Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Organisaties die in de taalopleiding van de medewerkers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Wij zijn een taalaanbieder die precies dat aanbiedt: Effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor zowel medewerkers als leidinggevenden in, als in de omgeving van Vlaardingen. Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Iedere bedrijfstak spreekt zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Vlaardingen in een brede waaier van vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Vlaardingen aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij ons kan iedereen talen leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast klassieke taalcursussen zijn organisaties met name in werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Onze taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de klant afgestemd. Wij zijn een taalaanbieder die door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies de mogelijkheid biedt om talen te leren in Vlaardingen. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht het door u beoogde resultaat.
Filosofie
Het is onze filosofie om vreemde talen te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Daarom zetten wij alles in het werk om te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert. Een taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Door onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. We brengen cursisten in grote stappen naar het gewenste taalniveau met 15 minuten dagelijks oefenen. Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Vlaardingen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall Taleninstituut uw wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemers met de contactgegevens aan. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste niveau vastgesteld wordt, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat met een passende offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
Na enkele lessen evalueert de trainer de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden bijgesteld. Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage samen met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
Desgewenst wordt het (individuele) contact met de cursisten door Dagnall Talen verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele cursisten gedaan Cursisten ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht van ons. Deze dienen vóór de intakedatum teruggestuurd te worden Dagnall Talen verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Het intakegesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall geadviseerd en vastgesteld in overleg De indeling van de deelnemers geschiedt per taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat! Dagnall Talen verzorgt uiteraard de logistiek van materiaal en de cursusbenodigdheden Wij berekenen geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning en het lesprogramma wordt door Dagnall bewaakt en gegarandeerd Dagnall Taleninstituut is flexibel alsook betrokken!
Dagnall Taleninstituut bestaat sinds 1982 en geeft sindsdien maatwerk taaltraining aan het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Vlaardingen en omliggende plaatsen. Onze kundige docenten zijn experts op taalgebied en hebben legio zakelijke taaltrainingen aan bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitinstellingen gegeven in de Stadsregio Rotterdam.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte werkwijze, biedt Dagnall Taleninstituut u betaalbare en effectieve taalcursussen in Vlaardingen. Rendement door maatwerk kenmerkt Dagnall Taleninstituut. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbare taalcursussen op maat in Vlaardingen
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Taalcursussen die toegespitst zijn op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel bedrijven bekend. Medewerkers die geen of een beperkte beheersing van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op de werkvloer en willen beter en/of sneller communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op het werk goed te kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze medewerkers willen het liefst met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen verrichten en uiteraard graag hun ambities op het werkterrein waarmaken. Dit vergt een investering in mensen en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor noodzakelijk.
Wij verzorgen betaalbare maatwerk taaltrainingen die de spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer vergroten. Ons taleninstituut helpt en leert deelnemers de lesstof in praktijk te brengen in hun baan. Dagnall stemt de taalcursus af op de wensen van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Naast de lessen, krijgen cursisten gedurende de taalcursus regelmatig praktijkopdrachten, die de continuïteit van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de taaltraining verbeteren.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut let eveneens op de minder belichte kant van veel taalcursussen: de deelnemer staat al vaak alleen in zijn poging om de taal onder de knie te krijgen, om de cultuur en gebruiken van het betreffende land en het bedrijf te begrijpen en om de wereld door middel van taal uit te breiden. Hiervoor is inzet en motivatie vereist. Daarbij heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten per week met de taaltrainer. Dit is niet in elke situatie voldoende.
Onderscheidend
Ons instituut is onderscheidend door de aandacht te richten op uitbreiden van het draagvlak voor een taalcursus op de werkvloer. Ons taleninstituut stimuleert leidinggevenden en collega’s binnen de werkkring van de organisatie om een continu proces van taalverwerving te creëren, door direct vanaf het begin zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de deelnemer. Door de relevantie van taal op de werkvloer consequent op deze wijze uit te drukken, wordt de waarde van een goede taalbeheersing samen ervaren en voelen deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Vlaardingen
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid. Een goede taalcursus is ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een taalcursus in Vlaardingen die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo prettig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen inzetten. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat de cursist veel waar voor zijn geld krijgt. Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall bereiken wij door een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen voor taalcursussen terecht die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 deelnemers, duocursussen (met 2 deelnemers), individuele cursussen, onlinecursussen, een online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie. De taaltrainers van Dagnall gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en de taaltrainers spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall Talen in Vlaardingen. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en weldoordachte werkwijze is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Een vreemde taal effectief leren in Vlaardingen bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart kunt overlaten aan ons. Dagnall biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Vlaardingen gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Vlaardingen
Maatwerkcursussen
Dagnall Taleninstituut biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Vlaardingen en omgeving. Een individuele taalcursus wordt ook wel privéles of een één-op- één-taalcursus genoemd. De individuele t@@lcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie. De cursussen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De groepen houden wij bij voorkeur zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te kunnen ondersteunen. Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen omdat veel informatie wordt opgenomen vrij in korte tijd. Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden. Nog een groot voordeel van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist. Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal. Een individuele is eveneens taalcursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste pluspunt van groepscursussen is vooral de interactie met de andere deelnemers; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies. Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; in de doeltaal communiceren met elkaar en van elkaars fouten. Deze afwisseling kunnen cursisten leuker vinden. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk getraind worden en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt. Ook is een groepscursus iets minder intensief (iets minder zwaar) voor de cursist dan een individuele cursus.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele cursus kunnen rollenspellen en discussies alleen met de trainer worden gedaan en gevoerd. Het geleerde kan niet in een groep geoefend worden doordat er geen interactie met andere lerenden is. Ook is het niet mogelijk om van foutjes van anderen te leren omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de cursisten.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten wat eerder afgeleid worden. Het rendement is daardoor wat lager. Gedeeltelijk kan dit ondervangen worden door groepen iets kleiner te maken (minigroepen). Groepscursussen kunnen eveneens minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen. Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden, is een ander minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij onze taalcursussen ook incompany of online aan. Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld terecht voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Uiteraard is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalvaardigheid houdt in kennen (weten) en ook aandacht voor kunnen (handelen). Door het accent te verleggen van het kennen naar het kunnen, is de cursist in staat na voltooiing van de taalcursus in Vlaardingen de opgedane kennis actief en snel toe te passen.
Voor u het weet, voelt u zich vertrouwd met de anderstalige taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Het was nieuw dat de taallessen geheel in de doeltaal plaatsvonden. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuur worden aan de hand van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is vrijwel zonder fouten kunnen spreken en verstaan, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltaaltrainer kan zo bijvoorbeeld een zin 10 maal herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Er wordt veel in zogeheten talenpractica gewerkt, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al snel bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Soms haperde de techniek, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats hiervan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Nu was breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het memoriseren van de grammaticaregels gaat, maar om de toepassing van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. Van het begin wordt de juiste uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en vlotte overdracht van kennis kan bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijkertijd een nadeel; eigen inbreng wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige manier dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Het is niet het idee om al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. De GoldList-methode kan goed functioneren voor woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun kan deze GoldList-methode functioneren. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een nadeel. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. Daarnaast is de methode zeer tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert de student eveneens onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn om te zorgen dat de lerenden van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling erg effectief is, is vaak bewezen. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers, omdat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de grammatica. De studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel lerenden vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan de verwerving van woordenschat. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste woordcombinaties worden in herkenbare situaties met gebruik van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen aan de student aangedragen. Bij de leermethode worden de structuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, eerst geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat de studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie bepaalde woorden of combinaties van woorden passend zijn of niet. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. Deze manier van werken is behoorlijk tijdverslindend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal.
Middels CLT-technieken leren de met de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met de docent en met elkaar. Authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en trainers dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa ontstond meer behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend omdat zij snel succes ervaren. Er mogen foutjes worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaldocent en van de lerende vraagt het een actieve deelname. Deze manier van leren is voor sommige lerenden ongebruikelijk of moeilijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot recente datum een grote invloed gehad op het taalonderwijs, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in groepsverband geeft de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld toegepast, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt toegepast. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin omgeven is door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met simulaties en rollenspellen gewerkt. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar het land van de vreemde taal gaan en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een uitstekende methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de leermethode behoorlijk intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel gaan communiceren in de nieuwe taal omdat zij erdoor worden omgeven. De lerende is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de taaldocent en de lerenden. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en in de klas was altijd muziek. De leermethode voorgestaan door Georgi Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de student, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder hinder zal van frustratie of faalangst hebben. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethodiek is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd is dit voor sommige studenten een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de kant van de docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of CLL geheten in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een vreemde taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent optreedt als counselor die de zinnen van lerenden kenschetst. Studenten starten een gesprek. Als zij de te leren taal nog niet genoeg machtig zijn, spreken zij in hun moedertaal. De docent geeft uitleg en vertaalt. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gebruikt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt sterk af van de kunde van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerende uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. Community Language Learning kan prima werken wanneer deze correct gebruikt wordt. Voor grote groepen is de methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt voor lerenden een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden de lerenden vaak zinvol. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden de lerenden zich zo veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en minder sterke punten en ze leren te werken als team. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen gehouden. Het succes van de taallessen is hierdoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de studenten om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de rol van de trainer om te zorgen voor genoeg inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
De lesboeken zijn duidelijk anders geworden in de afgelopen drie decennia door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Bij deze methode wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat van de te leren taal die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een drastische wending in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een natuurlijke wijze te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is een minpunt van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaltrainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze actie zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan vanzelf snel in de doeltaal denken doordat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een vrij afwijkende aanpak had, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid sterk en zorgt voor een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de lerenden door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een vreemde taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve competenties van de lerenden sterk.
De keerzijde van de leermethode van Gouin is dat taal die wat meer subjectief of abstract is, moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een ander van de methode is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met de klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken moeten net boven het kennisniveau van de lerenden liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is TBLT een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie de filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Voor het maken van films houden de deelnemers zich aan tien strikte regels (dogma’s). Deze tien dogma’s vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het houden van echte inhoudelijke gesprekken over praktische items is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een lesboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de trainer en de studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van vreemde talen suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor docenten. De lerenden zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan zeer motiverend zijn. Zo zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dat garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-benadering is bijna elk onderwerp bespreekbaar. Zo blijven lerenden betrokken en alert.
Daartegenover staat dat studenten zich wat minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de docent bij de hand genomen worden. Ook is niet elke docent flexibel genoeg voor deze manier van lesgeven. Nog een minpunt kan zijn dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de taalles aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat boven productie. De focus ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ongeveer 100 uur. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemer is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog tamelijk nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van de leermethode bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend tot het soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten, zijn veel lesboeken geschikt voor deze techniek. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een andere grond zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is afwijkend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de doeltaal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het principe dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de studenten doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven in een later stadium de taken. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methodiek ook worden ingezet in grotere klassen. De taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een bepaald niveau werkt en daarnaast een andere leermethodiek (aanvullend) nodig is. De leermethode is ook niet echt creatief. De studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Omstreeks 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof die Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Omstreeks het jaar 1900, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. Lerenden dienden de taalregels hieruit af te leiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd gestimuleerd om de studenten vaak te laten praten. Dat de taallessen in de doeltaal werden gegeven, was ook nieuw. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de vreemde taal werd aangeleerd met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangebracht voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels door invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel. Er wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor studenten vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Aan de leermethode kleven echter ook keerzijden. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal ook minder. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, omdat deze methode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaltrainer, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. De herhaling helpt de studenten deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en variaties op deze zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de vreemde taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om dingen te kunnen leren.
The Silent Way gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van belang geweest, vooral bij het leren van de uitspraak van de doeltaal, alhoewel de Stille Methode in de originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de lerende, die immers gezien wordt als autonoom, is het voordeel van de benadering van Caleb Gattegno. In principe is de docent aan de lerenden dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde doorgaans goed verwerkt en onthouden. De studenten ‘mogen’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel zijn. De lerenden kunnen gefrustreerd worden door het gebrek aan input van de taaltrainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten voelen zich ontspannen omdat deze verhalen van de taaltrainer gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden woorden en structuren ongemerkt in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij, om vervolgens hiervan een verhaal te maken met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen maken, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd gevonden met tweetalige teksten, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om een vreemde taal te leren achter een computer. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig talen en de cursussen kunnen vanuit al deze talen worden gevolgd.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal over te brengen. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om de uitspraak te vergelijken met die van een native speaker (moedertaalspreker). Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan en biedt de optie om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door een aantal ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en kan op ieder moment door studenten worden ingezet. Welke onderdelen van de methode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kan de lerende zelf bepalen. Veel mensen vinden het prettig om met de leermethode te werken. Voor scholen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan taaltrainers. Een nadeel van de methode kan zijn dat geen taaldocent beschikbaar is om de studenten te motiveren of wat extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De cursussen bestaan uit zinnen/dialogen in de doeltaal die de studenten naspreken en vervolgens herhalen. Deze zinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De lessen bieden een halfuur audio-opname die nieuwe vocabulaire en structuur bevat in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet apart uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De cursussen van Pimsleur worden onder meer door Amerikanen gebruikt en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt erg goed om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren, omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier praten in een normaal tempo.
De keerzijde van de leermethodiek is dat er niets uitgelegd wordt. De student leert geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De Michel Thomas-methode bestaat uit audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke stemacteur en een vrouwelijke stemacteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine stapjes en nieuwe lesstof wordt afgewisseld met reeds bekende lesstof. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op verbanden gewezen tussen het Engels en de doeltaal, als die er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de studenten het voorgaande begrepen en verworven hebben. Naast woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de lerende zelf zinnen kan construeren. Ook maakt de leermethode gebruik van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. Studenten die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode traint luistervaardigheid en uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze en is zeer toegankelijk. Dat deze taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie doordat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’. Dit was wel een hooggegrepen uitgangspunt is voor taalcursussen. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. De gebruikers werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat hiernaast, met de grammaticale uitleg. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de cursisten verwacht; dit komt pas na ongeveer vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer om de student te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Het was nieuw dat de taallessen geheel in de doeltaal plaatsvonden. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuur worden aan de hand van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is vrijwel zonder fouten kunnen spreken en verstaan, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltaaltrainer kan zo bijvoorbeeld een zin 10 maal herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Er wordt veel in zogeheten talenpractica gewerkt, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al snel bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Soms haperde de techniek, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats hiervan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Nu was breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het memoriseren van de grammaticaregels gaat, maar om de toepassing van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. Van het begin wordt de juiste uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en vlotte overdracht van kennis kan bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijkertijd een nadeel; eigen inbreng wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige manier dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Het is niet het idee om al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. De GoldList-methode kan goed functioneren voor woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun kan deze GoldList-methode functioneren. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een nadeel. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. Daarnaast is de methode zeer tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert de student eveneens onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn om te zorgen dat de lerenden van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling erg effectief is, is vaak bewezen. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers, omdat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de grammatica. De studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel lerenden vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan de verwerving van woordenschat. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste woordcombinaties worden in herkenbare situaties met gebruik van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen aan de student aangedragen. Bij de leermethode worden de structuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, eerst geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat de studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie bepaalde woorden of combinaties van woorden passend zijn of niet. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. Deze manier van werken is behoorlijk tijdverslindend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal.
Middels CLT-technieken leren de met de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met de docent en met elkaar. Authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en trainers dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa ontstond meer behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend omdat zij snel succes ervaren. Er mogen foutjes worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaldocent en van de lerende vraagt het een actieve deelname. Deze manier van leren is voor sommige lerenden ongebruikelijk of moeilijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot recente datum een grote invloed gehad op het taalonderwijs, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in groepsverband geeft de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld toegepast, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt toegepast. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin omgeven is door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met simulaties en rollenspellen gewerkt. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar het land van de vreemde taal gaan en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een uitstekende methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de leermethode behoorlijk intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel gaan communiceren in de nieuwe taal omdat zij erdoor worden omgeven. De lerende is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de taaldocent en de lerenden. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en in de klas was altijd muziek. De leermethode voorgestaan door Georgi Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de student, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder hinder zal van frustratie of faalangst hebben. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethodiek is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd is dit voor sommige studenten een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de kant van de docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of CLL geheten in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een vreemde taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent optreedt als counselor die de zinnen van lerenden kenschetst. Studenten starten een gesprek. Als zij de te leren taal nog niet genoeg machtig zijn, spreken zij in hun moedertaal. De docent geeft uitleg en vertaalt. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gebruikt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt sterk af van de kunde van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerende uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. Community Language Learning kan prima werken wanneer deze correct gebruikt wordt. Voor grote groepen is de methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt voor lerenden een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden de lerenden vaak zinvol. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden de lerenden zich zo veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en minder sterke punten en ze leren te werken als team. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen gehouden. Het succes van de taallessen is hierdoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de studenten om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de rol van de trainer om te zorgen voor genoeg inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
De lesboeken zijn duidelijk anders geworden in de afgelopen drie decennia door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Bij deze methode wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat van de te leren taal die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een drastische wending in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een natuurlijke wijze te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is een minpunt van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaltrainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze actie zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan vanzelf snel in de doeltaal denken doordat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een vrij afwijkende aanpak had, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid sterk en zorgt voor een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de lerenden door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een vreemde taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve competenties van de lerenden sterk.
De keerzijde van de leermethode van Gouin is dat taal die wat meer subjectief of abstract is, moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een ander van de methode is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met de klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken moeten net boven het kennisniveau van de lerenden liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is TBLT een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie de filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Voor het maken van films houden de deelnemers zich aan tien strikte regels (dogma’s). Deze tien dogma’s vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het houden van echte inhoudelijke gesprekken over praktische items is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een lesboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de trainer en de studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van vreemde talen suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor docenten. De lerenden zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan zeer motiverend zijn. Zo zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dat garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-benadering is bijna elk onderwerp bespreekbaar. Zo blijven lerenden betrokken en alert.
Daartegenover staat dat studenten zich wat minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de docent bij de hand genomen worden. Ook is niet elke docent flexibel genoeg voor deze manier van lesgeven. Nog een minpunt kan zijn dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de taalles aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat boven productie. De focus ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ongeveer 100 uur. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemer is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog tamelijk nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van de leermethode bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend tot het soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten, zijn veel lesboeken geschikt voor deze techniek. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een andere grond zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is afwijkend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de doeltaal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het principe dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de studenten doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven in een later stadium de taken. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methodiek ook worden ingezet in grotere klassen. De taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een bepaald niveau werkt en daarnaast een andere leermethodiek (aanvullend) nodig is. De leermethode is ook niet echt creatief. De studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Omstreeks 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof die Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Omstreeks het jaar 1900, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. Lerenden dienden de taalregels hieruit af te leiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd gestimuleerd om de studenten vaak te laten praten. Dat de taallessen in de doeltaal werden gegeven, was ook nieuw. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de vreemde taal werd aangeleerd met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangebracht voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels door invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel. Er wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor studenten vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Aan de leermethode kleven echter ook keerzijden. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal ook minder. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, omdat deze methode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaltrainer, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. De herhaling helpt de studenten deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en variaties op deze zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de vreemde taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om dingen te kunnen leren.
The Silent Way gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van belang geweest, vooral bij het leren van de uitspraak van de doeltaal, alhoewel de Stille Methode in de originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de lerende, die immers gezien wordt als autonoom, is het voordeel van de benadering van Caleb Gattegno. In principe is de docent aan de lerenden dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde doorgaans goed verwerkt en onthouden. De studenten ‘mogen’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel zijn. De lerenden kunnen gefrustreerd worden door het gebrek aan input van de taaltrainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten voelen zich ontspannen omdat deze verhalen van de taaltrainer gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden woorden en structuren ongemerkt in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij, om vervolgens hiervan een verhaal te maken met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen maken, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd gevonden met tweetalige teksten, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om een vreemde taal te leren achter een computer. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig talen en de cursussen kunnen vanuit al deze talen worden gevolgd.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal over te brengen. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om de uitspraak te vergelijken met die van een native speaker (moedertaalspreker). Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan en biedt de optie om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door een aantal ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en kan op ieder moment door studenten worden ingezet. Welke onderdelen van de methode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kan de lerende zelf bepalen. Veel mensen vinden het prettig om met de leermethode te werken. Voor scholen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan taaltrainers. Een nadeel van de methode kan zijn dat geen taaldocent beschikbaar is om de studenten te motiveren of wat extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De cursussen bestaan uit zinnen/dialogen in de doeltaal die de studenten naspreken en vervolgens herhalen. Deze zinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De lessen bieden een halfuur audio-opname die nieuwe vocabulaire en structuur bevat in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet apart uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De cursussen van Pimsleur worden onder meer door Amerikanen gebruikt en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt erg goed om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren, omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier praten in een normaal tempo.
De keerzijde van de leermethodiek is dat er niets uitgelegd wordt. De student leert geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De Michel Thomas-methode bestaat uit audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke stemacteur en een vrouwelijke stemacteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine stapjes en nieuwe lesstof wordt afgewisseld met reeds bekende lesstof. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op verbanden gewezen tussen het Engels en de doeltaal, als die er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de studenten het voorgaande begrepen en verworven hebben. Naast woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de lerende zelf zinnen kan construeren. Ook maakt de leermethode gebruik van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. Studenten die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode traint luistervaardigheid en uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze en is zeer toegankelijk. Dat deze taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie doordat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’. Dit was wel een hooggegrepen uitgangspunt is voor taalcursussen. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. De gebruikers werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat hiernaast, met de grammaticale uitleg. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de cursisten verwacht; dit komt pas na ongeveer vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer om de student te motiveren of te begeleiden.
Er is ook een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Babbel en Mondly.
Er is echter een betere methode om talen te leren: De Methode van Dagnall Talen.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk doordat de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Tot slot beschikken de docenten over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele thema’s en ontwikkelingen die interessant zijn voor de cursist. Onze docenten zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall Talen geworden, maar ze creëert ook de meerwaarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een vorm van taaltraining waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Vlaardingen.
Online een taal leren (e-learning)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Vlaardingen
Blended learning heeft als voordeel vergeleken met het online leren dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, deelnemers met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online! Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Vlaardingen op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform biedt Dagnall ook een handige App voor zowel Android- als Apple-apparaten. De Dagnall App heeft als voordeel dat lerenden altijd en overal, dus 24/7, toegang op elk beschikbaar (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld woordenlijsten, speciek jargon, juridische termen, technische termen en productnamen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook na afloop van de taalcursus in Vlaardingen beschikbaar. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging. Medewerkers die meerdere talen beheersen, zijn in veel bedrijven en organisaties daarom vaak cruciaal.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online technische en zakelijke taaltrainingen
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Zoom wordt over het algemeen beschouwd als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining
Alleen het volgende is nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom: - Laptop, tablet of pc/iMac met een microfoon en een camera - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Onze online en blended taalcursussen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten
Onze online alsook de blended taalcursussen worden door gekwalificeerde en toegewijde moedertaal (native) taaldocenten gegeven
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze trainers zijn HBO dan wel universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – vlotte leervorderingen
De blended en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen die specifiek op de behoeften en wensen van de lerende worden afgestemd
De inhoud van de taalcursussen wordt afgestemd op het leerplan om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen op een snelle en zelfverzekerde manier te behalen
De online (of blended) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuren die u in de voorbereiding en voortzetting van de lessen hebt geleerd, actief toe
Dankzij de combinatie van videosessies en zelfstudie komen de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
De lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze taaltrainers geven naast de taalcursussen ook tips voor verdere mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Structuur en vakbekwaamheid zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursisten en de trainer en zijn van groot belang voor het succes van een taaltraining .
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Vlaardingen ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Vlaardingen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall Taleninstituut als leidraad en inzicht u een helder beeld van uw aanwezige en verworven kennis. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen aan het einde van de taalcursus in Vlaardingen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een instrument dat de niveaus van taalvaardigheid op een uniforme manier omschrijft. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK noemt vijf elementen van taalvaardigheid, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse naam en afkorting wordt ook vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK kent eveneens 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. Deze verschillende niveaus van taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A van het ERK is van toepassing op beginners. Cursisten die niveau B beheersen, beschikken over alle basisvaardigheid in de taal. Niveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak kunnen verstaan, spreken, lezen en schrijven. Niveau C toont aan dat mensen de geleerde taal erg goed kunnen gebruiken in uiteenlopende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche die onder andere eisen stelt aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. Onze vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall Taleninstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit. ‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden wordt geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Vlaardingen, wordt door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
De gedragscode van de NRTO is op vijf beginselen gebaseerd, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstituten in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens samen met diverse andere organisaties, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.Leden van het NRTO werken resultaat- en klantgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Vlaardingen sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continu vernieuwen is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse adviesraden, commissies en besturen, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van EU-burgers te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel noodzakelijk zijn, verwerkt en bewaard mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan nodig en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging te worden beschermd. Taleninstituut Dagnall voldoet vanzelfsprekend aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en Taleninstituut Dagnall verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Vlaardingen zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Talen staat ingeschreven in het CRKBO-register. De naam CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat betekent dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt. Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder meer als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Vlaardingen aan
Neem direct contact met Dagnall Talen op voor een taalcursus in Vlaardingen. Vraag vrijblijvend naar onze mogelijkheden. U kunt een e-mail sturen naar taalcursus-vlaardingen@dagnall.nl of direct bellen naar 010-2004112 (geen menu).
Of ga naar ons contactformulier. Natuurlijk kunt u ook het informatiepakket voor cursussen bestellen. Dit is geheel gratis.
De beste route naar een taalcursus in Vlaardingen!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Vlaardingen op uw locatie volgen of in Poortugaal, bijvoorbeeld bij Coachhuis Poortugaal aan de Hofhoek 9 in Poortugaal. Wij verzorgen eveneens taalcursussen in Vlaardingen bij bijvoorbeeld Ibis Hotel Rotterdam Vlaardingen aan de Westlandseweg 270, bij Buitenplaats Vlaardingen aan de Zuidbuurt 85, bij Delta Hotel aan de Maasboulevard 15, bij Hotel Campanile Rotterdam West-Vlaardingen aan de Kethelweg 220 en bij Van der Valk Hotel Schiedam aan de Hargalaan 6 in Schiedam.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Vlaardingen kan bij Buitenplaats Vlaardingen aan de Zuidbuurt 85.
Archeologische vondsten in Vlaardingen laten zien dat er al sprake was van bewoning in de nieuwe steentijd, ruwweg 3000 v.Chr. Van de late steentijd (2900-2600 v.Chr.) is een complete nederzetting gevonden, die de naam ‘Vlaardigencultuur’ kreeg. In de Romeinse tijd was het ook bewoond gebied. Iets wat op een stad leek, is ontstaan rond 700 n.Chr. toen er sprake was van een kerk op de huidige Markt. Waarschijnlijk is Vlaardingen vernoemd naar de kreek
waarlangs de nederzetting is ontstaan; ‘de Vlaarding‘. Andersom is ook mogelijk. Vlaar (phlar) zou een verbastering zijn van het woord fledder, dat moerassig weiland betekent. Het kan ook afkomen van het woord vlaar, dat eveneens ‘moeras’ betekent. Het tweede deel; dinge betekent ‘braakliggend of nieuw ontgonnen land’. Vlaardingen betekent dan in moderne taal: ‘braakliggend land dat uit moerasgrond bestaat’.
Vlaardingen is gelegen in de Stadsregio Rotterdam en is onderdeel van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Plaatsen in de buurt van Vlaardingen zijn Maasland, Maassluis, Rotterdam, Schiedam en Schipluiden.
Vlaardingen ligt in de provincie Zuid-Holland. In de gemeente Vlaardingen wonen ongeveer 72.000 mensen.
Een inwoner van Vlaardingen heet een ‘Vlaardinger’, maar Vlaardingers worden ook vaak haringkoppen genoemd. Bekende Vlaardingers zijn Daniëlle de Bruijn, Noortje Herlaar, Marjolein Keuning en Rik van de Westelaken.
Iets wat uit Vlaardingen komt, heet ‘Vlaardings’ of ‘Vlaardinger’, zoals de Vlaardinger schelvispekel. Vlaardingen kreeg stadsrechten in het jaar 1273.
Vlaardingen - internationaal & scholing
Partnerstad
De partnerstad van Vlaardingen is Moravská Třebová in Tsjechië.
Hoger onderwijs
In Vlaardingen bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Denk je aan Vlaardingen, dan denk je aan de term ‘haringstad’ maar ook aan de Nieuwe Maas, de oude binnenstad, naoorlogse flatwijken en aan de band The Amazing Stroopwafels. Vlaardingen fungeert vooral als forenzenstad voor Rotterdam.
Vlaardingen - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat Vlaardingen in 2010 werd gekroond tot ‘groenste stad van Europa’ in de internationale groencompetitie Entente Florale.
Doordat Vlaardingen een vissersplaats was, heeft de stad lang een uniek dialect behouden. Tegenwoordig overheerst de Rotterdamse invloed. Uit het Frans heeft het Vlaardings overgenomen dat de ‘h’ aan het begin van een woord niet wordt uitgesproken. Typisch is ook dat de ge- ontbreekt bij voltooid deelwoorden: aanerocht in plaats van ‘aangeraakt’. Vaak wordt het lidwoord weggelaten: op Maas voor ‘op de Maas’.
Verkleinwoorden eindigen op -ie in plaats van op -je. De ‘ei/ij’ klinkt als ai en de ‘oo’ wordt lang uitgerekt en gaat naar ou (groout in plaats van ‘groot’). “Iets bij me hebben”: Baai maain. Ben blai dak je zien betekent “Ik ben blij dat ik je zie”. Een Vlaardings spreekwoord is: Je mot de toigies boige als ze nog jong binne. Oftewel: “Je moet de twijgjes buigen als ze nog jong zijn”. In gewoon Nederlands: Een goede gewoonte leert men het beste op jonge leeftijd aan.
“n Vlaardingen is het goed wonen, werken en recreëren”
Vlaardingen - zakelijk
De gemeente Vlaardingen
Het netnummer van Vlaardingen is 010. Het postcodegebied van Vlaardingen is 3130 - 3138. Het adres van het gemeentehuis van Vlaardingen is Markt 11, 3131 CR in Vlaardingen. De website van de gemeente Vlaardingen is Vlaardingen.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Vlaardingen is 010 2484000.
Zakendoen in Vlaardingen
Voor Vlaardingse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Rotterdam aan de Blaak 40, 3011 TA in Rotterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Vlaardingen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Vlaardingen is KVK-kantoor Rotterdam.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Vlaardingen vaak op bedrijventerrein Groot Vettenoord, Hoogstad, Koggehaven, Het Scheur, op bedrijventerrein De Vergulde Hand of aan de Buitenhaven, Vulcaanhaven, Koningin Wilhelminahaven (Nieuwe Haven) of de Zevenmanshaven. In Vlaardingen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Cimcool Industrial Products, D & D Audio (Densen, Devialet, SME etc.),
Deltahout, Flexty International Industrial Solutions, Hoogendijk Import Export, Houdijk Holland, J. de Jonge Flowsystems, Lithos Benelux, LV Shipping, Madern International, Minusco Benelux, Motexion, Muehlhan, Northrop Grumman Sperry Marine, Rijnmond Maintenance Services, Royal Steensma, Safe Lifting Europe, Tolsa Nederland, Trotec, Unilever Research and Development en Yara Nederland. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Samen wat lokale cultuur beleven met uw internationale zakenrelatie?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Vlaardingen een bezoek brengen aan Museum Vlaardingen of aan Streekmuseum Jan Anderson.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Vlaardingse voetbalclub VFC, DVO, VV Zwaluwen of Cion te zien spelen. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Vlaardingen kunt u terecht bij T.V. Holy of bij VLTC.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Vlaardingen of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd om wat te ontspannen? Om even een balletje te slaan of alleen iets te eten of te drinken, kunt u terecht bij Golfbaan Schinkelshoek in Vlaardingen. Het adres van Golfbaan Schinkelshoek is Zuidbuurt 79, 3132 KA in Vlaardingen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 010-460 21 39. De website van deze golfbaan is www.golfbaanschinkelshoek.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij brasserie Schinkelshoek. Golfclub Broekpolder is een andere golfbaan in de omgeving van Vlaardingen.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Vlaardingen die eveneens op Youtube kunnen worden bekeken. Door direct op het rode Youtube logo in het midden van de afbeelding te klikken, wordt een filmpje afgespeeld. Onder deze filmpjes zijn de locaties van Zuid-Holland en Vlaardingen op Google Maps weergegeven.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Promovideo Vlaardingen
Dronebeelden Vlaardingen
Google Maps Zuid-Holland
Google Maps Vlaardingen
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Vlaardingen