Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Daarom hebben organisaties die investeren in de taalopleiding van de werknemers, een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taalcursussen van het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Vlissingen.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte medewerkers verdient.
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Iedere bedrijfstak spreekt zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen alsook een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Vlissingen aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden taalcursussen op maat in Vlissingen aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen talen leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast de algemene taaltaalcursussen hebben organisaties met name interesse in werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. De taalcursussen worden op de individuele behoeften van de klant afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies talen te leren in Vlissingen. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar het beoogde resultaat.
De filosofie van Dagnall is om een vreemde taal te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom gaan wij tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunt leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor de cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Door vijftien minuten dagelijks te oefenen, brengt Dagnall Talen u met grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Talen is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Vlissingen.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de vraag van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus is natuurlijk ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Zwolle) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en dit zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut realiseren onze taaltrainers met een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor taalcursussen terecht die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall Talen biedt individuele taalcursussen, duocursussen (2 lerenden), groepscursussen van 3 tot maximaal 10 lerenden, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie.
De trainers van Dagnall geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en zij spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers in Vlissingen. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursussen zijn niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursisten zelf past.
Wij verzorgen cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus kunt overlaten aan ons.
Dagnall Talen biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken we moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Vlissingen worden gegeven.
Dagnall biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Vlissingen en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele t@@lcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Wij bieden groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement omdat in vrij korte tijd veel kennis wordt geleerd.
Er wordt sneller vooruitgang gemaakt omdat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Een ander belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is ook taalcursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Met name de interactie met de andere lerenden is het grootste voordeel van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van de foutjes van anderen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. De afwisseling die zo geboden wordt, kunnen deelnemers leuker vinden.
Omdat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) voor de deelnemers dan individuele cursussen.
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen alleen met de docent worden gedaan en gevoerd.
Omdat er geen interactie is met andere deelnemers, kan de geleerde kennis niet in een groep geoefend worden.
Ook is het niet mogelijk om van elkaars foutjes te leren omdat groepsdynamiek ontbreekt.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen de deelnemers iets sneller worden afgeleid. Daardoor ligt het rendement iets lager. Door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Een groepscursus kan ook minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als reactie op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om vrijwel foutloos te leren verstaan en spreken, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltaaltrainers kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen om daarna een extra woord hieraan toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in zogeheten talenpractica, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal komt pas aan bod zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte overdracht van taalkennis. Ook bij grotere groepen kan deze methode worden gebruikt.
Tevens is dit docentgestuurde aspect een nadeel; er wordt geen eigen input van de lerenden verlangd. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze zinnen en woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog altijd problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de zinnen of woorden spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. In het algemeen wordt kennis opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is voor de student. De methode kan werken voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun kan deze GoldList-methode goed functioneren. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een nadeel van deze methode is het gebrek aan context. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. De methode is daarnaast bijzonder tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden gemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. De methode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze wijze leert studenten onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode is het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. Om ervoor te zorgen dat de student plezier heeft van de ervaringen, moeten de leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode kan zijn. De natuurlijke aanpak is een populaire methode van lesgeven onder taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Maar er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. Studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten te merken zijn. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de nieuwe taal. Bij de methode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden gepresenteerd aan studenten in herkenbare situaties middels dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden het eerst aan de taallerende geleerd. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de taal op een accurate manier kunnen leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook minpunten. De werkwijze kost tamelijk veel tijd en zorgt niet onmiddellijk voor succeservaringen. De eigen inbreng van de student is beperkt; de methode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer alsook met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte om een vreemde taal te leren middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend doordat zij gauw succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en verder verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde lerenden deze manier van een taal leren afwijkend of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen taalkennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Aan de methode kleven echter meer keerzijden dan positieve kanten. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Deze leermethode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten bij het werken in een groep. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren gezien. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden ontwikkeld op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe is de lerende 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Studenten ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een vrij korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Het feit dat een dergelijke training erg intensief is, kan een ander minpunt van de methode zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en studenten zijn daarvoor essentieel. Dat de student zich ontspannen en veilig voelt, is de voorwaarde. Een leslokaal met een rijopstelling was ongeschikt om dit te kunnen bereiken. Tijdens de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en in de les was ook altijd muziek. De methode die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren lijsten met woorden bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De lerenden werden zo in de verleiding gebracht om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend en stimulerend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaltrainer optreedt als een counselor die de zinnen van de studenten parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de taal nog niet machtig genoeg zijn. De docent vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode is in hoge mate afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. De docent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden veel studenten nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich zo een stuk bewuster van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en ze leren als een team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen leren studenten veel. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor lastig te meten. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat een grotere plaats in dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid geboden voor de lerenden om de taal zelf te ontdekken.
De taak van de docent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan de woordenschat geschonken die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Sommige studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten al gauw in de te leren taal denken.
Populariteit
De principes van Gouin over taalonderwijs waren zeer vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de ongewone aanpak. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheid goed ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
François Gouin’s methode biedt levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme op bij de studenten. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De seriemethode maakt de lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve taalvaardigheden van de studenten sterk gestimuleerd.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter is, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de vreemde taal geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over regels van de taal en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld een boodschap doen, e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij studenten (voornamelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren, kan als nadeel genoemd worden.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich aan 10 strenge regels (dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van Dogme-taalonderwijs is het aangaan van inhoudelijke conversaties die over praktische items gaan. Hierbij draait het om communicatie als de inspirator van een taal leren. Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve benadering van het onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen taaldocent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding is vereist, is een voordeel voor taaldocenten. Het kan erg motiverend werken dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces. De lessen zijn niet voorspelbaar op deze manier. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk item kan in een les volgens de Dogme-methode worden besproken. Lerenden blijven zo alert en betrokken.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent kunnen de studenten zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle docenten voldoende flexibel. Een keerzijde kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de lesstof hiervoor tijdens de taallessen aan bod komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en de deelnemers beginnen nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige methode: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak tot het moment dit heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel leerboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Een bijkomende reden is dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de taal veel effectiever wordt.
De shadowing-techniek heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-methode is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waarin is aangetoond dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek van Shadowing heeft als nadeel is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die gebaseerd is op het principe dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response levert snelle succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht achtergrond en leeftijd en deze methode kan eveneens toegepast worden in grotere klassen. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt het tot op een zeker taalniveau en is nog een andere methode nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men omstreeks het jaar 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica meer inductief aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd gestimuleerd de studenten vaak te laten spreken. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de vocabulaire werd gedaan door middel van voorbeelden en plaatjes. Studenten brachten zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen de studenten vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Nadelen heeft deze Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal relatief ook veel minder. De methode biedt voor de meer gevorderde student onvoldoende uitdaging. De Directe Methode is tevens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, doordat de leermethode is gebaseerd op een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan door studenten als een minpunt worden gezien dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde woorden en zinnetjes te blijven herhalen.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt door de taaltrainers gebruikt om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de voorraad energie van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel The Silent Way in zijn originele versie niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de aanpak van Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die tenslotte als autonoom gezien wordt, is het voordeel van zijn methode. De trainer is in feite aan de studenten dienstbaar, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof doorgaans goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mag, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de taaldocent zouden de lerenden gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De studenten worden door de trainer op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Bij deze methode schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertaling erbij en daarna hier een verhaal van te maken samen met de lerenden. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor inbreng. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is TPRS een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor studenten werkt TPRS zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een keerzijde is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tweetalige tekst die in Egypte is gevonden, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in meer dan dertig talen en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers alsook foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om zijn of haar uitspraak met de uitspraak van een moedertaalspreker (native speaker) te vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan bereikt worden door de voorbeeldspreker langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid te oefenen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij optie is om deze fouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. Rosetta Stone wordt in ons land gebruikt door enkele ministeries en diverse universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door lerenden gebruikt worden. Welke onderdelen wat meer of minder aandacht nodig hebben, kunnen studenten zelf bepalen. Veel lerenden vinden het plezierig om de methodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de methode uitkomst bieden voor scholen. Een minpunt van de methode is dat er geen trainer beschikbaar is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door de lerenden worden nagesproken en worden herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus omvatten een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuur in de doeltaal. De grammaticale structuren worden niet apart uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur cursussen en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de Pimsleur-methode zeer goed doordat de insprekers van de zinnen native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo spreken.
Dat niets wordt uitgelegd, is het minpunt van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het principe van Michel Thomas. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het idee dat de cursisten op pauze drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt afgewisseld met bekende stof. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal gewezen, als deze er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de leermethode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd waarmee de student zelf zinnetjes kan bouwen. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal en vinden de Michel Thomas-methode prettig werken. Lerenden die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen de luistervaardigheid en de uitspraak op een efficiënte wijze. Dat de taalcursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt van de methode. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat het een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘mengen met, opgaan in een groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Bij voorkeur werken de gebruikers ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling wordt hiernaast weergegeven, samen met grammaticale toelichting. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn gewaardeerd. De cursussen zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de cursist is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen docent om de student te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als reactie op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om vrijwel foutloos te leren verstaan en spreken, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltaaltrainers kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen om daarna een extra woord hieraan toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in zogeheten talenpractica, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal komt pas aan bod zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte overdracht van taalkennis. Ook bij grotere groepen kan deze methode worden gebruikt.
Tevens is dit docentgestuurde aspect een nadeel; er wordt geen eigen input van de lerenden verlangd. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze zinnen en woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog altijd problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de zinnen of woorden spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. In het algemeen wordt kennis opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is voor de student. De methode kan werken voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun kan deze GoldList-methode goed functioneren. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een nadeel van deze methode is het gebrek aan context. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. De methode is daarnaast bijzonder tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden gemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. De methode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze wijze leert studenten onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode is het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. Om ervoor te zorgen dat de student plezier heeft van de ervaringen, moeten de leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode kan zijn. De natuurlijke aanpak is een populaire methode van lesgeven onder taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Maar er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. Studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten te merken zijn. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de nieuwe taal. Bij de methode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden gepresenteerd aan studenten in herkenbare situaties middels dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden het eerst aan de taallerende geleerd. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de taal op een accurate manier kunnen leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook minpunten. De werkwijze kost tamelijk veel tijd en zorgt niet onmiddellijk voor succeservaringen. De eigen inbreng van de student is beperkt; de methode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer alsook met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte om een vreemde taal te leren middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend doordat zij gauw succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en verder verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde lerenden deze manier van een taal leren afwijkend of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen taalkennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Aan de methode kleven echter meer keerzijden dan positieve kanten. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Deze leermethode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten bij het werken in een groep. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren gezien. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden ontwikkeld op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe is de lerende 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Studenten ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een vrij korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Het feit dat een dergelijke training erg intensief is, kan een ander minpunt van de methode zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en studenten zijn daarvoor essentieel. Dat de student zich ontspannen en veilig voelt, is de voorwaarde. Een leslokaal met een rijopstelling was ongeschikt om dit te kunnen bereiken. Tijdens de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en in de les was ook altijd muziek. De methode die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren lijsten met woorden bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De lerenden werden zo in de verleiding gebracht om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend en stimulerend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaltrainer optreedt als een counselor die de zinnen van de studenten parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de taal nog niet machtig genoeg zijn. De docent vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode is in hoge mate afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. De docent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden veel studenten nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich zo een stuk bewuster van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en ze leren als een team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen leren studenten veel. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor lastig te meten. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat een grotere plaats in dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid geboden voor de lerenden om de taal zelf te ontdekken.
De taak van de docent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan de woordenschat geschonken die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Sommige studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten al gauw in de te leren taal denken.
Populariteit
De principes van Gouin over taalonderwijs waren zeer vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de ongewone aanpak. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheid goed ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
François Gouin’s methode biedt levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme op bij de studenten. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De seriemethode maakt de lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve taalvaardigheden van de studenten sterk gestimuleerd.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter is, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de vreemde taal geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over regels van de taal en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld een boodschap doen, e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij studenten (voornamelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren, kan als nadeel genoemd worden.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich aan 10 strenge regels (dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van Dogme-taalonderwijs is het aangaan van inhoudelijke conversaties die over praktische items gaan. Hierbij draait het om communicatie als de inspirator van een taal leren. Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve benadering van het onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen taaldocent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding is vereist, is een voordeel voor taaldocenten. Het kan erg motiverend werken dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces. De lessen zijn niet voorspelbaar op deze manier. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk item kan in een les volgens de Dogme-methode worden besproken. Lerenden blijven zo alert en betrokken.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent kunnen de studenten zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle docenten voldoende flexibel. Een keerzijde kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de lesstof hiervoor tijdens de taallessen aan bod komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en de deelnemers beginnen nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige methode: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak tot het moment dit heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel leerboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Een bijkomende reden is dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de taal veel effectiever wordt.
De shadowing-techniek heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-methode is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waarin is aangetoond dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek van Shadowing heeft als nadeel is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die gebaseerd is op het principe dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response levert snelle succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht achtergrond en leeftijd en deze methode kan eveneens toegepast worden in grotere klassen. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt het tot op een zeker taalniveau en is nog een andere methode nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men omstreeks het jaar 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica meer inductief aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd gestimuleerd de studenten vaak te laten spreken. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de vocabulaire werd gedaan door middel van voorbeelden en plaatjes. Studenten brachten zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen de studenten vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Nadelen heeft deze Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal relatief ook veel minder. De methode biedt voor de meer gevorderde student onvoldoende uitdaging. De Directe Methode is tevens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, doordat de leermethode is gebaseerd op een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan door studenten als een minpunt worden gezien dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde woorden en zinnetjes te blijven herhalen.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt door de taaltrainers gebruikt om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de voorraad energie van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel The Silent Way in zijn originele versie niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de aanpak van Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die tenslotte als autonoom gezien wordt, is het voordeel van zijn methode. De trainer is in feite aan de studenten dienstbaar, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof doorgaans goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mag, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de taaldocent zouden de lerenden gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De studenten worden door de trainer op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Bij deze methode schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertaling erbij en daarna hier een verhaal van te maken samen met de lerenden. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor inbreng. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is TPRS een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor studenten werkt TPRS zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een keerzijde is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online gevolgd kan worden, dus op afstand. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’.
Bij de zogenaamde vorm van taaltraining van blended learning worden face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Vlissingen.
Voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, zolang het geen 1-op-1 les betreft, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel een zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall eveneens blended learning in Vlissingen op maat.
Online leerplatform Dagnall Talen beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het platform biedt gevarieerde en interactieve content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform tevens een handige eigen App, geschikt voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een cursist overal en altijd, dus 24/7, toegang op elk beschikbare (mobiele) apparaten heeft. Op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, bijvoorbeeld in het buitenland. Cursisten kunnen dus leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, productnamen en juridische termen integreren in de App. De App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de Dagnall App blijft ook beschikbaar nadat de taalcursus in Vlissingen is afgerond.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten kunnen op het gebied van taalvaardigheid veelal een uitdaging zijn.
Mensen die diverse talen beheersen, zijn daarom onmisbaar in veel organisaties en bedrijven.
Dagnall Talen leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor technische en zakelijke taaltrainingen online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt over het algemeen gezien als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Een laptop, pc of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
Dagnall Taleninstituut is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. Onze vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Dagnall wordt jaarlijks getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Vlissingen, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Vlissingen is de op één na grootste plaats in de provincie Zeeland.
Oost-Souburg en Ritthem horen ook bij gemeente Vlissingen.
De partnersteden van Vlissingen zijn Govan Mbeki in Zuid-Afrika, Taganrog in Rusland en Ambon in Indonesië.
Er zijn twee hogescholen in Vlissingen, HZ University of Applied Sciences, waar ook Maritiem Instituut de Ruyter deel van uitmaakt en de Nederlandse Loodsencorporatie. Er zijn geen universiteiten gevestigd in Vlissingen.
Weinig mensen weten dat Vlissingen de wereldleider op het gebied van aluminiumopslag is.
Het netnummer van Vlissingen is 0118.
Het postcodegebied van Vlissingen is 4380 - 4387.
Het adres van het gemeentehuis van Vlissingen is Paul Krugerstraat 1, 4382 MA in Vlissingen.
De website van de gemeente Vlissingen is Vlissingen.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Vlissingen is 14 0118.
Voor Vlissingse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Middelburg aan de Kanaalweg 3, 4337 PA in Middelburg. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Vlissingen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Vlissingen is KVK-kantoor Middelburg.
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Vlissingen een bezoek brengen aan het MuZEEum, aan het Panorama Walcheren, aan Reptielen Zoo Iguana of aan Museum Scheldewerf.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Vlissingse voetbalclub VC Vlissingen, GPC of SV Walcheren meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Vlissingen kunt u terecht bij LTC de Schelde of bij LTC DOS.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de taalcursus in Vlissingen of met uw internationale (zaken)relatie bij Vlissingen een balletje te slaan en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Vlissingen ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit.
De nabijgelegen golfbaan voor Vlissingen is Golfbaan De Zeeuwsche in Middelburg. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Paukenweg 1, 4337 WH in Middelburg. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0118-56 74 90. De website van Golfbaan De Zeeuwsche is www.dezeeuwsche.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij de horecagelegenheid van de Zeeuwsche.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taaltrainingen in Vlissingen van topniveau
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Daarom hebben organisaties die investeren in de taalopleiding van de werknemers, een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taalcursussen van het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Vlissingen.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Iedere bedrijfstak spreekt zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen alsook een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Vlissingen aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden taalcursussen op maat in Vlissingen aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen talen leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast de algemene taaltaalcursussen hebben organisaties met name interesse in werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. De taalcursussen worden op de individuele behoeften van de klant afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies talen te leren in Vlissingen. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar het beoogde resultaat.
Filosofie
De filosofie van Dagnall is om een vreemde taal te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom gaan wij tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunt leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor de cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Door vijftien minuten dagelijks te oefenen, brengt Dagnall Talen u met grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Talen is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Vlissingen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall stelt de wensen en leerdoelen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemer(s) met hun contactgegevens aan. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau bepaald wordt, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat samen met een offerte.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en uw agenda.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en uw agenda.
Na enkele lessen evalueert de trainer de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden bijgesteld.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les samen met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. Tevens ontvangen de cursisten een certificaat van het instituut.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les samen met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. Tevens ontvangen de cursisten een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar maatwerk in taalcursussen sinds 1982
Ons bedrijf is actief sinds 1982 en verzorgt sindsdien maatwerk taalcursussen voor bedrijven en (overheids)instellingen in Vlissingen en omliggende gemeenten. Onze kundige trainers zijn echte experts op taalgebied en hebben talrijke zakelijke taalcursussen voor diverse bedrijven en (overheids)organisaties in Walcheren verzorgd.
Door de aanpak die zowel werkplekgericht als functiegericht is, biedt Dagnall Taleninstituut u betaalbare en effectieve taalcursussen in Vlissingen. Wij zorgen voor het beste rendement; rendement door maatwerk!
Betaalbare taalcursussen op maat in Vlissingen
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak is vereist! Taalcursussen die zich richten op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer zijn ondertussen bij veel ondernemingen gemeengoed.
Medewerkers zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in de werkomgeving en zij willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
Medewerkers zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in de werkomgeving en zij willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
Zij willen de werkinstructies op de werkplek goed kunnen begrijpen en opvolgen. Deze medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk hun ambities op het werkgebied verwezenlijken. Dit vereist een investering in personeel en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Vlissingen
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de vraag van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus is natuurlijk ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Zwolle) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en dit zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut realiseren onze taaltrainers met een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor taalcursussen terecht die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall Talen biedt individuele taalcursussen, duocursussen (2 lerenden), groepscursussen van 3 tot maximaal 10 lerenden, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie.
De trainers van Dagnall geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en zij spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers in Vlissingen. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursussen zijn niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursisten zelf past.
Een vreemde taal effectief leren in Vlissingen bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Wij verzorgen cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus kunt overlaten aan ons.
Dagnall Talen biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken we moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Vlissingen worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Vlissingen
Maatwerkcursussen
Dagnall biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Vlissingen en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele t@@lcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Wij bieden groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement omdat in vrij korte tijd veel kennis wordt geleerd.
Er wordt sneller vooruitgang gemaakt omdat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Een ander belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is ook taalcursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere lerenden is het grootste voordeel van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van de foutjes van anderen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. De afwisseling die zo geboden wordt, kunnen deelnemers leuker vinden.
Omdat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) voor de deelnemers dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen alleen met de docent worden gedaan en gevoerd.
Omdat er geen interactie is met andere deelnemers, kan de geleerde kennis niet in een groep geoefend worden.
Ook is het niet mogelijk om van elkaars foutjes te leren omdat groepsdynamiek ontbreekt.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen de deelnemers iets sneller worden afgeleid. Daardoor ligt het rendement iets lager. Door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Een groepscursus kan ook minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten.
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Daarom bieden wij onze taalcursussen ook incompany en online aan.
Bij Dagnall volgt u bijvoorbeeld een intensieve of
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Daarom bieden wij onze taalcursussen ook incompany en online aan.
Bij Dagnall volgt u bijvoorbeeld een intensieve of
semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Uiteraard is een combinatie van deze trainingen mogelijk.
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Taalvaardigheid houdt in kennen (geleerde kennis) maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van deze geleerde kennis). Door het accent te verleggen van het kennen naar het kunnen, is de cursist in staat na voltooiing van de taalcursus in Vlissingen de opgedane kennis beter toe te passen.
Voor u het weet, begrijpt u wat die anderstalige collega’s zeggen. Dat niet alleen, u kunt ook antwoorden in de andere taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als reactie op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om vrijwel foutloos te leren verstaan en spreken, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltaaltrainers kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen om daarna een extra woord hieraan toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in zogeheten talenpractica, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal komt pas aan bod zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte overdracht van taalkennis. Ook bij grotere groepen kan deze methode worden gebruikt.
Tevens is dit docentgestuurde aspect een nadeel; er wordt geen eigen input van de lerenden verlangd. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze zinnen en woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog altijd problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de zinnen of woorden spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. In het algemeen wordt kennis opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is voor de student. De methode kan werken voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun kan deze GoldList-methode goed functioneren. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een nadeel van deze methode is het gebrek aan context. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. De methode is daarnaast bijzonder tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. De methode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze wijze leert studenten onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode is het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. Om ervoor te zorgen dat de student plezier heeft van de ervaringen, moeten de leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode kan zijn. De natuurlijke aanpak is een populaire methode van lesgeven onder taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Maar er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. Studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten te merken zijn. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de nieuwe taal. Bij de methode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden gepresenteerd aan studenten in herkenbare situaties middels dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden het eerst aan de taallerende geleerd. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de taal op een accurate manier kunnen leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook minpunten. De werkwijze kost tamelijk veel tijd en zorgt niet onmiddellijk voor succeservaringen. De eigen inbreng van de student is beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer alsook met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte om een vreemde taal te leren middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend doordat zij gauw succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en verder verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde lerenden deze manier van een taal leren afwijkend of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen taalkennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Aan de methode kleven echter meer keerzijden dan positieve kanten. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Deze leermethode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten bij het werken in een groep. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren gezien. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden ontwikkeld op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe is de lerende 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Studenten ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een vrij korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Het feit dat een dergelijke training erg intensief is, kan een ander minpunt van de methode zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en studenten zijn daarvoor essentieel. Dat de student zich ontspannen en veilig voelt, is de voorwaarde. Een leslokaal met een rijopstelling was ongeschikt om dit te kunnen bereiken. Tijdens de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en in de les was ook altijd muziek. De methode die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren lijsten met woorden bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De lerenden werden zo in de verleiding gebracht om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend en stimulerend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaltrainer optreedt als een counselor die de zinnen van de studenten parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de taal nog niet machtig genoeg zijn. De docent vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode is in hoge mate afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. De docent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden veel studenten nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich zo een stuk bewuster van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en ze leren als een team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen leren studenten veel. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor lastig te meten. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat een grotere plaats in dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid geboden voor de lerenden om de taal zelf te ontdekken.
De taak van de docent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan de woordenschat geschonken die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Sommige studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten al gauw in de te leren taal denken.
Populariteit
De principes van Gouin over taalonderwijs waren zeer vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de ongewone aanpak. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheid goed ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
François Gouin’s methode biedt levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme op bij de studenten. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De seriemethode maakt de lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve taalvaardigheden van de studenten sterk gestimuleerd.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter is, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de vreemde taal geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over regels van de taal en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld een boodschap doen, e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij studenten (voornamelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren, kan als nadeel genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich aan 10 strenge regels (dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van Dogme-taalonderwijs is het aangaan van inhoudelijke conversaties die over praktische items gaan. Hierbij draait het om communicatie als de inspirator van een taal leren. Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve benadering van het onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen taaldocent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding is vereist, is een voordeel voor taaldocenten. Het kan erg motiverend werken dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces. De lessen zijn niet voorspelbaar op deze manier. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk item kan in een les volgens de Dogme-methode worden besproken. Lerenden blijven zo alert en betrokken.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent kunnen de studenten zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle docenten voldoende flexibel. Een keerzijde kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de lesstof hiervoor tijdens de taallessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en de deelnemers beginnen nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige methode: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak tot het moment dit heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel leerboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Een bijkomende reden is dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de taal veel effectiever wordt.
De shadowing-techniek heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-methode is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waarin is aangetoond dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek van Shadowing heeft als nadeel is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die gebaseerd is op het principe dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response levert snelle succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht achtergrond en leeftijd en deze methode kan eveneens toegepast worden in grotere klassen. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt het tot op een zeker taalniveau en is nog een andere methode nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men omstreeks het jaar 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica meer inductief aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd gestimuleerd de studenten vaak te laten spreken. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de vocabulaire werd gedaan door middel van voorbeelden en plaatjes. Studenten brachten zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen de studenten vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Nadelen heeft deze Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal relatief ook veel minder. De methode biedt voor de meer gevorderde student onvoldoende uitdaging. De Directe Methode is tevens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, doordat de leermethode is gebaseerd op een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan door studenten als een minpunt worden gezien dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde woorden en zinnetjes te blijven herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt door de taaltrainers gebruikt om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de voorraad energie van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel The Silent Way in zijn originele versie niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de aanpak van Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die tenslotte als autonoom gezien wordt, is het voordeel van zijn methode. De trainer is in feite aan de studenten dienstbaar, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof doorgaans goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mag, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de taaldocent zouden de lerenden gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De studenten worden door de trainer op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Bij deze methode schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertaling erbij en daarna hier een verhaal van te maken samen met de lerenden. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor inbreng. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is TPRS een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor studenten werkt TPRS zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een keerzijde is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tweetalige tekst die in Egypte is gevonden, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in meer dan dertig talen en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers alsook foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om zijn of haar uitspraak met de uitspraak van een moedertaalspreker (native speaker) te vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan bereikt worden door de voorbeeldspreker langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid te oefenen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij optie is om deze fouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. Rosetta Stone wordt in ons land gebruikt door enkele ministeries en diverse universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door lerenden gebruikt worden. Welke onderdelen wat meer of minder aandacht nodig hebben, kunnen studenten zelf bepalen. Veel lerenden vinden het plezierig om de methodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de methode uitkomst bieden voor scholen. Een minpunt van de methode is dat er geen trainer beschikbaar is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door de lerenden worden nagesproken en worden herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus omvatten een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuur in de doeltaal. De grammaticale structuren worden niet apart uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur cursussen en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de Pimsleur-methode zeer goed doordat de insprekers van de zinnen native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo spreken.
Dat niets wordt uitgelegd, is het minpunt van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het principe van Michel Thomas. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het idee dat de cursisten op pauze drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt afgewisseld met bekende stof. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal gewezen, als deze er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de leermethode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd waarmee de student zelf zinnetjes kan bouwen. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal en vinden de Michel Thomas-methode prettig werken. Lerenden die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen de luistervaardigheid en de uitspraak op een efficiënte wijze. Dat de taalcursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt van de methode. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘mengen met, opgaan in een groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Bij voorkeur werken de gebruikers ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling wordt hiernaast weergegeven, samen met grammaticale toelichting. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn gewaardeerd. De cursussen zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de cursist is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen docent om de student te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als reactie op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om vrijwel foutloos te leren verstaan en spreken, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltaaltrainers kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen om daarna een extra woord hieraan toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in zogeheten talenpractica, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal komt pas aan bod zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte overdracht van taalkennis. Ook bij grotere groepen kan deze methode worden gebruikt.
Tevens is dit docentgestuurde aspect een nadeel; er wordt geen eigen input van de lerenden verlangd. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze zinnen en woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog altijd problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de zinnen of woorden spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. In het algemeen wordt kennis opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is voor de student. De methode kan werken voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun kan deze GoldList-methode goed functioneren. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een nadeel van deze methode is het gebrek aan context. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. De methode is daarnaast bijzonder tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. De methode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze wijze leert studenten onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode is het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. Om ervoor te zorgen dat de student plezier heeft van de ervaringen, moeten de leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode kan zijn. De natuurlijke aanpak is een populaire methode van lesgeven onder taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Maar er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. Studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten te merken zijn. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de nieuwe taal. Bij de methode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden gepresenteerd aan studenten in herkenbare situaties middels dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden het eerst aan de taallerende geleerd. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de taal op een accurate manier kunnen leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook minpunten. De werkwijze kost tamelijk veel tijd en zorgt niet onmiddellijk voor succeservaringen. De eigen inbreng van de student is beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer alsook met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte om een vreemde taal te leren middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend doordat zij gauw succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en verder verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde lerenden deze manier van een taal leren afwijkend of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen taalkennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Aan de methode kleven echter meer keerzijden dan positieve kanten. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Deze leermethode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten bij het werken in een groep. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren gezien. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden ontwikkeld op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe is de lerende 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Studenten ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een vrij korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Het feit dat een dergelijke training erg intensief is, kan een ander minpunt van de methode zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en studenten zijn daarvoor essentieel. Dat de student zich ontspannen en veilig voelt, is de voorwaarde. Een leslokaal met een rijopstelling was ongeschikt om dit te kunnen bereiken. Tijdens de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en in de les was ook altijd muziek. De methode die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren lijsten met woorden bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De lerenden werden zo in de verleiding gebracht om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend en stimulerend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaltrainer optreedt als een counselor die de zinnen van de studenten parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de taal nog niet machtig genoeg zijn. De docent vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode is in hoge mate afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. De docent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden veel studenten nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich zo een stuk bewuster van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en ze leren als een team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen leren studenten veel. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor lastig te meten. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat een grotere plaats in dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid geboden voor de lerenden om de taal zelf te ontdekken.
De taak van de docent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan de woordenschat geschonken die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Sommige studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten al gauw in de te leren taal denken.
Populariteit
De principes van Gouin over taalonderwijs waren zeer vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de ongewone aanpak. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheid goed ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
François Gouin’s methode biedt levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme op bij de studenten. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De seriemethode maakt de lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve taalvaardigheden van de studenten sterk gestimuleerd.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter is, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de vreemde taal geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over regels van de taal en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld een boodschap doen, e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij studenten (voornamelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren, kan als nadeel genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich aan 10 strenge regels (dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van Dogme-taalonderwijs is het aangaan van inhoudelijke conversaties die over praktische items gaan. Hierbij draait het om communicatie als de inspirator van een taal leren. Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve benadering van het onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen taaldocent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding is vereist, is een voordeel voor taaldocenten. Het kan erg motiverend werken dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces. De lessen zijn niet voorspelbaar op deze manier. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk item kan in een les volgens de Dogme-methode worden besproken. Lerenden blijven zo alert en betrokken.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent kunnen de studenten zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle docenten voldoende flexibel. Een keerzijde kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de lesstof hiervoor tijdens de taallessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en de deelnemers beginnen nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige methode: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak tot het moment dit heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel leerboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Een bijkomende reden is dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de taal veel effectiever wordt.
De shadowing-techniek heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-methode is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waarin is aangetoond dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek van Shadowing heeft als nadeel is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die gebaseerd is op het principe dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response levert snelle succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht achtergrond en leeftijd en deze methode kan eveneens toegepast worden in grotere klassen. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt het tot op een zeker taalniveau en is nog een andere methode nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men omstreeks het jaar 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica meer inductief aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd gestimuleerd de studenten vaak te laten spreken. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de vocabulaire werd gedaan door middel van voorbeelden en plaatjes. Studenten brachten zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen de studenten vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Nadelen heeft deze Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal relatief ook veel minder. De methode biedt voor de meer gevorderde student onvoldoende uitdaging. De Directe Methode is tevens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, doordat de leermethode is gebaseerd op een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan door studenten als een minpunt worden gezien dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde woorden en zinnetjes te blijven herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt door de taaltrainers gebruikt om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de voorraad energie van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel The Silent Way in zijn originele versie niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de aanpak van Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die tenslotte als autonoom gezien wordt, is het voordeel van zijn methode. De trainer is in feite aan de studenten dienstbaar, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof doorgaans goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mag, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de taaldocent zouden de lerenden gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De studenten worden door de trainer op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Bij deze methode schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertaling erbij en daarna hier een verhaal van te maken samen met de lerenden. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor inbreng. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is TPRS een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor studenten werkt TPRS zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een keerzijde is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale hulpmiddelen
Ook is er een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere manier om vreemde talen te leren:
Het hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus steeds ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere manier om vreemde talen te leren:
De Dagnall Talen Methode.
Het hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus steeds ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online gevolgd kan worden, dus op afstand. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’.
Bij de zogenaamde vorm van taaltraining van blended learning worden face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Vlissingen.
Online een taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Vlissingen
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, zolang het geen 1-op-1 les betreft, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel een zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall eveneens blended learning in Vlissingen op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het platform biedt gevarieerde en interactieve content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform tevens een handige eigen App, geschikt voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een cursist overal en altijd, dus 24/7, toegang op elk beschikbare (mobiele) apparaten heeft. Op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, bijvoorbeeld in het buitenland. Cursisten kunnen dus leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, productnamen en juridische termen integreren in de App. De App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de Dagnall App blijft ook beschikbaar nadat de taalcursus in Vlissingen is afgerond.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Vlissingen
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten kunnen op het gebied van taalvaardigheid veelal een uitdaging zijn.
Mensen die diverse talen beheersen, zijn daarom onmisbaar in veel organisaties en bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor technische en zakelijke taaltrainingen online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt over het algemeen gezien als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Een laptop, pc of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw taalcursus in Vlissingen ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Vlissingen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Vlissingen
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als leidraad. Zo bieden wij u als cursist een goed beeld van uw aanwezige en verworven kennis. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Wij overhandigen na afloop van de taalcursus in Vlissingen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een manier om taalniveaus te omschrijven op een uniforme wijze, zodat ‘gevorderden’ in bijvoorbeeld Engeland dezelfde taalvaardigheid hebben als ‘gevorderden’ in Duitsland.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK kenmerkt vijf elementen van taalvaardigheid, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige term wordt ook vaak gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Voor elke vaardigheid onderscheidt het ERK zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
De niveaus van taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK kenmerkt vijf elementen van taalvaardigheid, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige term wordt ook vaak gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Voor elke vaardigheid onderscheidt het ERK zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
De niveaus van taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Taalniveau A van het ERK is van toepassing op beginners.
Iemand die taalniveau B beheerst, bezit alle basisvaardigheid in de taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Taalniveau C geeft de vaardigheden weer van (ver)gevorderde taalgebruikers, die de vreemde taal beheersen als (bijna) moedertaalgebruikers (near-native).
Iemand die taalniveau B beheerst, bezit alle basisvaardigheid in de taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Taalniveau C geeft de vaardigheden weer van (ver)gevorderde taalgebruikers, die de vreemde taal beheersen als (bijna) moedertaalgebruikers (near-native).
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. Onze vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Dagnall wordt jaarlijks getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons instituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Vlissingen, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engelse naam: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. De AVG dient er met name toe de privacy van EU-burgers te beschermen. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan noodzakelijk en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging te worden beschermd. Natuurlijk voldoet Dagnall Talen aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht in zeer beperkte mate. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Vlissingen zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall is ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden.
Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden.
Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Vlissingen aan
Contact taalcursus Vlissingen
U kunt direct contact met Dagnall Talen opnemen voor een taalcursus in Vlissingen. Stuur een e-mail naar taalcursus-vlissingen@dagnall.nl of bel ons via 085-2737302 (geen menu) voor meer informatie.
Of ga naar ons contactformulier. Vraagt u gelijk het gratis Dagnall informatiepakket aan.
De beste weg naar een taalcursus in Vlissingen!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Vlissingen
U kunt de taalcursus in Vlissingen op uw locatie volgen of in Middelburg, bijvoorbeeld in het Oude Postkantoor aan de Lange Noordstraat 48 in Middelburg. Wij verzorgen ook taalcursussen in Vlissingen in bijvoorbeeld Amadore Hotel Arion aan de Boulevard Bankert 266, in Hotel Piccard aan de Badhuisstraat 178, in Strandhotel Westduin aan de Westduin in Koudekerke, in Van der Valk Hotel Middelburg aan de Paukenweg 3 in Middelburg en in Fletcher Zuiderduin Beachhotel aan De Bucksweg 2 in Westkapelle.
U kunt besprekingen houden in Vlissingen bij bijvoorbeeld bij Lasloods aan de Tweede Binnenhavenweg 8 en bij de Zeelandhallen in Goes.
Vlissingen - geschiedenis
Voor de Middeleeuwen was de omgeving waar Vlissingen nu ligt, moerassig gebied en niet bewoonbaar. Vanaf de 10de eeuw n.Chr. werd het veen ontgonnen en ontstond er permanente bewoning. Vlissingen is in die tijd ontstaan als klein vissersdorp. Het wordt voor het eerst vermeld in 1235 in een context over een kerk ter plaatse.
De naam ‘Vlissingen’ kan een verbastering zijn van vlies in de betekenis van ‘vacht’, bijvoorbeeld een schapenvacht.
De naam ‘Vlissingen’ kan een verbastering zijn van vlies in de betekenis van ‘vacht’, bijvoorbeeld een schapenvacht.
Het achtervoegsel ingen is gebruikelijk om ‘een groep mensen’ aan te geven. Ook mogelijk is een verbastering uit de Oudgermaanse taal van Flessche, dat ‘stilstaand water‘ betekent. Bekend is dat de huidige Spuikom eens een, vermoedelijk met zoet water gevulde, waterplas was. Het deel inge betekent dan ‘gerelateerd aan water’ (zoals bij ‘Kruiningen’ en ‘Grevelingen’).
Vlissingen - nu
Vlissingen ligt op het schiereiland Zuid-Beveland in de landstreek Walcheren. Plaatsen in de buurt van Vlissingen zijn Borssele, Dishoek, Koudekerke, Middelburg, Oost-Souburg, Ritthem en Zoutelande.
Vlissingen ligt in de provincie Zeeland. In de gemeente Vlissingen wonen ruwweg 45.000 mensen.
Vlag gemeente Vlissingen
Wapen gemeente Vlissingen
Inwoners
Een inwoner van Vlissingen noemt men een ‘Vlissinger’.
Bekende Vlissingers zijn Paskal Jakobsen, Patrick Lodiers, Aad Ouborg en Michiel de Ruyter.
Bekende Vlissingers zijn Paskal Jakobsen, Patrick Lodiers, Aad Ouborg en Michiel de Ruyter.
Iets wat bij Vlissingen hoort, heet ‘Vlissings’ of ‘Vlissinger’, bijvoorbeeld de Vlissingse boulevard.
Vlissingen kreeg in het jaar 1315 stadsrechten.
Vlissingen kreeg in het jaar 1315 stadsrechten.
Vlissingen - internationaal & scholing
Partnersteden
Vlissingen is de op één na grootste plaats in de provincie Zeeland.
Oost-Souburg en Ritthem horen ook bij gemeente Vlissingen.
De partnersteden van Vlissingen zijn Govan Mbeki in Zuid-Afrika, Taganrog in Rusland en Ambon in Indonesië.
Hoger onderwijs
Er zijn twee hogescholen in Vlissingen, HZ University of Applied Sciences, waar ook Maritiem Instituut de Ruyter deel van uitmaakt en de Nederlandse Loodsencorporatie. Er zijn geen universiteiten gevestigd in Vlissingen.
Vlag provincie Zeeland
Wapen provincie Zeeland
Typisch Vlissings
Vlissingen is bekend van de haven, de boulevard met villa’s in Jugendstil, de Buitenplaatsen, het Badstrand, Duitse toeristen, het voetveer naar Breskens en de voormalige veerdienst naar Sheerness in Engeland.
Vlissingen fungeert als haven- en toeristenstad en is het eindstation van de Zeeuwse Lijn.
Vlissingen fungeert als haven- en toeristenstad en is het eindstation van de Zeeuwse Lijn.
Vlissingen - minder bekend
Weinig mensen weten dat Vlissingen de wereldleider op het gebied van aluminiumopslag is.
Vlissings dialect en accent
Het is een Zeeuws dialect dat dichter bij het Standaardnederlands staat dan het Boerenzeeuws van de eilanden. Het Burgerzeeuws is een levend dialect; het wordt in Vlissingen veel gesproken.
Kenmerkend voor Vlissingen is de ‘r’ achterin de keel.
De ‘aa’ klinkt als ao (straot) en de ‘ei/ij’ als ie.
Kenmerkend voor Vlissingen is de ‘r’ achterin de keel.
De ‘aa’ klinkt als ao (straot) en de ‘ei/ij’ als ie.
De ‘ui’ wordt in Vlissingen uitgesproken als uu (buiten is buten, ‘tijd’ is tied).
Een ‘hond’ is ùnont, aardappels heten petetters.
Als een Zeeuw de zaak niet helemaal vertrouwt, zegt hij: Di mo k er of plumen van en (“daar moet ik het mijne van weten”).
Een ‘hond’ is ùnont, aardappels heten petetters.
Als een Zeeuw de zaak niet helemaal vertrouwt, zegt hij: Di mo k er of plumen van en (“daar moet ik het mijne van weten”).
Vlissingen - “Stad aan zee”
Vlissingen - zakelijk
De gemeente Vlissingen
Het netnummer van Vlissingen is 0118.
Het postcodegebied van Vlissingen is 4380 - 4387.
Het adres van het gemeentehuis van Vlissingen is Paul Krugerstraat 1, 4382 MA in Vlissingen.
De website van de gemeente Vlissingen is Vlissingen.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Vlissingen is 14 0118.
Zakendoen in Vlissingen
Voor Vlissingse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Middelburg aan de Kanaalweg 3, 4337 PA in Middelburg. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Vlissingen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Vlissingen is KVK-kantoor Middelburg.
Vlissingen - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Vlissingen vaak op bedrijventerrein Baskensburg, Edisonpark, Kenniswerf, Poortersweg, De Schelde/Buitenhaven, Souburg, Vlissingen-Oost (Sloegebied) en bedrijventerrein Vrijburg.
In Vlissingen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende
In Vlissingen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende
bedrijven en organisaties: Amels Shipyard (Damen Yachting), Euro-Mit Staal, Kojo Engineering, POSnet Benelux, Schelde Exotech, Shipyard Reimerswaal, Team Industrial Services, Verbrugge International en Vopak Terminal Vlissingen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Vlissings nieuws
De Vlissingse nieuwsportalen zijn Vlissingen.com - Nieuws en Zeelandnet - Regio Vlissingen en Vlissingse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Zeeland - Nieuws.
Ondernemers in Vlissingen kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Zeeland.
Ondernemers in Vlissingen kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Zeeland.
Vlissingers en ondernemingen in Vlissingen kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant de PZC Provinciale Zeeuwse Courant, De Faam en het Algemeen Dagblad - Zeeland.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Vlissingen
Cultuur
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Vlissingen een bezoek brengen aan het MuZEEum, aan het Panorama Walcheren, aan Reptielen Zoo Iguana of aan Museum Scheldewerf.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Vlissingse voetbalclub VC Vlissingen, GPC of SV Walcheren meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Vlissingen kunt u terecht bij LTC de Schelde of bij LTC DOS.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de taalcursus in Vlissingen of met uw internationale (zaken)relatie bij Vlissingen een balletje te slaan en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Vlissingen ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit.
De nabijgelegen golfbaan voor Vlissingen is Golfbaan De Zeeuwsche in Middelburg. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Paukenweg 1, 4337 WH in Middelburg. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0118-56 74 90. De website van Golfbaan De Zeeuwsche is www.dezeeuwsche.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij de horecagelegenheid van de Zeeuwsche.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Vlissingen die ook op Youtube staan.
Klik direct op het rode logo van Youtube in het midden om het filmpje af te spelen.
Direct onder de filmpjes zijn de locaties van Zeeland alsook Vlissingen op Google Maps weergegeven.
Klik direct op het rode logo van Youtube in het midden om het filmpje af te spelen.
Direct onder de filmpjes zijn de locaties van Zeeland alsook Vlissingen op Google Maps weergegeven.
Klik linksboven om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Vlissingen
Dronebeelden Vlissingen
Google Maps Zeeland
Google Maps Vlissingen
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Vlissingen
Vlissings nieuws
Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Vlissingen van verschillende nieuwsbronnen.
Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Nieuws uit Vlissingen
- Succes wegwuiven kan niet meer, Raymond Thiry krijgt oeuvreprijs in Vlissingen - Omroep Zeeland
- Onderscheiden acteur Raymond Thiry: ‘Ik loop emotioneel mank, maar ik weet wel hoe dat komt’ - Provinciale Zeeuwse Courant
- Raymond Thiry is niet zo gemaakt voor de schijnwerpers, maar in Vlissingen ontkomt hij er niet aan - AD
- Dodelijk slachtoffer schietpartij Vlissingen is man (28) uit Goes - Telegraaf.nl
- Dodelijk slachtoffer schietpartij is 28-jarige man uit Goes - Omroep Zeeland
- Burgemeester Vlissingen na weer twee schietpartijen: ‘Dit vraagt om snelle actie want dit accepteren wij niet’ - AD
- Bromfietser botst met fietser in Heinkenszand - HVZeeland.nl
- Automobilist verdwijnt na botsing met scooter op Paul Krugerstraat - 112 Vlissingen & Souburg
- Auto botst tegen boom Zuiddorpe - HVZeeland.nl
Nieuws uit de provincie Zeeland
- De Zeeuwse zomer zit erop, had Zeeland weer de meeste zonuren? ‘Het was huilen met de pet op’ - Provinciale Zeeuwse Courant
- Kwam het toch nog goed met de Zeeuwse zomer of was het huilen met de pet op? ‘Het heeft me geld gekost’ - Provinciale Zeeuwse Courant
- De Zeeuwse zomer zit erop, had Zeeland weer de meeste zonuren? ‘Het was huilen met de pet op’ - AD
- Zaterdagavond code geel in Zeeland: onweersbuien met windstoten en plaatselijk veel neerslag - BN DeStem
- Zaterdagavond code geel in Zeeland: onweersbuien met windstoten en plaatselijk veel neerslag - Provinciale Zeeuwse Courant
- Vanavond code geel vanwege regen- en onweersbuien - HVZeeland.nl
- Spectaculaire supercell licht hemel op in Zeeland - Weer & Radar
- ‘Eens Marinier, altijd Marinier’: vooral saamhorigheid op succesvolle Victory Day Terneuzen - Provinciale Zeeuwse Courant
- Tyfoon blaast Vietnamees van scooter - Provinciale Zeeuwse Courant
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Vlissingen
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Vlissingen en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Vlissingen
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten