Logo-9001-2015-wit-op-transparante-achtergrond-31-bij-31-pixels Logo-17100-2015-wit-op-transparante-achtergrond-31-bij-31-pixels NRTO-wit-op-transparante-achtergrond-31-bij-31-pixels
OFFERTE AANVRAGEN
Offerte aanvragen

Taalcursus Utrecht

Direct naar ➤ Cursussen - Online - ERK - ISO - Utrecht - Nieuws
Dagnall taalcursus op locatie
Dagnall taalcursus online
Dagnall taalcursus contact opnemen
Taleninstituut Dagnall - Wij kunnen snel schakelen - Binnen een week beginnen is mogelijk Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing


Taaltrainingen in Utrecht van topniveau


Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Daarom hebben bedrijven en organisaties die in de taalopleiding en taalkennis van hun medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die precies dat aanbiedt: Effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor zowel medewerkers als leidinggevenden in Utrecht als in de buurt van Utrecht.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.

Vakgebieden


Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Utrecht in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Screenshot navigatiesysteem met tekst Taalcursus Utrecht aangegeven - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Goed op weg met Dagnall Talen

Landkaart Nederland grijs - locatie zakelijke maatwerk taalcursus Utrecht aangegeven met blauw plaatsnaambord met witte letters en Dagnall veer - op transparante achtergrond - 600 * 733 pixels
“Catharijneborch” pand
Catharijnesingel 56-57
3511 GE UTRECHT

of bij u op locatie

  
Vrijblijvend informeren naar een taaltraining bij u in de buurt
Taalcursus Verenigd Koninkrijk
Taalcursus Duitsland
Taalcursus Frankrijk
Taalcursus Spanje
Taalcursus Nederland
Taalcursus Portugal
Taalcursus Italië
Taalcursus Denemarken
Taalcursus Zweden
Taalcursus Noorwegen
Taalcursus Finland
Taalcursus Rusland
Taalcursus Polen
Taalcursus Tsjechië
Taalcursus Slowakije
Taalcursus Kroatië
Taalcursus Hongarije
Taalcursus Roemenië
Taalcursus Bulgarije
Taalcursus Turkije
Taalcursus Griekenland
Taalcursus Israël
Taalcursus China
Taalcursus Japan

De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen

Werkgerelateerd & doelgericht


Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Utrecht aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall talen leren op precies de manier die het beste bij hem of haar past. Behalve algemene taalcursussen zijn organisaties met name geïnteresseerd in de werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van klanten afgestemd. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die door middel van gecertificeerde taaldocenten met zeer goede recensies en beoordelingen de mogelijkheid biedt om in Utrecht onbegrensd talen te leren. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar de door u beoogde resultaten.

Filosofie Dagnall Talen


Het is onze filosofie om vreemde talen te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Dagnall Talen gaat daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maken.

Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door dagelijks 15 minuten te oefenen, brengt Dagnall Talen u met grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Utrecht.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten

Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut

Dagnall stelt de leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de cursisten aan met de contactgegevens. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau wordt vastgesteld, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en uw agenda.
Na enkele lessen evalueert de trainer de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstellingen kunnen, indien nodig, worden bijgesteld.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers behaald zijn. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]


Intake

Planning

Cursus

Certificaat

Betaalbaar maatwerk in taalcursussen sinds 1982

Ons bedrijf bestaat sinds 1982 en geeft sindsdien maatwerk taalcursussen aan het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Utrecht en plaatsen in de buurt van Utrecht. Wij hebben een team van ervaren en kundige trainers die echte experts op taalgebied zijn en veel trainingen voor diverse bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitinstellingen hebben verzorgd in de provincie Utrecht.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, biedt Dagnall Taleninstituut u effectieve en betaalbare taalcursussen in Utrecht. Dagnall levert door de maatwerk-aanpak een hoog rendement. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbare taalcursussen op maat in Utrecht

Taal op de werkvloer

Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Veel bedrijven zijn inmiddels bekend met cursussen die zijn toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer.
Werknemers zonder of met beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en willen beter en/of sneller kunnen communiceren.
Zij willen graag de instructies op de werkvloer goed kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. Deze werknemers willen het liefst met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en uiteraard heel graag hun ambitie op hun werkgebied verwezenlijken. Een investering in werknemers en in de ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor nodig.
[ Lees meer ]

Vele wegen naar een betere talenkennis in Utrecht

Behoeftes en leermethode


Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taalcursus is ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taalcursus in Utrecht die het beste bij de taalleerder past.

Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?


Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te gaan gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het bekende hoge rendement van Dagnall Talen realiseren wij met een mix van deze bewezen leermethode in combinatie met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.

Dagnall Talen biedt individuele taalcursussen, duocursussen (2 cursisten), groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie.
Onze trainers geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en zij spelen continue op actuele ontwikkelingen en thema’s in.

Een prettige manier van leren


Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer fijne manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers in Utrecht. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. Onze cursussen zijn niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursisten zelf past.
Overlappende groene cirkel met klok en kalender en donkerblauwe cirkel met icoon lesgeven op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Computerscherm met vier taalvaardigheden luisteren, lezen, schrijven en spreken - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels
Effectief een taal leren in Utrecht bij Dagnall Talen

Individuele cursussen en groepscursussen

Individuele cursussen & groepscursussen


Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus aan ons kunt overlaten.
Dagnall Talen biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en

groepscursussen maken wij gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Utrecht worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Utrecht

Maatwerkcursussen


Dagnall Talen biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Utrecht en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele t@@lcursussen van Dagnall Talen zijn al tientallen jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.

Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De leergroep houden we zo klein mogelijk de deelnemers maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Onze groepscursussen zijn maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, de leerstijl, het taalniveau en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.


Pluspunten individuele cursus


Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen doordat veel kennis wordt geleerd in een korte periode.
Doordat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Nog een belangrijk voordeel van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is ook cursus ideaal af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.


Pluspunten groepscursus


Met name de interactie met de andere cursisten is het belangrijkste voordeel van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door discussies en rollenspellen.
Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars fouten kunnen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. De hierdoor geboden afwisseling kunnen de lerenden leuker vinden.
Omdat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt .
Ook zijn voor de cursisten groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele cursussen.


Minpunten individuele cursus


Bij individuele taalcursussen kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan.
Doordat er geen interactie met andere cursisten is, kan de geleerde kennis niet in groepsverband worden geoefend.
Ook is het niet mogelijk om van de fouten van anderen te leren omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).


Minpunten groepscursus


In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten iets sneller afgeleid worden. Hierdoor ligt het rendement wat lager. Door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen), kan dit gedeeltelijk ondervangen worden.
Een groepscursus kan ook minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele cursisten.

Pluspunten

Individuele cursus in één oogopslag



  hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
  afgestemd op individuele leerstijl
  inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
  afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
  afgestemd op agenda cursist


Minpunten

Individuele cursus in één oogopslag



  geen interactie met andere cursisten
  vrij intensief voor de cursist
  geen groepsdynamiek

Pluspunten

Groepscursus in één oogopslag



  interactie met andere cursisten
  groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
  groep komt op hetzelfde kennisniveau
  efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
  minder intensief dan individuele cursus


Minpunten

Groepscursus in één oogopslag



  iets minder aandacht voor individuele cursist
  minder afgestemd op individuele leerstijlen
  minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen

Verschillende soorten cursussen voor elk niveau

Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten.
Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom biedt Dagnall Talen onze taaltrainingen ook incompany of online aan.
Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of
semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining volgen. Vanzelfsprekend is een combinatie van deze verschillende trainingen ook mogelijk.
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Woordenwolk in veer logo Dagnall Talen met toepasselijke sleutelwoorden voor Dagnall Talencursussen - in donkerblauw, groen en grijs op transparante achtergrond - 600 * 600 pixels
Stukje hout boven Dagnall potlood met geslepen punt en gum met gedrukt Dagnall Talen logo - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 600 pixels

Kennen en kunnen

Taalvaardigheid houdt in kennen maar vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Door de aandacht te vestigen op het verschil tussen kennen en kunnen, is de cursist in staat na afronding van de taalcursus in Utrecht de opgedane kennis actief en snel toe te passen.
Voor u het weet, begrijpt u opeens wat die anderstalige collega steeds tegen u zegt. Dagnall brengt taalkennis tot leven!

Algemene leermethodes

Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)


Bedacht door wie en wanneer


De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.

Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)


De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel foutloos leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.

Populariteit


De audiolinguale methode werd in Nederland pas omstreeks 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de saaie driloefeningen. De techniek haperde af en toe. Daardoor raakten de talenpractica al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet om het memoriseren van de grammatica gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid, waar de meeste docenten vóór de jaren zeventig geen aandacht aan schonken, was ontdekt.

Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method


De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Vanaf het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.

De docentgestuurde kant heeft tegelijk een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de studenten, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.

GoldList Method (GLM)


Bedacht door wie en wanneer


De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.

Kenmerken van de GoldList Method (GLM)


Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd worden herhaald. De woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gaat dit automatisch. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst telkens veranderd; woorden die zijn aangeleerd, worden van de lijst verwijderd. De woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven staan.

Populariteit


Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze zinnen of woorden spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, maar veel geheugenwetenschappers betwijfelen dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer de kennis relevant en van betekenis is voor de student. De GoldList-methode kan goed functioneren voor woorden die relevant en betekenisvol zijn.

Voor- en nadelen van de GoldList Method


deze GoldList Method kan functioneren voor lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje. Het opschrijven functioneert beter dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een minpunt is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien nogal tijdrovend omdat er steeds handgeschreven lijsten moeten worden aangelegd.

De Natural Method


Bedacht door wie en wanneer


De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.

Kenmerken van de Natural Method


De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. De leermethode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels leert de student ook onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.

De leermethode is het meest effectief als de student wordt ondergedompeld in de te leren taal. Om te zorgen dat de student plezier van de ervaring heeft, dienen de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.

De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.

Populariteit


Dat onderdompeling zeer effectief is, is vaak aangetoond. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.

Voor- en nadelen van de Natural Method


Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.

Doordat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald examen.

Structurele Aanpak


Bedacht door wie en wanneer


De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.

Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)


Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De methode staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het verwerven van woordenschat van de te leren taal. Bij de Structural Approach gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties worden in reële situaties middels visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aangereikt aan de studenten. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.

Populariteit


In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak toegepast op vrij grote schaal voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.

Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak


Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de lerenden de taal op een nauwkeurige manier leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en biedt niet onmiddellijk succeservaringen. De eigen inbreng van studenten is behoorlijk beperkt; de methode is weinig creatief.

Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)


Bedacht door wie en wanneer


Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.

Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)


Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen.

De studenten leren de vreemde taal in de praktijk te brengen met gebruik van CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaltrainer. Teksten in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.

Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.

Bij CLT is de docent echt een trainer, die de lerende helpt in de doeltaal te communiceren.

Populariteit


Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere vraag om vreemde talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.

Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs


Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is studentgericht en functioneel. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de studenten werkt deze methode stimulerend omdat zij vlug succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en daarna geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de trainer en van de studenten vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren lastig of afwijkend. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt geen echt samenhangend geheel.

Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)


Bedacht door wie en wanneer


In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).

Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)


Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van religie, cultuur en wetenschap. Onderwijs in Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis over, de student memoriseert.

Populariteit


Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het talenonderwijs.

Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode


Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.

Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij lerenden bij het leren in een groep. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.

Onderdompeling (Engels: immersion)


Bedacht door wie en wanneer


De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt sinds de jaren 70 wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt gebruikt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke dames uit Vught gaven.

Kenmerken van onderdompeling


Onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal wordt omgeven. De instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.

Populariteit


De methode van onderdompeling wordt als een heel goede leermethode voor vreemde talen gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan op deze manier zeer goed worden ontwikkeld.

Voor- en nadelen van onderdompeling


Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het belangrijkste voordeel dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt. Het is ‘sink or swim’, de student moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. Lerenden ervaren dat als motiverend.

Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze wijze van leren vol te houden.

Suggestopedie (Suggestopedia)


Bedacht door wie en wanneer


Suggestopedia is een (taal)leermethode die stamt uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.

Kenmerken van Suggestopedie


Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor dienen de studenten zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. Studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die in een halve cirkel waren geplaatst en er was ook altijd muziek tijdens de les. De leermethodiek die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem alsook gebaren. De lerende werd zo verleid om te luisteren en kon de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld ook streekgerechten werden gemaakt en geproefd.

Populariteit


De leermethode van Lozanov was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.

Voor- en nadelen van Suggestopedie


De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende geen last krijgt van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor een nieuwkomer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want elke lerende is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een andere zwakke zijde is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.

Community Language Learning (CLL)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten in het jaar 1976.

Kenmerken van Community Language Learning (CLL)


Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent optreedt als counselor die de zinnen van de lerende parafraseert. De lerenden beginnen een gesprek. Als zij de taal nog onvoldoende machtig zijn, spreken zij in de moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.

Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; het zijn de lerenden zelf die de lesstof bepalen middels zinvolle gesprekken.

Populariteit


Het succes van de methode hangt grotendeels af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten erg goed te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze correct toegepast wordt. CLL is niet geschikt voor grote klassen.

Voor- en nadelen van Community Language Learning


Deze methode biedt studenten veel autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden de lerenden vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om te werken als team. Het bespreken van de foutjes en het evalueren van de taallessen is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.

Een nadeel van de methode van CLL van Community Language Learning kan zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.

Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)


Bedacht door wie en wanneer


De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.

Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)


De benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat krijgt in deze benadering meer nadruk dan grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor het zelf ontdekken van de taal.

De taak van de taaldocent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.

Populariteit


Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn leerboeken aanmerkelijk anders geworden in de afgelopen dertig jaar. Bij deze methode wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de manier waarop taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.

Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering


De studenten leren om op een natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.

Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties, is de keerzijde. Sommige studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de taalpatronen.

Series Method


Bedacht door wie en wanneer


De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Fransman François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.

Kenmerken van de Series Method


De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de doeltaal denken.

Populariteit


De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat het een vrij afwijkende aanpak was, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Deze methode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.

Voor- en nadelen van de Series Method


De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid van de lerende en zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.

De leermethode creëert een levendige manier van lesgeven. Doordat de seriemethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme op van de lerenden. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de studenten sterk.

De methode van François Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.

Task-Based Language Teaching (TBLT)


Bedacht door wie en wanneer


Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.

Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)


Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, boodschappen doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten liggen.

Populariteit


Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.

Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching


Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.

Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.

De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)


Bedacht door wie en wanneer


Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.

Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)


‘Dogme 95’; de stroming van een groep Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich voor het filmmaken aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, waarin het draait om communicatie als inspirator van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen docent en studenten. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 dogma’s (uitgangspunten).

Populariteit


Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.

Voor- en nadelen van de Dogme benadering


Een pluspunt voor de trainer is dat hij of zij zich zo goed als geen hoeft voor te bereiden. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden verantwoordelijk voor zijn of haar eigen leerproces zijn. Zo zijn de taallessen nooit voorspelbaar; dat creëert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk onderwerp kan aan bod komen in een Dogme-les. Op deze manier blijven studenten alert en betrokken.

Studenten kunnen zich echter wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent. Ook zijn niet alle taaltrainers in voldoende mate flexibel voor dit type onderwijs. Dat lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de lesstof daarvoor in de les wordt behandeld, kan een ander minpunt zijn van de methode.

Growing Participator Approach (GPA)


Bedacht door wie en wanneer


The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.

Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)


De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.

De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.

Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint de vreemde taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.

Populariteit


Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.

Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach


Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.

Dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om veel tijd te investeren, is een nadeel van deze benadering.

Shadowing Technique


Bedacht door wie en wanneer


De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.

Kenmerken van de Shadowing Technique


Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is relatief eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat dit heel soepel gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Diverse leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, is een bijkomende reden zodat het werken aan de taal veel effectiever wordt.

De shadowing-techniek heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen gebruikt werden in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Bij de Shadowing-methode is eveneens het simultaan spreken anders.

Populariteit


Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit is gebleken dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.

Voor- en nadelen van de Shadowing Technique


Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.

De keerzijde van deze techniek is dat de studenten het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.

Total Physical Response (TPR®)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.

Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)


TPR® is een taalleermethode die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. De luistervaardigheden vormen dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.

De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.

TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.

Populariteit


De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.

Voor- en nadelen van Total Physical Response


De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de studenten snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht achtergrond en leeftijd en deze methode kan eveneens in grotere klassen toegepast worden. De vreemde taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.

Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en nog een andere leermethode nodig is als aanvulling. De leermethodiek is bovendien niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën te uiten.

De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)


Bedacht door wie en wanneer


Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.

Kenmerken van de Directe Methode (DM)


Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens had deze Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs ontstond veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. Door de lerenden moesten de taalregels hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. Lerenden werden aangemoedigd vaak te praten. Nieuw was eveneens dat de taallessen in de doeltaal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taalles. Aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden werd de vocabulaire aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door lerenden voor het associëren van ideeën.

Populariteit


Deels onder invloed van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.

Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.

Voor- en nadelen van de Directe Methode


Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor studenten vloeiendheid en zelfvertrouwen krijgen. Nadelen kent deze Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode veel minder aandacht en voor lezen in de vreemde taal relatief ook veel minder. Voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt de methode niet genoeg uitdagingen. De leermethode is eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat de methode is gebaseerd op een dynamische inzet van de student.

De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)


Bedacht door wie en wanneer


Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.

Kenmerken van de Manesca-methode


De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.

De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. De herhalingen helpen de studenten deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.

De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.

Populariteit


Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.

Voor- en nadelen van de Manesca-methode


Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat dit wat saai wordt om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een keerzijde worden gezien.

Silent Way


Bedacht door wie en wanneer


The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.

Kenmerken van de Silent Way


The Silent Way is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Gattegno.

De trainers gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak.

Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij kwam erachter dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.

Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn gekleurde staafjes die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek gebruikt eveneens Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.

Populariteit


Vooral bij het leren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno wel van invloed geweest, hoewel de Stille Methode in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.

Voor- en nadelen van de Silent Way


De sterke kant van de methodiek van Caleb Gattegno is dat zijn leermethode niet-bedreigend is voor studenten, die tenslotte als autonoom worden beschouwd. De docent is in principe dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. De geleerde stof wordt meestal goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De studenten ‘mogen’ foutjes maken, wat helpt bij het leren.

Dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een minpunt zijn. Door de afwezigheid van input van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.

TPR Storytelling


Bedacht door wie en wanneer


TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).

Kenmerken van TPR Storytelling


TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerende wordt aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De lerenden ontspannen zich doordat de verhalen eenvoudig te begrijpen zijn. Zo worden structuren en woorden vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.

De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De docent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om daarna met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven.

Populariteit


Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.

Voor- en nadelen van TPR Storytelling


Het is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.

Dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt, is een nadeel.

Commerciële methodes voor zelfstudie

De Rosetta Stone methode


Bedacht door wie en wanneer


De Rosetta Stone-methodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte is gevonden met een tweetalige tekst, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.

Kenmerken van de Rosetta Stone methode


De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en de taalcursussen zijn te volgen vanuit elk van deze talen.

De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. Zo kunnen de studenten hun uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldspreker langzamer te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.

Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid van de student te oefenen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de student te verbeteren.

Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.

Populariteit


De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. Rosetta Stone wordt in ons land door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationaal opererende organisaties ingezet.

Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode


Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. De studenten bepalen zelf welke delen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan een oplossing zijn de Rosetta Stone-methode voor onderwijsinstellingen. Het feit dat er geen trainer is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden, is een minpunt.

De Pimsleur methode


Bedacht door wie en wanneer


De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.

Kenmerken van de Pimsleur methode


De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.

De taalcursus bestaat uit zinnetjes/dialoog die door studenten worden nagesproken en worden herhaald. De voorbeeldzinnetjes van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en structuren. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de nieuwe taal niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.

Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.

Populariteit


Onder andere Amerikanen volgen de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.

Voor- en nadelen van de Pimsleur methode


Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode heel goed doordat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo spreken.

Het feit dat er niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode. Gebruikers leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.

De Michel Thomas methode


Bedacht door wie en wanneer


De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.

Kenmerken van de Micheal Thomas methode


Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.

De taalcursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de cursisten op pauze drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De lessen worden in delen opgebouwd en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. De methode wijst bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de student de makkelijke stof heeft begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnen worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerenden zelf zinnen kunnen bouwen. De leermethodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.

Populariteit


Veel lerenden zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal en vinden de cursus plezierig werken. Mensen die wat verder gevorderd zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas als minder nuttig.

Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode


De taalcursus is erg toegankelijk en traint uitspraak en luistervaardigheid op een efficiënte manier. Dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, kan als een minpunt worden gezien. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat het audiocursussen zijn.

De Assimil methode


Bedacht door wie en wanneer


Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.

Kenmerken van de Assimil methode


Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende werkt idealiter ruwweg twintig minuten per dag.

De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de vertaling, samen met grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native speakers en die de lerende dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.

Populariteit


De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.

Voor- en nadelen van Assimil


Dat de cursisten in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de student aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen docent beschikbaar om de studenten te begeleiden of te motiveren.


ALGEMENE LEERMETHODES

Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)


Bedacht door wie en wanneer


De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.

Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)


De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel foutloos leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.

Populariteit


De audiolinguale methode werd in Nederland pas omstreeks 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de saaie driloefeningen. De techniek haperde af en toe. Daardoor raakten de talenpractica al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet om het memoriseren van de grammatica gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid, waar de meeste docenten vóór de jaren zeventig geen aandacht aan schonken, was ontdekt.

Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method


De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Vanaf het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.

De docentgestuurde kant heeft tegelijk een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de studenten, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.

GoldList Method (GLM)


Bedacht door wie en wanneer


De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.

Kenmerken van de GoldList Method (GLM)


Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd worden herhaald. De woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gaat dit automatisch. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst telkens veranderd; woorden die zijn aangeleerd, worden van de lijst verwijderd. De woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven staan.

Populariteit


Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze zinnen of woorden spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, maar veel geheugenwetenschappers betwijfelen dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer de kennis relevant en van betekenis is voor de student. De GoldList-methode kan goed functioneren voor woorden die relevant en betekenisvol zijn.

Voor- en nadelen van de GoldList Method


deze GoldList Method kan functioneren voor lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje. Het opschrijven functioneert beter dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een minpunt is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien nogal tijdrovend omdat er steeds handgeschreven lijsten moeten worden aangelegd.

De Natural Method


Bedacht door wie en wanneer


De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.

Kenmerken van de Natural Method


De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. De leermethode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels leert de student ook onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.

De leermethode is het meest effectief als de student wordt ondergedompeld in de te leren taal. Om te zorgen dat de student plezier van de ervaring heeft, dienen de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.

De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.

Populariteit


Dat onderdompeling zeer effectief is, is vaak aangetoond. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.

Voor- en nadelen van de Natural Method


Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.

Doordat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald examen.

Structurele Aanpak


Bedacht door wie en wanneer


De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.

Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)


Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De methode staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het verwerven van woordenschat van de te leren taal. Bij de Structural Approach gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties worden in reële situaties middels visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aangereikt aan de studenten. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.

Populariteit


In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak toegepast op vrij grote schaal voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.

Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak


Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de lerenden de taal op een nauwkeurige manier leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en biedt niet onmiddellijk succeservaringen. De eigen inbreng van studenten is behoorlijk beperkt; de methode is weinig creatief.

Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)


Bedacht door wie en wanneer


Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.

Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)


Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen.

De studenten leren de vreemde taal in de praktijk te brengen met gebruik van CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaltrainer. Teksten in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.

Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.

Bij CLT is de docent echt een trainer, die de lerende helpt in de doeltaal te communiceren.

Populariteit


Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere vraag om vreemde talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.

Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs


Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is studentgericht en functioneel. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de studenten werkt deze methode stimulerend omdat zij vlug succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en daarna geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de trainer en van de studenten vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren lastig of afwijkend. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt geen echt samenhangend geheel.

Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)


Bedacht door wie en wanneer


In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).

Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)


Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van religie, cultuur en wetenschap. Onderwijs in Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis over, de student memoriseert.

Populariteit


Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het talenonderwijs.

Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode


Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.

Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij lerenden bij het leren in een groep. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.

Onderdompeling (Engels: immersion)


Bedacht door wie en wanneer


De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt sinds de jaren 70 wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt gebruikt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke dames uit Vught gaven.

Kenmerken van onderdompeling


Onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal wordt omgeven. De instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.

Populariteit


De methode van onderdompeling wordt als een heel goede leermethode voor vreemde talen gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan op deze manier zeer goed worden ontwikkeld.

Voor- en nadelen van onderdompeling


Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het belangrijkste voordeel dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt. Het is ‘sink or swim’, de student moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. Lerenden ervaren dat als motiverend.

Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze wijze van leren vol te houden.

Suggestopedie (Suggestopedia)


Bedacht door wie en wanneer


Suggestopedia is een (taal)leermethode die stamt uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.

Kenmerken van Suggestopedie


Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor dienen de studenten zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. Studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die in een halve cirkel waren geplaatst en er was ook altijd muziek tijdens de les. De leermethodiek die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem alsook gebaren. De lerende werd zo verleid om te luisteren en kon de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld ook streekgerechten werden gemaakt en geproefd.

Populariteit


De leermethode van Lozanov was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.

Voor- en nadelen van Suggestopedie


De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende geen last krijgt van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor een nieuwkomer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want elke lerende is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een andere zwakke zijde is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.

Community Language Learning (CLL)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten in het jaar 1976.

Kenmerken van Community Language Learning (CLL)


Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent optreedt als counselor die de zinnen van de lerende parafraseert. De lerenden beginnen een gesprek. Als zij de taal nog onvoldoende machtig zijn, spreken zij in de moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.

Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; het zijn de lerenden zelf die de lesstof bepalen middels zinvolle gesprekken.

Populariteit


Het succes van de methode hangt grotendeels af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten erg goed te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze correct toegepast wordt. CLL is niet geschikt voor grote klassen.

Voor- en nadelen van Community Language Learning


Deze methode biedt studenten veel autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden de lerenden vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om te werken als team. Het bespreken van de foutjes en het evalueren van de taallessen is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.

Een nadeel van de methode van CLL van Community Language Learning kan zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.

Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)


Bedacht door wie en wanneer


De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.

Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)


De benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat krijgt in deze benadering meer nadruk dan grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor het zelf ontdekken van de taal.

De taak van de taaldocent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.

Populariteit


Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn leerboeken aanmerkelijk anders geworden in de afgelopen dertig jaar. Bij deze methode wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de manier waarop taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.

Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering


De studenten leren om op een natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.

Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties, is de keerzijde. Sommige studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de taalpatronen.

Series Method


Bedacht door wie en wanneer


De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Fransman François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.

Kenmerken van de Series Method


De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de doeltaal denken.

Populariteit


De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat het een vrij afwijkende aanpak was, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Deze methode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.

Voor- en nadelen van de Series Method


De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid van de lerende en zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.

De leermethode creëert een levendige manier van lesgeven. Doordat de seriemethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme op van de lerenden. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de studenten sterk.

De methode van François Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.

Task-Based Language Teaching (TBLT)


Bedacht door wie en wanneer


Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.

Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)


Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, boodschappen doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten liggen.

Populariteit


Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.

Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching


Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.

Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.

De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)


Bedacht door wie en wanneer


Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.

Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)


‘Dogme 95’; de stroming van een groep Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich voor het filmmaken aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, waarin het draait om communicatie als inspirator van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen docent en studenten. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 dogma’s (uitgangspunten).

Populariteit


Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.

Voor- en nadelen van de Dogme benadering


Een pluspunt voor de trainer is dat hij of zij zich zo goed als geen hoeft voor te bereiden. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden verantwoordelijk voor zijn of haar eigen leerproces zijn. Zo zijn de taallessen nooit voorspelbaar; dat creëert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk onderwerp kan aan bod komen in een Dogme-les. Op deze manier blijven studenten alert en betrokken.

Studenten kunnen zich echter wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent. Ook zijn niet alle taaltrainers in voldoende mate flexibel voor dit type onderwijs. Dat lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de lesstof daarvoor in de les wordt behandeld, kan een ander minpunt zijn van de methode.

Growing Participator Approach (GPA)


Bedacht door wie en wanneer


The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.

Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)


De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.

De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.

Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint de vreemde taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.

Populariteit


Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.

Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach


Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.

Dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om veel tijd te investeren, is een nadeel van deze benadering.

Shadowing Technique


Bedacht door wie en wanneer


De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.

Kenmerken van de Shadowing Technique


Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is relatief eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat dit heel soepel gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Diverse leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, is een bijkomende reden zodat het werken aan de taal veel effectiever wordt.

De shadowing-techniek heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen gebruikt werden in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Bij de Shadowing-methode is eveneens het simultaan spreken anders.

Populariteit


Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit is gebleken dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.

Voor- en nadelen van de Shadowing Technique


Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.

De keerzijde van deze techniek is dat de studenten het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.

Total Physical Response (TPR®)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.

Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)


TPR® is een taalleermethode die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. De luistervaardigheden vormen dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.

De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.

TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.

Populariteit


De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.

Voor- en nadelen van Total Physical Response


De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de studenten snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht achtergrond en leeftijd en deze methode kan eveneens in grotere klassen toegepast worden. De vreemde taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.

Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en nog een andere leermethode nodig is als aanvulling. De leermethodiek is bovendien niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën te uiten.

De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)


Bedacht door wie en wanneer


Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.

Kenmerken van de Directe Methode (DM)


Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens had deze Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs ontstond veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. Door de lerenden moesten de taalregels hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. Lerenden werden aangemoedigd vaak te praten. Nieuw was eveneens dat de taallessen in de doeltaal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taalles. Aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden werd de vocabulaire aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door lerenden voor het associëren van ideeën.

Populariteit


Deels onder invloed van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.

Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.

Voor- en nadelen van de Directe Methode


Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor studenten vloeiendheid en zelfvertrouwen krijgen. Nadelen kent deze Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode veel minder aandacht en voor lezen in de vreemde taal relatief ook veel minder. Voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt de methode niet genoeg uitdagingen. De leermethode is eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat de methode is gebaseerd op een dynamische inzet van de student.

De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)


Bedacht door wie en wanneer


Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.

Kenmerken van de Manesca-methode


De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.

De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. De herhalingen helpen de studenten deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.

De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.

Populariteit


Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.

Voor- en nadelen van de Manesca-methode


Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat dit wat saai wordt om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een keerzijde worden gezien.

Silent Way


Bedacht door wie en wanneer


The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.

Kenmerken van de Silent Way


The Silent Way is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Gattegno.

De trainers gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak.

Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij kwam erachter dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.

Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn gekleurde staafjes die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek gebruikt eveneens Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.

Populariteit


Vooral bij het leren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno wel van invloed geweest, hoewel de Stille Methode in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.

Voor- en nadelen van de Silent Way


De sterke kant van de methodiek van Caleb Gattegno is dat zijn leermethode niet-bedreigend is voor studenten, die tenslotte als autonoom worden beschouwd. De docent is in principe dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. De geleerde stof wordt meestal goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De studenten ‘mogen’ foutjes maken, wat helpt bij het leren.

Dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een minpunt zijn. Door de afwezigheid van input van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.

TPR Storytelling


Bedacht door wie en wanneer


TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).

Kenmerken van TPR Storytelling


TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerende wordt aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De lerenden ontspannen zich doordat de verhalen eenvoudig te begrijpen zijn. Zo worden structuren en woorden vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.

De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De docent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij, om daarna met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven.

Populariteit


Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.

Voor- en nadelen van TPR Storytelling


Het is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.

Dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt, is een nadeel.

COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE

De Rosetta Stone methode


Bedacht door wie en wanneer


De Rosetta Stone-methodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte is gevonden met een tweetalige tekst, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.

Kenmerken van de Rosetta Stone methode


De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en de taalcursussen zijn te volgen vanuit elk van deze talen.

De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. Zo kunnen de studenten hun uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldspreker langzamer te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.

Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid van de student te oefenen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de student te verbeteren.

Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.

Populariteit


De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. Rosetta Stone wordt in ons land door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationaal opererende organisaties ingezet.

Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode


Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. De studenten bepalen zelf welke delen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan een oplossing zijn de Rosetta Stone-methode voor onderwijsinstellingen. Het feit dat er geen trainer is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden, is een minpunt.

De Pimsleur methode


Bedacht door wie en wanneer


De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.

Kenmerken van de Pimsleur methode


De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.

De taalcursus bestaat uit zinnetjes/dialoog die door studenten worden nagesproken en worden herhaald. De voorbeeldzinnetjes van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en structuren. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de nieuwe taal niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.

Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.

Populariteit


Onder andere Amerikanen volgen de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.

Voor- en nadelen van de Pimsleur methode


Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode heel goed doordat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo spreken.

Het feit dat er niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode. Gebruikers leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.

De Michel Thomas methode


Bedacht door wie en wanneer


De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.

Kenmerken van de Micheal Thomas methode


Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.

De taalcursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de cursisten op pauze drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De lessen worden in delen opgebouwd en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. De methode wijst bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de student de makkelijke stof heeft begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnen worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerenden zelf zinnen kunnen bouwen. De leermethodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.

Populariteit


Veel lerenden zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal en vinden de cursus plezierig werken. Mensen die wat verder gevorderd zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas als minder nuttig.

Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode


De taalcursus is erg toegankelijk en traint uitspraak en luistervaardigheid op een efficiënte manier. Dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, kan als een minpunt worden gezien. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat het audiocursussen zijn.

De Assimil methode


Bedacht door wie en wanneer


Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.

Kenmerken van de Assimil methode


Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende werkt idealiter ruwweg twintig minuten per dag.

De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de vertaling, samen met grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native speakers en die de lerende dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.

Populariteit


De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.

Voor- en nadelen van Assimil


Dat de cursisten in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de student aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen docent beschikbaar om de studenten te begeleiden of te motiveren.

Diverse digitale hulpmiddelen

Ook is er een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.

Er bestaat echter een betere methode om vreemde talen te leren om een vreemde taal te leren: De Dagnall Methode.


Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral doordat de focus altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch aangelegd? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?

Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
[ Lees meer ]


Betaalbaar maatwerk sinds 1982
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten

Online (e-learning), blended learning en Dagnall app

Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’


‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Er wordt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ gesproken.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Utrecht.

Online een taal leren (e-learning)


Voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren gebruikt kunnen worden, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.

Blended cursussen in Utrecht


Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, lerenden bij blended learning met afwisseling wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; zoals persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.

100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall ook blended learning in Utrecht op maat.

Online leerplatform


Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.

De Dagnall App


Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een handige eigen App, geschikt voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat lerenden altijd en overal, dus 24/7, op alle (mobiele) apparaten toegang hebben. Zowel op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, bijvoorbeeld in het buitenland. Deelnemers kunnen dus leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, speciek jargon, technische termen, juridische termen alsook productnamen in onze App integreren. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook na afloop van de taalcursus in Utrecht beschikbaar.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Computerscherm met logo Dagnall.online - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels
Overlappende iconen App Store Apple App in Apple zwart en Google Play Android App in Google groen - op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels/
Ontdek onze online mogelijkheden

Online learning & blended learning in Utrecht

Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining


Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met zakenpartners of klanten zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Diegenen die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven daarom vaak onmisbaar.

Online en blended taaltrainingen op maat


Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.


Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online

Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar voorkeur. Zoom wordt in het algemeen ervaren als het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.

Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining


Alleen het volgende hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, pc of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Overlappende donkerblauwe cirkel met icoon lesgeven en groene cirkel met computerscherm met Dagnall.online logo op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Computerscherm screenshot inlogpagina Dagnall.online Springest-based platform voor online taallessen - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels
Computerscherm met logo Google Hangouts en computerscherm met logo Microsoft Teams - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels

Cursuspakket en certificaat

Voorafgaand aan uw taalcursus in Utrecht ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Utrecht ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Utrecht
Dagnall Talen cursuskoffer - Dagnall schrijfblok - Dagnall pen - lesboeken op witte tafel - in kleur - 600 * 337 pixels
Ingevuld Dagnall Talen certificaat - Dagnall pen - Apple Magic Keyboard - Apple Magic Trackpad op witte tafel - in kleur - 600 * 337 pixels

Het Europees Referentiekader (ERK)

De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als uitgangspunt en geven de cursist een helder beeld van de aanwezige en verworven talenkennis. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Tot slot ontvangt u, na het doorlopen van de taalcursus in Utrecht, een ‘Dagnall Talen-certificaat’.
 

Logo EU Europese Unie in blauw vierkant met afgeronde hoeken in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo ERK Europees Referentiekader Talen in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om niveaus van taalvaardigheid in te delen.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige term wordt eveneens vaak gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK kent eveneens 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De verschillende beheersingsniveaus in vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A houdt in dat de taalgebruiker de basisvaardigheden beheerst.
Wie niveau B machtig is, wordt als een ‘zelfstandige taalgebruiker’ gezien. De taalbeheersing is zodanig dat hij of zij zonder hulp in die vreemde taal kan functioneren.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, schrijven en spreken. Mensen die een vreemde taal beheersen op niveau C, kennen de vreemde taal op vrijwel moedertaalniveau.

A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level


Luisteren


Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.

Spreken


Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.

Lezen


Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.

Schrijven


Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.

B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level



Luisteren


Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.

Spreken


Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.

Lezen


Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.

Schrijven


Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).

C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level



Luisteren


Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.

Spreken


Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.

Lezen


Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.

Schrijven


Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.

A2 Basisgebruiker - Waystage Level



Luisteren


Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.

Spreken


Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.

Lezen


Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.

Schrijven


Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.

B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level



Luisteren


Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.

Spreken


Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.

Lezen


Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.

Schrijven


Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.

C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level



Luisteren


Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.

Spreken


Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.

Lezen


Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.

Schrijven


Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO 9001-2015 LOGO
ISO 1700-2015 LOGO

ISO-certificeringen

ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement


Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.

ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten


Dagnall Taleninstituut is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor de vertaalbranche en stelt onder meer eisen aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook proeflezers.


De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd ten minste twee maal door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.

Kiwa – certificeringen sinds 1948


Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Logo keurmerk NRTO Nederlandse Raad voor Training en Opleiding in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo Nederlandse Raad voor Training en Opleiding NRTO in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Lidmaatschap NRTO

Ons instituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.

Kwaliteitsbevordering en -bewaking


Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld een taalcursus in Utrecht, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
 
Logo GDPR Algemene Verordening Gegevensbescherming in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo EU Filemaker in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

AVG-compliant

De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van EU-burgers te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies beschermd te worden. Uiteraard voldoet Dagnall aan alle eisen die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in heel beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Logo CRKBO Centraal Register Kort Beroepsonderwijs in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo Lloyd's Register in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Dagnall taalcursussen in Utrecht zijn vrijgesteld van btw

CRKBO-geregistreerde instelling

Dagnall Taleninstituut is ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen berekenen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.

CPION


Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.

Lloyd’s Register


Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Utrecht aan

Contact taalcursus Utrecht

Wilt u contact opnemen met Dagnall Taleninstituut voor een taalcursus in Utrecht? Bent u nieuwsgierig geworden naar de werkwijze? U kunt ons e-mailen via taalcursus-utrecht@dagnall.nl of ons bellen op 030-8201030 (geen belmenu) voor meer informatie.
Of ga naar ons contactformulier. U kunt ook het informatiepakket voor cursussen bestellen. Dit is geheel gratis.
Afbeelding wegwijzer in grijs met bord Dagnall in verkeersblauw in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Afbeelding computer en tablet en telefoon in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
De juiste weg naar een taalcursus in Utrecht!
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten

Trainen en vergaderen in Utrecht

U kunt de taalcursus in Utrecht op uw locatie volgen of in Utrecht, bijvoorbeeld in het pand Catharijneborch Catharijnesingel 56-57 in Utrecht aan de bij Coachhuis Nieuwegracht aan de Nieuwegracht 29 in Utrecht aan de bij Coachhuis Maliebaan aan de Maliebaan 45 in Utrecht aan de bij Coachhuis Oorsprongpark aan de Oorsprongpark 7 in Utrecht of in het gebouw van Color Business Center Secoya aan de Papendorpseweg 99 in Utrecht. Dagnall verzorgt eveneens taalcursussen in Utrecht bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Utrecht aan de Winthontlaan 4, bij Hotel NH Utrecht aan het Jaarbeursplein 24, bij Apollo Hotel Utrecht City Centre aan Vredenburg 14, bij Hotel ibis Utrecht aan de Bizetlaan 1 en bij Postillion Hotel Utrecht-Bunnik aan de Baan van Fectio 1 in Bunnik.
Vergaderen in Utrecht kan bijvoorbeeld bij de Jaarbeurs, bij DeFabrique, bij De Werkspoorkathedraal, bij Central Studios Utrecht, bij het Beatrix Theater, bij CitySense, bij Mereveld, bij Stadskasteel Oudaen en bij TivoliVredenburg.

Utrecht - geschiedenis

Op de plek waar nu Utrecht ligt, was al sprake van bewoning in de prehistorie, is uit archeologische opgravingen gebleken. Het was in de Romeinse tijd een belangrijke plaats. De Romeinen bouwden er rond het jaar 50 n.Chr. een ‘castellum’; een fort. De stad stad bleef in de eeuwen erna bewoond met het Romeinse fort als centrum. Traiectum was de naam van zowel het fort als de stad.
De naam ‘Utrecht’ is afgeleid van het Latijnse woord traiectum. Dit betekent ‘plaats waar de rivier over te steken is’ en verbasterde tot trecht. Later, na 870, werd de naam Ultraiectum gebruikt om verwarring te vermijden met een ander trecht, namelijk ‘Maastricht’.

Utrecht - nu

Utrecht grenst aan de streek Lopikerwaard en aan het gebied Utrechtse Heuvelrug. Plaatsen de omgeving van Utrecht zijn De Bilt, Bilthoven, Breukelen, Bunnik, Doorn, Driebergen, Hagestein, Harmelen, Houten, IJsselstein, Linschoten, Loosdrecht, Lopik, Maarssen, Montfoort, Nieuwegein, Vianen, Woerden en Zeist.
Utrecht ligt in de provincie Utrecht. De gemeente Utrecht heeft om en nabij 352.000 inwoners.
Vlag gemeente Utrecht - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels 

Vlag gemeente Utrecht

Wapen gemeente Utrecht - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels 

Wapen gemeente Utrecht

Inwoners

Een inwoner van de stad Utrecht noemt men een ‘’Utrechtenaar’ of een ‘Utrechter’, in de volksmond ook wel T-dief of T-slikker.
Er zijn natuurlijk veel bekende Utrechters.
Het is een hele lijst, maar we noemen er toch even een aantal op: Marco van Basten, Mireille Bekooij, Alida Bosshardt, Claudia de Breij, Martin Bril, Dolf Brouwers, Dick Bruna, Piet Doedens, Gerard Ekdom, Paul Fentener van Vlissingen, Martijn Fischer, Philip Freriks, Anton Geesink, Rijk de Gooyer, Gerard van Honthorst, Hans Karsenbarg, Saar Koningsberger, Anton Koolhaas, Hans Kraay jr., Pepijn Lanen, Fedde Le Grand, Robert
Long, Willem-Alexander der Nederlanden, Nikkie Plessen, Gerrit Rietveld, Tineke Schouten, Wesley Sneijder, Wim Sonneveld, Jochem Uytdehaage, Babette van Veen, Tineke Verburg en Henk Westbroek.
Iets wat bij Utrecht hoort, heet ‘Utrechts’ of ‘Utrechter’, bijvoorbeeld het Utrechts Archief. Utrecht kreeg stadsrechten in 1122.

Utrecht - internationaal & scholing

Provinciehoofdstad, kernen & stedenband


Utrecht is de provinciehoofdstad van de gelijknamige provincie.
Utrecht is de op drie na grootste stad van Nederland.
In het verleden had Utrecht een stedenband met Léon in Nicaragua.

Kernen


Onder de gemeente Utrecht vallen eveneens De Meern, Haarzuilens en Vleuten.

Hoger onderwijs


Utrecht is een echte studentenstad met de Universiteit Utrecht (UU), opgericht in 1636, de Universiteit voor Humanistiek (UvH), opgericht in 1989 en de aan de Tilburg University gelieerde TIAS School for Business and Society. Er zijn eveneens diverse hogescholen in Utrecht, zoals Capabel, Fontys, Hogeschool Utrecht, ITV Hogeschool voor Tolken en Vertalen, Luzac, de Marnix Academie, Saxion, Schoevers, Hogeschool Tio en Windesheim.
Provincievlag Utrecht - 600 * 337 pixels

Vlag provincie Utrecht

Provinciewapen Utrecht - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Wapen provincie Utrecht

Typisch Utrechts

Utrecht is bekend van de Dom, de Jaarbeurs, studentenstad, uitgaansleven, de Oude Gracht, hofjes en het Spoorwegmuseum.
De stad Utrecht fungeert als grootste spoorlijnknooppunt van Nederland en de stad is eveneens belangrijk knooppunt van wegen.


Utrecht - minder bekend


Niet iedereen weet dat er aardig wat Nederlandse speelfilms (gedeeltelijk) zijn opgenomen in Utrecht. Dit is het geval voor onder andere Amsterdamned, Zwartboek, Phileine zegt sorry en Minoes.

Utrechts dialect en accent

Het Uterechs Utrechtse dialect wordt nog veel gesproken.
Kenmerkend zijn de uitgetrokken, lijzige ‘aa’s’: ‘mààn in plaats van ‘man’ en de ao voor ‘aa’.
Het Uterechts heeft ook een ‘zachte g’.
Typerend is ook de extra -t: ik goat. Verkleinwoorden eindigen op -ie in plaats van op -je.
Een ougie is een ‘oudje’.
Een áchtelíjke gládióól is iemand met wie je het niet eens bent of ‘een dwaas’.
Tis net het Uterechs Nieuwsblad wordt gezegd van iemand die veel kletst.
Utrecht - “UtrECHT”

Utrecht - zakelijk

De gemeente Utrecht


Het netnummer van Utrecht is 030.
Het postcodegebied van Utrecht is 3500 - 3585.
Het adres van het gemeentehuis van Utrecht is Stadsplateau 1, 3521 AZ in Utrecht.
De website van de gemeente Utrecht is Utrecht.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Utrecht is 14 030.

Zakendoen in Utrecht


Voor Utrechtse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Utrecht aan de St. Jacobsstraat 300, 3511 BT in Utrecht. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Utrecht is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Utrecht is KVK-kantoor Utrecht.

Utrecht - internationale bedrijvigheid

Wereldwijd opererende bedrijven zijn in Utrecht gevestigd op bedrijventerrein in het Demkade Business Centre, op bedrijventerrein Haarrijn, op industrieterrein Hooggelegen, op Kanaleneiland, op bedrijventerrein Lage Weide, Nieuw Overvecht, Oudenrijn, Papendorp, Nieuwerijn, op Utrecht Science Park, op bedrijventerrein Werkspoorkwartier en op bedrijventerrein De Wetering Noord en Zuid.
In Utrecht bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties, een aantal daarvan mag Dagnall klant noemen.
[ Zie lijst ]