OFFERTE AANVRAGEN
Offerte aanvragen

Taleninstituut Alphen aan den Rijn

Direct naar ➤ Cursussen - Online - ERK - ISO - Alphen - Nieuws
Dagnall taalcursus op locatie
Dagnall taalcursus online
Dagnall taalcursus contact opnemen
Taleninstituut Dagnall - Wij kunnen snel schakelen - Binnen een week beginnen is mogelijk Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing

Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing


Taalcursussen in Alphen aan den Rijn van topniveau


Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Organisaties en bedrijven die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Alphen aan den Rijn.
Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.

Vakgebieden


Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak heeft een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Alphen aan den Rijn aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Screenshot navigatiesysteem met tekst Taleninstituut Alphen aan den Rijn aangegeven - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Goed op weg met Dagnall Talen

Landkaart Nederland grijs - locatie Dagnall Taleninstituut in Alphen aan den Rijn - aangegeven met blauw plaatsnaambord met witte letters en Dagnall veer - op transparante achtergrond - 600 * 733 pixels

of bij u op locatie

  
Vrijblijvend informeren naar een taaltraining bij u in de buurt
Taalcursus Verenigd Koninkrijk
Taalcursus Duitsland
Taalcursus Frankrijk
Taalcursus Spanje
Taalcursus Nederland
Taalcursus Portugal
Taalcursus Italië
Taalcursus Denemarken
Taalcursus Zweden
Taalcursus Noorwegen
Taalcursus Finland
Taalcursus Rusland
Taalcursus Polen
Taalcursus Tsjechië
Taalcursus Slowakije
Taalcursus Kroatië
Taalcursus Hongarije
Taalcursus Roemenië
Taalcursus Bulgarije
Taalcursus Turkije
Taalcursus Griekenland
Taalcursus Israël
Taalcursus China
Taalcursus Japan

De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen

Werkgerelateerd & doelgericht


Wij bieden taalcursussen op maat in Alphen aan den Rijn aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen vreemde talen leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast klassieke taalcursussen vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. De taalcursussen worden op de individuele behoeften van de opdrachtgever afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Alphen aan den Rijn. Dagnall Talen leidt u doelgericht en snel naar het beoogde resultaat.

Filosofie van Dagnall Taleninstituut


Onze filosofie is om vreemde talen te leren met plezier en gemak en zonder schroom. Daarom gaan wij tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leerproces voor de cursist prettiger en gemakkelijker maakt.

Met onze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Met dagelijks vijftien minuten oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het gewenste niveau.
Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Alphen aan den Rijn.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten

Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut

In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall de leerdoelen en wensen vast. U meldt de cursist(en) aan met de contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarin op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau van de deelnemers wordt vastgesteld, ontvangt u een cursusvoorstel op maat met de offerte.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Na enkele lessen evalueert de trainer de voortgang en de inhoud van de taalcursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden bijgesteld.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. Tevens ontvangen de cursisten een certificaat van ons instituut.
[ Lees meer ]


Intake

Planning

Cursus

Certificaat

Betaalbaar taleninstituut in Alphen aan den Rijn sinds 1982

Taleninstituut Dagnall Talen geeft taalonderwijs aan (overheids)instellingen en het bedrijfsleven in Alphen aan den Rijn en wijde omtrek sinds 1982. Het taleninstituut Dagnall Talen werkt met kundige en ervaren taaltaaltrainers die door de jaren legio trainingen aan bedrijven en (overheids)organisaties in de provincie Zuid-Holland hebben verzorgd.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, leveren wij u zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Alphen aan den Rijn. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall Taleninstituut biedt. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Alphen aan den Rijn

Taal op de werkvloer

Taal op de Werkvloer: draagvlak is nodig! Cursussen toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn inmiddels bij veel organisaties bekend.
Medewerkers die geen of weinig kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een beperking in hun werkomgeving en zij willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren.
Zij willen graag in staat zijn om de aanwijzingen op het werk goed te kunnen begrijpen en opvolgen. De medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk hun ambities op hun werkgebied realiseren. Investeren in mensen en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve nodig.
[ Lees meer ]

Vele wegen naar een betere talenkennis in Alphen aan den Rijn

Behoeftes en leermethode


Een goede taaltraining spits zich niet alleen toe op de behoefte van de cursist, klant, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is vanzelfsprekend ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Apeldoorn) die het beste bij de cursist past.

Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?


De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te gaan toepassen. Dat werkt wel zo prettig en zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het ondertussen bekende hoge rendement bereikt Dagnall met een mix van deze bewezen leermethode, gecombineerd met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Taleninstituut terecht voor cursussen die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.

Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 deelnemers, zogenaamde duocursussen (2 deelnemers), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De taaltrainers van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en spelen voortdurend in op actuele ontwikkelingen en thema’s.

Een prettige manier van leren


Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer fijne manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze docenten in Alphen aan den Rijn. Deze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Overlappende groene cirkel met klok en kalender en donkerblauwe cirkel met icoon lesgeven op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Computerscherm met vier taalvaardigheden luisteren, lezen, schrijven en spreken - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels
Een taal effectief leren in Alphen aan den Rijn bij Taleninstituut Dagnall

Individuele cursussen en groepscursussen

Individuele cursussen & groepscursussen


Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven.
Ons taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en

groepscursussen gebruikt Dagnall Taleninstituut moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Alphen aan den Rijn worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Alphen aan den Rijn

Maatwerkcursussen


Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Alphen aan den Rijn en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut staan al tientallen jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement.
De individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.

Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De leergroep houden we bij voorkeur zo klein mogelijk de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerk taalcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.


Pluspunten individuele cursus


Het grootste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement omdat veel kennis wordt geleerd in een korte periode.
Er wordt meer vooruitgang gemaakt doordat de cursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Nog een belangrijk pluspunt van een individuele cursus is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is eveneens taalcursus ideaal op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.


Pluspunten groepscursus


Het grootste voordeel van groepscursussen is vooral de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal zoals door discussies en rollenspellen in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; het leren van de foutjes van anderen en in de doeltaal communiceren met de groep. De deelnemers kunnen deze afwisseling als prettiger ervaren.
Doordat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt .
Ook zijn voor deelnemers groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele taalcursussen.


Minpunten individuele cursus


Bij een individuele cursus kunnen rollenspellen en discussies alleen met de taaldocent worden gedaan en gevoerd.
De geleerde kennis kan niet worden geoefend in de groep doordat er geen interactie is met andere cursisten.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om van elkaars fouten te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).


Minpunten groepscursus


In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen cursisten iets eerder zijn afgeleid. Hierdoor is het rendement wat lager. Deels kan dit ondervangen worden door groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Groepscursussen kunnen eveneens minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen van cursisten.
Een bijkomstig minpunt van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van de individuele deelnemers.

Pluspunten

Individuele cursus in één oogopslag



  hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
  afgestemd op individuele leerstijl
  inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
  afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
  afgestemd op agenda cursist


Minpunten

Individuele cursus in één oogopslag



  geen interactie met andere cursisten
  vrij intensief voor de cursist
  geen groepsdynamiek

Pluspunten

Groepscursus in één oogopslag



  interactie met andere cursisten
  groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
  groep komt op hetzelfde kennisniveau
  efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
  minder intensief dan individuele cursus


Minpunten

Groepscursus in één oogopslag



  iets minder aandacht voor individuele cursist
  minder afgestemd op individuele leerstijlen
  minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen

Verschillende soorten cursussen voor elk niveau

Dagnall Taleninstituut biedt cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij onze taaltrainingen ook incompany of online aan.

Bij Taleninstituut Dagnall kiezen cursisten bijvoorbeeld voor een intensieve of semi-intensieve
cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Het combineren van deze trainingen is mogelijk en hier wordt ook vaak voor gekozen.
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Woordenwolk in veer logo Dagnall Talen met toepasselijke sleutelwoorden voor Dagnall Talencursussen - in donkerblauw, groen en grijs op transparante achtergrond - 600 * 600 pixels
Stukje hout boven Dagnall potlood met geslepen punt en gum met gedrukt Dagnall Talen logo - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 600 pixels

Kennen en kunnen

Een nieuwe taal beheersen houdt in kennen en kunnen: kennis hebben van de taal, maar ook die kennis kunnen toepassen. Door te richten op kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de taaltraining in Alphen aan den Rijn de verworven kennis sneller actief toepassen.
Uw talenkennis zal daardoor snel vooruitgaan. Dagnall brengt taalkennis tot leven!

Algemene leermethodees

Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)


Bedacht door wie en wanneer


De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.

Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)


De audiolinguale methode kun je beschouwen als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taalles volledig plaatsvond in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. Taaltrainers kunnen bijvoorbeeld een zin tien keer herhalen en vervolgens een extra woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar studenten een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.

Populariteit


In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Men maakte al snel bezwaar tegen de betekenisloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode haar sporen na. Nu was breed aanvaard dat het bij het leren van een taal niet gaat om het memoriseren van de grammatica, maar om het gebruik. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.

Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method


De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. De juiste uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor voor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis zorgen. Ook bij grotere groepen kan deze audiolinguale methode worden gebruikt.

Tevens heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de lerenden verlangd, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik zijn om te zetten.

GoldList Method (GLM)


Bedacht door wie en wanneer


Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).

Kenmerken van de GoldList Method (GLM)


De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige wijze te leren dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd herhaald worden. Deze zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Het is niet het idee om al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst staan.

Populariteit


Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze relevant en betekenisvol is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student.

Voor- en nadelen van de GoldList Method


Bij lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje kan de methode goed functioneren. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een keerzijde van deze leermethode. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan een verzameling losse woorden en zinnen. Deze methode is daarnaast bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven woordenlijsten moeten worden aangelegd.

De Natural Method


Bedacht door wie en wanneer


De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.

Kenmerken van de Natural Method


De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. De leermethode probeert de taal te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. De taalregels van de te leren taal leert studenten eveneens onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.

Als de lerende in de te leren taal wordt ondergedompeld, is de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de lerende plezier van de ervaringen heeft, moeten de activiteiten in de te leren taal stimulerend zijn.

De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.

Populariteit


Het is vaak bewezen dat onderdompeling heel effectief is. De Natural Approach is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De methode richt zich voornamelijk op het impliciet leren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.

Voor- en nadelen van de Natural Method


Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.

Omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten merkbaar zijn. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek examen.

Structurele Aanpak


Bedacht door wie en wanneer


De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de begin jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.

Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)


De Structurele Aanpak is een wijze van taalverwerving die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de SA meer op dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de leermethode om gaat. Deze combinaties worden in herkenbare situaties middels dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking aangeboden aan de student. De taalstructuren die in de praktijk het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.

Populariteit


De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.

Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak


Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de lerenden de vreemde taal op een nauwkeurige manier leren. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn voor de situatie. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. Deze methodiek is behoorlijk tijdrovend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van de student is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.

Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)


Bedacht door wie en wanneer


Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.

Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)


Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.

De studenten leren de vreemde taal in de praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaldocent. Authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.

Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.

Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt in de vreemde taal te communiceren.

Populariteit


De CLT werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om een vreemde taal te leren door middel van een methode die meteen toepasbaar was.

Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs


Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden werkt het stimulerend omdat zij gauw succeservaringen hebben. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de taaldocent en vereist een actieve deelname van studenten. Afhankelijk van hun achtergrond, is voor bepaalde lerenden deze manier van leren ongebruikelijk of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.

Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)


Bedacht door wie en wanneer


Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.

Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)


Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal hebben de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de lerende memoriseert.

Populariteit


De grammatica-/vertaalmethode heeft tot vrij recent een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.

Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode


De methode vormt een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.

Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het belangrijkste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.

Onderdompeling (Engels: immersion)


Bedacht door wie en wanneer


Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught en omgeving.

Kenmerken van onderdompeling


Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment omgeven wordt door de te leren taal. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de doeltaal reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.

Populariteit


De methode van onderdompeling wordt gezien als een heel goede leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier zeer goed worden aangeleerd.

Voor- en nadelen van onderdompeling


Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, doordat de leermethode vrij intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in de nieuwe taal. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.

Dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt, is een minpunt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Het feit dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een andere keerzijde zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.

Suggestopedie (Suggestopedia)


Bedacht door wie en wanneer


Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. De leermethode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.

Kenmerken van Suggestopedie


Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de lerenden zijn hiervoor essentieel. Hiervoor dienen de studenten zich veilig en ontspannen te voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te kunnen bereiken. Studenten zaten tijdens de les in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd muziek in de klas. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit verschillende teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de doeltaal. Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. De studenten werden op deze manier in de verleiding gebracht om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel aandacht tijdens de lessen. In de les werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en geproefd.

Populariteit


De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.

Voor- en nadelen van Suggestopedie


De methode van Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de studenten minder hinder hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methode is dat de student gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Voor sommige studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de zijde van de docent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.

Community Language Learning (CLL)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.

Kenmerken van Community Language Learning (CLL)


Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. Studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de taal nog niet genoeg machtig zijn. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.

Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om de taal te leren. Er wordt geen leerboek gebruikt; het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen met behulp van zinvolle gesprekken.

Populariteit


Het slagen van de methode hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed werken indien deze correct gebruikt wordt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.

Voor- en nadelen van Community Language Learning


Deze methode biedt voor lerenden veel autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken wordt door veel lerenden als zinvol ervaren. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden lerenden zich zo veel bewuster van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Door het bespreken door hun fouten en het evalueren van de taalles leren studenten vaak veel. Vaak blijven dergelijke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo deel van de actieve woordenschat van de studenten.

Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Het succes van de lessen is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal lerenden wordt in hun spreken geremd als zij opgenomen worden.

Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)


Bedacht door wie en wanneer


De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.

Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)


Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de taal te ontdekken.

De taak van de taaldocent is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.

Populariteit


De leerboeken zijn in de laatste drie decennia duidelijk veranderd door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat van de te leren taal besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande wending in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.

Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering


Studenten leren op een natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.

Het minpunt van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.

Series Method


Bedacht door wie en wanneer


De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.

Kenmerken van de Series Method


Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten heel snel in de vreemde taal gaan denken.

Populariteit


De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een vrij afwijkende aanpak had, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Deze methode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.

Voor- en nadelen van de Series Method


De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en de leermethode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.

De taalmethodiek creëert levendig taalonderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme bij de studenten op. Een taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de lerenden sterk.

De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief is, lastig met beweging en expressie in één concrete ervaring kan worden gevangen. Een ander van de methode is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een scala aan series moet voorbereiden. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.

Task-Based Language Teaching (TBLT)


Bedacht door wie en wanneer


Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.

Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)


Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld een boodschap doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten dienen net boven het niveau van de lerende te liggen om leereffect te hebben.

Populariteit


Task-Based Language Teaching is vanaf de vroege jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.

Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching


Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. Lerenden komen op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.

Als keerzijde kan worden gezien dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.

De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)


Bedacht door wie en wanneer


Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).

Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)


‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich voor het maken van films aan tien strikte regels (dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Bij het Dogme-taalonderwijs is iets soortgelijks aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen. Hierbij gaat het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve werkwijze van het onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen de lerenden en de trainer. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.

Populariteit


Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.

Voor- en nadelen van de Dogme benadering


Een voordeel voor docenten is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Voorspelbaar is de taalles zo niet; dat creëert spontane communicatie en dat de verveling niet toeslaat. Bijna elk item kan worden besproken tijdens een les volgens de Dogme-benadering. Op deze manier blijven lerenden alert en betrokken.

Daartegenover staat dat lerenden zich iets ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent. Ook zijn niet alle trainers in voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat lerenden zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof wordt behandeld tijdens de lessen, kan een ander minpunt zijn van de methode.

Growing Participator Approach (GPA)


Bedacht door wie en wanneer


The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.

Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)


Deze GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen de taal leren; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.

De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. Woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.

Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en nu begint de deelnemer ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies om.

Populariteit


De methode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de methode.

Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach


GPA biedt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving. Deze zes afzonderlijke fasen van de methode bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.

Dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die veel tijd wil investeren, is een nadeel van deze benadering.

Shadowing Technique


Bedacht door wie en wanneer


De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.

Kenmerken van de Shadowing Technique


De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kan spreken. Na enige tijd gebruikt de student een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Er zijn diverse leerboeken geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de taal veel effectiever gaat, is een andere grond.

De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is ook het simultaan spreken anders.

Populariteit


In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.

Voor- en nadelen van de Shadowing Technique


Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief aan de methodiek leren is. Het rendement van Shadowing is hoog.

De keerzijde van deze techniek is dat studenten het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.

Total Physical Response (TPR®)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.

Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)


TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen voortdurend taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.

TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.

Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.

Populariteit


TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.

Voor- en nadelen van Total Physical Response


Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en de methodiek kan ook toegepast worden in grotere klassen. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.

Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarboven nog een andere leermethode (ter aanvulling) nodig. De leermethode is ook niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën te uiten.

De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)


Bedacht door wie en wanneer


De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.

Kenmerken van de Directe Methode (DM)


Er sprake van een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens betrof die Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen die meer aandacht voor de uitspraak hadden. Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak te laten spreken. Nieuw was ook dat de taallessen in de vreemde taal gegeven werden. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de woordenschat werd gedaan door middel van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangebracht om ideeën te laten associëren.

Populariteit


Deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de crises en oorlogen, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.

Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.

Voor- en nadelen van de Directe Methode


Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. De Direct Methode kent ook keerzijden. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal relatief minder. Deze leermethode biedt voor lerenden die verder meer gevorderd zijn niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is tevens niet zeer geschikt voor een langzaam lerende student, omdat deze methode een daadkrachtige inzet vanuit de studenten verwacht.

De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)


Bedacht door wie en wanneer


Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.

Kenmerken van de Manesca-methode


Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte regels en lijstjes met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.

De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep studenten en een trainer gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en de bijbehorende beweging. De herhalingen helpen de lerenden deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.

De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.

Populariteit


Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is door anderen overgenomen en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.

Voor- en nadelen van de Manesca-methode


De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai wordt om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan door lerenden als een keerzijde worden gezien.

Silent Way


Bedacht door wie en wanneer


The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.

Kenmerken van de Silent Way


The Silent Way is een manier om vreemde talen te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.

De trainers gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en ze aan te moedigen om fouten te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.

Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.

The Silent Way gebruikt onder andere blokken met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De leermethodiek maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.

Populariteit


Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal van betekenis geweest.

Voor- en nadelen van de Silent Way


De sterke kant van de methodiek van Caleb Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor lerenden, die immers worden beschouwd als autonoom. De taaltrainer is bij deze methode in feite aan de lerenden dienstbaar, niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.

Een nadeel van de methode kan zijn dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de taaltrainer zouden studenten gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.

TPR Storytelling


Bedacht door wie en wanneer


TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).

Kenmerken van TPR Storytelling


TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich omdat de verhalen vrij eenvoudig zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden zo ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De trainer wijst de student op grammaticale verschijnselen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd leren.

De lerende zal na een poosje ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuur gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal maken, is een variant hierop. Bij deze variant schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met hun vertaling, om vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.

Populariteit


Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de taaldocent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.

Voor- en nadelen van TPR Storytelling


TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Omdat TPRS ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te verzinnen.

Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt, is een keerzijde.

Commerciële methodes voor zelfstudie

De Rosetta Stone methode


Bedacht door wie en wanneer


De Rosetta Stone-leermethode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd gevonden met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.

Kenmerken van de Rosetta Stone methode


De Rosetta Stone cursus is een methode om met behulp van een computer vreemde talen te leren. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.

De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. Zo kunnen lerenden hun uitspraak van de nieuwe taal met die van een native speaker (moedertaalspreker) vergelijken. Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en daarna veel na te zeggen.

Voor de schrijfvaardigheden van de lerenden biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan en biedt de optie om de fouten van de studenten te corrigeren.

Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.

Populariteit


De methode van Rosetta Stone wordt veel gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.

Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode


De Rosetta Stone-methode is heel eenvoudig om te gebruiken en kan op ieder moment door de student worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als prettig om met de Rosetta Stone-methode te werken. Voor scholen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Een minpunt van de methode is dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.

De Pimsleur methode


Bedacht door wie en wanneer


De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 introduceerde.

Kenmerken van de Pimsleur methode


De methode van Pimsleur is een computerprogramma om nieuwe talen te leren.

De cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door lerenden worden nagesproken en herhaald. De zinnen zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les van de cursus omvat een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuren in de doeltaal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de aangeboden zinnen.

Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.

Populariteit


Onder meer in de Verenigde Staten worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.

Voor- en nadelen van de Pimsleur methode


Als uitspraakverbeteraar werkt de methode van Pimsleur erg goed, omdat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo spreken.

Het nadeel van de leermethodiek is dat er niets wordt uitgelegd. Studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.

De Michel Thomas methode


Bedacht door wie en wanneer


De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.

Kenmerken van de Micheal Thomas methode


Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte de lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.

De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de lerenden op de pauzeknop drukken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruikers zelf zinnetjes kunnen construeren. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee lerenden zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.

Populariteit


Veel gebruikers zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal en vinden de cursus plezierig werken. De studenten die al wat verder gevorderd zijn, vinden de cursussen wat minder leerzaam.

Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode


De methode van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de uitspraak en de luistervaardigheid van de vreemde taal op efficiënte wijze. Het feit dat deze cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een keerzijde van de methode. Ook is er geen echte interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.

De Assimil methode


Bedacht door wie en wanneer


Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.

Kenmerken van de Assimil methode


Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Bij voorkeur werkt de gebruiker ongeveer twintig minuten per dag.

De lessen bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, met de uitleg van de grammatica. Voor het oefenen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.

Populariteit


De cursussen van Assimil zijn populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een groot aanbod aan verschillende talen.

Voor- en nadelen van Assimil


Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de cursist op zichzelf is aangewezen. Er is geen taaldocent om de lerenden te motiveren of te begeleiden.


ALGEMENE LEERMETHODES

Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)


Bedacht door wie en wanneer


De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.

Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)


De audiolinguale methode kun je beschouwen als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taalles volledig plaatsvond in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. Taaltrainers kunnen bijvoorbeeld een zin tien keer herhalen en vervolgens een extra woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar studenten een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.

Populariteit


In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Men maakte al snel bezwaar tegen de betekenisloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode haar sporen na. Nu was breed aanvaard dat het bij het leren van een taal niet gaat om het memoriseren van de grammatica, maar om het gebruik. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.

Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method


De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. De juiste uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor voor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis zorgen. Ook bij grotere groepen kan deze audiolinguale methode worden gebruikt.

Tevens heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de lerenden verlangd, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik zijn om te zetten.

GoldList Method (GLM)


Bedacht door wie en wanneer


Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).

Kenmerken van de GoldList Method (GLM)


De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige wijze te leren dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd herhaald worden. Deze zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Het is niet het idee om al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst staan.

Populariteit


Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze relevant en betekenisvol is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student.

Voor- en nadelen van de GoldList Method


Bij lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje kan de methode goed functioneren. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een keerzijde van deze leermethode. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan een verzameling losse woorden en zinnen. Deze methode is daarnaast bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven woordenlijsten moeten worden aangelegd.

De Natural Method


Bedacht door wie en wanneer


De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.

Kenmerken van de Natural Method


De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. De leermethode probeert de taal te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. De taalregels van de te leren taal leert studenten eveneens onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.

Als de lerende in de te leren taal wordt ondergedompeld, is de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de lerende plezier van de ervaringen heeft, moeten de activiteiten in de te leren taal stimulerend zijn.

De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.

Populariteit


Het is vaak bewezen dat onderdompeling heel effectief is. De Natural Approach is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De methode richt zich voornamelijk op het impliciet leren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.

Voor- en nadelen van de Natural Method


Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.

Omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten merkbaar zijn. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek examen.

Structurele Aanpak


Bedacht door wie en wanneer


De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de begin jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.

Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)


De Structurele Aanpak is een wijze van taalverwerving die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de SA meer op dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de leermethode om gaat. Deze combinaties worden in herkenbare situaties middels dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking aangeboden aan de student. De taalstructuren die in de praktijk het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.

Populariteit


De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.

Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak


Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de lerenden de vreemde taal op een nauwkeurige manier leren. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn voor de situatie. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. Deze methodiek is behoorlijk tijdrovend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van de student is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.

Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)


Bedacht door wie en wanneer


Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.

Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)


Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.

De studenten leren de vreemde taal in de praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaldocent. Authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.

Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.

Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt in de vreemde taal te communiceren.

Populariteit


De CLT werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om een vreemde taal te leren door middel van een methode die meteen toepasbaar was.

Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs


Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden werkt het stimulerend omdat zij gauw succeservaringen hebben. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de taaldocent en vereist een actieve deelname van studenten. Afhankelijk van hun achtergrond, is voor bepaalde lerenden deze manier van leren ongebruikelijk of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.

Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)


Bedacht door wie en wanneer


Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.

Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)


Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal hebben de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de lerende memoriseert.

Populariteit


De grammatica-/vertaalmethode heeft tot vrij recent een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.

Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode


De methode vormt een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.

Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het belangrijkste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.

Onderdompeling (Engels: immersion)


Bedacht door wie en wanneer


Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught en omgeving.

Kenmerken van onderdompeling


Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment omgeven wordt door de te leren taal. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de doeltaal reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.

Populariteit


De methode van onderdompeling wordt gezien als een heel goede leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier zeer goed worden aangeleerd.

Voor- en nadelen van onderdompeling


Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, doordat de leermethode vrij intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in de nieuwe taal. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.

Dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt, is een minpunt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Het feit dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een andere keerzijde zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.

Suggestopedie (Suggestopedia)


Bedacht door wie en wanneer


Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. De leermethode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.

Kenmerken van Suggestopedie


Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de lerenden zijn hiervoor essentieel. Hiervoor dienen de studenten zich veilig en ontspannen te voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te kunnen bereiken. Studenten zaten tijdens de les in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd muziek in de klas. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit verschillende teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de doeltaal. Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. De studenten werden op deze manier in de verleiding gebracht om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel aandacht tijdens de lessen. In de les werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en geproefd.

Populariteit


De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.

Voor- en nadelen van Suggestopedie


De methode van Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de studenten minder hinder hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methode is dat de student gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Voor sommige studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de zijde van de docent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.

Community Language Learning (CLL)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.

Kenmerken van Community Language Learning (CLL)


Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. Studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de taal nog niet genoeg machtig zijn. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.

Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om de taal te leren. Er wordt geen leerboek gebruikt; het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen met behulp van zinvolle gesprekken.

Populariteit


Het slagen van de methode hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed werken indien deze correct gebruikt wordt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.

Voor- en nadelen van Community Language Learning


Deze methode biedt voor lerenden veel autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken wordt door veel lerenden als zinvol ervaren. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden lerenden zich zo veel bewuster van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Door het bespreken door hun fouten en het evalueren van de taalles leren studenten vaak veel. Vaak blijven dergelijke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo deel van de actieve woordenschat van de studenten.

Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Het succes van de lessen is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal lerenden wordt in hun spreken geremd als zij opgenomen worden.

Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)


Bedacht door wie en wanneer


De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.

Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)


Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de taal te ontdekken.

De taak van de taaldocent is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.

Populariteit


De leerboeken zijn in de laatste drie decennia duidelijk veranderd door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat van de te leren taal besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande wending in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.

Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering


Studenten leren op een natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.

Het minpunt van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.

Series Method


Bedacht door wie en wanneer


De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.

Kenmerken van de Series Method


Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten heel snel in de vreemde taal gaan denken.

Populariteit


De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een vrij afwijkende aanpak had, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Deze methode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.

Voor- en nadelen van de Series Method


De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en de leermethode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.

De taalmethodiek creëert levendig taalonderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme bij de studenten op. Een taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de lerenden sterk.

De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief is, lastig met beweging en expressie in één concrete ervaring kan worden gevangen. Een ander van de methode is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een scala aan series moet voorbereiden. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.

Task-Based Language Teaching (TBLT)


Bedacht door wie en wanneer


Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.

Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)


Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld een boodschap doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten dienen net boven het niveau van de lerende te liggen om leereffect te hebben.

Populariteit


Task-Based Language Teaching is vanaf de vroege jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.

Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching


Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. Lerenden komen op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.

Als keerzijde kan worden gezien dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.

De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)


Bedacht door wie en wanneer


Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).

Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)


‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich voor het maken van films aan tien strikte regels (dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Bij het Dogme-taalonderwijs is iets soortgelijks aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen. Hierbij gaat het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve werkwijze van het onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen de lerenden en de trainer. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.

Populariteit


Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.

Voor- en nadelen van de Dogme benadering


Een voordeel voor docenten is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Voorspelbaar is de taalles zo niet; dat creëert spontane communicatie en dat de verveling niet toeslaat. Bijna elk item kan worden besproken tijdens een les volgens de Dogme-benadering. Op deze manier blijven lerenden alert en betrokken.

Daartegenover staat dat lerenden zich iets ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent. Ook zijn niet alle trainers in voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat lerenden zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof wordt behandeld tijdens de lessen, kan een ander minpunt zijn van de methode.

Growing Participator Approach (GPA)


Bedacht door wie en wanneer


The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.

Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)


Deze GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen de taal leren; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.

De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. Woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.

Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en nu begint de deelnemer ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies om.

Populariteit


De methode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de methode.

Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach


GPA biedt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving. Deze zes afzonderlijke fasen van de methode bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.

Dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die veel tijd wil investeren, is een nadeel van deze benadering.

Shadowing Technique


Bedacht door wie en wanneer


De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.

Kenmerken van de Shadowing Technique


De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kan spreken. Na enige tijd gebruikt de student een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Er zijn diverse leerboeken geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de taal veel effectiever gaat, is een andere grond.

De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is ook het simultaan spreken anders.

Populariteit


In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.

Voor- en nadelen van de Shadowing Technique


Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief aan de methodiek leren is. Het rendement van Shadowing is hoog.

De keerzijde van deze techniek is dat studenten het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.

Total Physical Response (TPR®)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.

Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)


TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen voortdurend taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.

TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.

Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.

Populariteit


TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.

Voor- en nadelen van Total Physical Response


Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en de methodiek kan ook toegepast worden in grotere klassen. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.

Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarboven nog een andere leermethode (ter aanvulling) nodig. De leermethode is ook niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën te uiten.

De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)


Bedacht door wie en wanneer


De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.

Kenmerken van de Directe Methode (DM)


Er sprake van een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens betrof die Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen die meer aandacht voor de uitspraak hadden. Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak te laten spreken. Nieuw was ook dat de taallessen in de vreemde taal gegeven werden. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de woordenschat werd gedaan door middel van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangebracht om ideeën te laten associëren.

Populariteit


Deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de crises en oorlogen, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.

Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.

Voor- en nadelen van de Directe Methode


Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. De Direct Methode kent ook keerzijden. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal relatief minder. Deze leermethode biedt voor lerenden die verder meer gevorderd zijn niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is tevens niet zeer geschikt voor een langzaam lerende student, omdat deze methode een daadkrachtige inzet vanuit de studenten verwacht.

De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)


Bedacht door wie en wanneer


Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.

Kenmerken van de Manesca-methode


Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte regels en lijstjes met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.

De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep studenten en een trainer gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en de bijbehorende beweging. De herhalingen helpen de lerenden deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.

De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.

Populariteit


Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is door anderen overgenomen en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.

Voor- en nadelen van de Manesca-methode


De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai wordt om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan door lerenden als een keerzijde worden gezien.

Silent Way


Bedacht door wie en wanneer


The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.

Kenmerken van de Silent Way


The Silent Way is een manier om vreemde talen te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.

De trainers gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en ze aan te moedigen om fouten te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.

Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.

The Silent Way gebruikt onder andere blokken met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De leermethodiek maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.

Populariteit


Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal van betekenis geweest.

Voor- en nadelen van de Silent Way


De sterke kant van de methodiek van Caleb Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor lerenden, die immers worden beschouwd als autonoom. De taaltrainer is bij deze methode in feite aan de lerenden dienstbaar, niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.

Een nadeel van de methode kan zijn dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de taaltrainer zouden studenten gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.

TPR Storytelling


Bedacht door wie en wanneer


TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).

Kenmerken van TPR Storytelling


TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich omdat de verhalen vrij eenvoudig zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden zo ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De trainer wijst de student op grammaticale verschijnselen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd leren.

De lerende zal na een poosje ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuur gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal maken, is een variant hierop. Bij deze variant schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met hun vertaling, om vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.

Populariteit


Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de taaldocent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.

Voor- en nadelen van TPR Storytelling


TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Omdat TPRS ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te verzinnen.

Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt, is een keerzijde.

COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE

De Rosetta Stone methode


Bedacht door wie en wanneer


De Rosetta Stone-leermethode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd gevonden met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.

Kenmerken van de Rosetta Stone methode


De Rosetta Stone cursus is een methode om met behulp van een computer vreemde talen te leren. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.

De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. Zo kunnen lerenden hun uitspraak van de nieuwe taal met die van een native speaker (moedertaalspreker) vergelijken. Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en daarna veel na te zeggen.

Voor de schrijfvaardigheden van de lerenden biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan en biedt de optie om de fouten van de studenten te corrigeren.

Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.

Populariteit


De methode van Rosetta Stone wordt veel gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.

Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode


De Rosetta Stone-methode is heel eenvoudig om te gebruiken en kan op ieder moment door de student worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als prettig om met de Rosetta Stone-methode te werken. Voor scholen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Een minpunt van de methode is dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.

De Pimsleur methode


Bedacht door wie en wanneer


De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 introduceerde.

Kenmerken van de Pimsleur methode


De methode van Pimsleur is een computerprogramma om nieuwe talen te leren.

De cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door lerenden worden nagesproken en herhaald. De zinnen zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les van de cursus omvat een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuren in de doeltaal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de aangeboden zinnen.

Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.

Populariteit


Onder meer in de Verenigde Staten worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.

Voor- en nadelen van de Pimsleur methode


Als uitspraakverbeteraar werkt de methode van Pimsleur erg goed, omdat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo spreken.

Het nadeel van de leermethodiek is dat er niets wordt uitgelegd. Studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.

De Michel Thomas methode


Bedacht door wie en wanneer


De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.

Kenmerken van de Micheal Thomas methode


Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte de lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.

De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de lerenden op de pauzeknop drukken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruikers zelf zinnetjes kunnen construeren. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee lerenden zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.

Populariteit


Veel gebruikers zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal en vinden de cursus plezierig werken. De studenten die al wat verder gevorderd zijn, vinden de cursussen wat minder leerzaam.

Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode


De methode van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de uitspraak en de luistervaardigheid van de vreemde taal op efficiënte wijze. Het feit dat deze cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een keerzijde van de methode. Ook is er geen echte interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.

De Assimil methode


Bedacht door wie en wanneer


Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.

Kenmerken van de Assimil methode


Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Bij voorkeur werkt de gebruiker ongeveer twintig minuten per dag.

De lessen bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, met de uitleg van de grammatica. Voor het oefenen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.

Populariteit


De cursussen van Assimil zijn populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een groot aanbod aan verschillende talen.

Voor- en nadelen van Assimil


Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de cursist op zichzelf is aangewezen. Er is geen taaldocent om de lerenden te motiveren of te begeleiden.

Verschillende digitale tools

Er is ook een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.

Er is echter een betere methode om een taal te leren om een vreemde taal te leren:
De Dagnall Talen Methode.


Het inmiddels bekende hoge rendement behaalt Dagnall door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?

Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Deze app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van uw bedrijf of organisatie.
[ Lees meer ]


Betaalbaar maatwerk sinds 1982
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten

Online (e-learning), blended learning en Dagnall app

Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’


‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Het wordt ook wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Alphen aan den Rijn.

Online een vreemde taal leren (e-learning)


Een aantal voorbeelden van digitale platformen voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.

Blended cursussen in Alphen aan den Rijn


Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere cursisten.

100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Alphen aan den Rijn op maat.

Online leerplatform


Online leerplatform Dagnall Taleninstituut beschikt over een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Het platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.

De Dagnall App


Naast het online leerplatform bieden wijinstituut eveneens een handige eigen App, geschikt voor Android alsook Apple. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, toegang op elk beschikbare (mobiele) apparaten heeft. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus een taal leren waar en wanneer het uitkomt. De oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, juridische termen, technische termen en productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook na afloop van de training in Alphen aan den Rijn is afgerond.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall Taleninstituut voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Computerscherm met logo Dagnall.online - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels
Overlappende iconen App Store Apple App in Apple zwart en Google Play Android App in Google groen - op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels/
Ontdek onze online mogelijkheden

Online learning & blended learning in Alphen aan den Rijn

Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining


E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taalvaardigheid veelal een uitdaging.
Werknemers die diverse talen spreken, zijn daarom cruciaal in veel organisaties en bedrijven.

Online en blended taaltrainingen op maat


Dagnall leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Taleninstituut bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen beschikbaar. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.


Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online

Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.

Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining


Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Overlappende donkerblauwe cirkel met icoon lesgeven en groene cirkel met computerscherm met Dagnall.online logo op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Computerscherm screenshot inlogpagina Dagnall.online Springest-based platform voor online taallessen - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels
Computerscherm met logo Google Hangouts en computerscherm met logo Microsoft Teams - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels

Cursuspakket en certificaat

Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Alphen aan den Rijn ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Alphen aan den Rijn ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Alphen aan den Rijn
Dagnall Talen cursuskoffer - Dagnall schrijfblok - Dagnall pen - lesboeken op witte tafel - in kleur - 600 * 337 pixels
Ingevuld Dagnall Talen certificaat - Dagnall pen - Apple Magic Keyboard - Apple Magic Trackpad op witte tafel - in kleur - 600 * 337 pixels

Het Europees Referentiekader (ERK)

Om begin- en eindniveau te beschrijven, gebruiken wij de taalniveaus zoals omschreven in het Europees Referentiekader (ERK). De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
De cursus bij ons taleninstituut in Alphen aan den Rijn wordt afgesloten met een ‘Dagnall Talen-certificaat’.
 

Logo EU Europese Unie in blauw vierkant met afgeronde hoeken in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo ERK Europees Referentiekader Talen in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om verschillende taalniveaus te omschrijven.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK karakteriseert vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: luisteren, lezen, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken.
De Engelse naam wordt eveneens veel toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Daarnaast onderscheidt het ERK zes niveaus van taalvaardigheid; van beginners tot bijna moedertaalsprekers.
Deze niveaus zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A is van toepassing op beginners.
Cursisten die niveau B beheersen, beschikken over alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het taalniveau van (ver)gevorderde gebruikers. De beheersing van de geleerde taal lijkt dan veel op dat van moedertaalgebruikers (zogenaamde native speaker).

A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level


Luisteren


Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.

Spreken


Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.

Lezen


Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.

Schrijven


Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.

B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level



Luisteren


Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.

Spreken


Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.

Lezen


Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.

Schrijven


Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).

C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level



Luisteren


Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.

Spreken


Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.

Lezen


Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.

Schrijven


Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.

A2 Basisgebruiker - Waystage Level



Luisteren


Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.

Spreken


Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.

Lezen


Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.

Schrijven


Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.

B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level



Luisteren


Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.

Spreken


Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.

Lezen


Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.

Schrijven


Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.

C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level



Luisteren


Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.

Spreken


Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.

Lezen


Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.

Schrijven


Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO 9001-2015 LOGO
ISO 1700-2015 LOGO

ISO-certificeringen

ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement


Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van ISO 9001:2015.

ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten


Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 norm is speciaal voor de vertaalbranche en stelt onder meer eisen aan mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.


De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut bewijst dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) werkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.

Kiwa – certificeringen sinds 1948


Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Logo keurmerk NRTO Nederlandse Raad voor Training en Opleiding in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo Nederlandse Raad voor Training en Opleiding NRTO in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Lidmaatschap NRTO

Dagnall Taleninstituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.

Kwaliteitsbevordering en -bewaking


Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld bij ons taleninstituut in Alphen aan den Rijn, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
 
Logo GDPR Algemene Verordening Gegevensbescherming in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo EU Filemaker in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

AVG-compliant

De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engelse naam: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan nodig en de persoonsgegevens moeten te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging. Uiteraard voldoet Taleninstituut Dagnall aan alle eisen die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Logo CRKBO Centraal Register Kort Beroepsonderwijs in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo Lloyd's Register in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Alphen aan den Rijn zijn vrijgesteld van btw

CRKBO-geregistreerde instelling

Dagnall Talen is in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen.

CPION


Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.

Lloyd’s Register


Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Alphen aan den Rijn

Contact taleninstituut Alphen aan den Rijn

Wilt u contact opnemen met ons taleninstituut met ons taleninstituut in Alphen aan den Rijn? Bent u benieuwd naar onze werkwijze? Stuur een e-mail naar taleninstituut-alphen-aan-den-rijn@dagnall.nl of bel ons via 085-2737302 (geen menu) voor meer informatie.
Of ga naar ons contactformulier. U kunt ook gelijk het gratis Dagnall informatiepakket aanvragen.
Afbeelding wegwijzer in grijs met bord Dagnall in verkeersblauw in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Afbeelding computer en tablet en telefoon in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Het vlotste traject naar een taleninstituut in Alphen aan den Rijn!
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten

Trainen en vergaderen in Alphen aan den Rijn

Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw eigen locatie volgen of in Alphen aan den Rijn, bijvoorbeeld in het pand van Tauro aan de Europalaan 16 in Alphen aan den Rijn. Ons taleninstituut verzorgt eveneens taalcursussen in Alphen aan den Rijn in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Avifauna aan de Hoorn 65.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Alphen aan den Rijn kan bijvoorbeeld bij Museumpark Archeon aan de Archeonlaan 1 of bij Flora Boskoop aan de Parklaan 4 in Boskoop.

Alphen aan den Rijn - geschiedenis

De plek van Alphen aan den Rijn werd al in het midden van de 1ste eeuw bewoond en is daarmee één van de oudste nederzettingen in Nederland. In de Romeinse tijd stond een fort met de naam
Albanianae aan de Rijn, wat “nederzetting aan het witte water” betekent. Ook de naam van de rivier de Elbe is te herleiden tot dezelfde wortel; alb. De naam Alphen aan de Rijn is afgeleid van Alfen, een Middeleeuwse aanduiding voor deze nederzetting.

Alphen aan den Rijn - nu

Alphen aan den Rijn ligt in het Groene Hart van Zuid Holland; een veengebied met weinig bebouwing. Plaatsen in de buurt van Alphen aan den Rijn zijn Aarlanderveen, Bodegraven, Boskoop, Hazerswoude, Hoogmade, Koudekerk aan den Rijn, Nieuwkoop, Ter Aar, Woubrugge en Zwammerdam.
Alphen aan den Rijn ligt in de provincie Zuid-Holland. In de gemeente Alphen aan den Rijn wonen bijna 110.000 mensen.
Vlag gemeente Alphen aan den Rijn - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels 

Vlag gemeente Alphen aan den Rijn

Wapen gemeente Alphen aan den Rijn - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels 

Wapen gemeente Alphen aan den Rijn

Inwoners

Woon je in Alphen aan den Rijn, dan heet je een ’Alphenaar’.
Bekende Alphenaren zijn John Heitinga en Daphne Lammers.
Iets wat uit Alphen aan den Rijn komt, wordt ‘Alphens’ genoemd. Alphen aan den Rijn is een plaats en een gemeente.

Alphen aan den Rijn - internationaal & kernen

Partnerstad


De partnerstad van Alphen aan den Rijn is Oudtshoorn in Zuid-Afrika.

Kernen


Onder de gemeente Alphen aan den Rijn vallen eveneens Aarlanderveen, Alphen aan den Rijn,

Benthuizen, Boskoop, Hazerswoude-Dorp, Hazerswoude-Rijndijk, Koudekerk aan den Rijn en Zwammerdam.
In Alphen aan den Rijn bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Provincievlag Zuid-Holland - 600 * 337 pixels

Vlag provincie Zuid-Holland

Provinciewapen Zuid-Holland - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Wapen provincie Zuid-Holland

Typisch Alphens

Denk je aan Alphen aan den Rijn, dan denk je aan Vogelpark Avifauna en openluchtmuseum Archeon. Hier zijn onder andere de zes Romeinse schepen te zien die opgegraven zijn bij Zwammerdam.
Verder is Alphen aan de Rijn een belangrijk kenniscentrum voor de fruitboomteelt in Nederland. Daarnaast komt uitgeverijen Samsom uit Alphen aan de Rijn en moederbedrijf Wolters Kluwer is er ook gevestigd.
Alphen aan den Rijn fungeert als streekstad voor de omliggende dorpen op het gebied van onderwijs en medische zorg.

Alphen aan den Rijn - minder bekend


Bijna niemand buiten Alphen aan de Rijn weet dat deze stad een schildpaddencentrum heeft.

Alphens dialect en accent

Alfus wordt gesproken in de dorpen langs de Oude Rijn met plaatselijke verschillen.
In het Rijnstreeks klinkt de ‘ei/ij’ als ai. ‘Dijk’ wordt daik en ‘Meid’ wordt mait.
De ‘aa’ klinkt bijna als è en de korte ‘o’ wordt lang uitgesproken. De letters v en z worden als f en s uitgesproken. Om 17.05 uur is het faif ofer faif. ‘Aardappel’ is
arepol, ‘bloemen’ zijn blommen en ‘wat voor?’ klinkt als waffere?.
Een Alfus gezegde geeft een inkijkje in hoe men denkt over de bewoners van het buitengebied.
Net buiten de bebouwde kom van Alphen aan de Rijn ligt Aarlanderveen.
Als iemand iets op een onbehouwen, lompe manier doet, is dat Op z’n oud Aarlanderveens.
“Bij ons gebeurt het... en iedereen doet mee”

Alphen aan den Rijn - zakelijk

De gemeente Alphen aan den Rijn


Het netnummer van Alphen aan den Rijn is 0172.
Het postcodegebied van Alphen aan den Rijn is 2400 - 2409.
Het adres van het gemeentehuis van Alphen aan den Rijn is Stadhuisplein 1, 2405 SH in Alphen aan den Rijn.
De website van de gemeente Alphen aan den Rijn is Alphenaandenrijn.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Alphen aan den Rijn is 14 0172.

Zakendoen in Alphen aan den Rijn


Voor Alphense ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Utrecht aan de St. Jacobsstraat 300, 3511 BT in Utrecht. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Alphen aan den Rijn is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Alphen aan den Rijn is KVK-kantoor Utrecht.

Alphen aan den Rijn - internationale bedrijvigheid

Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Alphen aan den Rijn op bedrijventerrein Gnephoek, Heimanswetering, Hoogewaard, Hoorn-West, op het ITC-PCT Terrein, op bedrijventerrein Molenwetering, Rijnhaven, Schans I en II, Steekterpoort en bedrijventerrein De Vork.
In Alphen aan den Rijn bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: AEG Nederland, Avio Diepen, Bakkerij Visser, BlueTrail IT, Duivelaar Pompen, Electrolux, Fagor Benelux, Frames, Gedore Technag, Geosonda, Distributiecentrum
Goedhart, Hoogvliet Bakkerij, Distributiecentrum Van den Hoorn, Hyva, JeeGee Motors (Indian Motorcycle Benelux, Victory Motorcycles Benelux), Jungheinrich Nederland, Kleuro Groep, Kluthe Benelux, Kühne Benelux, MGA Entertainment, Novo Nordisk Nederland, Numatic International, Orona, Peter Langhout Reizen, Qizini, SUEZ Recycling & Recovery, Wolters Kluwer en Zeeman.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.

Alphens nieuws

Het Alphense nieuwsportaal is Alphens.nl en Alphense ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Zuid-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Alphen aan den Rijn kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep West.
Alphenaren en ondernemingen in Alphen aan den Rijn kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Alphens Nieuwsblad.
Logo krant Alphen aan den Rijn - Alphens Nieuwsblad op een transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo regionale televisie- en radio-omroep Omroep West op een transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Alphen aan den Rijn

Cultuur


Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Alphen aan den Rijn laten zien?

Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Alphen aan den Rijn een bezoek brengen aan het Archeon of aan het Schildpaddencentrum.

Voetbal, tennis, padel & squash


Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Wellicht is het daarom een leuk idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Alphense voetbalclub AVV of Alphia meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Alphen aan den Rijn kunt u terecht bij TEAN of bij Nieuwe Sloot.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus bij ons taleninstituut in Alphen aan den Rijn of na een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning?
Om even een balletje te slaan of gewoon gezellig iets te eten of te drinken, kunt u bij Golfclub Zeegersloot in Alphen aan den Rijn terecht. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Kromme Aarweg 5, 2403 NB in Alphen aan den Rijn. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0172-58 43 94. De website van deze golfbaan is www.zeegersloot.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij restaurant De Zeeger, telefoonnummer 0172-47 68 80.
Afbeelding voetbal tennisbal golfbal in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo voetbalclub Alphen aan den Rijn - AVV Alphen - Alphense Voetbal Vereniging Alphen - in kleur op grasveld met witte lijn - 600 * 337 pixels

Promotiefilmpjes en Google Maps

Hieronder ziet u een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Alphen aan den Rijn die tevens op Youtube staan.
Klik direct op het logo van Youtube in het midden om het filmpje af te spelen.
Onder deze filmpjes staan de locaties van Zuid-Holland en Alphen aan den Rijn op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt het kaartje groot weergeven in een nieuw venster.
Promovideo Alphen aan den Rijn
Dronebeelden Alphen aan den Rijn
 
Google Maps Zuid-Holland
Google Maps Alphen aan den Rijn
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Alphen aan den Rijn

Alphens nieuws

Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Alphen aan den Rijn uit verschillende nieuwsbronnen.
Dit nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
 
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Dagnall Taleninsituut verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Alphen aan den Rijn

Wist u dat?

Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Alphen aan den Rijn alsook tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Alphen aan den Rijn
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten

Onze opdrachtgevers

De upload van uw document is gelukt.

 

INLOGGEN MEDEWERKERS   /   BESTANDEN UPLOADEN