Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Bedrijven en organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die u precies dat levert: Effectieve taaltrainingen van het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden in Tilburg en omgeving. Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Tilburg aan in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
Zwarte Zwaan verzamelgebouw Saal van Zwanenbergweg 11 5026 RM TILBURG
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Tilburg aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en ook als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij ons kan iedereen talen leren op precies een manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Organisaties zijn behalve klassieke taaltrainingen vooral in de werkgerelateerde trainingen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Wij zijn een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om via gecertificeerde taaltrainers met zeer goede recensies en beoordelingen talen te leren in Tilburg. Dagnall Talen leidt u doelgericht en snel naar de door u beoogde resultaten.
Filosofie
De filosofie van Dagnall is om een vreemde taal te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Daarom gaat Dagnall Talen tot het uiterste om te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunt kunnen leren. Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Met deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Door vijftien minuten dagelijks te oefenen, brengen we cursisten met grote stappen naar het gewenste taalniveau. Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Tilburg.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever inventariseren wij de wensen en leerdoelen. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau van de deelnemers wordt bepaald, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Na een aantal lessen evalueert de trainer de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kunnen de doelstellingen worden aangepast. Na de laatste les ontvangt u een eindrapport samen met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
Het (individuele) contact met de deelnemers kan Dagnall indien gewenst, verzorgen Het plannen van de intakegesprekken geschiedt in overleg met u en de individuele deelnemers Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht van ons. Deze dienen vóór de intakedatum te teruggestuurd worden Dagnall Taleninstituut verzorgt de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Een gesprek duurt ongeveer 30 minuten De indeling van de groep(en) worden geadviseerd aan de hand van niveaubepaling door Dagnall en in overleg met u vastgesteld De deelnemers worden op taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! De logistiek van materiaal en de cursusbenodigdheden wordt door Dagnall Taleninstituut verzorgd Wij berekenen geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning en het lesprogramma wordt door Dagnall Talen bewaakt en gegarandeerd Dagnall Talen is flexibel en betrokken!
Sinds 1982 is Dagnall Talen werkzaam op het gebied van taal en verzorgt sinds 1982 maatwerk taaltraining voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Tilburg en omringende gemeenten. Dagnall Taleninstituut heeft een team vanervaren en kundige docenten die experts zijn op taalgebied en een behoorlijk aantal trainingen hebben gegeven aan diverse bedrijven en (overheids)organisaties in Midden-Brabant.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte aanpak, biedt Dagnall Taleninstituut u zeer betaalbare en effectieve taalcursussen in Tilburg. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall u te bieden heeft.
Betaalbare taalcursussen op maat in Tilburg
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Een cursus toegespitst op het verbeteren van de taalvaardigheid op de werkvloer is ondertussen bij veel organisaties gemeengoed. Medewerkers die geen of een beperkte beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in hun werkomgeving en zij willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren op de werkplek.
De aanwijzingen op het werk willen zij goed kunnen begrijpen en opvolgen. Deze medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen het werk uit kunnen voeren en natuurlijk graag hun ambities verwezenlijken op hun werk. Dit vergt een investering in mensen en in de (continue) ontwikkeling van de organisatie is hiervoor noodzakelijk.
Ons instituut verzorgt betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer vergroten. Dagnall Taleninstituut leert en helpt de deelnemer hoe hij/zij de lesstof in zijn/haar functie in praktijk kan brengen. Ons taleninstituut stemt de taalcursus af op de behoefte van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Als aanvulling op de taallessen, krijgt de cursist gedurende de cursus regelmatig praktijkopdrachten, die de continuïteit van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de training verhogen.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Dagnall let ook op de wellicht onderbelichte kant van veel taalcursussen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun poging om de taal te beheersen, om de cultuur en gebruiken van het land en het bedrijf te begrijpen en om de wereld door middel van taal uit te breiden. Dit vergt veel motivatie en inzet. Daarbij hebben deelnemers maar een aantal vaste contactmomenten met de taaltrainer per week. Dit is niet altijd toereikend.
Onderscheidend
Dagnall is onderscheidend door het draagvlak te vergroten voor voor een cursus op de werkvloer. Ons instituut moedigt zowel collega’s als leidinggevenden van de organisatie aan om te zorgen voor een continu proces van taalverwerving, door vanaf de start zoveel mogelijk met de cursist te communiceren in de doeltaal. Door de relevantie van taal op de werkvloer voortdurend zo uit te drukken, wordt de waarde van een goede beheersing van de taal samen ervaren en voelen deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Tilburg
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen aangepast aan de behoefte van de cursist, klant, werkgever of organisatie, zoals betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus is vanzelfsprekend ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een taalcursus in Tilburg die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn erg bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement bereikt Dagnall Talen met een mix van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor cursussen die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall Taleninstituut biedt individuele cursussen (privéles), duocursussen (met 2 lerenden), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 lerenden, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. Onze taaltrainers geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en de taaltrainers spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers in Tilburg. Deze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursus is dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Een taal effectief leren in Tilburg bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart kunt overlaten aan ons. Dagnall Talen biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. We maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren. Vanzelfsprekend kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Tilburg worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Tilburg
Maatwerkcursussen
Ons instituut biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Tilburg en omgeving. Een individuele taalcursus wordt ook wel privéles of een één-op- één-taalcursus genoemd. De individuele t@@lcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement. De individuele taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie. De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. De groepen houden wij zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te verhogen en de lerenden maximaal te ondersteunen. Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerk taalcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de leerstijl, de branche alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement omdat veel informatie wordt opgenomen vrij in korte tijd. Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden. Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist. Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal. Ook kan een individuele taalcursus ideaal worden afgestemd op de planning en de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van een groepscursus is vooral de interactie met de andere deelnemers; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; het leren van de fouten van anderen en communiceren in de doeltaal met de groep. Cursisten kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als leuker ervaren. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt. Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) voor deelnemers dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele taalcursus alleen met de taaltrainer worden gedaan en gevoerd. Doordat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet in groepsverband geoefend worden. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om te leren van elkaars foutjes. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de cursisten.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen lerenden wat sneller afgeleid zijn. Het rendement is hierdoor wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen). Groepscursussen kunnen ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen. Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden, is een ander nadeel van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken. Wij bieden daarom onze taaltrainingen ook incompany en online aan. Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands,
Engels, Duits, Frans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining kiezen. Vanzelfsprekend is een combinatie van deze trainingen ook mogelijk. Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Een andere taal beheersen betekent niet alleen de taal kennen, maar ook het kunnen toepassen van die kennis. Door het accent te verschuiven van kennen naar kunnen, is de cursist in staat na afronding van de taalcursus in Tilburg de opgedane kennis beter toe te passen.
Voor u het weet, doet u uw inkopen in de andere taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les volledig in de doeltaal plaatsvond. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainers kunnen bijvoorbeeld een zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Er wordt vaak in de zogeheten talenpractica gewerkt, waar studenten een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al snel bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel sporen nagelaten Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet om het memoriseren van de regels van de grammatica gaat, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een correcte uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis. Ook voor grotere groepen is deze audiolinguale methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een ander bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. De zinnen en woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden of zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar geheugenwetenschappers bestrijden dit. In het algemeen wordt kennis onthouden wanneer deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan dus alleen goed werken voor woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList-methode kan werken voor lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken. Met de hand schrijven functioneert beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een minpunt is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan alleen een serie losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is daarnaast bijzonder tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is ontwikkeld in 1983 door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken, probeert de methode de vreemde taal aan te leren. Zo leert men onbewust ook de taalregels van de vreemde taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. De leeractiviteiten in de vreemde taal moeten stimulerend zijn zodat de studenten van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling zeer effectief is. Doordat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De leermethode legt vooral nadruk op het impliciet leren van de grammatica. Lerenden zouden inderdaad leren te communiceren in de vreemde taal, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. Volgens de methodiek van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat van de nieuwe taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om draait. De vaste woordcombinaties worden aan de student gepresenteerd in herkenbare situaties met gebruik van visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethode worden de structuren die het meest gebruikt worden, het eerst geleerd. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat studenten de taal op een accurate manier leren. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De werkwijze is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren middels CLT-technieken de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met de docent en onderling. Teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de docent draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in alle soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de lerende helpt communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In het verenigde Europa ontstond een grotere vraag om een vreemde taal te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; het is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de lerenden is dit stimulerend doordat zij gauw succes ervaren. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de docent en van studenten vereist het een actieve deelname. Voor een aantal lerenden kan deze manier van een vreemde taal leren ongewoon of moeilijk zijn, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal hebben de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Alhoewel reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt de methode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep geeft deze leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de studenten. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het begin is omgeven door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de doeltaal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een erg goede leermethode voor vreemde talen gezien. Voornamelijk de mondelinge taalvaardigheid kan met onderdompeling uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. De methode is ‘sink or swim’, de lerende moet wel in de te leren taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een minpunt is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om te leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de student en de docent zijn hiervoor essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerenden zich veilig voelen en ontspannen zijn. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bereiken. Tijdens de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel werden gezet en er was ook altijd muziek in de les. De leermethode zoals Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica. Het voorlezen ging gepaard met gebaren en veel expressie in stem. De lerenden werden zo overgehaald om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de leermethodiek. Voor sommigen is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de verhouding tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de docent en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als een counselor die de zinnen van de studenten parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de taal nog onvoldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De docent geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten als middel om de taal te leren. Er wordt geen leerboek gebruikt; het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima werken als deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden studenten zich een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om te werken als een team. Van het bespreken van de fouten en het evalueren van de taallessen leren studenten vaak veel. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Het kan een nadeel zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Er wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen gehouden. Het succes van de taallessen is daardoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden geremd in hun spreken wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de lerenden om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de rol van de docent om voor genoeg inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren de studenten de taal op een heel natuurlijke wijze te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze leermethode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan al gauw in de nieuwe taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van Gouin over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Gouin’s leermethodiek was enige tijd succesvol, ondanks de ongewone aanpak. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van François Gouin worden de mondelinge vaardigheid goed ontwikkeld en het zorgt voor een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
François Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Het maakt studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt vrij intensief gestimuleerd met de methode.
De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract is, moeilijk in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een ander van de methode van François Gouin is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series moet voorbereiden. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis vereist. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over regels van de taal en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met een klantenservice of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het kennisniveau van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij lerenden (vooral lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed aansluit bij de student, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als keerzijde kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een aantal Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich bij het maken van films aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het oogmerk van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen. Bij deze methode gaat het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak voor het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen trainer en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan erg motiverend werken dat de studenten voor het eigen leerproces de verantwoording draagt. Voorspelbaar is de les zo niet. Dat garandeert spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Vrijwel elk onderwerp kan besproken worden tijdens een les volgens de Dogme-methode. Dit zorgt dat studenten alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig door de docent bij de hand genomen worden, kunnen lerenden zich daartegenover ongemakkelijk voelen. Ook zijn niet alle taaltrainers voldoende flexibel voor dit type taalonderwijs. Dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan bod komt tijdens de lessen, kan een bijkomend minpunt zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk om een vreemde taal te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach vertoont gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrip gaat boven productie. De focus ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 richt de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemer is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Omdat de leermethode van Thomson nog relatief nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes fasen van GPA bieden haalbare doelstellingen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een eenvoudige methode: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal ook begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan met de audio-opname kunnen spreken. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het werken aan de taal veel effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als keerzijde is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het idee uitgaat dat mensen met behulp van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een vlotte succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Dit zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en de methodiek kan eveneens worden toegepast in grotere klassen. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en aanvullend een andere methodiek nodig is. Daarnaast is de leermethodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om ideeën, gevoelens en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren 80 van de negentiende eeuw. De methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook over natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd gestimuleerd om de lerenden veel te laten spreken. Nieuw was ook dat de les in de doeltaal gegeven werd. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de vocabulaire gebeurde door middel van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de lerenden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste pluspunt. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal ontwikkelen. Aan de leermethode kleven echter ook keerzijden. Deze leermethode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Dez methode biedt niet genoeg uitdaging voor studenten die verder meer gevorderd zijn. De Directe Methode is tevens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat de leermethode van een daadkrachtige inzet vanuit de studenten uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaltrainer, die één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij dit woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan zijn om dezelfde woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaltrainers om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde staven (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. De ‘de stille manier’ werkt eveneens met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de vreemde taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van invloed geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn methode voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom worden gezien. De taaltrainer is in feite aan de studenten dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde taalkennis meestal goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mogenwat bijdraagt aan het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat een aantal lerenden meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door het gebrek aan input van de taaltrainer zouden studenten gefrustreerd kunnen worden. Werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke wijze van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen studenten zich. Op deze manier worden woorden en structuren vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De trainer wijst studenten op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal maken, is een variant hierop. Hierbij schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij en daarna met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor inbreng. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor de lerenden werkt TPRS heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een keerzijde is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd gevonden met tweetalige teksten, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van deze methodiek is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de cursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om de uitspraak te vergelijken met die van een moedertaalspreker (native speaker). Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheden zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de spelling en de grammatica en geeft taalfoutjes aan en biedt de optie om de taalfoutjes van de studenten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om te gebruiken en kan op ieder moment door de student worden toegepast. Welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kan de student zelf bepalen. Velen ervaren het als plezierig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone voor scholen een oplossing zijn. Een nadeel van de methode kan zijn dat geen taaltrainer beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze taalcursussen bestaan uit zinnen/dialogen in de doeltaal die door lerenden vervolgens worden nagesproken en worden herhaald. Deze zinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling. De lessen omvatten een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en taalstructuren. De grammaticale structuren van de nieuwe taal worden niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer gevolgd door Amerikanen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt zeer goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke wijze praten in een normaal tempo.
Het minpunt van de methode is dat niets wordt uitgelegd. Studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met zijn lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode wordt de les in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt afgewisseld met reeds bekende stof. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal gewezen, als deze er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de leermethodiek van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de studenten het voorgaande begrepen en geleerd hebben. Behalve woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de leermethode gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. De mensen die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursussen trainen de uitspraak en de luistervaardigheid van de vreemde taal op een efficiënte wijze en zijn heel toegankelijk. Dat de taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Er is ook geen echte interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’. Dit was wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werkt de cursist ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling wordt hiernaast weergegeven, samen met de grammaticale toelichting. Om de uitspraak te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door native speakers zijn ingesproken en die de cursist dient te herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een groot aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de methode van Assimil is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle taalcursussen met een computer, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer om de student te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les volledig in de doeltaal plaatsvond. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainers kunnen bijvoorbeeld een zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Er wordt vaak in de zogeheten talenpractica gewerkt, waar studenten een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al snel bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel sporen nagelaten Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet om het memoriseren van de regels van de grammatica gaat, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een correcte uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis. Ook voor grotere groepen is deze audiolinguale methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een ander bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. De zinnen en woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden of zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar geheugenwetenschappers bestrijden dit. In het algemeen wordt kennis onthouden wanneer deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan dus alleen goed werken voor woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList-methode kan werken voor lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken. Met de hand schrijven functioneert beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een minpunt is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan alleen een serie losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is daarnaast bijzonder tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is ontwikkeld in 1983 door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken, probeert de methode de vreemde taal aan te leren. Zo leert men onbewust ook de taalregels van de vreemde taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. De leeractiviteiten in de vreemde taal moeten stimulerend zijn zodat de studenten van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling zeer effectief is. Doordat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De leermethode legt vooral nadruk op het impliciet leren van de grammatica. Lerenden zouden inderdaad leren te communiceren in de vreemde taal, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. Volgens de methodiek van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat van de nieuwe taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om draait. De vaste woordcombinaties worden aan de student gepresenteerd in herkenbare situaties met gebruik van visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethode worden de structuren die het meest gebruikt worden, het eerst geleerd. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat studenten de taal op een accurate manier leren. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De werkwijze is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren middels CLT-technieken de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met de docent en onderling. Teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de docent draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in alle soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de lerende helpt communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In het verenigde Europa ontstond een grotere vraag om een vreemde taal te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; het is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de lerenden is dit stimulerend doordat zij gauw succes ervaren. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de docent en van studenten vereist het een actieve deelname. Voor een aantal lerenden kan deze manier van een vreemde taal leren ongewoon of moeilijk zijn, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal hebben de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Alhoewel reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt de methode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep geeft deze leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de studenten. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het begin is omgeven door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de doeltaal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een erg goede leermethode voor vreemde talen gezien. Voornamelijk de mondelinge taalvaardigheid kan met onderdompeling uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. De methode is ‘sink or swim’, de lerende moet wel in de te leren taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een minpunt is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om te leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de student en de docent zijn hiervoor essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerenden zich veilig voelen en ontspannen zijn. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bereiken. Tijdens de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel werden gezet en er was ook altijd muziek in de les. De leermethode zoals Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica. Het voorlezen ging gepaard met gebaren en veel expressie in stem. De lerenden werden zo overgehaald om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de leermethodiek. Voor sommigen is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de verhouding tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de docent en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als een counselor die de zinnen van de studenten parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de taal nog onvoldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De docent geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten als middel om de taal te leren. Er wordt geen leerboek gebruikt; het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima werken als deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden studenten zich een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om te werken als een team. Van het bespreken van de fouten en het evalueren van de taallessen leren studenten vaak veel. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Het kan een nadeel zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Er wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen gehouden. Het succes van de taallessen is daardoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden geremd in hun spreken wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de lerenden om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de rol van de docent om voor genoeg inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren de studenten de taal op een heel natuurlijke wijze te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze leermethode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan al gauw in de nieuwe taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van Gouin over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Gouin’s leermethodiek was enige tijd succesvol, ondanks de ongewone aanpak. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van François Gouin worden de mondelinge vaardigheid goed ontwikkeld en het zorgt voor een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
François Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Het maakt studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt vrij intensief gestimuleerd met de methode.
De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract is, moeilijk in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een ander van de methode van François Gouin is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series moet voorbereiden. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis vereist. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over regels van de taal en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met een klantenservice of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het kennisniveau van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij lerenden (vooral lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed aansluit bij de student, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als keerzijde kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een aantal Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich bij het maken van films aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het oogmerk van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen. Bij deze methode gaat het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak voor het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen trainer en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan erg motiverend werken dat de studenten voor het eigen leerproces de verantwoording draagt. Voorspelbaar is de les zo niet. Dat garandeert spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Vrijwel elk onderwerp kan besproken worden tijdens een les volgens de Dogme-methode. Dit zorgt dat studenten alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig door de docent bij de hand genomen worden, kunnen lerenden zich daartegenover ongemakkelijk voelen. Ook zijn niet alle taaltrainers voldoende flexibel voor dit type taalonderwijs. Dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan bod komt tijdens de lessen, kan een bijkomend minpunt zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk om een vreemde taal te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach vertoont gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrip gaat boven productie. De focus ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 richt de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemer is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Omdat de leermethode van Thomson nog relatief nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes fasen van GPA bieden haalbare doelstellingen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een eenvoudige methode: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal ook begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan met de audio-opname kunnen spreken. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het werken aan de taal veel effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als keerzijde is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het idee uitgaat dat mensen met behulp van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een vlotte succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Dit zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en de methodiek kan eveneens worden toegepast in grotere klassen. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en aanvullend een andere methodiek nodig is. Daarnaast is de leermethodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om ideeën, gevoelens en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren 80 van de negentiende eeuw. De methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook over natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd gestimuleerd om de lerenden veel te laten spreken. Nieuw was ook dat de les in de doeltaal gegeven werd. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de vocabulaire gebeurde door middel van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de lerenden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste pluspunt. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal ontwikkelen. Aan de leermethode kleven echter ook keerzijden. Deze leermethode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Dez methode biedt niet genoeg uitdaging voor studenten die verder meer gevorderd zijn. De Directe Methode is tevens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat de leermethode van een daadkrachtige inzet vanuit de studenten uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaltrainer, die één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij dit woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan zijn om dezelfde woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaltrainers om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde staven (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. De ‘de stille manier’ werkt eveneens met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de vreemde taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van invloed geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn methode voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom worden gezien. De taaltrainer is in feite aan de studenten dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde taalkennis meestal goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mogenwat bijdraagt aan het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat een aantal lerenden meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door het gebrek aan input van de taaltrainer zouden studenten gefrustreerd kunnen worden. Werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke wijze van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen studenten zich. Op deze manier worden woorden en structuren vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De trainer wijst studenten op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal maken, is een variant hierop. Hierbij schrijft de trainer eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij en daarna met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor inbreng. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor de lerenden werkt TPRS heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een keerzijde is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd gevonden met tweetalige teksten, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van deze methodiek is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de cursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om de uitspraak te vergelijken met die van een moedertaalspreker (native speaker). Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheden zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de spelling en de grammatica en geeft taalfoutjes aan en biedt de optie om de taalfoutjes van de studenten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om te gebruiken en kan op ieder moment door de student worden toegepast. Welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kan de student zelf bepalen. Velen ervaren het als plezierig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone voor scholen een oplossing zijn. Een nadeel van de methode kan zijn dat geen taaltrainer beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze taalcursussen bestaan uit zinnen/dialogen in de doeltaal die door lerenden vervolgens worden nagesproken en worden herhaald. Deze zinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling. De lessen omvatten een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en taalstructuren. De grammaticale structuren van de nieuwe taal worden niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer gevolgd door Amerikanen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt zeer goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke wijze praten in een normaal tempo.
Het minpunt van de methode is dat niets wordt uitgelegd. Studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met zijn lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode wordt de les in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt afgewisseld met reeds bekende stof. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal gewezen, als deze er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de leermethodiek van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de studenten het voorgaande begrepen en geleerd hebben. Behalve woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de leermethode gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. De mensen die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursussen trainen de uitspraak en de luistervaardigheid van de vreemde taal op een efficiënte wijze en zijn heel toegankelijk. Dat de taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Er is ook geen echte interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’. Dit was wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werkt de cursist ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling wordt hiernaast weergegeven, samen met de grammaticale toelichting. Om de uitspraak te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door native speakers zijn ingesproken en die de cursist dient te herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een groot aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de methode van Assimil is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle taalcursussen met een computer, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer om de student te begeleiden of te motiveren.
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Quizlet, Babbel, Mondly en Duolingo.
Er is echter een betere manier om talen te leren om vreemde talen te leren: De Dagnall Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral door de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tot slot beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen continu in op actuele ontwikkelingen en thema’s die voor de cursist interessant zijn. Onze taaltrainers zijn erg bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Auditief, visueel of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen ons handelsmerk Talen geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)training die online gevolgd kan worden, op afstand dus. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Tilburg.
Online een taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Tilburg
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het geen 1-op-1 les betreft, lerenden met blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dit wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online! Vanzelfsprekend biedt Dagnall Talen ook blended learning in Tilburg op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Het platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform ook een handige App voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een lerende overal en altijd, dus 24/7, op ieder (mobiel) apparaat toegang heeft. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Cursisten kunnen dus leren waar en wanneer het hen schikt. De oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft beschikbaar na afronding van de taalcursus in Tilburg. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid. Mensen die meerdere talen spreken, zijn derhalve onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens als onlinecursus & blended taalcursus beschikbaar. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom: - Laptop, tablet of pc/iMac met een microfoon en een camera - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Onze onlinecursussen en blended taalcursussen worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
Onze online alsook de blended taalcursussen worden door gekwalificeerde en toegewijde moedertaal (native) trainers gegeven
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
De docenten van Dagnall Taleninstituut zijn HBO of universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – snelle leervorderingen
De blended en online taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden specifiek op de behoeften en wensen van de lerenden afgestemd
De inhoud van de taalcursus wordt afgestemd op het leerplan om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen zelfverzekerd en snel te behalen
De Dagnall online (of blended) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuren die u in de voorbereiding en voortzetting van de lessen hebt geleerd, actief toe
Door de combinatie van videosessies en zelfstudie komen de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en niets hoeft te missen
Onze taaltrainers geven naast de taalcursus ook tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursisten en de trainer en zijn van groot belang voor het slagen van taaltrainingen .
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Tilburg ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Tilburg ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall Taleninstituut als model en geven u een goed inzicht in uw aanwezige en verworven kennis. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
De cursist ontvangt na afloop van de taalcursus in Tilburg het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om verschillende taalniveaus te omschrijven. Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa. Het ERK verdeelt vijf elementen van taalvaardigheid, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse naam wordt ook vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK kent eveneens 6 niveaus van taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. De niveaus in vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A van het ERK is van toepassing op beginners. De persoon die niveau B beheerst, beschikt over alle basisvaardigheid in de bewuste taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak lezen, verstaan, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij taalniveau C, benaderen de moedertaalgebruiker. Zo iemand gebruikt de vreemde taal vloeiend in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is speciaal voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut toont aan dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt met de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd ten minste twee keer proefgelezen door twee specialisten. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall Taleninstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. ‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Tilburg, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De de NRTO-gedragscode is gebaseerd op vijf beginselen: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de Stichting van de Arbeid en de media en de SER.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens met diverse andere organisaties samen, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.NRTO-leden werken zowel klantgericht als resultaatgericht en zijn in staat om om snel in te spelen op veranderende omstandigheden en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Tilburg sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Continu innoveren is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse besturen, adviesraden en commissies vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die nodig zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens dienen beschermd te worden tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging. Uiteraard voldoet Dagnall aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Tilburg zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit betekent dat Dagnall aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen leveren. Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u berekenen. Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen als privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Tilburg aan
U kunt contact met Dagnall Talen opnemen voor een taalcursus in Tilburg. U kunt ons bereiken via 085-2737302 (geen menu) voor meer informatie. U kunt ons ook een e-mail sturen via taalcursus-tilburg@dagnall.nl.
Of ga naar ons contactformulier. U kunt ook het gratis informatiepakket voor cursussen aanvragen.
De juiste weg naar een taalcursus in Tilburg!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Tilburg op uw eigen locatie volgen of in Tilburg, bijvoorbeeld in kantoorverzamelgebouw de Zwarte Zwaan aan de Saal van Zwanenbergweg 11 in Tilburg. Ons taleninstituut kan eveneens taalcursussen in Tilburg verzorgen in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Tilburg aan de Dokter Bloemenlaan 8, in Mercure Hotel Tilburg aan de Heuvel 37, in Ibis Tilburg aan de Dr. Hub van Doorneweg 105 en in Auberge De Hilver aan de Westelbeersedijk 6 in Diessen.
U kunt vergaderen in Tilburg bij bijvoorbeeld bij Koning Willem II Stadion aan de Goirlese Weg 34.
Bij archeologische opgravingen zijn sporen van bewoning in de oude steentijd gevonden, ongeveer 9000 v.Chr. Daarna was het gebied eeuwenlang onbewoond. In de Romeinse tijd, 1ste eeuw v.Chr. tot 5de eeuw n.Chr. was Tilburg weer bewoond gebied. De naam ‘Tilburg’ wordt voor de eerste keer in het jaar 709 genoemd als plaats waar een document is opgemaakt (‘actum publice Tilliburgis’). In 1191 is van deze akte een kopie gemaakt door de Abdij van Echternacht. De kopie is bewaard gebleven, het origineel niet.
Tilburg bleef een dorp tot omstreeks 1600, toen allerlei kleine buurtschappen langzaam begonnen samen te smelten. Tilburg kreeg vorm. De naam ‘Tilburg’ is waarschijnlijk een verbastering van het Romeinse woord tilli. Tilli betekent ‘nieuw verworven land’. Het tweede deel burg betekent ‘burcht’ of ‘omheinde en versterkte woonkern’. In moderne taal betekent dit dus ‘een versterkte woonkern op nieuw verworven land’.
Tilburg ligt in de regio Midden-Brabant en maakt deel uit van de Brabantse Stedenrij. Plaatsen in de buurt van de stad Tilburg zijn Alphen, Gilze, Goirle, Hilvarenbeek, Kaatsheuvel, Moergestel, Oirschot, Oisterwijk, Rijen, Udenhout en Waalwijk.
Tilburg ligt in de provincie Noord-Brabant. In de gemeente Tilburg wonen ruim 217.000 mensen.
Een inwoner van Tilburg is een ‘Tilburger’. Bekende Tilburgers zijn Freek Bartels, Pepijn Crone, Roeland Fernhout, Jac. Goderie, Marc-Marie Huijbregts, Raymond van de Klundert (Kluun), Henk Krol, Maggie MacNeal, Nick Nielsen, Bas Rutten, Cas Spijkers en Domien Verschuuren.
Iets wat bij Tilburg hoort, noemt men ‘Tilburgs’ of ‘Tilburger’, zoals het Tilburgs bierfestival. Tilburg kreeg stadsrechten in het jaar 1809.
Tilburg - internationaal & scholing
Partnersteden
Tilburg is de op vijf na grootste stad van Nederland. Onder de gemeente Tilburg vallen eveneens Berkel-Enschot en Udenhout. De partnersteden van Tilburg zijn Changzhou in China, Lublin in Polen, Matagalpa in Nicaragua, Minamiashigara in Japan en Same in Tanzania.
Hoger onderwijs
Tilburg is een universiteitsstad met de Tilburg University, opgericht in 1927 (voorheen de Universiteit van Tilburg, UvT) en de daaraan gelieerde TIAS School for Business and Society. Er zijn twee hogescholen gevestigd in Tilburg: Avans en Fontys.
Denk je aan Tilburg, dan denk je aan de textielindustrie, Museum De Pont, de Rockacademie, de Tilburgse Kermis, Festival Mundial en Guus Meeuwis. Tilburg fungeert als onderwijsstad en belangrijke industriestad, met tien grote industrieterreinen. Grote werkgevers zijn onder meer DAF, Interpolis en VGZ (Uvit).
Met een autosnelweg, een kanaal en een vliegbasis in de buurt is het ook een aanzienlijke transportstad.
Tilburg - minder bekend
Weinig mensen weten dat de oorsprong van de kunstbeweging De Stijl in Tilburg ligt.
Typisch is dat de ‘i’ als ie wordt uitgesproken; een kiend in plaats van een ‘kind’. De ‘aa’ wordt uitgesproken als è en de ‘ei/ij’ ook. De ‘ui’ en de ‘oo’ klinken als eu. “Wat zegt u?” is in Tilburg: “Wè?”Waoges laawe is
‘praalwagens’ bekijken met carnaval. Een Tilburgs gezegde luidt: Wès veul? Twee haoren op oewe kòp is wèèneg, mar twee haoren in oew soep is veul. Oftewel: “Het is allemaal relatief”. Gè zet um: “jij bent aan de beurt”.
“Tilburg, je bent er”
Tilburg - zakelijk
De gemeente Tilburg
Het netnummer van Tilburg is 013. Het postcodegebied van Tilburg is 5000 - 5049. Het adres van het gemeentehuis van Tilburg is Spoorlaan 181, 5038 CB in Tilburg. De website van de gemeente Tilburg is Tilburg.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Tilburg is 14 013.
Zakendoen in Tilburg
Voor Tilburgse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Breda aan de Mozartlaan 7, 4837 EH in Breda. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Tilburg is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Tilburg is KVK-kantoor Breda.
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Tilburg vindt u op bedrijventerrein Albion, Enschot, Kanaalzone, Kraaiven, Katsbogten, Het Laar, Loven, Schepersven, Tradepark 58, Vossenberg, Vossenberg Scheg, Vossenberg West of op bedrijventerrein Wijkevoort. In Tilburg bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Agristo, Autotaalglas, Barsan Group, Bonprix Nederland, Chromalloy Holland, CVB Ecologistics, CZ Groep, DB Schenker, De Banketgroep, Distributiecentrum De Bijenkorf, Distributiecentrum Decathlon, Delicia, Doxa, DS Smith, Elho, Fabory - a Grainger company, Fellowes Benelux, Fujifilm, Goodyear Nederland, Distributiecentrum H&M, HiFi Klubben Nederland, Innofa, Interpolis, Iris Ohyama Europe, Distributiecentrum Kassala, King Cuisine, Kiyoh, Kwantum Nederland, Labeyrie King Cuisine, Maître Paul, Manfield, Max ICT, Mol Logistics, MTD,
Distributiecentrum NSK, nVent Erico, Otto Group, (Heinrich Heine, Otto), PWT Bierens, RAP Elektrische Fietsen, Rhenus, Rompa Group, Smartwares Group (Princess, Tristar, Smartwares, Byron, Topcom, Campart etc.)StandardAero, Termeer Group (Sacha, Sissy Boy), Tesla Nederland, The Sting, Thermo Fisher Scientific Patheon Softgels, Van Geloven (Kroketterij De Bourgondiër, Van Dobben, Kwekkeboom, Mora, Souflesse etc.), Vendor, Verbunt Verlinden (Bollinger, Graham’s Port, Lehmann Glass), Vivisol Nederland, Vorselaars Vruchtensappen en Frisdranken, Distributiecentrum XPO Logistics, Banketbakkerij de Maro in Berkel-Enschot, Cerisette in Oisterwijk, Concorp Brands (Autodrop, Fisherman’s Friend, Oldtimers, Ricola, Skittles etc.) in Oisterwijk, DANVO Bakeries in Riel, BuildingJobs in Rijen, Jong Food in Rijen en Chocolaterie Albèrt in Udenhout. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een leuk idee om samen met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Tilburgse voetbalclub Willem II, FC Tilburg of Sarto meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Tilburg kunt u terecht bij TCT Tennisclub Tilburg, bij RTV Quirijn of bij TC de Blaak. Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Tilburg of na een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning? Om een balletje te slaan of gewoon gezellig iets te eten of te drinken, kunt u terecht bij Prise d’eau Golf in Tilburg. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Gilzerbaan 400, 5032 VC in Tilburg. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 013-462 82 00. De website van Prise d’eau Golf is www.prisedeau-golf.nl. Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij het clubhuis van Prise d’eau. Golfcentrum Dongen en Golfclub Efteling zijn nog andere golfbanen in de omgeving van Tilburg.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Tilburg die tevens op Youtube kunnen worden bekeken. Door direct op het logo van Youtube in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld. Onder deze filmpjes vindt u de locaties van Noord-Brabant alsook Tilburg op Google Maps.
Klik linksboven om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.