Begin nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral op het professionale vlak. Zo krijgen organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Amersfoort.
Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak kent zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Amersfoort aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taalcursussen op maat in Amersfoort aan als individuele (1-op-1) les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen een vreemde taal leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast algemene taalcursussen zijn organisaties vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaltrainers met zeer goede recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Amersfoort. Dagnall Talen leidt u doelgericht en vlot naar de beoogde resultaten.
De filosofie van Dagnall is om een vreemde taal te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Dagnall Taleninstituut gaat daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leerproces voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Door onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. We brengen cursisten in grote stappen naar het gewenste taalniveau met dagelijks 15 minuten oefenen.
Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Amersfoort.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taaltraining is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Arnhem) die het beste bij hem of haar past.
De kundige trainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo vlug en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement bereikt Dagnall Talen door een mix van deze beproefde leermethode met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor cursussen terecht die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 lerenden, duocursussen (met 2 lerenden), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een de Dagnall App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
De taaltrainers van ons instituut maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en de taaltrainers spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een zeer fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Amersfoort. Deze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursus is niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook aangepast aan de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie kunt overlaten aan ons.
Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt Dagnall Taleninstituut gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te garanderen.
Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Amersfoort gegeven worden.
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Amersfoort en omgeving.
Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groepen houden wij zo klein mogelijk de deelnemers maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement doordat veel informatie wordt opgenomen vrij in korte tijd.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt doordat de taalcursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een groot voordeel van een individuele cursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal.
Daarnaast is een individuele cursus goed op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Met name de interactie met de andere deelnemers is het belangrijkste voordeel van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van discussies en rollenspellen.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; van de fouten van andere deelnemers kunnen leren en met de groep in de doeltaal communiceren. Cursisten kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als leuker ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook is een groepscursus wat minder intensief (wat minder zwaar) voor de cursist dan een individuele taalcursus.
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen alleen met de docent worden gedaan en gevoerd.
Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan de geleerde taalkennis niet geoefend worden in een groep.
Doordat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van de foutjes van andere cursisten.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemers.
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen deelnemers wat sneller zijn afgeleid. Het rendement ligt hierdoor iets lager. Door de groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit gedeeltelijk worden ondervangen.
Een groepscursus kan ook minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten afgestemd kan worden, is een ander minpunt van groepscursussen.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen volledig in de doeltaal werden gegeven. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten leren verstaan en spreken; het begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan zo een zin bijvoorbeeld tien keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al gauw bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van de taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. Direct vanaf het begin wordt de correcte uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verwacht van de lerenden, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later worden herhaald. De opgeschreven zinnen en woorden worden door de student hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt steeds herzien; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer de kennis van betekenis en relevant is voor de student. Deze methode kan goed functioneren voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun zou deze methode goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan alleen een verzameling losse woorden en zinnen. Deze GoldList-methode is daarnaast nogal tijdrovend omdat er steeds handgeschreven lijsten aangelegd moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal aan te leren. Zo leert men onbewust eveneens de taalregels van de vreemde taal van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld. Om te zorgen dat de lerenden van de ervaring kunnen genieten, dienen de leeractiviteiten in de vreemde taal stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al veelvuldig aangetoond. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. De studenten krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met de taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De beheersing van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan de verwerving van woordenschat. Bij de methode gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze woordcombinaties worden aan de lerende gepresenteerd in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die het meest gebruikt worden, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de taal op een nauwkeurige wijze leren, is het voordeel van een structurele aanpak. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook minpunten. De werkwijze is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor ervaringen van succes. De eigen input van de studenten is gelimiteerd; de methode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen.
Met gebruik van CLT-technieken leren de studenten de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaltrainer draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten echt trainers, die studenten helpen om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa ontstond een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. Het is efficiënt. Voor de studenten is deze methode stimulerend, omdat zij gauw succes ervaren. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaldocent en van lerenden vereist het een actieve deelname. Deze manier van een taal leren, is voor sommige lerenden lastig of afwijkend, afhankelijk van hun achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Meidinger ontwikkelde omstreeks het jaar 1783 een leermethode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, cultuur en wetenschap was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocenten dragen de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, door de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal om literair taalgebruik gaat, staat de leermethode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die wordt toegepast bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven is. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal reizen en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in de te leren taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer en studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor moeten de lerenden zich veilig voelen en ontspannen zijn. Om dit te bereiken, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. De studenten zaten tijdens de les in comfortabele stoelen die geplaatst waren in een halve cirkel en in de les werd ook altijd achtergrondmuziek gedraaid. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij deze teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen over de grammatica van de te leren taal. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor de studenten, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van Suggestopedia worden nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want iedere lerende is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. Studenten beginnen een gesprek. Zijn zij de doeltaal nog niet machtig genoeg, dan spreken zij in hun moedertaal. De docent geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. De gesprekken worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gevolgd; het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van de methode is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerende te vertalen. CLL kan goed werken als deze op de juiste wijze wordt toegepast. CLL is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken wordt door studenten vaak als zinvol ervaren. Niet alleen tijdens de les, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met Community Language Learning worden studenten zich een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren als een team te werken. Van het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden geremd in hun spreken wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor de studenten om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de rol van de taaltrainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is het nadeel van deze leermethode. Sommige lerenden hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. De studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de te leren taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek was toch enige tijd succesvol, ondanks de ongewone aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheid goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer in de lessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s taalmethodiek garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt de seriemethode enthousiasme op van de lerenden door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. De studenten worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode worden de communicatieve competenties van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode is dat taal die iets abstracter of subjectiever wordt, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak daarna uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de studenten liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van de lerenden (vooral de lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Samen behelzen deze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Bij het Dogme-taalonderwijs is iets dergelijks aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het doel van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als de inspirator van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve benadering voor het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en studenten focust. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de taaldocent is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit; dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Bijna alles kan besproken worden in een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt ervoor dat de studenten alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent, kunnen studenten zich echter wel iets minder op hun gemak voelen. Niet alle taaldocenten zijn flexibel genoeg voor dit type van onderwijs. Nog een minpunt kan zijn dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan de orde komt in de les.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en nu begint de deelnemer ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend tot dit heel soepel gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn veel lesboeken voor deze techniek geschikt. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, is een bijkomende reden zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep van lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het soms wat saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die op het principe is gebaseerd dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens in grotere klassen ingezet worden. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker taalniveau werkt en daarnaast een andere methodiek (als aanvulling) nodig is. Ook is de leermethodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van vreemde talen, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Omstreeks 1900, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeboden, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak. Het werd aangemoedigd de lerenden veel te laten praten. Het was eveneens een nieuw verschijnsel dat de lessen in de doeltaal gegeven werden. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van vocabulaire werd gedaan aan de hand van voorbeelden en plaatjes. Studenten brachten abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Deze methode kent ook keerzijden. Deze leermethode besteedt veel minder aandacht aan schrijfvaardigheid en ook minder aandacht aan lezen in de vreemde taal. Voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode te weinig uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet erg bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode is gestoeld op een dynamische inzet vanuit de student.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan door studenten als een nadeel worden ervaren dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de docent om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de hoeveelheid energie van de studenten. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de taaldocenten niet naar kennisoverdracht an sich dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om dingen te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoofdzakelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, alhoewel de Stille Methode in de originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methode voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom beschouwd wordt, is de sterke kant van de aanpak van Caleb Gattegno. De taaldocent is bij deze leermethode in feite dienstbaar aan de lerende en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van een taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de docent. Werken met kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: een taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden de lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De docent vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn vrij gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn de lerenden ontspannen. Zo worden woorden en structuren vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De taaldocent wijst lerenden op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. De docent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met hun vertalingen en vervolgens samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Daarna volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. TPR Storytelling is prettig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die is gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie van deze methode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) alsook foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo de uitspraak met die van een moedertaalspreker (native speaker) vergelijken. Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij optie is om deze fouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende toegepast worden. Welke onderdelen meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door lerenden zelf bepaald. Veel studenten vinden het plezierig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een keerzijde is dat geen taaldocent beschikbaar is die de lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialogen in de doeltaal die door studenten daarna worden nagesproken en herhaald. De zinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren in de doeltaal bevat. De grammaticale structuur van de doeltaal wordt niet apart uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder meer Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode variëren. Over het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier praten in een normaal tempo, werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed als uitspraakverbeteraar.
Dat niets wordt uitgelegd, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. Gebruikers leren geen bouwstenen om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de acteurs. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en nieuwe stof wordt afgewisseld met bekende stof. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. De methode wijst bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de studenten het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnen worden eveneens bouwstenen geleerd. Hiermee kan de student zelf zinnen bouwen. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. Mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus traint de luistervaardigheid en de uitspraak op een efficiënte manier en de cursus is ook heel toegankelijk. Een minpunt van de methode is dat de taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Bij voorkeur werkt de cursist ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, samen met toelichting van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de lerenden daarna herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen volledig in de doeltaal werden gegeven. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten leren verstaan en spreken; het begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan zo een zin bijvoorbeeld tien keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al gauw bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van de taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. Direct vanaf het begin wordt de correcte uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verwacht van de lerenden, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later worden herhaald. De opgeschreven zinnen en woorden worden door de student hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt steeds herzien; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer de kennis van betekenis en relevant is voor de student. Deze methode kan goed functioneren voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun zou deze methode goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan alleen een verzameling losse woorden en zinnen. Deze GoldList-methode is daarnaast nogal tijdrovend omdat er steeds handgeschreven lijsten aangelegd moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal aan te leren. Zo leert men onbewust eveneens de taalregels van de vreemde taal van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld. Om te zorgen dat de lerenden van de ervaring kunnen genieten, dienen de leeractiviteiten in de vreemde taal stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al veelvuldig aangetoond. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. De studenten krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met de taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De beheersing van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan de verwerving van woordenschat. Bij de methode gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze woordcombinaties worden aan de lerende gepresenteerd in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die het meest gebruikt worden, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de taal op een nauwkeurige wijze leren, is het voordeel van een structurele aanpak. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook minpunten. De werkwijze is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor ervaringen van succes. De eigen input van de studenten is gelimiteerd; de methode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen.
Met gebruik van CLT-technieken leren de studenten de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaltrainer draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten echt trainers, die studenten helpen om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa ontstond een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. Het is efficiënt. Voor de studenten is deze methode stimulerend, omdat zij gauw succes ervaren. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaldocent en van lerenden vereist het een actieve deelname. Deze manier van een taal leren, is voor sommige lerenden lastig of afwijkend, afhankelijk van hun achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Meidinger ontwikkelde omstreeks het jaar 1783 een leermethode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, cultuur en wetenschap was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocenten dragen de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, door de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal om literair taalgebruik gaat, staat de leermethode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die wordt toegepast bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven is. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal reizen en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in de te leren taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer en studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor moeten de lerenden zich veilig voelen en ontspannen zijn. Om dit te bereiken, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. De studenten zaten tijdens de les in comfortabele stoelen die geplaatst waren in een halve cirkel en in de les werd ook altijd achtergrondmuziek gedraaid. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij deze teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen over de grammatica van de te leren taal. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor de studenten, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van Suggestopedia worden nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want iedere lerende is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. Studenten beginnen een gesprek. Zijn zij de doeltaal nog niet machtig genoeg, dan spreken zij in hun moedertaal. De docent geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. De gesprekken worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gevolgd; het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van de methode is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerende te vertalen. CLL kan goed werken als deze op de juiste wijze wordt toegepast. CLL is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken wordt door studenten vaak als zinvol ervaren. Niet alleen tijdens de les, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met Community Language Learning worden studenten zich een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren als een team te werken. Van het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden geremd in hun spreken wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor de studenten om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de rol van de taaltrainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is het nadeel van deze leermethode. Sommige lerenden hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. De studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de te leren taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek was toch enige tijd succesvol, ondanks de ongewone aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheid goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer in de lessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s taalmethodiek garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt de seriemethode enthousiasme op van de lerenden door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. De studenten worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode worden de communicatieve competenties van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode is dat taal die iets abstracter of subjectiever wordt, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak daarna uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de studenten liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van de lerenden (vooral de lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Samen behelzen deze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Bij het Dogme-taalonderwijs is iets dergelijks aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het doel van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als de inspirator van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve benadering voor het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en studenten focust. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de taaldocent is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit; dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Bijna alles kan besproken worden in een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt ervoor dat de studenten alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent, kunnen studenten zich echter wel iets minder op hun gemak voelen. Niet alle taaldocenten zijn flexibel genoeg voor dit type van onderwijs. Nog een minpunt kan zijn dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan de orde komt in de les.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en nu begint de deelnemer ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend tot dit heel soepel gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn veel lesboeken voor deze techniek geschikt. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, is een bijkomende reden zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep van lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het soms wat saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die op het principe is gebaseerd dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens in grotere klassen ingezet worden. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker taalniveau werkt en daarnaast een andere methodiek (als aanvulling) nodig is. Ook is de leermethodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van vreemde talen, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Omstreeks 1900, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeboden, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak. Het werd aangemoedigd de lerenden veel te laten praten. Het was eveneens een nieuw verschijnsel dat de lessen in de doeltaal gegeven werden. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van vocabulaire werd gedaan aan de hand van voorbeelden en plaatjes. Studenten brachten abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Deze methode kent ook keerzijden. Deze leermethode besteedt veel minder aandacht aan schrijfvaardigheid en ook minder aandacht aan lezen in de vreemde taal. Voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode te weinig uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet erg bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode is gestoeld op een dynamische inzet vanuit de student.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan door studenten als een nadeel worden ervaren dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de docent om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de hoeveelheid energie van de studenten. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de taaldocenten niet naar kennisoverdracht an sich dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om dingen te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoofdzakelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, alhoewel de Stille Methode in de originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methode voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom beschouwd wordt, is de sterke kant van de aanpak van Caleb Gattegno. De taaldocent is bij deze leermethode in feite dienstbaar aan de lerende en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van een taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de docent. Werken met kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: een taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden de lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De docent vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn vrij gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn de lerenden ontspannen. Zo worden woorden en structuren vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De taaldocent wijst lerenden op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. De docent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met hun vertalingen en vervolgens samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Daarna volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. TPR Storytelling is prettig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Amersfoort.
Voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, zolang het geen 1-op-1 les betreft, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Amersfoort op maat.
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogst mogelijke leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform biedt Dagnall Taleninstituut eveneens een eigen App voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Deelnemers kunnen dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, productnamen en juridische termen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht ingezet worden en de App blijft beschikbaar nadat de taaltraining in Amersfoort is afgerond.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Medewerkers die meerdere talen beheersen, zijn derhalve cruciaal in veel bedrijven.
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus en/of als blended taalcursus te boeken. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt over het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk beschouwd en biedt variatie en interactie.
Alleen het volgende is nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, tablet of pc/iMac met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van ISO 9001:2015.
Dagnall Talen is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche en stelt onder andere eisen aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa beoordeeld om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, bijvoorbeeld bij ons taleninstituut in Amersfoort, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Amersfoort is de op één na grootste stad van de provincie Utrecht.
De partnerstad van Amersfoort is Liberec in Tsjechië.
Onder de gemeente Amersfoort vallen eveneens Hoogland en Hooglanderveen.
Hogescholen in Amersfoort zijn Nederlandse Beiaardschool (HKU), Hogeschool Utrecht en SOMT.
Er zijn geen universiteiten gevestigd in Amersfoort.
Het netnummer van Amersfoort is 033.
Het postcodegebied van Amersfoort is 3800 - 3826.
Het adres van het gemeentehuis van Amersfoort is Stadhuisplein 1, 3811 LM in Amersfoort.
De website van de gemeente Amersfoort is Amersfoort.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Amersfoort is 14 033.
Voor Amersfoortse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Amersfoort aan de Printerweg 6, 3821 AD in Amersfoort. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Amersfoort is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Amersfoort is KVK-kantoor Amersfoort.
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Amersfoort een bezoek brengen aan het Cavaleriemuseum, aan Museum Flehite, aan HuisAlsMuseum, aan Galerie Kunstbroeders, aan Kunsthal KAdE, aan het Mondriaanhuis of aan Galerie de Ploegh.
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom leuk om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Amersfoortse voetbalclub AFC Quick te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Amersfoort kunt u terecht bij Tennisvereniging Metgensbleek, bij LTV Randenbroek, bij Alta Amersfoortse Lawn Tennisclub ‘Amersfoort’ of bij Flehite.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing
Taalcursussen in Amersfoort van topniveau
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral op het professionale vlak. Zo krijgen organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Amersfoort.
Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak kent zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Amersfoort aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden onze taalcursussen op maat in Amersfoort aan als individuele (1-op-1) les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen een vreemde taal leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast algemene taalcursussen zijn organisaties vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaltrainers met zeer goede recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Amersfoort. Dagnall Talen leidt u doelgericht en vlot naar de beoogde resultaten.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
De filosofie van Dagnall is om een vreemde taal te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Dagnall Taleninstituut gaat daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leerproces voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Door onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. We brengen cursisten in grote stappen naar het gewenste taalniveau met dagelijks 15 minuten oefenen.
Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Amersfoort.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Talen stelt de leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemers met de contactgegevens aan. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau bepaald wordt, ontvangt u een cursusvoorstel op maat met de offerte.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en uw agenda.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en uw agenda.
Na een aantal lessen evalueert de taaltrainer de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden bijgesteld.
Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar taleninstituut in Amersfoort sinds 1982
Dagnall Taleninstituut, Vertaalbureau, Tolkbureau en Tekstbureau verzorgt sinds 1982 taalonderwijs op maat voor (overheids)instellingen en het bedrijfsleven in Amersfoort en omstreken. Ons instituut werkt met kundige en ervaren taaltaaltrainers die experts zijn op taalgebied en die talrijke taaltrainingen aan diverse bedrijven en (overheids)organisaties in de provincie Utrecht hebben gegeven.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, leveren wij u zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Amersfoort. U kunt erop rekenen dat taleninstituut Dagnall Talen maximaal rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Amersfoort
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Cursussen toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel organisaties een begrip.
Medewerkers zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen sneller en/of beter kunnen communiceren.
Medewerkers zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen sneller en/of beter kunnen communiceren.
Zij willen de instructies op de werkvloer goed kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. Deze medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk hun ambities op het werkterrein realiseren. Een investering in medewerkers en in de ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Amersfoort
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Arnhem) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De kundige trainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo vlug en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement bereikt Dagnall Talen door een mix van deze beproefde leermethode met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor cursussen terecht die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 lerenden, duocursussen (met 2 lerenden), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een de Dagnall App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
De taaltrainers van ons instituut maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en de taaltrainers spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een zeer fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaldocenten in Amersfoort. Deze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursus is niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook aangepast aan de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Effectief een taal leren in Amersfoort bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie kunt overlaten aan ons.
Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt Dagnall Taleninstituut gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te garanderen.
Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Amersfoort gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Amersfoort
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Amersfoort en omgeving.
Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groepen houden wij zo klein mogelijk de deelnemers maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
De groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement doordat veel informatie wordt opgenomen vrij in korte tijd.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt doordat de taalcursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een groot voordeel van een individuele cursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal.
Daarnaast is een individuele cursus goed op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere deelnemers is het belangrijkste voordeel van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van discussies en rollenspellen.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; van de fouten van andere deelnemers kunnen leren en met de groep in de doeltaal communiceren. Cursisten kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als leuker ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook is een groepscursus wat minder intensief (wat minder zwaar) voor de cursist dan een individuele taalcursus.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen alleen met de docent worden gedaan en gevoerd.
Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan de geleerde taalkennis niet geoefend worden in een groep.
Doordat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van de foutjes van andere cursisten.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemers.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen deelnemers wat sneller zijn afgeleid. Het rendement ligt hierdoor iets lager. Door de groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit gedeeltelijk worden ondervangen.
Een groepscursus kan ook minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten afgestemd kan worden, is een ander minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut biedt cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook incompany en online aan.
Bij Taleninstituut Dagnall kiezen cursisten bijvoorbeeld voor een intensieve of semi-intensieve
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook incompany en online aan.
Bij Taleninstituut Dagnall kiezen cursisten bijvoorbeeld voor een intensieve of semi-intensieve
cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Een combinatie van deze verschillende trainingen is mogelijk en hier wordt ook vaak voor gekozen.
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Taalbeheersing staat voor kennen (weten) en ook aandacht voor kunnen (handelen). Door te richten op het kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de taaltraining in Amersfoort de verworven kennis sneller actief toepassen.
U kunt zo al snel genieten van deze mooie taal, de andere taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen volledig in de doeltaal werden gegeven. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten leren verstaan en spreken; het begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan zo een zin bijvoorbeeld tien keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al gauw bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van de taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. Direct vanaf het begin wordt de correcte uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verwacht van de lerenden, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later worden herhaald. De opgeschreven zinnen en woorden worden door de student hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt steeds herzien; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer de kennis van betekenis en relevant is voor de student. Deze methode kan goed functioneren voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun zou deze methode goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan alleen een verzameling losse woorden en zinnen. Deze GoldList-methode is daarnaast nogal tijdrovend omdat er steeds handgeschreven lijsten aangelegd moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal aan te leren. Zo leert men onbewust eveneens de taalregels van de vreemde taal van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld. Om te zorgen dat de lerenden van de ervaring kunnen genieten, dienen de leeractiviteiten in de vreemde taal stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al veelvuldig aangetoond. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. De studenten krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met de taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De beheersing van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan de verwerving van woordenschat. Bij de methode gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze woordcombinaties worden aan de lerende gepresenteerd in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die het meest gebruikt worden, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de taal op een nauwkeurige wijze leren, is het voordeel van een structurele aanpak. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook minpunten. De werkwijze is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor ervaringen van succes. De eigen input van de studenten is gelimiteerd; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen.
Met gebruik van CLT-technieken leren de studenten de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaltrainer draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten echt trainers, die studenten helpen om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa ontstond een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. Het is efficiënt. Voor de studenten is deze methode stimulerend, omdat zij gauw succes ervaren. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaldocent en van lerenden vereist het een actieve deelname. Deze manier van een taal leren, is voor sommige lerenden lastig of afwijkend, afhankelijk van hun achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Meidinger ontwikkelde omstreeks het jaar 1783 een leermethode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, cultuur en wetenschap was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocenten dragen de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, door de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal om literair taalgebruik gaat, staat de leermethode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die wordt toegepast bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven is. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal reizen en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in de te leren taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer en studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor moeten de lerenden zich veilig voelen en ontspannen zijn. Om dit te bereiken, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. De studenten zaten tijdens de les in comfortabele stoelen die geplaatst waren in een halve cirkel en in de les werd ook altijd achtergrondmuziek gedraaid. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij deze teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen over de grammatica van de te leren taal. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor de studenten, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van Suggestopedia worden nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want iedere lerende is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. Studenten beginnen een gesprek. Zijn zij de doeltaal nog niet machtig genoeg, dan spreken zij in hun moedertaal. De docent geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. De gesprekken worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gevolgd; het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van de methode is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerende te vertalen. CLL kan goed werken als deze op de juiste wijze wordt toegepast. CLL is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken wordt door studenten vaak als zinvol ervaren. Niet alleen tijdens de les, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met Community Language Learning worden studenten zich een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren als een team te werken. Van het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden geremd in hun spreken wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor de studenten om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de rol van de taaltrainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is het nadeel van deze leermethode. Sommige lerenden hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. De studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de te leren taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek was toch enige tijd succesvol, ondanks de ongewone aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheid goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer in de lessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s taalmethodiek garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt de seriemethode enthousiasme op van de lerenden door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. De studenten worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode worden de communicatieve competenties van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode is dat taal die iets abstracter of subjectiever wordt, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak daarna uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de studenten liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van de lerenden (vooral de lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Samen behelzen deze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Bij het Dogme-taalonderwijs is iets dergelijks aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het doel van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als de inspirator van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve benadering voor het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en studenten focust. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de taaldocent is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit; dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Bijna alles kan besproken worden in een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt ervoor dat de studenten alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent, kunnen studenten zich echter wel iets minder op hun gemak voelen. Niet alle taaldocenten zijn flexibel genoeg voor dit type van onderwijs. Nog een minpunt kan zijn dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan de orde komt in de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en nu begint de deelnemer ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend tot dit heel soepel gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn veel lesboeken voor deze techniek geschikt. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, is een bijkomende reden zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep van lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het soms wat saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die op het principe is gebaseerd dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens in grotere klassen ingezet worden. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker taalniveau werkt en daarnaast een andere methodiek (als aanvulling) nodig is. Ook is de leermethodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van vreemde talen, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Omstreeks 1900, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeboden, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak. Het werd aangemoedigd de lerenden veel te laten praten. Het was eveneens een nieuw verschijnsel dat de lessen in de doeltaal gegeven werden. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van vocabulaire werd gedaan aan de hand van voorbeelden en plaatjes. Studenten brachten abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Deze methode kent ook keerzijden. Deze leermethode besteedt veel minder aandacht aan schrijfvaardigheid en ook minder aandacht aan lezen in de vreemde taal. Voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode te weinig uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet erg bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode is gestoeld op een dynamische inzet vanuit de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan door studenten als een nadeel worden ervaren dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de docent om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de hoeveelheid energie van de studenten. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de taaldocenten niet naar kennisoverdracht an sich dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om dingen te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoofdzakelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, alhoewel de Stille Methode in de originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methode voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom beschouwd wordt, is de sterke kant van de aanpak van Caleb Gattegno. De taaldocent is bij deze leermethode in feite dienstbaar aan de lerende en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van een taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de docent. Werken met kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: een taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden de lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De docent vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn vrij gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn de lerenden ontspannen. Zo worden woorden en structuren vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De taaldocent wijst lerenden op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. De docent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met hun vertalingen en vervolgens samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Daarna volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. TPR Storytelling is prettig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die is gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie van deze methode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) alsook foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo de uitspraak met die van een moedertaalspreker (native speaker) vergelijken. Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij optie is om deze fouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende toegepast worden. Welke onderdelen meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door lerenden zelf bepaald. Veel studenten vinden het plezierig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een keerzijde is dat geen taaldocent beschikbaar is die de lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialogen in de doeltaal die door studenten daarna worden nagesproken en herhaald. De zinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren in de doeltaal bevat. De grammaticale structuur van de doeltaal wordt niet apart uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder meer Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode variëren. Over het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier praten in een normaal tempo, werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed als uitspraakverbeteraar.
Dat niets wordt uitgelegd, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. Gebruikers leren geen bouwstenen om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de acteurs. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en nieuwe stof wordt afgewisseld met bekende stof. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. De methode wijst bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de studenten het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnen worden eveneens bouwstenen geleerd. Hiermee kan de student zelf zinnen bouwen. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. Mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus traint de luistervaardigheid en de uitspraak op een efficiënte manier en de cursus is ook heel toegankelijk. Een minpunt van de methode is dat de taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Bij voorkeur werkt de cursist ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, samen met toelichting van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de lerenden daarna herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer om de cursist te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen volledig in de doeltaal werden gegeven. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten leren verstaan en spreken; het begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan zo een zin bijvoorbeeld tien keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al gauw bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van de taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. Direct vanaf het begin wordt de correcte uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verwacht van de lerenden, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later worden herhaald. De opgeschreven zinnen en woorden worden door de student hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt steeds herzien; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer de kennis van betekenis en relevant is voor de student. Deze methode kan goed functioneren voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun zou deze methode goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan alleen een verzameling losse woorden en zinnen. Deze GoldList-methode is daarnaast nogal tijdrovend omdat er steeds handgeschreven lijsten aangelegd moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal aan te leren. Zo leert men onbewust eveneens de taalregels van de vreemde taal van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld. Om te zorgen dat de lerenden van de ervaring kunnen genieten, dienen de leeractiviteiten in de vreemde taal stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al veelvuldig aangetoond. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. De studenten krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met de taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De beheersing van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan de verwerving van woordenschat. Bij de methode gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze woordcombinaties worden aan de lerende gepresenteerd in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die het meest gebruikt worden, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de taal op een nauwkeurige wijze leren, is het voordeel van een structurele aanpak. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook minpunten. De werkwijze is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor ervaringen van succes. De eigen input van de studenten is gelimiteerd; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen.
Met gebruik van CLT-technieken leren de studenten de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaltrainer draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten echt trainers, die studenten helpen om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa ontstond een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. Het is efficiënt. Voor de studenten is deze methode stimulerend, omdat zij gauw succes ervaren. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaldocent en van lerenden vereist het een actieve deelname. Deze manier van een taal leren, is voor sommige lerenden lastig of afwijkend, afhankelijk van hun achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Meidinger ontwikkelde omstreeks het jaar 1783 een leermethode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, cultuur en wetenschap was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocenten dragen de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, door de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal om literair taalgebruik gaat, staat de leermethode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die wordt toegepast bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven is. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal reizen en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in de te leren taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer en studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor moeten de lerenden zich veilig voelen en ontspannen zijn. Om dit te bereiken, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. De studenten zaten tijdens de les in comfortabele stoelen die geplaatst waren in een halve cirkel en in de les werd ook altijd achtergrondmuziek gedraaid. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij deze teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen over de grammatica van de te leren taal. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor de studenten, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van Suggestopedia worden nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want iedere lerende is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. Studenten beginnen een gesprek. Zijn zij de doeltaal nog niet machtig genoeg, dan spreken zij in hun moedertaal. De docent geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. De gesprekken worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gevolgd; het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van de methode is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerende te vertalen. CLL kan goed werken als deze op de juiste wijze wordt toegepast. CLL is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken wordt door studenten vaak als zinvol ervaren. Niet alleen tijdens de les, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met Community Language Learning worden studenten zich een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren als een team te werken. Van het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden geremd in hun spreken wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor de studenten om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de rol van de taaltrainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is het nadeel van deze leermethode. Sommige lerenden hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. De studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de te leren taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek was toch enige tijd succesvol, ondanks de ongewone aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheid goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer in de lessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s taalmethodiek garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt de seriemethode enthousiasme op van de lerenden door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. De studenten worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode worden de communicatieve competenties van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode is dat taal die iets abstracter of subjectiever wordt, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak daarna uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de studenten liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van de lerenden (vooral de lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Samen behelzen deze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Bij het Dogme-taalonderwijs is iets dergelijks aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het doel van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als de inspirator van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve benadering voor het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en studenten focust. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de taaldocent is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit; dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Bijna alles kan besproken worden in een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt ervoor dat de studenten alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent, kunnen studenten zich echter wel iets minder op hun gemak voelen. Niet alle taaldocenten zijn flexibel genoeg voor dit type van onderwijs. Nog een minpunt kan zijn dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan de orde komt in de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en nu begint de deelnemer ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend tot dit heel soepel gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn veel lesboeken voor deze techniek geschikt. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, is een bijkomende reden zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep van lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het soms wat saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die op het principe is gebaseerd dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens in grotere klassen ingezet worden. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker taalniveau werkt en daarnaast een andere methodiek (als aanvulling) nodig is. Ook is de leermethodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van vreemde talen, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Omstreeks 1900, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeboden, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak. Het werd aangemoedigd de lerenden veel te laten praten. Het was eveneens een nieuw verschijnsel dat de lessen in de doeltaal gegeven werden. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van vocabulaire werd gedaan aan de hand van voorbeelden en plaatjes. Studenten brachten abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Deze methode kent ook keerzijden. Deze leermethode besteedt veel minder aandacht aan schrijfvaardigheid en ook minder aandacht aan lezen in de vreemde taal. Voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode te weinig uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet erg bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode is gestoeld op een dynamische inzet vanuit de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan door studenten als een nadeel worden ervaren dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de docent om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de hoeveelheid energie van de studenten. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de taaldocenten niet naar kennisoverdracht an sich dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om dingen te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoofdzakelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, alhoewel de Stille Methode in de originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methode voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom beschouwd wordt, is de sterke kant van de aanpak van Caleb Gattegno. De taaldocent is bij deze leermethode in feite dienstbaar aan de lerende en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van een taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de docent. Werken met kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: een taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden de lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De docent vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn vrij gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn de lerenden ontspannen. Zo worden woorden en structuren vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De taaldocent wijst lerenden op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. De docent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met hun vertalingen en vervolgens samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Daarna volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. TPR Storytelling is prettig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale hulpmiddelen om een vreemde taal te leren
Ook bestaat er een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere manier om talen te leren:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere manier om talen te leren:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Amersfoort.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Amersfoort
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, zolang het geen 1-op-1 les betreft, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Amersfoort op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogst mogelijke leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform biedt Dagnall Taleninstituut eveneens een eigen App voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Deelnemers kunnen dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, productnamen en juridische termen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht ingezet worden en de App blijft beschikbaar nadat de taaltraining in Amersfoort is afgerond.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Amersfoort
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Medewerkers die meerdere talen beheersen, zijn derhalve cruciaal in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus en/of als blended taalcursus te boeken. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt over het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk beschouwd en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Alleen het volgende is nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, tablet of pc/iMac met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Amersfoort ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Amersfoort ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Amersfoort
Het Europees Referentiekader (ERK)
Voor aanvang van de cursus doen we een intake met de cursist, om een inzicht te krijgen van zijn taalniveau bij het begin. Dit doen wij aan de hand van het Europees Referentiekader (ERK). De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na afloop van de cursus bij ons taleninstituut in Amersfoort ontvangt de cursist het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese norm om de verschillende niveaus van taalvaardigheid in te delen.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige term wordt ook veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK hanteert ook 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing, van beginner tot bijna moedertaalspreker.
Deze verschillende taalniveaus zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige term wordt ook veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK hanteert ook 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing, van beginner tot bijna moedertaalspreker.
Deze verschillende taalniveaus zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A omschrijft de basisvaardigheden die de gebruiker beheerst.
Niveau B geldt voor de zogenaamde ‘zelfstandige gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp in die vreemde taal kan functioneren.
Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C laat zien dat mensen de vreemde taal uitstekend kunnen gebruiken in verschillende situaties.
Niveau B geldt voor de zogenaamde ‘zelfstandige gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp in die vreemde taal kan functioneren.
Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C laat zien dat mensen de vreemde taal uitstekend kunnen gebruiken in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche en stelt onder andere eisen aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa beoordeeld om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons instituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, bijvoorbeeld bij ons taleninstituut in Amersfoort, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engelse naam: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens moeten beschermd te worden tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging. Dagnall voldoet uiteraard aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en Dagnall verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Amersfoort zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Talen staat in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit betekent dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
Dit betekent dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Amersfoort
Contact taleninstituut Amersfoort
Wilt u contact opnemen met ons instituut met ons taleninstituut in Amersfoort? Vraag vrijblijvend naar onze mogelijkheden. Bel ons direct op 030-8201030 (geen belmenu) of stuur ons een e-mail via taleninstituut-amersfoort@dagnall.nl.
Of ga naar ons contactformulier. Vraagt u gelijk het gratis Dagnall informatiepakket aan.
De beste weg naar een taleninstituut in Amersfoort!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Amersfoort
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw locatie volgen of in Amersfoort, bijvoorbeeld bij het Coachhuis Amersfoort aan de Arnhemseweg 6 in Amersfoort of bij Coachhuis Leusden aan de Kerkweg 7 in Leusden. Ons taleninstituut verzorgt ook taalcursussen in Amersfoort bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Amersfoort-A1 aan de Ruimtevaart 22-24, bij Fletcher Hotel Amersfoort aan de Stichtse Rotonde 11, bij NH Hotel Amersfoort aan de Stationsstraat 75, bij Mercure Hotel Amersfoort Centre aan De Nieuwe Poort 20, bij Best Western Plus Berghotel Amersfoort aan de Utrechtseweg 225 en bij Hotel Campanile Amersfoort aan De Brand 50.
Vergaderen in Amersfoort kan bijvoorbeeld bij De Rijtuigenloods aan de Piet Mondriaanplein 61, bij de Prodentfabriek aan de Oude Fabriekstraat 20, bij Theater de Veerensmederij aan de Soesterweg 330, bij Eenhoorn Meeting Center aan de Barchman Wuytierslaan 2, bij Centraal Ketelhuis aan de Soesterweg 320, bij Dutch Biz aan de De Genestetlaan 7, bij de Flint aan de Coninckstraat 60 en bij het Oude Magazijn aan de Soesterweg 310.
Amersfoort - geschiedenis
Archeologische vondsten duiden al op bewoning in Amersfoort in de steentijd. In de Romeinse tijd was deze plek ook bewoond. Maar de oudste vermelding van een nederzetting met de naam ‘Amersfoort’ stamt van het jaar 1028. De naam ‘Amersfoort’ is een verbastering van het Middelnederlandse woord voorde, dat
‘doorwaadbare plaats‘ betekent en Amer, een oude naam voor de rivier de Eem. De Eem wordt wel de langste rivier van Nederland genoemd, aangezien de Eem de enige rivier is die zowel in Nederland ontspringt als uitmondt. In andere taal wordt Amersfoort ook de ‘Keistad’ genoemd, vanwege de grote zwerfkei die in het centrum van de stad ligt.
Amersfoort - nu
Amersfoort ligt in de regio Eemland. Plaatsen in de omgeving van de stad Amersfoort zijn Baarn, Bunschoten-Spakenburg, Hoevelaken, Hoogland, Leusden, Nijkerk, Oud-Leusden, Soest, Soesterberg, Vathorst en Woudenberg.
Amersfoort ligt in de provincie Utrecht. De gemeente Amersfoort telt ruim 150.000 inwoners.
Vlag gemeente Amersfoort
Wapen gemeente Amersfoort
Inwoners
Een inwoner van Amersfoort heet een ‘Amersfoorter’, maar Amersfoorters worden ook wel keientrekkers genoemd.
Bekende Amersfoorters zijn Floortje Engels, Ilja Gort, Piet Mondriaan, Johan van Oldenbarnevelt en Annechien Steenhuizen.
Iets wat uit Amersfoort komt, heet ‘Amersfoorts’.
Bekende Amersfoorters zijn Floortje Engels, Ilja Gort, Piet Mondriaan, Johan van Oldenbarnevelt en Annechien Steenhuizen.
Iets wat uit Amersfoort komt, heet ‘Amersfoorts’.
Een product met een lange traditie is Amersfoorts bier: al sinds de Middeleeuwen kende Amersfoort veel bierbrouwerijen. Amersfoort kreeg in 1259 stadsrechten.
Amersfoort - internationaal & scholing
Partnerstad & kernen
Amersfoort is de op één na grootste stad van de provincie Utrecht.
De partnerstad van Amersfoort is Liberec in Tsjechië.
Onder de gemeente Amersfoort vallen eveneens Hoogland en Hooglanderveen.
Hoger onderwijs
Hogescholen in Amersfoort zijn Nederlandse Beiaardschool (HKU), Hogeschool Utrecht en SOMT.
Er zijn geen universiteiten gevestigd in Amersfoort.
Vlag provincie Utrecht
Wapen provincie Utrecht
Typisch Amersfoorts
Denk je aan Amersfoort, dan denk je aan de historische compacte binnenstad, de Muurhuizen en stadspoorten, monumenten en grachten. Maar ook aan terrasjes, culinaire restaurants en brouwerijen.
Amersfoort fungeert als belangrijke regiostad wat betreft werkgelegenheid en door de centrale ligging
Amersfoort fungeert als belangrijke regiostad wat betreft werkgelegenheid en door de centrale ligging
is Amersfoort één van de grootste spoorwegknooppunten van Nederland.
Weinig mensen weten dat Piet Mondriaan in Amersfoort is geboren.
Amersfoort - minder bekend
Weinig mensen weten dat Piet Mondriaan in Amersfoort is geboren.
Amersfoorts dialect en accent
Amersfoorts is een Eemlands dialect.
Dit dialect wordt nog maar weinig gesproken, want Amersfoort is een echte immigratiestad.
Net als in het Utrechts dialect, klinkt in Amersfoorts dialect de ‘a’ langgerekt en neigt naar de ‘o‘. De ‘r’ wordt nauwelijks uitgesproken; ‘hardlopen’ is
Dit dialect wordt nog maar weinig gesproken, want Amersfoort is een echte immigratiestad.
Net als in het Utrechts dialect, klinkt in Amersfoorts dialect de ‘a’ langgerekt en neigt naar de ‘o‘. De ‘r’ wordt nauwelijks uitgesproken; ‘hardlopen’ is
hadlopen. Schoeken betekent ‘krabben’ en heuen is ‘opjutten’.
Iemand die wous is, is niet goed wijs. Dèh is Amersfoorts voor ‘hè?’ en arrepels zijn ‘aardappels’. Moekerig weer wil zeggen dat het warm is.
Iemand die wous is, is niet goed wijs. Dèh is Amersfoorts voor ‘hè?’ en arrepels zijn ‘aardappels’. Moekerig weer wil zeggen dat het warm is.
Amersfoort - “Stad met een hart”
Amersfoort - zakelijk
De gemeente Amersfoort
Het netnummer van Amersfoort is 033.
Het postcodegebied van Amersfoort is 3800 - 3826.
Het adres van het gemeentehuis van Amersfoort is Stadhuisplein 1, 3811 LM in Amersfoort.
De website van de gemeente Amersfoort is Amersfoort.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Amersfoort is 14 033.
Zakendoen in Amersfoort
Voor Amersfoortse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Amersfoort aan de Printerweg 6, 3821 AD in Amersfoort. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Amersfoort is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Amersfoort is KVK-kantoor Amersfoort.
Amersfoort - internationale bedrijvigheid
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Amersfoort vindt u op bedrijventerrein De Brand, Calveen, De Hoef, Isselt, Vathorst-Noord, Vinkenhoef of op bedrijventerrein De Wieken.
In Amersfoort bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: BMC, Best International Hotels, Brunotti, Bureau Veritas, Cabot Norit, Cambridge Weight Plan Benelux, Campercentrum Nederland (Westfalia), Candy Hoover Nederland, Candy Online (Cavendish Harvey), CliniClowns, Coloplast, J.J. Darboven, Dr. Oetker, Dynniq, EWT Emergya Wind Technologies, Distributiecentrum Faco, FPH Flexible Packaging Holding (Flexible Packaging, Hellema, Lemapack), FrieslandCampina, Geesa, GlaxoSmithKline (Acquafresh, Augmentin, Elmex, Paradontax, Sensodyne, Voltaren), High Voltage Engineering Europa, Hydratec Industries, Johnson & Johnson Medical, Kao Netherlands, Kao, Kodak Nederland, Johnson & Johnson (Listerine,
In Amersfoort bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: BMC, Best International Hotels, Brunotti, Bureau Veritas, Cabot Norit, Cambridge Weight Plan Benelux, Campercentrum Nederland (Westfalia), Candy Hoover Nederland, Candy Online (Cavendish Harvey), CliniClowns, Coloplast, J.J. Darboven, Dr. Oetker, Dynniq, EWT Emergya Wind Technologies, Distributiecentrum Faco, FPH Flexible Packaging Holding (Flexible Packaging, Hellema, Lemapack), FrieslandCampina, Geesa, GlaxoSmithKline (Acquafresh, Augmentin, Elmex, Paradontax, Sensodyne, Voltaren), High Voltage Engineering Europa, Hydratec Industries, Johnson & Johnson Medical, Kao Netherlands, Kao, Kodak Nederland, Johnson & Johnson (Listerine,
Nicorette, O.B.), Liebherr Nederland, Lucrum Professionals, Luminis Nederland, Milner, Neomax, Nutrec, Orgaworld, Polteq, Pon, Prénatal, Qbuzz, Raet, Regardz, Royal HaskoningDHV, SBB Staatsbosbeheer, Stanley Security, ThiemeMeulenhoff, Vandyck, Van Vliet The Candy Company, Koninklijke Volker Wessels Stevin (VolkerWessels), VSM Nederland (SVP Worldwide; Husqvarna, Pfaff, Singer en Viking naaimachines), VVN Veilig Verkeer Nederland, Webhelp Nederland, Yokogawa Europe, Ziezzo, BDG Briljant Groep in Barneveld, PFW Aroma Chemicals in Barneveld, Arla in Nijkerk, Bieze Food Group in Nijkerk, Harlekijntjes (Festivaldi) in Nijkerk, Struik Foods in Nijkerk, Suikerwerkfabriek van Wandelen (Astra Sweets) in Nijkerk, Vion in Scherpenzeel en Bake Five in Stoutenburg.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Amersfoorts nieuws
Het Amersfoortse nieuwsportaal is EVA en Amersfoortse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Utrecht - Nieuws.
Ondernemers in Amersfoort kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Utrecht.
Ondernemers in Amersfoort kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Utrecht.
Amersfoorters en ondernemingen in Amersfoort kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant De Stad Amersfoort en het Algemeen Dagblad - Amersfoort.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Amersfoort
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Amersfoort een bezoek brengen aan het Cavaleriemuseum, aan Museum Flehite, aan HuisAlsMuseum, aan Galerie Kunstbroeders, aan Kunsthal KAdE, aan het Mondriaanhuis of aan Galerie de Ploegh.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom leuk om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Amersfoortse voetbalclub AFC Quick te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Amersfoort kunt u terecht bij Tennisvereniging Metgensbleek, bij LTV Randenbroek, bij Alta Amersfoortse Lawn Tennisclub ‘Amersfoort’ of bij Flehite.
Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de cursus bij ons taleninstituut in Amersfoort of met uw internationale (zaken)relatie bij Amersfoort een balletje te slaan en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Taleninstituut heeft voor u een golfbaan in de buurt van Amersfoort ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit.
De nabijgelegen golfbaan voor Amersfoort is Golfclub De Hoge Kleij in Leusden. De adresgegevens van Golfclub De Hoge Kleij zijn Loes van Overeemlaan 16, 3832 RZ in Leusden. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 033-461 69 44. De website van de golfbaan is www.hogekleij.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het clubhuis van de golfbaan.
De nabijgelegen golfbaan voor Amersfoort is Golfclub De Hoge Kleij in Leusden. De adresgegevens van Golfclub De Hoge Kleij zijn Loes van Overeemlaan 16, 3832 RZ in Leusden. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 033-461 69 44. De website van de golfbaan is www.hogekleij.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het clubhuis van de golfbaan.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Amersfoort die ook op Youtube staan.
U kunt direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken.
Direct onder de filmpjes zijn de locaties van Utrecht en Amersfoort op Google Maps weergegeven.
U kunt direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken.
Direct onder de filmpjes zijn de locaties van Utrecht en Amersfoort op Google Maps weergegeven.
Klik linksboven om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Amersfoort
Dronebeelden Amersfoort
Google Maps provincie Utrecht
Google Maps Amersfoort
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Amersfoort
Amersfoorts nieuws
Hieronder kunt u het actuele nieuws uit Amersfoort lezen uit verschillende nieuwsbronnen.
Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Nieuws uit Amersfoort
- Drama waarbij drie jonge mannen verongelukten schokt Amersfoort: ‘Het is verschrikkelijk’ - AD
- Auto belandt in het water in Amersfoort, drie mannen omgekomen - NOS
- Drie slachtoffers dodelijk ongeval Amersfoort zijn twintigers, toedracht onbekend - NU.nl
- Amersfoort eerste grote stad met stookverbod - NOS
- Open haard aan? Daar kun je nu in Amersfoort een boete tot 400 euro voor krijgen - AD
- Gezellig de houtkachel aan? Dat is kans op een boete in Amersfoort - RTV Utrecht
- Drie doden nadat auto te water raakt in Amersfoort - AD
- Politie tast in duister over dodelijk ongeluk Amersfoort - NOS
- Open haard aan? Daar kun je nu in Amersfoort een boete tot 400 euro voor krijgen - Provinciale Zeeuwse Courant
Nieuws uit de provincie Utrecht
- Nieuw in Utrecht: deze zaken openden in september 2024 - indebuurt
- Picnic initiatiefnemer eerste energie-hub in Utrecht - Distrifood.nl
- Pep en Frans beleven Utrechtse natte droom: ‘Ranglijst op de rug getatoeëerd’ - De Utrechtse Internet Courant
- Doelpuntenregen bij kletsnatte oefenzege tegen FC Utrecht - Heracles
- Poging doodslag tijdens carnavalsfeest in Breda: `Alles was zwart, ik voelde alleen nog maar stompen` - Drimble.nl
- Rapport feitenonderzoek 7, 8 en 9 mei gepubliceerd - Universiteit Utrecht
- Jans: ‘Hier gaan er maar heel weinig winnen’ - FC Utrecht
- Koopman (17) maakt officieel Utrecht-debuut: "Zag ik niet aankomen" - UtrechtFans.nl
- AZ lijdt thuis tegen FC Utrecht eerste nederlaag - RTL.nl
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Taleninsituut verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Amersfoort
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Amersfoort en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Amersfoort
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten