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die werden gezet in een halve cirkel en er was altijd muziek in de les. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek afgespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressies in stem. Studenten werden op deze manier verleid om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. In de les werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld ook streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor lerenden geen hinder krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerende kenschetst. De lerenden beginnen een gesprek. Als zij de taal nog niet genoeg machtig zijn, spreken zij in hun moedertaal. De trainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er wordt geen leerboek gebruikt; het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De taaldocent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken wanneer deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. De studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren te werken als team. Studenten leren veel van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles. Vaak blijven deze verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Een nadeel van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen gehouden. Het succes van de lessen is daardoor lastig te meten. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor studenten om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de trainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn lesboeken in de afgelopen drie decennia duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal geschonken die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande wending in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de vreemde taal op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is een minpunt van deze leermethode. Een aantal studenten heeft meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de doeltaal denken doordat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van Gouin over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat de methode een vrij afwijkende aanpak had, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. De methode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid goed en zorgt voor een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme op bij de studenten doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. De methode maakt de studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve vaardigheden van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de methode van François Gouin is dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat de verwerving van de doeltaal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De taken dienen iets boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van de lerenden (hoofdzakelijk de lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun taalvaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een aantal Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan tien strenge regels (dogma’s) bij het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet belast is door voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-benadering is het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische zaken. Hierbij draait het om communicatie als inspirator van een vreemde taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen de lerenden en de taaldocent. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor docenten. Dat de studenten de verantwoording dragen voor het eigen leerproces, kan zeer motiverend werken. Voorspelbaar is de les zo nooit. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-methode is bijna elk item bespreekbaar. Het houdt studenten betrokken en alert.
Studenten kunnen zich daarentegen wel minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle trainers voldoende flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de leerstof hiervoor aan bod komt tijdens de taallessen, kan een bijkomend nadeel zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes fasen van de methode bieden haalbare doelstellingen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige methode: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal ook begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. De studenten gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn veel leerboeken voor deze methode geschikt. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt. Een bijkomende reden is dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is simultaan spreken ook verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de doeltaal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De methode van Shadowing heeft als keerzijde is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die gebaseerd is op het principe dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd en de achtergrond en kan de methode eveneens in grotere klassen toegepast worden. De taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het feit dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten zijn uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en een andere methodiek nodig is als aanvulling. De methode is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens ging de Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefden de mensen naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief geleerd, in voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de lerenden hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. De lerenden werden gestimuleerd vaak te praten. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de taallessen in de doeltaal gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste voordeel van de Directe Methode. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld, waardoor lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Nadelen kent deze leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze leermethode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook relatief veel minder. De methode biedt voor de meer gevorderde studenten niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is tevens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode van een dynamische inzet van de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent, die maar één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Het kan als een nadeel worden ervaren dat het wat saai kan worden om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht te trekken van de studenten, reacties los te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere staafjes met verschillende kleuren, die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast, zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die tenslotte worden beschouwd als autonoom. In feite is de trainer aan de studenten dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke wijze. Door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof over het algemeen goed verwerkt en onthouden. De lerenden ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Het kan een minpunt van de methode zijn dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de docent zouden de lerenden gefrustreerd kunnen raken. De limiterende factor van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er snel af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten aan veel begrijpelijke input blootgesteld. Door de trainer wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich doordat de verhalen van de trainer eenvoudig zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De docent wijst de student op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit het hoofd leren.
De lerende zal na een poosje ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Bij deze methode schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om daarna samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de taaldocent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanboort, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. TPRS is prettig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
De Rosetta Stone-leermethodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd gevonden met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal te leren. Deze taalcursussen zijn in ruim dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De lerende kan zo de uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker) vergelijken. Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door lerenden gebruikt worden. Welke onderdelen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door lerenden zelf bepaald. Veel mensen ervaren het als plezierig om met de leermethode te werken. Voor onderwijsinstellingen kan deze methode een oplossing zijn bij een gebrek aan trainers. Het feit dat geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
De cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes/dialoog die door studenten worden nagesproken en herhaald. De zinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en taalstructuren bevat in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode variëren. Over het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo praten, werkt de methode van Pimsleur erg goed als uitspraakverbeteraar.
De keerzijde van de methodiek is dat niets wordt uitgelegd. Een gebruiker leert geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moet het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De Michel Thomas-methode bestaat uit audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke stemacteur en een vrouwelijke stemacteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en nieuwe stof wordt afgewisseld met reeds bekende stof. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal gewezen, als deze er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de student zelf zinnetjes maken. Ook gebruikt de leermethode van flashcards zodat de lerenden zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus plezierig werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal. De mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is heel toegankelijk en traint de luistervaardigheid en de uitspraak van de vreemde taal op een efficiënte wijze. Een minpunt van de Michel Thomas-methode is dat de taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen streven is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De lerenden werken idealiter ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast deze dialoog, met grammaticale uitleg. Voor het oefenen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de cursist op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer om de cursist te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen geheel plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden aan de hand van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is foutloos leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen om daarna een nieuw woord hieraan toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt vaak in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel grote bezwaren. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet gaat om het memoriseren van de grammaticaregels, maar om het gebruik ervan. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die een taal beginnen te leren effectief. Vanaf het begin wordt een juiste uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van kennis. Ook bij grotere groepen kan deze methode worden gebruikt.
Tevens is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later herhaald worden. Deze woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten terechtkomen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer deze kennis van betekenis en relevant is. De methode kan dus alleen goed functioneren voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode goed functioneren. Schrijven met de hand werkt beter dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken. Een minpunt van deze methode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode zeer tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de vreemde taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert men eveneens onbewust op die manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode is het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De leeractiviteiten in de te leren taal dienen stimulerend te zijn om te zorgen dat de studenten plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen deze twee leermethoden is dat de Directe Methode meer de focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de taal op te bouwen. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat. Bij de leermethode draait het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden in reële situaties middels dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking aan de lerenden gepresenteerd. De taalstructuren die het meest worden gebruikt, worden het eerst geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote rol. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat de lerenden de taal op een accurate wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren in welke situatie bepaalde woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen input van studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren de te leren taal in praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die studenten leren te communiceren in de vreemde taal.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. In het verenigde Europa ontstond meer vraag om talen te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is functioneel en studentgericht. Omdat authentieke materialen worden gebruikt, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is deze methode stimulerend omdat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en daarna geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs traint de vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een methode waarbij de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Deze aanpak werd beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainer draagt taalkennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor de lerenden. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk te reizen naar het land van de doeltaal en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de leermethode vrij intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel gaan communiceren in de te leren taal omdat zij erdoor worden omgeven. De lerende is in principe 24 uur per dag aan het leren. In groepen versterkt het samen oefenen de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de methode. Als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet elke student heeft genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is Suggestopedie gebaseerd op het principe van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de studenten essentieel. Dat de studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. Studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die werden gezet in een halve cirkel en er was altijd muziek in de les. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek afgespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressies in stem. Studenten werden op deze manier verleid om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. In de les werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld ook streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor lerenden geen hinder krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerende kenschetst. De lerenden beginnen een gesprek. Als zij de taal nog niet genoeg machtig zijn, spreken zij in hun moedertaal. De trainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er wordt geen leerboek gebruikt; het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De taaldocent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken wanneer deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. De studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren te werken als team. Studenten leren veel van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles. Vaak blijven deze verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Een nadeel van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen gehouden. Het succes van de lessen is daardoor lastig te meten. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor studenten om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de trainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn lesboeken in de afgelopen drie decennia duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal geschonken die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande wending in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de vreemde taal op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is een minpunt van deze leermethode. Een aantal studenten heeft meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de doeltaal denken doordat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van Gouin over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat de methode een vrij afwijkende aanpak had, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. De methode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid goed en zorgt voor een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme op bij de studenten doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. De methode maakt de studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve vaardigheden van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de methode van François Gouin is dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat de verwerving van de doeltaal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De taken dienen iets boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van de lerenden (hoofdzakelijk de lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun taalvaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een aantal Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan tien strenge regels (dogma’s) bij het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet belast is door voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-benadering is het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische zaken. Hierbij draait het om communicatie als inspirator van een vreemde taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen de lerenden en de taaldocent. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor docenten. Dat de studenten de verantwoording dragen voor het eigen leerproces, kan zeer motiverend werken. Voorspelbaar is de les zo nooit. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-methode is bijna elk item bespreekbaar. Het houdt studenten betrokken en alert.
Studenten kunnen zich daarentegen wel minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle trainers voldoende flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de leerstof hiervoor aan bod komt tijdens de taallessen, kan een bijkomend nadeel zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes fasen van de methode bieden haalbare doelstellingen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige methode: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal ook begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. De studenten gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn veel leerboeken voor deze methode geschikt. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt. Een bijkomende reden is dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is simultaan spreken ook verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de doeltaal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De methode van Shadowing heeft als keerzijde is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die gebaseerd is op het principe dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd en de achtergrond en kan de methode eveneens in grotere klassen toegepast worden. De taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het feit dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten zijn uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en een andere methodiek nodig is als aanvulling. De methode is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens ging de Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefden de mensen naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief geleerd, in voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de lerenden hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. De lerenden werden gestimuleerd vaak te praten. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de taallessen in de doeltaal gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste voordeel van de Directe Methode. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld, waardoor lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Nadelen kent deze leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze leermethode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook relatief veel minder. De methode biedt voor de meer gevorderde studenten niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is tevens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode van een dynamische inzet van de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent, die maar één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Het kan als een nadeel worden ervaren dat het wat saai kan worden om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht te trekken van de studenten, reacties los te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere staafjes met verschillende kleuren, die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast, zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die tenslotte worden beschouwd als autonoom. In feite is de trainer aan de studenten dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke wijze. Door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof over het algemeen goed verwerkt en onthouden. De lerenden ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Het kan een minpunt van de methode zijn dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de docent zouden de lerenden gefrustreerd kunnen raken. De limiterende factor van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er snel af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten aan veel begrijpelijke input blootgesteld. Door de trainer wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich doordat de verhalen van de trainer eenvoudig zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De docent wijst de student op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit het hoofd leren.
De lerende zal na een poosje ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Bij deze methode schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om daarna samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de taaldocent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanboort, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. TPRS is prettig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd gevonden met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal te leren. Deze taalcursussen zijn in ruim dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De lerende kan zo de uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker) vergelijken. Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door lerenden gebruikt worden. Welke onderdelen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door lerenden zelf bepaald. Veel mensen ervaren het als plezierig om met de leermethode te werken. Voor onderwijsinstellingen kan deze methode een oplossing zijn bij een gebrek aan trainers. Het feit dat geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
De cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes/dialoog die door studenten worden nagesproken en herhaald. De zinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en taalstructuren bevat in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode variëren. Over het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo praten, werkt de methode van Pimsleur erg goed als uitspraakverbeteraar.
De keerzijde van de methodiek is dat niets wordt uitgelegd. Een gebruiker leert geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moet het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De Michel Thomas-methode bestaat uit audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke stemacteur en een vrouwelijke stemacteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en nieuwe stof wordt afgewisseld met reeds bekende stof. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal gewezen, als deze er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de student zelf zinnetjes maken. Ook gebruikt de leermethode van flashcards zodat de lerenden zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus plezierig werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal. De mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is heel toegankelijk en traint de luistervaardigheid en de uitspraak van de vreemde taal op een efficiënte wijze. Een minpunt van de Michel Thomas-methode is dat de taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen streven is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De lerenden werken idealiter ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast deze dialoog, met grammaticale uitleg. Voor het oefenen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de cursist op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Er is ook een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Babbel, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere manier om talen te leren: De Dagnall Talen Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral door de focus van Dagnall steeds op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Tot slot beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen continu in op actuele ontwikkelingen en thema’s die voor de cursist interessant zijn. Onze trainers zijn erg bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall Talen geworden, maar deze werkwijze geeft ook de waarde aan onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning wordt face-to-face-les (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Apeldoorn.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Apeldoorn
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de deelnemers bij blended learning met afwisseling wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met de andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Apeldoorn op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en het vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Taleninstituut eveneens over een handige eigen App voor Android alsook Apple. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat deelnemers altijd en overal, dus 24/7, op alle (mobiele) apparaten toegang hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw bedrijf of organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, juridische termen, technische termen en specifieke productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft beschikbaar na afloop van de training in Apeldoorn. Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners en klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal. Mensen die meerdere talen spreken, zijn daarom cruciaal in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is even effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het onlineplatform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining
Alleen het volgende hebt u nodig voor cursussen in een virtuele classroom: - Laptop, pc of tablet met een microfoon en een camera - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Onze onlinecursussen en blended taalcursussen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten
De online alsook de blended taalcursussen van Dagnall Talen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde moedertaal (native) docenten verzorgd
Onze docenten hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn universitair dan wel HBO geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – vlotte leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen die speciaal op de behoeften en wensen van de cursist worden afgestemd
De inhoud wordt op het leerplan afgestemd om structuur te geven aan het leerproces
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen op een snelle en zelfverzekerde manier te bereiken
De online (of blended) taalcursussen bestaan uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuren die u in de voorbereiding en de lessen zelf hebt geleerd, actief toe
Dankzij de combinatie van videosessies en zelfstudie komen de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en niets hoeft te missen
Onze taaltrainers geven naast de taalcursussen ook tips voor verdere digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursisten en de trainer en zijn van groot belang voor het slagen van taaltrainingen .
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Apeldoorn ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Apeldoorn ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Voor het aangeven van het begin- en eindniveau van de cursist, gaan wij uit van hetERK (Europees Referentiekader). Hierin worden alle taalniveaus volgens Europese standaard, beschreven. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Aan het einde van de cursus bij ons taleninstituut in Apeldoorn overhandigen wij het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een kader om taalniveaus te kunnen omschrijven op een uniforme wijze, zodat een ‘gevorderde’ in bijvoorbeeld Engeland eenzelfde taalbeheersing heeft als een ‘gevorderde’ in Duitsland. Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa. Het ERK betitelt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, zijnde: luisteren, lezen, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken. De Engelse naam wordt eveneens veel gehanteerd: Common European Framework of References; CEFR. Alle taalvaardigheden krijgen in het ERK een matrix met zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives). Deze niveaus zijn A1, A2, B1, B2, C1 en C2, waarbij A1 het beginniveau is en C2 het niveau moedertaalspreker.
Niveau A geldt voor beginners. De cursist die niveau B beheerst, bezit alle basisvaardigheid in de Franse taal. Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die met groot gemak Frans kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Wie een vreemde taal op niveau C beheerst, kent deze taal op bijna moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is speciaal voor de vertaalbranche en bevat onder meer eisen voor mensen, projectbeheer, middelen, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee maal door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall Talen is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstellingen en heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Apeldoorn, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
De gedragscode van de NRTO is op vijf beginselen gebaseerd, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens met diverse andere organisaties samen, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. De leden van de NRTO zijn allemaal ondernemers.NRTO-leden werken resultaat- en klantgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod van aan cursussen van bijvoorbeeld ons taleninstituut in Apeldoorn sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Continu innoveren is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doel noodzakelijk zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan nodig en de persoonsgegevens dienen te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, vernietiging en verlies. Dagnall Talen voldoet uiteraard aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Apeldoorn zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut is in het CRKBO-register ingeschreven. CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit betekent dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen berekenen. Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Apeldoorn
Wilt u contact opnemen met ons taleninstituut in Apeldoorn? Bel naar 085-2737302 (geen menu) of stuur een e-mail naar taleninstituut-apeldoorn@dagnall.nl voor meer informatie.
Of vul ons contactformulier in. U kunt ook ons gratis informatiepakket bestellen.
Het juiste traject naar een taleninstituut in Apeldoorn!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw locatie volgen of in Apeldoorn, bijvoorbeeld bij Business Center Loolaan aan de Loolaan 37 in Apeldoorn. Dagnall taleninstituut verzorgt ook taalcursussen in Apeldoorn in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Apeldoorn aan de Landgoedlaan 26, in Fletcher Hotel Apeldoorn aan de Soerenseweg 73 en in Stayokay Apeldoorn aan de Asselsestraat 330.
U kunt besprekingen houden in Apeldoorn bij bijvoorbeeld bij Omnispoort aan De Voorwaarts 55 en bij Theater & Congrescentrum Orpheus aan Churchillplein 1.
In het jaar 792 werd Apeldoorn voor het eerst in een schenkingsakte genoemd als ‘Villa Ut Marca Appoldro’. De Veluwe was toen een landbouwgebied, waar genoeg water was. ‘Appoldro’ of ‘Apeldorne’ ontstond in de vroege middeleeuwen aan de rand van de Veluwe op een plaats waar voldoende water aanwezig was voor landbouw. Het was aanvankelijk maar een klein
plaatsje, maar toen Stadhouder Willem III zich in het jaar 1684 vestigde in huis Het Loo, begon het te groeien. Het vroegmiddeleeuwse woord apa betekent ‘water’. En ‘doorn’ is een verbastering van treo. Treo betekent wat ‘boom’. In moderne taal dus ‘bomen bij het water’.
Apeldoorn ligt in de landstreek De Veluwe en de regio Stedendriehoek. Plaatsen in de buurt van de stad Apeldoorn zijn Assel, Beekbergen, Beemte Broekland, Deventer, Hoenderloo, Klarenbeek, Kootwijk, Loenen, Twello, Uddel, Vaassen en Voorst.
Apeldoorn ligt in de provincie Gelderland. De gemeente Apeldoorn heeft iets meer dan 162.000 inwoners.
Een inwoner van Apeldoorn heet een ‘Apeldoornaar’, een ‘Apeldoorner’ of een ‘Apeldorenaar’. Bekende Apeldoorners zijn Peter Bosz, Joop Braakhekke, Willem Bijkerk (Waylon), Pim Wessels en Demy de Zeeuw.
Iets wat bij Apeldoorn hoort, noemt men ‘Apeldoorns’, zoals bijvoorbeeld het Apeldoorns Kanaal. Apeldoorn is zowel een stad, een plaats als een gemeente.
Apeldoorn - internationaal, kernen & scholing
Partnerstad
De partnerstad van Apeldoorn is Banda Atjeh in Indonesië.
Kernen
Onder de gemeente Apeldoorn vallen eveneens Beekbergen, Beemte-Broekland, Hoenderloo, Hoog Soeren, Klaarenbeek, Lieren, Loenen, Radio Kootwijk, Uddel, Ugchelen en Wenum-Wiesel.
Hoger onderwijs
Er zijn diverse hogescholen in Apeldoorn, onder andere Novi, de Politieacademie, Saxion en Wittemborg. Sinds 1919 is de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) in Apeldoorn gevestigd. Deze universiteit is in 1894 opgericht.
Denk je aan Apeldoorn, dan denk je aan Paleis Het Loo en de Kroondomeinen, aan het Nationaal Park de Hoge Veluwe en Natuurpark Berg & Bos, aan de Apenheul, aan de Julianatoren en aan het CODA. Apeldoorn heeft ook fraaie stadsparken. Maar denk je aan Apeldoorn, dan denk je ook aan “Even Apeldoorn bellen”; de onsterfelijke slogan van verzekeringsmaatschappij Centraal Beheer. Apeldoorn fungeert als vestigingsplaats voor verschillende mediabedrijven en als regionaal
centrum voor Midden- en Oost-Nederland. Ook de Belastingdienst is er gevestigd. Ook Teuge International Airport voor de burgerluchtvaart hoort bij Apeldoorn.
Apeldoorn - minder bekend
Weinig mensen weten dat in Apeldoorn ieder jaar de Midwinter Marathon wordt gelopen. De Midwinter Marathonis één van de langst bestaande hardloopevenementen van Nederland.
Typisch voor de Nedersaksische dialecten is de -t/-et als uitgang van de werkwoorden in het meervoud in plaats van ‘-en’. In het Apeldoorns is ‘wij werken’ wiele warken en ‘jullie werken’ ule warkt. ‘Zij werken’ wordt zie warkt.
In het Oost-Veluws klinkt de ‘oe’ als uu: ‘groen’ wordt gruun. Een ‘ui’ is look; een ‘ladder’ is een ledder en een ‘voederbak’ een zomp. Wie ’n dik gat hef, mot ok ’n wieje bokse hemmen oftewel: “wie ruim wil leven, moet geld hebben”.
“Gewoon in Apeldoorn”
Apeldoorn - zakelijk
De gemeente Apeldoorn
Het netnummer van Apeldoorn is 055. Het postcodegebied van Apeldoorn is 7300 - 7336. Het adres van het gemeentehuis van Apeldoorn is Marktplein 1, 7311 LG in Apeldoorn. De website van de gemeente Apeldoorn is Apeldoorn.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Apeldoorn is 14 055.
Zakendoen in Apeldoorn
Voor Apeldoornse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Apeldoorn aan Het Rietveld 55A, 7321 CT in Apeldoorn. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Apeldoorn is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Apeldoorn is KVK-kantoor Apeldoorn.
Verschillende internationaal opererende bedrijven zijn in Apeldoorn gevestigd op bedrijventerrein Apeldoorn Noord, Ecofactorij, Malkenschoten-Kayersmolen, Kuipersveld, Matenhoek, Osseveld Oost en kantoorlocatie De Zuidwestpoort. In Apeldoorn bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Admidex, Adola, AFP Apeldoorn Flexible Packaging, Agrifirm, Akkolade, Amac, Amefa, Bakkerij Fuite, BBA Pumps, BDR Thermea Group (Remeha), Clarins, Decathlon (Decathlon, Quechua), Dros Schoonmaakdiensten, ESA, Globen Personeel, Goldwell KMS, Häfele Nederland, Hanos, Holland Colours, Intermediair Uitzendbureau, Kiwa,
Livera, Loparex, Machinefabriek Werklust, Merida Benelux, Ministry of Beauty (L’ANZA Benelux, Absolution Benelux, 18.21 Man Made Benelux etc.), Moduslink, PinkRoccade, Reesink Agri (Bergmann, Deutz Fahr, Einböck, Knoche, Kuhn, Rauch), Royal IHC, Sandd, Solis Of Switzerland Benelux, Sparta, Distributiecentrum Koninklijke Talens, Timing, Koninklijke Vaassen Flexible Packaging - Royal Vaassen, Distributiecentrum Wasco, Welkoop, Xelvin, SMART Packaging Solutions in Loenen en Facom Nederland in Uddel. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Apeldoornse voetbalclub CSV Apeldoorn, WSV Apeldoorn of AGOVV meespeelt. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Apeldoorn kunt u terecht bij TCS, bij Tennisvereniging De Maten, bij Vego of bij Sport Kerschoten.
Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de cursus bij ons taleninstituut in Apeldoorn of met uw internationale (zaken)relatie bij Apeldoorn een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de buurt van Apeldoorn ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit. De nabijgelegen golfbaan voor Apeldoorn is de Veluwse Golf Club in Hoog Soeren. Deze golfbaan is gelegen aan Hoog Soeren 57 in Hoog Soeren. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 055-519 12 75. De website van de Veluwse Golf Club is www.veluwsegolfclub.nl. Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij clubrestaurant De Witte Juffer, telefoonnummer 055-519 12 56. Golfclub De Scherpenbergh is een andere golfbaan in de omgeving van Apeldoorn.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Apeldoorn die eveneens op Youtube zijn te zien. Klik direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding om het filmpje te bekijken. Onder de filmpjes vindt u de locaties van Gelderland en Apeldoorn op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt het kaartje groot weergeven in een nieuw venster.
Promovideo Apeldoorn
Dronebeelden Apeldoorn
Google Maps Gelderland
Google Maps Apeldoorn
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Apeldoorn