Begin vandaag nog aan uw reis naar taalbeheersing
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Organisaties die in de taalopleiding van hun medewerkers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Almelo.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Almelo aan in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Almelo aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall talen leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Behalve de klassieke taaltrainingen zijn organisaties vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde trainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgever. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Almelo. Met Dagnall Talen behaalt u vlot en doelgericht het door u beoogde resultaat.
Het is onze filosofie om een vreemde taal te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Met deze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Door vijftien minuten dagelijks te oefenen, brengen we u met grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Almelo.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taaltraining is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is uiteraard ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Amstelveen) die het beste bij de cursist past.
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall bereiken wij door een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor cursussen terecht die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Ons taleninstituut biedt individuele cursussen (privéles), duocursussen (met 2 lerenden), groepscursussen van 3 tot 10 lerenden, onlinecursussen, een online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
De docenten van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en zij spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een bijzonder fijne manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall in Almelo. Deze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens aangepast aan de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie aan ons kunt overlaten.
Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt Dagnall Taleninstituut gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren.
Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Almelo gegeven worden.
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Almelo en omgeving.
Individuele taalcursussen worden ook wel privélessen of één-op- één-taalcursussen genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De leergroepen houden wij zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te maximaliseren en de lerenden maximaal te ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerk taalcursussen en worden speciaal samengesteld voor, en afgestemd op, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus omdat veel informatie wordt opgenomen in een korte periode.
Omdat de taalcursus intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een belangrijk voordeel van een individuele cursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast is een individuele cursus goed op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Met name de interactie met de andere deelnemers is het belangrijkste pluspunt van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep.
Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van de foutjes van anderen kunnen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen deelnemers fijner vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) voor lerenden dan individuele cursussen.
Bij een individuele taalcursus kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan.
Doordat er geen interactie met andere cursisten is, kan het geleerde niet worden geoefend in een groep.
Ook is het niet mogelijk om te leren van de foutjes van andere deelnemers omdat groepsdynamiek ontbreekt.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen cursisten wat eerder worden afgeleid. Hierdoor ligt het rendement iets lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Een groepscursus kan ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden, is een ander minpunt van groepscursussen.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les volledig in de doeltaal werden gegeven. Luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten leren spreken en verstaan; dit begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers kunnen zo bijvoorbeeld een zin 10 maal herhalen om daarna een nieuw woord toe te voegen De audiolinguale methode werkt veel met de zogeheten talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al snel bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al vrij snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel haar sporen nagelaten Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om de toepassing van de grammatica. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Direct van het begin wordt de goede uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis kan bieden. Ook voor grote(re) groepen is deze methode geschikt.
Tevens heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; eigen input wordt niet verlangd van de lerenden. Hierdoor dreigt het gevaar van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden als de kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan werken voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze GoldList-methode goed functioneren. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven lijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal aan te leren. Op die wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de studenten worden ondergedompeld in de taal, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten in de vreemde taal, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de studenten van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is vaak bewezen. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven onder taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er kleven eveneens nadelen aan de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren te communiceren in de vreemde taal, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. De studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel studenten vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van bepaalde samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aangedragen aan de student in reële situaties met behulp van dramatiseringen, visualisaties, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de methode worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote rol. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 ingezet op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structurele Aanpak is dat de studenten de taal op een accurate manier kunnen leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situaties bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen input van de student is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaltrainer. Teksten in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten leren te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om talen te leren op een wijze die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal te gebruiken, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten werkt deze methode stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Foutjes maken mag; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en van de lerenden vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd gezien als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen taalkennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren ook tegengeluiden te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is de grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het begin wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een natuurlijkere manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een uitstekende leermethode voor vreemde talen. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing kan met deze methode uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de leermethode behoorlijk intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in een groep wordt de sociale interactie versterkt. De lerenden ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een bijkomend minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en studenten van essentieel belang. Dat de student zich veilig en ontspannen voelt, is de voorwaarde hiervoor hiervoor. Om deze situatie te creëren, waren lesloken met rijopstellingen uit den boze. De student zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de les werd altijd achtergrondmuziek gedraaid. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor de studenten, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De methode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de leermethodiek. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in plaats van ontspannend en stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-lerende niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. Lerenden beginnen een gesprek. Als de studenten de taal nog onvoldoende machtig zijn, spreken de studenten in de moedertaal. De docent vertaalt en geeft uitleg. De uitingen van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Dit gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken. Er is geen lesboek dat gevolgd wordt.
Populariteit
Het succes van de methode is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. De taaldocent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren als team samen te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taalles. Vaak blijven deze verbeteringen in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de lerenden.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de taal door de lerenden bestaat veel mogelijkheid.
Het is de rol van de trainer om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de studenten.
Populariteit
De lesboeken zijn duidelijk veranderd in de laatste dertig jaar door de invloed van (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat van de te leren taal geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is het minpunt. Een aantal lerenden heeft moeite om de patronen van de taal zelf te leren herkennen en deze lerenden hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de doeltaal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een afwijkende aanpak had, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Deze leermethode van Gouin werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de lerenden doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De methode maakt studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de studenten goed.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze leermethodiek is dat de verwerving van de doeltaal geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis vereist. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, een boodschap doen, bellen met een klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij lerenden zich eerst voorbereiden op de taak, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel genoemd worden.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het oogmerk van de Dogme-methode is het beginnen van echte conversaties over praktische items. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de studenten en de docent focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaldocent is dat er zo goed als geen voorbereiding voor nodig is. Het kan heel motiverend zijn dat de lerenden de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. De les is nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een Dogme-les is vrijwel elk item bespreekbaar. Het houdt studenten betrokken en alert.
Als studenten zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden, kunnen ze zich echter wel ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke docent flexibel genoeg voor deze manier van lesgeven. Nog een nadeel kan zijn dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taallessen aan bod komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een vreemde taal te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemer is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Omdat de leermethode van Thomson nog tamelijk nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. De zes fasen van de methode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de doeltaal te begrijpen; het gaat in de eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het soepel gaat en de lerenden simultaan met de opname kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten, zijn diverse lesboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt. Een bijkomende grond is dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, waardoor het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat de methodiek in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat studenten het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die gebaseerd is op het principe dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden vormen dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan de beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden ingezet in klassen die wat groter zijn. De taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker niveau werkt en daarbij nog een andere methode nodig is. De methodiek is bovendien niet erg creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren 80 van de negentiende eeuw. De Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd de studenten veel te laten praten. Het was eveneens nieuw dat de taalles in de doeltaal werd gegeven. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De vocabulaire van de vreemde taal werd aangeleerd door middel van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels door invloeden van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te keren in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Aan deze methode kleven echter ook keerzijden. Deze leermethode schenkt zeer weinig aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode onvoldoende uitdagingen. De Directe Methode is tevens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat de leermethode van een daadkrachtige inzet vanuit de student uitgaat.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. De herhalingen helpen de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de studenten wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan als een keerzijde worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de vreemde taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn staafjes met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die tenslotte gezien worden als autonoom. In principe is de docent aan de lerende dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde stof wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leren.
Een minpunt kan zijn dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de docent zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. Door de trainer wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn studenten ontspannen. Zo worden structuren en woorden vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is een verhaal op te bouwen om met een groep studenten. Hierbij schrijft de taaltrainer eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om vervolgens hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPRS heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. De taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en de cursussen zijn vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier foto’s en stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De student kan zo de uitspraak vergelijken met die van een moedertaalspreker (native speaker). Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid van de student zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. Rosetta Stone wordt in ons land gebruikt door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer makkelijk om te gebruiken en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke onderdelen van de leermethode wat meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, kunnen de studenten zelf bepalen. Velen vinden het prettig om de leermethode te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan Rosetta Stone voor scholen een oplossing zijn. Een nadeel kan zijn dat geen taaltrainer is om de studenten te motiveren of wat extra’s te bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes en dialoog in de doeltaal die worden nagesproken en weer herhaald. Deze voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De grammaticale structuren worden niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee geleerde informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur taalcursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode variëren. In het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt zeer goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier spreken en in een normaal tempo.
Dat niets uitgelegd wordt, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. Studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het principe van Michel Thomas. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en nieuwe lesstof wordt met bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de studenten het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd. Hiermee kan de gebruiker zelf zinnen maken. De methodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. De mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas zijn toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte manier. Dat deze taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een minpunt van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in een andere groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-cursussen zijn zelfstudielessen die uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De gebruikers besteden idealiter ruwweg twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Hiernaast staat de vertaling, met toelichting van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de cursisten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer om studenten te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les volledig in de doeltaal werden gegeven. Luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten leren spreken en verstaan; dit begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers kunnen zo bijvoorbeeld een zin 10 maal herhalen om daarna een nieuw woord toe te voegen De audiolinguale methode werkt veel met de zogeheten talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al snel bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al vrij snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel haar sporen nagelaten Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om de toepassing van de grammatica. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Direct van het begin wordt de goede uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis kan bieden. Ook voor grote(re) groepen is deze methode geschikt.
Tevens heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; eigen input wordt niet verlangd van de lerenden. Hierdoor dreigt het gevaar van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden als de kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan werken voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze GoldList-methode goed functioneren. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven lijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal aan te leren. Op die wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de studenten worden ondergedompeld in de taal, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten in de vreemde taal, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de studenten van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is vaak bewezen. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven onder taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er kleven eveneens nadelen aan de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren te communiceren in de vreemde taal, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. De studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel studenten vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van bepaalde samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aangedragen aan de student in reële situaties met behulp van dramatiseringen, visualisaties, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de methode worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote rol. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 ingezet op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structurele Aanpak is dat de studenten de taal op een accurate manier kunnen leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situaties bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen input van de student is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaltrainer. Teksten in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten leren te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om talen te leren op een wijze die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal te gebruiken, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten werkt deze methode stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Foutjes maken mag; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en van de lerenden vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd gezien als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen taalkennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren ook tegengeluiden te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is de grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het begin wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een natuurlijkere manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een uitstekende leermethode voor vreemde talen. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing kan met deze methode uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de leermethode behoorlijk intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in een groep wordt de sociale interactie versterkt. De lerenden ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een bijkomend minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en studenten van essentieel belang. Dat de student zich veilig en ontspannen voelt, is de voorwaarde hiervoor hiervoor. Om deze situatie te creëren, waren lesloken met rijopstellingen uit den boze. De student zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de les werd altijd achtergrondmuziek gedraaid. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor de studenten, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De methode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de leermethodiek. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in plaats van ontspannend en stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-lerende niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. Lerenden beginnen een gesprek. Als de studenten de taal nog onvoldoende machtig zijn, spreken de studenten in de moedertaal. De docent vertaalt en geeft uitleg. De uitingen van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Dit gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken. Er is geen lesboek dat gevolgd wordt.
Populariteit
Het succes van de methode is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. De taaldocent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren als team samen te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taalles. Vaak blijven deze verbeteringen in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de lerenden.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de taal door de lerenden bestaat veel mogelijkheid.
Het is de rol van de trainer om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de studenten.
Populariteit
De lesboeken zijn duidelijk veranderd in de laatste dertig jaar door de invloed van (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat van de te leren taal geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is het minpunt. Een aantal lerenden heeft moeite om de patronen van de taal zelf te leren herkennen en deze lerenden hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de doeltaal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een afwijkende aanpak had, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Deze leermethode van Gouin werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de lerenden doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De methode maakt studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de studenten goed.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze leermethodiek is dat de verwerving van de doeltaal geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis vereist. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, een boodschap doen, bellen met een klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij lerenden zich eerst voorbereiden op de taak, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel genoemd worden.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het oogmerk van de Dogme-methode is het beginnen van echte conversaties over praktische items. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de studenten en de docent focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaldocent is dat er zo goed als geen voorbereiding voor nodig is. Het kan heel motiverend zijn dat de lerenden de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. De les is nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een Dogme-les is vrijwel elk item bespreekbaar. Het houdt studenten betrokken en alert.
Als studenten zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden, kunnen ze zich echter wel ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke docent flexibel genoeg voor deze manier van lesgeven. Nog een nadeel kan zijn dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taallessen aan bod komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een vreemde taal te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemer is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Omdat de leermethode van Thomson nog tamelijk nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. De zes fasen van de methode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de doeltaal te begrijpen; het gaat in de eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het soepel gaat en de lerenden simultaan met de opname kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten, zijn diverse lesboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt. Een bijkomende grond is dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, waardoor het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat de methodiek in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat studenten het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die gebaseerd is op het principe dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden vormen dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan de beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden ingezet in klassen die wat groter zijn. De taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker niveau werkt en daarbij nog een andere methode nodig is. De methodiek is bovendien niet erg creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren 80 van de negentiende eeuw. De Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd de studenten veel te laten praten. Het was eveneens nieuw dat de taalles in de doeltaal werd gegeven. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De vocabulaire van de vreemde taal werd aangeleerd door middel van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels door invloeden van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te keren in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Aan deze methode kleven echter ook keerzijden. Deze leermethode schenkt zeer weinig aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode onvoldoende uitdagingen. De Directe Methode is tevens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat de leermethode van een daadkrachtige inzet vanuit de student uitgaat.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. De herhalingen helpen de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de studenten wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan als een keerzijde worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de vreemde taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn staafjes met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die tenslotte gezien worden als autonoom. In principe is de docent aan de lerende dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde stof wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leren.
Een minpunt kan zijn dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de docent zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. Door de trainer wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn studenten ontspannen. Zo worden structuren en woorden vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is een verhaal op te bouwen om met een groep studenten. Hierbij schrijft de taaltrainer eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om vervolgens hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPRS heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Dit wordt ook wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van taaltraining waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Almelo.
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel een zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Almelo op maat.
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het platform biedt gevarieerde en interactieve content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Taleninstituut eveneens over een eigen App voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het voordeel van de Dagnall App is dat deelnemers overal en altijd, dus 24/7, toegang op ieder (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Deelnemers kunnen dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen in onze App integreren. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de App blijft beschikbaar na afronding van de training in Almelo.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Werknemers die diverse talen spreken, zijn daarom vaak onmisbaar in veel bedrijven en organisaties.
Dagnall leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor technische en zakelijke taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Het onderstaande is voldoende voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een pc, laptop of tablet met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De kernpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
Dagnall Talen is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers alsook revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. Onze vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Almelo, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De partnersteden van Almelo zijn Denizli in Turkije, Iserlohn in Duitsland en Preston in het Verenigd Koninkrijk.
Almelo is een fusiegemeente.
Ambt Almelo, Stad Almelo, Aadorp, Bornerbroek en een deel van Mariaparochie vallen onder de gemeente Almelo.
Het netnummer van Almelo is 0546.
Het postcodegebied van Almelo is 7600 - 7610.
Het adres van het gemeentehuis van Almelo is Haven Zuidzijde 30, 7607 EW in Almelo.
De website van de gemeente Almelo is Almelo.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Almelo is 0546 541111.
Voor Almelose ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Enschede aan de Hengelosestraat 585, 7521 AG in Enschede. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Almelo is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Almelo is KVK-kantoor Enschede.
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Almelo een bezoek brengen aan de Bolletje Winkel & Koffieschenkerij, aan Stadsmuseum Almelo of aan het Wevershuisje.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het een goed idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Almelose voetbalclub Heracles, PH Almelo of SV DRC meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Almelo kunt u terecht bij ATC Veenhorst of bij A.T.V. Luctor et Emergo.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus bij ons taleninstituut in Almelo of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning?
Om een balletje te slaan of gewoon gezellig iets te drinken of te eten, kunt u bij Golfvereniging Prins Hendrik in Almelo terecht. Golfbaan Sluispolder bevindt zich aan de Veenelandenweg 34 in Almelo. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0546-56 82 76. De website van de golfbaan is www.golfinalmelo.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij clubhuis PH Golf.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin vandaag nog aan uw reis naar taalbeheersing
Taaltrainingen in Almelo van topniveau
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Organisaties die in de taalopleiding van hun medewerkers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Almelo.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Almelo aan in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Almelo aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall talen leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Behalve de klassieke taaltrainingen zijn organisaties vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde trainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgever. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Almelo. Met Dagnall Talen behaalt u vlot en doelgericht het door u beoogde resultaat.
Filosofie van Dagnall Taleninstituut
Het is onze filosofie om een vreemde taal te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Taleninstituut met methodes die het leren voor cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Met deze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Door vijftien minuten dagelijks te oefenen, brengen we u met grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Almelo.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever stellen wij uw wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt bepaald, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met een offerte.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Na enkele lessen evalueert de taaltrainer de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden bijgesteld.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van Dagnall Talen.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van Dagnall Talen.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar taleninstituut in Almelo sinds 1982
Dagnall Taleninstituut, Vertaalbureau, Tolkbureau en Tekstbureau geeft taalcursussen op maat aan (overheids)instellingen en het bedrijfsleven in Almelo en omstreken sinds 1982. Alle kundige trainers zijn experts op taalgebied en hebben in al deze jaren al veel trainingen aan diverse bedrijven en (overheids)organisaties in de regio Twente verzorgd.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte methode van werken, leveren wij u zeer betaalbare en effectieve taalcursussen in Almelo. Dagnall Taleninstituut levert door de maatwerk-aanpak een hoog rendement. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk bij Dagnall Taleninstituut in Almelo
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Veel bedrijven zijn inmiddels bekend met cursussen die gericht zijn op het verbeteren van de taalvaardigheid op de werkvloer.
Medewerkers die geen of een beperkte beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op het werk en willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren op de werkvloer.
Medewerkers die geen of een beperkte beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op het werk en willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen graag de aanwijzingen op het werk goed kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze medewerkers willen graag hun werk kunnen uitvoeren met meer zelfvertrouwen en natuurlijk hun ambitie op hun werkgebied verwezenlijken. Dit vergt een investering in werknemers en in de ontwikkeling van de organisatie is hiervoor nodig.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Almelo
Behoeftes en leermethode
Een goede taaltraining is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taaltraining is uiteraard ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taaltraining (bij een taleninstituut in Amstelveen) die het beste bij de cursist past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers van ons taleninstituut zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall bereiken wij door een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Taleninstituut kunt u voor cursussen terecht die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Ons taleninstituut biedt individuele cursussen (privéles), duocursussen (met 2 lerenden), groepscursussen van 3 tot 10 lerenden, onlinecursussen, een online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
De docenten van ons instituut geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en zij spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een bijzonder fijne manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaldocenten van Dagnall in Almelo. Deze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk geworden van Dagnall Taleninstituut. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens aangepast aan de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Een taal effectief leren in Almelo bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie aan ons kunt overlaten.
Dagnall taleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt Dagnall Taleninstituut gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren.
Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Almelo gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Almelo
Maatwerkcursussen
Dagnall taleninstituut biedt individuele cursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Almelo en omgeving.
Individuele taalcursussen worden ook wel privélessen of één-op- één-taalcursussen genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen van taleninstituut Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De leergroepen houden wij zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te maximaliseren en de lerenden maximaal te ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerk taalcursussen en worden speciaal samengesteld voor, en afgestemd op, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus omdat veel informatie wordt opgenomen in een korte periode.
Omdat de taalcursus intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een belangrijk voordeel van een individuele cursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast is een individuele cursus goed op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere deelnemers is het belangrijkste pluspunt van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep.
Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van de foutjes van anderen kunnen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen deelnemers fijner vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) voor lerenden dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele taalcursus kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan.
Doordat er geen interactie met andere cursisten is, kan het geleerde niet worden geoefend in een groep.
Ook is het niet mogelijk om te leren van de foutjes van andere deelnemers omdat groepsdynamiek ontbreekt.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen cursisten wat eerder worden afgeleid. Hierdoor ligt het rendement iets lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Een groepscursus kan ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden, is een ander minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Taleninstituut biedt cursussen voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Dagnall Talen biedt daarom onze taaltrainingen ook incompany en online aan.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld terecht
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Dagnall Talen biedt daarom onze taaltrainingen ook incompany en online aan.
Bij Taleninstituut Dagnall kunt u bijvoorbeeld terecht
voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Duits, Frans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Het combineren van deze verschillende trainingen is mogelijk. Veel cursisten kiezen hiervoor.
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Taalvaardigheid is zowel kennen als kunnen: de kennis van de taal, maar ook het kunnen toepassen ervan. Door de focus te verschuiven op het kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de taaltraining in Almelo de verworven kennis beter toepassen.
U zult zich daardoor snel op uw gemak voelen met de andere taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les volledig in de doeltaal werden gegeven. Luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten leren spreken en verstaan; dit begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers kunnen zo bijvoorbeeld een zin 10 maal herhalen om daarna een nieuw woord toe te voegen De audiolinguale methode werkt veel met de zogeheten talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al snel bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al vrij snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel haar sporen nagelaten Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om de toepassing van de grammatica. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Direct van het begin wordt de goede uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis kan bieden. Ook voor grote(re) groepen is deze methode geschikt.
Tevens heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; eigen input wordt niet verlangd van de lerenden. Hierdoor dreigt het gevaar van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden als de kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan werken voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze GoldList-methode goed functioneren. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven lijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal aan te leren. Op die wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de studenten worden ondergedompeld in de taal, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten in de vreemde taal, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de studenten van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is vaak bewezen. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven onder taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er kleven eveneens nadelen aan de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren te communiceren in de vreemde taal, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. De studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel studenten vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van bepaalde samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aangedragen aan de student in reële situaties met behulp van dramatiseringen, visualisaties, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de methode worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote rol. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 ingezet op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structurele Aanpak is dat de studenten de taal op een accurate manier kunnen leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situaties bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen input van de student is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaltrainer. Teksten in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten leren te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om talen te leren op een wijze die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal te gebruiken, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten werkt deze methode stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Foutjes maken mag; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en van de lerenden vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd gezien als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen taalkennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren ook tegengeluiden te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is de grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het begin wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een natuurlijkere manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een uitstekende leermethode voor vreemde talen. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing kan met deze methode uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de leermethode behoorlijk intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in een groep wordt de sociale interactie versterkt. De lerenden ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een bijkomend minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en studenten van essentieel belang. Dat de student zich veilig en ontspannen voelt, is de voorwaarde hiervoor hiervoor. Om deze situatie te creëren, waren lesloken met rijopstellingen uit den boze. De student zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de les werd altijd achtergrondmuziek gedraaid. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor de studenten, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De methode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de leermethodiek. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in plaats van ontspannend en stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-lerende niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. Lerenden beginnen een gesprek. Als de studenten de taal nog onvoldoende machtig zijn, spreken de studenten in de moedertaal. De docent vertaalt en geeft uitleg. De uitingen van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Dit gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken. Er is geen lesboek dat gevolgd wordt.
Populariteit
Het succes van de methode is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. De taaldocent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren als team samen te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taalles. Vaak blijven deze verbeteringen in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de lerenden.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de taal door de lerenden bestaat veel mogelijkheid.
Het is de rol van de trainer om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de studenten.
Populariteit
De lesboeken zijn duidelijk veranderd in de laatste dertig jaar door de invloed van (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat van de te leren taal geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is het minpunt. Een aantal lerenden heeft moeite om de patronen van de taal zelf te leren herkennen en deze lerenden hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de doeltaal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een afwijkende aanpak had, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Deze leermethode van Gouin werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de lerenden doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De methode maakt studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de studenten goed.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze leermethodiek is dat de verwerving van de doeltaal geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis vereist. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, een boodschap doen, bellen met een klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij lerenden zich eerst voorbereiden op de taak, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het oogmerk van de Dogme-methode is het beginnen van echte conversaties over praktische items. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de studenten en de docent focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaldocent is dat er zo goed als geen voorbereiding voor nodig is. Het kan heel motiverend zijn dat de lerenden de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. De les is nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een Dogme-les is vrijwel elk item bespreekbaar. Het houdt studenten betrokken en alert.
Als studenten zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden, kunnen ze zich echter wel ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke docent flexibel genoeg voor deze manier van lesgeven. Nog een nadeel kan zijn dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taallessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een vreemde taal te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemer is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Omdat de leermethode van Thomson nog tamelijk nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. De zes fasen van de methode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de doeltaal te begrijpen; het gaat in de eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het soepel gaat en de lerenden simultaan met de opname kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten, zijn diverse lesboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt. Een bijkomende grond is dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, waardoor het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat de methodiek in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat studenten het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die gebaseerd is op het principe dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden vormen dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan de beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden ingezet in klassen die wat groter zijn. De taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker niveau werkt en daarbij nog een andere methode nodig is. De methodiek is bovendien niet erg creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren 80 van de negentiende eeuw. De Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd de studenten veel te laten praten. Het was eveneens nieuw dat de taalles in de doeltaal werd gegeven. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De vocabulaire van de vreemde taal werd aangeleerd door middel van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels door invloeden van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te keren in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Aan deze methode kleven echter ook keerzijden. Deze leermethode schenkt zeer weinig aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode onvoldoende uitdagingen. De Directe Methode is tevens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat de leermethode van een daadkrachtige inzet vanuit de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. De herhalingen helpen de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de studenten wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de vreemde taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn staafjes met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die tenslotte gezien worden als autonoom. In principe is de docent aan de lerende dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde stof wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leren.
Een minpunt kan zijn dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de docent zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. Door de trainer wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn studenten ontspannen. Zo worden structuren en woorden vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is een verhaal op te bouwen om met een groep studenten. Hierbij schrijft de taaltrainer eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om vervolgens hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPRS heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. De taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en de cursussen zijn vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier foto’s en stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De student kan zo de uitspraak vergelijken met die van een moedertaalspreker (native speaker). Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid van de student zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. Rosetta Stone wordt in ons land gebruikt door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer makkelijk om te gebruiken en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke onderdelen van de leermethode wat meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, kunnen de studenten zelf bepalen. Velen vinden het prettig om de leermethode te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan Rosetta Stone voor scholen een oplossing zijn. Een nadeel kan zijn dat geen taaltrainer is om de studenten te motiveren of wat extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes en dialoog in de doeltaal die worden nagesproken en weer herhaald. Deze voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De grammaticale structuren worden niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee geleerde informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur taalcursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode variëren. In het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt zeer goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier spreken en in een normaal tempo.
Dat niets uitgelegd wordt, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. Studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het principe van Michel Thomas. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en nieuwe lesstof wordt met bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de studenten het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd. Hiermee kan de gebruiker zelf zinnen maken. De methodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. De mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas zijn toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte manier. Dat deze taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een minpunt van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in een andere groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-cursussen zijn zelfstudielessen die uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De gebruikers besteden idealiter ruwweg twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Hiernaast staat de vertaling, met toelichting van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de cursisten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer om studenten te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les volledig in de doeltaal werden gegeven. Luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten leren spreken en verstaan; dit begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers kunnen zo bijvoorbeeld een zin 10 maal herhalen om daarna een nieuw woord toe te voegen De audiolinguale methode werkt veel met de zogeheten talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al snel bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al vrij snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel haar sporen nagelaten Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om de toepassing van de grammatica. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Direct van het begin wordt de goede uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis kan bieden. Ook voor grote(re) groepen is deze methode geschikt.
Tevens heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; eigen input wordt niet verlangd van de lerenden. Hierdoor dreigt het gevaar van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden als de kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan werken voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze GoldList-methode goed functioneren. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven lijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal aan te leren. Op die wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de studenten worden ondergedompeld in de taal, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten in de vreemde taal, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de studenten van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is vaak bewezen. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven onder taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er kleven eveneens nadelen aan de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren te communiceren in de vreemde taal, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. De studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel studenten vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van bepaalde samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aangedragen aan de student in reële situaties met behulp van dramatiseringen, visualisaties, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de methode worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote rol. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 ingezet op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structurele Aanpak is dat de studenten de taal op een accurate manier kunnen leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situaties bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen input van de student is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaltrainer. Teksten in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten leren te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om talen te leren op een wijze die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal te gebruiken, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten werkt deze methode stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Foutjes maken mag; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en van de lerenden vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd gezien als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen taalkennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren ook tegengeluiden te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is de grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het begin wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een natuurlijkere manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een uitstekende leermethode voor vreemde talen. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing kan met deze methode uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de leermethode behoorlijk intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in een groep wordt de sociale interactie versterkt. De lerenden ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een bijkomend minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en studenten van essentieel belang. Dat de student zich veilig en ontspannen voelt, is de voorwaarde hiervoor hiervoor. Om deze situatie te creëren, waren lesloken met rijopstellingen uit den boze. De student zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de les werd altijd achtergrondmuziek gedraaid. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor de studenten, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De methode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de leermethodiek. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in plaats van ontspannend en stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-lerende niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. Lerenden beginnen een gesprek. Als de studenten de taal nog onvoldoende machtig zijn, spreken de studenten in de moedertaal. De docent vertaalt en geeft uitleg. De uitingen van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Dit gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken. Er is geen lesboek dat gevolgd wordt.
Populariteit
Het succes van de methode is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. De taaldocent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren als team samen te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taalles. Vaak blijven deze verbeteringen in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de lerenden.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de taal door de lerenden bestaat veel mogelijkheid.
Het is de rol van de trainer om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de studenten.
Populariteit
De lesboeken zijn duidelijk veranderd in de laatste dertig jaar door de invloed van (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat van de te leren taal geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is het minpunt. Een aantal lerenden heeft moeite om de patronen van de taal zelf te leren herkennen en deze lerenden hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de doeltaal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een afwijkende aanpak had, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Deze leermethode van Gouin werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de lerenden doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De methode maakt studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de studenten goed.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze leermethodiek is dat de verwerving van de doeltaal geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis vereist. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, een boodschap doen, bellen met een klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij lerenden zich eerst voorbereiden op de taak, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het oogmerk van de Dogme-methode is het beginnen van echte conversaties over praktische items. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de studenten en de docent focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaldocent is dat er zo goed als geen voorbereiding voor nodig is. Het kan heel motiverend zijn dat de lerenden de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. De les is nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een Dogme-les is vrijwel elk item bespreekbaar. Het houdt studenten betrokken en alert.
Als studenten zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden, kunnen ze zich echter wel ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke docent flexibel genoeg voor deze manier van lesgeven. Nog een nadeel kan zijn dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taallessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een vreemde taal te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemer is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Omdat de leermethode van Thomson nog tamelijk nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. De zes fasen van de methode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de doeltaal te begrijpen; het gaat in de eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het soepel gaat en de lerenden simultaan met de opname kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten, zijn diverse lesboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt. Een bijkomende grond is dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, waardoor het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat de methodiek in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat studenten het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die gebaseerd is op het principe dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden vormen dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan de beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden ingezet in klassen die wat groter zijn. De taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker niveau werkt en daarbij nog een andere methode nodig is. De methodiek is bovendien niet erg creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren 80 van de negentiende eeuw. De Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd de studenten veel te laten praten. Het was eveneens nieuw dat de taalles in de doeltaal werd gegeven. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De vocabulaire van de vreemde taal werd aangeleerd door middel van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels door invloeden van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te keren in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Aan deze methode kleven echter ook keerzijden. Deze leermethode schenkt zeer weinig aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode onvoldoende uitdagingen. De Directe Methode is tevens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat de leermethode van een daadkrachtige inzet vanuit de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. De herhalingen helpen de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de studenten wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de vreemde taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn staafjes met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die tenslotte gezien worden als autonoom. In principe is de docent aan de lerende dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde stof wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leren.
Een minpunt kan zijn dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de docent zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. Door de trainer wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn studenten ontspannen. Zo worden structuren en woorden vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is een verhaal op te bouwen om met een groep studenten. Hierbij schrijft de taaltrainer eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om vervolgens hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPRS heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale hulpmiddelen
Er is ook een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Babbel en Mondly.
Er is echter een betere manier om talen te leren om een vreemde taal te leren:
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral door de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere manier om talen te leren om een vreemde taal te leren:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral door de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Dit wordt ook wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van taaltraining waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Taleninstituut biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Almelo.
Online een vreemde taal leren (e-learning)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Almelo
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel een zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Almelo op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Taleninstituut biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het platform biedt gevarieerde en interactieve content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Taleninstituut eveneens over een eigen App voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het voordeel van de Dagnall App is dat deelnemers overal en altijd, dus 24/7, toegang op ieder (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Deelnemers kunnen dus een taal leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen in onze App integreren. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de App blijft beschikbaar na afronding van de training in Almelo.
Dagnall Taleninstituut zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Almelo
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Werknemers die diverse talen spreken, zijn daarom vaak onmisbaar in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor technische en zakelijke taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Het onderstaande is voldoende voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een pc, laptop of tablet met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus bij ons taleninstituut in Almelo ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw cursus bij ons taleninstituut in Almelo ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Almelo
Het Europees Referentiekader (ERK)
Voor het aangeven van het begin- en eindniveau van de cursist, gaan wij uit van hetERK (Europees Referentiekader). Hierin worden alle taalniveaus volgens Europese standaard, beschreven. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Aan het einde van de cursus bij ons taleninstituut in Almelo ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een richtlijn om taalniveaus te kunnen beoordelen.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het ERK kenmerkt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, zijnde: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige naam wordt eveneens vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK hanteert ook 6 niveaus van taalbeheersing, van beginner tot nagenoeg moedertaalspreker (near-native).
De zes niveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het ERK kenmerkt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, zijnde: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige naam wordt eveneens vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK hanteert ook 6 niveaus van taalbeheersing, van beginner tot nagenoeg moedertaalspreker (near-native).
De zes niveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A beschrijft de basisvaardigheden die de gebruiker beheerst.
Niveau B is van toepassing op de zogenaamde ‘zelfstandige gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp in die vreemde taal kan functioneren.
Niveau C geldt voor gevorderden die met groot gemak Frans kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. De vaardigheden die bij taalniveau C horen, gaan richting de moedertaalgebruiker. Zo iemand gebruikt de vreemde taal probleemloos in verschillende situaties.
Niveau B is van toepassing op de zogenaamde ‘zelfstandige gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp in die vreemde taal kan functioneren.
Niveau C geldt voor gevorderden die met groot gemak Frans kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. De vaardigheden die bij taalniveau C horen, gaan richting de moedertaalgebruiker. Zo iemand gebruikt de vreemde taal probleemloos in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De kernpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers alsook revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. Onze vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons taleninstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, zoals bij ons taleninstituut in Almelo, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
De persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan nodig en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging te worden beschermd. Dagnall voldoet vanzelfsprekend aan alle vereisten die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens zeer beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Cursussen bij Dagnall taleninstituut in Almelo zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall is ingeschreven in het CRKBO-register. De naam CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit betekent dat wij aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoen.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen worden gegeven.
Dit betekent dat wij aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoen.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen bij ons taleninstituut in Almelo
Contact taleninstituut Almelo
Wilt u contact met Dagnall Taleninstituut in Almelo? U kunt contact opnemen met ons taleninstituut in Almelo. U kunt ons bereiken via 0592-338012 (geen menu) voor meer informatie.
U kunt ons ook een e-mail sturen via taleninstituut-almelo@dagnall.nl. Of ga naar ons contactformulier. U kunt ook gelijk het gratis Dagnall informatiepakket aanvragen.
De beste weg naar een taleninstituut in Almelo!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Almelo
Bij ons taleninstituut kunt u de taalcursus op uw eigen locatie volgen of in Almelo, bijvoorbeeld in de Almelo Java Toren aan de Stationsstraat 11 in Almelo. Dagnall taleninstituut verzorgt ook taalcursussen in Almelo bij bijvoorbeeld Van der Valk Theaterhotel aan het Schouwburgplein 1 in Almelo en bij Fletcher Hotel Sallandse Heuvelrug aan de Burgemeester Knottenbeltlaan 77 in Rijssen.
Besprekingen houden in Almelo kan bijvoorbeeld bij Stadslab Indië in de oude Almelose fabriek van textielbedrijf Ten Cate.
Almelo - geschiedenis
Almelo is in de Middeleeuwen ontstaan als kruispunt van land- en waterwegen. Dankzij deze centrale ligging werd de stad direct een levendige handelsplaats voor boeren, vissers, wevers en ambachtslieden en kon de stad tot een belangrijke textielstad uitgroeien. De vroegste vermelding van de naam ‘Almelo’ is een
officieel document uit 1157, waarin Heer Everhard van Almelo wordt genoemd als getuige. Toen was Almelo een heerlijkheid: een bezitting van een ‘heer’. De naam ‘Almelo’ komt uit de Germaanse taal. Het is een verbastering van alma, olm en lauha, lo, een bos dat op zandgrond is gelegen.
Almelo - nu
Almelo ligt in de regio Twente. Plaatsen in de buurt van Almelo zijn Borne, Delden, Geesteren, Hellendoorn, Nijverdal, Rijssen, Tubbergen, Vriezenveen, Vroomshoop en Wierden. Het XL Businesspark Twente is tevens van groot belang voor de streek.
Almelo ligt in de provincie Overijssel. In de gemeente Almelo wonen ongeveer 72.500 mensen.
Vlag gemeente Almelo
Wapen gemeente Almelo
Inwoners
Een inwoner van Almelo is een ‘Almeloër‘.
Bekende Almeloërs zijn Hero Brinkman, Daphne Bunskoek, Tom Egbers, Herman Finkers, Ilse de Lange, Wubbo Ockels en Eddy Zoëy.
Iets wat uit Almelo komt, wordt ‘Almeloos’ genoemd.
Bekende Almeloërs zijn Hero Brinkman, Daphne Bunskoek, Tom Egbers, Herman Finkers, Ilse de Lange, Wubbo Ockels en Eddy Zoëy.
Iets wat uit Almelo komt, wordt ‘Almeloos’ genoemd.
Almeloos Blauw met drie witte ruiten staat op het wapen van ‘Almelo’. Almelo kreeg stadsrechten in het jaar 1394.
Almelo - internationaal & kernen
Partnersteden
De partnersteden van Almelo zijn Denizli in Turkije, Iserlohn in Duitsland en Preston in het Verenigd Koninkrijk.
Almelo is een fusiegemeente.
Kernen
Ambt Almelo, Stad Almelo, Aadorp, Bornerbroek en een deel van Mariaparochie vallen onder de gemeente Almelo.
Vlag provincie Overijssel
Wapen provincie Overijssel
Typisch Almeloos
Almelo staat als textielstad bekend. Rond 1900 bloeide hier de textielindustrie en de Koninklijke Ten Cate is nog steeds in Almelo gevestigd. Een aantal prachtige villa’s herinneren nog aan de textielbaronnen van weleer.
Maar Almelo is ook de stad van Bolletje, Ilse de Lange en Herman Finkers.
Maar Almelo is ook de stad van Bolletje, Ilse de Lange en Herman Finkers.
De stad fungeert als spoorknooppunt met de spoorverbinding naar Salzbergen (Duitsland), Zwolle, Amsterdam en Deventer.
Minder algemeen bekend is dat New Almelo in de VS (Kansas) naar Almelo is vernoemd.
Almelo - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat New Almelo in de VS (Kansas) naar Almelo is vernoemd.
Twents dialect en accent
Het Twents is op zijn beurt weer een Westfaals dialect van het Nedersaksisch; één van de officieel erkende streektalen.
Kenmerkend voor het Twents is de -t/-et als uitgang van de werkwoorden in het meervoud. Zo wordt ‘wij werken’ in het Twents wiej waarket.
Klinkers worden in het Twents vaak langgerekt: Almelooo. Bij de voltooid deelwoorden wordt ge- weggelaten: ‘gezien’ is zeen. Een stoet kan onmeunig lekker zijn.
Kenmerkend voor het Twents is de -t/-et als uitgang van de werkwoorden in het meervoud. Zo wordt ‘wij werken’ in het Twents wiej waarket.
Klinkers worden in het Twents vaak langgerekt: Almelooo. Bij de voltooid deelwoorden wordt ge- weggelaten: ‘gezien’ is zeen. Een stoet kan onmeunig lekker zijn.
Dat betekent dat het brood erg lekker is. Een typische Twentse uitdrukking: As nen boer nich klaagt is hee zeeke: “Als een boer niet klaagt, is hij ziek”.
Bekende Almeloër Herman Finkers heeft zijn stad op de kaart gezet met zijn spreekwoord “Eén stoplicht springt op rood, een ander weer op groen. In Almelo is altijd wat te doen.” (uit zijn voorstelling EHBO is mijn lust en mijn leven uit 1985).
Bekende Almeloër Herman Finkers heeft zijn stad op de kaart gezet met zijn spreekwoord “Eén stoplicht springt op rood, een ander weer op groen. In Almelo is altijd wat te doen.” (uit zijn voorstelling EHBO is mijn lust en mijn leven uit 1985).
“Almelo Altijd wat te doen”
Almelo - zakelijk
De gemeente Almelo
Het netnummer van Almelo is 0546.
Het postcodegebied van Almelo is 7600 - 7610.
Het adres van het gemeentehuis van Almelo is Haven Zuidzijde 30, 7607 EW in Almelo.
De website van de gemeente Almelo is Almelo.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Almelo is 0546 541111.
Zakendoen in Almelo
Voor Almelose ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Enschede aan de Hengelosestraat 585, 7521 AG in Enschede. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Almelo is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Almelo is KVK-kantoor Enschede.
Almelo - internationale bedrijvigheid
Grote internationaal opererende bedrijven zijn in Almelo gevestigd op bedrijventerrein Dollegoor, Turfkade, Bedrijvenpark Twente, Twentepoort, XL Businesspark Twente of op bedrijventerrein Zeearend.
In Almelo bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Accent Covebo Group, ADG dienstengroep (Asito), Aeronamic, Alldra, Asia Motoren, Benchmark Electronics, Brusche Elektrotechniek, Cirext, DS Smith Packaging,
In Almelo bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Accent Covebo Group, ADG dienstengroep (Asito), Aeronamic, Alldra, Asia Motoren, Benchmark Electronics, Brusche Elektrotechniek, Cirext, DS Smith Packaging,
Enrichment Technology Nederland, FTNON, Group 2000, Hitec Power Protection, IMS, Kips, Maped Netherlands, Munters, Neuteboom Coffeeroasters, Panduit, Pentas Moulding, Quadrant EPP Nederland, Solinger Staalwaren Agenturen Wensink, Koninklijke Ten Cate, Terstal, Timberland Europe, Urenco, Van Merksteijn Steel en de Zwanenberg Food Group.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Almelo’s nieuws
De Almelose nieuwsportalen zijn Hart van Almelo, Hallo Almelo en Almelo’s Weekblad en Almelose ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Overijssel - Nieuws.
Ondernemers in Almelo kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Ondernemers in Almelo kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Almeloërs en ondernemingen in Almelo kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Almelo’s Weekblad, Tubantia en het Algemeen Dagblad - Almelo.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Almelo
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Almelo een bezoek brengen aan de Bolletje Winkel & Koffieschenkerij, aan Stadsmuseum Almelo of aan het Wevershuisje.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het een goed idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Almelose voetbalclub Heracles, PH Almelo of SV DRC meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Almelo kunt u terecht bij ATC Veenhorst of bij A.T.V. Luctor et Emergo.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus bij ons taleninstituut in Almelo of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning?
Om een balletje te slaan of gewoon gezellig iets te drinken of te eten, kunt u bij Golfvereniging Prins Hendrik in Almelo terecht. Golfbaan Sluispolder bevindt zich aan de Veenelandenweg 34 in Almelo. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0546-56 82 76. De website van de golfbaan is www.golfinalmelo.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij clubhuis PH Golf.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Almelo die ook op Youtube staan.
U kunt direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken.
Onder deze filmpjes zijn de locaties van Overijssel en Almelo op Google Maps te zien.
U kunt direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken.
Onder deze filmpjes zijn de locaties van Overijssel en Almelo op Google Maps te zien.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Promovideo Almelo
Dronebeelden Almelo
Google Maps Overijssel
Google Maps Almelo
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Almelo
Almelo’s nieuws
Hieronder kunt u het actuele nieuws uit Almelo lezen van verschillende nieuwsbronnen.
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Nieuws uit Almelo
- ‘Even stoom afblazen’ bij Preston Palace in Almelo leidt Brabanders naar de cel - Tubantia
- Tweede verdachte gepakt voor neerschieten van zakenman Jeroen B. in Boekelo - Drimble.nl
- Politie arresteert 28-jarige Almelose na koperdiefstal op het spoor, als eerste van Twentse koperbende - Tubantia
- Bekerduel Heracles met FC Winterswijk live op tv - De Gelderlander
- Heracles-trainer Erwin van de Looi weet, na een sterke reeks, waar nu het grootste gevaar ligt - AD
- Heracles op jacht naar eerste overwinning op zondag: ‘Bewijzen dat we ook op zondag kunnen spelen’ - 1Twente
- De eerste asielzoekers in Albergen geven te denken - Tubantia
- Partij Vrij Almelo is tegen ruimhartig asielbeleid - AAVISIE
- Gemeenteraad 15 oktober 2024 - Gemeente Almelo
Nieuws uit de provincie Overijssel
- Bouwen voor ouderen - Provincie Overijssel
- Samenvatting: FC Twente thuis tegen Fenerbahce - FC Twente
- ‘Uitbreiding’ azc Schalkhaar: Deventer politiek keert zich tegen plannen COA - De Stentor
- Nog nooit zo gelachen tijdens een uitvaart - Tubantia
- Linda neemt haar hond mee naar werk: ‘Wilde haar niet alleen laten’ - Tubantia
- FC Twentefan die viral ging na Manchester United-uit voegt daad bij het woord en laat tattoo van Van Rooij zetten - Tubantia
- Twentse Wijndagen in Ootmarsum moeten een blijvertje worden: ‘Kunst en wijn is een mooie combinatie’ - Tubantia
- Voorlopig laatste adem voor orgel Lebuïnuskerk: ‘Na deze restauratie klinkt die weer als in 1839’ - De Stentor
- FC Twente moet tegen Fenerbahce genoegen nemen met punt - FC Twente
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Taleninsituut verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Almelo
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Almelo en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Almelo
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten