Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral op het professionele vlak. Om deze reden hebben organisaties die in de taalopleiding van de medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Wij zijn een een taalaanbieder die u als scholingszoeker precies dat levert: Effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in Zoetermeer en omgeving. Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak spreekt een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt opleidingzoekers taaltrainingen in Zoetermeer in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Zoetermeer aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en ook als doorlopende, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij ons kan iedereen een vreemde taal leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast de klassieke taaltrainingen hebben organisaties vooral interesse in de werkgerelateerde trainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van scholingszoekers. Wij zijn een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Zoetermeer. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar de beoogde resultaten.
Filosofie
De filosofie van Dagnall is om vreemde talen te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij zetten daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert. Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Met deze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het beoogde niveau. Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Zoetermeer.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall Talen stelt de leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemer(s) met de contactgegevens aan. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau wordt bepaald, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat met een passende offerte. Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning op uw situatie en agenda af.
De trainer evalueert na enkele lessen de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden bijgesteld. Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. De cursisten ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
Het (individuele) contact met de cursisten wordt indien gewenst, door Dagnall Talen verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Dit formulier en de schrijfopdracht dienen vóór de datum van de intake teruggestuurd te worden Dagnall verzorgt de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Het gesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden door Dagnall aan de hand van niveaubepaling geadviseerd en vastgesteld in overleg De indeling van de deelnemers geschiedt op taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat! De logistiek van materiaal en cursusbenodigdheden wordt uiteraard door ons verzorgd Dagnall Taleninstituut berekent geen administratiekosten alsook geen extra toeslag voor avondlessen Dagnall bewaakt en garandeert de continuïteit van de planning en het lesprogramma Dagnall Taleninstituut is betrokken en flexibel!
Dagnall Talen is werkzaam sinds 1982 en verzorgt sindsdien maatwerk taalonderwijs voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Zwolle en omstreken. Onze trainers zijn ervaren en kundige vakmensen, die gespecialiseerd zijn in maatwerktrainingen voor bedrijven en overheid.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, leveren wij u zeer betaalbare en effectieve taalcursussen in Zwolle. Wij zorgen voor maximaal rendement; rendement door maatwerk!
Betaalbare taalcursussen op maat in Zwolle
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Taalcursussen die toegespitst zijn op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn ondertussen bij veel bedrijven bekend. Mensen zonder of met weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking op het werk en willen graag en sneller en/of beter communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de instructies op het werk goed te kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. Deze medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen verrichten en uiteraard hun ambitie op hun werkterrein realiseren. Dit vergt een investering in personeel en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
Ons instituut verzorgt betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Dagnall Taleninstituut helpt en leert deelnemers hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen in hun baan. Dagnall stemt de lessen af op de wensen van de klant alsook op het niveau van de deelnemer(s). Naast de taallessen, krijgt de deelnemer regelmatig praktijkopdrachten tijdens de cursus, die de continuïteit van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de taaltraining vergroten.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Dagnall let ook op de minder belichte kant van veel taalcursussen: de cursisten staan al vaak alleen in hun inspanning om de taal machtig te zijn, om de cultuur en gewoontes van het land en de organisatie te doorgronden en om de wereld via taal uit te breiden. Dit vereist veel inzet en motivatie. Daarnaast heeft de cursist maar een beperkt aantal vaste contactmomenten per week met de trainer. Dat is niet altijd genoeg.
Onderscheidend
Ons instituut is onderscheidend door in te zetten op het vergroten van het draagvlak voor de cursus op de werkvloer. Ons taleninstituut stimuleert zowel leidinggevenden als uitvoerenden binnen de werkkring van het bedrijf om een voortdurend proces van taalverwerving te creëren, door direct vanaf de start zoveel mogelijk met de cursist te communiceren in de doeltaal. Door het belang van taal op de werkvloer consequent op deze wijze uit te dragen, wordt het nut van een goede beheersing van de taal gemeenschappelijk ervaren en voelen de cursisten zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Zwolle
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een taalcursus in Zwolle die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige docenten zijn zeer bedreven in het zo snel en zo prettig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall met een mix van deze beproefde leermethode met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie. De taaltrainers van Dagnall maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers in Zwolle. Onze, door de jaren heen verder verfijnde en ontwikkelde werkmethode is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursisten zelf past.
Een vreemde taal effectief leren in Zwolle bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut verzorgt cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u als opleidingszoeker met een gerust hart de gehele organisatie aan ons kunt overlaten. Dagnall Talentaleninstituut verzorgt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken we moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te garanderen. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Zwolle worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Zwolle
Maatwerkcursussen
Dagnall biedt individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Zwolle en omgeving. Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles. De individuele t@@lcursussen van Dagnall Talen staan al decennia bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie. De cursussen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De leergroepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen. De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, de leerstijl, het taalniveau en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement omdat veel kennis wordt geleerd vrij in korte tijd. Er wordt meer vooruitgang geboekt doordat de taalcursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een groot voordeel van individuele taalcursussen. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist. Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal. Ook zijn individuele taalcursussen goed af te stemmen op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere lerenden; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door discussies en rollenspellen. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; communiceren in de doeltaal met elkaar en van de fouten van andere cursisten. De afwisseling die zo geboden wordt, kunnen cursisten leuker vinden. Doordat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt . Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor de deelnemers dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele cursus alleen worden gedaan en gevoerd met de docent. De geleerde taalkennis kan niet geoefend worden in groepsverband doordat er geen interactie is met andere lerenden. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van de foutjes van anderen. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen de cursisten wat sneller zijn afgeleid. Daardoor is het rendement wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen). Groepscursussen kunnen ook minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden. Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele deelnemers.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden daarom onze taalcursussen ook incompany en online aan. Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een
opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining volgen. Uiteraard is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalvaardigheid houdt in niet alleen kennen maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van de opgedane kennis). Door te richten op het kunnen, is de cursist in staat na voltooiing van de taalcursus in Zwolle de opgedane kennis beter toe te passen.
Voor u het weet, begrijpt en spreekt u de taal al een beetje. Een niet alledaagse ervaring! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen volledig plaatsvonden in de doeltaal. Kunnen spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten leren verstaan en spreken, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De docent kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze nazeggen. De geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al snel bezwaren tegen deze inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de grammatica gaat, maar om het gebruik. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De juiste uitspraak wordt van het begin af aangeleerd. De methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis bieden. Ook bij grotere groepen kan deze methode worden gebruikt.
Tegelijkertijd is deze docentgestuurde kant een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Het is niet het idee om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat vanzelf door blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn aangeleerd, worden van de lijst verwijderd. De woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze zinnen en woorden in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis relevant en van betekenis is. Deze methode kan dus alleen goed werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan goed functioneren voor mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje te gebruiken. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een fotootje maken. Een keerzijde van deze leermethode is het gebrek aan context. Taal is veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze methode bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de vreemde taal aan te leren. Op deze manier leert de student onbewust eveneens de taalregels van de vreemde taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode werkt het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. De leeractiviteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, dienen stimulerend te zijn, om te zorgen dat de studenten plezier van de ervaring hebben.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode is. Omdat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de doeltaal. De Structurele Aanpak staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het verwerven van woordenschat. Bij de Structural Approach gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van bepaalde combinaties van woorden en groepen woorden in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden gepresenteerd aan de student in reële situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten de vreemde taal op een nauwkeurige wijze kunnen leren. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden of combinaties van woorden passend zijn of niet. De methode gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De manier van werken is behoorlijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk ervaringen van succes. De inbreng van de studenten zelf is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal.
Met gebruik van de CLT-technieken leren de studenten de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die de studenten helpen in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond een grotere vraag aan het leren van vreemde talen middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel positieve kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is studentgericht en functioneel. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is efficiënt. Deze methode is stimulerend voor de lerenden doordat zij snel succes ervaren. Er mogen foutjes worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en van de lerenden vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren lastig of ongewoon. De methode CLT traint de vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt als leermethode geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op grammatica en vertalen gericht. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docenten dragen taalkennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt eveneens inzichten in de structuur, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling kan worden toegepast. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De methode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij lerenden bij het leren in een groep. De studenten zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt toegepast. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan rijke dames uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, direct vanaf het eerste moment is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal te reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan zeer goed worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode vrij intensief is, is het grote voordeel dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een bijkomend minpunt kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er tussen de trainer en de student een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is. Hiervoor dienen studenten zich veilig en ontspannen te voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bereiken. De studenten zaten tijdens de les in comfortabele stoelen die gezet waren in een halve cirkel en er werd ook altijd muziek afgespeeld in de klas. De leermethodiek zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten bestonden bestonden lijsten met woorden alsook opmerkingen over de grammatica van de te leren taal. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. De lerende werd op deze manier in de verleiding gebracht om te luisteren en kon de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. In de klas werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de leermethodiek worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor studenten minder last krijgen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijkertijd is dit voor sommigen een keerzijde, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of CLL geheten in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn. De docent vertaalt en legt uit, waarna de lerenden de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten als middel om de taal te leren. Er is geen leerboek dat gevolgd wordt; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt grotendeels af van de expertise van de trainer-counselor. De taaltrainer dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren wanneer deze correct gebruikt wordt. Voor grote klassen is CLL niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden lerenden vaak nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen. Met deze methode worden lerenden zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren als een team te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de taallessen. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van de methode van CLL kan zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Er wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en ook geen toetsen gehouden. Het succes van de lessen is daardoor moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat een grotere plaats in dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De taak van de docent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
De lesboeken zijn in de laatste dertig jaar duidelijk veranderd door (onder meer) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt geschonken aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse taaldocent François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de doeltaal gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. François Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de afwijkende aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de methode van François Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme op van de lerenden. Het leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. Het maakt studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve competenties van de lerenden worden met de methode goed gestimuleerd.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter de methode is dat het verwerven van de taal geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, bellen met een klantenservice, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf de vroege jaren 90 zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid van studenten (hoofdzakelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. De student komt op een natuurlijke, alledaagse manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als motiverend en plezierig ervaren .
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. De deelnemers confirmeren zich bij het filmmaken aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze dogma’s vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het doeleinde van de Dogme-benadering. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder een leerboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de studenten en de taaltrainer focust. Net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, kent het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor docenten is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de lessen zo nooit. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. In een Dogme-les is vrijwel alles bespreekbaar. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand genomen worden, kunnen lerenden zich daartegenover wat minder op hun gemak voelen. Ook zijn niet alle trainers voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat de lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld in de taalles, kan een keerzijde zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden haalbare doelstellingen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren, is een keerzijde van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het werkt een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Het is niet van belang om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn veel lesboeken geschikt voor deze methode. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het leren van de taal aanzienlijk effectiever wordt, is een andere reden.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de vreemde taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep met lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als keerzijde is dat studenten het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, de spreekvaardigheid volgt daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De trainer geeft taken op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt van de studenten nog niet verwacht dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht achtergrond en leeftijd en deze leermethode kan ook in wat grotere klassen toegepast worden. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarboven een andere methodiek (aanvullend) nodig. De methodiek is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Overigens ging de Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar ook over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Rond 1900 streefde men, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. Studenten werden gestimuleerd vaak te spreken. Nieuw was eveneens dat de taallessen in de vreemde taal gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de vreemde taal werd aangeleerd door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de oorlogen en crises ebde de golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste voordeel van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid kunnen krijgen. Keerzijden heeft de leermethode echter ook. Deze methode besteedt veel minder aandacht aan schrijfvaardigheid en ook minder aandacht aan lezen in de vreemde taal. Voor lerenden die meer meer gevorderd zijn, biedt de methode onvoldoende uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode op een daadkrachtige inzet vanuit de student is gebaseerd.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent, die maar één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt door de trainers gebruikt om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat de trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes, die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de leermethode van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor studenten, die immers worden gezien als autonoom. De trainer is in feite dienstbaar aan de student, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Het geleerde wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerenden ‘mogen’ fouten maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan inbreng van de trainer. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden de lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen de lerenden zich. Op deze manier worden woorden en structuren ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De docent wijst de lerenden op grammaticale fenomenen, zonder dat lerenden taalregels uit hun hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. De docent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertalingen erbij en vervolgens samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf verhalen verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een keerzijde.
De Rosetta Stone-methode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd ontdekt met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van deze methodiek is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers alsook foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een gebruiker om zijn of haar uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) te vergelijken. Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten spreken.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheden van de studenten te oefenen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en wijst op taalfouten, waarbij taalfouten van de studenten kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door sommige internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is zeer eenvoudig in het gebruik en kan door de studenten worden gebruikt op elk moment. Studenten bepalen zelf welke delen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan een oplossing bieden het voor scholen. Een minpunt van de methode is dat er geen docent beschikbaar is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialoog die door lerenden daarna worden nagesproken en worden herhaald. De zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les van de cursus biedt een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuur in de doeltaal. De grammaticale structuur van de doeltaal wordt niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de aangeboden zinnen.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder andere in Amerika worden de taalcursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methodiek van Pimsleur heel goed doordat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo spreken.
Het minpunt van de leermethode van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van de taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de gebruikers op pauze klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerkstudenten hoeven niet uit het hoofd te leren. Bij de methode wordt de les in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt afgewisseld met reeds bekende stof. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal gewezen, als deze er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student begrepen en verworven is. Behalve woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de student zelf zinnetjes kan bouwen. Ook gebruikt de leermethode van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de te leren taal en vinden de cursus plezierig werken. Gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de cursussen minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen de uitspraak en de luistervaardigheid van de vreemde taal op een efficiënte wijze. Een minpunt van de Michel Thomas-methode is dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet. Ook is er geen echte interactie doordat de Michel Thomas-methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt voor een taalcursus is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter besteedt de cursist ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met de uitleg van de grammatica. Voor het oefenen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door native speakers zijn ingesproken en die de cursist dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de lerende in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen trainer beschikbaar om de student te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen volledig plaatsvonden in de doeltaal. Kunnen spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten leren verstaan en spreken, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De docent kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze nazeggen. De geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al snel bezwaren tegen deze inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de grammatica gaat, maar om het gebruik. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De juiste uitspraak wordt van het begin af aangeleerd. De methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis bieden. Ook bij grotere groepen kan deze methode worden gebruikt.
Tegelijkertijd is deze docentgestuurde kant een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Het is niet het idee om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat vanzelf door blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn aangeleerd, worden van de lijst verwijderd. De woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze zinnen en woorden in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis relevant en van betekenis is. Deze methode kan dus alleen goed werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan goed functioneren voor mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje te gebruiken. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een fotootje maken. Een keerzijde van deze leermethode is het gebrek aan context. Taal is veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze methode bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de vreemde taal aan te leren. Op deze manier leert de student onbewust eveneens de taalregels van de vreemde taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode werkt het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. De leeractiviteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, dienen stimulerend te zijn, om te zorgen dat de studenten plezier van de ervaring hebben.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode is. Omdat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de doeltaal. De Structurele Aanpak staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het verwerven van woordenschat. Bij de Structural Approach gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van bepaalde combinaties van woorden en groepen woorden in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden gepresenteerd aan de student in reële situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten de vreemde taal op een nauwkeurige wijze kunnen leren. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden of combinaties van woorden passend zijn of niet. De methode gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De manier van werken is behoorlijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk ervaringen van succes. De inbreng van de studenten zelf is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal.
Met gebruik van de CLT-technieken leren de studenten de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die de studenten helpen in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond een grotere vraag aan het leren van vreemde talen middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel positieve kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is studentgericht en functioneel. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is efficiënt. Deze methode is stimulerend voor de lerenden doordat zij snel succes ervaren. Er mogen foutjes worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en van de lerenden vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren lastig of ongewoon. De methode CLT traint de vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt als leermethode geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op grammatica en vertalen gericht. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docenten dragen taalkennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt eveneens inzichten in de structuur, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling kan worden toegepast. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De methode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij lerenden bij het leren in een groep. De studenten zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt toegepast. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan rijke dames uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, direct vanaf het eerste moment is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal te reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan zeer goed worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode vrij intensief is, is het grote voordeel dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een bijkomend minpunt kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er tussen de trainer en de student een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is. Hiervoor dienen studenten zich veilig en ontspannen te voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bereiken. De studenten zaten tijdens de les in comfortabele stoelen die gezet waren in een halve cirkel en er werd ook altijd muziek afgespeeld in de klas. De leermethodiek zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten bestonden bestonden lijsten met woorden alsook opmerkingen over de grammatica van de te leren taal. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. De lerende werd op deze manier in de verleiding gebracht om te luisteren en kon de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. In de klas werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de leermethodiek worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor studenten minder last krijgen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijkertijd is dit voor sommigen een keerzijde, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of CLL geheten in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn. De docent vertaalt en legt uit, waarna de lerenden de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten als middel om de taal te leren. Er is geen leerboek dat gevolgd wordt; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt grotendeels af van de expertise van de trainer-counselor. De taaltrainer dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren wanneer deze correct gebruikt wordt. Voor grote klassen is CLL niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden lerenden vaak nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen. Met deze methode worden lerenden zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren als een team te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de taallessen. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van de methode van CLL kan zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Er wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en ook geen toetsen gehouden. Het succes van de lessen is daardoor moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat een grotere plaats in dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De taak van de docent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
De lesboeken zijn in de laatste dertig jaar duidelijk veranderd door (onder meer) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt geschonken aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse taaldocent François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de doeltaal gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. François Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de afwijkende aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de methode van François Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme op van de lerenden. Het leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. Het maakt studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve competenties van de lerenden worden met de methode goed gestimuleerd.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter de methode is dat het verwerven van de taal geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, bellen met een klantenservice, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf de vroege jaren 90 zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid van studenten (hoofdzakelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. De student komt op een natuurlijke, alledaagse manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als motiverend en plezierig ervaren .
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. De deelnemers confirmeren zich bij het filmmaken aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze dogma’s vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het doeleinde van de Dogme-benadering. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder een leerboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de studenten en de taaltrainer focust. Net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, kent het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor docenten is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de lessen zo nooit. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. In een Dogme-les is vrijwel alles bespreekbaar. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand genomen worden, kunnen lerenden zich daartegenover wat minder op hun gemak voelen. Ook zijn niet alle trainers voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat de lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld in de taalles, kan een keerzijde zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden haalbare doelstellingen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren, is een keerzijde van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het werkt een relatief eenvoudige techniek van Shadowing: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Het is niet van belang om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn veel lesboeken geschikt voor deze methode. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het leren van de taal aanzienlijk effectiever wordt, is een andere reden.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de vreemde taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep met lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als keerzijde is dat studenten het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, de spreekvaardigheid volgt daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De trainer geeft taken op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt van de studenten nog niet verwacht dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht achtergrond en leeftijd en deze leermethode kan ook in wat grotere klassen toegepast worden. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarboven een andere methodiek (aanvullend) nodig. De methodiek is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Overigens ging de Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar ook over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Rond 1900 streefde men, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. Studenten werden gestimuleerd vaak te spreken. Nieuw was eveneens dat de taallessen in de vreemde taal gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de vreemde taal werd aangeleerd door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de oorlogen en crises ebde de golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste voordeel van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid kunnen krijgen. Keerzijden heeft de leermethode echter ook. Deze methode besteedt veel minder aandacht aan schrijfvaardigheid en ook minder aandacht aan lezen in de vreemde taal. Voor lerenden die meer meer gevorderd zijn, biedt de methode onvoldoende uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode op een daadkrachtige inzet vanuit de student is gebaseerd.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent, die maar één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt door de trainers gebruikt om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat de trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes, die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de leermethode van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor studenten, die immers worden gezien als autonoom. De trainer is in feite dienstbaar aan de student, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Het geleerde wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerenden ‘mogen’ fouten maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan inbreng van de trainer. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden de lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen de lerenden zich. Op deze manier worden woorden en structuren ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De docent wijst de lerenden op grammaticale fenomenen, zonder dat lerenden taalregels uit hun hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. De docent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertalingen erbij en vervolgens samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf verhalen verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een keerzijde.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd ontdekt met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van deze methodiek is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers alsook foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een gebruiker om zijn of haar uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) te vergelijken. Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten spreken.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheden van de studenten te oefenen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en wijst op taalfouten, waarbij taalfouten van de studenten kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door sommige internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is zeer eenvoudig in het gebruik en kan door de studenten worden gebruikt op elk moment. Studenten bepalen zelf welke delen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan een oplossing bieden het voor scholen. Een minpunt van de methode is dat er geen docent beschikbaar is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialoog die door lerenden daarna worden nagesproken en worden herhaald. De zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les van de cursus biedt een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuur in de doeltaal. De grammaticale structuur van de doeltaal wordt niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de aangeboden zinnen.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder andere in Amerika worden de taalcursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methodiek van Pimsleur heel goed doordat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo spreken.
Het minpunt van de leermethode van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van de taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de gebruikers op pauze klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerkstudenten hoeven niet uit het hoofd te leren. Bij de methode wordt de les in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt afgewisseld met reeds bekende stof. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal gewezen, als deze er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student begrepen en verworven is. Behalve woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de student zelf zinnetjes kan bouwen. Ook gebruikt de leermethode van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de te leren taal en vinden de cursus plezierig werken. Gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de cursussen minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen de uitspraak en de luistervaardigheid van de vreemde taal op een efficiënte wijze. Een minpunt van de Michel Thomas-methode is dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet. Ook is er geen echte interactie doordat de Michel Thomas-methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt voor een taalcursus is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter besteedt de cursist ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met de uitleg van de grammatica. Voor het oefenen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door native speakers zijn ingesproken en die de cursist dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de lerende in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen trainer beschikbaar om de student te begeleiden of te motiveren.
Er bestaat ook een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere methode om talen te leren om vreemde talen te leren: De Methode van Dagnall.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tot slot beschikken de docenten over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele ontwikkelingen en thema’s die voor de cursist interessant zijn. De taaltrainers van Dagnall Talen zijn erg bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode ervaren wordt door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar ze geeft ook de waarde aan onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel van een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’ gesproken. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Wij noemen blended taalcursussen ook wel combicursussen of hybride cursussen. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Zwolle.
Online een taal leren (e-learning) Enkele voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren gebruikt kunnen worden, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Zwolle Het voordeel van blended learning vergeleken met het online leren is dat, zolang het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers bij blended learning met afwisseling wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform tevens een handige eigen App, geschikt voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een lerende altijd en overal, dus 24/7, toegang tot de App heeft op elk (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals op reis in het buitenland. De cursisten kunnen zo leren wanneer en waar het hen schikt. De oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen en juridische termen integreren in de App. De App kan heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taalcursus in Zwolle. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal. Mensen die diverse talen spreken, zijn daarom onmisbaar in veel organisaties en bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn even effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom wordt over het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk beschouwd en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor cursussen in een virtuele classroom: - Een pc, laptop of tablet met een microfoon en een camera - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
Onze online alsook de blended (taal)cursussen worden door toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) docenten gegeven
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaltrainers zijn universitair of HBO geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
De blended (combicursussen) en online taalcursussen van Dagnall zijn betaalbare maatwerktrainingen en worden specifiek op uw wensen en behoeften afgestemd
De inhoud van de taalcursus wordt afgestemd op het leerplan om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen op een efficiënte en vlotte manier te bereiken
De online (blended taalcursussen/combicursussen/hybride cursussen) taalcursussen bestaan uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies wordt de woordenschat en de structuur die in de voorbereiding en de les zelf zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij het combineren van zelfstudie en videosessies zijn de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursussen eveneens tips voor verdere mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Structuur en vakbekwaamheid zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaldocent en zijn van groot belang voor het slagen van de taaltraining.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen gegeven door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Zwolle ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Zwolle ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als leidraad en biedt de cursist een helder beeld van de aanwezige en verworven kennis. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Na afronding van de taalcursus in Zwolle, ontvangt de cursist het ‘Dagnall Talen-certificaat’. Op dit certificaat staat voor elke vaardigheid het behaalde taalniveau vermeld.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese norm om niveaus van taalvaardigheid in te kunnen delen. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK is een tool die vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige term en afkorting wordt ook veel gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader noemt ook 6 niveaus van taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. De beheersingsniveaus in taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A van het ERK is van toepassing op beginners. Mensen die niveau B beheersen, beschikken over alle basisvaardigheid in deze taal. Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C geeft weer dat iemand de geleerde taal zeer goed kan gebruiken in diverse situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De pijlers van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche en stelt onder meer eisen aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) werken die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd ten minste twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall Taleninstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en de NRTO heeft ruim 450 leden. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Zwolle, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
De de NRTO-gedragscode is gebaseerd op vijf beginselen, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO fungeert als gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met diverse andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.Leden van het NRTO werken klantgericht en resultaatgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Zwolle sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continue innovatie is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging beschermd te worden. Taleninstituut Dagnall voldoet natuurlijk aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht in zeer beperkte mate. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Zwolle zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut staat in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat houdt in dat Dagnall aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Zwolle aan
De juiste weg naar een taalcursus in Zwolle!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Zwolle op uw eigen locatie volgen of in Zwolle, bijvoorbeeld bij Coachhuis Zwolle aan de Kamperstraat 35A in Zwolle of op Landgoed De Hezenberg bij Vivento aan de Hezenberg 6 in Hattem. Dagnall Talen verzorgt ook taalcursussen in Zwolle in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Zwolle aan de Nieuwleusenerdijk 1 in Zwolle, in De Koperen Hoogte aan de Lichtmisweg 51, in Mercure Hotel Zwolle aan de Hertsenbergweg 1, in Hotel Campanile Zwolle aan de Schuttevaerkade 40 en in Fletcher Hotel Epe-Zwolle aan de Dellenweg 115 in Epe.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Zwolle kan bij IJsselhallen, bij Lumen Hotel Events, bij Theater de Spiegel en bij Odeon.
De streek waar nu Zwolle ligt, was al duizenden jaren voor onze jaartelling bewoond. Er zijn resten gevonden uit de nieuwe steentijd, uit ca. 8.000 v.Chr. Toen was er nog geen sprake van permanente bewoning; het waren jagers en verzamelaars. In de bronstijd en ijzertijd moet er wel bewoning zijn geweest. Er zijn sporen van nederzettingen gevonden van boeren uit de periode 2100-600 v.Chr. In de Romeinse tijd was Zwolle vermoedelijk ook bewoond, om daarna weer verlaten te worden tot ongeveer 800 n.Chr.
Zwolle wordt voor het eerst genoemd in 1040 in een akte van de bisschop van Utrecht. De naam ‘Zwolle’ is waarschijnlijk een verbastering van suele of suelle. Dit zijn Germaanse woorden die zwelling of verhoging in het landschap betekenen. Zwolle ligt op een dekzandrug tussen de IJssel en de Overijsselse Vecht. In moderne taal dus ‘hoger gelegen plek’.
Zwolle ligt in de streek IJsseldelta. Bij Zwolle eindigt het gebied Vechtdal. Plaatsen in de buurt van Zwolle zijn Dalfsen, Elburg, Genemuiden, Hasselt, Hattem, Hattemerbroek, Heerde, Heino, Kampen,
Nieuwleusen, Nunspeet, Raalte, Ommen, Wezep, Wijhe en Zwartsluis. Zwolle ligt in de provincie Overijssel. In de gemeente Zwolle wonen ongeveer 129.000 mensen.
Een inwoner van Zwolle heet een ‘Zwollenaar’, maar Zwollenaren worden ook wel Blauwvingers genoemd. Bekende Zwollenaren zijn Herman Brood, Rob Muntz, Tooske Ragas, Renate Schutte en Margreet Spijker.
Iets wat uit Zwolle komt, heet ‘Zwols’ of ‘Zwoller’, zoals de Zwolse mosterd. Zwolle kreeg stadsrechten in het jaar 1230.
Zwolle - internationaal & scholing
Provinciehoofdstad & partnerstad
Zwolle ligt in de regio IJsseldelta. Zwolle is de provinciehoofdstad van Overijssel. Zwolle is eveneens een Hanzestad. In 1980 werd in Zwolle ‘de nieuwe Hanze’ opgericht. Deze nieuwe Hanze is geen handelsverbond maar is gericht op samenwerking op cultureel en toeristisch gebied. Men vergadert net als vroeger in de verschillende Hanzesteden. De partnerstad van Zwolle is Lünen in Duitsland.
Kernen
Onder de gemeente Zwolle vallen eveneens Wijthmen en Windesheim.
Hoger onderwijs
Er zijn diverse hogescholen in Zwolle, zoals Fontys, de Katholieke Pabo, NHL Stenden, Schoevers, Viaa en Windesheim. Er zijn geen universiteiten gevestigd in Zwolle.
Zwolle is bekend van de Peperbus, de Broerenkerk met boekwinkel, museum De Fundatie, de IJsselbrug, De Librije, de middeleeuwse binnenstad, Herman Brood en Opgezwolle. Zwolle fungeert als provinciehoofdstad en heeft een regiofunctie op het gebied van werk, winkelen, onderwijs en gezondheidszorg.
Zwolle - minder bekend
Bijna niemand weet dat in Zwolle de eerste autowasstraat van Nederland kende, namelijk in de Floresstraat in 1982.
Het behoort tot de Nedersaksische streektalen. Kenmerkend voor het Zwols is de brouwende ‘r’ achterin de keel: een ‘brijbek’ (iemand met een brouwende ‘r’) is de bijnaam voor Zwollenaar. De ‘h’ wordt aan het begin van een woord vaak weggelaten en de beginklank sch- wordt sk-. Sommige klinkers wijken af van de standaardtaal.
De ‘aa’ en ‘oo’ worden eu (veurt voor ‘vaart’, eug voor ‘hoog’) en de ‘ee’ wordt ea: geaven in plaats van ‘geven’. De ‘ui’ wordt uu of oe. ‘Bijna’ is zowat en ‘straks’ is tamee. K holle van oe betekent: “Ik hou van je”. Van “iets waar geen eind aan komt”, wordt gezegd: Dät is de kruke van de weduwe.
Zwolle - “Samen maken we de stad”
Zwolle - zakelijk
De gemeente Zwolle
Het netnummer van Zwolle is 038. Het postcodegebied van Zwolle is 8000 - 8045. Het adres van het gemeentehuis van Zwolle is Lübeckplein 2, 8017 JZ in Zwolle. De website van de gemeente Zwolle is Zwolle.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Zwolle is 14 038.
Zakendoen in Zwolle
Voor Zwolse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Zwolle aan de Govert Flinckstraat 1, 8021 ET in Zwolle. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Zwolle is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Zwolle is KVK-kantoor Zwolle.
Verschillende internationaal opererende bedrijven zijn in Zwolle gevestigd op bedrijventerrein Hessenpoort, Marslanden, Marslanden G en Zuid, Voorst en bedrijventerrein De Vrolijkheid. In Zwolle bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Abbott Logistics, ABN Amro, Altrex, Ausnutria Diary, Axxor, BMA Ergonomics Flokk, Cartridge Europe, Control Union, Coster Benelux & Scandinavia, De Wijndragers, ENGIE Energie Nederland, FERM International, Food Sense, Schoonmaakbedrijf Gom, Hemmink (Celo, JMV, Pflitsch, Rademacher, Schnabl etc.), Heras,
Intertaste koninklijke Euroma (Drogheria & Alimentari), Kaldi, Koninklijke van Wijhe Verf (Wijzonol), Meijburg & Co, Mocca d’Or, Novon Schoonmaak, RFS Holland (Wehkamp, Fonq, Create2Fit, Lacent etc.), Salland Engineering (Europe), Scania, Schoonster, Spie, TME (Tosec Machinebouw & Engineering), Totaal Bed, Vinçotte ISACert Nederland, Vitens, Wecovi (Wecoline), Zehnder Group Nederland, Van Werven in Oldebroek., Koninklijke Euroma in Wapenveld en Plukon Food Group in Wezep. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Zwolse nieuwsportaal is ZwolleNu en Zwolse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Overijssel - Nieuws. Ondernemers in Zwolle kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het een goed idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Zwolse voetbalclub PEC, SV Zwolle, CSV of Be Quick ’28 meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Zwolle kunt u terecht bij Tennisvereniging PAF, bij Z.L.T.B. of bij TC’91 Stadshagen. Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de taalcursus in Zwolle of na een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie wat ontspannen? Om een balletje te slaan of gezellig iets te eten of te drinken, kunt u bij Golfclub Zwolle terecht. De adresgegevens van Golfclub Zwolle zijn Zalnéweg 75, 8026 PZ in Zwolle. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 038-453 42 70. De website van deze golfbaan is www.golfclubzwolle.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het restaurant van de golfbaan. Golftuin Zwolle en Hattemse Golf & Country Club zijn nog andere golfbanen in de omgeving van Zwolle.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Zwolle die tevens op Youtube te zien zijn. Door direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding te klikken, wordt het filmpje afgespeeld. Direct onder deze filmpjes zijn de locaties van Overijssel en Zwolle op Google Maps te zien.
Door linksboven te klikken, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.