Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Organisaties en bedrijven die in de taalkennis en taalopleiding van hun medewerkers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Zaandam.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Zaandam aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Dagnall Talen biedt taalcursussen op maat in Zaandam aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen vreemde talen leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast de klassieke taalcursussen hebben organisaties met name interesse in de werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Onze taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Zaandam. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en vlot de door u beoogde resultaten.
De filosofie van Dagnall is om talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren prettiger en gemakkelijker maken.
Met deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met dagelijks vijftien minuten oefenen, brengen we cursisten in grote stappen naar het gewenste niveau.
Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Zaandam.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taalcursus spits zich niet alleen toe op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals het verbeteren van schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taalcursus is uiteraard ook afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Almelo) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaldocenten zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall realiseren wij met een blend van deze beproefde leermethode gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor cursussen die op maatwerktrainingen zijn gebaseerd.
Dagnall Taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 deelnemers, zogenaamde duocursussen (met 2 deelnemers), individuele cursussen, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
Onze taaltrainers gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben gecreëerd en verzameld en zij spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een bijzonder fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall Talen in Zaandam. Deze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Dagnall cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie uit handen kunt geven.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt ons instituut gebruik van gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Zaandam gegeven worden.
Ons instituut biedt individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Zaandam en omgeving.
Individuele taalcursussen worden ook wel één-op- één-taalcursussen of privélessen genoemd.
De individuele t@@lcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement.
De individuele taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De leergroep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximale ondersteuning te geven en om de leereffectiviteit te verhogen.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus doordat in een korte periode behoorlijk veel informatie opgenomen wordt.
Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk.
Een ander groot pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is eveneens cursus ideaal af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Het grootste voordeel van groepscursussen is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; van elkaars foutjes leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. Deze afwisseling kunnen de cursisten fijner vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat tegelijktijd meerdere medewerkers worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Voor de cursisten zijn groepscursussen ook wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele cursussen.
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele taalcursus alleen worden gedaan en gevoerd met de trainer.
Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet in groepsverband worden geoefend.
Ook is het niet mogelijk om van de foutjes van anderen te leren omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor cursisten ook vrij intensief (zwaarder).
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen de deelnemers wat sneller afgeleid worden. Het rendement ligt daardoor wat lager. Door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen), kan dit deels worden ondervangen.
Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van deelnemers worden afgestemd.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten afgestemd kan worden, is een ander minpunt van groepscursussen.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en spreken; dit begint bij iemand na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De trainer kan zo een zin bijvoorbeeld 10 keer herhalen en vervolgens een nieuw woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al gauw grote bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om het gebruiken ervan. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die een taal beginnen te leren effectief. Direct van het begin wordt een correcte uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. Ook voor grotere groepen is deze methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen input verwacht van de studenten, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. De woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten terechtkomen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze methode kan werken voor woorden die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze GoldList Method goed werken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken. Het gebrek aan context is een nadeel. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze methode nogal tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. Op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de te leren taal leert de student ook onbewust op deze manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De leeractiviteiten in de te leren taal dienen stimulerend te zijn om te zorgen dat de lerenden plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. Doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire manier van lesgeven bij taaldocenten. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de methode meer op dan het leren van woordenschat. Bij de methode gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van specifieke combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aangedragen aan de student in betekenisvolle situaties middels visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de leermethode worden de structuren die in de praktijk het vaakst gebruikt worden, eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat studenten de taal op een nauwkeurige wijze leren. De leren eveneensde krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties passend zijn of niet voor de situatie. De SA gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. De methodiek is tamelijk tijdverslindend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; de methode is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen.
De studenten leren middels de CLT-technieken de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en met elkaar. Authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt te communiceren in de vreemde taal.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer behoefte om talen te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij moeten weten. Het is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend doordat hij of zij gauw succes ervaart. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van studenten. Voor bepaalde lerenden is deze manier van een vreemde taal leren ongewoon of moeilijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Het onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal hebben de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot vrij recent een grote invloed gehad op het talenonderwijs, ondanks dat reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt toegepast. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere manier. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Een andere methode om onderdompeling te bereiken, is te reizen naar het land van de doeltaal en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een heel goede leermethode voor vreemde talen beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, doordat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. Feitelijk is de student 24 uur per dag aan het leren. Door in groepen samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is, kan een ander nadeel van de leermethode zijn. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is tussen studenten en de docent. Dat de lerenden zich veilig en ontspannen voelen, is hiervoor de voorwaarde. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek tijdens de klas. De methodiek die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen hinder zal van frustratie of faalangst hebben. Voor een immigrant kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Voor bepaalde studenten is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als counselor fungeert die de zinnen van de student omschrijft. Lerenden beginnen een gesprek. Als de lerenden de taal nog onvoldoende machtig zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De docent vertaalt en geeft uitleg. De uitingen van de taaldocent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Een leerboek wordt niet gevolgd; de studenten bepalen zelf de lesstof aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van de methode hangt erg af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de studenten uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken indien deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren als een team samen te werken. Door het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en eveneens geen toetsen gehouden. Het succes van de lessen is daardoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat geschonken die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de ingrijpende verandering in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnetjes. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden heel snel in de doeltaal leren denken.
Populariteit
De principes van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de afwijkende aanpak. De Directe Methode van Maximilian Berlitz overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en de leermethode zorgt voor een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
De methode creëert levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme op bij de studenten. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de studenten vrij intensief.
De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract is, lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor studenten die niet zozeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het doel van de Dogme-methode is het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen. Hierbij draait het om communicatie als inspirator van een taal leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve werkwijze van het onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen taaldocent en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van talen suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de trainer is dat hij of zij zich nauwelijks hoeft voor te bereiden. Dat de lerenden voor hun eigen leerproces verantwoordelijk zijn, kan erg motiverend zijn. Op deze manier zijn de lessen niet voorspelbaar; dat creëert spontane communicatie en voorkomt verveling. Vrijwel alles kan in een les volgens de Dogme-methode worden besproken. Zo blijven de lerenden alert en betrokken.
Daartegenover staat dat de studenten zich ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaldocent. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle taaltrainers voldoende flexibel. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld tijdens de taallessen, kan een bijkomend minpunt van de methode zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint de vreemde taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving geboden. Deze zes fasen van de leermethode bieden realistische doelstellingen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het soepel gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Diverse leerboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen ideaal bezien wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de te leren taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan de taal een stuk effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is afwijkend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep lerenden kan worden gebruikt, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als nadeel is dat studenten het wellicht wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® inzetbaar voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en kan de methodiek ook in iets grotere klassen worden ingezet. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethode (ter aanvulling) nodig is. Daarnaast is de methode niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar ook over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Rond het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica vooral inductief geleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. De lerenden werden aangemoedigd veel te praten. Het was eveneens nieuw dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven. Tijdens de taallessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de doeltaal werd aangeleerd aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen krijgen. Nadelen kent de Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook relatief veel minder. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode niet genoeg uitdagingen. Voor de langzaam lerende studenten is de Directe Methode tevens niet heel geschikt, doordat deze methode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en woordenlijstjes werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een trainer, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai kan zijn om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocent gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en de studenten aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokken (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de vreemde taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt gebruikt, zijn Caleb Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor lerenden niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom worden beschouwd. In feite is de taaldocent dienstbaar aan de lerende, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Door lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. De student ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt van de leermethode kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat. De studenten worden mogelijk gefrustreerd door het gebrek aan inbreng van de taaldocent. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat de nieuwheid er snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: een taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat deze verhalen van de trainer gemakkelijk zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden zo vrijwel vanzelf in het langetermijngeheugen opgeslagen. De taaldocent wijst de student op grammaticale fenomenen van de doeltaal, zonder dat lerenden regels van de nieuwe taal uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij, om vervolgens met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Doordat TPRS eveneens de creatieve intelligentie aanboort, is er sprake van breinvriendelijk leren. Voor de lerende is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van deze leermethode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in meer dan dertig verschillende talen en de cursussen zijn ook vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s en stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo de uitspraak vergelijken met die van een native speaker (moedertaalspreker). Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering worden behaald.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en wijst op fouten en biedt de optie om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma omvat ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veelvuldig gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en kan op elk moment door de student worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen van de methode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken. Veel studenten vinden het prettig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan docenten kan een oplossing zijn het voor onderwijsinstellingen. Dat er geen taaldocent is om de studenten te motiveren of wat extra’s te bieden, kan een nadeel zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnen en dialogen die door de lerende worden nagesproken en herhaald. De zinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen van Pimsleur zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet apart uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur cursussen worden onder meer door Amerikanen gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. Over het algemeen zijn lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier praten in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur heel goed als uitspraakverbeteraar.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de metodhiek. De gebruikers leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die uit het hoofd worden geleerd.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de lessen van de acteurs mee. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachtenen er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine stapjes en lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd waarmee de studenten zelf zinnen kunnen maken. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal. De mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de luistervaardigheid en de uitspraak van de doeltaal op efficiënte manier en de methode is erg toegankelijk. Dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen streven is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling wordt ernaast weergegeven, alsook grammaticale uitleg. Om de uitspraak te trainen, maakt de methode gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursisten daarna dienen te herhalen. De opbouw gaat van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste uitkomt. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de cursist is aangewezen op zichzelf. Er is geen taaldocent beschikbaar om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en spreken; dit begint bij iemand na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De trainer kan zo een zin bijvoorbeeld 10 keer herhalen en vervolgens een nieuw woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al gauw grote bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om het gebruiken ervan. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die een taal beginnen te leren effectief. Direct van het begin wordt een correcte uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. Ook voor grotere groepen is deze methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen input verwacht van de studenten, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. De woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten terechtkomen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze methode kan werken voor woorden die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze GoldList Method goed werken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken. Het gebrek aan context is een nadeel. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze methode nogal tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. Op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de te leren taal leert de student ook onbewust op deze manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De leeractiviteiten in de te leren taal dienen stimulerend te zijn om te zorgen dat de lerenden plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. Doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire manier van lesgeven bij taaldocenten. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de methode meer op dan het leren van woordenschat. Bij de methode gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van specifieke combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aangedragen aan de student in betekenisvolle situaties middels visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de leermethode worden de structuren die in de praktijk het vaakst gebruikt worden, eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat studenten de taal op een nauwkeurige wijze leren. De leren eveneensde krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties passend zijn of niet voor de situatie. De SA gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. De methodiek is tamelijk tijdverslindend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; de methode is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen.
De studenten leren middels de CLT-technieken de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en met elkaar. Authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt te communiceren in de vreemde taal.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer behoefte om talen te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij moeten weten. Het is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend doordat hij of zij gauw succes ervaart. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van studenten. Voor bepaalde lerenden is deze manier van een vreemde taal leren ongewoon of moeilijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Het onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal hebben de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot vrij recent een grote invloed gehad op het talenonderwijs, ondanks dat reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt toegepast. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere manier. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Een andere methode om onderdompeling te bereiken, is te reizen naar het land van de doeltaal en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een heel goede leermethode voor vreemde talen beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, doordat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. Feitelijk is de student 24 uur per dag aan het leren. Door in groepen samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is, kan een ander nadeel van de leermethode zijn. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is tussen studenten en de docent. Dat de lerenden zich veilig en ontspannen voelen, is hiervoor de voorwaarde. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek tijdens de klas. De methodiek die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen hinder zal van frustratie of faalangst hebben. Voor een immigrant kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Voor bepaalde studenten is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als counselor fungeert die de zinnen van de student omschrijft. Lerenden beginnen een gesprek. Als de lerenden de taal nog onvoldoende machtig zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De docent vertaalt en geeft uitleg. De uitingen van de taaldocent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Een leerboek wordt niet gevolgd; de studenten bepalen zelf de lesstof aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van de methode hangt erg af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de studenten uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken indien deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren als een team samen te werken. Door het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en eveneens geen toetsen gehouden. Het succes van de lessen is daardoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat geschonken die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de ingrijpende verandering in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnetjes. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden heel snel in de doeltaal leren denken.
Populariteit
De principes van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de afwijkende aanpak. De Directe Methode van Maximilian Berlitz overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en de leermethode zorgt voor een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
De methode creëert levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme op bij de studenten. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de studenten vrij intensief.
De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract is, lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor studenten die niet zozeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het doel van de Dogme-methode is het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen. Hierbij draait het om communicatie als inspirator van een taal leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve werkwijze van het onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen taaldocent en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van talen suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de trainer is dat hij of zij zich nauwelijks hoeft voor te bereiden. Dat de lerenden voor hun eigen leerproces verantwoordelijk zijn, kan erg motiverend zijn. Op deze manier zijn de lessen niet voorspelbaar; dat creëert spontane communicatie en voorkomt verveling. Vrijwel alles kan in een les volgens de Dogme-methode worden besproken. Zo blijven de lerenden alert en betrokken.
Daartegenover staat dat de studenten zich ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaldocent. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle taaltrainers voldoende flexibel. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld tijdens de taallessen, kan een bijkomend minpunt van de methode zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint de vreemde taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving geboden. Deze zes fasen van de leermethode bieden realistische doelstellingen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het soepel gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Diverse leerboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen ideaal bezien wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de te leren taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan de taal een stuk effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is afwijkend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep lerenden kan worden gebruikt, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als nadeel is dat studenten het wellicht wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® inzetbaar voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en kan de methodiek ook in iets grotere klassen worden ingezet. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethode (ter aanvulling) nodig is. Daarnaast is de methode niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar ook over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Rond het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica vooral inductief geleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. De lerenden werden aangemoedigd veel te praten. Het was eveneens nieuw dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven. Tijdens de taallessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de doeltaal werd aangeleerd aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen krijgen. Nadelen kent de Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook relatief veel minder. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode niet genoeg uitdagingen. Voor de langzaam lerende studenten is de Directe Methode tevens niet heel geschikt, doordat deze methode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en woordenlijstjes werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een trainer, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai kan zijn om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocent gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en de studenten aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokken (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de vreemde taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt gebruikt, zijn Caleb Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor lerenden niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom worden beschouwd. In feite is de taaldocent dienstbaar aan de lerende, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Door lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. De student ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt van de leermethode kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat. De studenten worden mogelijk gefrustreerd door het gebrek aan inbreng van de taaldocent. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat de nieuwheid er snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: een taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat deze verhalen van de trainer gemakkelijk zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden zo vrijwel vanzelf in het langetermijngeheugen opgeslagen. De taaldocent wijst de student op grammaticale fenomenen van de doeltaal, zonder dat lerenden regels van de nieuwe taal uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij, om vervolgens met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Doordat TPRS eveneens de creatieve intelligentie aanboort, is er sprake van breinvriendelijk leren. Voor de lerende is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die een cursist online kan volgen, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd worden.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Zaandam.
Voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall ook blended learning in Zaandam op maat.
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een eigen App voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, technische termen, juridische termen alsook specifieke productnamen in onze App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afloop van de taalcursus in Zaandam.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal.
Mensen die diverse talen spreken, zijn derhalve onmisbaar in veel organisaties en bedrijven.
Dagnall Talen leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, pc/iMac of tablet met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall Taleninstituut is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is specifiek voor de vertaalbranche die onder meer eisen bevat voor mensen, projectbeheer, middelen, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal door twee specialisten proefgelezen. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Talen getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld een taalcursus in Zaandam, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Zaandam is de grootste plaats van de gemeente Zaanstad waar ook Assendelft, Koog aan de Zaan, Krommenie, Krommeniedijk, Westknollendam, Westzaan, Wormerveer en Zaandijk deel van uitmaken.
De partnerstad van Zaanstad is Neukölln in Duitsland.
In Zaandam bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Een goed bewaard geheim is dat in 1967 in Zaandam de voetbalclub AZ (Alkmaar Zaanstreek) is opgericht.
Het netnummer van Zaandam is 075.
Het postcodegebied van Zaandam is 1500 - 1509.
Het adres van het gemeentehuis van Zaandam is Stadhuisplein 100, 1506 MZ in Zaandam.
De website van de gemeente Zaandam is Zaanstad.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Zaandam is 14 075.
Voor Zaanse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Amsterdam aan de De Ruijterkade 5, 1013 AA in Amsterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Zaandam is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Zaandam is KVK-kantoor Amsterdam.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Zaandam laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Zaandam een bezoek brengen aan de Museumwinkel Albert Heijn, aan het Bakkerijmuseum ‘In de Gecroonde Duyvekater’, aan het Czaar Peterhuisje, aan het Hembrugmuseum, aan Natuurmuseum E. Heimans, aan Museum het Noorderhuis, aan Zaans Museum of aan de href="https://zaanschemolen.nl/project/de-bonte-hen" rel="nofollow">Oliemolen De Bonte Hen.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Zaanse voetbalclub FC Zaandam, Zaanlandia of PSZ meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Zaandam kunt u terecht bij T.V. De Gouw, bij LTVZ, bij T.V.Zaansport of bij T.V. Zaanstad Zuid.
Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de taalcursus in Zaandam of met uw internationale (zaken)relatie bij Zaandam als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Zaandam gevonden voor een compleet dagje/middagje uit.
De nabijgelegen golfbaan voor Zaandam is de Zaanse Golf Club in Wijdewormer. Het adres van deze golfbaan is Zuiderweg 68A, 1456 NH in Wijdewormer. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0299-43 81 99. De website van de Zaanse Golf Club is www.zaansegolfclub.com/index.php/nl/.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij restaurant Chipping INN, telefoonnummer 0299-47 91 23. Amsterdamse Golf Club is een andere golfbaan in de omgeving van Zaandam.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taaltrainingen in Zaandam van topniveau
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Organisaties en bedrijven die in de taalkennis en taalopleiding van hun medewerkers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Zaandam.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Zaandam aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Dagnall Talen biedt taalcursussen op maat in Zaandam aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen vreemde talen leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast de klassieke taalcursussen hebben organisaties met name interesse in de werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Onze taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Zaandam. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en vlot de door u beoogde resultaten.
Filosofie Dagnall Talen
De filosofie van Dagnall is om talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren prettiger en gemakkelijker maken.
Met deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met dagelijks vijftien minuten oefenen, brengen we cursisten in grote stappen naar het gewenste niveau.
Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Zaandam.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Talen stelt in overleg met u als opdrachtgever de wensen en leerdoelen vast. U meldt de cursisten aan met hun contactgegevens. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau wordt vastgesteld, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met de offerte.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en situatie.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en situatie.
Na enkele lessen evalueert de trainer de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden aangepast.
Wij sturen u een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die de cursisten hebben behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Wij sturen u een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die de cursisten hebben behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar maatwerk in taalcursussen sinds 1982
Dagnall Taleninstituut is actief sinds 1982 en verzorgt sindsdien maatwerk taaltraining zakelijk voor bedrijven en (overheids)instellingen in Zaandam en omstreken. Onze kundige taaltrainers zijn experts op taalgebied en hebben een flink aantal cursussen zakelijk verzorgd voor bedrijven en (overheids)organisaties in de Zaanstreek.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte methode van werken, leveren wij u zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Zaandam. Dagnall Talen zorgt voor maximaal rendement; rendement door maatwerk!
Betaalbare taalcursussen op maat in Zaandam
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is nodig! Veel bedrijven zijn inmiddels bekend met cursussen die zich richten op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloe.
Werknemers die geen of weinig beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een beperking op de werkvloer en willen graag en beter en/of sneller communiceren op de werkplek.
Werknemers die geen of weinig beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een beperking op de werkvloer en willen graag en beter en/of sneller communiceren op de werkplek.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze werknemers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk hun ambities op hun werkterrein realiseren. Dit vergt een investering in medewerkers en in de ontwikkeling van de organisatie is daarom noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Zaandam
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus spits zich niet alleen toe op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals het verbeteren van schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taalcursus is uiteraard ook afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Almelo) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaldocenten zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall realiseren wij met een blend van deze beproefde leermethode gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor cursussen die op maatwerktrainingen zijn gebaseerd.
Dagnall Taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 deelnemers, zogenaamde duocursussen (met 2 deelnemers), individuele cursussen, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
Onze taaltrainers gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben gecreëerd en verzameld en zij spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een bijzonder fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall Talen in Zaandam. Deze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Effectief een taal leren in Zaandam bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie uit handen kunt geven.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt ons instituut gebruik van gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Zaandam gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Zaandam
Maatwerkcursussen
Ons instituut biedt individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Zaandam en omgeving.
Individuele taalcursussen worden ook wel één-op- één-taalcursussen of privélessen genoemd.
De individuele t@@lcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement.
De individuele taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De leergroep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximale ondersteuning te geven en om de leereffectiviteit te verhogen.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus doordat in een korte periode behoorlijk veel informatie opgenomen wordt.
Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk.
Een ander groot pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is eveneens cursus ideaal af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van groepscursussen is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; van elkaars foutjes leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. Deze afwisseling kunnen de cursisten fijner vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat tegelijktijd meerdere medewerkers worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Voor de cursisten zijn groepscursussen ook wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele taalcursus alleen worden gedaan en gevoerd met de trainer.
Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet in groepsverband worden geoefend.
Ook is het niet mogelijk om van de foutjes van anderen te leren omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor cursisten ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen de deelnemers wat sneller afgeleid worden. Het rendement ligt daardoor wat lager. Door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen), kan dit deels worden ondervangen.
Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van deelnemers worden afgestemd.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten afgestemd kan worden, is een ander minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten.
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Daarom bieden wij onze taaltrainingen ook incompany of online aan.
Bij Dagnall kiest u als cursist bijvoorbeeld voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Daarom bieden wij onze taaltrainingen ook incompany of online aan.
Bij Dagnall kiest u als cursist bijvoorbeeld voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits, Spaans en Portugees of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Uiteraard is een combinatie van deze trainingen mogelijk.
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
De taalkennis telt, bij het leren van een nieuwe taal, maar ook het kunnen toepassen van die kennis. Kennen en kunnen zijn beide belangrijk. Door het accent te verschuiven op het onderscheid tussen kennen en kunnen, is de cursist in staat na voltooiing van de taalcursus in Zaandam de opgedane kennis beter toe te passen.
Voor u het weet, begrijpt en spreekt u de nieuwe taal al een beetje. Een plezierige ervaring! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en spreken; dit begint bij iemand na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De trainer kan zo een zin bijvoorbeeld 10 keer herhalen en vervolgens een nieuw woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al gauw grote bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om het gebruiken ervan. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die een taal beginnen te leren effectief. Direct van het begin wordt een correcte uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. Ook voor grotere groepen is deze methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen input verwacht van de studenten, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. De woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten terechtkomen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze methode kan werken voor woorden die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze GoldList Method goed werken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken. Het gebrek aan context is een nadeel. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze methode nogal tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. Op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de te leren taal leert de student ook onbewust op deze manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De leeractiviteiten in de te leren taal dienen stimulerend te zijn om te zorgen dat de lerenden plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. Doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire manier van lesgeven bij taaldocenten. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de methode meer op dan het leren van woordenschat. Bij de methode gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van specifieke combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aangedragen aan de student in betekenisvolle situaties middels visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de leermethode worden de structuren die in de praktijk het vaakst gebruikt worden, eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat studenten de taal op een nauwkeurige wijze leren. De leren eveneensde krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties passend zijn of niet voor de situatie. De SA gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. De methodiek is tamelijk tijdverslindend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; de methode is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen.
De studenten leren middels de CLT-technieken de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en met elkaar. Authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt te communiceren in de vreemde taal.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer behoefte om talen te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij moeten weten. Het is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend doordat hij of zij gauw succes ervaart. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van studenten. Voor bepaalde lerenden is deze manier van een vreemde taal leren ongewoon of moeilijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Het onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal hebben de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot vrij recent een grote invloed gehad op het talenonderwijs, ondanks dat reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt toegepast. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere manier. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Een andere methode om onderdompeling te bereiken, is te reizen naar het land van de doeltaal en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een heel goede leermethode voor vreemde talen beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, doordat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. Feitelijk is de student 24 uur per dag aan het leren. Door in groepen samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is, kan een ander nadeel van de leermethode zijn. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is tussen studenten en de docent. Dat de lerenden zich veilig en ontspannen voelen, is hiervoor de voorwaarde. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek tijdens de klas. De methodiek die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen hinder zal van frustratie of faalangst hebben. Voor een immigrant kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Voor bepaalde studenten is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als counselor fungeert die de zinnen van de student omschrijft. Lerenden beginnen een gesprek. Als de lerenden de taal nog onvoldoende machtig zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De docent vertaalt en geeft uitleg. De uitingen van de taaldocent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Een leerboek wordt niet gevolgd; de studenten bepalen zelf de lesstof aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van de methode hangt erg af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de studenten uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken indien deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren als een team samen te werken. Door het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en eveneens geen toetsen gehouden. Het succes van de lessen is daardoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat geschonken die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de ingrijpende verandering in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnetjes. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden heel snel in de doeltaal leren denken.
Populariteit
De principes van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de afwijkende aanpak. De Directe Methode van Maximilian Berlitz overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en de leermethode zorgt voor een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
De methode creëert levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme op bij de studenten. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de studenten vrij intensief.
De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract is, lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor studenten die niet zozeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het doel van de Dogme-methode is het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen. Hierbij draait het om communicatie als inspirator van een taal leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve werkwijze van het onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen taaldocent en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van talen suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de trainer is dat hij of zij zich nauwelijks hoeft voor te bereiden. Dat de lerenden voor hun eigen leerproces verantwoordelijk zijn, kan erg motiverend zijn. Op deze manier zijn de lessen niet voorspelbaar; dat creëert spontane communicatie en voorkomt verveling. Vrijwel alles kan in een les volgens de Dogme-methode worden besproken. Zo blijven de lerenden alert en betrokken.
Daartegenover staat dat de studenten zich ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaldocent. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle taaltrainers voldoende flexibel. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld tijdens de taallessen, kan een bijkomend minpunt van de methode zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint de vreemde taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving geboden. Deze zes fasen van de leermethode bieden realistische doelstellingen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het soepel gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Diverse leerboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen ideaal bezien wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de te leren taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan de taal een stuk effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is afwijkend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep lerenden kan worden gebruikt, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als nadeel is dat studenten het wellicht wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® inzetbaar voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en kan de methodiek ook in iets grotere klassen worden ingezet. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethode (ter aanvulling) nodig is. Daarnaast is de methode niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar ook over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Rond het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica vooral inductief geleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. De lerenden werden aangemoedigd veel te praten. Het was eveneens nieuw dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven. Tijdens de taallessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de doeltaal werd aangeleerd aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen krijgen. Nadelen kent de Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook relatief veel minder. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode niet genoeg uitdagingen. Voor de langzaam lerende studenten is de Directe Methode tevens niet heel geschikt, doordat deze methode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en woordenlijstjes werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een trainer, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai kan zijn om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocent gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en de studenten aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokken (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de vreemde taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt gebruikt, zijn Caleb Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor lerenden niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom worden beschouwd. In feite is de taaldocent dienstbaar aan de lerende, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Door lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. De student ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt van de leermethode kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat. De studenten worden mogelijk gefrustreerd door het gebrek aan inbreng van de taaldocent. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat de nieuwheid er snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: een taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat deze verhalen van de trainer gemakkelijk zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden zo vrijwel vanzelf in het langetermijngeheugen opgeslagen. De taaldocent wijst de student op grammaticale fenomenen van de doeltaal, zonder dat lerenden regels van de nieuwe taal uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij, om vervolgens met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Doordat TPRS eveneens de creatieve intelligentie aanboort, is er sprake van breinvriendelijk leren. Voor de lerende is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van deze leermethode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in meer dan dertig verschillende talen en de cursussen zijn ook vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s en stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo de uitspraak vergelijken met die van een native speaker (moedertaalspreker). Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering worden behaald.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en wijst op fouten en biedt de optie om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma omvat ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veelvuldig gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en kan op elk moment door de student worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen van de methode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken. Veel studenten vinden het prettig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan docenten kan een oplossing zijn het voor onderwijsinstellingen. Dat er geen taaldocent is om de studenten te motiveren of wat extra’s te bieden, kan een nadeel zijn.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnen en dialogen die door de lerende worden nagesproken en herhaald. De zinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen van Pimsleur zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet apart uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur cursussen worden onder meer door Amerikanen gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. Over het algemeen zijn lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier praten in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur heel goed als uitspraakverbeteraar.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de metodhiek. De gebruikers leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de lessen van de acteurs mee. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachtenen er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine stapjes en lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd waarmee de studenten zelf zinnen kunnen maken. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal. De mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de luistervaardigheid en de uitspraak van de doeltaal op efficiënte manier en de methode is erg toegankelijk. Dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen streven is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling wordt ernaast weergegeven, alsook grammaticale uitleg. Om de uitspraak te trainen, maakt de methode gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursisten daarna dienen te herhalen. De opbouw gaat van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste uitkomt. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de cursist is aangewezen op zichzelf. Er is geen taaldocent beschikbaar om de cursist te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en spreken; dit begint bij iemand na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De trainer kan zo een zin bijvoorbeeld 10 keer herhalen en vervolgens een nieuw woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al gauw grote bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om het gebruiken ervan. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die een taal beginnen te leren effectief. Direct van het begin wordt een correcte uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. Ook voor grotere groepen is deze methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen input verwacht van de studenten, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. De woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten terechtkomen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze methode kan werken voor woorden die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze GoldList Method goed werken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken. Het gebrek aan context is een nadeel. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze methode nogal tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. Op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de te leren taal leert de student ook onbewust op deze manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De leeractiviteiten in de te leren taal dienen stimulerend te zijn om te zorgen dat de lerenden plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. Doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire manier van lesgeven bij taaldocenten. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de methode meer op dan het leren van woordenschat. Bij de methode gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van specifieke combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aangedragen aan de student in betekenisvolle situaties middels visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de leermethode worden de structuren die in de praktijk het vaakst gebruikt worden, eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat studenten de taal op een nauwkeurige wijze leren. De leren eveneensde krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties passend zijn of niet voor de situatie. De SA gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. De methodiek is tamelijk tijdverslindend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; de methode is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen.
De studenten leren middels de CLT-technieken de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en met elkaar. Authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt te communiceren in de vreemde taal.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer behoefte om talen te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij moeten weten. Het is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend doordat hij of zij gauw succes ervaart. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van studenten. Voor bepaalde lerenden is deze manier van een vreemde taal leren ongewoon of moeilijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Het onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal hebben de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot vrij recent een grote invloed gehad op het talenonderwijs, ondanks dat reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt toegepast. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere manier. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Een andere methode om onderdompeling te bereiken, is te reizen naar het land van de doeltaal en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een heel goede leermethode voor vreemde talen beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, doordat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. Feitelijk is de student 24 uur per dag aan het leren. Door in groepen samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is, kan een ander nadeel van de leermethode zijn. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is tussen studenten en de docent. Dat de lerenden zich veilig en ontspannen voelen, is hiervoor de voorwaarde. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek tijdens de klas. De methodiek die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen hinder zal van frustratie of faalangst hebben. Voor een immigrant kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Voor bepaalde studenten is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als counselor fungeert die de zinnen van de student omschrijft. Lerenden beginnen een gesprek. Als de lerenden de taal nog onvoldoende machtig zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De docent vertaalt en geeft uitleg. De uitingen van de taaldocent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Een leerboek wordt niet gevolgd; de studenten bepalen zelf de lesstof aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van de methode hangt erg af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de studenten uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken indien deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren als een team samen te werken. Door het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en eveneens geen toetsen gehouden. Het succes van de lessen is daardoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat geschonken die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de ingrijpende verandering in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnetjes. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden heel snel in de doeltaal leren denken.
Populariteit
De principes van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de afwijkende aanpak. De Directe Methode van Maximilian Berlitz overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en de leermethode zorgt voor een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
De methode creëert levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme op bij de studenten. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de studenten vrij intensief.
De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract is, lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor studenten die niet zozeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het doel van de Dogme-methode is het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen. Hierbij draait het om communicatie als inspirator van een taal leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve werkwijze van het onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen taaldocent en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van talen suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de trainer is dat hij of zij zich nauwelijks hoeft voor te bereiden. Dat de lerenden voor hun eigen leerproces verantwoordelijk zijn, kan erg motiverend zijn. Op deze manier zijn de lessen niet voorspelbaar; dat creëert spontane communicatie en voorkomt verveling. Vrijwel alles kan in een les volgens de Dogme-methode worden besproken. Zo blijven de lerenden alert en betrokken.
Daartegenover staat dat de studenten zich ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaldocent. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle taaltrainers voldoende flexibel. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld tijdens de taallessen, kan een bijkomend minpunt van de methode zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint de vreemde taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving geboden. Deze zes fasen van de leermethode bieden realistische doelstellingen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het soepel gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Diverse leerboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen ideaal bezien wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de te leren taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan de taal een stuk effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is afwijkend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep lerenden kan worden gebruikt, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als nadeel is dat studenten het wellicht wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® inzetbaar voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en kan de methodiek ook in iets grotere klassen worden ingezet. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethode (ter aanvulling) nodig is. Daarnaast is de methode niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar ook over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Rond het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica vooral inductief geleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. De lerenden werden aangemoedigd veel te praten. Het was eveneens nieuw dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven. Tijdens de taallessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de doeltaal werd aangeleerd aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen krijgen. Nadelen kent de Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook relatief veel minder. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode niet genoeg uitdagingen. Voor de langzaam lerende studenten is de Directe Methode tevens niet heel geschikt, doordat deze methode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en woordenlijstjes werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een trainer, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai kan zijn om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocent gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en de studenten aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokken (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de vreemde taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt gebruikt, zijn Caleb Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor lerenden niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom worden beschouwd. In feite is de taaldocent dienstbaar aan de lerende, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Door lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. De student ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt van de leermethode kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat. De studenten worden mogelijk gefrustreerd door het gebrek aan inbreng van de taaldocent. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat de nieuwheid er snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: een taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat deze verhalen van de trainer gemakkelijk zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden zo vrijwel vanzelf in het langetermijngeheugen opgeslagen. De taaldocent wijst de student op grammaticale fenomenen van de doeltaal, zonder dat lerenden regels van de nieuwe taal uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij, om vervolgens met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Doordat TPRS eveneens de creatieve intelligentie aanboort, is er sprake van breinvriendelijk leren. Voor de lerende is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale tools om een vreemde taal te leren
Er is ook een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er bestaat echter een betere methode om een taal te leren:
Het hoge rendement behaalt Dagnall Talen door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er bestaat echter een betere methode om een taal te leren:
De Dagnall Talen Methode.
Het hoge rendement behaalt Dagnall Talen door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app worden geladen met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app worden geladen met jargon van uw organisatie of bedrijf.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die een cursist online kan volgen, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd worden.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Zaandam.
Online een taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Zaandam
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall ook blended learning in Zaandam op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een eigen App voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, technische termen, juridische termen alsook specifieke productnamen in onze App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afloop van de taalcursus in Zaandam.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Zaandam
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal.
Mensen die diverse talen spreken, zijn derhalve onmisbaar in veel organisaties en bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor individuele trainingen of groepstrainingen
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, pc/iMac of tablet met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw taalcursus in Zaandam ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Zaandam ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Zaandam
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als uitgangspunt en geven u als cursist een helder inzicht in uw aanwezige en verworven kennis. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
U ontvangt aan het einde van een taalcursus in Zaandam het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om niveaus van taalvaardigheid in te delen.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK karakteriseert vijf elementen van taalvaardigheid, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam en afkorting wordt ook veel gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK kent eveneens 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
Deze niveaus in taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK karakteriseert vijf elementen van taalvaardigheid, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam en afkorting wordt ook veel gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK kent eveneens 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
Deze niveaus in taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A betekent dat de taalgebruiker de basisvaardigheden beheerst.
Wie niveau B machtig is, wordt als een ‘zelfstandige taalgebruiker’ gezien. De taalbeheersing is zodanig dat hij of zij zonder hulp in die vreemde taal kan functioneren.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak lezen, verstaan, spreken en schrijven. Wie een vreemde taal kent op niveau C, beheerst de taal op nagenoeg moedertaalniveau.
Wie niveau B machtig is, wordt als een ‘zelfstandige taalgebruiker’ gezien. De taalbeheersing is zodanig dat hij of zij zonder hulp in die vreemde taal kan functioneren.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak lezen, verstaan, spreken en schrijven. Wie een vreemde taal kent op niveau C, beheerst de taal op nagenoeg moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is specifiek voor de vertaalbranche die onder meer eisen bevat voor mensen, projectbeheer, middelen, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal door twee specialisten proefgelezen. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Talen getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons instituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld een taalcursus in Zaandam, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening inzake het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging beschermd te worden. Dagnall voldoet vanzelfsprekend aan alle eisen die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en Dagnall verwerkt persoonsgegevens zeer beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Zaandam zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Talen staat ingeschreven in het CRKBO-register. CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit betekent dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kunnen wij lagere prijzen aan u berekenen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen als privépersonen.
Dit betekent dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kunnen wij lagere prijzen aan u berekenen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen als privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Zaandam aan
Contact taalcursus Zaandam
Wilt u contact opnemen met Dagnall voor een taalcursus in Zaandam? Bent u nieuwsgierig geworden naar de werkwijze? U kunt contact opnemen met Dagnall Taleninstituut voor een taalcursus in Zaandam.
E-mailt u naar taalcursus-zaandam@dagnall.nl of belt u ons direct op 020-2149118 (geen menu) voor meer informatie. Of ga naar ons contactformulier. Uiteraard kunt u ook het gratis informatiepakket voor cursussen bestellen.
De efficiënte route naar een taalcursus in Zaandam!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Zaandam
U kunt de taalcursus in Zaandam op uw eigen locatie volgen of in Zaandam, bijvoorbeeld bij “De Bedrijvige Bij” in De Groene Bark aan de Provincialeweg 302 in Zaandam. Ons instituut kan ook taalcursussen in Zaandam verzorgen in bijvoorbeeld Best Western Zaan Inn aan de Grenehout 22, in Inntel Amsterdam Zaandam aan de Provincialeweg 102, in Zaan Hotel Amsterdam Zaandam aan de Ebbehout 22, in Fletcher Hotel Spaarnwoude aan de Oostbroekerweg 17 in Velsen-Zuid en in Van der Valk Hotel Oostzaan-Amsterdam aan de Westeinde (verl. Stellingweg) 1 in Oostzaan.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Zaandam kan bij Het Zaantheater aan de Nicolaasstraat 3.
Zaandam - geschiedenis
Aan archelogische vondsten is te zien dat het gebied waar nu Zaandam ligt, al rond 600 v.Chr. was bewoond. In de 3de eeuw n.Chr. verdween de bewoning weer, als gevolg van een stijging van het grondwaterpeil. Begin 11de eeuw werd Zaandam opnieuw bewoond gebied, maar bleven de dorpen klein omdat het gebied regelmatig overstroomde. Na de bedijking van IJ en Zuiderzee, rond 1300, werd er eveneens een dam in de Zaan aangelegd met een sluisje. Hier woonden vissers.
Rond 1350 werd er een kapel gebouwd op een terp ten oosten van de dam. Dit werd later het historisch hart van Zaandam.
De naam van de stad duidt op de dam die eind 13de eeuw in de waterloop Zaan is gebouwd. Over de herkomst van het woord zaan zijn de meningen verdeeld. Het kan een verbastering zijn van het woord zand; een Oudnederlands woord met de betekenis ‘vlug’ (als het Engelse soon) of Oud-Fries voor ‘waterverbinding tussen twee meren’.
De naam van de stad duidt op de dam die eind 13de eeuw in de waterloop Zaan is gebouwd. Over de herkomst van het woord zaan zijn de meningen verdeeld. Het kan een verbastering zijn van het woord zand; een Oudnederlands woord met de betekenis ‘vlug’ (als het Engelse soon) of Oud-Fries voor ‘waterverbinding tussen twee meren’.
Zaandam - nu
Zaandam ligt in het gebied Zaanstreek. Plaatsen in de buurt van Zaandam zijn Amsterdam, Assendelft, Koog aan de Zaan, Krommenie, Oostzaan, Westzaan, Wormerveer en Zaandijk.
Zaandam ligt in de provincie Noord-Holland. In de gemeente Zaandam wonen ongeveer 78.000 mensen.
Vlag gemeente Zaandam
Wapen gemeente Zaandam
Inwoners
Een inwoner van Zaandam is een ‘Zaandammer’, maar ‘Zaandammers’ worden ook wel Galgezagers genoemd.
Bekende Zaandammers zijn Mattijn Hartemink Henny Huisman en Ronald Koeman.
Bekende Zaandammers zijn Mattijn Hartemink Henny Huisman en Ronald Koeman.
Iets wat uit Zaandam komt, wordt ‘Zaandams’ of ‘Zaandammer’ genoemd, zoals de Zaandammer mosterd.
Zaandam kreeg in 1812 stadsrechten.
Zaandam kreeg in 1812 stadsrechten.
Zaandam - internationaal & scholing
Partnerstad
Zaandam is de grootste plaats van de gemeente Zaanstad waar ook Assendelft, Koog aan de Zaan, Krommenie, Krommeniedijk, Westknollendam, Westzaan, Wormerveer en Zaandijk deel van uitmaken.
De partnerstad van Zaanstad is Neukölln in Duitsland.
Hoger onderwijs
In Zaandam bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Vlag provincie Noord-Holland
Wapen provincie Noord-Holland
Typisch Zaandams
Zaandam is bekend van De Zaanse Schans, groene houten visserswoningen, het Czaar Peterhuisje, monumenten en filemeldingen.
Zaandam fungeert als toeristenplaatsje met jaarlijks honderdduizenden bezoekers.
Zaandam fungeert als toeristenplaatsje met jaarlijks honderdduizenden bezoekers.
Zaandam - minder bekend
Een goed bewaard geheim is dat in 1967 in Zaandam de voetbalclub AZ (Alkmaar Zaanstreek) is opgericht.
Zaandams dialect en accent
Het is verwant aan het West-Fries.
In Zaandam wordt geen zwaar Zaans dialect gesproken, maar de tongval is goed te herkennen.
Kenmerkend is het toontje: Zaans klinkt zangerig.
De ‘ui’ klinkt in het Zaans als oi of eu (toin voor ‘tuin’) en de ‘ei/ij’ wordt ai (main voor ‘mijn’).
In Zaandam wordt geen zwaar Zaans dialect gesproken, maar de tongval is goed te herkennen.
Kenmerkend is het toontje: Zaans klinkt zangerig.
De ‘ui’ klinkt in het Zaans als oi of eu (toin voor ‘tuin’) en de ‘ei/ij’ wordt ai (main voor ‘mijn’).
Sch- aan het begin van een woord wordt sk-: skool.
Een ‘sigaret’ is een sassie.
‘Regenen’ is natte.
Annet voorspien legge betekent “Aan de voorste speen liggen” oftewel: “De eerste zijn”.
Als je ‘onderweg’ bent, ben je op roet.
Een ‘sigaret’ is een sassie.
‘Regenen’ is natte.
Annet voorspien legge betekent “Aan de voorste speen liggen” oftewel: “De eerste zijn”.
Als je ‘onderweg’ bent, ben je op roet.
“Zaanstad - top van de randstad”
Zaandam - zakelijk
De gemeente Zaandam
Het netnummer van Zaandam is 075.
Het postcodegebied van Zaandam is 1500 - 1509.
Het adres van het gemeentehuis van Zaandam is Stadhuisplein 100, 1506 MZ in Zaandam.
De website van de gemeente Zaandam is Zaanstad.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Zaandam is 14 075.
Zakendoen in Zaandam
Voor Zaanse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Amsterdam aan de De Ruijterkade 5, 1013 AA in Amsterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Zaandam is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Zaandam is KVK-kantoor Amsterdam.
Zaandam - internationale bedrijvigheid
Grote internationaal opererende bedrijven zijn in Zaandam gevestigd op bedrijventerrein Achtersluispolder, Assendelft Noord, Hembrug, HoogTij, Kogerveld, Westerspoor-Zuid of op bedrijventerrein Zuiderhout.
In Zaandam bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: AAK Netherlands, Ahold Delhaize Coffee Company, Distributiecentrum Albert Heijn, Bunge Loders Croklaan, Buteressence, CPM Europe, De Keizer Marine Engineering, Duyvis Production, Ebrofoods Group - Herba Ingredients (Lassie), Etos, Exter, Fiege Logistics, Forbo Eurocol Nederland, Gall & Gall, GNS Brinkman, Goglio North Europe, Hazet,
In Zaandam bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: AAK Netherlands, Ahold Delhaize Coffee Company, Distributiecentrum Albert Heijn, Bunge Loders Croklaan, Buteressence, CPM Europe, De Keizer Marine Engineering, Duyvis Production, Ebrofoods Group - Herba Ingredients (Lassie), Etos, Exter, Fiege Logistics, Forbo Eurocol Nederland, Gall & Gall, GNS Brinkman, Goglio North Europe, Hazet,
Hordijk Verpakkingen, Igefa, Kenz Figee, Kludi Benelux, Koninklijke Ahold Delhaize, Multitubes, schoonmaakbedrijf Orion, Pontmeyer, Tate & Lyle Netherlands, Touwen & Co (Tenco), Verkade, WoodWing Software, Afvalzorg in Assendelft, Meyn in Oostzaan, Lavazza Nederland in Oostzaan, Koninklijke Ruig in Oostzaan, Hepta Design Audio in Westzaan, Bunge Loders Croklaan in Wormerveer, Impulse (Audio Wise) in Wormerveer, St vd Brink in Wormerveer, Vanilia in Wormerveer en Schoonmaakbedrijf Willems & Zn in Wormer.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Zaans nieuws
Het Zaanse nieuwsportaal is De Orkaan en Zaanse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Zaandam kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Ondernemers in Zaandam kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Zaandammers en ondernemingen in Zaandam kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Zaandams Dagblad en het Noordhollands Dagblad - Zaandam.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Zaandam
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Zaandam laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Zaandam een bezoek brengen aan de Museumwinkel Albert Heijn, aan het Bakkerijmuseum ‘In de Gecroonde Duyvekater’, aan het Czaar Peterhuisje, aan het Hembrugmuseum, aan Natuurmuseum E. Heimans, aan Museum het Noorderhuis, aan Zaans Museum of aan de href="https://zaanschemolen.nl/project/de-bonte-hen" rel="nofollow">Oliemolen De Bonte Hen.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Zaanse voetbalclub FC Zaandam, Zaanlandia of PSZ meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Zaandam kunt u terecht bij T.V. De Gouw, bij LTVZ, bij T.V.Zaansport of bij T.V. Zaanstad Zuid.
Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de taalcursus in Zaandam of met uw internationale (zaken)relatie bij Zaandam als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Zaandam gevonden voor een compleet dagje/middagje uit.
De nabijgelegen golfbaan voor Zaandam is de Zaanse Golf Club in Wijdewormer. Het adres van deze golfbaan is Zuiderweg 68A, 1456 NH in Wijdewormer. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0299-43 81 99. De website van de Zaanse Golf Club is www.zaansegolfclub.com/index.php/nl/.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij restaurant Chipping INN, telefoonnummer 0299-47 91 23. Amsterdamse Golf Club is een andere golfbaan in de omgeving van Zaandam.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Zaandam die eveneens op Youtube staan.
U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen.
Onder de filmpjes zijn de locaties van Noord-Holland en Zaandam op Google Maps te zien.
U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen.
Onder de filmpjes zijn de locaties van Noord-Holland en Zaandam op Google Maps te zien.
Klik linksboven om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Zaandam
Dronebeelden Zaandam
Google Maps Noord-Holland
Google Maps Zaandam
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Zaandam
Zaans nieuws
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Zaandam uit verschillende nieuwsbronnen.
Dit nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Nieuws uit Zaandam
- Bloemwijkertunneltje voorlopig gedoogzone voor fietsers - De Orkaan
- Basisschool op Burgemeester Smitstraat in Zaandam ontruimd na kleine brand - AD
- Geef je 'maar' een euro? Dan krijg je van Krist een vernietigende blik - NH Nieuws
- Intocht van Sinterklaas in Zaandam gered door twee gulle gevers - Zaanstad - Nieuws
- Oane Bijlstra: Anders consumeren - De Orkaan
- [Z]aan de Wandel met opbrengst van 210.000 euro doorslaand succes - Drimble.nl
- Spelregels Zaans zoekgebied windenergie definitief vastgesteld - Zaandamsdagblad.nl
- Duurzaam in Zaanstad: sloop Zaantheater onderzocht - De Orkaan
- Hybride auto vliegt in brand tijdens het rijden in Assendelft - De Orkaan
Nieuws uit de provincie Noord-Holland
- Noord-Holland betreurt einde zonnepanelenproject op IJsselmeer - Harderwijker Courant
- OVNH 2025: Inschrijving Beste Onderneming van Noord-Holland weer van start - Rodi.nl
- Noord-Hollandse boeren gaan 'verregaande samenwerking' aan met Staatsbosbeheer - NieuweOogst.nu
- Nationale ombudsman in Noord-Holland - Nationale ombudsman
- Samenwerking BAM en Work Secure - Kijk op Noord Holland
- Nieuws - Flevoland zit Noord-Holland op de hielen als bollenprovincie van Nederland - Omroep Flevoland
- Paddenstoelenwalhalla Noord-Holland lijdt onder stikstofoverschot - NH Nieuws
- Fotograaf legt landbouw in transitie vast voor Noord-Hollands Archief - NieuweOogst.nu
- NH Nieuws: Laren in Noord-Holland, maar ook landelijk waar (gecorrigeerd voor het aantal huishoudens) het vaakst wordt ingebroken. - Bol-An!
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Zaandam
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Zaandam alsook tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Zaandam
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten