Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall is een taalaanbieder die u precies dat levert: Effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden in Venlo en omgeving. Taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak kent zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Venlo aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Venlo aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall talen leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn behalve de algemene taaltaalcursussen vooral in werkgerelateerde taalcursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgever. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies talen te leren in Venlo. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Filosofie
Onze filosofie is om een vreemde taal te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leren. Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor de cursist prettiger en gemakkelijker maken.
Met deze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het gewenste niveau. Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Venlo.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Dagnall Talen stelt uw leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de cursist(en) aan met hun contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau vastgesteld wordt, ontvangt u een cursusvoorstel op maat met uw offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Na enkele lessen evalueert de trainer de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling bijgesteld worden. Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage met een beschrijving van de resultaten die door de cursisten behaald zijn. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
Indien gewenst, wordt het (individuele) contact met de deelnemers door Dagnall verzorgd Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall Taleninstituut gedaan in overleg met u en de individuele deelnemers De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Dit formulier alsook de schrijfopdracht dienen vóór de datum van de intake te teruggestuurd worden Dagnall verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een intakegesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag Groepsindelingen worden door Dagnall aan de hand van niveaubepaling geadviseerd en vastgesteld in overleg De indeling van de deelnemers geschiedt op taal en taalniveau Wij sturen u altijd een offerte op maat! De logistiek van het materiaal en cursusbenodigdheden wordt uiteraard door Dagnall Talen verzorgd Dagnall Taleninstituut berekent geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning en het lesprogramma wordt door Dagnall bewaakt en gegarandeerd Dagnall Taleninstituut is betrokken en flexibel!
Dagnall Talen bestaat sinds 1982 en verzorgt sindsdien maatwerk taalonderwijs voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Venlo en gemeenten in de buurt van Venlo. De kundige taaltrainers van Dagnall hebben ruime ervaring op het gebied van taaltraining aan het bedrijfsleven en (overheids)organisaties.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte methode van werken, biedt Dagnall Taleninstituut u effectieve en betaalbare taalcursussen in Venlo. Dagnall Talen zorgt voor het beste rendement; rendement door maatwerk!
Betaalbare taalcursussen op maat in Venlo
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Cursussen die zich richten op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn ondertussen bij veel organisaties een begrip. Werknemers zonder of met een beperkte kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering in de werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren.
Zij willen in staat zijn om de instructies op het werk goed te kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze werknemers willen het liefst met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen uitvoeren en uiteraard heel graag hun ambities op hun werkgebied realiseren. Dit vereist een investering in medewerkers en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf.
Ons taleninstituut biedt betaalbare maatwerk taalcursussen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Dagnall helpt en leert de deelnemer hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen op hun werk. Ons instituut stemt de taallessen af op de wensen van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Buiten de taallessen om, krijgt de deelnemer gedurende de cursus regelmatig praktijkopdrachten, als ondersteuning van de voortgang van het leerproces en de effectiviteit van de taaltraining.
Zo ontstaat een win-winsituatie! Wij letten eveneens op de wat onderbelichte kant van veel taaltrainingen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun inspanning om de taal te beheersen, om de cultuur en gewoontes van het land en de organisatie te doorgronden en om hun wereld via taal te vergroten. Dit vereist veel motivatie en inzet. Daarnaast heeft de cursist maar een beperkt aantal vaste contactmomenten met de docent per week. Dit is niet in iedere situatie afdoende.
Onderscheidend
Dagnall Taleninstituut onderscheidt zich door het draagvlak te vergroten voor voor een taalcursus op de werkvloer. Dagnall Talen moedigt collega’s en leidinggevenden binnen de werkkring van het bedrijf aan om een continu proces van taalverwerving te creëren, door vanaf de start zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de cursist. Door het belang van taal op de werkvloer voortdurend op deze manier te benadrukken, wordt het nut van goede beheersing van de taal gezamenlijk ervaren en voelen cursisten zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Venlo
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen gefocust op de vraag van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus is tevens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taalcursus in Venlo die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo vlug en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg fijn en het zorgt ervoor dat u echt waar voor uw geld krijgt. Het ondertussen bekende hoge rendement van Dagnall behalen onze taaltrainers met een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie. Onze taaldocenten maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een bijzonder prettige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall in Venlo. Onze, door de jaren steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Effectief talen leren in Venlo bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Wij verzorgen cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de organisatie van de taalcursus met een gerust hart uit handen kunt geven. Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt ons instituut gebruik van moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te garanderen. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Venlo gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Venlo
Maatwerkcursussen
Dagnall biedt individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Venlo en omgeving. Individuele taalcursussen worden ook wel één-op- één-taalcursussen of privélessen genoemd. De individuele t@@lcursussen van Dagnall Talen staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en het hoogste rendement. Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De leergroep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de cursisten maximaal te ondersteunen. De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement doordat veel informatie wordt opgenomen in een korte periode. Er wordt meer vooruitgang geboekt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een belangrijk voordeel van een individuele taalcursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer. De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Ook is een individuele cursus goed op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere cursisten is het belangrijkste pluspunt van groepscursussen; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van de foutjes van anderen kunnen leren en communiceren in de doeltaal met de groep. De cursisten kunnen deze afwisseling als prettiger ervaren. Groepscursussen zijn daarnaast efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijk getraind worden en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt. Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) voor cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele cursussen kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer. De geleerde taalkennis kan niet worden geoefend in de groep doordat er geen interactie is met andere cursisten. Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van elkaars fouten. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursisten ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen de deelnemers wat eerder afgeleid zijn. Het rendement ligt hierdoor iets lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen). Ook kan een groepscursus minder goed op individuele leerstijlen van cursisten worden afgestemd. Een bijkomstig minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele deelnemers kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Dagnall Talen biedt daarom onze taalcursussen ook incompany of online aan. Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld kiezen voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Uiteraard is een combinatie van deze verschillende trainingen mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalvaardigheid houdt in kennen maar bovendien kunnen (vaardigheid in het toepassen). Door de aandacht te vestigen op het verschil tussen kennen en kunnen, is de cursist in staat na afronding van de taalcursus in Venlo de opgedane kennis beter toe te passen.
Voor u het weet, kunt u al een gesprekje voeren in de andere taal. Dat geeft veel voldoening! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel in de doeltaal plaatsvond. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en de grammaticale structuren worden geleerd aan de hand van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaldocent kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en vervolgens een extra woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Af en toe haperde de techniek, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het memoriseren van de grammaticaregels gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor de meeste taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die een taal beginnen te leren effectief. Direct vanaf het begin wordt een juiste uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis. Ook bij grotere groepen kan deze methode worden gebruikt.
Tegelijk heeft dit docentgestuurde aspect een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een bijkomend bezwaar is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De opgeschreven woorden of zinnen worden hardop gelezen door de student. Het idee is niet om de woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, woorden die nog problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. In het algemeen wordt (taal)kennis opgeslagen als de kennis ook van betekenis en relevant is voor de lerende. Deze methode kan dus alleen werken voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode functioneren. Schrijven met de hand functioneert effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een keerzijde is het ontbreken van context. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is daarnaast zeer tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De leermethode probeert de vreemde taal aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op die manier leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de lerende in de vreemde taal wordt ondergedompeld, werkt de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de studenten plezier beleven van de ervaringen, moeten de leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een heel effectieve methode is. Omdat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica gelegd. De student zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met de taal te creëren. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving met als doel de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de doeltaal. De Structurele Aanpak staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om draait. Deze combinaties worden aan de lerenden aangedragen in realistische situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die in de praktijk het vaakst worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op grote schaal om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de vreemde taal op een nauwkeurige wijze leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situaties woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situaties. De SA gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van de studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van talen.
Met behulp van de CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit de werkomgeving en het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in diverse realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de docent echt een trainer, die de student leert in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. Binnen een verenigd Europa kwam meer vraag om talen te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is efficiënt. Deze methode is voor de lerende stimulerend doordat hij of zij gauw succes ervaart. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of afwijkend. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een methode waarbij de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren zelden mondeling kan worden toegepast. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment omgeven wordt door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. De student wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, doordat de methode zo intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in de nieuwe taal gaan communiceren. De lerenden zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de trainer van essentieel belang. Dat studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel opgesteld waren en er werd altijd achtergrondmuziek tijdens de klas gedraaid. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Op deze manier werden studenten uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel tijd tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leerleermethode van Georgi Lozanov was omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer. Hierdoor krijgen de studenten minder last zullen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend werken. Dat de relatie trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. Lerenden beginnen een gesprek. Als zij de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn, spreken zij in hun moedertaal. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk. De gesprekken worden opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Er is geen leerboek dat gevolgd wordt.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is sterk afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren wanneer deze op de juiste wijze wordt toegepast. Voor grote klassen is Community Language Learning niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt lerenden veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Door deze methode worden studenten zich zo een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren te werken als team. Van het bespreken door hun foutjes en het evalueren van de taallessen leren studenten veel. Vaak blijven deze verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de student.
Een keerzijde van CLL van Community Language Learning kan zijn dat de docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden ook geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken geremd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een vreemde taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat krijgt bij deze benadering meer nadruk dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor het zelf ontdekken van de taal.
De taak van de taaltrainer is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
De leerboeken zijn duidelijk veranderd in de laatste drie decennia onder invloed van (onder meer) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt aan de woordenschat besteed die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de ingrijpende verandering in de wijze waarop talen worden onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden de vreemde taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben moeite om de patronen van de taal zelf te leren herkennen en hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in het jaar 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de nieuwe taal leren denken.
Populariteit
De principes van Gouin over taal waren erg vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek was toch enige tijd een succes, ondanks de ongewone aanpak. De leermethode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden van de student sterk ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer.
François Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme bij de studenten op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De methode maakt studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt goed gestimuleerd.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, lastig met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld het schrijven van een e-mail, een boodschap doen, bellen met een klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De taken dienen iets boven het taalniveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met andere studenten samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie centraal staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Deze dogma’s behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het starten van echte inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs, waarbij het om communicatie draait als de drijvende kracht van een taal leren. Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve aanpak van het taalonderwijs, die een vreemde taal wil onderwijzen zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerenden en de taaldocent richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de trainer is dat er vrijwel geen voorbereiding voor nodig is. Dat de lerende voor zijn of haar eigen leerproces verantwoordelijk is, kan heel motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de lessen zo nooit. Het zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij Dogme-lessen is vrijwel elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat de studenten betrokken en alert blijven.
Daartegenover staat dat studenten zich iets ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig begeleid worden door de trainer. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers flexibel genoeg. Dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof aan de orde komt tijdens de taalles, kan een ander keerzijde van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal. De primaire aanname van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrijpen gaat voor produceren. De focus ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ongeveer 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en nu begint de deelnemer de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eigenlijk eenvoudige methode: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst ook begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan kan spreken met de opname. De studenten gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn diverse leerboeken voor deze techniek geschikt. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder gauw afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is simultaan spreken ook verschillend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat student het soms een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, de spreekvaardigheid komt pas daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; de lerenden geven de taken in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Op deze manier kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke inbreng krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® voor elke doelgroep inzetbaar, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de leermethode ook in iets grotere klassen worden gebruikt. De nieuwe taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Hierdoor werkt de methode tot op een bepaald taalniveau en is een andere methode nodig als aanvulling. De methodiek is ook niet echt creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën dat het leren van talen inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn, ontstond omstreeks het jaar 1900. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks 1900 streefde men, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Er ontstond op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De lerenden dienden de taalregels hieruit af te leiden. Er waren veel mondelinge oefeningen die veel aandacht voor de uitspraak hadden. De lerenden werden gestimuleerd veel te praten. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de les in de doeltaal werd gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen studenten vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Deze leermethode heeft echter eveneens minpunten. Deze leermethode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook relatief minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerende te weinig uitdagingen. Doordat deze methode een daadkrachtige inzet vanuit de studenten verwacht, is de methode tevens niet heel geschikt voor langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een taaldocent gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai kan worden om steeds dezelfde woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De docent gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de studenten te trekken, reacties los te krijgen en ze aan te moedigen om fouten te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno betoogde dat de docenten niet naar het overbrengen van kennis an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes, die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast, zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de student, die immers wordt beschouwd als autonoom. In feite is de taaltrainer dienstbaar aan de studenten, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Over het algemeen wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Een nadeel van de methode kan zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de trainer. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er snel af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de leermethode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaldocent vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. Studenten ontspannen zich omdat de verhalen van de trainer vrij eenvoudig zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden zo ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De studenten worden door de taaltrainer op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de taaldocent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Doordat TPRS eveneens de creatieve intelligentie aanboort, is TPR Storytelling een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de student.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd ontdekt in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen worden aangeboden in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak met die van moedertaalsprekers (native speakers) vergelijken. Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en daarna veel na te zeggen.
Voor de schrijfvaardigheden van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de spelling en grammatica en wijst op taalfouten, waarbij mogelijkheid is om deze taalfouten te corrigeren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door sommige internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg eenvoudig in het gebruik en kan door de lerende worden gebruikt op elk moment. De lerende kan zelf bepalen welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Veel studenten ervaren het als prettig om te werken met de methode. Voor onderwijsinstellingen kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden bij een gebrek aan docenten. Het feit dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden, is een keerzijde van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes en dialogen die door de lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. De les omvat een audio-opname van dertig minuten die nieuwe woordenschat en structuren bevat. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen.
Pimsleur deed onderzoeken naar het optimale interval waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder andere in de Verenigde Staten worden de taalcursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo praten, werkt de methode van Pimsleur erg goed als uitspraakverbeteraar.
Een minpunt van de leerleermethodiek van Pimsleur is dat niets wordt uitgelegd. Een gebruiker leert geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog. Dit taleninstituut kan beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan tot de klantenkring rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerende op de pauzeknop klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerk, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden opgebouwd in kleine delen en nieuwe lesstof wordt met bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op verbanden gewezen tussen de talen, als die verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende de makkelijke lesstof heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnetjes worden ook bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnetjes maken. Ook gebruikt de methodiek van flashcards zodat studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. Gebruikers die al wat verder gevorderd zijn, vinden de cursussen wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op efficiënte wijze. Een nadeel van de Michel Thomas-methode is dat deze cursus geen schrijfvaardigheid biedt. Ook is er geen echte interactie doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door schrijver en polyglot Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick. De gebruiker werkt idealiter ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, alsook grammaticale uitleg. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de lerende in zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past, is het pluspunt van de Assimil-methode. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de lerende op zichzelf is aangewezen. Er is geen taaldocent om studenten te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel in de doeltaal plaatsvond. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en de grammaticale structuren worden geleerd aan de hand van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaldocent kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en vervolgens een extra woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Af en toe haperde de techniek, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het memoriseren van de grammaticaregels gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor de meeste taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die een taal beginnen te leren effectief. Direct vanaf het begin wordt een juiste uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis. Ook bij grotere groepen kan deze methode worden gebruikt.
Tegelijk heeft dit docentgestuurde aspect een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een bijkomend bezwaar is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De opgeschreven woorden of zinnen worden hardop gelezen door de student. Het idee is niet om de woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, woorden die nog problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. In het algemeen wordt (taal)kennis opgeslagen als de kennis ook van betekenis en relevant is voor de lerende. Deze methode kan dus alleen werken voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode functioneren. Schrijven met de hand functioneert effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een keerzijde is het ontbreken van context. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is daarnaast zeer tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De leermethode probeert de vreemde taal aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op die manier leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de lerende in de vreemde taal wordt ondergedompeld, werkt de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de studenten plezier beleven van de ervaringen, moeten de leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een heel effectieve methode is. Omdat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica gelegd. De student zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met de taal te creëren. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving met als doel de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de doeltaal. De Structurele Aanpak staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om draait. Deze combinaties worden aan de lerenden aangedragen in realistische situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die in de praktijk het vaakst worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op grote schaal om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de vreemde taal op een nauwkeurige wijze leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situaties woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situaties. De SA gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van de studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van talen.
Met behulp van de CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit de werkomgeving en het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in diverse realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de docent echt een trainer, die de student leert in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. Binnen een verenigd Europa kwam meer vraag om talen te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is efficiënt. Deze methode is voor de lerende stimulerend doordat hij of zij gauw succes ervaart. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of afwijkend. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een methode waarbij de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren zelden mondeling kan worden toegepast. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment omgeven wordt door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. De student wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, doordat de methode zo intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in de nieuwe taal gaan communiceren. De lerenden zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de trainer van essentieel belang. Dat studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel opgesteld waren en er werd altijd achtergrondmuziek tijdens de klas gedraaid. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Op deze manier werden studenten uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel tijd tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leerleermethode van Georgi Lozanov was omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer. Hierdoor krijgen de studenten minder last zullen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend werken. Dat de relatie trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. Lerenden beginnen een gesprek. Als zij de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn, spreken zij in hun moedertaal. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk. De gesprekken worden opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Er is geen leerboek dat gevolgd wordt.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is sterk afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren wanneer deze op de juiste wijze wordt toegepast. Voor grote klassen is Community Language Learning niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt lerenden veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Door deze methode worden studenten zich zo een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren te werken als team. Van het bespreken door hun foutjes en het evalueren van de taallessen leren studenten veel. Vaak blijven deze verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de student.
Een keerzijde van CLL van Community Language Learning kan zijn dat de docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden ook geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken geremd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een vreemde taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat krijgt bij deze benadering meer nadruk dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor het zelf ontdekken van de taal.
De taak van de taaltrainer is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
De leerboeken zijn duidelijk veranderd in de laatste drie decennia onder invloed van (onder meer) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt aan de woordenschat besteed die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de ingrijpende verandering in de wijze waarop talen worden onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden de vreemde taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben moeite om de patronen van de taal zelf te leren herkennen en hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in het jaar 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de nieuwe taal leren denken.
Populariteit
De principes van Gouin over taal waren erg vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek was toch enige tijd een succes, ondanks de ongewone aanpak. De leermethode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden van de student sterk ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer.
François Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme bij de studenten op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De methode maakt studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt goed gestimuleerd.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, lastig met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld het schrijven van een e-mail, een boodschap doen, bellen met een klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De taken dienen iets boven het taalniveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met andere studenten samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie centraal staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Deze dogma’s behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het starten van echte inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs, waarbij het om communicatie draait als de drijvende kracht van een taal leren. Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve aanpak van het taalonderwijs, die een vreemde taal wil onderwijzen zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerenden en de taaldocent richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de trainer is dat er vrijwel geen voorbereiding voor nodig is. Dat de lerende voor zijn of haar eigen leerproces verantwoordelijk is, kan heel motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de lessen zo nooit. Het zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij Dogme-lessen is vrijwel elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat de studenten betrokken en alert blijven.
Daartegenover staat dat studenten zich iets ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig begeleid worden door de trainer. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers flexibel genoeg. Dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof aan de orde komt tijdens de taalles, kan een ander keerzijde van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal. De primaire aanname van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrijpen gaat voor produceren. De focus ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ongeveer 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en nu begint de deelnemer de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eigenlijk eenvoudige methode: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst ook begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan kan spreken met de opname. De studenten gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn diverse leerboeken voor deze techniek geschikt. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder gauw afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is simultaan spreken ook verschillend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat student het soms een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, de spreekvaardigheid komt pas daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; de lerenden geven de taken in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Op deze manier kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke inbreng krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® voor elke doelgroep inzetbaar, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de leermethode ook in iets grotere klassen worden gebruikt. De nieuwe taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Hierdoor werkt de methode tot op een bepaald taalniveau en is een andere methode nodig als aanvulling. De methodiek is ook niet echt creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën dat het leren van talen inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn, ontstond omstreeks het jaar 1900. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks 1900 streefde men, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Er ontstond op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De lerenden dienden de taalregels hieruit af te leiden. Er waren veel mondelinge oefeningen die veel aandacht voor de uitspraak hadden. De lerenden werden gestimuleerd veel te praten. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de les in de doeltaal werd gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen studenten vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Deze leermethode heeft echter eveneens minpunten. Deze leermethode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook relatief minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerende te weinig uitdagingen. Doordat deze methode een daadkrachtige inzet vanuit de studenten verwacht, is de methode tevens niet heel geschikt voor langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een taaldocent gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai kan worden om steeds dezelfde woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De docent gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de studenten te trekken, reacties los te krijgen en ze aan te moedigen om fouten te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno betoogde dat de docenten niet naar het overbrengen van kennis an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes, die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast, zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de student, die immers wordt beschouwd als autonoom. In feite is de taaltrainer dienstbaar aan de studenten, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Over het algemeen wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Een nadeel van de methode kan zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de trainer. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er snel af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de leermethode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaldocent vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. Studenten ontspannen zich omdat de verhalen van de trainer vrij eenvoudig zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden zo ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De studenten worden door de taaltrainer op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de taaldocent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Doordat TPRS eveneens de creatieve intelligentie aanboort, is TPR Storytelling een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de student.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd ontdekt in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen worden aangeboden in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak met die van moedertaalsprekers (native speakers) vergelijken. Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en daarna veel na te zeggen.
Voor de schrijfvaardigheden van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de spelling en grammatica en wijst op taalfouten, waarbij mogelijkheid is om deze taalfouten te corrigeren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door sommige internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg eenvoudig in het gebruik en kan door de lerende worden gebruikt op elk moment. De lerende kan zelf bepalen welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Veel studenten ervaren het als prettig om te werken met de methode. Voor onderwijsinstellingen kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden bij een gebrek aan docenten. Het feit dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden, is een keerzijde van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes en dialogen die door de lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. De les omvat een audio-opname van dertig minuten die nieuwe woordenschat en structuren bevat. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen.
Pimsleur deed onderzoeken naar het optimale interval waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder andere in de Verenigde Staten worden de taalcursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo praten, werkt de methode van Pimsleur erg goed als uitspraakverbeteraar.
Een minpunt van de leerleermethodiek van Pimsleur is dat niets wordt uitgelegd. Een gebruiker leert geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog. Dit taleninstituut kan beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan tot de klantenkring rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerende op de pauzeknop klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerk, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden opgebouwd in kleine delen en nieuwe lesstof wordt met bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op verbanden gewezen tussen de talen, als die verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende de makkelijke lesstof heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnetjes worden ook bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnetjes maken. Ook gebruikt de methodiek van flashcards zodat studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. Gebruikers die al wat verder gevorderd zijn, vinden de cursussen wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op efficiënte wijze. Een nadeel van de Michel Thomas-methode is dat deze cursus geen schrijfvaardigheid biedt. Ook is er geen echte interactie doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door schrijver en polyglot Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick. De gebruiker werkt idealiter ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, alsook grammaticale uitleg. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de lerende in zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past, is het pluspunt van de Assimil-methode. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de lerende op zichzelf is aangewezen. Er is geen taaldocent om studenten te motiveren of te begeleiden.
Er is ook een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere methode om een taal te leren om een vreemde taal te leren: De Methode van Dagnall.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus van Dagnall altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Tenslotte beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele thema’s of ontwikkelingen die voor de cursist interessant zijn. De taaltrainers van Dagnall Talen zijn zeer bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursus die online gevolgd kan worden, op afstand dus. Dit wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Venlo.
Online een taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Venlo
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, als het geen 1-op-1 les betreft, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Venlo op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een eigen App voor Android alsook Apple. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, zoals in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren wanneer en waar ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen en specifieke productnamen in onze App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht ingezet worden en de App blijft beschikbaar na afronding van de taalcursus in Venlo. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten kunnen op het gebied van taalvaardigheid veelal een uitdaging zijn. Mensen die meerdere talen spreken, zijn in veel organisaties en bedrijven daarom onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom: - Laptop, tablet of pc met camera en microfoon - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
De online alsook de blended (taal)cursussen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde moedertaal (native) taaldocenten gegeven
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaltrainers zijn universitair dan wel HBO opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – vlotte leervorderingen
Onze blended en online taalcursussen zijn betaalbare maatwerktrainingen die specifiek op de behoeften en wensen van de cursist worden afgestemd
De inhoud van de cursus wordt op het leerplan afgestemd om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt cursisten de taaldoelen op een vlotte en zelfverzekerde manier te bereiken
De online (of blended) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies wordt de woordenschat en de structuren die in de voorbereiding en de les zelf zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij het combineren van zelfstudie en videosessies komt het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en niets hoeft te missen
De Dagnall trainers geven naast de taalcursus eveneens tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursisten en de taaldocent en zijn van groot belang voor het slagen van taaltrainingen .
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen gegeven door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Venlo ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Venlo ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als hulpmiddel. Zo bieden wij u als cursist een goed beeld van uw aanwezige en verworven kennis. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen na afloop van de taalcursus in Venlo het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een hulpmiddel dat de niveaus van taalvaardigheid beschrijft op een uniforme wijze. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK typeert vijf elementen van taalvaardigheid, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse term en afkorting wordt ook veel gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK kent eveneens 6 niveaus in taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. Deze niveaus van taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Taalniveau A van het ERK is van toepassing op beginners. Mensen die taalniveau B beheersen, bezitten alle basisvaardigheid in de taal. Niveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak lezen, schrijven, verstaan en spreken. Niveau C is het niveau van (ver)gevorderden. De beheersing van de geleerde taal lijkt dan veel op dat van moedertaalgebruikers.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 norm is speciaal voor de vertaalbranche en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
Onze ISO 17100:2015 certificering bewijst dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) werken die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd binnen de deadline en volgens afspraak.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Dagnall Taleninstituut wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons taleninstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor betrouwbaarheid en kwaliteit staat. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en de NRTO heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Venlo, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van Nederlandse private opleidingsinstellingen. De NRTO fungeert als gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met verschillende andere organisaties, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle leden van de NRTO zijn ondernemers.De NRTO-leden werken klant- en resultaatgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Venlo sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Hiervoor is continue vernieuwing onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse commissies, besturen en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van EU-burgers te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging en verlies te worden beschermd. Taleninstituut Dagnall voldoet uiteraard aan alle eisen die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en Taleninstituut Dagnall verwerkt persoonsgegevens heel beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Venlo zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Talen is in het CRKBO-register ingeschreven. CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat betekent dat ons taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren. Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Venlo aan
Neemt u gerust contact met Dagnall Talen op voor een taalcursus in Venlo. Bent u nieuwsgierig geworden naar de werkwijze? U kunt ons een e-mail sturen via taalcursus-venlo@dagnall.nl of bellen naar 085-2737302 (geen menu).
Of ga naar ons contactformulier. Natuurlijk kunt u ook het informatiepakket voor cursussen aanvragen. Dit is geheel gratis.
De juiste weg naar een taalcursus in Venlo!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Venlo op uw locatie volgen of in Venlo, bijvoorbeeld bij Sablones aan de Kaldenkerkerweg 20 in Venlo. Dagnall verzorgt ook taalcursussen in Venlo in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Venlo aan de Nijmeegseweg 90, in De Maaspoort aan de Oude Markt 30, in Maashof aan de Maashoflaan 1, in Hotel Wilhelmina aan de Kaldenkerkerweg 1 en in Hotel Campanile Venlo aan de Noorderpoort 5.
U kunt besprekingen houden in Venlo bij bijvoorbeeld bij Grenswerk aan de Peperstraat 10 en bij Hoeve Rosa aan de Grubbenvorsterweg 66.
De streek waar nu Venlo ligt, was al duizenden jaren geleden bewoond. Er zijn restanten gevonden uit de bronstijd, de periode van 3000-800 v.Chr. De Romeinen hadden er ook een nederzetting, dit was rond 50 n.Chr. Venlo was in de 8ste eeuw een handelsstad aan de Maas.
De naam ‘Venlo’ komt voor het eerst voor in het jaar 1100 als Uennelon. De ‘U’ kan ook als ‘V’ worden gelezen. De naam ‘Venlo’ is een samenstelling van het Middelnederlandse vene met de betekenis ‘veen’ en lo, dat ‘plas’ of ‘poel’ betekent.
Venlo ligt in de regio Noord-Limburg en grenst aan de landstreek De Peel. Plaatsen de omgeving van Venlo zijn Beesel, Deurne, Horst, Panningen, Reuver, Roermond, Sevenum en Venray.
Venlo ligt in de provincie Limburg. In de gemeente Venlo wonen ruim 101.000 mensen.
Woon je in Venlo, dan heet je een ‘Venloër’, een ‘Venlonaar’ of een ‘Venloënaar’. Bekende Venlonaren zijn Roel Geeraedts, Lex Uiting en Geert Wilders.
Iets wat uit Venlo komt, heet ‘Venloos’, bijvoorbeeld het Venloos dialect. Venlo kreeg stadsrechten in het jaar 1343.
Venlo - internationaal & scholing
Hanzestad & kernen
Venlo is de op één na grootste gemeente van de provincie Limburg en de gemeente Venlo omvat eveneens Arcen, Belfeld, Blerick, Boekend, Hout-Blerick, Lomm, Steyl, Tegelen, Velden en ’t Ven. Venlo is een Hanzestad. Venlo was in de Middeleeuwen een belangrijke handelsstad.
Partnersteden
De partnersteden van Venlo zijn Gorizia in Italië, Klagenfurt in Oostenrijk en Krefeld in Duitsland.
Hoger onderwijs
Er zijn twee hogescholen in Venlo; Fontys en HAS Hogeschool. In Venlo zijn geen universiteiten gevestigd.
Denk je aan Venlo, dan denk je aan vastelaovend (carnaval), kloosters en kerken, Duitse toeristen, de Bende van Venlo en drugsoverlast. Venlo fungeert als knooppunt van spoorlijnen en autosnelwegen. De steden Nijmegen, Eindhoven en Maastricht en Heerlen zijn vlot te bereiken.
Venlo - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat Venlo in 2003 gekroond werd tot ‘groenste stad van Europa’ in de internationale groencompetitie Entente Florale.
Typerend is de zangerige toon en de Duits aandoende grammatica. Bijna alle klinkers klinken anders dan in het Standaardnederlands. De ‘aa’ wordt ao en ook de ‘oo’ klinkt als ao, de ‘o’ klinkt als eu en de ‘ei/ij’ als èè. Een ‘bakkerij’ is een bekkerie.
De ‘volgende dag’ is ’s anderdaags. Einen hoeëgen boum is “een hoge boom”. Alle begin is moeilijk: Alle begin is zwaor, behalve beej de lompeman. En Baeter ein loës in de pap, as gaar gen vleis betekent: “Beter iets dan niets”.
“Venloverwelkomt”
Venlo - zakelijk
De gemeente Venlo
Het netnummer van Venlo is 077. Het postcodegebied van Venlo is 5900 - 5928. Het adres van het gemeentehuis van Venlo is Hanzeplaats 1, 5912 AC in Venlo. De website van de gemeente Venlo is Venlo.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Venlo is 14 077.
Zakendoen in Venlo
Voor Venlose ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Roermond aan de Steegstraat 5, 6041 EA in Roermond. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Venlo is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Venlo is KVK-kantoor Roermond.
Verschillende internationaal opererende bedrijven zijn in Venlo gevestigd op bedrijventerrein Freshpark Venlo, Greenport Venlo, op Businesspark Noorderpoort, op Trade Port Noord, Oost of West, op TrafficPort Venlo, op bedrijventerrein Veegtes of op Venlo Trade Port. In Venlo bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Belden Europe Wire & Cable, Canon Production Printing, Ceragon, Cimpress (Vistaprint), Decokay, DSV, Eurotech Group, Ewals Cargo Care, Frankort & Koning Groep, Geodis Logistics Netherlands, Hela Thissen, Ideal Standard (Ideal Standard, Jado, Venlo), IHI Hauzer Techno Coating
Engineering, MGG Netherlands, Michael Kors Netherlands, Océ-Technologies, Oerlemans Packaging, Office Depot Nederland, Pentair Haffmans, Pure Ingredients, Distributiecentrum PVH, RIH-COVÉ, Royal Dutch Kusters, Scelta Mushrooms, Scheuten Glas, Schmitz Cargobull, Topparts Automotive (Champion autoparts), Van Duppen Loudspeakers, vidaXL, Vostermans Companies, Lutèce in Horst, Lutèce in Velden, Laarakker Groenteverwerking in Well, OTTO Work Force in Venray en Personato in Venray. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
De Venlose nieuwsportalen zijn Venlonieuws.nl en Venlose ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Limburg - Nieuws. Ondernemers in Venlo kijken hun (zakelijk) nieuws op L1.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Venlose voetbalclub VVV, FCV Venlo, VVV ’03 of de Venlosche Boys te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Venlo kunt u terecht bij TC Venlo, bij Tennisclub de Kaetelberg, bij Sport & Health Club De Schaapskooi of bij TC Blerick in Boekend. Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de taalcursus in Venlo of met uw internationale (zaken)relatie bij Venlo als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Venlo gevonden voor een compleet dagje/middagje uit. De nabijgelegen golfbaan voor Venlo is Golfclub de Berckt in Baarlo. Deze golfbaan bevindt zich aan de De Berckt 1 in Baarlo. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 06-10 44 25 16. De website van de golfbaan is www.golfclubdeberckt.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het mooie, landelijke clubhuis op het landgoed van Kasteel de Berckt.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Venlo die eveneens op Youtube zijn te zien. U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden klikken om een filmpje te bekijken. Direct onder de filmpjes vindt u de locaties van Limburg en Venlo op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.